Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water. Eindrapport Verantwoordend Spoor Eindrapport Agenderend Spoor

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water. Eindrapport Verantwoordend Spoor Eindrapport Agenderend Spoor"

Transcriptie

1 Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water Eindrapport Verantwoordend Spoor Eindrapport Agenderend Spoor Vastgesteld in LBOW op 13 november 2006

2

3 Voorwoord Binnen de nationale waterproblematiek doen zich zowel in aard als in omvang structurele veranderingen voor. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak in het waterbeleid noodzakelijk. Dit werd vooral duidelijk na de overvloedige regenval in het najaar van Op 2 juli 2003 ondertekenden daarom het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Aangegeven is op welke wijze, met welke middelen (instrumenten) en langs welk tijdpad zij de grote wateropgave voor Nederland in de 21e eeuw willen aanpakken. Het akkoord benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het op orde krijgen en houden van het totale watersysteem. In het NBW is ook afgesproken dat het Bestuursakkoord voor het eerst wordt geëvalueerd in 2006 en daarna vierjaarlijks. Deze eerste evaluatie is opgesteld door een onafhankelijk extern bureau onder begeleiding van een werkgroep van het cluster Monitoring, Rapportage en Evaluatie in opdracht van het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water. In de werkgroep waren alle partijen vertegenwoordigd die ook het akkoord ondertekend hebben. Deze evaluatie ligt nu voor u. Wij wensen u veel leesplezier toe en hopen op uw medewerking om het NBW een goed vervolg te geven. Ir. Hein T.C. van Stokkom Voorzitter LBOW-cluster Monitoring, Rapportage & Evaluatie Drs. Otto den Ouden Voorzitter Werkgroep Evaluatie NBW

4

5 Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water Eindrapport Verantwoordend Spoor Werkgroep ENBW 31 juli 2006 Definitief rapport

6 Hoofdweg 490 Postbus AM Rotterdam +31 (0) Telefoon Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water Eindrapport Verantwoordend Spoor Verkorte documenttitel Eindrapport VS Status Definitief rapport Datum 31 juli 2006 Projectnaam Evaluatie Nationaal Bestuursakkoord Water Projectnummer 9R2718.A0 Opdrachtgever Werkgroep ENBW Auteurs Projectteam Evaluatie NBW Referentie 9R2718.A0/R009/901292/Rott1

7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding evaluatieonderzoek Leeswijzer 1 2 AANPAK EVALUATIEONDERZOEK Doel en inhoud van het NBW Doel en opzet evaluatieonderzoek Referentiekaders voor de beoordeling 6 3 RESULTATEN PER THEMA Inleiding Samenwerking en draagvlak Inzicht in de water(kwantiteits)opgave Integrale afweging van de wateropgave Uitvoering van maatregelen Financiering van maatregelen 28 4 CONCLUSIES EN VERBETERPUNTEN Wat is er bereikt en wat nog niet? Wat is er bereikt in 2006? Wat is er (nog) niet bereikt op weg naar 2015 en waarom? Kan het doel van het NBW in 2015 worden bereikt? Welke bijdrage levert het NBW als instrument? Hoe worden de resultaten in de tijd gezien? De balans opgemaakt 43 Eindrapport VS - i - 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport 31 juli 2006

8 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding evaluatieonderzoek In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben het kabinet, de Unie van Waterschappen (UvW), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de gezamenlijke provincies en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2003 vastgelegd op welke wijze, met welke middelen en langs welk tijdpad zij gezamenlijk de wateropgave voor Nederland in de 21 e eeuw willen aanpakken. Aanleiding voor het akkoord vormen de structurele veranderingen die zich voordoen in de aard en omvang van de nationale waterproblematiek. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe aanpak in het waterbeleid noodzakelijk. Kern van die aanpak is dat water meer ruimte zal moeten krijgen voordat het die ruimte zelf neemt. Sinds de ondertekening van het akkoord in 2003 rapporteren de partijen jaarlijks over de afspraken in een voortgangsrapportage. Inmiddels zijn twee voortgangsrapportages uitgebracht. Naast deze jaarlijkse verslaglegging over de vorderingen is in artikel 20 van het NBW afgesproken dat het akkoord ook vierjaarlijks, voor het eerst in 2006, in zijn geheel wordt geëvalueerd om de voortgang in het bereiken van de doelstelling inzichtelijk te maken. De resultaten van die evaluatie liggen nu voor u. De Regiegroep Water heeft begin 2005 opdracht gegeven voor het uitvoeren van het evaluatieonderzoek. Het evaluatieonderzoek onderscheidt zich van de voortgangsrapportages door een meer afstandelijk perspectief op de uitvoering van het akkoord. De evaluatie heeft een tweeledig doel: ten eerste om over de bereikte resultaten verantwoording af te leggen aan de Tweede Kamer, en ten tweede om een bijdrage te leveren aan de agendavorming van het NBW voor de periode Het evaluatieonderzoek moest volgens de Regiegroep een werkelijkheidsgetrouwe weergave van de feitelijke situatie bieden en een gedistantieerd, geobjectiveerd, genuanceerd, onafhankelijk beeld van de beleidsuitvoering garanderen. Het evaluatieonderzoek is daarom uitgevoerd door een combinatie van twee onafhankelijke adviesbureaus: Royal Haskoning en Twijnstra Gudde. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode juli 2005 april De werkgroep Evaluatie NBW (ENBW) heeft het onderzoek begeleid, op verzoek van het cluster Monitoring, Rapportage en Evaluatie (MRE). In de werkgroep ENBW zijn alle NBW-partners vertegenwoordigd. 1.2 Leeswijzer Voor u ligt het Eindrapport Verantwoordend spoor van de evaluatie van het NBW. Dit bevat de resultaten en conclusies van het onderzoek dat een terugblik geeft op de uitvoering van het NBW tot nu toe. De resultaten van het agenderend spoor - met een vooruitblik op de agendapunten voor de nabije toekomst - zijn beschreven in een apart eindrapport (voor een toelichting op beide sporen in het onderzoek, zie paragraaf 2.2). Dit eindrapport over de resultaten van het verantwoordend spoor bestaat uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk bevat hoofdstuk 2 een toelichting op de aanpak van het evaluatieonderzoek. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de belangrijkste resultaten van de evaluatie van het NBW voor vijf centrale thema s. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

9 Hoofdstuk 4 bevat de conclusies van de evaluatie. Hierin wordt tevens de balans opgemaakt in termen van Wat gaat goed? en Wat kan nog beter?. Vooruitlopend op de publicatie van dit eindrapport is dit hoofdstuk 4 in juni 2006 ook al als aparte Hoofdlijnennotitie Verantwoordend spoor uitgebracht. Bij dit eindrapport horen twee separaat uitgebrachte bijlagerapporten. In bijlage 1 is per artikel van het NBW een uitgebreidere beschrijving van de stand van zaken in de uitvoering van het NBW opgenomen. In bijlage 2 zijn de resultaten van de enquête opgenomen die in de maanden februari maart is uitgezet onder alle gemeenten, waterschappen, provincies en regionale diensten van Rijkswaterstaat. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

10 2 AANPAK EVALUATIEONDERZOEK 2.1 Doel en inhoud van het NBW Doel Het NBW is een bestuursakkoord dat in 2003 is ondertekend door het kabinet, de Unie van Waterschappen (UvW), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de gezamenlijke provincies en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het NBW heeft tot doel om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden anticiperend op veranderende omstandigheden, zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak (Bron: NBW, art. 1, pag. 3). Het NBW regelt de bestuurlijke samenwerking tussen de waterbeherende organisaties. Het akkoord beoogt de samenwerking zo te organiseren dat in 2015 het watersysteem op orde is en daarna op orde wordt gehouden. Het akkoord benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen: de afspraken zijn op vrijwillige basis aangegaan en zijn niet in rechte afdwingbaar. Wel wordt het akkoord door partijen gezien als een gezamenlijke verplichting. De resultaten van de evaluatie van het NBW moeten dan ook tegen deze achtergrond worden beoordeeld. Taakstellende afspraken en procesafspraken Het NBW bevat verschillende soorten afspraken. Het bevat taakstellende afspraken ten aanzien van veiligheid en wateroverlast en procesafspraken ten aanzien van watertekorten, verdroging, verzilting, water(bodem)kwaliteit, sanering van waterbodems en ecologie. De aanpak en uitvoering van maatregelen zullen volgens het NBW gefaseerd moeten plaatsvinden. Uitwerking van veiligheid en het voorkomen van wateroverlast vindt waar nodig en mogelijk, ook gelet op de financiële middelen, plaats in een integrale werkwijze waarbij de aanpak van watertekorten, het tegengaan van verdroging en verdere verbetering van de waterkwaliteit worden betrokken. Ook worden in het NBW goede mogelijkheden voorzien om de uitvoering te combineren met plannen op andere beleidsterreinen, zoals de reconstructie van het landelijk gebied, de aanleg van de ecologische hoofdstructuur, winning van oppervlaktedelfstoffen, landinrichting en overige gebiedsgerichte projecten, cultuurhistorie, woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen en infrastructuur. In het NBW zijn de volgende procesafspraken gemaakt voor het op orde brengen van het watersysteem ten aanzien van watertekorten, waterkwaliteit en ecologie (artikel 1): - Waterschappen toetsen tussen de regionale watersystemen aan de werknormen, rekening houdend met de deelstroomgebiedvisies, en geven op basis daarvan de ruimteclaim op aan gemeenten en provincies; - Gemeenten maken tussen 2003 en de eerste helft van 2006 stedelijke waterplannen, onder meer rekening houdend met deze ruimteclaim en de betreffende deelstroomgebiedvisie; - Provincies komen tussen 2003 en de eerste helft van 2006 met een integrale afweging van de ruimtebehoefte, onder meer rekening houdend met de ruimteclaims van het waterschap, de gemeentelijke visies en de uitgewerkte, gecompleteerde deelstroomgebiedvisies; - Bij lopende herzieningen van structuur- en bestemmingsplannen, provinciale beleids- en streekplannen anticiperen partijen waar mogelijk op de uitkomsten van bovengenoemde inspanningen, onder ander ten behoeve van uitvoering van het maatregelenpakket ; Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

11 - Voor het overige leggen provincies en gemeenten de definitieve taakstellende afspraken als resultaat van de besluitvorming vast in provinciale beleids- en streekplannen (uiterlijk in 2007), respectievelijk in structuur- en bestemmingsplannen; - Uiteindelijk dienen bovengenoemde procesafspraken uit te monden in taakstellende afspraken die uiterlijk in 2009 zijn vastgelegd in de stroomgebiedbeheersplannen. 2.2 Doel en opzet evaluatieonderzoek Twee sporen: verantwoorden en agenderen Het evaluatieonderzoek is opgezet langs twee sporen: een verantwoordend spoor en een agenderend spoor. De beide sporen zijn in het onderzoek in samenhang uitgevoerd. Het verantwoordende spoor geeft een terugblik op de inspanningen en resultaten tot nu toe, gericht op 1) het in beeld brengen van de voortgang van de uitvoering van de afspraken uit het NBW, 2) de vorderingen in het bereiken van de doelstelling het watersysteem op orde in 2015 en 3) de bruikbaarheid van het NBW als instrument. Het onderzoek in het verantwoordend spoor is erop gericht verantwoording af te leggen over de bereikte resultaten en - voor een reële interpretatie van deze resultaten - verklaringen en achtergronden te geven bij deze resultaten. Evalueren is echter geen doel op zich. Het evaluatieonderzoek heeft daarom ook een agenderend spoor met een vooruitblik gericht op het agenderen van de punten voor verbetering of aanpassing van het NBW. De resultaten van het agenderend spoor moeten de bij het NBW betrokken partijen in staat stellen om na te gaan of het nodig is om de NBW-opgave voor nader uit te werken en te concretiseren in het licht van ontwikkelingen in de omgeving van het NBW. De NBW-partners zullen zelf de wateropgave en de nadere uitwerking in beeld brengen, mede op basis van de resultaten van het evaluatieonderzoek in beide sporen. In het agenderend spoor wordt deze opgave dus nog niet uitgewerkt, maar worden alleen de agendapunten aangereikt voor verder overleg en besluitvorming op weg naar de Decembernota Door het onderscheid in beide sporen heeft het evaluatieonderzoek zowel een verklarend en verantwoordend karakter, als ook een meer lerend en agenderend karakter. Over de resultaten van beide sporen is apart gerapporteerd. Het voorliggende eindrapport bevat alleen de resultaten van het verantwoordend spoor. Karakter en reikwijdte van het onderzoek Het NBW bestaat uit vele, verschillende afspraken die sterk variëren in aard (inhoudelijk, procesmatig, organisatorisch) en gedetailleerdheid. Dit maakt het NBW tot een - in onderzoeksmatige zin - lastig te evalueren akkoord. Gegeven de onbekendheid van de wateropgave was het voor partijen bij de opdrachtverlening niet mogelijk om de doelen en afspraken uit het NBW specifiek, meetbaar, afrekenbaar, resultaatgericht en tijdgebonden te (her)formuleren. Hierdoor heeft een concreet ijkpunt ontbroken voor de beoordeling van de effectiviteit van het NBW. Dit heeft consequenties gehad voor de opzet van het evaluatieonderzoek. Ten eerste is zoveel mogelijk informatie verzameld uit zoveel mogelijk verschillende bronnen (al uitgevoerd onderzoek, gesprekken met betrokkenen, enquête etc, zie voor een volledig overzicht figuur 2.1.). Ten tweede heeft het onderzoek zich niet alleen gericht op het inventariseren van feiten, maar ook op het verzamelen van meningen van bij de uitvoering betrokken partijen. In complexe beleidsuitvoeringsprocessen hangt het oordeel over de effectiviteit van de inspanningen Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

12 namelijk sterk af van de percepties - in termen van belangen, waarderingen, opvattingen, visies, belangen - van de bij de uitvoering betrokken partijen (multiactorevaluatie). Met het ontbreken van geoperationaliseerde, objectieve doelen en afspraken is het belang van deze subjectieve informatie in het onderzoek sterk toegenomen. In het onderzoek zijn dan ook diverse onderzoekstechnieken toegepast om informatie over de beleving van actoren boven tafel te krijgen (interviews, ronde tafelgesprekken, enquête). Tegen deze achtergrond heeft het evaluatieonderzoek een beperkt kwantitatief en een sterk kwalitatief karakter gekregen. Bovendien is het niet mogelijk geweest om harde causale verbanden te leggen tussen inspanningen en resultaten. In plaats daarvan zijn door de onderzoekers - op basis van een analyse van de verzamelde feiten en meningen - wel zo goed mogelijk beredeneerde, plausibele verbanden gelegd en uitspraken gedaan. De kwaliteit van het onderzoek kan dan ook worden afgemeten aan de mate waarin de resultaten door de uitvoerende partijen in de praktijk zullen worden herkend. Ter toetsing van de methodische kwaliteit van deze overwegend kwalitatieve en verkennende aanpak heeft op twee momenten tijdens het onderzoek een verificatie van de aanpak plaatsgevonden door onafhankelijke, externe deskundigen. Voor een goed begrip van de resultaten van het evaluatieonderzoek moet verder rekening worden gehouden met de volgende kenmerken van het onderzoek: - Net als voor het NBW zelf, geldt ook voor het evaluatieonderzoek dat de focus ligt op de regionale waterkwantiteitsopgave. Andere wateropgaven als water(bodem)kwaliteit, verdroging, verzilting en veiligheid zijn in het NBW wel genoemd, maar zijn niet als afzonderlijk object geëvalueerd. Wel is per artikel de stand van zaken in beeld gebracht als onderdeel van de afspraken in het NBW; - Voor de Watertoets is - parallel aan de evaluatie van het NBW - een afzonderlijke evaluatie uitgevoerd. Over de resultaten daarvan is ook apart gerapporteerd; - Het evaluatieonderzoek is grotendeels gebaseerd op al beschikbare informatie, aangeleverd door bij het NBW betrokken partners (bijvoorbeeld in de vorm van voortgangsrapportages, nulmetingen, verslagen van eigen inspanningen etc.). Er heeft geen verificatie van deze informatie plaatsgevonden. Aanvullend onderzoek dat door de onderzoekers zelf is uitgevoerd, heeft bestaan uit een landelijke enquête, een regionale plananalyse, een analyse van cases, een interviewronde en een aantal ronde tafelgesprekken met NBW-partners en -uitvoerders; - Het onderzoek is in formele zin gebaseerd op de periode (de periode na ondertekening van het NBW tot en met december 2005). Enkele activiteiten zijn echter al in 2001 van start gegaan (bijvoorbeeld het opstellen van de deelstroomgebiedsvisies). Ook deze activiteiten zijn meegenomen in de evaluatie. Relevante informatie die in de periode is verschenen, is gebruikt ter onderbouwing van de resultaten. Mede als een actualisatie van de situatie begin 2006 is in maart 2006 nog een landelijke enquête uitgevoerd als onderdeel van het evaluatieonderzoek. Daarnaast is bij de oordeelsvorming nog rekening gehouden met informatie van derden, die tot 1 mei 2006 beschikbaar is gekomen; - De tekst en situatie van het NBW uit 2003 is uitgangspunt geweest bij het inventariseren van de relevante informatie. Ontwikkelingen die zich sindsdien tijdens de uitvoering van het NBW hebben voorgedaan zijn wel beschreven, maar niet als nieuw te evalueren object in het onderzoek betrokken. Zo zijn bijvoorbeeld de veranderingen in de organisatiestructuur wel beschreven, maar niet afzonderlijk en opnieuw geëvalueerd. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

13 Overzicht onderzoekstechnieken Figuur 2.1 bevat een overzicht van de verschillende onderzoekstechnieken die in beide sporen van het evaluatieonderzoek zijn ingezet om de resultaten in beeld te brengen. In Bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de geïnterviewde personen, bestudeerde cases en de deelnemers aan de ronde tafelgesprekken. Verantwoordend spoor Inventarisatie en analyse van beschikbare rapporten, adviezen en basisgegevens van NBW partners Vergelijking van de deelstroomgebiedsvisies met de streek- en omgevingsplannen van provincies Analyse van lokale praktijkvoorbeelden (15 cases) Interviews met uitvoerders van het NBW (35 x) Tussentijdse verificatie van onderzoeksresultaten door externe deskundigen (2x) Onderzoekstechnieken Agenderend spoor Analyse van ontwikkelingen in omgeving NBW Inventarisatie van wensen NBW-partners (6 aanvullende interviews) Landelijke enquête onder provincies, gemeenten, waterschappen en regionale diensten RWS Ronde tafelgesprekken (2x) met de NBW-uitvoerders: provincies, gemeenten, waterschappen en regionale diensten Ronde tafelgesprek met NBW-partners: vertegenwoordigers in de Regiegroep Water Figuur 2.1. Overzicht van toegepaste onderzoekstechnieken in het evaluatieonderzoek. 2.3 Referentiekaders voor de beoordeling Met behulp van de onderzoekstechnieken uit tabel 1.1 zijn relevante feiten en meningen verzameld, die inzicht bieden in de uitvoering van het NBW. De beoordeling van deze informatie heeft plaatsgevonden door de onderzoekers vanuit twee referentiekaders. De inhoud van het NBW als referentiekader Uitgangspunt voor de evaluatie is de tekst van de 23 artikelen uit het NBW. De artikelen geven de afspraken weer, die tussen verschillende partijen zijn gemaakt. Per artikel is met behulp van de verschillende onderzoekstechnieken informatie verzameld en geanalyseerd. Op grond hiervan zijn uitspraken gedaan over de volgende vragen: 1. Wat is de stand van zaken in het nakomen van de afspraken uit het NBW? 2. Wat kan op basis hiervan gezegd worden over de doelbereiking van het NBW? 3. In hoeverre zijn de resultaten toe te schrijven aan het NBW als instrument? De functies van het NBW - gekoppeld aan mijlpalen - als referentiekader Een tweede referentiekader plaatst de resultaten van de evaluatie in het perspectief van de functies van het NBW gekoppeld aan verschillende mijlpalen in de tijd. Het NBW is aangegaan voor onbepaalde tijd. De afspraken in het NBW hebben vooral betrekking op de periode met een doorkijk naar Het evaluatieonderzoek geeft een eerste tussenbalans over de periode met een terugblik vanaf Bij het sluiten van het NBW leefde er de wens om - tegen de achtergrond van de wateroverlast in snel een aantal knelpunten in het watersysteem op te lossen ter voorkoming van nieuwe wateroverlast. Daarom zijn er in het NBW voor de korte termijn ( ) afspraken gemaakt over onder meer de uitvoering van een concreet maatregelenprogramma en de aanpassing van bestaande plannen. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

14 Tegelijkertijd waren de wateropgave en de bijbehorende ruimtelijke en financiële consequenties nog niet geheel duidelijk. Parallel aan het uitvoeren van maatregelen op korte termijn hebben de partijen afgesproken om in 2006 gezamenlijk de opgave voor het regionale watersysteem, de stedelijke wateropgave en de watertekortopgave in beeld te hebben. Het jaar 2006 is in het NBW dan ook aangemerkt als een belangrijk evaluatiemoment. Dan stellen partijen vast wat voor de periode met een doorkijk naar 2050 de omvang is van de nader uitgewerkte opgave, de financiële gevolgen en de dekking daarvan alsmede de eventuele consequenties voor de lastendruk. Een volgende mijlpaal in het NBW-uitvoeringsproces is het jaar In dat jaar zullen de procesafspraken uit het NBW worden omgezet in taakstellende afspraken en worden vastgelegd in de deelstroomgebiedbeheersplannen. Voorsorterend op de uitvoering in de periode zijn in het NBW ook afspraken gemaakt die de voorwaarden moeten scheppen voor uitvoering van het NBW. Op grond van de functies maatregelen treffen, inzicht krijgen in de wateropgave en voorwaarden scheppen zijn in het onderzoek ook uitspraken gedaan over de vragen: 4. Welke resultaten zijn op korte termijn bereikt in de uitvoering van maatregelen? 5. Is er in 2006 beter inzicht ontstaan in de aard en omvang van de wateropgave? 6. Zijn de voorwaarden geschapen om het doel van het NBW in 2015 te halen? Deelstroomgebiedsvisies Stedelijke waterplannen Toetsing aan werknormen Afstemming regionale en Hoofdwatersystemen.enz. Integrale afweging van de wateropgave Integrale afweging ruimteclaim Verankering in ruimtelijke plannen Watertoets bij ruimtelijke plannen Beleidslijnen Buitendijks / Kust PKB RvdR.enz. Inzicht in de wateropgave Maatregelenprogramma 2007 Schaderegelingen enz. Samenwerking en draagvlak Kennis Organisatie Communicatie enz. Uitvoering van maatregelen Financiering van maatregelen 100 miljoen regeling Meekoppelgelden Verbreding rioolrecht Kostenveroorzakersbeginsel enz. Figuur 2.2. Het NBW samengevat in vijf thema s. Presenteren van resultaten per thema De resultaten van de evaluatie zijn in hoofdstuk 3 gepresenteerd aan de hand van vijf thema s waarin alle artikelen van het NBW worden samengevat. De thema s zijn (zie figuur 2.2): Inzicht in de water(kwantiteits)opgave; Integrale afweging van de wateropgave; Uitvoering van maatregelen; Financiering van maatregelen; Samenwerking en draagvlak. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

15 3 RESULTATEN PER THEMA 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het evaluatieonderzoek, onderverdeeld naar de vijf thema s van het NBW (zie figuur 2.2). Achtereenvolgens wordt ingegaan op: - Samenwerking en draagvlak - Inzicht in de water(kwantiteits)opgave - Integrale afweging van de wateropgave - Uitvoering van maatregelen - Financiering van maatregelen. Per thema wordt daarbij eerst een kort overzicht gegeven van de feitelijke informatie in de stand van zaken (in tabelvorm). Vervolgens wordt in een toelichting ook ingegaan op de meer kwalitatieve resultaten, en op relevante verklaringen en achtergronden. 3.2 Samenwerking en draagvlak Stand van zaken Onderwerp Samenwerking watersysteem op orde (art. 1, geheel NBW) Watertoets (art.9) Communicatie (art.16) Internationale samenwerking (art. 8) Extreme situaties (art. 11) Kennis (art. 15) Organisatie (art. 19) Stand van zaken - Samenwerking tussen partijen is sterk verbeterd sinds het NBW - De samenwerking raakt steeds meer geïnstitutionaliseerd - Watertoets wordt op brede schaal toegepast bij ruimtelijke plannen en ingrepen. Dit heeft de samenwerking tussen de beleidsvelden water en ruimtelijke ordening versterkt - Het probleembesef en de bekendheid van burgers met de waterkwantiteitsopgave is sterk vergroot, mede door de campagne Nederland leeft met water - Op Europees niveau wordt gewerkt aan een Europese strategie voor de bescherming tegen hoogwater. Er is een koppeling gelegd met de KRW. - Het streven om binnen drie jaar te komen tot afspraken is nog niet gehaald - Ontwikkeling en implementatie van een hoogwaterinformatie en -waarschuwingssysteem is in voorbereiding. De ontwikkeling en implementatie loopt op dit moment circa twee jaar achter op schema. - Het aantal calamiteitencommissies op regionale schaal is uitgebreid. - Kennisprojecten inmiddels in uitvoering, Helpdesk water operationeel. - Veel projectvoorstellen ingediend in het Bsik-programma Leven met water. - Organisatie voor geïntegreerde uitvoering van WB21 en KRW is vorm gegeven. - Duidelijkheid over verdeling van taken en verantwoordelijkheden is vergroot. Toelichting Samenwerking tussen partijen Sinds de ondertekening van het NBW in 2003 is de samenwerking tussen partijen - gericht op het op orde krijgen van het watersysteem in sterk geïntensiveerd en verbeterd. De onderlinge samenwerking tussen partijen wordt door de waterschappen, provincies en gemeenten positiever beoordeeld na de ondertekening van het NBW in Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

16 2006 dan voor het NBW in 2002 (zie figuren 3.1 en 3.2). Zo geeft bijvoorbeeld 56 procent van de gemeenten voor 2002 aan dat de samenwerking met het waterschap (zeer) positief is tegenover 76 procent in Bij de waterschappen geeft 17 procent aan de samenwerking met gemeenten in 2002 als (zeer) positief te beoordelen, tegenover 70 procent in Ondersteund door het instrument van de watertoets worden waterschappen steeds vaker en eerder betrokken bij de voorbereiding van nieuwe ruimtelijke plannen van gemeenten en provincies. Het opstellen van deelstroomgebiedsvisies en stedelijke waterplannen heeft sterk bijgedragen aan een intensievere samenwerking tussen provincies en waterschappen en tussen gemeenten en waterschappen. Binnen provincies en gemeenten is ook de afstemming toegenomen tussen waterbeheerders en ruimtelijke ordenaars bij de voorbereiding van streek- of omgevingsplannen, structuurplannen en bestemmingsplannen. Hoewel sprake is van een verschillende taal, benaderingswijzen en cultuurverschillen weten waterbeheerders en ruimtelijke ordenaars elkaar steeds beter te vinden. Datzelfde kan gezegd worden van de samenwerking tussen ambtenaren en bestuurders. Persoonlijk initiatief en ambitie van ambtenaren of bestuurders zijn daarin vaak doorslaggevend voor de aandacht voor de wateropgave en het succes van concrete maatregelen en projecten. Percentages 100% Samenwerking met andere partijen Gemeenten Geen mening 80% Zeer negatief 60% Negatief 40% 20% Neutraal Positief Zeer positief 0% Met de provincie Met de waterschappen Met de omliggende gemeenten Met de Met de beleidsdepartementen regionale directies Rijkswaterstaat Met derden: markt, kennisinstellingen Figuur 3.1: Beoordeling van de samenwerking met verschillende partijen door de gemeenten (Bron: Enquête NBW 2006) Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

17 Percentages Samenwerking met andere partijen Waterschappen 100% Geen mening 80% Zeer negatief 60% Negatief 40% Neutraal Positief 20% Zeer positief 0% Met de provincie(s) Met de gemeenten Met de regionale directies Rijkswaterstaat Met de beleidsdepartementen Met derden: markt, kennisinstellingen Figuur 3.2: Beoordeling van de samenwerking met verschillende partijen door de waterschappen (Bron: Enquête NBW 2006) Institutionalisering van de samenwerking De samenwerking tussen de verschillende partijen wordt in toenemende mate ook concreet vorm gegeven in periodieke overleg- en samenwerkingsvormen. Daarmee blijft de samenwerking niet ad hoc of tijdelijk, maar raakt deze ook steeds vaker geïnstitutionaliseerd en verankerd in reguliere of nieuwe overlegstructuren. Dit geldt zowel op rijks-, regionaal als op lokaal niveau. Een duidelijk voorbeeld is de landelijke, nieuwe overleg- en organisatiestructuur voor een geïntegreerde uitvoering van het WB21- en KRW-programma, vastgelegd in het Werkprogramma WB21/KRW uit In dit werkprogramma zijn de rollen en taken van de afzonderlijke overleggen en bestuurders omschreven en is de koppeling tussen de regionale en landelijke overleggen versterkt. Hierdoor is meer duidelijkheid gecreëerd in de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Maar ook in de regio worden nieuwe initiatieven genomen om samenwerking te institutionaliseren. Zo worden de al bestaande reguliere overleggen tussen provincies, waterschappen en gemeenten geïntensiveerd, of worden nieuwe platforms of werkateliers opgericht om gezamenlijk de wateropgave te bepalen en uit te werken. Verder hebben verschillende provincies initiatieven genomen om het aantal regionale calamiteitencommissies voor bijzondere omstandigheden (zoals watertekort) uit te breiden. Ook de aanwijzing van steeds meer watercoördinatoren of WB21- contactpersonen is een voorbeeld van een verdere verankering van het gedachtegoed in organisaties. Met de toegenomen samenwerking en institutionalisering van de samenwerking is in de afgelopen jaren een goede basis gelegd voor de uitvoering van de NBW-afspraken. Een concreet project waarin verschillende partijen samenwerken (waaronder rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en het RIZA), is de ontwikkeling en implementatie van het Hoogwater informatie systeem (HIS). In dit project wordt aangesloten bij een bestaand Nederlands-Duits programma. In 2006 zou het Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

18 hoogwatersysteem operationeel moeten zijn in de beheersgebieden van de deelnemende waterschappen. Daarmee loopt het HIS twee jaar achter op schema. Kanttekeningen bij de samenwerking De betrokkenheid van gemeenten en provincies bij de uitwerking van de wateropgave en vooral de afweging en concretisering van maatregelen blijft om aandacht vragen. In de gebiedsprocessen die in 2006 en 2007 op de agenda staan ontstaan kansen om de samenwerking tussen provincies, waterschappen en gemeenten - gericht op de programmering van maatregelen per gebied - verder te intensiveren. Ook bij de voorbereiding en uitvoering van maatregelen kan de samenwerking nog worden verbeterd. Vooral bij grotere, meer integrale opgaven wachten provincies, gemeenten en waterschappen in de praktijk vaak af wie het initiatief wil nemen voor de voorbereiding en uitwerking van de gebiedsgerichte plannen en maatregelen. Durf en initiatief ontbreken dan om deze opgaven integraal en actief aan te pakken. Oorzaken van deze afwachtende houding liggen vaak in onzekerheid over de financiering (zolang afspraken hierover ontbreken, blijft initiatief uit), beperkt maatschappelijk draagvlak voor ingrepen met grote ruimtelijke consequenties en twijfel over nut en noodzaak van de betreffende maatregelen (bijvoorbeeld uit oogpunt van beperking van de wateroverlast, en/of vanwege kosteneffectiviteit in vergelijking met alternatieve maatregelen zoals de uitkering van schade). Om deze problemen te ondervangen, wordt in de praktijk veel gezocht naar meekoppelingsmogelijkheden van water met andere functies (zie par. 2.4). Samenwerking in internationaal verband Mede naar aanleiding van een beroep van de staatssecretaris en haar Franse collega in 2003, heeft de Europese Commissie in 2004 het beleidsvoornemen gepresenteerd om te werken aan een Europese strategie voor de bescherming tegen hoogwater. Op 18 januari presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een Hoogwaterrichtlijn. Het voorstel is opgehangen aan de stroomgebiedenbenadering die volgt uit de KRW. Het Europese Parlement en de Europese Raad van Ministers zullen nog onderhandelen over de definitieve richtlijn. Het streven om binnen drie jaar (na ondertekening van het NBW) in Europees verband tot afspraken te komen over de hoogwaterproblematiek, is daardoor nog niet gehaald. Maatschappelijk draagvlak en kennis Bij burgers is de bekendheid met de waterkwantiteitsopgave sterk vergroot. Het probleembesef, de kennis van de aanpak en de bekendheid met concrete maatregelen zijn toegenomen. De landelijke publiekscampagne Nederland leeft met water heeft hieraan positief bijgedragen. Maar ook concrete plannen of uitvoering van maatregelen in de omgeving hebben hieraan bijgedragen. Bekendheid met de wateropgave leidt overigens nog niet vanzelfsprekend tot meer draagvlak voor de uitvoering van concrete maatregelen. Vooral grotere, alleen vanuit de wateropgave ingestoken maatregelen stuiten in de praktijk vaak op bezwaren van burgers. Om kennisontwikkeling en uitwisseling te bevorderen, zijn sinds 2003 verschillende initiatieven genomen. Zo hebben de NBW-partners een onderzoeksagenda opgesteld voor het Bsik-programma leven met water. Voor het totale programma is 22 miljoen euro beschikbaar in de periode voor zowel wetenschappelijk onderzoek als praktijkonderzoek. Op dit moment zijn bijna 70 projecten in uitvoering. Verder heeft het kennisplatform sinds 2004 andere taken, rollen en bezetting gekregen. Het adviseert nu de landelijke regiegroep water over de programmering van benodigde kennis voor het NBW. Verder is in het Werkprogramma WB21/KRW een nieuw Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

19 kennisprogramma opgesteld, waarvoor het kennisplatform verantwoordelijk is. Tenslotte is op 1 januari 2006 de Helpdesk Water gelanceerd door het RIZA en het RIKZ. Bij deze helpdesk kunnen burgers en bedrijven terecht met vragen over onder meer waterbeleid, wet- en regelgeving en vergunningen. Percentages 100% Beoordeling NBW als instrument watersysteem op orde in % Geen mening 60% Zeer ongeschikt Ongeschikt 40% Neutraal 20% Geschikt Zeer geschikt 0% P G W P G W P G W P G W P G W Middel Stimulans agendasetting en samenwerking draagvlakvorming Overzicht acties en afspraken Overzicht Kader nakomen verdeling taken afspraken en verantwoordelijkheden Figuur 3.3: Beoordeling van het NBW als instrument om het watersysteem op orde te hebben in 2015 (Bron: Enquête NBW 2006) Meerwaarde NBW in de samenwerking De toegenomen samenwerking en maatschappelijke bekendheid met de waterkwantiteitsopgave zijn illustratief voor de meerwaarde die door partijen aan het NBW wordt toegekend. De ondertekening van het NBW was een momentopname in een proces dat al eerder in gang is gezet. Velen zien het NBW dan ook meer als een tussentijdse bevestiging dan als nieuw startpunt. De meerwaarde van het NBW bestaat voor veel partijen uit een sterkere agendering van de opgave, uit een stimulans voor samenwerking en uit een legitimatie voor actie (zie figuur 3.3). Het NBW was een steun in de rug voor het in gang zetten van acties, zowel van waterschappen richting gemeenten, van provincies richting gemeenten en van ambtenaren richting bestuurders of vice versa. Minder waarde wordt aan het NBW toegekend als helder overzicht en dwingend kader van afspraken om doelen te bereiken. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

20 3.3 Inzicht in de water(kwantiteits)opgave Stand van zaken Onderwerp Deelstroomgebiedsvisies (art. 2) Toetsing aan de werknormen (art. 13) Inzicht in de regionale wateropgave (art. 3) Inzicht in de stedelijke wateropgave en waterplannen (art. 4) Afstemming regionaal en Hoofdwatersysteem (art.7) Stand van zaken - Alle deelstroomgebiedsvisies zijn vastgesteld - Het toetsingsproces is uitgevoerd en over de resultaten is conform planning gerapporteerd. Er is vastgesteld dat de werknormen toepasbaar zijn en het feitelijk inzicht in de wateropgave is vergroot. Waar nodig werken waterschappen nu aan verfijning van de toetsing. - Het LBOW heeft op 24 april 2006 het principebesluit genomen om uitgaande van de hoofdlijnen van het advies van de Adviesgroep Normering Wateroverlast normering voor wateroverlast in te voeren. - Er is inzichtelijk waar volgens de werknormen een te hoge kans op inundatie aanwezig is. Uit het toetsingsproces komt het beeld naar voren dat ongeveer 95 procent van Nederland voldoet aan de werknormen - Door het toetsingsproces is de kennis van het watersysteem en het inzicht in de regionale wateropgave bij waterschappen vergroot. Dit draagt bij aan een sterkere onderbouwing van de wateropgave richting provincies, gemeenten en burgers - Bij waterschappen, provincies en gemeenten bestaat vooral inzicht in de omvang van de regionale wateropgave. Het inzicht in de uitwerking van deze omvang in maatregelen (naar type, locatie/gebied en tijd) voor invulling van de wateropgave is slechts in beperkte mate duidelijk. De programmering van maatregelen tot 2015 vraagt nog nadrukkelijk aandacht. - De omvang van de stedelijke wateropgave moet voor een belangrijk deel nog in beeld worden gebracht (wateroverlast vanuit oppervlaktewater, grondwater, riolering, waterkwaliteit) - Ruim een derde van de gemeenten heeft een waterplan en ongeveer een kwart is bezig een waterplan op te stellen. Dit is een stijging van ruim 10 procent ten opzichte van de nul-meting van de VNG in Ongeveer een kwart van de gemeenten heeft het opstellen van een waterplan ingepland - Bijna 15 procent van de gemeenten is nog niet gestart met een waterplan. Onduidelijk is hoeveel gemeenten niet te maken hebben met wateroverlastproblematiek. - Blauwe knooppunten zijn vastgesteld - Er zijn afspraken gemaakt over taken en verantwoordelijkheden ten behoeve van het vervolgproces Toelichting Inzicht in de regionale wateropgave In het NBW is de afspraak opgenomen om de water(kwantiteits)opgave in de periode in beeld te brengen. Hierbij zal worden aangegeven tot welke technische en ruimtelijke maatregelen en financiële inspanningen de toepassing van de werknormen zou leiden om de regionale watersystemen uiterlijk in 2015 aan de werknormen te kunnen laten voldoen (artikel 13 NBW). Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

21 In 2003 en 2004 zijn als eerste stap deelstroomgebiedsvisies vastgesteld, waarin een eerste, globale inschatting is gemaakt van de regionale water(kwantiteits)opgave in de verschillende deelstroomgebieden. Met dit eerste inzicht is vervolgens in 2004 en 2005 een iteratief proces in gang gezet waarin de regionale watersystemen - ruim drie miljoen hectare door de waterschappen zijn getoetst aan de landelijke werknormen voor wateroverlast. Uitgangspunt was het middenscenario voor klimaatverandering. Dit toetsingsproces is conform de planning aan het eind van 2005 grotendeels afgerond. Inmiddels zijn waterschappen bezig om waar nodig de toetsing nader te verfijnen. Aan de hand van nieuwe / verbeterde gegevens en modellen kunnen de resultaten nog verder worden gedetailleerd en aangescherpt. Hoewel het inzicht in de aard en omvang van de regionale kwantiteitsopgave in de periode sterk is toegenomen, hebben partijen - in vervolg op de deelstroomgebiedsvisies en het toetsingsproces aan de werknormen - nog een derde slag nodig om te komen tot de vertaling van de wateropgave in concrete maatregelen per gebied. Deze extra slag was in het NBW niet voorzien. De gebiedsprocessen die in 2006 van start gaan, zullen provincies, waterschappen en gemeenten meer inzicht moeten bieden in de uitwerking van de wateropgave in een programmering van maatregelen tot Het inzicht van de waterschappen in de omvang van de wateropgave is als gevolg van het uitgevoerde toetsingsproces groot: bijna 90 procent geeft aan op dit aspect een (zeer) duidelijk inzicht te hebben. Dat inzicht is er in mindere mate bij provincies, regionale directies van RWS en vooral gemeenten (zie figuur 3.4). Ongeveer de helft van de gemeenten geeft aan dat het inzicht in de omvang van de wateropgave nog (zeer) onduidelijk is, tegenover ongeveer een kwart van de gemeenten die wel een (zeer) duidelijk inzicht hebben. Een oorzaak van het geringere inzicht bij provincies en gemeenten is de beperkte betrokkenheid bij het toetsingsproces. Een andere oorzaak ligt in de momentopname. Waterschappen geven namelijk aan dat zij de wateropgave eerst volledig en gedetailleerd in beeld willen hebben voordat deze kan worden gecommuniceerd naar andere partijen. In vergelijking met het inzicht in de omvang van de wateropgave, is het inzicht van alle uitvoerders beperkter als het gaat om de uitwerking van de wateropgave in het type maatregelen, de locaties voor deze maatregelen en de fasering hiervan (zie figuur 3.4). Het toetsingsproces heeft nog in beperkte mate geleid tot het definiëren en selecteren, oftewel tot het programmeren van concrete maatregelen voor de periode tot De helft van de waterschappen geeft aan op dit moment duidelijkheid te hebben over de locaties en fasering van maatregelen. Dit inzicht is bij provincies en gemeenten een stuk lager, met name ten aanzien van de fasering van maatregelen: de helft van de provincies en ruim 60 procent van de gemeenten geven aan dat de fasering van maatregelen voor hen (zeer) onduidelijk is (tegenover 13 procent van de provincies en 10 procent van de gemeenten die wel duidelijkheid hebben over de fasering). In de nieuwe gebiedsprocessen die in 2006 van start gaan, zullen waterschappen, provincies en gemeenten gezamenlijk uitwerken in welke gebieden welke maatregelen nodig zijn. Tegelijk worden daarmee ook de werknormen uit het NBW uiteindelijk als gebiedsnorm vastgelegd. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

22 Percentages Inzicht in de wateropgave 100% Geen mening 80% Zeer onduidelijk 60% Onduidelijk 40% Neutraal Duidelijk 20% Zeer duidelijk 0% P G W RD P G W RD P G W RD P G W RD Omvang Locaties Type maatregelen Fasering P = provincie; G = gemeenten; W = waterschappen; RD = regionale directies van Rijkswaterstaat Figuur 3.4: Inzicht in de wateropgave, verdeeld naar verschillende aspecten (Bron: Enquête NBW 2006) Resultaten van de toetsing aan de werknormen In inhoudelijke zin blijkt uit de resultaten van het toetsingsproces blijkt dat een groot deel van Nederland - 95 procent van de beheersgebieden van de waterschappen - voldoet aan de werknormen. De problemen concentreren zich met name in laag Nederland, in polder- en boezemgebieden, vooral veroorzaakt door verharding van het oppervlak (verstedelijking) en bodemdaling (in veengebieden en Groningen). In hoog Nederland treden de knelpunten vooral op in de beekdalen. Acht van de 26 waterschappen zijn in staat een vergelijking te maken van de waterkwantiteitsopgave zoals die volgde uit de deelstroomgebiedsvisies en die is overgenomen in het NBW en de opgave zoals die volgt uit het toetsingsproces aan de werknormen. Voor deze acht waterschappen tezamen gaat de wateropgave terug van 60 miljoen m³ naar 43 m³. Voor de overige waterschappen zijn geen exacte uitspraken te doen. Op basis van de inschattingen van deze waterschappen kan er rekening mee worden gehouden dat de totale wateropgave mogelijk kleiner zal uitvallen dan eerst is aangenomen. Deze daling in de wateropgave is onder meer te verklaren doordat de wateropgave in het toetsingsproces veel gedetailleerder is berekend en bovendien rekening is gehouden met de nog aanwezige ruimte binnen de watersystemen. De minder grote wateropgave (gemeten in m 3 ) betekent niet per se dat ook de bijbehorende ruimtebehoefte en financiële opgave kleiner zullen zijn dan eerst werd aangenomen. Deze zijn namelijk bepaald op basis van de integrale wateropgave voor landelijk en stedelijk gebied waarvan de waterkwantiteitsopgave voor het oppervlaktewater, zoals die volgt uit de toetsing aan de werknormen, slechts een deel uit maakt. Andere wateropgaven hebben bijvoorbeeld betrekking op onderwerpen als Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

23 waterkwaliteit, afkoppeling van regenwater in stedelijk gebied, watertekort en verdroging. Bovendien zal vooral de aard van de te kiezen maatregelen bepalend zijn voor de precieze omvang van de ruimtelijke en financiële opgave. Knelpunten in de uitvoering van deze maatregelen kunnen leiden tot een forse financiële opgave. In algemene zin is een belangrijk resultaat van het toetsingsproces dat er met name onder waterschappen een sterk verbeterd inzicht is ontstaan in het functioneren van en de knelpunten in de regionale watersystemen. Daarmee zullen de resultaten van het toetsingsproces bijdragen aan een betere onderbouwing van de boodschap richting burgers en belanghebbenden over de risico s voor wateroverlast. Aan een programmering van maatregelen (naar type, plaats en tijd) heeft het toetsingsproces nog niet bijgedragen. Die is voorzien in de komende gebiedsprocessen. Onzeker is daardoor of provincies en gemeenten de afspraak in het NBW kunnen halen, dat ze de ruimtebehoefte uiterlijk in 2007 hebben vastgelegd in beleids- en streekplannen respectievelijk in structuur- en bestemmingsplannen. Inzicht in de stedelijke wateropgave Binnen de regionale wateropgave is het inzicht in de aard en omvang van de stedelijke wateropgave voor een belangrijk deel nog onduidelijk. De opgave binnen steden is ook lastiger vast te stellen dan in landelijke gebieden. Niet alleen is het ruimtegebruik in steden veel intensiever, ook is de wateropgave complexer. Het gaat om een combinatie van wateroverlast door inundatie vanuit het oppervlaktewater, grondwateroverlast en de capaciteit van rioleringen om overtollig water af te voeren. Verder is een hoger detailniveau vereist om gericht eventuele maatregelen te kunnen bepalen. Door deze complexiteit neemt het bepalen van de stedelijke wateropgave veel tijd in beslag. Verder geven waterschappen aan dat het nodig is om eerst de regionale wateropgave in beeld te hebben om vervolgens de stedelijke wateropgave te kunnen bepalen. Deze volgtijdelijkheid, gekoppeld aan de intensiviteit en complexiteit van het toetsingsproces, zijn er de oorzaken van dat de stedelijke wateropgave voor een groot deel nog (in detail) in beeld gebracht moet worden. Hierover zijn inmiddels wel afspraken gemaakt, en streven partijen ernaar om de stedelijke wateropgave in 2006 volledig in beeld te hebben. Stedelijke waterplannen In het NBW is afgesproken dat gemeenten tussen 2003 en de eerste helft van 2006 stedelijke waterplannen opstellen om de stedelijke wateropgave in beeld te brengen. In de afgelopen twee jaar hebben steeds meer gemeenten een stedelijk waterplan opgesteld. Anno 2006 heeft ruim een derde van de gemeenten een waterplan afgerond en ongeveer een kwart is bezig een waterplan op te stellen (zie figuur 3.5). Verder geeft nog eens een kwart van de gemeenten aan dat het opstellen van een waterplan in voorbereiding is. Ongeveer één op de zeven gemeenten is op dit moment nog niet gestart met (voorbereidingen voor) het opstellen van een waterplan. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

24 Stand van zaken opstellen gemeentelijk waterplan 1% 14% Niet gestart 36% In voorbereiding / gepland Bezig met opstellen 25% Afgerond Weet niet 24% Figuur 3.5: Stand van zaken opstellen gemeentelijk waterplan (Bron: Enquête NBW 2006) In vergelijking met een door de VNG afgenomen enquête in 2005 is te concluderen dat het aantal gemeenten dat reeds een waterplan heeft opgesteld of momenteel bezig is een waterplan op te stellen met 10 procent is toegenomen. Verder blijkt uit de afgenomen enquête dat 74 procent van de waterschappen en 67 procent van de gemeenten het opstellen van stedelijke waterplannen als (zeer) positief beoordelen in het licht van doelbereiking van het NBW in 2015 (tegenover respectievelijk 9 procent en 8 procent die dit als negatief beoordelen). Desondanks valt op basis van bovenstaande gegevens niet te verwachten dat de gemeenten - zoals afgesproken in het NBW - voor de eerste helft van 2006 een waterplan hebben opgesteld. Oorzaken achterstand stedelijke waterplannen De belangrijkste oorzaken voor de vertraging in het opstellen van stedelijke waterplannen zijn: onvoldoende capaciteit / menskracht, een verschillende prioriteitsstelling binnen de gemeente en onvoldoende geld / middelen (zie figuur 3.6). Deze laatste oorzaak hangt nauw samen met de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor de bekostiging van maatregelen. Aan dit punt wordt nu tegemoet gekomen door het wetsvoorstel Gemeentelijke Watertaken. Verschillende waterschappen hebben het initiatief genomen om gemeenten te stimuleren om een stedelijk waterplan op te stellen, maar ook de waterschappen kampen met onvoldoende capaciteit / menskracht om alle gemeenten even actief te begeleiden. Daarbij geven de waterschappen aan dat zij in eerste instantie prioriteit geven aan het in beeld brengen van de regionale wateropgave. Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

25 Oorzaken vertraging bij opstellen stedelijk waterplan 10% 5% 9% 19% Onvoldoende maatschappelijk draagvlak Verschillende prioriteitstelling binnen uw organisatie (ambtelijk / bestuurlijk) Onvoldoende capaciteit / menskracht 8% Te weinig kennis en/of kunde Onvoldoende geld / middelen 15% 28% Gebrekkige samenwerking / afstemming met andere plannen Onduidelijke verdeling taken en verantwoordelijkheden Anders, namelijk 6% Figuur 3.6: Oorzaken vertraging bij opstellen stedelijk waterplan (Bron: Enquête NBW 2006) Kanttekeningen bij de stedelijke waterplannen Voor een goede interpretatie van de stand van zaken bij de stedelijke waterplannen, moet rekening worden gehouden met de volgende kanttekeningen. Ten eerste moet in overweging worden genomen dat het niet noodzakelijk is voor gemeenten die geen wateroverlastproblematiek kennen een stedelijk waterplan op te stellen. Echter, omdat de stedelijke wateropgave nog niet in detail is uitgewerkt, is op dit moment onbekend om hoeveel gemeenten het hierbij gaat (gemeenten waarin het stedelijk gebied nu al voldoet aan de werknormen). Ten tweede is op te merken dat het hebben van een stedelijk waterplan nog niet wil zeggen dat ook de stedelijke wateropgave voor de desbetreffende gemeente goed en volledig in beeld is gebracht. Ook worden in stedelijke waterplannen wel eens uitvoeringsprogramma s aangekondigd waarin een deel van het huiswerk wordt doorgeschoven. Uit de praktijk blijkt dat stedelijke waterplannen, op een hoger abstractieniveau dan (maatregelen voor) de stedelijke wateropgave, vooral worden gebruikt als integratiekader voor de verschillende aspecten van het waterbeheer binnen de gemeente. Het gaat dan om waterkwantiteit, maar vooral ook om riolering, waterkwaliteit en grondwater. Veel waterschappen, maar ook gemeenten zien hierin een belangrijke meerwaarde van het instrument stedelijk waterplan. Ten aanzien van waterkwaliteit is nog te constateren dat gemeenten voor dit onderwerp de nodige aandacht hebben, bijvoorbeeld in het waterplan, maar dat nog nauwelijks bekend is welke opgave er ligt. Dat geldt dan met name ten aanzien van de doelstellingen die volgen uit de KRW. Dit bemoeilijkt een geïntegreerde uitwerking van NBW- en KRWopgave. Op grond hiervan mag worden geconcludeerd dat een voldoende inzicht in de aard en omvang van de stedelijke wateropgave op dit moment ontbreekt. Afstemming regionaal - en hoofdwatersysteem Met het vaststellen van de zogenaamde blauwe knooppunten is het inzicht in de samenhang tussen het hoofd- en regionale watersysteem vergroot. De Werkkaart met blauwe knooppunten is in 2005 goedgekeurd door het LBOW. In 2006 zal de Eindrapport VS 9R2718.A0/R009/901292/Rott1 Definitief rapport juli 2006

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Maatstaf Effectiviteit Watertoets

Maatstaf Effectiviteit Watertoets Maatstaf Effectiviteit Watertoets Doelstelling van de Watertoets SMART geïnterpreteerd voor de Evaluatie Watertoets Advies van de Werkgroep Watertoets aan de Werkgroep Evaluatie Watertoets Den Haag, 19

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Voorstel aan college b&w van Landsmeer

Voorstel aan college b&w van Landsmeer STATUS: Voorstel aan college b&w van Landsmeer B&W vergadering: 10-06-2014 Nr. Agendapunt: Portefeuillehouder: C. Hienkens Onderwerp: Ondertekening verbreed convenant BAW regio Zaanstreek-Waterland Afdeling

Nadere informatie

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR datum vergadering 17 juni 2010 auteur Daniëlle Vollering telefoon 033-43 46 133 e-mail dvollering@wve.nl afdeling Staf behandelend bestuurder drs. J.M.P. Moons onderwerp agendapunt Uitkomst en benutting

Nadere informatie

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005

Aan de leden van de verenigde vergadering. Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005 Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni 2005 Onderwerp: kredietaanvraag stedelijke waterplannen deelgemeente Kralingen- Crooswijk en K5- gemeenten Agendapuntnr: 30

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

CONCEPTTEKST HET NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER

CONCEPTTEKST HET NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER CONCEPTTEKST HET NATIONAAL BESTUURSAKKOORD WATER In de aard en omvang van de nationale waterproblematiek doen zich structurele veranderingen voor. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water Bijlage VI Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water 1 Inleiding In het Nationaal Bestuursakkoord Water (medio 2003) zijn de volgende afspraken overeengekomen

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

Het eindrapport waarin ook knelpunten en aanbevelingen voor oplossingen zijn opgenomen stuur ik U hierbij toe.

Het eindrapport waarin ook knelpunten en aanbevelingen voor oplossingen zijn opgenomen stuur ik U hierbij toe. Aan De staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat Mevrouw drs. M.H.Schultz van Haegen Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Datum Bijlage(n) 7 oktober 2004 een Ons kenmerk AcW 2004-24 Uw kenmerk

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen 2014-2015 Inhoudsopgave 1. Regionale samenwerking 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Bestuurlijke afspraken 3 1.3. Doelen en resultaten 4 1.4. Visitatiecommissie

Nadere informatie

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt 9A Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438 In D&H: 22-01-2013 Steller: Drs. J.L.P.A. Dankaart

Nadere informatie

...,...,.., i i VNG. van Waterschappen. Vereniging van Nederlandse G~ mee nte n

...,...,.., i i VNG. van Waterschappen. Vereniging van Nederlandse G~ mee nte n VNG Vereniging van Nederlandse G~ mee nte n...,...,.., i i Unie i i van Waterschappen Verklaring wateragenda Vereniging van Nederlandse Gemeenten en Unie van Waterschappen Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie OPZET VAN DE PRESENTATIE Bodemvisie Waarom? Doel Middel Ingrediënten SPRONG Wie, wat, waarom? Het proces

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : M.M. Kool AB CATEGORIE : B-STUK (Beleidsstuk) VERGADERING D.D. : 26 november 2013 NUMMER : WS/WRM/CR/JEs/7985 OPSTELLER : ing. J. Esenkbrink, 0522-276829 FUNCTIE

Nadere informatie

Dialoog veehouderij Venray

Dialoog veehouderij Venray Dialoog veehouderij Venray aanbevelingen dialoog veehouderij gemeente Venray Datum 21 december 2016 Portefeuillehouder Martijn van der Putten Team RO Naam steller Jos Kniest De onderstaande aanbevelingen

Nadere informatie

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni Business case Samenwerking afvalwaterketen Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni 2013 1012209-022 Inhoud 1. Proces tot nu 2. Informatie uit het onderzoek 3. Conclusies, aanbevelingen 4. Vervolg Business

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

Waterbeheerplan Aa en Maas

Waterbeheerplan Aa en Maas Waterbeheerplan Aa en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 februari 2015 / rapportnummer 2871 26 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Waterschap Aa en Maas stelt een nieuw

Nadere informatie

CRO Luchthaven Rotterdam

CRO Luchthaven Rotterdam CRO Luchthaven Rotterdam voorstel d.d. 16 april 2019 (CYCLISCHE) PROCEDURES VOOR DE BEOORDELING EN MONITORING VAN VOORSTELLEN VOOR HINDERBEPERKING ACTOREN: CRO: Dit is de plenaire vergadering van de Commissie

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET www.atosborne.nl Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Dat is de belangrijkste conclusie die getrokken kan

Nadere informatie

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer Portefeuillehouder: A. van den Berg Vergaderdatum: 2 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: 150 Kenmerk D&H: 840252 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007 Aan de Raad Made, 13 februari 2007 Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Raadsvergadering: 12 april 2007 Onderwerp: Diagnose Integrale Veiligheid gemeente

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Presentatie evaluatie RAP

Presentatie evaluatie RAP Presentatie evaluatie RAP Regio Alkmaar PORA Wonen 5 november 2014 Dicky Sijpkens Agenda 1. Achtergrond van de evaluatie 2. Opzet van de evaluatie 3. Algemene bevindingen en verbetervoorstellen 4. Regio

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Waterbeheer 21 e eeuw. WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen

Waterbeheer 21 e eeuw. WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen Waterbeheer 21 e eeuw WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen Waterbeheer 21 e eeuw WB21: aanleiding, afspraken en maatregelen Uitgave van de Unie van Waterschappen februari 2002 Inhoudsopgave Aanleiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Stuurgroep Nieuw Hydepark

Stuurgroep Nieuw Hydepark Voortgangsrapportage 1 Stuurgroep Nieuw Hydepark Periode januari t/m mei 2013 4 juni 2013 Kleine Synode 21 juni 2013 OZ 13-06 Bestuur Dienstenorganisatie Pagina 3 van 7 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Projectkaders

Nadere informatie

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder?

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder? . Breken met grenzen: wonen in een complete regio Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder? 26 april 2016 1 Op 14 oktober 2015 hebben wij als Werkplaats Wonen het advies Breken met grenzen: wonen in

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7.2 ALDUS VASTGESTELD 27 JUNI 2019 Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Context De Achterhoek

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP HELDER OVER WATER EN KLIMAAT

WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP HELDER OVER WATER EN KLIMAAT agendapunt 3.a.1 1287996 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden WATERKLIMAATPLAN PIJNACKER-NOOTDORP 2017-2020 HELDER OVER WATER EN KLIMAAT Portefeuillehouder Houtzager, M.A. Datum 30 januari 2017 Aard

Nadere informatie

Waterplan Pijnacker-Nootdorp

Waterplan Pijnacker-Nootdorp Waterplan Pijnacker-Nootdorp Beleidsveld: 150 thema en gebiedsgerichte Vergaderdatum: 17 december 2009 plannen Aard voorstel: Besluitvormend Agendapunt: B.02 Kenmerk VV: 786986 Aantal bijlagen: 1 Aan de

Nadere informatie

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp Vergadering 4 december 2007 Gemeenteraad Onderwerp : Vaststellen Waterplan 2006-2010 inclusief de nota van zienswijzen en reacties. B&W vergadering : 30 oktober 2007 Dienst / afdeling : SB.BOR.WA Aan de

Nadere informatie

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer a > Retouradres Postbus 2090 2500 EX Den Haag adreslijst Plesmanweg -6 Postbus 2090 2500 EX Den Haag T +3 70 35 67 F +3 70 35 7467 www.verkeerenwaterstaat.nl Contactpersoon drs. A.J. Zinn T 070-35688 :

Nadere informatie

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Nadere informatie

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT)

agendapunt 04.B.11 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT) agendapunt 04.B.11 1066160 Aan Commissie Waterveiligheid AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET GEMAAL KERSTANJEWETERING (GEMEENTE DELFT) Voorstel Commissie Waterveiligheid 04-06-2013 De VV te verzoeken:

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Aan de gemeenteraad van Bunnik Postbus 5 3980 CA BUNNIK P/a Gemeente Barneveld Postbus 63 3770 AB Barneveld Tel: 14 0342 Barneveld, 17 mei 2018 Ons kenmerk: 1078068

Nadere informatie

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 BESTUURS AKKOORD KLIMAAT ADAPTATIE 20 november 2018 Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 7 ambities voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland Kwetsbaarheid in beeld brengen Uitvoeringsagenda

Nadere informatie

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2013 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.

Nadere informatie

agendapunt 04.01 Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED

agendapunt 04.01 Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED agendapunt 04.01 910789 Aan Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit WATERKWALITEITSRAPPORTAGE GLASTUINBOUWGEBIED Voorstel Commissie Watersystemen - kwaliteit en kwantiteit 1-2-2011 Kennis te

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Puzzelen met de wateropgave. Provincie Zuid-Holland

Puzzelen met de wateropgave. Provincie Zuid-Holland Puzzelen met de wateropgave Provincie Zuid-Holland Amsterdam, oktober 2008 Voorwoord We ontkomen in Nederland niet aan het feit dat het met zekere regelmaat regent. Als er dan ook nog heel veel regen

Nadere informatie

Werkwijze Cogo 2004. abcdefgh. Cogo publicatienr. 04-03. Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart 2004. Rijkswaterstaat

Werkwijze Cogo 2004. abcdefgh. Cogo publicatienr. 04-03. Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart 2004. Rijkswaterstaat Werkwijze 2004 publicatienr. 04-03 Ad Graafland Paul Schepers 3 maart 2004 abcdefgh Rijkswaterstaat Werkwijze 2/16 I Inleiding Verandering In 2003 is de organisatie van de ingrijpend veranderd. Twee belangrijke

Nadere informatie

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.

Kortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt. Vrijwilligersbeleid binnen de schaatsvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk Schaatsverenigingen en de vrijwilligersproblematiek De doorsnee schaatsvereniging in Nederland is een vrijwilligersorganisatie:

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Stedelijke wateropgave - waterberging Musselkanaal Nummer: Bestuursstukken\1836 Agendapunt: 9 DB: Ja 7-4-2015 BPP: Ja 24-4-2015 FAZ: ja 24-4-2015 VVSW: Nee AB: Ja 13-5-2015 Opsteller: Robert

Nadere informatie

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting. Bijlage bij Statenbrief Natuurpact en Bestuursovereenkomst grond Zaaknummer 2013-013508 Toelichting op het Natuurpact 1. Inleiding Aanleiding In de vergadering van uw Staten op 7 november 2012 heeft ons

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer-

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Klimaatverandering; wat komt er op ons af? -Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Het klimaat in Nederland gaat veranderen. Op dit moment is dat nog niet te merken. De

Nadere informatie

Opvolging aanbevelingen 2017

Opvolging aanbevelingen 2017 EINDRAPPORT Opvolging aanbevelingen 2017 Provincie Zuid-Holland maart 2018 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 OVERGENOMEN AANBEVELINGEN... 4 3 MONITORING OPVOLGING AANBEVELINGEN... 5 4 STAND VAN ZAKEN OPVOLGING

Nadere informatie

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018

Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018 Regeling Grote Projecten Provincie Limburg 2018 Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Statencommissie: een commissie als bedoeld in de artikelen

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage Status: overkoepelende rapportage, vastgesteld door de rekenkamercommissies

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

Revisie Omgevingsvisie Drenthe

Revisie Omgevingsvisie Drenthe Revisie Omgevingsvisie Drenthe Tussentijds toetsingsadvies over het op te stellen milieueffectrapport 5 december 2017 / projectnummer: 3212 Tussentijds advies over het plan-mer voor de revisie van de

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Stappenplan nieuwe Dorpsschool Stappenplan nieuwe Dorpsschool 10 juni 2014 1 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 10 juni 2014 dit stappenplan vastgesteld waarin op hoofdlijnen is weergegeven op welke wijze

Nadere informatie

Verslag. Verslag vergadering 3 e Omgevingswerkgroep Meer Maas Meer Venlo d.d. 3 april Aanwezig

Verslag. Verslag vergadering 3 e Omgevingswerkgroep Meer Maas Meer Venlo d.d. 3 april Aanwezig ons kenmerk team Meer Maas Meer Venlo steller WHJ Aerts doorkiesnummer +31 77 3596574 e-mail w.aerts@venlo.nl datum 4 april 2018 Verslag vergadering 3 e Omgevingswerkgroep Meer Maas Meer Venlo d.d. 3 april

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M..

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M.. V E R G A D E R D A T U M 26 februari 2013 SSO S E C T O R / A F D E L I N G S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 25 januari 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 18 Voorstel Kennisnemen

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 9 Haarlem, 20 januari 2004 Onderwerp: beleidsnota Evenwichtig Omgaan met Water Bijlagen: 1. Ontwerpbesluit; 2. Beleidsnota Evenwichtig Omgaan met Water.

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 19 mei 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 270514/304 afdeling: Bouwtoeziciit Onderwerp: Jaarprogramma Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Parafering besluit PFO Ber B - - D&H H Gewijzigd akkoord Geparafeerd

Parafering besluit PFO Ber B - - D&H H Gewijzigd akkoord Geparafeerd agendapunt 3.a.4 852395 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden PROJECTPLAN DUIKERS EN STUW GROENEWEG Portefeuillehouder Berg, A. van den Datum 11 mei 2010 Aard bespreking Besluitvormend Afstemming

Nadere informatie

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland

Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland OVER OOSTZAAN Een OVER-gemeentelijke samenwerking tussen Oostzaan en Wormerland WORMERLAND. GESCAND OP 13 SEP. 2013 Gemeente Oostzaan Datum : Aan: Raadsleden gemeente Oostzaan Uw BSN : - Uw brief van :

Nadere informatie

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW. Notitie over de bijdragen van Vechtstromen aan het Bestuursakkoord Water en de samenwerkingopgave in de regio s Wateropgave De komende jaren komen er grote wateropgaven op de samenleving af die vragen

Nadere informatie

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Tussentijds advies over de inhoud van het milieueffectrapport 12 december 2017 / projectnummer: 3198 1. Tussentijds advies over de inhoud van het MER Inleiding De

Nadere informatie

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Aan de gemeenteraad Documentnummer 2015.0.079.097 Zaaknummer 2014-10-01895 ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord Voorstel 1. vaststellen van de aanpak de effecten van extreme wateroverlast te

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018

Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018 RWS INFORMATIE Griffioenlaan 2 3526 LA UTRECHT Postbus 2232 3500 GE UTRECHT T 088 7971111 www.rijkswaterstaat.nl Monitoring kleine plastic flessen in het zwerfafval - Resultaten tweede helft 2018 1. Inleiding

Nadere informatie

Water in Bebouwd gebied

Water in Bebouwd gebied Presentatie 20-06 - 2007 1 Water in Bebouwd gebied (relatie gemeente en waterschap) Judith Calmeyer Meijburg-Van Reekum Wat wil ik u vertellen? 2 Status Quo Aa en Maas De stip op de horizon Voorbeeld Geerpark

Nadere informatie