GEÏNTEGREERDE PROEF. Schooljaar Jens De Reu. 6IWc. PROVINCIAAL TECHNISCH INSTITUUT EEKLO Roze Eeklo.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEÏNTEGREERDE PROEF. Schooljaar 2013-2014. Jens De Reu. 6IWc. PROVINCIAAL TECHNISCH INSTITUUT EEKLO Roze 131 9900 Eeklo."

Transcriptie

1 PROVINCIAAL TECHNISCH INSTITUUT EEKLO Roze Eeklo GEÏNTEGREERDE PROEF Schooljaar Jens De Reu 6IWc Molenstraat Waarschoot

2

3 BOUW VAN EEN LINEAIRE ACTUATOR TOEGEPAST IN EEN DIDACTISCHE REGELKRING.

4 Woord vooraf Mijn Geïntegreerde Proef gaat over een balans die gestuurd wordt door 2 lineaire actuatoren toegepast in een didactische regelkring. Op basis van waar het balletje ligt, berekent de regelkring hoe de balans moet kantelen. Zo wordt het balletje op een gewenste plaats gehouden. Deze GIP heeft vooral betrekking op elektriciteit en elektronica. Ik vind deze GIP zeer belangrijk en interessant, zeker voor mijn verdere toekomst in de elektronica. Ik bedank vooral mr Gervoyse, mijn GIP-mentor, omdat hij Andro en mij zeer goed geholpen heeft met het opstellen van onze tekst en met het construeren van de balans en de actuatoren. Ook bedank ik Andro met wie ik samenwerk om deze GIP zo goed mogelijk uit te werken. Samen hebben wij de tekst opgesteld en de vorm van de actuator bedacht.

5 6-TSO-IW-c Inhoudsopgave 5 Inhoudsopgave 1 Deel 1: Magnetisme Magnetisme Eigenschappen van een permanente magneten Basiseigenschappen van magneetpolen Het verschijnsel magnetische inductie Magnetisch veld Magnetische veldlijnen Magnetische veldsterkte h in een punt Magnetische flux Magnetische inductie of de fluxdichtheid B De magnetische inductie in een ferromagnetisch materiaal Formule van Hopkinson Omvorming van de formule Voorbeeld: berekening van de invloed van de luchtspleetbreedte op de magnetische inductie B in de magnetische kring Interpretatie van de formule De lorentzkracht in een actuator Berekeningen van B met hulp van lorentzkracht Meting 1: Het meten van de inductie op 1 mm afstand van één enkele magneet Meting 2: Het meten van de inductie B op 1 mm afstand van vier met elkaar verbonden magneten Meting 3: Het meten van de inductie B op 2.5 mm afstand van twee plaatjes met elkaar verbonden via een magneten Meting 4: Met meten van de inductie B tussen twee blokjes ijzer die ervoor zorgen dat de veldlijnen zich minder doorlucht moet verplaatsen Bespreken van meetresultaten Deel 2: Processen Proces en procesketen Gestandaardiseerde procesketen Zelfregelend proces

6 6-TSO-IW-c Inhoudsopgave Dynamische karakteristiek Dynamische karakteristiek van een zelfregelend 0 de orde proces Dynamische karakteristiek van een zelfregelend 1 ste orde proces Dynamische karakteristiek van een zelfregelend 2 de en hogere orde proces De echte dode tijd De uitsteltijd Statische karakteristiek van een zelfregelend proces Niet-zelfregelend proces Dynamische karakteristiek van een integrerend proces De dynamische karakteristiek van de balans Bepalen van het type regelaar in functie van het soort proces Wat is een aan-uit regelaar Aan-uitregelaar met een hysteresisband ste orde proces zonder dode tijd Hogere orde proces waarvan 2de en 3de tijdsconstante veel kleiner zijn dan de 1 ste orde tijdsconstante, zonder hysteresisband Wat is een proportionele regelaar Aan-uit regelaar vervangen door proportionele regelaar in voorgaand geval zelfregelend of niet zelfregelend Proef met de motor-generator combinatie en een P-regelaar Deel 3: Actuator Het maken van de spoel Wat is een lineaire actuator Oscillatie beschrijven Beschrijf de balans al proces ingang Y = +5 V tot -5 V Deel 4: Balans I-actie Effect I-actie op de statische afwijking D-actie bespreken De balans in gesloten kring Besluit... 49

7 6-TSO-IW-c Deel DEEL 1: MAGNETISME.

8 6-TSO-IW-c Deel MAGNETISME. Het magnetisme is een eigenschap welke bepaalde lichamen bezitten om ijzer, staal, nikkel, kobalt, aan te trekken. Magnetische krachten zijn verschillend van cohesie, adhesie en elektrostatische krachten. Een magneet met een blijvend magnetisme noemen we een permanente magneet EIGENS CHAP P EN VAN EEN P ERMANENTE MAGNETEN. Een magneet heeft twee polen: een noordpool (N) en een zuidpool (Z). Als je een magneet in twee stukken breekt, zal elk stuk een noordpool en een zuidpool hebben. Er bestaan harde en zachte magnetische materialen. Een hard magnetisch materiaal is moeilijk te magnetiseren maar behoudt zijn magnetische eigenschappen nagenoeg volledig na magnetisatie. Bij een zachte magnetisch materiaal verdwijnt de magnetisatie heel snel na de magnetisatie. Magneten verliezen hun magnetische eigenschappen door ze te verwarmen. 1.2 BASISEIGENSCHAPPEN VAN MAGNEETPOLEN. De polen van een magneet oefenen op elkaar een kracht uit. Een noordpool van de ene magneet stoot de noordpool van de andere magneet af. Twee dezelfde polen stoten elkaar dus af en 2 verschillende polen trekken elkaar aan. 1.3 HET VERSCHIJNSEL MAGNETISCHE INDUCTIE. De magnetische inductie (B in ( ) T=tesla) is het verschijnsel van magnetiseren van magnetiseerbare materialen door inductie. Deze magnetisatie kan veroorzaakt worden door permanente magneten, door stroom voerende spoelen. Indien we boven een plaat van niet-magnetisch materiaal een permanente magneet aanbrengen en eronder een stuk staal, stellen we vast dat dit stuk staal in staat is om stalen nagels aan te trekken. De ene stalen nagel trekt de andere aan. Dit betekent dus dat, door invloed of inductie, het stuk staal en vervolgens ook de nagels gemagnetiseerd worden. Dit is het verschijnsel van magnetische inductie.

9 6-TSO-IW-c Deel MAGNETISCH VELD. FIGUUR 1: HET VERSCHIJNSEL VAN MAGNETISCHE IN DUCTIE. Het magnetisch veld van een magneet is de invloedssfeer die bestaat in de onmiddellijke omgeving van de magneetpolen. Hoe verder men van de magneet verwijderd is, hoe zwakker het magnetisch veld wordt. Het magnetische veld kan aanschouwelijk voorgesteld worden door denkbeeldige magnetische veldlijnen of krachtlijnen. FIGUUR 2: MAGNETISCHE SPECTRA VAN EEN HOEFMAGNEET FIGUUR 3: MAGNETISCHE SPECTRA VAN EEN STAAFMAGNEET MAGNET IS CHE VELDLIJNEN. Magnetische veldlijnen zijn in feite de banen die door vrij bewegende magnetische noordpolen zouden gevolgd worden. De veldlijnen gaan uit de noordpool en komen toe aan de zuidpool van een magneet. In ieder punt van een veldlijn is de kracht die op elke vrije noordpool werkt, deze raakt aan de veldlijnen in het beschouwde punt. FIGUUR 4: VELDLIJNEN VAN EEN HOEFMAGNEET FIGUUR 5: VELDLIJNEN VAN EEN STAAFMAGNEET

10 6-TSO-IW-c Deel MAGNETISCHE VELDSTERKTE H IN EEN PUNT. De magnetische veldsterkte is een vectorgrootheid die de sterkte van een magnetisch veld uitdrukt in een bepaald punt. De magnetische veldsterkte krijgt meestal als symbool H, dat uitgedrukt wordt in. De magnetische veldsterkte in dit punt heeft dan ook als uitdrukking: ( ) H = magnetische veldsterkte in m = sterkte van de magneetpool (de sterkte van de noord- of de zuidpool van de magneet) in Wb µo = absolute permeabiliteitscoëfficiënt in µr = relatieve permeabiliteitscoëfficiënt De magnetische veldsterkte is een vectoriele grootheid: ze heeft een grootte, een richting, een zin en een aangrijpingspunt. Zo zal de grootte van de magnetische veldsterkte in het punt P van het magnetische veld in de omgeving van een staafmagneet met poolsterkte( de sterkte van de magneetpool) m, als uitdrukking hebben: ( ) ( ) FIGUUR 6: VELDLIJNEN VAN EEN STAAFMAGNEET EN VELDSTERKTE IN EEN BEPAALD PUNT. In het bijzonder geval dat en loodrecht op elkaar staan is: ( ) Andere formule voor magnetische veldsterkte: Op een aslijn van een toroïdale solenoïde ( )

11 6-TSO-IW-c Deel MAGNETISCHE FLUX. Flux is een term uit de natuurkunde, die voor een bepaalde grootheid de hoeveelheid doorstroom doorheen een oppervlak geeft. De term komt uit het Latijn, van fluere, wat "vloeien" of "stromen" betekent. Een veelgebruikt symbool voor flux is. Magnetische flux wordt ook uitgedrukt in Wb. 1.7 MAGNETISCHE INDUCTIE OF DE FLUXDICHTHEID B. De magnetische flux per oppervlakte-eenheid noemt men de fluxdichtheid en dit begrip is identiek aan de magnetische inductiesterkte B. Er geldt dus voor een permanente magneet. voor een stroom voerende spoel De fluxdichtheid B is eigenlijk ook een vectoriele grootheid maar in lucht heeft deze dezelfde oriëntatie als de magnetische veldsterkte vector H. Ook in paramagnetische materialen* hebben B en H dezelfde zin. ( ) *Paramagnetische materialen worden, onder invloed van een magnetisch veld, in de zelfde zin gemagnetiseerd als het inducerende veld. (zie ook figuur 1 pagina 9) FIGUUR 7: PARAMAGNETISCHE MATERIAAL. 1.8 DE MAGNETISCHE INDUCTIE IN EEN FERROMAGNETISCH MATE RIAAL. De inductie die, zonder ferromagnetisch kern, een waarde ( ) had, wordt nu µr maal groter, nl. ( )

12 6-TSO-IW-c Deel FORMULE VAN HOPKINSON. ( ) = de magnetische flux in weber (Wb) = de magnetomotorische kracht (mmk) A Rm = de magnetische weerstand of reluctantie ( ) OMVORMING VAN DE FORMULE. B = fluxdichtheid A = oppervlakte VOORBEELD: BEREKENING VAN DE INVLOED VAN DE LU CHTS PLEETBREEDTE OP DE MAGNET IS CHE IN DUCTIE B IN DE MAGNET IS CHE KR ING. FIGUUR 8: TEKENING VAN IJZERKE RN MET LUCHT SPLEET

13 6-TSO-IW-c Deel 1 13 Voorbeeld: AFe = llucht FIGUUR 9: TEKENING VAN IJZERKE RN MET LUCHT SPLEET ( ) ( ) Besluit: wordt voor 97,5% bepaald door de luchtspleet en omdat moet mogelijk zijn. zo klein mogelijk zijn want dan zal B in de luchtspleet zo hoog 1.9 INTERPRETATIE VAN DE FORMULE. Om een hoge inductie B te verkrijgen met een gegeven magneet moet de magnetische weerstand in de hele kring zo klein mogelijk zijn. Daarvoor houden we de breedte van de luchtspleet zo klein mogelijk.

14 6-TSO-IW-c Deel DE LORENTZKRACHT IN E EN ACTUATOR. Een actuator is een toestel dat invloed kan uitoefenen op zijn omgeving. De lineaire actuator die wij bouwen wekt een kracht op die een verplaatsing moet veroorzaken. De lorentzkracht is de kracht die een bewegende elektrische lading ondervindt in een magnetisch veld. De spoel van de actuator die zich bevindt in een magnetisch veld gaat op en neer bewegen ten gevolge van de lorentzkracht. De spoel zit in een magnetisch veld als men een paar windingen tussen de noord- en een zuidpool van een magneet houdt. Formule: (N) Fl = lorentzkracht (N) I = stroom (A) B = inductie ( ) l = lengte (m) Dus hoe groter de stroom of de magnetische inductie of de lengte van de windingen hoe groter de lorentzkracht gaat zijn. Schematische voorstelling: Vooraanzicht: Koperdraad I B N Z Magneet

15 6-TSO-IW-c Deel 1 15 Met behulp van de rechterhand regel kun je de zin van Fl bepalen. FIGUUR 10: RECHTERHANDREGEL Linkerzijaanzicht: I Koperdraad l De kern (stippellijn omdat de windingen zichtbaar moet zijn) 1.11 BEREKENINGEN VAN B MET HULP VAN LORENTZ KRACHT. Gegevens: Bron: max stroom I = 1 A. De leerkracht heeft dit gemeten: door dat hij het al eens geprobeerd heeft op 2 A maar dan is de draad doorgesmolten. Daarom hebben wij voor de veiligheid 1 A gebruikt. Weerstand: R = 33, Pmax = 17 W deze waarden stonden op de weerstand. Lengte van de draad waar de werkelijke actieve lorentzkracht wordt op gewerkt: l = 1,2mm.

16 6-TSO-IW-c Deel 1 16 FIGUUR 11: DE GEBRUIKTE MAGNETEN. FIGUUR 12: DE OPSTELLING VOOR HET METEN VAN DE MAGNETISCHE INDUCTIE B We hebben een balans gemaakt om te meten hoe veel opwaartse kracht een winding heeft als deze beinvloed wordt door de magneten. Aan het einde van de balans hebben we een blad bevestigd met een koperdraad in. Deze is zodanig bevestigd op het blad dat we alleen een opwaartse kracht krijgen en geen voorwaartse of zijdelings krachten. FIGUUR 13: DE MEETBALANS. FIGUUR 14: DE MEET KOP

17 6-TSO-IW-c Deel 1 17 Aan de andere kant van de balans ( de kortste kant) plaatsen we gewichtjes zodat we de balans kunnen aanpassen totdat deze volledig in evenwicht is. Hier hebben we van 3 verschillende materialen een draad die 1 m lang is. Van elke draad weten we precies hoeveel de massa is voor 1 m ervan. Als we nu een bepaalde massa nodig hebben is dit zeer gemakkelijk om dit om te rekenen hoeveel cm dit is. Bv als ik 0,5 g nodig heb dan reken ik met Fe: 3,82 g/m. Het aantal cm dat we moeten afknippen is dan. FIGUUR 15: DE TEGENGEWICHTJES FIGUUR 16: DE MEETGEWICHTEN Proefopstelling M1 l 2 l 1

18 6-TSO-IW-c Deel 1 18 FIGUUR 17: TEKENING VAN DE KOP VAN DE MEETBALANS Weerstand FIGUUR 18: TEKENING VAN DE VOLLEDIGE MEETBALANS. Werking van de meetbalans: 1) Balans in evenwicht => som van alle koppels links van het scharnierpunt = som van alle koppels rechts van het scharnierpunt, M1 wordt verschoven om de balans in evenwicht te brengen. 2) Bij meting (na het in evenwicht brengen) => => l 2,l 1 en l zijn constanten eigen aan de balans =>

19 6-TSO-IW-c Deel 1 19 Proefbespreking: We voeren de stroom op totdat de balans omhoog gaat, op dat moment lezen we de stroom af op de bron. We deden deze meting met 1 en 4 magneten en dan ook nog eens als er plaatjes aan de magneten bevestigd waren, die later nog aanbod gaan komen. Meting 1: Eerst hebben we de magneet aan het statief bevestigd. We leggen de balans in evenwicht met tegengewicht M1. Meting 2: We plaatsten de magneet op 1 mm van de winding. Dan hebben we 0,5 gram ijzer afgeknipt van een stuk ijzerdraad. Die hebben we dan op de inkeping gelegd op 10 cm van het center. Daarna hebben we de balans aan gesloten op een bron. We voerden de stroom op totdat de balans om hoog ging. Die waarden hebben we dan genoteerd. We berekenden de lorentzkracht met deze waarden. We gebruiken dezelfde methode als die van Meting 1 maar alleen gebruiken we nu vier magneten die op 1 mm van de winding geplaatst werden. Meting 3: We gebruiken dezelfde methode alleen werd de winding nu tussen de 2 plaatjes geplaatst die aan de magneet bevestigd waren en er hing geen 0,5 gram aan maar wel 0,25 gram. Meting 4: We gebruiken opnieuw dezelfde methode alleen staan de plaatjes nu wat dichter bij elkaar en er hing 0,5 gram aan MET ING 1: HET METEN VAN DE INDU CTIE OP 1 MM AFS TAND VAN ÉÉN ENKELE MAGNEET. 1,2cm 10 cm 10 cm 23,9 cm FIGUUR 20: AFSTANDEN VAN DE FIGUUR 19: METEN MET ÉÉN MAGNEET. BALANS

20 6-TSO-IW-c Deel 1 20 = MET ING 2: HET METEN VAN DE INDU CTIE B OP 1 MM AFSTAND VAN VIER MET ELKAAR VERB ONDEN MAGNETEN. FIGUUR 21: MEET MET VIER MAGNETEN MET ING 3: HET METEN VAN DE INDU CTIE B OP 2.5 MM AFS TAND VAN T WEE PLAAT JES MET EL KAAR VERBONDEN VIA E EN MAGNEET. 5mm N Z v Om te weten te komen of het magnetisch veld sterker is dan zonder de plaatjes. FIGUUR 22: MAGNEET TUSSEN TWEE STAVEN. Magneet FIGUUR 23: TEKENING VAN DE MAGNEET OPSTELLING

21 6-TSO-IW-c Deel MET ING 4: MET METEN VAN DE INDU CTIE B TUS S EN TWEE BLOKJES IJZER DIE ERVOOR ZORGEN DAT DE VELDLIJNEN ZICH MINDER DOORLUCHT MOET VERPL AATS EN. 2 mm N Z FIGUUR 24: MAGNEET TUSSEN TWEE STAVEN DIE MIN DER VER VAN E LKAAR STAAN. Magneet FIGUUR 25: TEKENING VAN MAGNEET OPSTELLING 1.12 BESPREKEN VAN MEETRES ULTATEN. Meting 1: Resultaten van de metingen K&J Magnetics Magnetic Field Visualization FIGUUR 26: MAGNETISCHE VELD VAN MEETING 1 Meting 2: FIGUUR 27: MAGNETISCHE VELD VAN MEETING 2

22 6-TSO-IW-c Deel 1 22 Meting 3: Meting 4: FIGUUR 28: MAGNETISCHE VELD VAN MEETING 3 FIGUUR 29: MAGNETISCHE VELD VAN MEETING 4 De schaal van de figuren. De figuren 26, 27, 28 en 29 stellen de sterkte van het magnetische veld rond de magneet. Figuur 30 stelt de sterkte voor in een tabel (in gauss). FIGUUR 30: SCHAAL IN GAUSS 1 Gauss is 0,0001 Bespreking. We kunnen aan onze berekeningen zien dat meeting 2 de beste is uit de twee zonder ijzeren kern. Uit de berekeningen met ijzeren kern is meeting 4 de betere. Want daar is de lorentzkracht het grootst in de draad. Maar om dit praktisch te kunnen uit voeren gaat onze actuator opgebouwd worden zo als meting 4 maar dan wel met meer magneten.

23 6-TSO-IW-c Deel DEEL 2: PROCESSEN

24 6-TSO-IW-c Deel PROCES EN PROCESKETEN. Een proces is de fysische grootheid die moet geregeld worden. Regelen wil zeggen constant (=Binnen bepaalde opgelegde grenzen) houden van fysische grootheden (bv. temperatuur in een aquarium, toerental van een motor, ). Een procesketen is een regelkring die meet, vergelijkt en bijstuurt van de fysische grootheid die we wensen constant te houden. 2.2 GESTANDAARDISEERDE PROCESKETEN. De procesketen is gestandaardiseerd als er een gestandaardiseerd signaal voor de in- en uitgang wordt gebruikt bv.: 0 tot 10 V, 0 tot 20 ma of 4 tot 20 ma en als de statische proces versterking Ks gelijk is aan 1. ( bv. De motor-generatie combinatie die verderop besproken wordt.) 2.3 ZELFREGELEND PROCES. Na verandering van de instelwaarde Y met een waarde y, zal bij een zelfregelend proces de proceswaarde x na verloop van tijd zichzelf instellen op een nieuwe evenwichtswaarde x2. FIGUUR 31: PROCESINGANG Y(V) FIGUUR 32: WERKELIJKE PROCESWAARDE X(V) 2.4 DYNAMISCHE KARAKTERISTIEK. De karakteristiek van een proces die de uitgangsverandering i.f.v. de tijd weergeeft bij een gegeven ingangsstap noemen we het stapantwoord of de staprespons. Het stapantwoord is een dynamische karakteristiek d.w.z. een karakteristiek in functie van de tijd DYNAMIS CHE KARAKT ERIST IEK VAN EEN ZEL FREGELEND 0 DE ORDE PROCES. Als het proces niet tijdsafhankelijk is, dan spreken we van een nulde-orde proces. Bij een elektrisch netwerk betekent dit dat het netwerk alleen uit weerstanden bestaat. Een voorbeeld van een nulde-orde proces is een eenvoudige verzwakker met twee weerstanden.

25 6-TSO-IW-c Deel 2 25 FIGUUR 33: VOORBEELD VAN EEN NULDE-ORDE PROCES FIGUUR 34: DE PROCESINGANG EN WERKELIJKE PROCESWAARDE KARAKTERISTIEKEN DYNAMIS CHE KARAKT ERIS TIEK VAN EEN ZELFREG ELEND 1 S T E ORDE PROCES. Eerste orde processen zijn alle processen waarbij één energie-ophopend element een dominerende invloed uitoefent op het gedrag van het proces en wanneer er sprake is van een soort buffer waaraan energie of materie via een soort weerstand wordt toegevoegd. Processen van 1 ste orde bezitten steeds een tijdsconstante. Die tijdsconstante geeft aan hoe vlug een proces reageert op een verandering aan zijn ingang. Bij een elektrisch netwerk betekent dit dat het netwerk uit een RC-kring(een weerstand en een condensator) bestaat. Een ander voorbeeld hier van is een drukvat.(drukvat=condensator, de toevoerleiding=weerstand) FIGUUR 35: VOORBEELD VAN EEN EERSTE-ORDE PROCES FIGUUR 36: DE PROCESINGANG EN WERKELIJKE PROCESWAARDE KARAKTERISTIEK DYNAMIS CHE KARAKT ERIS TIEK VAN EEN ZELFREG ELEND 2 DE EN HOGERE ORDE PROCES. Processen waarbij twee of meerdere energie-ophopende elementen een invloed uitoefenen op het gedrag van het proces, behoren tot het type tweede of hogere-orde processen. Een voorbeeld hier van is het verwarmen van een vloeistof in een vat. Dit kan

26 6-TSO-IW-c Deel 2 26 een hogere-orde proces responsie vertonen vermits niet enkel de vloeistof een energie ophopend element is maar ook de verwarmingsweerstand en het vat zelf energie kunnen opnemen. In dit geval spreken we van een derde-orde proces. FIGUUR 37: EEN VOORBEELD VAN EEN HOGERE-ORDE PROCES FIGUUR 38: DE PROCESINGANG KARAKTERISTIEK. FIGUUR 39: DE WERKELIJKE PROCESWAARDE KARAKTERISTIEK

27 6-TSO-IW-c Deel 2 27 Bij dit soort processen kunnen we behalve een echte dode tijd ook nog een uitsteltijd opmerken. Die wordt hier onder verder besproken. 2.5 DE ECHTE DODE TIJ D. De eventuele dode tijd speelt geen rol in het bepalen van de orde van een proces want een echte dode tijd heeft geen invloed op de vorm van het verloop van de x-waarde. Een echte dode tijd ontstaat wanneer een signaal over een zekere afstand wordt getransporteerd. Door deze dode tijd verschijnt het signaal pas na een zekere transporttijd aan de uitgang. Bij elektrische of elektronische systemen zijn deze tijden verwaarloosbaar klein. Echter bezitten vele processen in de procesindustrie wel een dode tijd. FIGUUR 40: EEN VOORBEELD VAN EEN PROCES MET EEN DODE TIJD. FIGUUR 41: DE PROCESINGANG KARAKTERISTIEK. FIGUUR 42: DE WERKELIJKE PROCESWAARDE KARAKTERISTIEK. 2.6 DE UITSTELTIJD. De uitsteltijd is de tijd waarbij de werkelijke proceswaarde x reeds begint te stijgen maar deze stijging is nog niet noemenswaardig merkbaar. Zie ook figuur 38 en 39.

28 6-TSO-IW-c Deel 2 28 a = echte dode tijd b = uitsteltijd c = tijdsconstante FIGUUR 43: STAPANTWOORD VAN EEN HOGERE ORDE PROCES MET AANDUIDING ECHTE DODE TIJD, UITSTELTIJD, TIJDSCONSTANTE. 2.7 STATISCHE KARAKTERISTIEK VAN EEN ZELFREGELEND PROCES. We hebben een proef gedaan met motor-generator combinatie. Die hebben we verbonden met een regelkring, een ballaster en aan een oscilloscoop. Die motorgenerator combinatie hebben we laten draaien. Zo konden we op de oscilloscoop zien wat er gebeurt als we een belasting aan de motor-generator combinatie hingen. We konden ook waarnemen wat het verschil was tussen die instelwaarde en de werkelijke proceswaarde. Uit dit kunnen we de statische karakteristiek van een zelfregelend proces opmaken zie figuur 51. FIGUUR 44: PROEFOPSTELLING VAN BOVEN FIGUUR 45: PROEFOPSTELLING OPZIJ

29 6-TSO-IW-c Deel 2 29 FIGUUR 47: PROEFOPSTELLING FIGUUR 46: PROEFOPSTELLING VAN VOOR FIGUUR 48: PROEFOPSTELLING FIGUUR 49: OSCILLOSCOOP De figuren 44, 45 en 46 tonen de motor-generatorcombinatie in de praktijk weer. Figuur 47 en 48 zijn de foto s van de praktijk en die worden verduidelijkt in figuur 50 want die is de schematische voorstelling. Op figuur 49 zien we de oscilloscoop die aangesloten is aan de nul en de draad die de motor-generatorcombinatie verbindt met de meetzender. De oscilloscoop duidt de werkelijke proceswaarde aan in Hz. Figuur 51 geeft de procesketen weer van de motor-generatorcombinatie. Daarop kunnen we zien dat de ingang van de procesketen aangesloten is aan de voeding. Dat die naar de omvormer gaat en dan naar het eigelijke proces de motor-generatorcombinatie. Die dan op zijn buurt verbonden is met de meetzender en daar komt dan de werkelijke proceswaarde x(v) uit. De stroomvoorziening van de motor wordt verzorgd door een voeding van 10,0V die een groot vermogen kan leveren.

30 6-TSO-IW-c Deel 2 30 FIGUUR 50: EEN PROCESKETEN OPGEBOUWD MET DIDACTISCH PANEELTJE.

31 6-TSO-IW-c Deel 2 31 FIGUUR 51: STATISCHE PROCESKARAKTERISTIEK VAN EEN M OTOR-GENERATOR COMBINATIE. Uit deze karakteristiek kunnen we zien dat deze door de oorsprong loopt en dat er een verschil is als het proces belast of onbelast is. 2.8 NIET-ZELFREGELEND PROCES. In een niet-zelfregelend proces zal na verandering van de instelwaarde y, de proceswaarde x blijven veranderen tot deze vastloopt tegen de uiterste waarde. 2.9 DYNAMISCHE KARAKTERIS TIEK VAN EEN INTEGRE REND PROCES. We hebben de motor met een potentiometer aangesloten op 2 bronnen. Aan dit proces hebben we ook een voltmeter gehangen om te zien hoe de spanning steeg. Daaruit kunnen we zien dat deze blijft stijgen. De snelheid waarmee de uitgang stijgt, is evenredig aan de grootte van het ingangssignaal. Op figuur 52 zie je de motor met potentiometer als sensor. Daarop kun je zien dat er 5 klemmen zijn. De linkse twee worden aangesloten op een bron en de zwarte en de roden worden aangesloten op een andere bron. Op figuur 53 zie inderdaad de twee bronnen ze hebben een verschillende voltwaarde. Op figuur 54 zie je de voltmeter waar we konden waar nemen dat de spanning bleef stijgen. En als je bij de ene bron de spanning verhoogde dan kon je op de voltmeter zien dat die sneller ging stijgen (zie ook figuur 55) en als je de spanning liet dalen dan steeg

32 6-TSO-IW-c Deel 2 32 de spanning op de voltmeter minder snel. De spanning steeg maximum tot tien omdat de maximum spanning de voedingsspanning was die over de opstelling stond. Als de spanning op de voltmeter over de 10 was begon hij op nieuw vanaf nul. Wanneer is een niet zelfregelend proces ook een integrerend proces? Als we aan de ingang van het proces een spanning y leggen zal bij een niet-zelfregelend proces de uitgangsspanning van het proces blijven stijgen. FIGUUR 52: PROEFOPSTELLING MET POTENTIOMETER. FIGUUR 53: TWEE BRONNEN FIGUUR 54: VOLTMETER FIGUUR 55:KARAKTERISTIEKEN VAN DE PROEF DE DYNAMISCHE KARAKTE RISTIEK VAN DE BALANS. De dynamische karakteristiek van de balans is een dubbel integrerend proces. Als de bal op punt 2 ligt zoals in figuur 56 en men zou daar de instelwaarde veranderen met +20 dan gaat het balletje beginnen rollen en blijven rollen. Dus de werkelijke proceswaarde gaat stijgen. Maar doordat het balletje almaar snelheid gaat winnen gaat

33 6-TSO-IW-c Deel 2 33 de werkelijke proceswaarde karakteristiek zo zij als in figuur 57. Dus de karakteristiek legt geen recht baan af maar wel een parabolische baan vanaf het punt waar de instelwaarde veranderd is. FIGUUR 56: TEKENING BALANS FIGUUR 57: KARAKTERISTIEKEN BALANS 2.11 BEPALEN VAN HET TYPE REGELAAR IN FUNCTIE VAN HE T SOORT PROCES Als we een proces hebben dat geen dode tijd heeft, kunnen we een p-regelaar of een aanuitregelaar met een hysteresisband gebruiken. Bij een p- regelaar zal de werkelijke waarde kleiner zijn dan de gewenste waarde omdat je altijd een verschil moet hebben om de 2 spanningen met elkaar te vergelijken ( ( ) ) Als we een aan-uit regelaar gebruiken, moet er een hysteresisband gebruikt worden omdat de schakelfrequentie dan kleiner is en de regelaar niet te veel wordt belast eventuele mechanische schakelaars die gebruikt worden in de besturing hun levensduur zal snel minderen en door de massatraagheid kan de schakelaar de schakelfrequentie niet aan. De waarde zal niet constant blijven, wat bij een p-regelaar wel het geval is, de waarde zal wel altijd tussen de bovenste en de onderste lijn van de hysteresisband blijven. Bij een proces dat wel een dode tijd heeft, kunnen we een p-regelaar en een aan-uitregelaar gebruiken maar ook één zonder hysteresisband. Doordat de waarde niet direct verandert en er een bepaalde tijd over doet om terug aan het omkeerpunt te geraken zal de schakelfrequentie kleiner zijn en is het gebruik van een hysteresisband overbodig.

34 6-TSO-IW-c Deel WAT IS EEN AAN-UIT REGELAAR Dit is een regelaar die ingangsspanning van de regelaar met de gewenste spanning vergelijkt en dan bepaalt of de uitgangsspanning van de regelaar hoog of laag moet zijn. Deze regelaar kent maar 2 standen hoog en laag, aan en uit, De regelaar zal dus altijd zijn hoogste spanning leveren ofwel zijn laagste, dit wordt bepaald aan de hand van deze formule ( ) 2.13 AAN-UITREGELAAR MET EE N HYSTERESISBAND Deze regelaar werkt op hetzelfde principe als deze hierboven, alleen ligt het punt wanneer de regelaar omschakelt nu op een bepaalde afstand van de gewenste waarde. Met deze hysterisband voorkomt men dat de regelaar voortdurend aan en uit schakelt. Vaak liggen deze 2 omslagpunten symmetrisch rond de gewenste waarde. FIGUUR 58: KARAKTERISTIEK VAN AAN-UIT REGELAAR MET EEN HYSTERESISBAND STE ORDE PROCES ZONDER DODE TIJD Als we bij een 1 ste orde proces een aan-uitregelaar gebruiken met een hysteresisband kunnen we de schakelfrequentie beperken. Doordat er geen dode tijd is zal bij een verandering van de regelaar (hoge of lage spanning) de x-waarde ook direct veranderen tot hij boven of onder 1 van de omslagpunten komt, de regelaar zal dan terug veranderen van aan naar uit of omgekeerd. Doordat er geen dode tijd is zal x vanaf dat moment altijd tussen deze 2 omslagpunten blijven, x zal er nooit buiten komen. We maken de breedte van de hysteresisband gelijk aan 0, de schakelfrequentie van de regelaar zal nu oneindig groot worden. Dit zorgt er wel voor dat de x-waarde op de gewenste waarde blijft maar dit is zeker niet goed voor de regelaar eventuele

35 6-TSO-IW-c Deel 2 35 mechanische schakelaars die gebruikt worden in de besturing hun levensduur zal snel minderen en door de massatraagheid kan de schakelaar deze schakelfrequentie niet aan, daarom kunnen we bij een aan-uit regelaar de afwijking van de werkelijke proceswaarde t.o.v. de gewenste waarde niet erg klein maken FIGUUR 59: KARAKTERISTIEK VAN DE WE RKELIJKE PROCESWAARDE (X) MET HYSTERESISBAND 0,1 VOLT FIGUUR 60: DIT IS DE KARAKTERISTIEK VAN DE UITGANG REGELAAR (Y) VAN DE GRAFIEK HIER NAAST FIGUUR 61: KARAKTERISTIEK VAN DE WERKELIJKE PROCESWAARDE(X) MET HYSTERESISBAND 0 VOLT FIGUUR 62: DIT IS DE KARAKTERISTIEK VAN DE UITGANG REGELAAR (Y) VAN DE GRAFIEK HIER NAAST HOGERE ORDE PROCES WA ARVAN 2DE EN 3DE TIJDS CONSTANTE VEEL KLEINER ZIJN DAN DE 1 S T E ORDE TIJDSCONSTANTE, ZONDER HYSTERESISBAND Door deze 2 de en 3 de tijdsconstante zal het een tijdje duren voordat de uitgangswaarde zal veranderen. Hierdoor kunnen we de hysteresisband weglaten, omdat de x-waarde toch niet direct zal veranderen als de aan-uit regelaar verandert van stand. De x-waarde heeft dus wat tijd nodig om te veranderen en terug onder de gewenste waarde te gaan, hierdoor heeft de regelaar wat tijd voordat hij terug omschakelt en zal de schakelfrequentie niet zo groot zijn. Dit heeft echter een nadeel, men kan met de aanuitregelaar geen constante proceswaarde verkrijgen, omdat er een zogezegde tijd voorbij gaat voordat de x-waarde de verandering van de regelaar waarneemt.

36 6-TSO-IW-c Deel WAT IS EEN PROPORTIONELE REGELAAR Dit is een regelaar die de gewenste spanning vergelijkt met de ingangsspanning van de regelaar en dan bepaald hoe groot de uitgangsspanning van de regelaar moet zijn. Deze regelaar heeft echter meerdere standen doordat men deze formule gebruikt ( ) (met Kpr= een waarde tussen 0 en zeer groot maar niet oneindig). Hierdoor zal y niet altijd de maximale of de minimale waarde hebben, ze kan dus ook waarden aannemen die ertussen liggen AAN-UIT REGELAAR VE RVANG EN DOOR PROPORTIONELE REGELAAR IN VOORGAAND GEVAL Met de proportionele regelaar in de keten, kan men nu een stabiele proceswaarde verkrijgen, omdat de w - x alsmaar kleiner wordt zal y ook alsmaar kleiner worden omdat Kpr niet oneindig is. Zo zal de x-waarde uiteindelijk stabiel worden. Het nadeel wel is dat de gewenste waarde niet bereikt wordt. De x-waarde ligt een klein beetje onder de gewenste waarde, omdat als w en x gelijk zijn y = 0. Als y = 0 zal de x-waarde dus zakken. Er moet dus een evenwicht ontstaan die ervoor zorgt dat y = x. y zal dus zeker kleiner moeten zijn dan de gewenste waarde ZELFREGELEND OF NIET ZELFREGELEND Het proces met de balans is niet zelfregelend, omdat na een verandering van de Y- waarde (ingangswaarde van het proces) de X-waarde (uitgangswaarde van het proces) zichzelf niet zal stabiliseren. Door die verandering van Y zal de balans dus kantelen en het balletje zal blijven rollen (sneller en sneller), tot deze van de balans valt.

37 6-TSO-IW-c Deel PROEF MET DE MOTOR-GENERATOR COM BINATIE EN EEN P- REGELAAR FIGUUR 63: P-REGELAAR IN GESLOTEN K RING MET EEN GESTANDAARDISEERD PROCES

38 6-TSO-IW-c Deel 2 38 FIGUUR 64: STATISCHE PROCESKARAKTERISTIEK VAN EEN MOTOR-GENERATOR COMBINATIE. Op figuur 63 zie je de statische karakteristiek van de p-regelaar en de statische proceskarakteristiek van een gestandaardiseerd proces. Op figuur 64 zie je de statische proceskarakteristiek van een motor-generatorcombinatie van de proef die we hebben uitgevoerd, de proef hebben we al eerder besproken hierboven (2.7). Als je goed kijkt zie je dat de statische proceskarakteristiek van een gestandaardiseerd proces en de statische proceskarakteristiek van een motor-generatorcombinatie overeenkomen. Ze gaan alle twee door de oorsprong en zijn alle twee een rechte. Als je naar de statische regelkarakteristiek van de p-regelaar kijkt zie je dat die pas gaat dalen als de werkelijke proceswaarde x (V) voor bij 4 is want alles voor de vier heeft een uitkomst in de vergelijking ( ( ) ) van en omdat de maximale spanning 10 V blijft de karakteristiek horizontaal op 10. Als de x voorbij de 4 is gaat die dalen en als het 5 bereikt heeft gaat dit 0 zijn. Het evenwichtspunt van de regelaar p proces ligt op.

39 6-TSO-IW-c Deel DEEL 3: ACTUATOR

40 6-TSO-IW-c Deel HET MAKEN VAN DE SPOE L Om de spoel te kunnen wikkelen hadden we eerste een kern nodig. We hadden eerst een kern zoals in figuur 66 en 67 met aan de buitenzijden een plaatje koper met daartussen papier. Hierbij hadden we enkele problemen, onder andere de kern trok aan het open uiteinde dicht, dat kwam door de kracht van de gewikkelde draad, door het papier was de kern niet stevig genoeg dus kwamen de windingen bol te staan. De draad die we gebruikten kwam van een vierkante spoel die ook voor een probleem zorgde, de draad niet mooi recht en blokkeerde soms in die vierkante spoel zo werd het moeilijker om de windingen mooi naast elkaar te leggen. De spoel was dus niet echt bruikbaar. Voor onze tweede spoel hebben we eerst de draad van de vierkante kern over gebracht naar een ronde kern. We hebben ook een andere kern gemaakt zo als in figuur 68 en 69 die bestaat uit een om hulsel van een fijne koperen plaat. Deze was zodanig gemaakt dat de plaatjes niet naar elkaar toe getrokken konden worden door de kracht van de gewikkelde draad. We hebben een eerste nieuwe laag gewikkeld met draad van de ronde spoel. Nu konden we de draad mooi wikkelen, maar omdat we een zeer fijne draad gebruikten was het moeilijk om de draden mooi naast elkaar te leggen. De draden overlapten elkaar af en toe, een 2 de probleem was dat de draad op de vlakken bol kwam te staan omdat deze niet aansloten op de hoeken van de kern zoals te zien is op figuur 69. Door dit fenomeen was de spoel dus dikker en was er kans dat de spoel sleepte tegen de magneetkern (figuur 72). Een 3 de probleem kwam door de te dunne draad die voor een te grote weerstand zorgde en er niet genoeg stroom door vloeide om de nodige kracht te krijgen. Deze spoel was wel al beter maar ze voldoet nog altijd niet helemaal aan onze verwachtingen. Voor onze definitieve spoel hebben dezelfde kern gebruikt als bij spoel twee (zie figuur 68, 69 en 70). Nu hebben we voor alle zekerheid de hoeken van de kern ingesmeerd met 2 componenten lijm zodat de windingen niet beschadigd konden worden en geen kortsluiting kon ontstaan. Ten tweede hebben we een dikkere draad gebruikt dan bij onze 2 de spoel daar hadden we een te grote weerstand. Ten derde om het probleem van spoel 2 op te lossen hebben we dus één laag wikkelingen gelegd, mooi naast elkaar en zonder overlappingen. Met deze dikker draad was dit mogelijk. Om deze draad mooi te laten aansluiten tegen de kern hebben we een 2 componentenlijm aangebracht tussen de windingen. Met 2 houten platen en beugels hebben we de draad goed tegen de kern geperst, de overtollige lijm kwam dan langs de zijkant naar buiten zoals u ziet op figuur 71. Om ervoor te zorgen dat de windingen niet aan het hout bleven plakken hebben we aan alle twee de kanten van de spoel een stukje transparant geplaatst. Op deze stukjes transparant had de lijm geen vat zodat er geen extra problemen waren. Als de 2 componentenlijm uitgehard was heeft de leerkracht heel zachtjes met een schuurpapier over de lijm gewreven zodat de lijm voor de 2 de laag bleef plakken aan de 1 ste laag lijm. heel zachtjes zodat hij geen isolatie van de draad kon beschadigen. Dan hebben we een 2 de laag windingen gelegd met de 2 componentenlijm en het persen zoals bij de 1 ste laag. Zo hebben we onze spoel gemaakt zoals op figuur 70.

41 6-TSO-IW-c Deel 3 41 We hebben de spoel getest met de magnetische kern, indien er stroom door de spoel vloeit wordt deze met een betrekkelijk grote kracht weggeduwd. Spoel 3 voldoet aan al onze voorwaarden en is daarom geslaagd, we maken er zo 2 en deze is onze definitieve spoel. FIGUUR 65: KERN SPOEL 1 FIGUUR 66: WINDINGEN SPOEL 1 FIGUUR 67: KERN EN WINDINGEN SPOEL 2 FIGUUR 68: PROBLEEM SPOEL 2 FIGUUR 69: DEFINITIEVE SPOEL FIGUUR 70: OPSPANNEN DEFINITIE VE SPOEL

42 6-TSO-IW-c Deel 3 42 FIGUUR 71: IJZEREN KERN 3.2 WAT IS EEN LINEAIRE ACTUATOR Een actuator is een toestel die een rond draaiende beweging omzet in een lineaire beweging. In onze GIP is dit niet een rond draaiende beweging maar een magnetisch veld. Die een spoel om hoog of omlaag duwt door de Lorentzkracht. FIGUUR 72: VOORAANZICHT ZELFGEMAAKTE LINEAIRE ACTUATOR. FIGUUR 73: ZIJAANZICHT ZE LFGEMAAKTE LINEAIRE ACTUATOR.

43 6-TSO-IW-c Deel OSCILLATIE BESCHRIJVE N Oscillatie is het uitwijken van de werkelijke waarde ten opzichte van de gewenste waarde, waarbij deze afwijking als maar groter wordt. In onze geval is dat een balletje dat heen en weer gaat rond een bepaalde gewenste waarde. Deze oscillatie komt om dat de rem actie in ons geval proportionele regelaar steeds te laat komt. Bij gevolg zal de bal telkens hij voorbij het scharnierpunt rolt iets versnellen. Er kan dus onmogelijk een stabiele situatie ontstaan. 3.4 BESCHRIJF DE BALANS A LS PROCES INGANG Y = +5 V TOT -5 V De actuatoren worden gevoed door de proces ingang Y, deze kan tussen de +5V en -5V liggen. Aan de hand van het teken van de spanning (+ of -) zal er in de spoelen een trekkracht of een duwkracht gegenereerd worden die de balans laat kantelen. De grote van de spanning is ook van belang voor de grote van de hoek van het kantelen.

44 6-TSO-IW-c Deel DEEL 4: BALANS

45 6-TSO-IW-c Deel I-ACTIE De I-actie zorgt ervoor dat de bal na verloop van tijd exacte de gewenste positie bereikt, deze actie heeft tijd nodig en heeft dus niets in de pap te brokken wanneer er plotse verstoringen optreden. Dit kan je ook zien op figuur 65.

46 6-TSO-IW-c Deel 4 46 FIGUUR 74: GRAFIEK MET P-ACTIE EN I-ACTIE. 4.2 EFFECT I-ACTIE OP DE STATISCHE AFWIJ KING

47 6-TSO-IW-c Deel 4 47 Als er aan de ingang van de I-actie een positieve spanning wordt aangelegd, dan zal, naar gelang hoe groot deze spanning is, de uitgang van de I-actie stijgen. Als er een negatieve spanning wordt aangelegd dan zal de uitgangspanning dalen. Zolang er een fout is tussen de werkelijke waarden en de gewenste zal de I-actie veranderen, ze zal pas onveranderd blijven als de x-waarde gelijk is aan de w-waarde. Doordat de I-actie stijgt, gaat de x-waarde als maar dichter bij de werkelijke proces waarde w komen tot dat de x- waarde gelijk is aan de w-waarde. Het effect van de I-actie op de statische afwijking is dat die afwijking gaat verminderen. Tot dat de x-waarde gelijk is aan de werkelijke proces waarde w. 4.3 D-ACTIE BESPREKEN In de D-actie wordt de Rico van de ingangsspanning berekend door het afgeleide ervan te nemen. De Rico of richtingscoëfficiënt stelt de grote van de stijging van een rechte of een functie voor zoals hieronder op de grafieken te zien is. Dit is de wiskundige berekening van de afgeleide: ( ) De waarde van deze actie is nul wanneer de bal stilligt. Wanneer de bal echter te vlug verrold zal deze actie de snelheid van het verrollen beperken en al doende ervoor zorgen dat er geen oscillaties optreden. Dus de D-actie zorgt er voor dat hij de snelheid van het balletje beperkt en de oscillatie tegen gaat. In Differentieren Uit 4.4 DE BALANS IN GESLOTEN KRING. FIGUUR 75: WAT D-ACTIE DOET. Nu we de 3 soorten regelaars kennen, kunnen we deze toepassing in de regelkring van de balans. We zagen dat de P-actie alleen niet voldoet aan de eisen die wij voorstelden, de balans oscilleerde en we kregen het balletje nooit stil op de plaats waar we het wilden. We voegen er de D-actie bij, deze reageert alleen op snelle veranderingen zodat het balletjes op tijd kan afremmen. Deze 2 acties bijeen zorgen voor ervoor dat het balletje ongeveer op de gewenste waarde stil blijft liggen, toch is er nog altijd een fout of een klein gebied waartussen het balletje kan liggen. We voegen er de I-actie bij, deze actie is alleen van belang voor het kleine foutgebied van de 2 andere acties. Doordat de I-

48 6-TSO-IW-c Deel 4 48 actie traag reageert, kan deze die fout wegwerken en zo krijgen we het balletje op zijn exacte gewenste waarde. FIGUUR 76: TEKENING UITLEG VAN BALANS MET P-REGELAAR

49 6-TSO-IW-c Deel BESLUIT De hoofdopdracht was het bouwen van een lineaire actuator toegepast in een didactische regelkring die een balans moet aansturen. In de loop van het jaar hebben we een nieuwe balans gebouwd, nieuwe actuatoren en zelf de regelaars gebouwd. De nieuwe balans is gebouwd uit een stevig maar toch licht materiaal, zodat deze optimaal en snel kan bewegen. Om de nieuwe actuatoren te maken heb ik geholpen om het te ontwerpen, als deze af waren konden we beginnen met het bouwen ervan. De regelaars heb ik gebouwd op de stageplaats. Wat ik een zeer positieve ervaring vond was het wikkelen van de spoelen. Tijdens het wikkelen van de spoelen, zag ik dat het wikkelen moeilijker was dan ik dacht. Het solderen van de verschillende componenten om een regelaar te bouwen op de stageplaats was ook ervaring rijk, omdat ik zo te weten kwam hoe de regelaars in elkaar zitten en op welke manier deze zouden kunnen worden gebouwd. Het ontwerpen van de actuator was het moeilijkste deel, omdat de actuator aan verschillende kwaliteitsvoorwaarden moest voldoen. Deze voorwaarden goed gebruiken in 1 ontwerp was zeer moeilijk. Voor sommige delen was ik ook wel wat verrast, omdat er soms meer achter al deze technologie zit dan je denkt. Dit was wel een goed onderwerp als GIP, ook al was het niet voor iedereen weggelegd. Als men deze GIP niet zou mogen gekozen hebben maar verplicht werd dan zou dit voor sommigen geen leuk project geweest zijn. Voor mij was dit een geschikt eindwerk. Het maken van een GIP was zinvol en nuttig, het leert je om in groep te werken en aan verschillende deadlines te voldoen. We hebben ook wat praktijk gehad, zo leerde ik wat met mijn handen te werken. Het gaf je ook moed om er verder aan te werken omdat je dan beseft dat je werkelijk iets aan het maken bent, tegenover als je altijd maar theorie krijgt is het soms moeilijk te vatten hoe je GIP werkelijk in elkaar zit. Ik heb heel veel over het onderwerp bijgeleerd, vooral omdat ik nog niet vertrouwd was met regeltechnieken. Alles wat we dit jaar geleerd hebben was totaal nieuw voor mij.

50 6-TSO-IW-c figurenlijst 50 Figurenlijst Figuur 1: Het verschijnsel van magnetische inductie. 9 Figuur 2: Magnetische spectra van een hoefmagneet 9 Figuur 3: Magnetische spectra van een staafmagneet 9 Figuur 4: Veldlijnen van een hoefmagneet 9 Figuur 5: Veldlijnen van een staafmagneet 9 Figuur 6: Veldlijnen van een staafmagneet en 10 Figuur 7: Paramagnetische materiaal. 11 Figuur 8: Tekening van ijzerkern met lucht spleet 12 Figuur 9: Tekening van ijzerkern met lucht spleet 13 Figuur 10: Rechterhandregel 15 Figuur 11: De gebruikte magneten. 16 Figuur 12: De opstelling voor het meten van de magnetische inductie B 16 Figuur 13: De meetbalans. 16 Figuur 14: De meet kop 16 Figuur 15: De tegengewichtjes 17 Figuur 16: De meetgewichten 17 Figuur 17: Tekening van de kop van de meetbalans 18 Figuur 18: Tekening van de volledige meetbalans. 18 Figuur 19: Meten met één magneet. 19 Figuur 20: Afstanden van de balans 19 Figuur 21: Meet met vier magneten 20 Figuur 22: Magneet tussen twee staven. 20 Figuur 23: Tekening van de magneet opstelling 20 Figuur 24: Magneet tussen twee staven die minder ver van elkaar staan. 21 Figuur 25: Tekening van magneet opstelling 21 Figuur 26: Magnetische veld van meeting 1 21 Figuur 27: magnetische veld van meeting 2 21 Figuur 28: Magnetische veld van meeting 3 22 Figuur 29: Magnetische veld van meeting 4 22 Figuur 30: Schaal in Gauss 22 Figuur 31: Procesingang y(v) 24 Figuur 32: Werkelijke proceswaarde x(v) 24 Figuur 33: Voorbeeld van een nulde-orde proces 25 Figuur 34: De procesingang en werkelijke proceswaarde karakteristieken. 25 Figuur 35: Voorbeeld van een eerste-orde proces 25 Figuur 36: De procesingang en werkelijke proceswaarde karakteristiek. 25 Figuur 37: Een voorbeeld van een hogere-orde proces 26 Figuur 38: De procesingang karakteristiek. 26 Figuur 39: De werkelijke proceswaarde karakteristiek 26 Figuur 40: Een voorbeeld van een proces met een dode tijd. 27

51 6-TSO-IW-c figurenlijst 51 Figuur 41: De procesingang karakteristiek. 27 Figuur 42: De werkelijke proceswaarde karakteristiek. 27 Figuur 43: Stapantwoord van een hogere orde proces met aanduiding echte dode tijd, uitsteltijd, tijdsconstante. 28 Figuur 44: Proefopstelling van boven 28 Figuur 45: Proefopstelling opzij 28 Figuur 46: Proefopstelling van voor 29 Figuur 47: Proefopstelling 29 Figuur 48: Proefopstelling 29 Figuur 49: Oscilloscoop 29 Figuur 50: Een procesketen opgebouwd met didactische paneeltje. 30 Figuur 51: Statische proceskarakteristiek van een motor-generator combinatie. 31 Figuur 52: Proefopstelling met potentiometer. 32 Figuur 53: Twee Bronnen 32 Figuur 54: Voltmeter 32 Figuur 55: Karakteristieken van de proef. 32 Figuur 56: Tekening balans 33 Figuur 57: Karakteristieken balans 33 Figuur 58: Karakteristiek van aan-uit regelaar met een hysteresisband 34 Figuur 59: Karakteristiek van de werkelijk proceswaarde (X) met Hysteresisband 0,1 volt 35 Figuur 60: Dit is de karakteristiek van de uitgang regelaar (Y) van de grafiek hier naast. 35 Figuur 61: Karakteristiek van de werkelijke proceswaarde(x) met hysteresisband 0 volt 35 Figuur 62: Dit is de karakteristiek van de uitgang regelaar (Y) van de grafiek hier naast. 35 Figuur 63: P-regelaar in gesloten kring met een gestandaardiseerd proces 37 Figuur 64: Statische proceskarakteristiek van een motor-generator combinatie. 38 Figuur 65: Grafiek met P-actie en I-actie. 46 Figuur 66: Kern spoel 1 41 Figuur 67: Windingen spoel 1 41 Figuur 68: kern en windingen spoel 2 41 Figuur 69: Probleem spoel 2 41 Figuur 70: Definitieve spoel 41 Figuur 71: Opspannen definitieve spoel 41 Figuur 72: IJzeren kern 42 Figuur 73: Vooraanzicht zelfgemaakte lineaire actuator. 42 Figuur 74: Zijaanzicht zelfgemaakte lineaire actuator. 42 Figuur 75: Wat D-actie doet. 47 Figuur 76: tekening uitleg van balans met P-regelaar 48

52 6-TSO-IW-c Bronvermelding 52 Bronvermelding Boek: Elektriciteit Deel 1: gelijkstroomtheorie M.A.J. op t Roodt, J.VAN IN-Lier Blaadje leerkracht elektriciteit Cursus Fysica 5IWc

Magnetisme - magnetostatica

Magnetisme - magnetostatica Hoofdstuk 6. Magnetisme - magnetostatica 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding. Magnetostatica is de leer van de magneten in rust. Het moet niet verward worden met gravitatie, noch met elektrostatica. Gravitatiewerking:

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Fundamentele elektriciteit

Fundamentele elektriciteit KONNKLJKE MLTARE CHOOL Leerstoel Elektriciteit 1 oktober 2002 11 TAW Fundamentele elektriciteit Praktisch werk 6 Oplossingen 1. Twee identieke permanente magneten hebben elk een magnetisch veld van 2 T

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven.  'of) r.. I r. ',' t, J I i I. .o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Werkbladen voor leerlingen

Werkbladen voor leerlingen Magneetpolen Leerdoel: Begrijpen hoe de positieve en negatieve magnetische polen duw- en trekkrachten kunnen aantonen. 1 1. Noem vijf voorwerpen die een magneet aantrekt. 2. Hoe worden de uiteinden van

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen Hoofdstuk 4 Magnetisme Doelstellingen 1. Weten welke magnetische grootheden bestaan en de verbanden ertussen kennen 2. Weten dat er verschillende soorten magnetisme bestaan 3. Weten wat inductie is 4.

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Testen en metingen op windenergie.

Testen en metingen op windenergie. Testen en metingen op windenergie. Inleiding Als we rond groene energie begonnen te denken, dan kwam windenergie als een van de meest vanzelfsprekende vormen van groene energie naar boven. De wind heeft

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

N 200.664 Elektromotor met permanente magneet

N 200.664 Elektromotor met permanente magneet Elektromotor met permanente magneet Naam: Groep/klas: Inhoud: enodigd gereedschap: 1 triplex 200 x 70 x 10 mm potlood, liniaal, passer 1 triplex 190 / 20 x 10 mm,, 2 x boormachine 1 latje 150 x 10 x 5

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss 7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss Berekening van electrische flux Alleen de component van het veld loodrecht op het oppervlak draagt bij aan de netto flux. We definieren de electrische

Nadere informatie

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring 1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling

Nadere informatie

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden Magnetisch Veld van een Stroomdraad Magneetveld omgekeerd evenredig met afstand tot draad : Constante μ 0 is de permeabiliteit van het vacuum: μ 0 = 4π x 10-7

Nadere informatie

Examen HAVO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen HAVO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 13. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen HVO 2008 tijdvak 1 vrijdag 23 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 13 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. ij dit examen

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tijd: 2 Juni 217, 12: 14: uur Plaats: WN zalen S67; P647; P663; S 623, S 631, S 655; M 639, M 655 Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad.

Nadere informatie

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen

Vragenlijst MAGNETISME. Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Vragenlijst MAGETSME Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen Antwoordeninstructie Je hebt een heel lesuur om de vragen te beantwoorden. Er zijn in totaal 19 vragen, waarvan 5 open vragen en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

MAGNETISME & ELEKTRICITEIT

MAGNETISME & ELEKTRICITEIT Hoofdstuk 1 MAGNETISME & ELEKTRICITEIT 1.1 Doelstelling In tegenstelling tot praktisch alle handboeken start je met elektromagnetisme. De reden is eenvoudig omdat alle elektrische toepassingen steeds gepaard

Nadere informatie

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012 - Biologie Schriftelijk examen 2e Ba Biologie 2011-2012 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgaven niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Analyse van de Futaba S3003 dc motor

Analyse van de Futaba S3003 dc motor Analyse van de Futaba S3003 dc motor Door Ali Kaichouhi In dit artikel wordt de RF-020-TH dc motor wat nader ondergezocht. Het eerste deel bevat informatie over de constructie en de werking van deze motor.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters

Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 5: Elektro-akoestische omzetters In dit korte hoofdstuk is het enkel de bedoeling enkele elektro-akoestische basisprincipes aan bod te

Nadere informatie

VWO Module EM. Elektromagnetisme

VWO Module EM. Elektromagnetisme VWO Module EM1 Elektromagnetisme Bouw een eigen luidspreker of elektromotor. Naam: VWO Module EM P a g i n a 1 30 Titel: Auteur: Eigenfrequentie, VWO module EM1: Elektromagnetisme Simon de Groot Datum:

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten

Nadere informatie

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas:

Windmolenpark Houten. Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten. Namen: Klas: Namen: Klas: Windmolenpark Houten Project nask & techniek Leerjaar 2 havo/atheneum College de Heemlanden, Houten Ontwikkeld door: Geert Veenstra Gerard Visker Inhoud Probleem en hoofdopdracht Blz 3 Samenwerking

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Begripsvragen: Elektrisch veld

Begripsvragen: Elektrisch veld Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

3.1 Magneten en elektromagneten

3.1 Magneten en elektromagneten 3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke

Nadere informatie

Glossary. Begrippenlijst magnetisme

Glossary. Begrippenlijst magnetisme Glossary Begrippenlijst magnetisme ANISOTROOP ISOTROOP Wanneer het persen van een soort magneetmateriaal in een magneetveld plaats heeft dan noemt men het magneetmateriaal voorkeursgericht en anisotroop.

Nadere informatie

I A (papier in) 10cm 10 cm X

I A (papier in) 10cm 10 cm X Tentamen: Fysica en Medische Fysica 2 Tijd: 15:15-18:00 uur, donderdag 28 mei 2009 Plaats: TenT blok 4 (met bijlage van formules, handrekenmachine is toegestaan) Docent: Dr. K.S.E. Eikema Puntentelling:

Nadere informatie

Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit.

Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit. Studenten van de elektronica afdeling van het VTI testen de vorig jaar gebouwde Savonius windturbine uit. VTI Aalst: een school van techniek en toegepaste wetenschappen. De Beer Gino, http://users.telenet.be/laboee/

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2019-II

natuurkunde vwo 2019-II Elektrische gitaar Het geluid van een elektrische gitaar wordt versterkt weergegeven via een luidspreker. Op de gitaar zijn zogenaamde elementen gemonteerd, die de mechanische trillingen van de snaren

Nadere informatie

V: Snelheidsregeling van DC-motor

V: Snelheidsregeling van DC-motor V: Snelheidsregeling van DCmotor 1 Inleiding Deze laboproef omvat de snelheidsregeling van een klein DCmotortje. De motor wordt aangestuurd via een vermogentrap die een Hbrug bevat. De Tacho geeft de sneldheid

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6

-0,20,0 0,5 1,0 1,5 0,4 0,2. v in m/s -0,4-0,6 Dit oefen et 2 en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl 5vwo oefen-et 2 Et-2 stof vwo5: Vwo5 kernboek: Hoofdstuk 3: Trillingen Hoofdstuk 4: Golven Hoofdstuk 5: Numerieke natuurkunde Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Nadere informatie

Impedantie V I V R R Z R

Impedantie V I V R R Z R Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R

Nadere informatie

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

VLAKKE PLAATCONDENSATOR H Electrostatica PUNTLADINGEN In een ruimte bevinden zich de puntladingen A en B. De lading van A is 6,010 9 C en die van B is +6,010 9 C. Om een idee van afstanden te hebben is in het vlak een rooster

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

1 Overzicht theorievragen

1 Overzicht theorievragen 1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

Arbeid, vermogen en rendement

Arbeid, vermogen en rendement Arbeid, vermogen en rendement Formules Arbeid Arbeid is een maat van het werk dat geleverd wordt door een krachtbron om een voorwerp te verplaatsen. Als een kracht een verplaatsing tot gevolg heeft dan

Nadere informatie

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2 Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. Bekijk de twee stroomkringen op de foto s hieronder. stroomkring 1 stroomkring 2 Noem voor beide stroomkringen

Nadere informatie

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar. Tentamen Elektriciteit en Magnetisme 1 Woensdag 22 juni 211 9:-12: Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar. Maak elke opgave op een apart vel. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen. Alle

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal Elektrische flux Een cilinder van een niet-geleidend materiaal wordt in een elektrisch veld gezet als geschetst. De totale elektrische flux door het oppervlak van de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek

HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek HOOFDSTUK 1: Fysische grondslagen van de elektrotechniek 1. Elektrostatica ladingen, velden en krachten lading fundamentele eigenschap van materie geheel veelvoud van elementaire lading = lading proton/elektron

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een

Nadere informatie

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 27 Magnetisme. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 27 Magnetisme Hoofdstuk 27 Magneten en Magnetische Velden Electrische Stroom Produceert Magnetisch Veld Stroom oefent kracht uit op magneet Magneetveld oefent kracht uit op een Electrische Stroom

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be

toelatingsexamen-geneeskunde.be Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op

Nadere informatie

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1 Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.

Nadere informatie

LEERACTIVITEIT: De stroomkring in beeld

LEERACTIVITEIT: De stroomkring in beeld LEERACTIVITEIT: De stroomkring in beeld Duur leeractiviteit Graad Richting Vak Onderwijsnet Leerplan 2 3 ASO/TSO Fysica Toegepaste Fysica Elektriciteit Vrij onderwijs/go Bruikbaar in alle leerplannen met

Nadere informatie

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1 krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden. Vraag 1 Vraag 1 Twee stenen van op dezelfde hoogte horizontaal weggeworpen in het punt A: steen 1 met een snelheid v 1 en steen 2 met snelheid v 2 Steen 1 komt neer op een afstand x 1 van het punt O en steen 2

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1 Opgave 1 Fata Morgana (3p) We hebben een planparallelle plaat met een brekingsindex n(z), die met de afstand z varieert. Zie ook de figuur. a. Toon

Nadere informatie

Onderzoek werking T-verter.

Onderzoek werking T-verter. Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.

Nadere informatie

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten

Experiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten Q2-1 Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten (10 punten) Lees de algemene instructies in de aparte enveloppe voor je met het experiment begint. Introductie Fase-overgangen

Nadere informatie

7 Elektriciteit en magnetisme.

7 Elektriciteit en magnetisme. 7 Elektriciteit en magnetisme. itwerkingen Opgae 7. aantal 6, 0 9,60 0 8 elektronen Opgae 7. aantal,0 0,0 0 A,60 0 s 9,5 0 6 elektronen/s Opgae 7. O-atoom : +8-8 0 O-ion : +8-0 - Lading O-ion - x,6 0-9

Nadere informatie

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12 Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12 Opgaven 7.1 Magneten en elektromagneten 1 a Ongelijke polen trekken elkaar aan. De noordpool van een kompas wordt

Nadere informatie

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal

Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren. Beschrijving. Afgegeven signaal Toerental-/positiesensoren: inductie-sensoren Beschrijving 0. Sensor. Tandkrans. Signaalaansluiting. Signaalaansluiting 3. Afschermmantelaansluiting Principeschema. Tandkrans (recht weergegeven) Afgegeven

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad

Nadere informatie

. Vermeld je naam op elke pagina.

. Vermeld je naam op elke pagina. Tentamen: Elektriciteit en Magnetisme Docent: J. F. J. van den Brand R. J. Wijngaarden Datum: 30 Mei 2006 Zaal: Q112/M143 Tijd: 15:15-18.00 uur. Vermeld je naam op elke pagina.. Vermeld je collegenummer..

Nadere informatie