Gemeenteraad 18 december 2008

Transcriptie

1 Gemeenteraad 18 december 2008 Aanwezig: Kurt Vanryckeghem: Burgemeester-Voorzitter Rik Soens, Chantal Coussement, Kristof Chanterie, Jo Neirynck, Peter Desmet, Pietro Iacopucci, Henri Dewitte: Schepenen Freddy François, Veerle Deconinck, Jules Godefroid, Willy Benoit, Georges Vantieghem, Mario Verhellen, Guy Adams, Jaak Lefevre, Maria Polfliet, Xavier Wyckhuyse, Guy Van den Eynde, Joost Kerkhove, Davine Dujardin, Bart Kindt, Connie Devos, Ann-Sophie Kindt, Heidi Vandenbroeke, Els Naessens, Bruno Lahousse, Hilde Dewever, Henri Destoop, Dieter Alyn, Delphine Cloet, Griet Deleersnyder, Christel Markey: Raadsleden Guido De Langhe : Secretaris Verontschuldigd: Griet Deleersnyder De vergadering vangt aan om: uur OVEREENKOMSTIG HET ARTIKEL 26 VAN HET REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE (BESLISSING GEMEENTERAAD DD ) WORDT, BIJ DE GEHEIME STEMMINGEN, HET BUREAU ALS VOLGT SAMENGESTELD: KURT VANRYCKEGHEM, BURGEMEESTER VOORZITTER DAVINE DUJARDIN EN ANN-SOPHIE KINDT, LEDEN, JONGSTE RAADSLEDEN OPENBARE ZITTING 1. mededelingen - Raadslid, mevr. Heidi Vandenbroeke, verwijst naar een mededeling in de vorige gemeenteraad betreffende de sloping van het gebouw naast het jeugdcentrum. Die werken werden toegewezen aan firma Vanden Buverie & Co en zijn gestart op 17/11/2008. Omdat het een site betreft waar asbest aanwezig was, dienden strikte veiligheidsnormen in acht genomen te worden. Er werd hier blijkbaar nonchalant mee omgesprongen en de afbraak gebeurde op een niet reglementaire wijze, waardoor het gevaar op vervuiling reëel is. De stadsdiensten hebben gereageerd tegen de aannemer, maar de verdere opvolging is onduidelijk en ontoereikend. De aannemer heeft alles opgeruimd en bij de vaststelling door de politie was alles al verwijderd. Dit betekent niet dat de site nu veilig is. De volksgezondheid komt hier in het gedrang en de burgemeester draagt verantwoordelijkheid ten aanzien van de Waregemse inwoners. Het raadslid stelt volgende vragen: - Welke maatregelen werden genomen om al dan niet een gevaar vast te stellen? - Welke instanties werden verwittigd en werd er melding gemaakt aan het Ministerie van Volksgezondheid? - Zijn er metingen gebeurd om na te gaan of er sprake is van asbestvervuiling op de site en in hoeverre er schade werd toegebracht aan het milieu? Het gaat om de veiligheid van de burgers. De Chiro speelt daar. Kind & Gezin is daar gehuisvest. In de onmiddellijke omgeving is er een woonwijk. Zijn er maatregelen genomen om de mensen te beschermen? Burgers kunnen in aanraking gekomen zijn met asbest dat is rondgevlogen. Is de bevolking ingelicht over mogelijke gevaren en risico s en op welke manier wordt dit dossier verder opgevolgd? - Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat de werken toegewezen werden aan de firma Vanden Buverie & Co. Men neemt aan dat zij die werken uitvoeren volgens de regels van de kunst. We hebben er akte van genomen dat dit niet het geval was, zegt de voorzitter. Er werd een pv opgesteld door de politie. De politie heeft onze diensten ingelicht en de aannemer werd op zijn plichten gewezen. Ondertussen lag het gebouw al plat. - Raadslid, mevr. Heidi Vandenbroeke, vraagt of het niet opportuun is om metingen te doen en na te gaan hoe groot de schade is. Er kan asbestvervuiling zijn en er mogen geen risico s genomen worden. - Raadslid, de heer Guy Adams, zegt dat hij ook dat dossier ingekeken heeft. Hij kreeg ook een signaal dat er problemen waren bij die afbraakwerken. Hij wil dit zeker niet minimaliseren. Het gaat tenslotte om de veiligheid van de burgers. Er is inderdaad door de betrokken dienst een fax gestuurd naar de aannemer, maar ondertussen zijn de onzorgvuldigheden gebeurd. De aannemer heeft zich niet gehouden aan het bestek. - Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat hiervoor een pv opgesteld werd. - Raadslid, de heer Guy Adams, zegt dat er geen pv opgesteld werd. Hij heeft hiervoor contact genomen met de politie. Er kon geen pv opgesteld worden, omdat men geen vaststelling kon doen. De afbraak was al opgeruimd. Als er asbestplaten kapotvallen op de harde ondergrond, is er zeker asbeststof vrijgekomen. Er bestaat een Gemeenteraadszitting 18 december

2 richtlijn van de Vlaamse overheid hoe asbest veilig kan verwijderd worden en dit werd met de voeten getreden door de aannemer. - Voorzitter, de heer Kurt Vanryckeghem, zegt dat dit duidelijk in het bestek opgenomen werd en dat de stad niet verantwoordelijk is voor hetgeen de aannemer doet. De voorzitter zegt dat hij de politie hierover zal aanspreken om exact te weten wat zij vastgesteld hebben. Hij zal persoonlijk contact nemen met de aannemer en in de gemeenteraad van januari verslag uitbrengen. - Volgende commissie: dinsdag 6 januari 2009 om 18.15u - Volgende gemeenteraad: dinsdag 13 januari 2009 om 19.00u. De volgende gemeenteraadsleden waren afwezig: Veerle Deconinck, Davine Dujardin, Els Naessens, Griet Deleersnyder 2. vaststellen opcentiemen op de onroerende voorheffing - dienstjaar 2009 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 260; Gelet op de Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald het artikel 464,1 ; Gelet op het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het W.I.B. voor wat betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999; Gelet op het verslag van de algemene commissie, dd. 11 december 2008; Gelet op de financiële toestand van de stad, Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Er worden voor het dienstjaar 2009, 1600 (duizend zeshonderd) gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. Art. 2: Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 3: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Uitslag van de stemming: - voor: 23 - CD&V + sp.a spirit - tegen: 4 - Open Vld - onthoudingen: 1 - Vl. Belang De volgende gemeenteraadsleden waren afwezig: Veerle Deconinck, Jo Neirynck, Davine Dujardin, Els Naessens, Griet Deleersnyder 3. vaststellen aanslagvoet aanvullende belasting op de personenbelasting - dienstjaar 2009 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de gemeentewet, meer bepaald artikel 260; Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald de artikelen 465 tot 470; Gelet op de financiële situatie van de stad; Gelet op het verslag van de algemene commissie, dd. 11 december 2008; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Art. 2: Art. 3: Art. 4: Er wordt voor het dienstjaar 2009 een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de stad op 1 januari van het dienstjaar. De belasting wordt vastgesteld op 6,8 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde dienstjaar. Het dienstjaar is hetzelfde als het aanslagjaar volgens de terminologie die gebruikt wordt in het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het dienstjaar voorgaande jaar, dus in De vestiging en de inning van de aanvullende gemeentebelasting worden toevertrouwd aan de administratie der directe belastingen, overeenkomstig art. 469 van het wetboek op de inkomstenbelasting Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Gemeenteraadszitting 18 december

3 Uitslag van de stemming: - voor: 24 - CD&V + sp.a spirit - tegen: 4 - Open Vld - onthoudingen: 1 - Vl. Belang De volgende gemeenteraadsleden waren afwezig: Veerle Deconinck, Jo Neirynck, Davine Dujardin, Griet Deleersnyder 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 a) vaststellen belastingreglement op de verkoop van afvalzakken 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S.van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op de verkoop van afvalzakken dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen : Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Er wordt een contantbelasting geheven op de verkoop van afvalzakken verplicht te gebruiken voor ophaling restfractie, PMD-fractie en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen van 01 januari 2009 tot en met 31 december Art. 2: Het bedrag van de contantbelasting van de te verkopen zakken wordt als volgt vastgesteld : 2.1. witte afvalzak (oranje opdruk stad Waregem ) voor huishoudelijk restafval : klein formaat (30 liter): 0,50 EUR per zak of 5,00 EUR voor rollen van 10 zakken groot formaat (60 liter): 1,00 EUR per zak of 10,00 EUR voor rollen van 10 zakken 2.2. oranje afvalzakken (witte opdruk Stad Waregem ) voor vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen - groot formaat (60 liter): 1,00 EUR per zak of 25 EUR voor rollen van 25 zakken 2.3. PMD-zakken voor fractie plastiekflessen en flacons, metaal en drankverpakkingen 0,25 EUR per zak of 5,00 EUR voor rollen van 20 zakken Art. 3: Art. 4: Art. 5: Art. 6: Alle afvalzakken worden te koop aangeboden op het stadhuis en andere stedelijke administratieve centra. Het schepencollege krijgt machtiging om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via handelaars of commerciële instellingen. De verplichte verkoopprijs voor de handelaars is deze zoals vermeld in art. 2. De aankoopprijs voor de handelaars bedraagt de verplichte verkoopprijs verminderd met een commissieloon als volgt bepaald: Aankoopprijs per zak Commissie per zak ,475 EUR 0,025 EUR ,95 EUR 0,05 EUR ,95 EUR 0,05 EUR ,225 EUR 0,025 EUR Het commissieloon is BTW inclusief ten laste van de handelaar en is niet aftrekbaar voor de handelaar. De BTW wordt door de stad aan de staat betaald. De aankoopprijs wordt bij afgifte van de invorderingsstaat contant betaald. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Gemeenteraadszitting 18 december

4 Art. 7: Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement op verkoop van afvalzakken wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009 opgeheven. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 b) vaststellen belastingreglement op het gebruik van parkeerautomaten en betaalparkeerkaarten van 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap; Gelet op het Ministerieel besluit van 3 mei 2004 waarbij de personen die de bewonerskaart kunnen bekomen en de overheid die bevoegd is om deze kaart uit te reiken, worden aangewezen en waarbij het model ervan alsmede de nadere regels voor uitreiking en voor gebruik worden bepaald; Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 2 oktober 2007 betreffende de modaliteiten van de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op het gebruik van parkeerautomaten en betaalparkeerkaarten dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen; Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Art. 2: Art. 3: Er wordt een contantbelasting gevestigd op het gebruik van parkeerautomaten en betaalparkeerkaarten, ingaande op 01/01/2009 en eindigend op 31/12/2012. In het kader van deze contantbelasting worden de door het college van burgemeester gemachtigde ambtenaren bevoegd verklaard om alle vaststellingen te doen, die de toepassing van onderhavig reglement mogelijk moeten maken. Op de plaatsen met parkeerautomaten of plaatsen gesignaleerd door de verkeersborden van de reeks E9 met onderbord betalen, zoals bedoeld in artikel van het Algemeen Reglement op de politie van het wegverkeer (KB van 01/12/1975), is de parkeertijd beperkt volgens één van de hierna aangegeven gebruiksmodaliteiten van deze toestellen. De bestuurder, die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren volgens de gebruiksmodaliteiten van de PARKEERAUTOMATEN kan hetzij in de voormiddag (van 9 tot 13 uur), hetzij in de namiddag (van 14 tot 18 uur) gedurende maximum 4 uren parkeren op de onder artikel 3 bedoelde plaatsen, tegen betaling van een belasting van 12,50 EUR. Deze gebruiksmodaliteit wordt op de toestellen aangeduid als tarief 1 van de contantbelasting. De belasting wordt betaald: Ofwel op voorhand door aankoop van een blanco parkeerticket bij de stadskas. Dit ticket wordt door de bestuurder geldig gemaakt op het ogenblik van het parkeren door inschrijving, in inkt en in volle letters van de datum en de tijdsperiode (voormiddag of namiddag) van het parkeren; Gemeenteraadszitting 18 december

5 Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Art. 12: Ofwel op het ogenblik van het parkeren van het voertuig, aan de gemachtigd ambtenaar, op voorlegging van het geldig gemaakte parkeerticket. Bij afwezigheid van de gemachtigd ambtenaar op het ogenblik van parkeren, dient de belasting betaald te worden binnen de vijf dagen, ofwel in speciën in de stadskas, ofwel door storting of overschrijving op de bank- of postrekening van de stad, overeenkomstig de richtlijnen, vermeld op het parkeerticket dat in dit geval door gemachtigd ambtenaar op het voertuig wordt aangebracht. In afwijking van artikel 3, bedraagt de te betalen contantbelasting voor de personen die opteren voor kortparkeren, zijnde tarief 2 : - optie maximum parkeerduur 15 minuten: gratis; - optie maximum parkeerduur 1 uur: 0,50 EUR, - optie maximum hoogste parkeerduur 2 uur: 1,00 EUR, Voor iedere gebruikte tijdsduur dient men een verkeersticket aan de parkeerautomaat af te nemen en eventueel te betalen door inbreng van de nodige muntstukken of door het gebruik van de protonkaart. Er wordt een belasting gevestigd op de aflevering van een elektronische betaalparkeerkaart, geprogrammeerd in functie van het in artikel 4 vermelde tarief 2. Er wordt geopteerd voor een systeem met indeling per tijdseenheden. De belasting op deze betaalkaart bedraagt 0,50 EUR per uureenheid. Voor het bekomen van het gratis eerste kwartier, wordt de verplichting behouden tot het nemen van een parkeerticket door de houder van de elektronische betaalkaart, zoals bepaald in artikel 4. De elektronische betaalkaarten zijn uitsluitend te bekomen bij de stadskas en bij de door het College van Burgemeester en Schepenen aangeduide verkooppunten. Het College van Burgemeester en Schepenen krijgt machtiging om een verkoopnet te organiseren voor de elektronische parkeerkaarten via handelaars, commerciële of financiële instellingen. De afhaling van deze kaarten gebeurt aan de stadskas. Minimum 10 kaarten worden ineens afgehaald en zijn contant te betalen. De verplichte verkoopprijs voor de handelaar bedraagt het aantal uureenheden van de kaart, vermenigvuldigd met 0,50 EUR per uureenheid. De aankoopprijs voor de handelaar bedraagt de voorvermelde verplichte verkoopprijs, verminderd met het commissieloon, zijnde 6% op de verplichte verkoopprijs, en vermeerderd met de BTW op dit commissieloon. De BTW is te voldoen door de stad en is niet aftrekbaar voor de handelaar. De kaarthouder voor deze elektronische betaalkaarten, worden verspreid door het stadsbestuur tegen kostprijs. Er wordt een contantbelasting gevestigd op de aflevering van een gemeentelijke parkeerkaart, waardoor het mogelijk wordt parkeerfaciliteiten te benutten, bedoeld in het Koninklijk besluit dd. 9 januari 2007 en het Ministerieel besluit dd. 9 januari De belasting valt ten laste van de titularis. De prijs van een uitgereikte kaart wordt vastgesteld op 125,00 EUR, per jaar voor totale vrijstelling. Deze kaarten worden uitgereikt door het stadsbestuur. Zij zijn alleen van toepassing in die straten, waar bij toepassing van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, het bewonersparkeren wordt ingevoerd en in de strikt nabije omgeving van de domicilie van de bewoner. Het parkeerticket, de elektronische parkeerkaart, of de gemeentelijke parkeerkaart moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Overeenkomstig art van het wegverkeerreglement moet het voertuig de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de toegestane parkeertijd. Dit belastingreglement is niet toepasselijk: - op de zon- en feestdagen; - vanaf de zaterdag voor, tot en met de dag na Waregem Koerse; - op 11 juli. Volgende parkeerders worden vrijgesteld van het betalen van onderhavig belastingreglement: - de mindervaliden, houders van een speciale kaart, uitgereikt door een officiële instelling; - de prioritaire voertuigen; - de als dusdanig herkenbare voertuigen of dienstvoertuigen van de maatschappijen voor nutsvoorzieningen of van andere erkende dienstverlenende instanties; - de huisartsen, thuisverpleegkundigen, diensten gezinszorg, kinesisten, dierenartsen die werkzaam zijn in de stad en zich als dusdanig kenbaar maken (kenteken wagen). De volgende personen zijn hoofdelijk tot de belasting gehouden: - de bestuurder van het voertuig; - de houder van het voertuig; - de titularis van de nummerplaat. Indien de titularis van de nummerplaat een leasingmaatschappij is of een verhuurder van voertuigen, dan is deze niet aansprakelijk, indien hij de identiteit en het adres van de werkelijke houder opgeeft. Gemeenteraadszitting 18 december

6 Art. 13: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Art. 14: Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd volgens het tarief 1, vermeld onder artikel 3, en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Art. 15: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 16: Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 17: Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden. Art. 18: Het vorige belastingreglement op het gebruik van parkeerautomaten en betaalparkeerkaarten wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Art. 19: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 c) vaststellen belastingverordening op het parkeren met beperkte duur van 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de Grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op het parkeren met beperkte duur dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen; Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Er wordt een contantbelasting gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg, waar parkeren met beperkte duur voorzien is vanaf 01/01/2009 tot en met 31/12/2012; Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. Art. 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld : Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden ; Een forfaitair bedrag van 12,50 per halve dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. Er gebeurt een eerste vaststelling door de aangestelde van de stad. Als bij een tweede vaststelling van het voertuig op dezelfde plaats, de beperkte parkeerduur toegelaten door het verkeersbord, overschreden wordt, wordt een belasting van 12,50 geheven. Art. 3: De volgende personen zijn hoofdelijk tot de belasting gehouden: - de bestuurder van het voertuig; - de houder van het voertuig; - de titularis van de nummerplaat. Indien de titularis van de nummerplaat een leasingmaatschappij is of een verhuurder van voertuigen, dan is deze niet aansprakelijk, indien hij de identiteit en het adres van de werkelijke houder opgeeft. Gemeenteraadszitting 18 december

7 Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Als de wagen langer geparkeerd wordt op dezelfde parkeerplaats dan de maximaal toegelaten duur aangeduid door het verkeersbord, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de stad een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. In geval van niet-betaling van de belasting binnen de vijf dagen wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden. Het vorige belastingreglement op het parkeren met beperkte duur wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Het belastingreglement wordt voor toezicht aan de Hogere Overheid overgemaakt. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 d) vaststellen belastingverordening op het parkeren binnen een blauwe zone 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de Grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap; Gelet op het Ministerieel besluit van 3 mei 2004 waarbij de personen die de bewonerskaart kunnen bekomen en de overheid die bevoegd is om deze kaart uit te reiken, worden aangewezen en waarbij het model ervan alsmede de nadere regels voor uitreiking en voor gebruik worden bepaald; Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 2 oktober 2007 betreffende de modaliteiten van de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het gangbare belastingreglement op het parkeren binnen een blauwe zone dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen; Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Er wordt een contantbelasting gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg vanaf 01/01/2008 tot en met 31/12/2012; Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Gemeenteraadszitting 18 december

8 Art. 2: Art. 3: Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. De belasting wordt als volgt vastgesteld: Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de parkeerschijf die in een blauwe zone verplicht moet voorgelegd worden; Een forfaitair bedrag van 12,50 per halve dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel van het Koninklijk Besluit Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente uitgereikte officiële bewonerskaart, zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig ; (cfr. gemeenteraad dd. 02 oktober 2007) Het parkeren binnen een blauwe zone van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van persoon met een handicap wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991 De volgende personen zijn hoofdelijk tot de belasting gehouden: - de bestuurder van het voertuig; - de houder van het voertuig; - de titularis van de nummerplaat. Indien de titularis van de nummerplaat een leasingmaatschappij is of een verhuurder van voertuigen, dan is deze niet aansprakelijk, indien hij de identiteit en het adres van de werkelijke houder opgeeft. Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de stad een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement op het parkeren binnen een blauwe zone wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009 opgeheven. Het belastingreglement wordt voor toezicht aan de Hogere Overheid overgemaakt. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 e) belastingreglement op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen en materialen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en/of plaatsen en/of tijdstippen van 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gemeenteraadszitting 18 december

9 Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (Vlarea); Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen en materialen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en/of plaatsen en/of tijdstippen dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen; Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Art. 2: Art. 3: Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 wordt een belasting geheven op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen en materialen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en/of plaatsen en/of tijdstippen. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen of materialen heeft gestort en/of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en / plaatsen en/of tijdstippen en de persoon die opdracht of toelating gaf tot voormeld storten en achterlaten. Belasting op niet-gevaarlijke afvalstoffen en materialen 1 De niet-gevaarlijke afvalstoffen en materialen worden ingedeeld in vijf (5) categorieën rekening houdend met het gewicht en de inhoud of omvang van de afvalstof en dit volgens volgend schema. Max. gewicht GHA GHA GHA 150 kg GA GA GHA GHA 70 kg MA GA GA GA GHA 20 kg KA MA MA GA GA 2 kg KA KA MA MA 0,5 kg ZKA KA KA 1,5 dm³ 10 dm³ 200 dm³ 1 m³ 2 m³ Max. 1,5 l 10 l 200 l 1000 l 2000 l inhoud/omvang ZKA: Zeer klein afval of materiaal: Onder deze categorie valt ook de hondenpoep KA: Klein Afval of materiaal : Onder deze categorie vallen ook afficheborden (<5) MA: Middelgroot afval of materiaal: Onder deze categorie vallen ook afficheborden (6<10) GA: Groot afval of materiaal: Onder deze categorie vallen ook afficheborden (> 10) GHA: Grote hoeveelheden afval of materialen 2 De belasting wordt als volgt vastgesteld : Zeer klein afval of materiaal: 10 euro Klein Afval of materiaal: 25 euro Middelgroot afval of materiaal: 50 euro Groot afval of materiaal: 150 euro Grote hoeveelheden afval of materialen: 400 euro De belasting voor het weghalen van gevaarlijk afval is 400 euro. Voor de definitie van gevaarlijk afval wordt verwezen naar het afvalstoffendecreet. De daartoe door het college van burgemeester en schepenen aangestelde en beëdigde stadsbeambten zijn gemachtigd om vaststellingen te doen van feiten, die aanleiding geven tot het vestigen van de belasting. De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, Gemeenteraadszitting 18 december

10 Art. 9: Art. 10: Art. 11: Art.12: invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen en materialen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en/of plaatsen en/of tijdstippen wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 f) algemene milieubelasting 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op de beschikbaarheid van een databestand van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, betreffende het omniostatuut voor inwoners van stad Waregem; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning "VLAREM I" genoemd (B.S. 26 juni 1991) en wijzigingen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement algemene milieubelasting dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen ; Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; TITEL I: ALGEMENE BEPALING Art. 1: Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 wordt, ten behoeve van de stad Waregem, een algemene milieubelasting geheven. Art. 2: De belasting is ten laste van : ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de stad de natuurlijke en rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar, als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de stad een handels-, nijverheids-, land- of tuinbouwbedrijf exploiteren, een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen. Art. 3: De belasting is niet verschuldigd door de rechtspersonen bedoeld in art. 180,181 en 182 van het Wetboek van Inkomstenbelasting Art. 4: De algemene milieubelasting ten laste van de personen bedoeld in art. 2, 1), wordt hierna "Algemene Milieubelasting Gezinnen" genoemd, afgekort "A.M.B.-gezinnen". Deze ten laste van de personen genoemd in art. 2,2) wordt verder in dit besluit aangeduid als "Algemene Milieubelasting- Economische Entiteiten", afgekort A.M.B.-Economische Entiteiten. TITEL II: BEPALINGEN EIGEN AAN DE A.M.B.-GEZINNEN Art. 5: Art. 6: Onder gezin wordt verstaan: a) hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft ; hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk een zelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. Uitzondering wordt gemaakt voor bewoners van collectieve inrichtingen zoals bejaardentehuizen en kloostergemeenschappen. De belasting kan vastgesteld en ingekohierd worden op naam van één van de gezinsleden, met die verstande dat alle gezinsleden hoofdelijk en solidair de belasting verschuldigd zijn. De belasting bedraagt 62,00 EUR per jaar en per gezin. Ze is verschuldigd overeenkomstig de op één januari bestaande gezinstoestand. Voor de gezinnen die genieten van een verhoogde tegemoetkoming, ook genoemd voorkeursregeling in het kader van de ziekteverzekering, bedraagt de belasting 25,00 EUR. Gemeenteraadszitting 18 december

11 Komen ook in aanmerking voor het verlaagd tarief de gezinnen waarvan een kind recht heeft op verhoogde kinderbijslag (regeling loontrekkenden en zelfstandigen). Deze categorie kan niet worden weergegeven door het bestand van de Kruispuntbank. (K.B. van ) TITEL III: BEPALINGEN EIGEN AAN DE AMB-ECONOMISCHE ENTITEITEN. Art. 7: De A.M.B.-Economische entiteiten is verschuldigd door elk natuurlijk persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de stad: - een handels-, nijverheids-, land- of tuinbouwbedrijf exploiteert - een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefent en die als hinderlijke inrichting beschouwd wordt overeenkomstig bijlage I van Vlarem I. Art. 8: De belasting wordt berekend en gevestigd per afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de stad. Art. 9: Het bedrag van de belasting wordt op basis van de belastbare oppervlakte per 1 januari van het aanslagjaar en op basis van de klasse van hinderlijkheid vastgesteld op: a) tot m² belastbare oppervlakte: hinderlijke inrichting klasse III : 82,00 EUR hinderlijke inrichting klasse II : 82,00 EUR hinderlijke inrichting klasse I : 82,00 EUR b) van m² tot en met m² belastbare oppervlakte: hinderlijke inrichting klasse III : 250,00 EUR hinderlijke inrichting klasse II : 370,00 EUR hinderlijke inrichting klasse I : 620,00 EUR c) meer dan m² belastbare oppervlakte: hinderlijke inrichting klasse III : 495,00 EUR hinderlijke inrichting klasse II : 745,00 EUR hinderlijke inrichting klasse I : 1240,00 EUR Voor inrichtingen die een meervoudige graad van hinder hebben, wordt de graad van hinder slechts éénmaal toegepast, nl. de graad van hoogste categorie. Als hinderlijk wordt beschouwd, de inrichting zoals bepaald in de bijlage I van het "VLAREM I". Als belastbare oppervlakte komt in aanmerking : de totale oppervlakte, zowel bebouwde als onbebouwde die voor de uitoefening van de beroepsactiviteit of bedrijfsuitbating wordt gebruikt of hiervoor noodzakelijk is, alsmede de oppervlakte van de aanliggende terreinen met inbegrip van alle aanhorigheden die de een functionele band hebben met de uitoefening van de beroepsactiviteit of met de bedrijfsuitbating. Komt niet in aanmerking en dient dienvolgens niet aangegeven te worden : a) voor alle bedrijven : de oppervlakte van groenzones en/of braakliggende gronden; b) bovendien voor land- en tuinbedrijven : de oppervlakte van hofplaatsen, weilanden en cultuurgronden. Alle belastingplichtigen worden geacht over een belastbare activiteitskern of bedrijfsvestiging te beschikken waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is. Art. 10: De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. De stopzetting of vermindering van de activiteit in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode of de indeling in een lagere klasse van hinderlijkheid, geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering Art. 11: Elke belastingplichtige is ertoe gehouden aangifte te doen door middel van een formulier dat hem door het stadsbestuur wordt toegezonden. De belastingplichtige die geen formulier ontving, moet spontaan aangifte doen. De behoorlijk ingevulde, gedagtekende en ondertekende formulieren dienen binnen de DERTIG dagen vanaf de verzending bij de financiële dienst van de stad toe te komen. De gedane aangifte blijft geldig voor de opeenvolgende dienstjaren, tot herroeping; Art. 12: Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen, volgende op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Art. 13: De overeenkomstig artikel 12 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. TITEL IV: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Art. 14: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting wordt ingevorderd door de stadsontvanger. Ze is betaalbaar binnen de twee maanden na toezending van het aanslagbiljet. Gemeenteraadszitting 18 december

12 Art. 15: Art. 16: Art. 17: Art. 18: Art. 19: Art. 20: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op de kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden. Het vorige belastingreglement algemene milieubelasting wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009 opgeheven. Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 g) belasting op plaatsrechten op openbare markten 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op het gangbare belastingreglement op plaatsrechten op openbare markten dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen : Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 wordt een contantbelasting geheven op plaatsrechten op openbare markten. Art. 2: De stand- en plaatsgelden op de openbare markt voor bedekte en onbedekte kramen en voor uitstallingen op de grond wordt vastgesteld op 1,25 EUR per lopende meter en per marktdag. Art. 3: a) Regelmatig komende marktkramers zijn verplicht een abonnement te nemen voor drie maanden, ingaande op 01/01, 01/04, 01/07 en 01/10 waarvan het bedrag bepaald wordt op : het aantal lopende meter standplaats x 1,25 eur. per lopende meter x aantal marktdagen per trimester. b) Marktkramers zonder vaste standplaats, zoals standwerkers e.a. dienen contant te betalen tegen afgifte van een betalingsbewijs aan de daartoe aangestelde persoon. c) Bij weigering van contante betaling of betaling van de vorderingsstaat binnen de maand wordt de contantbelasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Art. 4: Marktkramers die twee achtereenvolgende zaterdagen zonder reden hun plaats onbezet laten, zullen geacht worden afstand te doen van hun standplaats en zullen geen rechten kunnen doen gelden op de betaalde plaatsrechten. Art. 5: Enkel de marktkramers of de standwerkers die door het college van burgemeester en schepenen zijn aanvaard, kunnen tot de markt worden toegelaten. Art. 6: Behoudens uitdrukkelijk en voor ieder geval te verlenen machtiging door het college van burgemeester en schepenen, wordt geen teruggave gedaan van gekweten standrechten. Art. 7: De belastbare lengte van de standplaatsen wordt vastgesteld door de daartoe aangestelde persoon. Gemeenteraadszitting 18 december

13 Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Art. 12: Art. 13: Art. 14: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement op plaatsrechten op openbare markten wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Het belastingreglement wordt voor toezicht aan de Hogere Overheid overgemaakt. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 h) belastingreglement inname openbaar domein 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op inname openbaar domein dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen : Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Art. 2: Art. 3: Er wordt voor een periode ingaand op 1 januari 2009 en eindigend op 31 december 2012 een belasting gevestigd op de tijdelijke privatieve inname van het openbaar domein n.a.v. bouw-, afbraak-, wederopbouw-, herstellings-, verbouwings-, schilder- en andere werken. Daaronder wordt verstaan het plaatsen van afsluitingen, stellingen, materieel, materialen, kranen, barakken, tenten, werkloodsen. De belasting is verschuldigd door de persoon die de openbare weg tijdelijk privatief inneemt. Indien het bouwwerken betreft, is de belasting solidair verschuldigd door de bouwheer en de aannemer van de werken. Het is een belasting op aangifte voor de tijdelijke privatieve inname van het openbaar domein. Er dient machtiging te worden gevraagd aan het college van burgemeester en schepenen. De machtigingsaanvraag dient volgende elementen te vermelden Plaats waar de inname zal gebeuren. Naam en adres van de aanvrager, bouwheer en aannemer. Begin- en einddatum van de inname. De in te nemen oppervlakte + schets. Verlenging van de machtiging moet, op straffe van verval, ten minste acht dagen voor het verstrijken van de machtiging aangevraagd worden. Gemeenteraadszitting 18 december

14 Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: Art. 10: Art. 11: Art. 12: Art. 13: Art. 14: Art. 15: Art. 16: Art. 17: De belasting wordt vastgesteld op: - 0,50 EUR/m²/dag vanaf de achtste kalenderdag dat het openbaar domein privatief ingenomen wordt buiten de zone betalend parkeren - 0,50 EUR/m²/dag vanaf dag één dat het openbaar domein privatief ingenomen wordt, binnen de zone waar het reglement betalend parkeren geldt. Als er belasting moet betaald worden overeenkomstig artikel 4, moet er ook een borgsom betaald worden. Deze borgsom wordt op bevel van het college van burgemeester en schepenen, vrijgegeven na de vaststelling door het stadsbestuur, dat er geen schade is, dat de schade naar behoren werd hersteld en de volledige belasting voor de privatieve inname van het openbaar domein betaald werd. Deze borgsom bedraagt: 10,00 EUR/m² Bijkomend 1250,00 EUR als er een bouwkraan wordt opgericht. In bijzondere omstandigheden, eigen aan de aard van het bouwwerk of de plaats ervan, kan het college van burgemeester en schepenen een hogere waarborgsom eisen met een maximum van 5 000,00 EUR. De borgsom moet betaald worden voor het verkrijgen van de vergunning en levert geen rente op voor de borgsteller. Voor de berekening van de belasting is de oppervlakte die dient in aanmerking te worden genomen, die van de rechthoek die fictief rond het voorwerp of de groep van voorwerpen, die zich op het openbaar domein bevinden, kan getrokken worden. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt als een volle vierkante meter beschouwd. Worden vrijgesteld van de belasting en de borg, de inname naar aanleiding van: Werken aan of het bouwen van woongelegenheden door erkende maatschappijen voor sociale woningbouw. Het uitvoeren van werken aan het openbaar domein in opdracht van openbare besturen. Het uitvoeren van werken aan het openbaar domein door nutsmaatschappijen. De vergunning kan door het college van burgemeester en schepenen ingetrokken of voor een bepaalde duur geschorst worden indien zulks noodzakelijk geacht wordt. De intrekking of tijdelijke schorsing geeft geen enkel recht op schadevergoeding. Voor deze periode moet geen belasting betaald worden. Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De overeenkomstig artikel 10 ambtshalve vastgestelde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van de basisbelasting en de verhoging wordt ingekohierd. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement inname openbaar domein wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Het belastingreglement wordt voor toezicht aan de Hogere Overheid overgemaakt. Gemeenteraadszitting 18 december

15 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 i) belasting op het afleveren van administratieve stukken 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gangbare belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen : Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met eenparigheid van stemmen; Art. 1: Voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012, wordt bij het afleveren van de Art. 2: hiernavermelde administratieve stukken een gemeentebelasting geheven. Deze belasting is verschuldigd door de personen aan wie het stuk door de stad op aanvraag of ambtshalve wordt uitgereikt. Art. 3: De belasting wordt als volgt vastgesteld : a. Afgifte van elektronische identiteitskaarten : 10,00 EUR Afgifte van een elektronische IK afgeleverd volgens de zeer dringende procedure met volledig transport door Group 4: 140,00 EUR. Afgifte van een elektronische IK afgeleverd volgens de dringende procedure met volledig transport door Group 4: 90,00 EUR. b. Afgifte identiteitsdocumenten voor kinderen jonger dan 12 jaar identiteitsstuk of -bewijs (voor kind 12 jaar) - steeds gratis c. Verblijfsvergunningen voor vreemdelingen 10,00 EUR voor een identiteitskaart met geldigheidsduur 5 jaar. 10,00 EUR voor een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister. 10,00 EUR voor een attest van immatriculatie. d. Afgifte reispaspoorten Reispas normale procedure (< 18 jaar) Consulaire Zegel Bijzonder Recht Opmaakkosten boekje Gemeentetaks Totaal 0,00 EUR 0,50 EUR 41,00 EUR 8,50 EUR 50,00 EUR Reispas normale procedure (> 18 jaar) Consulaire Zegel Bijzonder Recht Opmaakkosten boekje Gemeentetaks Totaal Reispas spoedprocedure (< 18 jaar) Consulaire Zegel Bijzonder Recht Opmaakkosten boekje Gemeentetaks Totaal 30,00 EUR 0,50 EUR 41,00 EUR 8,50 EUR 80,00 EUR 0,00 EUR 0,50 EUR 210,00 EUR 9,50 EUR 220,00 EUR Gemeenteraadszitting 18 december

16 Reispas spoedprocedure (> 18 jaar) Consulaire Zegel 30,00 EUR Bijzonder Recht 0,50 EUR Opmaakkosten boekje 210,00 EUR Gemeentetaks 9,50 EUR Totaal 250,00 EUR e. Afgifte van een bestek Afgifte van een bestek: 10,00 EUR. Art. 4: Zijn van de belasting vrijgesteld : de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit, een besluit van de Vlaamse regering of een andere overheidsverordening kosteloos door het stadsbestuur dienen te worden afgegeven ; stukken af te leveren aan gerechtelijke instanties, openbare besturen en daarmee gelijkgestelde instellingen evenals instellingen van openbaar nut; de stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de stad krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit, een besluit van de Vlaamse regering of een andere overheidsverordening. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten die bij het afleveren van reispassen de stad ambtshalve toekomen; geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor reductiekaarten voor grote gezinnen; voor de stukken die nodig zijn om te solliciteren naar een betrekking en die aangevraagd worden door werklozen, pas afgestudeerden en werkzoekenden die geen ander inkomen hebben dan het bestaansminimum; voor de afgifte van nationaliteitsbewijzen aan de kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen, om democratische redenen; stukken die worden afgegeven aan behoeftigen. De behoeftigheid kan worden vastgesteld door elk overtuigend bewijsmiddel; Art. 5: Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven bij de stadsontvanger of bij zijn afgevaardigde, indien het stuk niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. Art. 6: De belasting moet bij de afgifte van het stuk contant worden betaald of vooraf op een gemeentelijke bankrekening. Art. 7: De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Art. 8: Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting, met haar specifieke gevolgen. Art. 9: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Art. 10: Deze verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 11: Dit belastingreglement wordt van toepassing op contantbelastingen die geïnd worden vanaf 1 januari 2009 kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Art. 12: Het vorige belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Art. 13: Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. 4. vaststellen belastingsreglementen naar aanleiding van het decreet van 30 mei 2008 j) vaststelling belasting op het ontbreken van parkeerruimten 01/01/ /12/2012 Gelet op artikel van de grondwet; Gemeenteraadszitting 18 december

17 Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder art. 42 e.v. inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad en art. 94 inzake invordering van fiscale en niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het nieuwe decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; gepubliceerd in het B.S. van 4 juli 2008 en van toepassing vanaf 1 januari 2009; Gelet op alle bepalingen van het W.I.B. van 1992 en zijn uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van de bepalingen die feiten of gevallen betreffen die zich waarschijnlijk niet zullen voordoen inzake gemeente- of provincie-belastingen (art.297,298 1,300,301,304,304bis,412 en 412bis), dit zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het nieuwe decreet terzake; Gelet op het gangbare belastingreglement op het ontbreken van parkeerruimten dd. 20 december 2007; Gelet op de noodzaak om het bestaande belastingreglement aan het vermelde decreet aan te passen : Gelet op de algemene commissie op 11 december 2008; Na beraadslaging in openbare zitting; Met meerderheid van stemmen; Art. 1: Voor een periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het ontbreken van de nodige parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en bij het uitvoeren van verbouwingswerken, evenals bij het wijzigen van de bestemming van de parkeerplaatsen. Art. 2: par.1 : De belasting wordt gevestigd in hoofde van hij die : a) een bouwvergunning heeft ontvangen waarbij de verplichting opgelegd wordt één of meer parkeerplaatsen aan te leggen en deze niet heeft aangelegd; b) een bouwvergunning heeft ontvangen, waarbij, volgens de bepaling opgenomen in artikel 5, hem medegedeeld wordt dat één of meer parkeerplaatsen zouden moeten aangelegd worden, doch hiervan vrijgesteld wordt. par.2 : De belasting is eveneens verschuldigd door de eigenaar indien de bestemming van de parkeerplaatsen zodanig gewijzigd wordt dat niet meer voldaan wordt aan de bouwverordening. Art. 3: par.1 : De belasting is verschuldigd zes maanden nadat het hoofdgebouw onder dak staat, de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is of het gebouw, eventueel gedeeltelijk, bewoond of gebruikt wordt. De vaststelling dat het gebouw onder dak staat, dat de ruwbouw van de verbouwingswerken beëindigd is of dat het gebouw, eventueel gedeeltelijk, bewoond of gebruikt wordt, geschiedt door de daartoe aangestelde beambte van het stadsbestuur door middel van een proces-verbaal waarin tevens het werkelijk aantal ontbrekende parkeerplaatsen op het ogenblik van de vaststelling wordt vermeld. Dit proces-verbaal wordt aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven toegestuurd die, vanaf de datum van het proces-verbaal over zes maanden beschikt, om eventueel het aantal parkeerplaatsen aan te vullen. Na het verstrijken van die termijn van zes maanden wordt een tweede vaststelling door de aangestelde beambte gedaan en worden in een proces-verbaal het definitief aantal ontbrekende parkeerplaatsen en de verschuldigde belasting alsmede desgevallend de verschuldigde boeten vastgesteld. Bij de afgifte van de bouwvergunning wordt door de bevoegde dienst aan de bouwheer/architect kennis gegeven van het bestaan van dit reglement. Zowel bij de eerste als bij de tweede vaststelling wordt de belastingplichtige tenminste acht kalenderdagen vooraf per aangetekend schrijven uitgenodigd om bij de vaststelling aanwezig te zijn. par.2 : In het geval van artikel 2, paragraaf 2, dient de eigenaar binnen de maand aangifte te doen van de bestemmingswijziging. Vanaf de datum van aangifte of desgevallend vanaf de ambtshalve vaststelling van de bestemmingswijziging, beschikt de belastingplichtige over zes maanden om opnieuw in het vereiste aantal parkeerplaatsen te voorzien. Bij ontstentenis hiervan (hetgeen blijkt uit een proces-verbaal van vaststelling) is de belasting eisbaar. Art. 4: 1) Onder parkeerplaats wordt verstaan : hetzij een gesloten garage, hetzij een standplaats in een gesloten ruimte of in open lucht, daartoe speciaal aangelegd en uitgerust en als dusdanig door het college van burgemeester en schepenen aanvaard. Een garage moet tenminste 2,75 m breed en 5 m lang zijn. Een standplaats bestaat uit een rechthoekig vlak van tenminste 2,25 m breedte en 4,5 m lengte. Ze moet rechtstreeks toegankelijk zijn langs de weg van minimum 7 m breedte als de standplaats een hoek van 90 graden vormt met die weg; 4 m breedte als de standplaats een hoek van 45 graden vormt met die weg; en 3,5 m breedte als de standplaats een hoek van 30 graden vormt met die weg. Gemeenteraadszitting 18 december

18 Art. 5: 2) De parkeerplaatsen moeten worden aangelegd, hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een perceel, gelegen binnen een omtrek van 400 m, te rekenen van de omtrek van dit bouwperceel. 3) Onder het aanleggen van een parkeerplaats wordt verstaan : a) het bouwen van een nieuwe parkeerplaats; b) het in eigendom bezitten of verwerven van een bestaande parkeerplaats, die nog nooit in aanmerking is genomen voor het bekomen van een voorgaande bouwvergunning. Met 'bezitten' wordt bedoeld : eigenaar zijn van één of meer bestaande parkeerplaatsen op de datum van de bouwaanvraag. Met 'verwerven' wordt bedoeld : eigenaar zijn van één of meer bestaande parkeerplaatsen tussen de datum van de bouwaanvraag en de datum waarop de belasting verschuldigd is, zoals bedoeld in artikel 3. Als 'eigenaar' wordt aanvaard : hetzij de houder der bouwvergunning, hetzij diegene welke het goed, waarbij de parkeerplaatsen behoren, heeft aangekocht, voor de datum, zoals bedoeld in artikel 3. 4) De gemeenteraad kan, bij afzonderlijke beslissing de straten aanduiden, waarin geen in- en uitgangen van parkeerplaatsen mogen worden aangebracht, met uitzondering van de in- en uitgangen van openbare ondergrondse parkeerplaatsen en van benzinestations met garage. 1) Het aantal door de houder van de bouwvergunning aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald: A. WOONGEBIEDEN - Nieuwbouw: Voor de woning van minder dan 150 m² vloeroppervlakte : één parkeerplaats per woning ; voor woningen van 150 m² vloeroppervlakte of meer : één parkeerplaats per schijf van 150 m². De vloeroppervlakte wordt per bouwlaag gemeten, met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen en met die van de kelder, zolders en garages. Voor complexen van sociale woningen, gebouwd door intercommunale verenigingen, door maatschappijen erkend door de nationale maatschappij voor de huisvesting of door de centrale overheid opgelegde voorwaarden met het oog op het toekennen van premies voor de bouw van sociale woningen door het privaat initiatief, volstaat dat zestig procent van het aantal parkeerplaatsen effectief wordt aangelegd, terwijl evenwel de oppervlakte voor de overige 40 procent moet worden gereserveerd, en dit niet ten koste van de groenstroken. Bij de gebouwencomplexen voor bejaarden, gebouwd door intercommunale verenigingen, commissies van de openbare onderstand, maatschappijen erkend door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting of door de Nationale Landmaatschappij, volstaat een parkeerplaats per drie woningen. - Verbouwingswerken : Indien door de verbouwingswerken bijkomende woningen ontstaan : dezelfde regels als voor de nieuwbouw, voor elke nieuwe geschapen woning. Indien dit niet het geval is : een parkeerplaats meer voor elke bestaande woning waarvan de oppervlakte met tenminste 50 procent wordt vergroot. B. HANDELSGEBOUWEN Het betreft de winkels en de warenhuizen, voor groot- en kleinhandel, alsook de restaurants, cafés en dergelijke: - Nieuwbouw : Een parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats meer telkens de vloeroppervlakte vergroot met een schijf van 50 m². De vloeroppervlakte wordt per bouwlaag gemeten, met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen en met die van de garages. C. INDUSTRIËLE EN AMBACHTELIJKE GEBOUWEN, REMISES VOOR AUTOBUSSEN EN TAXI'S. - Nieuwbouw : Een parkeerplaats per schijf van 10 tewerkgestelde personen of per schijf van 100m² bedrijfsoppervlakte. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats meer per schijf van 10 bijkomende tewerkgestelde personen of per schijf van 100m² bijkomende bedrijfsoppervlakte. Door bedrijfsoppervlakte wordt verstaan : de som van de grondoppervlakte, ingenomen voor bedrijfsdoeleinden in gesloten gebouwen. Deze laatste vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, verminderd met de oppervlakte van de verticale verbindingswegen. Bergplaatsen en opslagplaatsen maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte, de parkeerplaatsen, voorzien om te voldoen aan onderhavige verordening niet. D. KANTOORGEBOUWEN - Nieuwbouw : Gemeenteraadszitting 18 december

19 Art. 6: Art. 7: Art. 8: Een parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats meer per schijf van 50 m² bijkomende vloeroppervlakte. De vloeroppervlakte wordt gemeten per bouwlaag, met inbegrip der buitenmuren, verminderd met de oppervlakte der verticale en horizontale verbindingswegen. E. AUTOHERSTELPLAATSEN - Nieuwbouw : Een parkeerplaats per schijf van 50 m² vloeroppervlakte. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats per schijf van 50 m² meer bijkomende vloeroppervlakte. De vloeroppervlakte wordt gemeten zoals voor de handelsgebouwen. F. HOTELS - Nieuwbouw : Een parkeerplaats per schijf van drie hotelkamers. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats meer per schijf van drie bijkomende hotelkamers. G. SCHOUWBURGEN, BIOSCOPEN, CONCERTGEBOUWEN. - Nieuwbouw : Een parkeerplaats per schijf van 10 bijkomende zitplaatsen. H. ZIEKENHUIZEN EN KLINIEKEN. - Nieuwbouw : Een parkeerplaats meer per schijf van 4 bedden. - Verbouwingswerken : Een parkeerplaats meer per schijf van 4 bijkomende bedden. I. ONDERWIJSINRICHTINGEN - Nieuwbouw : Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend, door het aantal gewonen klaslokalen te vermenigvuldigen met een der onderstaande coëfficiënten. Type onderwijsinrichting Coëfficiënt kleuter- en lager onderwijs 1 secundaire scholen 2 hoger niet-universitair onderwijs 4 - Verbouwingswerken : Dezelfde normen als voor de nieuwbouw gelden voor de bijkomende klassen. Door gewoon klaslokaal wordt verstaan : een klaslokaal waarin het algemeen onderricht wordt gegeven. Tot de gewone klassen behoren dus niet de lokalen, waar uitsluitend een bijzondere vorm van onderricht wordt gegeven, zoals de laboratoria, de natuurkundeklassen, de gymnastiekzalen, de huishoudklassen, e.a.. 2) Het aantal schijven zoals bedoeld in artikel 5 wordt bekomen door de totale hoeveelheid te delen door de hoeveelheid per schijf.. Indien de rest van die deling gelijk is aan of meer bedraagt dan de helft van een schijf, wordt zij als een volle schijf aangerekend, zoniet wordt zij verwaarloosd. De belasting wordt vastgesteld op ,00 EUR per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats. Overgangsbepaling : Gezien tussen de aanvraag van de vergunning en het vestigen van de belasting een heel tijdsperiode verschil kan zitten, kan aan de vergunningsplichtigen die een volledig correcte dossieraanvraag indienen vóór 31/12/2007 enkel het op die datum geldige belastingtarief meegedeeld worden. In het kader van de rechtszekerheid moet daarom op de vóór 31/12/2007 ingediende vergunningsaanvragen, waarvan het dossier volledig en correct is, het tarief van de 2.480,00 per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats toegepast worden, zijnde het enige tarief dat tijdens die periode krachtens het G.R.-reglement van 5 december 2006 aan de mensen kan meegedeeld worden. De belasting wordt vastgesteld volgens de regelen bepaald in de verordening welke van kracht is op het ogenblik van de afgifte van de bouwvergunning. De belastingplichtige is verplicht het vermoedelijke bedrag van de belasting, op grond van de door hem ingediende aangifte ter consignatie te geven bij de stadsontvanger of zijn afgevaardigde bij het afleveren van de bouwvergunning. Deze consignatie kan door een andere zekerheidsinstelling of door een gestructureerde betalingsmodaliteit vervangen worden. Deze waarborg levert geen rente op voor de borgsteller. Het vermoedelijke bedrag van de belasting wordt vastgesteld op basis van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen berekend aan de hand van de bouwvergunning. In geval het geconsigneerd bedrag dit van de belasting zou overtreffen, wordt het teveel gestorte aan de belastingplichtige teruggegeven. Gemeenteraadszitting 18 december

20 Art. 9: Art. 10: Art. 11: Art. 12: Art. 13: Art. 14: Art. 15: De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting wordt ingevorderd door de stadsontvanger. Ze is betaalbaar binnen de twee maanden na toezending van het aanslagbiljet. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, worden ingediend en gemotiveerd; de indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingschuldige wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vermelden. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hfst.1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de InkomstenBelasting (W.I.B.) en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft verjaring en vervolging) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Dit reglement zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt van toepassing op kohierbelastingen die in kohieren zijn opgenomen en vanaf 1 januari 2009 uitvoerbaar verklaard worden Het vorige belastingreglement op het ontbreken van parkeerruimten wordt bij de inwerkingtreding van dit reglement per 1 januari 2009, opgeheven. Het belastingreglement wordt voor toezicht aan de Hogere Overheid overgemaakt. Uitslag van de stemming 4.a) t.e.m. 4.j): - voor: 24 - CD&V + sp.a spirit - tegen: onthoudingen: 5 - Open Vld + Vl. Belang De volgende gemeenteraadsleden waren afwezig: Veerle Deconinck, Jo Neirynck, Davine Dujardin, Griet Deleersnyder 5. kennis nemen kasverslagen 3e kwartaal 2008: a) stad Waregem b) Regie voor Grond- en Huisvestingsbeleid 5. kennis nemen kasverslagen 3e kwartaal 2008: a) stad Waregem Gelet op het voormalig art. 123,4, art. 131, art. 142 van de gemeentewet (maar vervallen t.g.v. de inwerkingtreding van het NGD) en art. 39 van het K.B. van 2 augustus 1990, houdende Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit; Gelet op de voorziene rapporteringen in het gemeentedecreet; Overwegende dat nog geen modelreglementeringen of richtlijnen hieromtrent verschenen en het reparatiedecreet hieromtrent wijzigingen aankondigt; Overwegende dat hierdoor deze kennisgeving van het gewone kasverslag aan de Gemeenteraad als minimale kwartaalrapportering dient beschouwd te worden, in afwachting van nieuwe documenten; Gelet op het proces-verbaal van onderzoek van de stadskas voor het derde trimester 2008 d.d ; Enig art.: De gemeenteraad neemt kennis van dit proces-verbaal van kasonderzoek van de stadskas voor het derde trimester Het verantwoord en te verantwoorden vermogen bedraagt ,12 euro. Dit bedrag stemt overeen met de resultaten uit de boekhouding: Kastoestand Stad Financiële rekeningen Algemene Saldi Rekening Debet Credit DEXIA rek. courant ,25 DEXIA rek. kredietopeningen DEXIA zichtrekening voor bijzonder gebruik ,28 DEXIA rekening toelagen en leningsgelden ,00 DEXIA rek. leningsgelden met bestemmingswijziging ,00 Gemeenteraadszitting 18 december