Dit document legt de procedure en de criteria vast om te komen tot dit advies.

Transcriptie

1 Raad levenslang en levensbreed leren RHE / 20 september 2011 RLLL-RLLL-BSL-001 RLLL-RLLL-ADV-002Bijl29 Procedure en criteria voor de beoordeling van opleidingsprofielen in het volwassenenonderwijs 1 Situering De raad levenslang en levensbreed leren verwacht de halfjaarlijkse adviesvraag over opleidingsprofielen voor het volwassenenonderwijs voor eind september De raad van oktober moet zich over deze voorstellen uitspreken. Dit document legt de procedure en de criteria vast om te komen tot dit advies. 2 Procedure Het permanent secretariaat maakt een oplijsting van de aanvragen met het oog op een verdeling ervan over de bevoegde commissies. Voor het analoog aanbod, zijn de sectorcommissies bevoegd. Waar wenselijk, kunnen bijkomende gemandateerden voor het volwassenenonderwijs worden toegevoegd. Op grond van de adviesvraag roept het permanent secretariaat de bevoegde sectorcommissies (met uitbreiding) samen in de eerste twee weken van oktober. Deze sectorcommissies bereiden het advies voor dat betrekking heeft op het aanbod in hun sector. Ingeval van niet-analoog aanbod (bijv. talen) wordt het advies voorbereid in een ad-hoc werkgroep van de Raad LLL (voor de samenstelling: zie punt 3 hieronder). De commissie VO coördineert de werkzaamheden en functioneert als algemene leesgroep die de samenhang van het ontwerpadvies bewaakt. Het ontwerpadvies zoals besproken in de commissie VO wordt vervolgens ter bespreking en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad LLL. De voorstellen van OP waarover de raad een gunstig advies geeft, worden als bijlage bij het advies gevoegd. 3 Criteria De beoordelingscriteria (zie RLLL/COMVO/MDR/doc002), gelden als leidraad voor de bespreking. Deze criteria werden eerder al goedgekeurd door de raad. We lijsten ze hieronder ter herinnering op. De Vlaamse Onderwijsraad toetst de voorstellen van opleidingsprofielen minstens af aan de criteria die de Vlaamse Regering voor de goedkeuring van opleidingsprofielen heeft bepaald1 (zie crit. 1 t.e.m. 6 hieronder). 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de organisatie van het volwassenenonderwijs, art. 5. 1

2 Daarnaast neemt de Vlor als bijkomende elementen in het advies mee: De haalbaarheid en aanvaardbaarheid van de voorgestelde basiscompetenties in relatie tot het voorgestelde aantal lestijden (+ beoordeling van eventuele vragen tot verkorte/verlengde trajecten) en de spreiding ervan over de modules (zie crit. 7); De ruimte die de OP nog laten voor de leerplanmakers (eigen doelen en agogische methodes) (crit. 8); 2

3 Vooraf : welke onderdelen bevat het opleidingsprofiel? Gaat het om een profiel dat enkel betrekking heeft op een kwalificatie uit het volwassenenonderwijs? In dit geval gelden alle criteria hieronder vermeld. Gaat het om een uitbreidingsmodule, waarvoor al een kwalificatie is goedgekeurd? Gaat het om een geletterheidsmodule, waarvoor al een kwalificatie is goedgekeurd Gaat het om een nieuwe uitbreidingsmodule met een nieuwe kwalificatie? Gaat het om een geletterdheidsmodule met een nieuwe kwalificatie? Criterium 1: De mate waarin het voorstel voldoet aan de wettelijke bepalingen van het decreet van 15 juni betreffende het volwassenenonderwijs of andere relevante regelgeving (zie BVR, art.5, 1 ) 1.1 Is er per voorgestelde (certificaat)opleiding een voorstel van opleidingsprofiel? 1.2 Bevat het voorstel van opleidingsprofiel uitbreidingsmodules? Bevat het voorstel van opleidingsprofiel geletterdheidsmodules? 1.3 Indien het voorstel betrekking heeft op een opleiding (opleidingen) van het studiegebied algemene vorming Bevat het voorstel dezelfde eindtermen of specifieke eindtermen als voor de overeenkomstige studierichting(en) in het voltijds secundair onderwijs (decreet VO, art. 11 2)? Zo het voorstel niet dezelfde eindtermen of specifieke eindtermen bevat, ligt er ook een voorstel ter advies voor om bepaalde eindtermen of specifieke eindtermen te schrappen of aan te passen (decreet VO, art. 11 5)? 1.4 Indien het voorstel betrekking heeft op een opleiding (opleidingen) van een studiegebied in het secundair volwassenenonderwijs (met uitzondering van het studiegebied algemene vorming) waarvoor de Vlaamse Regering de concordantie heeft vastgelegd tussen deze opleiding en een studierichting in het voltijds secundair onderwijs Bevat het voorstel dezelfde specifieke eindtermen en erkende beroepskwalificaties als voor de overeenkomstige studierichting(en) in het voltijds secundair onderwijs (decreet VO, art. 11 3)? Zo het voorstel niet dezelfde specifieke eindtermen bevat, ligt er ook een voorstel ter advies voor om bepaalde specifieke eindtermen te schrappen of aan te passen (decreet VO, art. 11 5)? 1.5 Indien het voorstel betrekking heeft op een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs die opleidt naar een beroep, en die niet geconcordeerd wordt met een overeenkomstige optie of studierichting in het voltijds secundair onderwijs Nemen de basiscompetenties erkende beroepskwalificaties op herkenbare wijze op (decreet VO, art. 12 3, 1 )? 2 Tot op heden heeft de Vlaamse Regering geen zo n concordanties bepaald, en dient met dit criterium voorlopig geen rekening te worden gehouden. 3

4 1.6 Indien het voorstel betrekking heeft op een opleiding in het secundair volwassenenonderwijs waarvoor geen specifieke eindtermen of erkende beroepskwalificaties bepaald zijn? Bevat het voorstel de basiscompetenties voor de opleiding (decreet VO, art. 12 3,2 )? 1.7. Bepaalt het voorstel volgorderelaties tussen modules? Bevat het voorstel modules die in een sequentieel verband moeten staan? zijn de volgorderelaties duidelijk? (decreet VO, art. 24, 1, 5 ) Is in het voorstel m.b.t. uitbreidingsmodules de volgorderelatie bepaald met de (voorafgaande) beroepsopleiding? (= nieuw); (decreet VO, art. 24, 1bis? 1.8 Is er andere relevante regelgeving die mee in rekening moet worden genomen? Zo ja, welke regelgeving en in welke mate beantwoordt het voorstel aan die regelgeving? 4

5 Criterium 2: De mate waarin het voorstel gebaseerd is op een specifiek referentiekader (BVR, art. 5, 2 ) 2.1 Op welk(e) referentiekader(s) is het voorstel gebaseerd? 2.2 Is dit een valabel referentiekader voor die opleiding3? Zo neen, wat is (zijn) het (de) relevante referentiekader(s) voor deze opleiding? Zo ja, in welke mate spoort het voorstel met dat (die) referentiekader (s)? (indien van toepassing4) is het voorstel tot stand gekomen in overleg met de representatieve en betrokken sector? (indien van toepassing5 heeft de stuurgroep in overleg met de overheid onderzocht welk(e) referentiekader(s) de basis kan/kunnen vormen voor dit OP? Criterium 3: De mate waarin het voorstel rekening houdt met maatschappelijke tendensen (BVR, art. 5, 3 ) 3.1 Zijn er maatschappelijke tendensen die mee in rekening moeten genomen worden? Zo ja, welke zijn die maatschappelijke tendensen en in welke mate houdt het voorstel daar rekening mee? Criterium 4: De mate waarin het voorstel, in het geval het instapvereisten voorziet, rekening houdt met de noodzakelijke voorkennis van de cursist (BVR, art. 5, 4 ) 4.1 Voorziet het voorstel bijkomende instapvereisten (voor de opleiding of voor niet-sequentiële modules)? Zo ja, vanuit welke externe regelgeving zijn deze bijkomende instapvereisten ingegeven? 4.2 Bevat het voorstel sequentiële modules? Zo ja, wat zijn de consequenties voor de centra en voor de cursisten? 4.3 Bevat het voorstel niet-sequentiële modules? Zo ja, wat zijn de consequenties voor de centra en voor de cursisten? 3 Voor de operationalisering van dit criterium, baseert de Vlor zich op de Intentieverklaring over de referentiekaders voor de ontwikkeling van opleidingsprofielen in het volwassenenonderwijs die op 18 juli 2008 door de minister, de pedagogische begeleidingsdiensten en het VOCVO werd ondertekend en die gebaseerd is op het advies dat de Raad Levenslang en Levensbreed Leren op 22 januari 2008 op eigen initiatief formuleerde over mogelijke referentiekaders voor het volwassenenonderwijs. De intentieverklaring is van toepassing in afwachting van de ontwikkeling van de Vlaamse kwalificatiestructuur. De intentieverklaring is als bijlage aan dit document toegevoegd. 4 Zie trap 3 op blz. 6 van de Intentieverklaring 5 Zie trap 4 op blz. 6-7 van de Intentieverklaring 5

6 Criterium 5: De mate waarin het voorstel wordt gedragen door de centra en, als dat wenselijk is, door andere publieke aanbodsverstrekkers (BVR, art. 5, 5 ) 5.1 Welke centra zijn betrokken bij de advisering van het voorstel van OP? 5.2 Is het wenselijk dat over dit voorstel van OP een consensus is met andere publieke opleidingsverstrekkers? Zo ja, met welke publieke opleidingsverstrekker(s)? 5.3 Bestaat er in de Vlor een consensus over dit voorstel? Criterium 6: De mate waarin het voorstel rekening houdt met de mogelijke gevolgen voor andere opleidingen of andere onderwijsniveaus (BVR, art. 5, 6 ) 6.1 Kan dit voorstel gevolgen hebben voor andere onderwijsniveaus? Zo ja, voor welk(e) ander(e) onderwijsniveau(s) welke gevolgen? In welke mate houdt het voorstel daar dan rekening mee? 6.2 Hoe verhoudt dit voorstel zich tot andere opleidingen binnen het VO (horizontale en verticale samenhang van het opleidingsaanbod)? Zijn er uitwisselbare modules (aanwezig of wenselijk) met reeds bestaande modulaire opleidingen in het VO? Zo ja welke modules met welke opleidingen (SVO of HBO)? In welke mate kan dit voorstel bestaande opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs vervangen (bestaande opleidingsprofielen, bestaande voorlopige modulaire opleidingen, bestaande lineaire opleidingen)? 6.3 Hoe verhoudt dit voorstel zich tot analoge opleidingen in het secundair onderwijs of in het secundair- nasecundair-onderwijs? Criterium 7: De haalbaarheid en aanvaardbaarheid van de voorgestelde basiscompetenties in relatie tot het voorgestelde aantal lestijden 7.1 Is het haalbaar om in het voorgestelde minimale aantal lestijden van de opleiding de eindtermen en/of specifieke eindtermen of basiscompetenties of beroepskwalificaties met de cursisten te bereiken? Zo neen, welke zijn knelpunten en mogelijke alternatieven? 7.2 Is het wenselijk om voor bijzondere doelgroepen af te wijken van het minimale aantal lestijden van een opleiding? Zo ja, ligt er ook een vraag voor verkorte/verlengde trajecten voor? Zo ja, voor welke doelgroepen welke afwijkingen? 7.3 Zijn de eindtermen, de specifieke eindtermen of basiscompetenties of beroeps-kwalificaties op een haalbare en aanvaardbare manier verdeeld over de modules binnen de opleiding? Zo neen, welke zijn knelpunten en mogelijke alternatieven? 6

7 Criterium 8: De ruimte die de OP nog laten voor de leerplanmakers 8.1 Laat het voorgestelde opleidingsprofiel aan de centrumbesturen voldoende ruimte om in de leerplannen de doelen voor hun cursisten te formuleren en hun agogische methodes te kiezen vanuit het eigen agogisch project in het algemeen of de eigen visie op de opleiding in het bijzonder, met dien verstande dat de eindtermen, de specifieke eindtermen of de basiscompetenties of beroepskwalificaties op herkenbare wijze in de leerplannen worden opgenomen? Zo neen, welke zijn knelpunten en mogelijke alternatieven? 7