Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag. Voor inlichtingen:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag. Voor inlichtingen:"

Transcriptie

1

2

3 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor inlichtingen: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat BRUSSEL research@famifed.be Bijkomende exemplaren zijn op aanvraag te verkrijgen. economaat@famifed.be De gegevens mogen enkel worden overgenomen met vermelding van de bron. Deze studie is louter informatief en mag niet beschouwd worden als een document waaruit bepaalde rechten afgeleid kunnen worden.

4

5 Inhoudsopgave INLEIDING: OP ZOEK NAAR EEN RECHTHEBBENDE...1 OVERZICHT VAN DE CATEGORIEEN VAN RECHTHEBBENDEN RECHTHEBBENDEN DIE GEEN OUDER VAN HET KIND ZIJN Algemeen overzicht Analyse van de subgroepen Rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn Uit de echt gescheiden rechthebbenden en verlaten echtgenoten Uit de echt gescheiden rechthebbenden Voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden Ongehuwde rechthebbende moeders Andere voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden Rechthebbenden door afstand van voorrang Rechthebbenden met een bijzonder statuut Vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner Rechthebbenden met een overlevingspensioen Gehandicapte rechthebbenden Rechthebbende studenten en leerlingen Gehandicapten die rechthebbende zijn voor zichzelf Rechthebbenden met een loopbaanonderbrekings- of tijdskredietuitkering Gedetineerde rechthebbenden Besluit Bijlagen: Statistiek van de rechthebbenden (31 december) Bijlage 1: Totaal van de rechthebbenden per categorie Bijlage 2: De mannelijke rechthebbenden per categorie Bijlage 3: De vrouwelijke rechthebbenden per categorie

6

7 Inleiding: op zoek naar een rechthebbende In België bestonden er tot 1 juli 2014 drie kinderbijslagstelsels die gebaseerd zijn op het beroepsstatuut van de rechthebbende (de persoon die het recht voor het kind verkrijgt): het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het overheidsstelsel. Voor de gezinnen die in geen van die drie beroepsstelsels een recht kunnen verkrijgen (voornamelijk de gezinnen die het leefloon ontvangen), is er bovendien een residuair stelsel: de gewaarborgde gezinsbijslag 1. In een gemiddeld werknemersgezin 2, bestaande uit een vader, een moeder en een kind, is de vader rechthebbende en de moeder bijslagtrekkende 3. Maar zoals uit deze statistiek blijkt, beantwoorden niet alle gezinnen aan dat profiel 4. Om zoveel mogelijk gezinssituaties te omvatten kan volgens de Kinderbijslagwet Werknemers 5 een bloed- of aanverwant van het kind, dat eventueel buiten het gezin kan verblijven, ook het recht op die bijslag verkrijgen. Daarnaast kunnen ook stiefouders of pleegouders een recht verkrijgen voor het kind. De statistische informatie over de atypische categorieën van rechthebbenden wordt om de twee jaar verzameld bij de kinderbijslagfondsen. Deze studie heeft betrekking op de op 31 december 2013 verzamelde gegevens en betreft de evolutie van de diverse categorieën tijdens de voorbije twintig jaar. 1 Daarna werden de stelsels geüniformeerd maar deze studie heeft betrekking op de historische gegevens van Volgens het Planbureau bestond een gemiddeld Belgisch gezin in 2013 uit 2,26 personen. 3 In het stelsel van de zelfstandigen is de vader de voorrangsgerechtigde rechthebbende en ook de bijslagtrekkende. 4 Uit recent onderzoek blijkt dat 28,7 % van de gezinnen, wat 42,4 % van de bevolking van 18 tot 79 jaar vertegenwoordigt die tot een privégezin behoort, een kerngezin vormt (koppel met kind(eren)). Huishouden en families: stabiliteit en snelle veranderingen gaan hand in hand, E. Lodewijckx, P. Deboosere. 5 De Kinderbijslagwet Werknemers was nog van toepassing in 2013 en is het wettelijk referentiekader voor deze studie. 1

8 Overzicht van de categorieën van rechthebbenden In de wetgeving wordt de voorrangsorde tussen de rechthebbenden bepaald als verschillende mogelijke rechthebbenden een recht voor een kind kunnen verkrijgen: 1. de vader, 2. de moeder, 3. de stiefvader, 4. de stiefmoeder, 5. de oudste van de andere personen die rechthebbende kunnen zijn (grootouders, broers, zussen enz.). De verschillende atypische profielen worden behandeld aan de hand van vijf thema s: Het eerste thema ((bloed-)verwantschap) betreft de rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn. Het gaat hier onder andere om stiefouders, ooms, tantes, broers, zussen enz. In het tweede thema (echtscheiding) worden gescheiden rechthebbenden en verlaten echtgenoten behandeld. Binnen die categorie wordt ook de specifieke regeling bij co-ouderschap besproken en onderzocht in het licht van de evolutie van de wetgeving bij scheiding. De voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden staan centraal in het derde thema. Het gaat hier om ongehuwde moeders met een kind van een onbekende vader of voor wie de vader geen recht kan verkrijgen en moeders die voorrangsgerechtigd zijn op andere rechthebbenden. Het vierde thema betreft de rechthebbenden door afstand van voorrang. Die groep omvat de rechthebbenden voor wie wordt afgeweken van de normale voorrangsregels in het belang van het kind (in principe om meer gezinsbijslag te ontvangen). In het laatste thema (specifiek statuut) worden de rechthebbenden met een bijzonder statuut behandeld. De vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner vormen binnen die categorie de grootste groep, gevolgd door de gehandicapte rechthebbenden en de rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering. 2

9 1. Rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn De eerste groep die we in deze studie behandelen zijn de rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn. Het gaat om de volgende categorieën: 1. stiefouders, 2. adoptieouders en pleegvoogden, 3. groot- en overgrootouders, 4. ooms en tantes, 5. broers en zussen, 6. rechthebbenden voor kinderen van de partner of ex-partner, 7. rechthebbenden die kinderen opvangen, 8. rechthebbenden die kinderen opvangen, op grond van een door de minister toegestane afwijking Algemeen overzicht Op een totaal van rechthebbenden in het werknemersstelsel op 31 december 2013 waren (2,34 %) rechthebbenden geen ouder van het kind. Dat zijn er 665 (- 2,43 %) minder dan in Het aandeel van die rechthebbenden in het werknemersstelsel is dus gedaald aangezien het twee jaar voordien nog 2,44 % bedroeg. In historisch perspectief zien we een dalende trend aangezien het aantal rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn in 1997 nog bedroeg. Die daling is opmerkelijk omdat in dezelfde periode het aantal rechthebbenden in het werknemersstelsel met bijna 12 % gestegen is. Een detailanalyse toont aan dat in die periode vooral het aantal stiefouders gedaald is (van naar of ongeveer 30 % minder). Die daling is te wijten aan de invoering van het principe van co-ouderschap bij scheiding. Aangezien vanaf 1997 bij scheiding de rechthebbende in de regel op basis van een juridische fictie 6 wordt aangeduid, zijn er natuurlijk minder gevallen waarvoor een rechthebbende binnen het 6 Bij kinderbijslag blijven, als de twee gescheiden ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, de rechthebbende en de bijslagtrekkende aangeduid worden op basis van de juridische fictie van het voortbestaan van een gezamenlijk gezin. 3

10 gezin gezocht moet worden (bv. de stiefmoeder). Doorgaans blijft de vader immers de rechthebbende, waardoor het aantal van de andere categorieën van rechthebbenden afneemt. Op te merken valt nog dat bijna 2/3 van de rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn, een man is. Dat is wellicht te wijten aan de voorrangsorde van de rechthebbenden. Zo komen in de rangorde stiefmoeders na ouders en stiefvaders. Als het niet de (stief)ouder is die het recht in het gezin verkrijgt, dan is het de oudste van de andere personen die rechthebbende wordt. Doorgaans is in een gezin echter de man ouder dan de vrouw. 7 In grafiek 1 wordt de procentuele verdeling weergegeven van de subcategorieën in de categorie van rechthebbenden die niet de ouder zijn. Daaruit blijkt dat de stiefouders, die meer dan een op vier rechthebbenden vertegenwoordigen (28,48 %), de grootste subcategorie vormen. Als de rechthebbenden voor de kinderen van de partner of de ex-echtgenoot worden meegeteld, wordt dat bijna een rechthebbende op twee. In vergelijking met de vorige, op het dienstjaar 2011 gebaseerde studie verschilt geen enkele categorie met meer dan 1,5 %, wat de vastgestelde stabiliteit bevestigt. 7 In de brochure Vrouwen en mannen in België. Genderstatistieken en indicatoren. Editie 2011 van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen staat dat in 2010 de gemiddelde leeftijd waarop men voor het eerst in het huwelijk treedt voor mannen 32,1 jaar is en voor vrouwen 29,7 jaar. Als men de tweede huwelijken meetelt, is de respectieve gemiddelde leeftijd 36,4 jaar en 33,4 jaar. indicatoren_editie_2011.jsp 4

11 Grafiek 1: Rechthebbenden die niet de ouder van het kind zijn Percentages van de subcategorieën December 2013 Bron: FAMIFED 1.2. Analyse van de subgroepen Tabel 1 geeft voor december 2013 het aantal rechthebbenden weer die geen ouder van het kind zijn voor wie ze een recht verkrijgen. Er wordt een onderverdeling gemaakt op basis van de (bloed)verwantschap met het kind. 5

12 Tabel 1: Rechthebbenden die niet de ouders van het kind zijn december 2013 Verwantschap met het kind Artikel KBW Mannen Vrouwen TOTAAL stiefvaders, stiefmoeders art. 51, 3, adoptieouders en pleegvoogden art. 51, 3, grootouders en overgrootouders art. 51, 3, ooms en tantes art. 51, 3, broers en zusters: in hetzelfde gezin als het kind art. 51, 3, buiten het gezin van het kind art. 51, 3, rechthebbenden voor kinderen van de partner of de ex-echtgenoot art. 51, 3, rechthebbenden die kinderen opvangen: geplaatst via de overheid of een rechter art. 51, 3, geplaatst door een jeugdrechtbank art. 51, 3, rechthebbenden die kinderen opvangen als gevolg van een ministeriële afwijking art. 51, TOTAAL Bron: FAMIFED a) Stiefouders In 2013 waren er rechthebbende stiefouders, waarvan mannen en 768 vrouwen. Met 28,48 % vormen zij de grootste subgroep binnen de categorie van rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn. In vergelijking met het totale aantal rechthebbenden in het werknemersstelsel blijkt echter dat slechts in 0,67 % van de gevallen een stiefouder rechthebbende is (dat is een lichte daling in vergelijking met 2011 toen hun aantal nog 0,73 % bedroeg). Die daling ligt in de lijn van de algemene tendens sinds meer dan 20 jaar aangezien in 1993 het percentage rechthebbenden van die categorie 1,21 % bedroeg. De verhouding mannen-vrouwen is ongeveer 10 tot 1, wat te verklaren is door het feit dat in de rangorde stiefmoeders na ouders en stiefvaders komen. Het aantal stiefouders kent een constante daling sinds 1997 toen hun aantal nog bedroeg. In december 2013 was hun aantal slechts 70 % van dat cijfer (zie grafiek 2 hierna). Die evolutie is te wijten aan het stijgend belang van de co-ouderschapsregeling. Voor die regeling werd ingevoerd, werd het voorrangsrecht toegekend op basis van de feitelijke situatie, aan de persoon die het kind 6

13 opvoedde (doorgaans de moeder). Als daar geen recht bestond, werd de stiefvader binnen het gezin eventueel als rechthebbende aangeduid. In de co-ouderschapsregeling (waarin het aantal gevallen sinds 1997 sterk gestegen is zie supra pagina's 3 en 4) is de positie van de rechthebbende stabieler aangezien de vader, die over het algemeen rechthebbende was voor de scheiding, dat blijft na de scheiding. Grafiek 2: Rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn Rechthebbende stiefouders Evolutie van 1993 tot 2013 Bron: FAMIFED b) Groot- en overgrootouders De groot- en overgrootouders vormen met 17,80 % (iets meer dan in 2011 (16,76 %)) de tweede grootste groep in de categorie van rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn. Hun aandeel in die hele categorie vertoont een zekere stabiliteit, aangezien het zich steeds tussen 14,19 % (in 1993) en 17,80 % (in 2013) bevindt. In absolute cijfers vormen de gevallen die in december 2013 vastgesteld werden, de tweede hoogste score na die van Maar die cijfers moeten gerelativeerd worden aangezien in dezelfde periode het aantal rechthebbenden in het werknemersstelsel sterker gestegen is. Zo is het aandeel van rechthebbende groot- en overgrootouders in het totaal van het stelsel gedaald (hun aantal bedroeg 4,3 op 1000 in 1993 en slechts 4,2 in 2013). 7

14 Bij een diepgaandere analyse merken we echter dat dat relatief evenwicht gepaard gaat met twee lijnrecht tegenovergestelde evoluties. Terwijl het aantal grootmoeders bijna verdrievoudigd is in die periode is, is het aantal grootvaders immers gedaald met bijna 1/3 sinds c) Rechthebbenden die kinderen opvangen als gevolg van een beslissing van een rechter of een door een overheid genomen plaatsingsmaatregel Het aantal rechthebbenden met in hun gezin geplaatste kinderen als gevolg van een beslissing van een rechter of een door een overheid genomen plaatsingsmaatregel bedroeg in december 2013, wat betekent dat 3,9 rechthebbenden op tot die categorie behoren. Zoals we kunnen zien in grafiek 3 hierna heeft die statistiek een opmerkelijke bocht gemaakt. Na een sterke daling midden jaren 90 is het aantal van die rechthebbenden opnieuw gestegen. We stellen vast dat die stijging zowel door een overheid als door de jeugdrechtbank geplaatste kinderen betreft. Grafiek 3: Rechthebbenden die geen ouder van het kind zijn en die kinderen in hun gezin opvangen Evolutie van 1993 tot 2013 Bron: FAMIFED 8

15 De stijging die we sinds een tiental jaar vaststellen, is voornamelijk te wijten aan het gestegen aantal vrouwelijke rechthebbenden van die categorie. Hun aantal is sinds 2001 verdubbeld (van in 2001 tot in 2013). Bijna 1 op 2 (47,24 %) rechthebbenden is nu een vrouw. Interessant is dat in het statistische verslag van van de Algemene Directie Hulpverlening aan de Jeugd (DGAJ) van de Federatie Wallonië-Brussel staat dat het aantal vrijwillig of gedwongen opgenomen jongeren 9, waarvan een deel zich in een opvanggezin bevindt, tussen 2001 en 2009 permanent gestegen is. Die statistiek stemt overeen met de grafiek hierboven. d) Rechthebbenden voor kinderen van de partner of ex-echtgenoot Iemand kan ook rechthebbende zijn voor de kinderen van zijn ex-echtgenoot of van een persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt. Dat geldt ook voor kinderen die de ex-echtgenoot of de partner geadopteerd heeft of die hij onder pleegvoogdij heeft genomen, op voorwaarde dat die kinderen deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende. In 2013 waren er rechthebbenden in die categorie, waarvan mannen en slechts 229 vrouwen. Dat is een stijging met 5,67 % in vergelijking met In 2013 behoorden 2,7 rechthebbenden op tot die categorie. De daling gedurende de 10 voorafgaande jaren (in 1997 was het aantal rechthebbenden in die categorie nog of 72 % meer dan in 2013) is het gevolg van de specifieke regeling bij coouderschap die in 1997 in de kinderbijslagregelgeving ingevoerd werd (zie ook punt 2). e) Adoptieouders en pleegvoogden In 2013 waren rechthebbenden adoptieouder of pleegvoogd. Dat zijn er 210 minder dan in 2011, een daling met 11,11 %. Hun aantal schommelt sinds 1993 rond In december Aide à la jeunesse Les chiffres 2010, Direction général de l aide à la jeunesse Fédération Wallonie-Bruxelles, Léopold II-laan, 44, 1080 Brussel 9 De gedwongen opneming wordt toegepast door de directeur van de hulpverlening aan de jeugd op basis van een vonnis van de jeugdrechter als de veiligheid van het kind ernstig op het spel staat en als de vrijwillige opneming geweigerd werd (door een van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen) of mislukte. 9

16 werd met het maximum bereikt. Van het totale aantal rechthebbenden behoorde in ,5 op tot die categorie tegen 1,9 op in f) Broers en zussen In 2013 waren er in totaal rechthebbende broers en zussen. Dat zijn er 456 (- 14,75 %) minder dan in Ze vertegenwoordigen 0,23 % van het totale aantal rechthebbenden. In de categorie van broers en zussen moet een onderscheid gemaakt worden tussen: a) broers en zussen binnen het gezin: in 2013 waren er 964 rechthebbenden (373 minder dan in 2011). b) broers en zussen buiten het gezin: in 2013 waren er rechthebbenden. Hoewel die categorie ook licht gedaald is (- 87) in 2013 ten opzichte van 2011 is die categorie bijna verdrievoudigd in 20 jaar aangezien er in 1993 maar 627 waren. De toename van de tweede categorie kan onder meer verklaard worden door het gebruik van de werkloosheidsfluxen en DmfA-fluxen aan de hand waarvan in complexe dossiers op een efficiëntere wijze het recht buiten het gezin kan worden vastgesteld via een broer of zus in het werknemersstelsel. g) Rechthebbenden die kinderen opvangen als gevolg van een ministeriële afwijking De minister kan een afwijking toestaan voor personen die op geen enkele andere manier een recht kunnen verkrijgen voor kinderen die deel uitmaken van hun gezin, maar met wie ze niet verwant zijn. Er werd zo een algemene afwijking toegestaan voor kinderen voor wie de plaatsing in een opvanggezin ophoudt omdat ze meerderjarig geworden zijn 10. Er is ook een algemene afwijking mogelijk voor kinderen die in een gezin geplaatst zijn door diensten die erkend zijn door de gemeenschappen 11. De minister kan daarnaast ook individuele afwijkingen toestaan als in de wetgeving geen grond gevonden kan worden om een recht te verkrijgen voor geplaatste kinderen of andere kinderen in het gezin. 10 MO 488 van 3 augustus Artikel 51, 4 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Algemene afwijking 11 MO 415 van 4 mei MO 415 van 4 mei 1983 en MO 527 van 7 juni 1993 met addendum van 20 februari 1997 samengevoegd 10

17 Het aantal rechthebbenden dat een recht kon openen op basis van een ministeriële afwijking bedroeg in december Dat zijn er 46 (- 5,09 %) minder dan in Van het totale aantal rechthebbenden behoort minder dan 1 (0,7) op tot die categorie. h) Ooms en tantes In december 2013 waren rechthebbenden oom of tante van het rechtgevend kind. Hun aantal stijgt nagenoeg elk jaar (+ 65 % sinds 1993, + 2,82 % in vergelijking met 2011). Van het totale aantal rechthebbenden vertegenwoordigt die categorie 1,4 op Uit de echt gescheiden rechthebbenden en verlaten echtgenoten De Kinderbijslagwet Werknemers bevat een regeling voor de specifieke gezinssituatie uit de echt gescheiden personen en de categorie verlaten echtgenoten Uit de echt gescheiden rechthebbenden De uit de echt gescheiden rechthebbenden in 2013 vertegenwoordigen bijna 1 rechthebbende op 5 (18,72 %) in het werknemersstelsel. Hun aantal is echter met gedaald ten opzichte van Die daling is waarschijnlijk het gevolg van de daling van het jaarlijks aantal echtscheidingen sinds 5 jaar (zie grafiek 4, pagina 12). Ze is enkel te wijten aan de vrouwelijke rechthebbenden (- 7,70 % ten opzichte van 2011) aangezien het aantal mannelijke uit de echt gescheiden rechthebbenden licht gestegen is (+ 2,11 % ten opzichte van 2011). Die daling staat in contrast met de algemene stijgende tendens sinds 1993, zoals kan worden afgeleid uit grafiek 4 hierna. 11

18 Grafiek 4: Evolutie van de uit de echt gescheiden rechthebbenden van 1993 tot 2013 Bron: FAMIFED Iets meer dan de helft van de uit de echt gescheiden rechthebbenden zijn mannen. Hun aantal is sinds 1997 sterk aan het stijgen als gevolg van de invoering van de co-ouderschapregeling in 1997, waarbij de vader de rechthebbende blijft. Die voortdurende stijging is duidelijk zichtbaar in de curve van de mannen in grafiek 4. De curve van de vrouwen is daarentegen onregelmatiger, met zowel stijgingen als dalingen. De quasi constante stijging van het aantal uit de echt gescheiden rechthebbenden sinds 1993 is zeker een gevolg van maatschappelijke veranderingen maar ze is zeker ook het resultaat van wetswijzigingen zoals de nieuwe echtscheidingswet van 2007, waarbij de echtscheidingsprocedure vergemakkelijkt en versneld is. 12

19 Ter herinnering, de minimumleeftijd van 20 jaar en de minimumduur van het huwelijk van 2 jaar werden geschrapt als voorwaarden voor de echtscheiding door onderlinge toestemming. Bovendien moeten echtparen die al 6 maanden feitelijk gescheiden zijn maar een keer meer voor een rechter verschijnen. Een nog belangrijkere wijziging is dat bij echtscheidingen op grond van onherstelbare ontwrichting 12 de schuldvraag niet langer verplicht is. Het effect van die versoepeling was duidelijk merkbaar in 2008 waarna het daalde zoals te zien is in grafiek 5 hieronder. Grafiek 5: Evolutie van het jaarlijks aantal echtscheidingen Periode Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Thematische Directie Samenleving. 57,97 % van alle uit de echt gescheiden rechthebbenden in de kinderbijslagregeling voor werknemers maakt deel uit van de regeling voor co-ouderschap. Dat komt neer op rechthebbenden. De daling met personen (- 6,65 %) in de periode is onder andere te verklaren door die subcategorie. Uit grafieken 4 en 5 kan echter opgemaakt worden dat een verband bestaat tussen de evolutie van het aantal echtscheidingen en de evolutie van het aantal rechthebbenden. De piek van het aantal echtscheidingen in 2008 uit zich zo merkbaar in een stijging van het aantal rechthebbenden in onze statistieken van de volgende jaren. Hetzelfde geldt voor het dal van 2005/2006. In de loop van de 12 Het huwelijk is onherstelbaar ontwricht als het echtpaar niet langer kan samenleven en als opnieuw samenleven door die ontwrichting redelijkerwijs onmogelijk blijkt. 13

20 volgende jaren zal het interessant zijn om te zien of de daling van de curve van de echtscheidingen na 2008 al dan niet gecompenseerd zal worden door het effect van co-ouderschap Verlaten echtgenoten Volgens de Kinderbijslagwet Werknemers kunnen getrouwde personen die door hun partner verlaten zijn eveneens hun recht op kinderbijslag behouden. In december 2013 maakten slechts 4 rechthebbenden (2 mannen en 2 vrouwen) gebruik van die regeling voor verlaten echtgenoten (art. 55 KBW) (tegenover 11 in 2011). 3. Voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden 3.1. Ongehuwde rechthebbende moeders Daaronder verstaan we moeders die nooit gehuwd zijn (te onderscheiden van gescheiden moeders in bovenstaand punt 2.1.) en die het recht op kinderbijslag verkrijgen, hetzij omdat het kind geen wettelijke vader heeft, hetzij omdat de wettelijke vader het recht niet kan verkrijgen. Het aantal ongehuwde rechthebbende moeders was in 2013 (tegenover in 2011). Ze vertegenwoordigen 5,14 % van het totale aantal rechthebbenden in het werknemersstelsel. Dat is drie keer zoveel als in Het aantal rechthebbenden in die categorie is dus fors gestegen de laatste twee decennia Andere voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden In deze categorie zijn de vrouwen opgenomen die een voorrangsrecht openen ten opzichte van andere rechthebbenden (conform art. 64 KBW). Die groep telde in december rechthebbenden, een stijging van 6,35 % in vergelijking met 2011 ( rechthebbenden). Het gaat hoofdzakelijk om gehuwde moeders die rechthebbende geworden zijn door afstand van voorrang die in de voorrangsorde van rechthebbenden voor de stiefvader komen. Bepaalde vrouwen van wie de partner geen beroep uitoefent, een leefloon krijgt of student is behoren eveneens tot die groep. In 2013 behoorde 4,47 % van alle rechthebbenden tot dat type rechthebbenden. De evolutie 14

21 van die groep rechthebbenden in het laatste decennium is zichtbaar in grafiek 6 hierna. De sinds 2005 vastgestelde stijgende tendens is gedaald tussen 2011 en Grafiek 6: Evolutie van de andere voorrangsgerechtigde vrouwelijke rechthebbenden Bron: FAMIFED 4. Rechthebbenden door afstand van voorrang De wetgever (art. 66 KBW) heeft voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van de voorrangsregel om het recht te verkrijgen als dat in het belang van het kind is (in principe om meer kinderbijslag te krijgen). Die statistiek omvat alle gevallen van afstand van recht, zowel individuele afstand op initiatief van een sociaal verzekerde als afstand ten gevolge van de door de minister toegekende algemene afwijking. In december 2013 waren er rechthebbenden na afstand van voorrang, iets meer dan in 2011 ( rechthebbenden). Met 4,09 % in 2013 is het aandeel rechthebbenden van die categorie ten opzichte van het totale aantal rechthebbenden bijna identiek aan het aandeel van 2011 (4,11 %). Na een sterke stijging tot in 2007 kent deze categorie momenteel een achteruitgang, zoals te zien in grafiek 7 hierna. Sinds 2013 stijgt de categorie echter licht. 15

22 Grafiek 7:Aantal rechthebbenden door afstand van voorrang Bron: FAMIFED Uit grafiek 7 blijkt dat de daling sinds 2007 zich zowel bij vrouwen (- 16,73 %) als bij mannen (- 45,31 %) voordoet maar dat die duidelijk groter is bij mannen. Alleen al tussen 2011 en 2013 is het aantal mannen gedaald met 11,95 % terwijl voor de eerste keer in 6 jaar het aantal vrouwen licht gestegen is (+ 2,71 %). Gezien het aandeel vrouwen in die categorie (93 %) ligt die lichte stijging van hun aantal aan de oorsprong van de lichte stijging van het globaal aantal rechthebbenden van die categorie. De vrouwelijke rechthebbenden lagen ook aan de oorsprong van de exponentiële stijging tussen 1997 en Die kan grotendeels worden verklaard door de impact van de invoering van coouderschap voor gescheiden ouders. In die regeling is de vader de voorrangsgerechtigde rechthebbende en er moet dus afstand van voorrang gedaan worden om bijvoorbeeld de verhoogde kinderbijslag toe te kennen aan een werkloze moeder die de kinderen opvoedt. 16

23 De sinds 2009 vastgestelde daling is waarschijnlijk te verklaren door het op 1 oktober 2008 gelijkschakelen van de schalen van art. 41 KBW (eenoudertoeslag) met de schalen van de sociale toeslag van art. 42bis KBW. Afstanden om de voordien voordeligere sociale toeslag te kunnen verkrijgen in plaats van de eenoudertoeslag waren zo niet langer nodig. 5. Rechthebbenden met een bijzonder statuut De statistiek van de rechthebbenden bevat ook andere categorieën die van belang zijn, niet wegens de specifieke (aan)verwantschap die de rechthebbende en het kind bindt, noch wegens de gezinssituatie van de rechthebbende, maar wegens een specifiek statuut (of het ontbreken van statuut) waarop het recht gebaseerd is. Ze worden opgesomd in tabel 2 en hierna besproken. Tabel 2: Rechthebbenden met een bijzonder statuut december 2013 Artikel KBW Mannen Vrouwen TOTAAL Vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner art Rechthebbenden met een overlevingspensioen art. 56quater Gehandicapte rechthebbenden art. 56quinquies Rechthebbende studenten of leerlingen art. 56sexies Gehandicapten die rechthebbende zijn voor zichzelf art. 56septies Rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering art. 56octies Gedetineerden art. 56decies TOTAAL Bron: FAMIFED 17

24 5.1. Vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner Als een kind deel uitmaakt van een gezin met twee potentiële rechthebbenden, een werknemer en een zelfstandige, regelt artikel 60 KBW de voorrang voor het bepalen van de bevoegde regeling. Er is ook samenloop tussen de twee regelingen wanneer dezelfde persoon tegelijk werknemer is en zelfstandige. Om recht te hebben op kinderbijslag in de werknemersregeling mag een werknemer geen ander beroep uitoefenen als hoofdberoep, een voorwaarde waaraan hij voldoet als hij ten minste halftijds als werknemer werkt. Vrouwen met een zelfstandige partner en die ten minste halftijds als werknemer werken kunnen daarom toch een recht op kinderbijslag openen in de werknemersregeling. In december 2013 waren er vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner. Dit is een nieuwe stijging met eenheden (+ 9,86 %) ten opzichte van Zoals blijkt uit grafiek 8 nam deze groep rechthebbenden sterk toe. In 2013 waren 7,95 % van de rechthebbenden in het kinderbijslagstelsel van de werknemers vrouwen met een zelfstandige partner. Dit is iets meer dan in 2011 (7,38 %) en gevoelig meer dan in 1993 (5,21 %). Grafiek 8: Evolutie van het aantal vrouwen in de werknemersregeling met een zelfstandige partner vs. evolutie van het aantal rechthebbenden in de zelfstandigenregeling Bron: FAMIFED en RSVZ 18

25 In december 2013 telde de kinderbijslagregeling voor zelfstandigen rechthebbenden. Op basis van de vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner in de werknemersregeling kan men ervan uitgaan dat de werknemersregeling instond voor ongeveer 45 % van de kosten voor de zelfstandigenregeling in 2013 ( op potentiële rechthebbende zelfstandigen). In 1993 was het aantal zelfstandige rechthebbenden nog , wat een vrij gevoelige daling betekent in de loop van de laatste twintig jaar. Zoals blijkt uit grafiek 8 hierboven was er daarentegen een sterke stijging van het aantal vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner in de werknemersregeling. Die groep nam toe met rechthebbenden (+ 71,68 %) in de beschouwde periode. We stellen bovendien vast dat de daling van het aantal rechthebbenden in de zelfstandigenregeling in de periode van een gelijkaardige grootteorde is als de toename van de vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner in de werknemersregeling: en Rechthebbenden met een overlevingspensioen Wie een overlevingspensioen krijgt kan ook een recht op kinderbijslag voor werknemers openen in de werknemersregeling, als zijn echtgenoot in de twaalf maanden voor zijn overlijden de voorwaarden vervulde om aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen. In december 2013 telde men 899 rechthebbenden op kinderbijslag met een overlevingspensioen, of 0,08 % van het totale aantal rechthebbenden. Het grootste deel van die rechthebbenden (91 %) zijn vrouwen Gehandicapte rechthebbenden Gehandicapten die geen winstgevende activiteit uitoefenen en een uitkering voor gehandicapten ontvangen of een vergoeding voor hulp aan bejaarden kunnen ook een recht op kinderbijslag voor hun kinderen doen gelden, op voorwaarde dat die deel uitmaken van hetzelfde gezin. 13 Jaarverslag 2013, Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), Jan Jacobsplein 2011, 6 Brussel,

26 In december 2013 lieten gehandicapten een dergelijk recht gelden, waarvan 63 % vrouwen. Sinds 2011 is er een stijging, omdat men dat jaar maar gehandicapten telde, of 68 % van de effectieven van Momenteel behoort 0,45 % van het totale aantal rechthebbenden tot deze categorie Rechthebbende studenten en leerlingen Studenten en leerlingen jonger dan 25 kunnen ook een recht openen voor hun kinderen. Deze studenten en leerlingen moeten sedert vijf jaar in België verblijven, tenzij ze onderdanen zijn van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van een staat die het Europees Sociaal Handvest ondertekende. Erkende vluchtelingen en staatlozen moeten die verblijfsvoorwaarde niet meer vervullen. In december 2013 telde men 548 rechthebbende studenten of leerlingen, waarvan 92 % vrouwen (63 minder dan in 2011) Gehandicapten die rechthebbende zijn voor zichzelf Gehandicapte kinderen kunnen ook rechthebbende zijn voor zichzelf, voor zover er geen enkel ander recht op kinderbijslag is in de werknemers- of de zelfstandigenregeling. Het betreft hier gehandicapte kinderen voor wie kinderbijslag wordt toegekend tot ze 21 zijn. In december 2013 waren 787 gehandicapte kinderen rechthebbende voor zichzelf. Dit aantal nam geleidelijk toe sinds 1999 (409 toen), net zoals het totale aantal gehandicapten met een toeslag in de regeling. Uit de statistieken van het aantal rechtgevende kinderen blijkt dat men in december gehandicapte rechtgevende kinderen telde. Dit betekent dat 1,70 gehandicapt kind op 100 rechthebbende voor zichzelf was in Dat is proportioneel meer dan in 2011 (1,61). 20

27 5.6. Rechthebbenden met een loopbaanonderbrekings- of tijdskredietuitkering Werknemers die hun loopbaan onderbreken kunnen ook rechthebbende zijn als ze een loopbaanonderbrekingsuitkering ontvangen. In december 2013 telde men rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering, waarvan 1/3 mannen. Dat is 208 meer dan in In vergelijking met het aantal uitkeringen dat de RVA betaalde (december 2013) voor een volledige loopbaanonderbreking (5.178) of een volledig tijdskrediet (6.018) is het aantal rechthebbenden vrij beperkt. Dat is het gevolg van het feit dat men in de meeste gezinnen waar de vrouw in loopbaanonderbreking is of tijdskrediet opneemt geen beroep moet doen op de bijzondere bepaling over de loopbaanonderbreking, omdat de man al rechthebbende is Gedetineerde rechthebbenden Werknemers die van hun vrijheid beroofd zijn na een veroordeling kunnen rechthebbende zijn als ze in de loop van de twaalf maanden voor hun vrijheidsberoving recht hadden op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen. In december 2013 telde men 348 gedetineerde rechthebbenden, of 45 meer dan in Het betreft vrijwel uitsluitend mannelijke rechthebbenden (95 %). 21

28 6. Besluit De cijfers over 2013 van de rechthebbenden bevestigen in grote lijnen de vaststellingen van de vorige tellingen. De voornaamste conclusies voor de verschillende groepen zijn hierna samengevat. In 2013 daalde het aantal rechthebbenden die niet de ouder van het kind zijn met 665 ten opzichte van de telling van Die daling bevestigt de tendens van de laatste twee decennia, aangezien men een daling van 12,40 % optekende voor de periode De rechthebbenden van 2013 vertegenwoordigen voortaan echter maar 2,34 % meer van alle rechthebbenden, terwijl dat nog 3 % was in Vooral de stiefouders, die van in 1993 naar in 2013 gingen, dragen bij aan die daling. Een andere subcategorie kende ook een aanzienlijke daling: de rechthebbenden voor kinderen van de partner of de ex-echtgenoot. Deze studie toonde aan dat dat wellicht het gevolg is van het toenemend belang van de coouderschapsregeling, waarbij het recht doorgaans uit hoofde van de vader vastgesteld blijft, zodat geen andere rechthebbende moet worden gezocht. Drie categorieën kenden echter een aanzienlijke en vrijwel lineaire toename in de laatste twintig jaar: rechthebbende broers of zussen buiten het gezin (van 627 naar rechthebbenden), ooms en tantes (van 967 naar rechthebbenden) en de rechthebbenden die kinderen opvangen geplaatst door een overheid of een rechter (van naar rechthebbenden). Het aantal rechthebbende ongehuwde moeders bedraagt en het steeg sterk van 1993 tot 2013 aangezien het nu 5 rechthebbenden op 100 vertegenwoordigt tegen slechts 2 in De groep gehuwde moeders die rechthebbende geworden zijn door afstand van voorrang nam ook sterk toe aangezien van 3,28 rechthebbenden op 100 in 1993 werd overgegaan naar 4,47 rechthebbenden op 100 in Het aantal uit de echt gescheiden rechthebbenden is daarentegen gedaald aangezien de rechthebbenden in 2013 er minder waren dan in 2011 (- 2,51 %). Binnen die groep vallen uit de echt gescheiden rechthebbenden onder de co-ouderschapsregeling. Het aantal uit de echt gescheiden rechthebbenden vertegenwoordigt bijna één rechthebbende op vijf. Die verhouding is in twintig jaar tijd bijna verdubbeld in een sociale context waar het aantal echtscheidingen sterk gestegen is (ook al daalt het aantal het jaarlijks aantal echtscheidingen sinds 2009). 22

29 Het aantal rechthebbenden door afstand van voorrang nam spectaculair toe van 1993 tot 2007 (van naar ), voornamelijk door de vrouwelijke rechthebbenden als gevolg van de invoering van de co-ouderschapsregeling. Maar die trend kende een keerpunt met een eerste daling in 2009 (55.281) en een tweede daling in 2011 (46.113). Dat is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het vanaf 1 oktober 2008 niet langer nuttig was om afstand te doen van de voorrang in een groot aantal gevallen door de gelijkschakeling van de schalen van art. 41 KBW (eenoudertoeslag) met de schalen voor de sociale toeslag van art. 42bis KBW. In 2013 is echter een lichte stijging van 1,52 %, met 700 eenheden meer, vastgesteld, waardoor het aantal rechthebbenden door afstand van voorrang bedraagt. Ze vertegenwoordigen voortaan 4,09 % van het totale aantal rechthebbenden, tegen 1,27 % in In de groep van de rechthebbenden met een bijzonder statuut vormen de vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner al jarenlang de grootste groep met rechthebbenden, een nieuwe stijging met eenheden (+ 9,86 %) ten opzichte van de telling van Ze maken voortaan 7,95 % uit van de rechthebbenden in het kinderbijslagstelsel van de werknemers (5,21 % in 1993). Die groep is dus sterk gestegen en de regeling voor werknemers stond dus zo in voor 45 % van de bij de regeling voor zelfstandigen behorende lasten

30 24 1. VOLGENS VERWANTSCHAP Artikel KBW stiefvader, stiefmoeder art, 51, 3, adoptieouders en pleegvoogden art. 51, 3, groot- en overgrootouders art. 51, 3, ooms en tantes art. 51, 3, broers en zusters in het gezin van het kind art. 51, 3, broers en zusters buiten het gezin art. 51, 3, rechthebbenden voor kinderen van de partner art. 51, 3, 6 of ex-echtgenoot rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst via de overheid of een rechter) rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst door de jeugdrechtbank) art. 51, 3, art. 51, 3, rechthebbenden die kinderen opvangen (ingevolge een ministeriële afwijking) art. 51, SUBTOTAAL VOLGENS GEZINSSITUATIE OF VOORRANGSREGEL Artikel KBW gescheiden levende of uit het echt gescheiden - echtgenoten waarvan: die samen het ouderlijk gezag uitoefenen (co-ouderschap) TOTAAL VAN DE RECHTHEBBENDEN PER CATEGORIE - n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* verlaten echtgenoten art ongehuwde moeders andere vrouwelijke rechthebbenden met voorrang art rechthebbenden door afstand van voorrang art SUBTOTAAL RECHTHEBBENDEN MET EEN SPECIFIEK STATUUT Artikel KBW vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner art rechthebbenden met een overlevingspensioen art. 56quater gehandicapte rechthebbenden art. 56quinquies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbende studenten of leerlingen art. 56sexies n.v.t. n.v.t. n.v.t gehandicapten rechthebbend voor zichzelf art. 56septies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering art. 56octies gedetineerden art. 56decies SUBTOTAAL TOTAAL

31 25 1. VOLGENS VERWANTSCHAP Artikel KBW stiefvader, stiefmoeder art. 51, 3, adoptieouders en pleegvoogden art. 51, 3, groot- en overgrootouders art. 51, 3, ooms en tantes art. 51, 3, broers en zusters in het gezin van het kind art. 51, 3, broers en zusters buiten het gezin art. 51, 3, rechthebbenden voor kinderen van de partner art. 51, 3, 6 of ex-echtgenoot rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst via de overheid of een rechter) rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst door de jeugdrechtbank) rechthebbenden die kinderen opvangen (ingevolge een ministeriële afwijking) DE MANNELIJKE RECHTHEBBENDEN PER CATEGORIE art. 51, 3, art. 51, 3, art. 51, SUBTOTAAL VOLGENS GEZINSSITUATIE OF VOORRANGSREGEL Artikel KBW gescheiden levende of uit het echt gescheiden - echtgenoten waarvan: die samen het ouderlijk gezag uitoefenen (co-ouderschap) - n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* verlaten echtgenoten art rechthebbenden door afstand van voorrang art SUBTOTAAL RECHTHEBBENDEN MET EEN SPECIFIEK STATUUT Artikel KBW rechthebbenden met een overlevingspensioen art. 56quater gehandicapte rechthebbenden art. 56quinquies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbende studenten of leerlingen art. 56sexies n.v.t. n.v.t. n.v.t gehandicapten rechthebbend voor zichzelf art. 56septies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering art. 56octies gedetineerden art. 56decies SUBTOTAAL TOTAAL

32 26 1. VOLGENS VERWANTSCHAP Artikel KBW stiefvader, stiefmoeder art. 51, 3, adoptieouders en pleegvoogden art. 51, 3, groot- en overgrootouders art. 51, 3, ooms en tantes art. 51, 3, broers en zusters in het gezin van het kind art. 51, 3, broers en zusters buiten het gezin art. 51, 3, rechthebbenden voor kinderen van de partner art. 51, 3, 6 of ex-echtgenoot rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst via de overheid of een rechter) rechthebbenden die kinderen opvangen (geplaatst door de jeugdrechtbank) art. 51, 3, art. 51, 3, rechthebbenden die kinderen opvangen (ingevolge een ministeriële afwijking) art. 51, SUBTOTAAL VOLGENS GEZINSSITUATIE OF VOORRANGSREGEL Artikel KBW gescheiden levende of uit het echt gescheiden - echtgenoten waarvan: die samen het ouderlijk gezag uitoefenen (co-ouderschap) DE VROUWELIJKE RECHTHEBBENDEN PER CATEGORIE - n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* n.v.t.* verlaten echtgenoten art ongehuwde moeders andere vrouwelijke rechthebbenden met voorrang art rechthebbenden door afstand van voorrang art SUBTOTAAL RECHTHEBBENDEN MET EEN SPECIFIEK STATUUT Artikel KBW vrouwelijke rechthebbenden met een zelfstandige partner art rechthebbenden met een overlevingspensioen art. 56quater gehandicapte rechthebbenden art. 56quinquies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbende studenten of leerlingen art. 56sexies n.v.t. n.v.t. n.v.t gehandicapten rechthebbend voor zichzelf art. 56septies n.v.t. n.v.t. n.v.t rechthebbenden met een loopbaanonderbrekingsuitkering art. 56octies gedetineerden art. 56decies SUBTOTAAL TOTAAL

STATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS. Tellingen 2004

STATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS. Tellingen 2004 STATISTIEK VAN BEPAALDE CATEGORIEËN VAN RECHTHEBBENDEN OP KINDERBIJSLAG IN HET STELSEL VOOR WERKNEMERS Tellingen 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke

Nadere informatie

Sociale veranderingen: een rijke diversiteit aan rechthebbenden:

Sociale veranderingen: een rijke diversiteit aan rechthebbenden: Sociale veranderingen: een rijke diversiteit aan rechthebbenden: 1987-2007 Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens 2 2. Rechthebbenden die noch de vader noch de moeder van het kind zijn 3 2.1 Stiefouders 4

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN: DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN. Telling 2006

MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN: DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN. Telling 2006 MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN: DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN Telling 2006 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN - DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN. Tellingen 2010

MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN - DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN. Tellingen 2010 MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN - DE RIJKE DIVERSITEIT AAN RECHTHEBBENDEN Tellingen 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst

Nadere informatie

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden Principe 1 2 De algemene afwijking primeert op de individuele afwijking. De MO 599 vermeldt een groep personen gedefinieerd als de niet-voorrangsgerechtigde rechthebbende vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder

Nadere informatie

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 09.11.2010 uw ref. contact Herman Stuyver attaché telefoon 02-237 23 98 02-237 21 11 Betreft: Ouderlijk

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr. FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële omzendbrief nr. 596 Omzendbrief aan de mevrouwen Ministers, aan de heren Ministers,

Nadere informatie

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 18.12.2009 uw ref. contact Hugo Bogaert adviseur telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel e-mail: research@rkw.be www.rkw.be

Nadere informatie

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN PER KINDERBIJSLAGFONDS JAAR 2002 INHOUDSTAFEL DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN

Nadere informatie

Brevet van rechthebbende

Brevet van rechthebbende Identificatie van de volgende instelling Kenmerk van de werkgever Brevet van rechthebbende Identificatie van het oorspronkelijke fonds Naam van de beheerder verantwoordelijk voor het dossier e-mail : tel.

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr. 1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële Omzendbrief nr. 599 Omzendbrief aan de Mevrouwen Ministers, aan de Heren Ministers,

Nadere informatie

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving Juridisch bulletin Wetgeving 2010 www.rkw.be Inhoud 1 Wetten 3 1.1 Wet houdende diverse bepalingen van 30 december 2009 (Voorwaarde van verblijf - Adoptie Verschilbetaling) 3 1.2 Wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 -

DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 - RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2003 - STATISTISCHE REEKSEN 1993-2003 Uitgave 2004 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005; SCSZ/05/91 1 BERAADSLAGING NR. 05/032 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING AAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS EN DE

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 142 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen

IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen IV. Trimestrialisering van de sociale toeslagen Vragen Oplossing 1. Situatie Referentie RKW: II/A/21/F00221/T/ced voor alle voorbeelden 1. een moeder woont met haar twee kinderen bij haar vader (grootvader

Nadere informatie

Gezinsbijslag in 15 vragen

Gezinsbijslag in 15 vragen Gezinsbijslag in 15 vragen 1. Wat is gezinsbijslag? Gezinsbijslag omvat: - het kraamgeld dat eenmalig wordt uitbetaald bij de geboorte - de adoptiepremie die eenmaal wordt uitbetaald bij de adoptie - de

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 150 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen,

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand?

Infoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand? Infoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad leggen we uit wat uw gezinstoestand als werkloze is. Eerst bespreken we de mogelijke situaties. Aan de hand van

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 5 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

FOCUS 2009-3. Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

FOCUS 2009-3. Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers FOCUS 2009-3 Typegezinnen in de kinderbijslag: kenmerken, evoluties en bedragen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail: research@rkw-onafts.fgov.be

Nadere informatie

DEMOGRAFISCH VERSLAG

DEMOGRAFISCH VERSLAG RKW KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DEMOGRAFISCH VERSLAG - 2009 - STATISTISCHE REEKSEN 2008 Tellingen 2008 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens Trierstraat 70 B-1000 Brussel Departement Controle CO 1375 Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 06.10.2008 II/C/CO1375/BH uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21

Nadere informatie

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004 BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN Telling 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm

Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm Vragen en antwoorden over de toepassing van het gewijzigde artikel 48 KBW en de toepassing van de 240-uren norm Ontstaan van een recht in de werknemersregeling als gevolg van een wijziging in de socio-professionele

Nadere informatie

Een terugblik op vijf decennia

Een terugblik op vijf decennia Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron

Nadere informatie

Tijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer

Tijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer Tijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer Voor zover nodig dient u dit formulier C1-CAO77bis in samen met uw aanvraagformulier C61-CAO77bis wanneer u gelijktijdig: - een volledig of halftijds

Nadere informatie

Aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag

Aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag Correspondentieadres: FAMIFED Trierstraat 9 B-1000 Brussel Onthaal: B- van 9 tot 16.30 uur Telefoon: dagelijks van 8 tot 16.30 uur (dinsdag van 8 tot 12 uur) Afzender FAMIFED Trierstraat 9 B-1000 Brussel

Nadere informatie

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht Trierstraat 70 B-1000 Brussel dienst Controle Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 21.12.2012 uw ref. contact Peter Savat Guy Tillieux sociaal inspecteurs telefoon 02-237 21 07 02-237 23 60

Nadere informatie

Nr. Situatie Recht op toeslag voor eenoudergezinnen

Nr. Situatie Recht op toeslag voor eenoudergezinnen Programmawet (1) van 27 april 2007 - Maatregelen voor de eenoudergezinnen - Voorbeelden Eenoudergezinnen die enkel de gewone schaal ontvangen: specifieke toeslag van 20 EUR 1. Een koppel gaat gescheiden

Nadere informatie

Juridisch bulletin.

Juridisch bulletin. Juridisch bulletin www.rkw.be Dienstvoorschriften 2011 Inhoud 1 Ministeriële omzendbrieven 3 1.1 Ministeriële omzendbrief nr.611 van 12 oktober 2010 (Artikel 76bis, 1, KBW. Barema s van de gezinsbijslag)

Nadere informatie

Aanvraag om wezenbijslag 1

Aanvraag om wezenbijslag 1 Aanvraag om wezenbijslag 1 contact telefoon fax e-mail referentie Voor de Kinderbijslagwet is een wees een kind van wie één van de volgende verwanten overleden is: de vader, de meemoeder, de moeder of

Nadere informatie

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening. Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening. Focus: 2016 3 Sinds 50 jaar wordt een bijkomende bijslag voorzien voor kinderen met een aandoening. In de loop van de jaren

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976. houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976)

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976. houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976) KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen (BS 6 mei 1976) (Errata BS 4 september 1976) Gewijzigd door: - het koninklijk besluit van 6

Nadere informatie

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving Juridisch bulletin Wetgeving 2009 www.rkw.be Inhoud 1 Wetten 3 1.1 Programmawet van 22 december 2008 (Eenoudertoeslag Onmiddellijke uitwerking Kinderen met een aandoening) 3 1.2 Wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2014 Aanpassingen: 1. Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003; TC/03/14 BERAADSLAGING NR. 03/10bis VAN 4 FEBRUARI 2003, AANGEPAST OP 19 JULI 2005, M.B.T. EEN AANVRAAG TOT MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS (RKW) -

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40) eerste kind 86,77

Nadere informatie

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België 2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België Martine Corijn D/2011/3241/020 Inleiding Het dalende aantal huwelijken en het stijgende aantal echtscheidingen maakt dat langdurende huwelijken soms minder

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2013 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN N 148 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007 Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007 Overzicht van de gestelde vragen en gegeven antwoorden Toekenning van een sociale toeslag na het

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 3 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste

Nadere informatie

FOCUS "Senioren en het OCMW"

FOCUS Senioren en het OCMW FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4

Nadere informatie

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 21.11.2006 uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft: Vaststelling

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2009 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 140 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2012 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 145 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2011 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 144 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

Departement Controle

Departement Controle Trierstraat 70 B-1000 Brussel Departement Controle CO 1377 Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 08.12.2008 uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft: Herziening

Nadere informatie

Statistiek per kinderbijslagfonds

Statistiek per kinderbijslagfonds Statistiek per kinderbijslagfonds Dienst 2010 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Inlichtingen bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Departement

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED)

Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Voor inlichtingen: FAMIFED Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 7 1 BRUSSEL e-mail: research@famifed.be

Nadere informatie

BREVET VAN RECHTHEBBENDE : INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT. Brevet van rechthebbende

BREVET VAN RECHTHEBBENDE : INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT. Brevet van rechthebbende BREVET VAN RECHTHEBBENDE : INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT Brevet van rechthebbende Identificatie van de volgende instelling Identificatie van het oorspronkelijke fonds Kenmerk van de werkgever Naam

Nadere informatie

Nog vragen? Wilt u de gegevens die voor de kinderbijslag over u bewaard worden, inkijken of verbeteren?

Nog vragen? Wilt u de gegevens die voor de kinderbijslag over u bewaard worden, inkijken of verbeteren? Aanvraag om wezenbijslag contact telefoon fax e-mail dossiernummer Voor de Kinderbijslagwet is een wees een kind van wie één van de volgende verwanten overleden is: de vader, de moeder of een adoptieouder.

Nadere informatie

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning Volgens onze gegevens is X / bent u sinds... zes maanden werkloos / ziek. is X sinds... gepensioneerd. ontvangt X / u sinds... een overbruggingsuitkering

Nadere informatie

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid 1 Inleiding Tijdens het laatste kwartaal 21 is het aantal alleenwonenden in de loop van de eerste vergoedingsperiode ( 1 jaar) aanzienlijk

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2016 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur 2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur Martine Corijn D/2011/3241/019 Inleiding FOD ADSEI-cijfers leidden tot de krantenkop Aantal

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Rolnummer 4923. Arrest nr. 53/2011 van 6 april 2011 A R R E S T

Rolnummer 4923. Arrest nr. 53/2011 van 6 april 2011 A R R E S T Rolnummer 4923 Arrest nr. 53/2011 van 6 april 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 60, 3, 3, b), van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende

Nadere informatie

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2008 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 138 Verantwoordelijk uitgever:

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen? Laatste aanpassing: 28/06/2019

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr. FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële omzendbrief nr. 593 Omzendbrief aan de mevrouwen Ministers, aan de heren Ministers,

Nadere informatie

Juridische afdeling Departement Controle CO 1356

Juridische afdeling Departement Controle CO 1356 Trierstraat 70 B-1000 Brussel Juridische afdeling Departement Controle CO 1356 datum 13.03.2006 III/06/CO 1356/FN onze ref. uw ref. contact Hugo Bogaert attaché telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft:

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen richt men zich tot: RKW Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel E-mail:

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers ek se n Het kinderbijslagstelsel van de zelfstandigen 1992-2008 De stati Telling 2009 e r e h c stis Statistische Reeksen - Kinderbijslagstelsel voor de

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

FOCUS De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010

FOCUS De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010 FOCUS 2011-2 De evolutie van gemiddelde maandelijkse kinderbijslag in het stelsel voor werknemers van 1997 tot 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237

Nadere informatie

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

FOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers FOCUS 2011-1 De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail:

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 151 30.06.2015 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor

Nadere informatie

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) «Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband

Nadere informatie

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers HAL FJ AAR L IJ K S E ME DE DE L ING Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2003 HALFJAARLIJKSE MEDEDELING NR 128 Verantwoordelijk uitgever

Nadere informatie

Betaling van kinderbijslag voor werknemers Gewaarborgde gezinsbijslag. Mieke SERLIPPENS Jurist bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Betaling van kinderbijslag voor werknemers Gewaarborgde gezinsbijslag. Mieke SERLIPPENS Jurist bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Betaling van kinderbijslag voor werknemers Gewaarborgde gezinsbijslag Mieke SERLIPPENS Jurist bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Sociale Praktijkstudies nr. 10002 Stof bijgehouden tot

Nadere informatie

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Directie Interne en Externe Communicatie Keizerslaan, 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 42 81 www.rva.be Brussel, 8 mei Persmededeling Stijging van de volledige werkloosheid,

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN EERSTE HALFJAAR 2013 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 147 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2012 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 146 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN

DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN DE STATISTISCHE REEKSEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE ZELFSTANDIGEN HET STELSEL VAN DE KINDERBIJSLAG BIJ DE OVERHEID Uitgave 2004 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor

Nadere informatie

Kinderbijslagfonds UCM

Kinderbijslagfonds UCM Kinderbijslagfonds UCM Maandelijkse verhoging van de kinderbijslag voor eenoudergezinnen De regering heeft beslist om de kinderbijslag te verhogen voor eenoudergezinnen waarvan het brutomaandinkomen niet

Nadere informatie

AANVRAAG OM KINDERBIJSLAG VOOR GRENSARBEIDERS

AANVRAAG OM KINDERBIJSLAG VOOR GRENSARBEIDERS AANVRAAG OM KINDERBIJSLAG VOOR GRENSARBEIDERS Wanneer een formulier Aanvraag om kinderbijslag voor grensarbeiders indienen? Grensarbeider is wie werknemer is in een lidstaat van de Europese Economische

Nadere informatie

Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

Recht op een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België P19Fisc-A De gegevens die u op dit formulier invult, worden verzameld voor de vestiging van het recht op kinderbijslag en de betaling ervan. Ze worden beschermd door de wet verwerking persoonsgegevens

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Voor de kinderbijslagbedragen is de spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing vanaf 01/06/2016. De grensbedragen voor de bestaansmiddelen zijn aangepast vanaf 01/06/2017

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Het kan vrij verspreid worden op voorwaarde dat de bron en het URL vermeld worden Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Sint-Pieterssteenweg

Nadere informatie

Toeslag op de kinderbijslag

Toeslag op de kinderbijslag Toeslag op de kinderbijslag De gegevens die u op dit formulier invult, worden verzameld voor de vestiging van het recht op kinderbijslag en de betaling ervan. Ze worden beschermd door de wet verwerking

Nadere informatie

AANVRAAG OM BREVET. ldentificatie van de oorspronkelijke instelling. (:.. RECHTHEBBENI>EVANDEcOORsPRONKELIJKEINSTELLING-...j

AANVRAAG OM BREVET. ldentificatie van de oorspronkelijke instelling. (:.. RECHTHEBBENI>EVANDEcOORsPRONKELIJKEINSTELLING-...j . 1 BREVET V AN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT AANVRAAG OM BREVET Identificatie van de volgende instelling ldentificatie van de oorspronkelijke instelling (:.. RECHTHEBBENI>EVANDEcOORsPRONKELIJKEINSTELLING-....j

Nadere informatie

Betreft: Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België

Betreft: Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag voor gezinnen buiten België MOD. 19_Fisc dienst datum onze ref. uw ref. contact telefoon telefax De gegevens die u op dit formulier invult, worden verzameld voor de vestiging van het recht op kinderbijslag en de betaling ervan. Ze

Nadere informatie

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT

BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT BREVET VAN RECHTHEBBENDE: INSTRUMENTEN VOOR GEGEVENSOVERDRACHT Identificatie van de volgende instelling Kenmerk van de werkgever Brevet van rechthebbende Identificatie van het oorspronkelijke fonds Naam

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 103,04 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2017 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

Recht op een toeslag op de kinderbijslag. Mevrouw, mijnheer,

Recht op een toeslag op de kinderbijslag. Mevrouw, mijnheer, P19Fisc-B dienst datum onze ref. uw ref. contact telefoon telefax De gegevens die u op dit formulier invult, worden verzameld voor de vestiging van het recht op kinderbijslag en de betaling ervan. Ze worden

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2015 Aanpassing: Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten of sociale

Nadere informatie