Werkinstructie GouwTaxatie - Basishandelingen

Transcriptie

1 Werkinstructie GouwTaxatie - Basishandelingen GouwBelastingen5 Versie 5.4 Stap Actie Knop/ Functietoets 1 Open het menu Taxatie vanuit de GouwBelastingen applicatie en kies het taxatiescherm dat u wilt opvragen (woningen of nietwoningen). Het opvragen van (taxatie)gegevens 2 Het scherm start automatisch in de zoekvraag. Geef een objectnummer of een (gedeelte van een) straatnaam en eventueel een huisnummer op. Druk vervolgens op <F3>. Voor een nieuwe zoekvraag dient op <F2> te worden gedrukt. Indien er meerdere zoekresultaten zijn, verschijnt een scherm waarin objecten kunnen worden geselecteerd die meegenomen moeten worden naar het taxatiescherm. Dit kan door de betreffende regel in de kolom Sel van een vinkje te voorzien. <F2> <F3> Het is ook mogelijk om in een keer alles te selecteren middels de hiernaast getoonde knop. Om de geselecteerde objecten mee te nemen naar het taxatiescherm dient op de knop `meenemen te worden gedrukt. Het opvoeren van nieuwe (taxatie)gegevens 3 Indien er van een nieuw WOZ-object taxatiegegevens moeten worden opgevoerd, dient er een nieuwe taxatiekaart aangemaakt te worden. Hiervoor dient er in het blok Taxatie een aantal gegevens ingevuld te worden, nadat in de knoppenbalk het juiste tijdvak geselecteerd is.

2 Onderstaande gegevens dienen verplicht te worden gevuld. - situatiedatum - reden taxatie - datum taxatie De situatiedatum is gekoppeld aan het tijdvak dat bovenaan het scherm van de knoppenbalk is opgenomen. Met andere woorden: indien er voor een tijdvak wordt gekozen, zal er bij het vastleggen van de situatiedatum gecontroleerd worden of de gekozen situatiedatum binnen het tijdvak ligt. Het opslaan van de nieuw opgevoerde gegevens moet middels de button of met de toetscombinatie <Ctrl + Enter>. <Ctrl + Enter> Vervolgens kunnen de taxatieonderdelen worden toegevoegd. Woningen: Dit kan op twee manieren; 1. Dubbelklikken op een lege regel in de kolom Deel. Hierna verschijnt een pulldown menu. Hieruit kan een keuze worden gemaakt. In het pulldown menu worden alleen die onderdeelcodes getoond die in het tabel Onderdeelcodes gekoppeld zijn aan de betreffende soortobjectcode. Codes die niet gekoppeld zijn, kunnen zodoende niet vanuit de lijst gekozen worden, maar wel geregistreerd worden door de code rechtstreeks in de lege regel in te tikken. 2. Op een lege regel in de kolom deel gaan staan en de onderdeelcode ingeven. Hierna het veld verlaten middels de enter-toets en het betreffende onderdeel zal worden getoond. Vervolgens kunnen in de kolommen erachter de specifieke kenmerken (inhoud, oppervlakte, eenheid, waarde etc.) geregistreerd worden. Welke velden optioneel of verplicht in te vullen zijn, kan ingericht worden in de Onderdeelcodetabel. Niet-woningen:

3 Afhankelijk van de gewenste werkwijze wordt per object de taxatieopbouw geregistreerd of per deelobject (taxatieobject). De onderbouwingen van de meerdere deelobjecten vormen dan het eigenlijke WOZ-object. Indien een klant geen gebruik maakt van deelobjecten dan is het WOZ-object tevens taxatieobject. De deelobjecten kunnen afzonderlijk worden getaxeerd en geregistreerd. Aan de linkerkant van het blok zijn de gedefinieerde deelobjecten te vinden. Indien er nog geen deelobjecten zijn opgevoerd, wordt er automatisch een deelobject aangemaakt zodra er een onderdeel wordt aangemaakt. Een tweede deelobject dient echter wel specifiek te worden aangegeven, door op de lege regel onder het al gedefinieerde deelobject te klikken. De rechterkant van het scherm wordt dan gewist. Door vervolgens weer een onderdeel toe te voegen aan de rechterkant van het scherm, wordt er weer automatisch een deelobject aangemaakt. De naamgeving bij het automatisch aanmaken van deelobjecten is altijd 'Deel 1', 'Deel 2' enzovoort. Van een deelobject kunnen ook alternatieve identificaties worden opgegeven. Klik daartoe op de rechtermuis toets (boven het betreffende deelobject). Er verschijnt dan een snelmenu met daarin de tekst 'Onderhoud deelobjecten': Door op deze optie te klikken verschijnt een scherm waarmee de secundaire identificatie van het betreffende deelobject kan worden gezocht: Tevens kunnen hier de scores voor de waardekenmerken geregistreerd worden in de onderste velden van het onderste blok. Deze scores worden gebruikt bij het modelmatig waarderen. Het cijfer 5 is de hoogste score en zodoende van toepassing indien bijv. de kwaliteit van het object uitstekend is. Het cijfer 1 is de laagste score en zodoende van toepassing indien bijv. de ligging erg slecht is.

4 In het veld Srt rechts dient per deelobject een soortobjectcode geregistreerd te worden. Ook dit wordt gebruikt bij het modelmatig waarderen om deelobjecten met gelijksoortige objecten te kunnen vergelijken. De opbouw van het taxatieobject kan geregistreerd worden op basis van een viertal taxatiemethoden, te weten HWK (huurwaarde kapitalisatiefactor), GVW (gecorrigeerde vervangingswaarde), DCF (discount cash flow) en GBR (geen berekening). De waarde die uiteindelijk naar WOZ wordt doorgegeven kan op twee manieren worden berekend: het maximum van de HWK, DCF, GVW of de optelling van deze waarden. De onderdelen geregistreerd onder de GBR-methodiek worden altijd meegeteld. Dit is in te stellen door in het veld 'Wb' respectievelijk te kiezen voor 'M'aximum of 'S'om. Welke taxatiemethode al is toegepast is te zien in het vinkje in de velden waaronder een hokje is opgenomen: Een nieuw onderdeel kan eenvoudig worden toegevoegd door op de eerste lege regel te klikken in het veld 'Deel'. Er kan dan een lijst worden opgeroepen met alle voor het betreffende soort object geldige onderdelen. Door hieruit een selectie te maken is het onderdeel opgevoerd. De overige kenmerken van het onderdeel moeten dan uiteraard nog wel worden gevuld. Welke velden van een onderdeel verplicht zijn in te vullen, optioneel zijn in te vullen of niet zijn in te vullen, is te regelen in de inrichting van de onderdelen en kan zodoende per klant verschillen. Ook de afronding die plaatsvindt op onderdeelniveau kan door de applicatiebeheerder worden ingesteld in de inrichting van het tijdvak. De delen die geregistreerd worden bij niet-woningen kunnen volgens één of meerdere taxatiemethodieken worden gewaardeerd. Afhankelijk van de taxatiemethodiek kan in de onderdelen op de rechtermuis toets worden geklikt. Er verschijnt dan een zogenaamd snelmenu, waaruit de gewenste spreadsheet kan worden geselecteerd: Door een keuze te maken uit de getoonde mogelijke berekeningen, verschijnt het spreadsheet waarin de gegevens vastgelegd kunnen worden. U kunt ook zonder de spreadsheets werken. De velden moeten dan handmatig worden gevuld (ITZA, Kapitalisatiefactor enz).

5 Afhankelijk van de inrichting in de taxatie codetabellen en de gekozen taxatiemethodiek zijn de diverse kolommen ingericht. Bij deze inrichting wordt vastgelegd welke kolommen er verplicht gevuld dienen te worden, welke optioneel zijn en welke kolommen er niet gevuld mogen worden. Bij het maken van een keuze uit het pulldown menu worden alleen de onderdelen getoond die in de taxatie codetabellen aan de soortobjectcode van het WOZ-object zijn gekoppeld. Het is zodoende van belang dat de inrichting goed is uitgevoerd. Dit betekent namelijk dat indien er volgens de tweede methode een onderdeel wordt gekoppeld het kan gebeuren dat dit een onderdeel betreft waarvan het nooit de bedoeling is geweest dat dit onderdeel aan de betreffende soortobjectcode gekoppeld zou kunnen worden. Rechtsbovenin het scherm zal de waarde van het object worden getoond op basis van de diverse waarden die aan de onderdelen zijn gekoppeld. in de software is een controle opgenomen die controleert of de som van de (waarde van de) onderdelen gelijk is aan de taxatiewaarde. Onderscheid tussen de woz-, taxatie-, en ozbwaarde kan gemaakt worden door per onderdeel een vrijstelling te registreren. In de regel waar het onderdeel geregistreerd is, is een veld VrijSt waar een lijst met vrijstellingscodes onder hangt. Het kopiëren van (taxatie)gegevens 6 Indien er van een bestaand (niet nieuw opgevoerd) WOZ-object taxatiegegevens moeten worden gekopieerd, kan dit met de daartoe bestemde knop. <Ctrl + K> Hiertoe dienen de onderstaande gegevens verplicht te worden gevuld. - situatiedatum - reden taxatie - datum taxatie Evenals het bij het aanmaken van een nieuwe taxatie is het opgeven van een taxateur niet verplicht. Er kan gekozen worden om de waarden over te nemen, wat inhoudt dat de waarden uit de taxatie die gekopieerd wordt, meegenomen worden naar de nieuwe, gekopieerde taxatie. Indien dit vinkje uitgezet wordt, worden alleen de objectkenmerken gekopieerd.

6 Daarnaast kan er gekozen worden om eventuele staffels te kopiëren naar de nieuwe kaarten. Ook hier geldt dat indien het vinkje uitgezet wordt, alleen de objectkenmerken gekopieerd worden. Het is mogelijk om wel de staffels maar niet de waarden te kopiëren. Op deze manier zal de gekopieerde staffel toegepast worden op de nieuw in te voeren waarde. De situatiedatum is ook hier gekoppeld aan het tijdvak. Met andere woorden: indien er voor een tijdvak wordt gekozen, zullen vervolgens in het pulldown-menu alleen de situatiedata worden getoond die corresponderen met het gekozen tijdvak. Het uitvoeren van bulkmutaties 7 Deze optie is alleen van toepassing bij woningen en werkt alleen als het betreffende object in een groep is ingedeeld. Door het indrukken van de button, verschijnt het volgende scherm: + M> In dit scherm worden alle delen die in de groep voorkomen getoond. Hier kan de eenheid en de waarde van het deel worden aangepast. Met de knop 'Uitvoeren' worden de mutatie in bulk doorgevoerd in alle nog niet vastgestelde taxaties binnen de groep. De delen zijn gegroepeerd op bouwlaag. Dat wil zeggen dat alle combinaties van deel en bouwlaag die voorkomen bij niet vastgestelde taxaties binnen de groep, worden getoond. Het koppelen van een foto aan een taxatie 8 Per object kunnen foto s zijn gekoppeld. Deze foto s kunnen in de taxatiekaarten worden bekeken via de knop Tonen foto s. + T> Het koppelen van foto s aan een WOZ-object gebeurt via de module Foto beheer (schermnummer AGE010300). In het blok WOZ-object dient een object te worden geselecteerd waaraan een foto dient te worden gekoppeld. het selecteren van een object gebeurt met <F2> om de zoekvraag te openen, gevolgd door het ingeven van een objectnummer of een (gedeelte van een) straatnaam en eventueel een huisnummer. Druk vervolgens op <F3>. <F2> <F3>

7 Aan de rechterzijde van het scherm is een overzicht te zien van de foto s die aan de diverse objecten kunnen worden gekoppeld. Indien de selectie niet correct is, dient het juiste pad gekozen worden middels de button met drie puntjes. Bovenaan het scherm kunnen een tweetal opties worden aangevinkt. - De optie Bulk zorgt ervoor dat een foto aan meerdere objecten kan worden gekoppeld en niet iedere keer opnieuw hoeft te worden opgehaald. - De optie Plaatje Laten Staan op Systeem zorgt ervoor dat de foto op de netwerk locatie blijft staan en wordt overgeheveld naar de database. Als dit vinkje niet aanstaat, zal de foto worden verwijderd van de netwerklocatie. Dit is nuttig om te kunnen bijhouden welke foto s er nog gekoppeld moeten worden. Indien een foto is gekoppeld aan een object dient een en ander te worden opgeslagen met <Ctrl + Enter>. Na het opnieuw opvragen van het object, in bijvoorbeeld het scherm Woningen, zal de foto hier nu zichtbaar zijn. Via Tonen foto s kunnen deze bij een object nu worden bekeken (op een groter formaat). Als er meerdere foto s aan het object zijn gekoppeld, kunnen deze hier worden bekeken. <Ctrl + Enter> + T> In Onderhoud Locaties kan een locatie worden ingegeven waar de foto s standaard op het netwerk worden gezet. Dit kan worden gevonden onder het menu item Algemeen. Het vaststellen van een taxatie 9 Indien een taxatie voorzien is van een nieuwe (goedgekeurde) waarde dient deze te worden doorgevoerd naar de WOZ applicatie. Met betrekking tot de te verrichten handeling maakt het niet uit of de taxatiemodule onderdeel uitmaakt van GouwBelastingen of dat er sprake is van een koppeling met de WOZ applicatie van een andere leverancier. <Ctrl + F>

8 Door op de knop te drukken die hiernaast is afgebeeld, wordt de geselecteerde taxatie vastgesteld en doorgevoerd naar WOZ opdat de taxatie kan worden beschikt. Wanneer er een taxatie gefiatteerd wordt, gaan er een aantal controles af. Om deze controles uit te voeren zonder het daadwerkelijk fiatteren, kan deze resultaatcontrole middels de hiernaast getoond button uitgevoerd worden. <Ctrl + O> <Ctrl + R> Vervolgens kan er dan met de button Toont de resultaatcontrole een pop-upscherm geactiveerd worden waarin de eventuele foutmelding (resultaatcontrole) getoond wordt. Indien dit scherm leeg blijft, houdt dit in dat er geen fouten zijn geconstateerd. Een taxatie verwijderen of laten vervallen 10 Om een taxatie te verwijderen of te laten vervallen, dient een en dezelfde knop te worden gebruikt. <Ctrl + W> Het verschil zit hem in het feit of een taxatie reeds is vastgesteld / beschikt of dat het een nieuwe taxatie betreft. Bij een vastgestelde (beschikte) taxatie zal na het indrukken van de knop het rode bolletje (ten teken van het niet meer muteerbaar zijn) veranderen in een rood kruis. Hiermee wordt aangegeven dat de taxatie in een eerder stadium vastgesteld was, maar nu is vervallen. Indien een taxatie tot op heden niet is vastgesteld (nieuwe taxatie) zal, na het indrukken van de knop, de taxatiekaart verwijderd worden. Het verschil tussen vervallen en verwijderen kan worden verklaard door te stellen dat een taxatie die verwijderd kan worden, nooit had mogen bestaan en een taxatie die kan vervallen bestaansrecht heeft gehad, maar is achterhaald door bijvoorbeeld een bezwaarschrift. Toevoegen/muteren/verwijderen van onderdelen bij een taxatie 11 Onderdelen leiden gezamenlijk tot een taxatieopbouw en kunnen worden toegevoegd, gemuteerd en verwijderd. Voorwaarde is dat er sprake is van een NIET-vastgestelde taxatie. Het toevoegen van een onderdeel kan door in het blok Taxatie object in de kolom Deel op een lege regel te dubbelklikken. Hierdoor verschijnt een pulldown-menu waar een keuze kan worden uitgemaakt uit de onderdelen die kunnen worden gekoppeld aan de soortobjectcode. Bij Beheer Taxatiecodetabellen kan worden bepaald welke onderdelen er aan een bepaalde soortobjectcode gekoppeld mogen worden. Dit is gedaan om te voorkomen dat een niet-woning onderdeel wordt gekoppeld aan een soortobjectcode van een woning. Een onderdeel kan worden gemuteerd zolang een taxatie niet is vastgesteld. Op het moment dat een taxatie is vastgesteld, kunnen de onderdelen niet meer worden gemuteerd. De enige optie die dan nog overblijft is om de taxatie te laten vervallen.

9 Welke onderdelen gemuteerd kunnen worden is evenals bij het opvoeren van een onderdeel afhankelijk van de instellingen in de Taxatie codetabellen. Verwijderen van onderdelen kan alleen bij taxaties die nog niet zijn vastgesteld. Dit kan door op de regel te gaan staan waarin het onderdeel staat dat dient te worden verwijderd en vervolgens de toetscombinatie <Ctrl + Delete> te gebruiken. Uiteraard dienen hierna de wijzigingen vastgelegd te worden. Bulkafhandeling taxaties 12 Met het scherm Taxatie - bulk kunnen taxaties in bulk worden vastgesteld en in bulk documenten geprint worden. Ook kunnen in dit scherm bulkmutaties voor woningen en niet-woningen. Het scherm bevindt zich in het menu Taxatie. Om in bulk een aantal taxaties te kunnen vaststellen dient er een keuze te worden gemaakt uit beschikbare selecties. In het systeem is door de applicatiebeheerder een aantal selecties aangebracht die in de lijst oproepbaar zijn onder het veld 'Selectie'. De selecties kunnen naar wens worden verfijnd en uitgebreid door de applicatiebeheerder. Als op het pijltje achter het veld 'Selectie' wordt geklikt, verschijnt er een menu op het scherm waarin alle beschikbare selecties staan. Door op een selectie te klikken kan de keuze worden meegenomen. Vervolgens dient de taxatiereden waarvoor u in bulk wilt gaan vaststellen te worden geselecteerd. Ook hier kan weer een lijst worden opgeroepen met het pijltje achter het veld (of de functietoets <F4>). Hier worden alleen de taxatieredenen getoond waarvoor u bent geautoriseerd. Optioneel kan tot slot nog een groep worden opgegeven. Ook dit vormt een beperking op de selectie, omdat dan alleen de objecten worden getoond die in de betreffende groep zijn opgenomen. De selectie en taxatiereden zijn verplichte velden om in te vullen. Door vervolgens op <F3> of de hiernaast getoonde knop te klikken, worden alle objecten opgehaald die aan de gestelde criteria voldoen. <F3>

10 Om de taxaties vast te stellen, moeten ze eerst worden geselecteerd door handmatig in de laatste kolom van het scherm een vinkje te plaatsen. Ook kan in één keer alles worden geselecteerd door de volgende knop uit de knoppenbalk aan te klikken: <Ctrl + F> Alle vakjes worden dan in één keer aangevinkt. Als er weer op de button wordt gedrukt, worden alle vinkjes weer weggehaald. Om de geselecteerde taxaties vast te stellen, kan op de knop die hiernaast is weergegeven worden gedrukt. 13 De standaard controles die normaal worden uitgevoerd, gaan nu ook af. Indien er specifieke controles zijn gedefinieerd (zoals autorisatie binnen taxaties en extra controles), worden deze ook uitgevoerd. Indien een taxatie niet door de controle heen komt, wordt deze uiteraard niet vastgesteld. In het onderste deel van het scherm wordt dan het resultaat van de betreffende controle weergegeven, namelijk de reden waarom het niet is gelukt iets vast te stellen. De resultaten die getoond worden, horen altijd bij de taxatie die in het blok erboven is geselecteerd. De taxaties moeten dus individueel worden langsgelopen om de uitslag van de controle te bekijken. Van de geselecteerde taxaties kunnen ook documenten worden afgedrukt, zoals een taxatiekaart of een taxatieverslag. De taxaties kunnen worden geselecteerd door handmatig in de laatste kolom van het scherm een vinkje te plaatsen. Ook kan in één keer alles worden geselecteerd door de volgende knop uit de knoppenbalk aan te klikken: Alle vakjes worden dan in één keer aangevinkt. Als er weer op de button wordt gedrukt, worden alle vinkjes weer weggehaald. Vervolgens kan door op de onderstaande button te klikken een gewenst rapport worden geselecteerd: <Ctrl + P> + P> Deze kan daadwerkelijk worden afgedrukt, door op de printbutton die er naast is weergegeven te klikken. Middels de Word-button, worden de geselecteerde documenten geopend in Word. Hiermee kunnen de documenten eerst nog verder bewerkt worden in Word alvorens ze uitgeprint worden.

11 Bulkmutaties woningen 14 In het scherm Bulkafhandeling taxaties kunnen ook bulkmutaties uitgevoerd worden. Er zijn twee buttons voorhanden, een button voor het uitvoeren van bulkmutaties bij woningen en een andere button voor het uitvoeren van bulkmutaties bij courante nietwoningen. <Ctrl + B> Na het opvragen van een selectie van taxaties, kan de hiernaast getoonde button gebruikt worden om voor een selectie of alle taxaties onderdelen te muteren. De taxaties moeten geselecteerd worden door een vinkje te plaatsen in het veld Sel. Vervolgens kan er een popup-scherm opgeroepen worden middels de button: In dit scherm dient het onderdeel vastgelegd te worden inclusief de objectkenmerken die gemuteerd moeten worden. In het blok Bouwlaag kan nog aangegeven worden of het betreffende onderdeel alleen gemuteerd mag worden bij een specifieke bouwlaag. In het blok Actie dient tenslotte aangegeven te worden of de betreffende gegevens toegevoegd, verwijderd of gemuteerd moeten worden. N.b.: Of een onderdeel toegevoegd wordt, is afhankelijk van het feit of het betreffende onderdeel gekoppeld is aan de soortobjectcode van de geselecteerde taxatie. Indien een onderdeel niet gekoppeld is, zal deze niet toegevoegd worden. Bulkmutaties courante niet-woningen 15 In het scherm Bulkafhandeling taxaties kunnen ook bulkmutaties uitgevoerd worden. Er zijn twee buttons voorhanden, een button voor het uitvoeren van bulkmutaties bij woningen en een andere button voor het uitvoeren van bulkmutaties bij courante nietwoningen. <Ctrl + H> Na het opvragen van een selectie van taxaties, kan de hiernaast getoonde button gebruikt worden om voor een selectie of alle taxaties onderdelen te muteren. De taxaties moeten geselecteerd worden door een vinkje te plaatsen in het veld Sel. Vervolgens kan er een popup-scherm opgeroepen worden middels de button:

12 In dit pop-upscherm dient het onderdeel gekozen te worden waarbij de differentiatiefactor gemuteerd moet worden. Indien het veld Primair aangevinkt wordt, houdt dit in dat de differentiatiefactor alleen gemuteerd wordt bij het betreffende onderdeel waarbij het vinkje primair aan staat. Ook dient de bouwlaag aangegeven te worden. Bijvoorbeeld: Ik wil voor alle kantoren het primaire onderdeel met onderdeelcode kantoor (3120) op de begane grond een differentiatiefactor geven van 100%, dan vul ik het scherm als volgt in: Op deze manier worden alle onderdelen 3120 op de begane grond die niet primair zijn, dus niet gemuteerd. N.B.: Als er een onderdeel is bij een object wat overeenkomt met de specificaties in bovenstaand pop-upscherm waarbij de differentiatiefactor al gevuld is, zal deze overschreven worden door de bulkmutatie-actie. Overige taakspecifieke buttons Taxatiekaart 16 Wisselen van taxatieopbouw (woningen/niet-woning): Middels deze button kan de weergave van de taxatiekaart gewisseld worden. Dit houdt in dat bijv. bij een woning de niet-woning onderbouwing geregistreerd kan worden (gekoppeld aan een deelobject) en andersom. Dit heeft wel tot gevolg dat de onderdelen verdwijnen en de taxatieopbouw opnieuw geregistreerd moet worden. Waardegebieden per object: Deze button activeert een pop-upscherm waarin getoond wordt in welk waardegebied het betreffende object is <Ctrl + N> <Ctrl + G>

13 ingedeeld. Ook is het mogelijk om in dit pop-upscherm een waardegebied vast te leggen en op deze manier een object (opnieuw) in te delen. Digitaal archief: Middels deze button wordt er een scherm geopend waarin documenten gekoppeld kunnen worden aan de betreffende taxatie. Indien deze button geen subscherm oplevert, dient de parameter EXTERN_DIS op NEE gezet te worden. Controles bij het object: Deze button activeert een scherm waarin de controles met betrekking tot de objectkenmerken vastgelegd kunnen worden. Radio-buttons: Middels deze buttons kan er gewisseld worden tussen verschillende momenten met betrekking tot de wozgegevens. Situatie toont de woz-gegevens die geldig zijn op de situatiedatum van een object. Bijvoorbeeld: een object heeft een taxatie met situatiedatum Dan worden in het blok Percelen de perceelsgegevens getoond zoals ze op zijn. Mocht er na die datum een perceel gewijzigd of toegevoegd zijn, dan is deze mutatie niet zichtbaar. Actueel toont de woz-gegevens die geldig zijn op de systeemdatum (actuele datum van vandaag). Vastgesteld toont de woz-gegevens die geldig waren op het moment van vaststellen van de taxatie. Deze gegevens worden namelijk bevroren op het moment van fiatteren, waardoor altijd zichtbaar is hoe bijv. de perceelsgegevens en de belanghebbendensituatie was op het moment van fiatteren. + A> <Ctrl + G> + R> + R> + R>