Hypertensie -Versie juli 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hypertensie -Versie 2.0 5 juli 2007"

Transcriptie

1 Hypertensie -Versie juli 2007 K86, K87 Hypertensie Algemeen Voor alle patiënten met hypertensie geldt een streefwaarde van <140/90 mm Hg. Uitzondering hierop zijn patiënten met diabetes mellitus en/of nierziekten met micro/macroalbuminerie. Bij hen wordt een streefwaarde van <130/80 mm Hg geadviseerd. Streefwaarden voor de bloeddruk dienen ook beschouwd te worden in combinatie met andere risicofactoren voor het ontstaan van hart- vaatziekten, zoals diabetes mellitus en nierziekten; hoe hoger het totale risico, des te lager de bloeddruk-streefwaarde. Overweeg ook bij patiënten met een normale bloeddruk die een herseninfarct of een TIA hebben doormaakt een bloeddrukverlagende behandeling. In deze richtlijn worden achtereenvolgens behandeld: Hypertensie zonder co-morbiditeit. Hypertensie met co-morbiditeit. Hypertensie zonder co-morbiditeit Niet medicamenteuze adviezen Niet roken. (Zie richtlijn COPD stoppen met roken ). Voldoende bewegen. Bij voorkeur ten minste vijf dagen per week 30 minuten per dag fietsen, stevig wandelen, tuinieren enz. Gezond eten: Minder dan 10 energieprocent verzadigd vet en minder dan 1 energieprocent transvet. Minimaal eenmaal en bij voorkeur tweemaal per week (vette) vis (zalm, heilbot, sprot, makreel en haring). Minimaal 200 gram groente en 2 stuks fruit per dag. Maximaal 6 gram zout per dag. Beperking alcohol: Vrouwen maximaal 1 glas per dag; mannen maximaal 2 glazen per dag. Optimaal gewicht: BMI < 25 kg/m 2 of middelomtrek < 80 cm voor vrouwen en < 94 cm voor mannen. Medicamenteuze adviezen De beslissing om te starten met medicamenteuze behandeling van hypertensie is niet alleen afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk, maar ook van het totale risico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit van de individuele patiënt. Gebruik voor schatting van het totale risico de risicotabel uit de richtlijn Hypercholesterolemie en Hypertriglyceridemie. Ter behandeling van hypertensie zal veelal een aantal (groepen) antihypertensiva moeten worden voorgeschreven om de streefwaarden te bereiken. Gunstige effecten van antihypertensieve behandeling zijn ook bij een leeftijd boven 80 jaar te verwachten. Personen van het negroïde ras zijn minder gevoelig voor ACE-remmers. Bij een sterk afgenomen levensverwachting kan een eenmaal ingestelde antihypertensieve behandeling in heroverweging worden genomen. Overweeg na een jaar behandeling met goed resultaat de medicatie gecontroleerd te verminderen of te stoppen. Behandelschema Stap 1: Start met een ACE-remmer, angiotensine-ii-antagonist, calciumantagonist of thiazidediureticum. Start bij patiënten met hypertensie zonder co-morbiditeit met: een: ACE-remmer (*lisinopril, enalapril, ramipril), angiotensine-ii-antagonist (*irbesartan, losartan, valsartan), calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) of thiazidediureticum (*hydrochloorthiazide, chloortalidon). Bij een plasmakaliumgehalte van < 3,5 mmol/l (in het bijzonder bij aritmie en/of digoxinegebruik): combineer thiazidediureticum met een kaliumsparend diureticum: amiloride/hydrochloorthiazide of triamtereen/hydrochloorthiazide. De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Ramipril is substantieel duurder dan lisinopril en enalapril. Nifedipine retard is substantieel duurder dan amlodipine en felodipine. Bij onvoldoende effect van één middel is het niet zinvol om te verhogen tot de maximale dosis. Overweeg een middel uit een andere groep of ga naar stap 2. De werkgroep heeft er voor gekozen om bij hypertensie zonder co-morbiditeit niet met bètablokkers te starten. Atenolol is minder effectief gebleken ten opzichte van thiazidediuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten. Verder is er onvoldoende bewijs voor gelijkwaardige werkzaamheid van metoprolol ten Proeftuin Farmacie Groningen pagina 1 van 14

2 opzichte van thiazidediuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten. Evenmin is het bewezen dat metoprolol minder werkzaam zou zijn. De voorschrijver wordt er op gewezen dat een bètablokker ooit voorgeschreven voor ongecompliceerde hypertensie geïndiceerd kan zijn voor aandoeningen (bv angina pectoris) die zich in loop van de tijd hebben ontwikkeld. Stap 2: Voeg een ander antihypertensivum toe. Voeg aan de ingestelde therapie een tweede en eventueel een derde of vierde antihypertensivum toe: ACE-remmer (*lisinopril, enalapril, ramipril), angiotensine-ii-antagonist (*irbesartan, losartan, valsartan), calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) of thiazidediureticum (*hydrochloorthiazide, chloortalidon ). De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Ramipril is substantieel duurder dan lisinopril en enalapril. Nifedipine retard is substantieel duurder dan amlodipine en felodipine. Overweeg indien twee antihypertensieve middelen nodig zijn om een combinatiepreparaat voor te schrijven. Bij onvoldoende tensiereductie of intolerantie voor een middel uit een van de bovengenoemde geneesmiddelgroepen kan ook een bètablokker (atenolol, metoprolol) geïndiceerd zijn. De gereguleerde afgiftevormen van metoprolol (ZOC, OROS en MGA) zijn aanzienlijk duurder dan de gewone tablet metoprolol en dan atenolol. Overweeg door te verwijzen naar de tweede lijn indien een combinatie van drie middelen onvoldoende effect heeft. Hypertensie met co-morbiditeit Niet medicamenteuze adviezen Niet roken. (Zie richtlijn COPD stoppen met roken ). Voldoende bewegen. Bij voorkeur ten minste vijf dagen per week 30 minuten per dag fietsen, stevig wandelen, tuinieren enz. Gezond eten: Minder dan 10 energieprocent verzadigd vet en minder dan 1 energieprocent transvet. Minimaal eenmaal en bij voorkeur tweemaal per week (vette) vis (zalm, heilbot, sprot, makreel en haring). Minimaal 200 gram groente en 2 stuks fruit per dag. Maximaal 6 gram zout per dag. Beperking alcohol: Vrouwen maximaal 1 glas per dag; mannen maximaal 2 glazen per dag. Optimaal gewicht: BMI < 25 kg/m 2 of middelomtrek < 80 cm voor vrouwen en < 94 cm voor mannen. Medicamenteuze adviezen De beslissing om te starten met medicamenteuze behandeling van hypertensie is niet alleen afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk, maar ook van het totale risico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit van de individuele patiënt. Gebruik voor schatting van het totale risico de risicotabel uit de richtlijn Hypercholesterolemie en Hypertriglyceridemie. Gunstige effecten van antihypertensieve behandeling zijn ook bij een leeftijd boven 80 jaar te verwachten. Personen van het negroïde ras zijn minder gevoelig voor ACE-remmers. Bij een sterk afgenomen levensverwachting kan een eenmaal ingestelde antihypertensieve behandeling in heroverweging worden genomen. Overweeg na een jaar behandeling met goed resultaat de medicatie gecontroleerd te verminderen of te stoppen. Behandelschema Stap 1: Start afhankelijk van de co-morbiditeit met een specifieke geneesmiddelgroep. Start bij patiënten met hypertensie en co-morbiditeit met een specifiek geneesmiddel of geneesmiddelgroep zoals vermeld staat in Tabel 1. Bij onvoldoende effect van één middel is het niet zinvol om te verhogen tot de maximale dosis. Overweeg een ander middel of ga naar stap 2. pagina 2 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

3 Hypertensie -Versie juli 2007 Tabel 1: Richtlijn voor keuze medicament bij nevendiagnose/co-morbiditeit. Hypertensie met co-morbiditeit Start met Angina pectoris 2) Coronair lijden 2) bètablokker (geneesmiddelen: zie richtlijn Angina pectoris) ACE-remmer (geneesmiddelen: zie richtlijn Angina pectoris) Diabetes mellitus ACE-remmer (*lisinopril, enalapril, ramipril) 4) Chronisch hartfalen/linker ventrikeldysfunctie 3) Jicht Leeftijd > 60 jaar Bewezen linkerventrikelhypertrofie in combinatie met: calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) of thiazidediureticum (*hydrochloorthiazide, chloortalidon) 1) ACE-remmer (geneesmiddelen: zie richtlijn Hartfalen) in combinatie met : bètablokker (geneesmiddelen: zie richtlijn Hartfalen) in combinatie met: diureticum 1) (geneesmiddelen: zie richtlijn Hartfalen) ACE-remmer (*lisinopril, enalapril, ramipril) of angiotensine-ii-antagonist (*irbesartan, losartan, valsartan) of calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) of thiazidediureticum (*hydrochloorthiazide, chloortalidon) 1) Losartan Nierziekte met micro-albuminurie Zwangerschap(swens) ACE-remmer (*lisinopril, enalapril, ramipril) of angiotensine-ii-antagonist (*irbesartan, losartan, valsartan) labetalol of methyldopa Bij een plasmakaliumgehalte van < 3,5 mmol/l (in het bijzonder bij aritmie en/of digoxinegebruik): combineer thiazidediureticum met een kaliumsparend diureticum: amiloride/hydrochloorthiazide of triamtereen/hydrochloorthiazide. Zie richtlijn Angina pectoris. Zie richtlijn Hartfalen. Indien daar aanleiding toe bestaat kan in plaats van een ACE-remmer een angiotensine-ii-antagonist (*irbesartan, losartan, valsartan) worden voorgeschreven. Stap 2: Voeg op basis van de co-morbiditeit een ander antihypertensivum toe. Voeg op basis van de co-morbiditeit een middel uit een andere groep toe: ACE-remmer (geneesmiddelen afhankelijk van de co-morbiditeit), angiotensine-ii-antagonist (geneesmiddelen afhankelijk van de comorbiditeit), bètablokker (geneesmiddelen afhankelijk van de co-morbiditeit), calciumantagonist (amlodipine, felodipine, nifedipine) of thiazidediureticum (*hydrochloorthiazide, chloortalidon). Overweeg indien twee antihypertensieve middelen nodig zijn een combinatiepreparaat voor te schrijven. De thiazidediuretica en de bètablokkers (zonder gereguleerde afgifte vorm) zijn veel goedkoper dan de ACEremmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-ii-antagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Proeftuin Farmacie Groningen pagina 3 van 14

4 Geneesmiddelen ACE-remmers De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. *Lisinopril Tablet (dihydraat) 5 mg, 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg D: Aanvankelijk 1dd 2,5 mg, zo nodig geleidelijk verhogen met max. 10 mg 1 dd per 2 weken tot onderhoudsdosering, veelal 1dd 5-20 mg, max. 1dd 35 mg. B: Hypotensie, prikkelhoest, allergische huidreacties, anafylactoïde reacties, angioneurotisch oedeem. C: Zwangerschap, lactatie, nierarteriestenose. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen. I: NSAID's verslechteren de nierfunctie en kunnen de K-spiegel doen stijgen. Kaliumsparende diuretica en kaliumverbindingen verhogen de kans op een ernstige hyperkaliëmie. Toevoegen van RAS-remmers aan lis- of thiazidediuretica kan een sterke daling van de bloeddruk veroorzaken, die een collaps tot gevolg kan hebben. Bij combinatie met lithium verhoogde kans op lithiumintoxicatie. Enalapril Tablet (maleaat) 5 mg, 10 mg, 20 mg, 40 mg D: Aanvankelijk 1dd 2,5 mg op dag 1-3, vervolgens 2dd 2,5 mg op dag 4-7, daarna 10 mg per dag in 1-2 doses in week 2 en 20 mg per dag in 1-2 doses vanaf week 3, onderhoudsdosering veelal 20 mg per dag in 1-2 doses, max. 40 mg in 2 doses. B: Hypotensie, prikkelhoest, allergische huidreacties, anafylactoïde reacties, angioneurotisch oedeem. C: Zwangerschap, nierarteriestenose. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen en porfyrie. I: NSAID's verslechteren de nierfunctie en kunnen de K-spiegel doen stijgen. Kaliumsparende diuretica en kaliumverbindingen verhogen de kans op een ernstige hyperkaliëmie. Toevoegen van RAS-remmers aan lis- of thiazidediuretica kan een sterke daling van de bloeddruk veroorzaken, die een collaps tot gevolg kan hebben. Bij combinatie met lithium verhoogde kans op lithiumintoxicatie. Ramipril Capsule, tablet 1,25 mg, 2,5 mg, 5 mg, 10 mg D: 2 dd 2,5 mg, zo nodig 2dd 1,25 mg gedurende 2 dagen, na 1-3 dagen verhogen tot onderhoudsdosering 2dd 5 mg, max. 10 mg per dag. B: Hypotensie, prikkelhoest, allergische huidreacties, anafylactoïde reacties, angioneurotisch oedeem. C: Zwangerschap, lactatie, nierarteriestenose. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen. I: NSAID's verslechteren de nierfunctie en kunnen de K-spiegel doen stijgen. Kaliumsparende diuretica en kaliumverbindingen verhogen de kans op een ernstige hyperkaliëmie. Toevoegen van RAS-remmers aan lis- of thiazidediuretica kan een sterke daling van de bloeddruk veroorzaken, die een collaps tot gevolg kan hebben. Bij combinatie met lithium verhoogde kans op lithiumintoxicatie. Angiotensine-II-antagonisten De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. *Irbesartan Tablet 150 mg, 300 mg D: 1 dd 150 mg, zo nodig verhogen tot 1 dd 300 mg. A: Ouderen: 1 dd 75 mg. B: (Orthostatische) hypotensie, verminderde nierfunctie, hyperkaliëmie, angioneurotisch syndroom. C: Zwangerschap, lactatie, nierfunctiestoornissen. I: Kalium en kaliumsparende diuretica geven een verhoogde kans op een ernstige hyperkaliëmie. Diuretica veroorzaken een sterke daling van de bloeddruk, hetgeen een collaps tot gevolg kan hebben. De combinatie met lithium verhoogt dat kans op een lithiumintoxicatie. NSAID s kunnen het antihypertensieve effect van RAS-remmers antagoneren. Losartan Tablet, omhuld, 50 mg, 100 mg D: 1 dd 50 mg, zo nodig na 3-6 weken verhogen tot 1 x per dag 100 mg. B: (Orthostatische) hypotensie, verminderde nierfunctie, hyperkaliëmie, angioneurotisch syndroom. C: Lactatie, nierfunctiestoornissen. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen. I: Kalium en kaliumsparende diuretica geven een verhoogde kans op een ernstige hyperkaliëmie. Diuretica veroorzaken een sterke daling van de bloeddruk, wat een collaps tot gevolg kan hebben. De combinatie met lithium verhoogt dat kans op een lithiumintoxicatie. NSAID s kunnen het antihypertensieve effect van RAS-remmers antagoneren. pagina 4 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

5 Hypertensie -Versie juli 2007 Valsartan Tablet (omhuld) 80 mg, 160 mg, 320 mg D: 1 dd 80 mg, zo nodig verhogen tot 1 dd 160 mg. B: Orthostatische hypotensie, (acuut) verminderde nierfunctie, verhoogde plasmakaliumconcentratie, angioneurotisch oedeem. C: Zwangerschap, lactatie, nierarteriestenosen. I: NSAID's kunnen het antihypertensieve effect antagoneren, de nierfunctie kan achteruitgaan en de Kaliumspiegel stijgen. Kaliumsparende diuretica en kaliumverbindingen verhogen de kans op ernstige hyperkaliëmie. Toevoegen van RAS-remmers aan lis- of thiazidediuretica kan een sterke daling van de bloeddruk veroorzaken, die een collaps tot gevolg kan hebben. Bij combinatie met lithium verhoogde kans op lithiumintoxicatie. Calciumantagonisten De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Amlodipine Tablet 5 mg, 10 mg D: 1 dd 5 mg, zo nodig verhogen tot max. 1 dd 10 mg. B: Duizeligheid, blozen, warmtegevoel, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie en perifeer oedeem. C: Lactatie. Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen en refluxziekte. I: Proteaseremmers kunnen toxiciteit van amlodipine induceren. Felodipine Tablet (gereguleerde afgifte) 2,5 mg, 5 mg, 10 mg D: 1 dd 5 mg, zo nodig verhogen tot 1 dd 20 mg. B: Duizeligheid, blozen, warmtegevoel, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie en perifeer oedeem. C: Lactatie. Voorzichtigheid is geboden bij nierfunctiestoornissen en refluxziekte. I: CYP3A4-remmers geven kans op een verhoogde spiegel van de calciumantagonist met mogelijk hypotensie en manifestatie van bijwerkingen van de calciumantagonist tot gevolg. CYP3A4-inductoren geven kans op daling van de spiegel van de calciumantagonist tot subtherapeutische waarden. Proteaseremmers kunnen toxiciteit van felodipine induceren. Nifedipine Tablet (gereguleerde afgifte) OROS 30 mg, 60 mg Tablet (gereguleerde afgifte) Retard 10 mg, 20 mg, 30 mg, 60 mg D: Tablet met gereguleerde afgifte Retard : 2 dd 20-40mg met een tussenpoos van ten minste 4 uur Tablet met gereguleerde afgifte OROS : 1 dd 30 mg, bij voorkeur s morgens; zo nodig dosering geleidelijk verhogen met 30 mg per keer tot 1 dd 120 mg. B: Duizeligheid, blozen, warmtegevoel, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie en perifeer oedeem. C: Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen, porfyrie en refluxziekte. I: CYP3A4-remmers geven kans op een verhoogde spiegel van de calciumantagonist met mogelijk hypotensie en manifestatie van bijwerkingen van de calciumantagonist tot gevolg. CYP3A4-inductoren geven kans op daling van de spiegel van de calciumantagonist tot subtherapeutische waarden. Proteaseremmers kunnen toxiciteit van nifedipine induceren. Kinidinespiegels kunnen afnemen. Thiazidediuretica De thiazidediuretica zijn veel goedkoper dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. De angiotensine-iiantagonisten zijn veel duurder dan de ACE-remmers en de calciumantagonisten. *Hydrochloorthiazide Tablet 25 mg, 50 mg D: 1 dd 12,5 mg, bij onvoldoende effect verhogen tot 1 dd 25 mg, onderhoudsdosering per dag 12,5-25 mg, max. per dag 50 mg. B: Electrolytstoornissen, hyperurikemie, hyperglycemie, hyperlipidemie. C: Voorzichtigheid is geboden bij jicht, nierfunctiestoornissen. I: Hypokaliëmie door hydrochloorthiazide verhoogt de toxiciteit van digoxine. Combinatie met ketanserine of terfenadine verhoogt de kans op ernstige aritmieën bij hypokaliëmie door hydrochloorthiazide. Bij combinatie met ketanserine of acetazolamide kan gevaarlijke hypokaliëmie optreden. Bij combinatie met lithium verhoogde kans op lithium-intoxicatie. Toevoegen van RAS-remmers kan een sterke daling van de bloeddruk veroorzaken, die een collaps tot gevolg kan hebben. Chloortalidon Tablet 12,5 mg, 25 mg, 50 mg D: Per dag 12,5 mg, bij onvoldoende effect na 3-4 weken verhogen tot 1 dd 25 mg, max. 1 dd 50 mg, onderhoudsdosering 1 dd 25 mg. B: Electrolytstoornissen, hyperurikemie, hyperglycemie en hyperlipidemie. C: Lactatie. Voorzichtigheid is geboden bij jicht en lever- en nierfunctiestoornissen. Proeftuin Farmacie Groningen pagina 5 van 14

6 I: De combinatie met ketanserine geeft een verhoogde kans op ernstig aritmieën. Gebruik van terfenadine is gecontra-indiceerd. De combinatie met digoxine geeft een verhoogd risico op een hartglycoside-intoxicatie. De combinatie met lithium verhoogt de kans op een lithiumintoxicatie. RAS-remmers geven een sterke daling van de bloeddruk, die een collaps tot gevolg kan hebben. NSAID s verminderen de antihypertensieve werking van chloortalidon. Diuretica: combinatiepreparaten Amiloride/hydrochloorthiazide Tablet 2,5 mg amiloride en 25 mg hydrochloorthiazide Tablet 5 mg amiloride en 50 mg hydrochloorthiazide D: 1 tablet "2,5/25" of "5/50" per dag, max "10/100" per dag. A: Er zijn onvoldoende gegevens bekend over gebruik bij zwangerschap. B: Electrolytstoornissen, hyperurikemie, hyperglycemie, hyperlipidemie. C: Lactatie, lang-qt-intervalsyndroom, nierfunctiestoornissen. Voorzichtigheid is geboden bij jicht, nierfunctiestoornissen. I: Amiloride: Kalium en RAS-remmers verhogen sterk de kans op hyperkaliëmie. Hydrochloorthiazide: Digoxine verhoogt het risico op een hartglycoside-intoxicatie. Ketanserine en acetazolamide verhogen de kans op ernstige aritmieën. De combinatie met lithium verhoogt de kans op een lithiumintoxicatie. RAS-remmers veroorzaken een daling van bloeddruk, die een collaps tot gevolg kan hebben. Sertindol verhoogt de kans op levensbedreigende ventriculaire aritmieën. Terfenadine verhoogt theoretisch de kans op levensbedreigende hartritmestoornissen. Cisapride en thioridazine verhogen theoretisch de kans op QT-verlenging en ventriculaire aritmieën. Moxifloxacine is gecontra-indiceerd (fabrikant). Pimozide verhoogt het risico op torsade de pointes en ventriculaire aritmieën. NSAID's kunnen hartfalen verergeren. Triamtereen/hydrochloorthiazide Tablet 50 mg triamtereen en 25 mg hydrochloorthiazide D: 1 tablet per dag, onderhoudsdosering 0,5-2 tabletten per dag. B: Electrolytstoornissen, hyperurikemie, hyperglycemie, hyperlipidemie. C: Lactatie, lang-qt-intervalsyndroom, lever- en nierfunctiestoornissen. Voorzichtigheid is geboden bij jicht, nierfunctiestoornissen en porfyrie. I: Triamtereen: Kalium en RAS-remmers verhogen sterk de kans op hyperkaliëmie.hydrochloorthiazide: Digoxine verhoogt het risico op een hartglycoside-intoxicatie. Ketanserine en acetazolamide verhogen de kans op ernstige aritmieën. De combinatie met lithium verhoogt de kans op een lithiumintoxicatie. RAS-remmers veroorzaken een daling van bloeddruk, die een collaps tot gevolg kan hebben. Sertindol verhoogt de kans op levensbedreigende ventriculaire aritmieën. Terfenadine verhoogt theoretisch de kans op levensbedreigende hartritmestoornissen. Cisapride en thioridazine verhogen theoretisch de kans op QT-verlenging en ventriculaire aritmieën. Moxifloxacine is gecontra-indiceerd (fabrikant). Pimozide verhoogt het risico op torsade de pointes en ventriculaire aritmieën. NSAID's kunnen hartfalen verergeren. Bètablokkers De gereguleerde afgiftevormen van metoprolol (ZOC, OROS en MGA) zijn aanzienlijk duurder dan de gewone tablet metoprolol en dan atenolol. Atenolol Tablet 25 mg, 50 mg, 100 mg D: Begindosering: mg per dag; gebruikelijke onderhoudsdosering: mg eenmaal per dag. A: Bij ouderen en nierpatiënten: mg per dag. B: Verlenging atrioventriculaire geleidingstijd, bradycardie, hypotensie, verergering hartfalen, koude extremiteiten of verergering van het fenomeen van Raynaud, vermoeidheid, maagdarmstoornissen, verhoging triglyceriden- en VLDL-concentratie en verlagen HDL-concentratie, verergering psoriasis, visusstroonissen en verminderde traansecretie, hoofdpijn, duizeligheid en paresthesie. C: Lactatie. Voorzichtigheid is geboden bij diabetes mellitus, het fenomeen van Raynaud, ernstig hartfalen (klasse IV), onbehandelde hypothyreoïdie met bradycardie, myasthenie en nierfunctiestoornissen. I: NSAID's verminderen het antihypertensieve effect. Diltiazem en verapamil geven kans op sinusbradycardie en AVgeleidingsstoornissen, verminderde linkerventrikelfunctie en hypotensie. Het gebruik van bètablokkers in combinatie met een desensibilisatie-kuur is gecontra-indiceerd. Bij een anafylactische reactie remmen bètablokkers het effect van epinefrine, waardoor de reactie langer aanhoudt en moeilijker herstelt. Bij het toevoegen van een alfa-blokker kan bij de eerste dosis ernstige acute hypotensie optreden. Labetalol Tablet (hydrochloride) 100 mg, 200 mg, 400 mg D: Begindosering: 2 dd 100 mg, zo nodig elke week verhogen met 2 dd 100 mg per dag, in ernstige gevallen tot 2,4 g per dag in 3 doses. pagina 6 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

7 Hypertensie -Versie juli 2007 B: Orthostatische hypotensie bij een te hoge (start-) dosering, verstopte neus, droge mond. Verlenging atrioventriculaire geleidingstijd, bradycardie, verergering hartfalen, vermoeidheid, maagdarmstoornissen, verhoging triglyceriden- en VLDL-concentratie en verlagen HDL-concentratie, verergering psoriasis, visusstroonissen en verminderde traansecretie, hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, trombocytopenie. C: Voorzichtigheid is geboden bij astma/copd, het fenomeen van Raynaud, ernstig hartfalen (klasse IV), onbehandelde hypothyreoïdie met bradycardie, leverfunctiestoornissen, myasthenie en diabetes mellitus. I: NSAID's verminderen het antihypertensieve effect. Diltiazem en verapamil geven kans op sinusbradycardie en AVgeleidingsstoornissen, verminderde linkerventrikelfunctie en hypotensie. Het gebruik van bètablokkers in combinatie met een desensibilisatie-kuur is gecontra-indiceerd. Bij een anafylactische reactie remmen bètablokkers het effect van epinefrine, waardoor de reactie langer aanhoudt en moeilijker herstelt. Bij het toevoegen van een alfa-blokker kan bij de eerste dosis ernstige acute hypotensie optreden. Metoprolol Tablet (tartraat) 50 mg, 100 mg Tablet (gereguleerde afgifte (OROS, Retard), fumaraat) 95 mg, 190 mg overeenkomend met resp. 100 en 200 mg metoprololtartraat. Tablet (gereguleerde afgifte (ZOC), succinaat) 47,5 mg, 95 mg, 190 mg overeenkomend met resp. 50, 100 en 200 mg metoprololtartraat. D: Tablet: mg per dag in 2 doses, zo nodig verhogen tot 400 mg per dag. Tablet (gereguleerde afgifte): 1 dd mg, zo nodig de dosering verhogen tot max. 400 mg per dag. B: Verlenging atrioventriculaire geleidingstijd, bradycardie, hypotensie, verergering hartfalen, koude extremiteiten of verergering van het fenomeen van Raynaud, vermoeidheid, maagdarmstoornissen, verhoging triglyceriden- en VLDL-concentratie en verlagen HDL-concentratie, verergering psoriasis, visusstroonissen en verminderde traansecretie, hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, trombocytopenie. C: Voorzichtigheid is geboden bij het fenomeen van Raynaud, onbehandelde hypothyreoïdie met bradycardie, leverfunctiestoornissen, myasthenie en diabetes mellitus. I: NSAID's verminderen het antihypertensieve effect. Diltiazem en verapamil geven kans op sinusbradycardie en AVgeleidingsstoornissen, verminderde linkerventrikelfunctie en hypotensie. Het gebruik van bètablokkers in combinatie met een desensibilisatie-kuur is gecontra-indiceerd. Bij een anafylactische reactie remmen bètablokkers het effect van epinefrine, waardoor de reactie langer aanhoudt en moeilijker herstelt. CYP2D6-remmers remmen het metabolisme. Bij het toevoegen van een alfa-blokker kan bij de eerste dosis ernstige acute hypotensie optreden. Overige middelen Methyldopa Tablet (L-vorm) 250 mg, 500 mg Tablet (L-vorm), omhuld, 125 mg, 250 mg, 500 mg D: Begindosering: 2-3 dd 250 mg, na enkele dagen de dosis geleidelijk aanpassen tot individuele onderhoudsdosering, veelal 0,5-2 g per dag in 2-4 doses, maximaal 3 g per dag. B: Sedatie (aan het begin van de behandeling), slaperigheid, droge mond, duizeligheid, maagdarmstoornissen, oedeem, donkere verkleuring van de urine, bradycardie, galactorroe, gynaecomastie, libidovermindering, overgevoeligheidsreacties, extrapiramidale stoornissen, depressie, koorts, granulocytopenie, trombocytopenie, hemolytische anemie en hepatotoxische verschijnselen. C: Ziekte van Parkinson. Voorzichtigheid is geboden bij lever- en nierfunctiestoornissen, depressie, parkinsonisme en bij deelnemers aan het motoriseerde verkeer. I: De absorptie en werking wordt verminderd door ijzerpreparaten. Proeftuin Farmacie Groningen pagina 7 van 14

8 Argumentatie Hypertensie Algemeen De bloeddrukstreefwaarden zijn conform de waarden genoemd in de European Society of Hypertension -European Society of Cardiology (ESH/ESC)-richtlijn. Opgemerkt moet worden dat een systolische bloeddrukwaarde van < 140mmHg bij diabeten moeilijk te bereiken is, met name bij ouderen [2]. De werkgroep conformeert zich met betrekking tot de risicotabellen aan de tabel uit de richtlijn hyperlipidemie hypercholesterolemie en hypertriglyceridemie van de PFG. Deze risicotabel is gebaseerd op de SCORE-risicofunctie. Deze risicofunctie gaat alleen uit van sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten. Dit in tegenstelling tot de voorheen gebruikte Framingham-risicofunctie die zowel morbiditeit als sterfte meeneemt. Hypertensie zonder co-morbiditeit Niet medicamenteuze adviezen Voor de niet-medicamenteuze adviezen heeft de werkgroep zich geconformeerd aan de niet-medicamenteuze behandeling in de CBO-richtlijn/NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement [1,3]. De werkgroep heeft het advies van de Gezondheidsraad (december 2006) overgenomen om het alcoholgebruik verder te beperken tot 1 glas per dag voor vrouwen en 2 glazen per dag voor mannen [37]. Medicamenteuze adviezen De werkgroep heeft bij de adviezen ten aanzien van de behandeling van hypertensie de ESH/ESC-richtlijn als leidraad genomen [2]. Ter behandeling van hypertensie zal veelal een aantal (groepen) antihypertensiva moeten worden voorgeschreven om de streefwaarden te bereiken [1-4]. Na een jaar behandeling met goed resultaat kan overwogen worden de medicatie te verminderen of te stoppen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een eventuele wens van een behandelaar of patiënt. Aangemerkt moet worden dat het resultaat van het minderen of stoppen meestal teleurstellend is [1,3,5]. De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: alfablokkers, bètablokkers, diuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten. In de ALLHAT-studie is bij hypertensive patiënten het gebruik van diuretica vergeleken met ACE-remmers, calciumantagonisten en alfablokkers in het reduceren van het risico op het ontstaan van hart-en vaatziekten. Ondanks de grotere bloeddrukdaling in de diureticagroep (chloortalidon) was er geen verschil in het primaire cardiovasculaire eindpunt van de studie [10]. De doxazosine-arm in de ALLHAT-studie is voortijdig gestaakt in verband met frequenter optreden van hartfalen in deze groep [11]. De alfablokkers worden om deze reden niet in de richtlijn opgenomen. De werkgroep heeft er voor gekozen om bij hypertensie zonder co-morbiditeit niet met bètablokkers te starten. Uit diverse studies is gebleken dat atenolol bij hypertensie minder effectief is dan diuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten. Verder is er onvoldoende bewijs voor gelijkwaardige werkzaamheid van metoprolol ten opzichte van diuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten, evenmin is bewezen dat metoprolol minder werkzaam zou zijn. Een recente meta-analyse uit de Lancet geeft aan dat in vergelijking met andere antihypertensiva het effect van bètablokkers minder dan optimaal is, met een verhoogd risico op het ontstaan van een herseninfarct [6-9]. De ANBP2-studie laat een significant voordeel zien van ACE-remmers tov diuretica mbt het primaire cardiovasculaire eindpunt [12]. De ASCOT-BPLA-studie laat zien dat de combinatie van een bètablokker met een diureticum vergeleken met de combinatie calciumantagonist met een ACE-remmer geen verschil geeft in het primaire cardiovasculaire eindpunt [13]. Ook in andere direct vergelijkende studies tussen antihypertensiva (STOP-2 en CAPP) wordt geen verschil gezien in de reductie van het primaire cardiovasculaire eindpunt [14,15]. De werkgroep constateert op basis van de bovenstaande argumentatie dat het gunstige effect van anti-hypertensiva bij ongecompliceerde hypertensie voor het overgrote deel wordt veroorzaakt door het verlagen van de bloeddruk. Op basis van de bovenstaande argumentatie is de werkgroep van mening dat de verschillende grote RCT s (Randomized controlled trials) en meta-analyses geen eenduidigheid laten zien waarmee een voorkeur aangegeven kan worden voor diuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten of calciumantagonisten bij de behandeling van hypertensie zonder co-morbiditeit. Op basis van de effectiviteit constateert de werkgroep dat er geen klinisch relevante verschillen bestaan tussen diuretica, ACEremmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumantagonisten bij de behandeling van hypertensie zonder co-morbiditeit [2,5-17]. De werkgroep adviseert aan de voorschrijvers te starten met een middel uit één van de genoemde geneesmiddelgroepen op basis van klinische ervaring, gebruiksgemak en aard van de verwachte bijwerkingen. Bij onvoldoende effect een middel uit een van de andere groepen aan de behandeling toevoegen. Bij onvoldoende tensiereductie of intolerantie voor een middel uit een van de andere groepen kan ook een bètablokker geïndiceerd zijn. Thiazidediuretica zijn ongeveer driemaal zo goedkoop als de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Angiotensine-IIantagonisten zijn ongeveer driemaal zo duur als de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Hypertensie met co-morbiditeit Niet medicamenteuze adviezen Voor de niet-medicamenteuze adviezen heeft de werkgroep zich geconformeerd aan de niet-medicamenteuze behandeling in de CBO-richtlijn/NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement [1,3]. De werkgroep heeft het advies van de Gezondheidsraad (december 2006) overgenomen om het alcoholgebruik verder te beperken tot 1 glas per dag voor vrouwen en 2 glazen per dag voor mannen [37]. pagina 8 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

9 Hypertensie -Versie juli 2007 Medicamenteuze adviezen De werkgroep heeft bij de adviezen ten aanzien van de behandeling van hypertensie de ESH/ESC-richtlijn als leidraad genomen [2]. De keuze voor een bepaald geneesmiddel uit een bepaalde geneesmiddelengroep is mede afhankelijk van het al dan niet bestaan van co-morbiditeit [1,3]. Ter behandeling van hypertensie zal veelal een aantal (groepen) antihypertensiva moeten worden voorgeschreven om de streefwaarden te bereiken [1-4]. Na een jaar behandeling met goed resultaat kan overwogen worden de medicatie te verminderen of te stoppen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een eventuele wens van een behandelaar of patiënt. Aangemerkt moet worden dat het resultaat van het minderen of stoppen meestal teleurstellend is [1,3,5]. De werkgroep heeft besloten systolische hypertensie niet meer als een aparte co-morbiditeit te beschouwen. Richtinggevend in de behandeling van hypertensie is de systolische bloeddruk. In de behandelingsaanpak verschilt een systolische hypertensie niet van een hypertensie zonder co-morbiditeit [17,29]. In de ALLHAT-studie is de doxazosine-arm voortijdig gestaakt in verband met frequenter optreden van hartfalen in deze groep [11]. De alfablokkers worden bij om deze reden niet in de richtlijn opgenomen. Thiazidediuretica en bètablokkers (zonder gereguleerde afgifte vorm) zijn ongeveer driemaal zo goedkoop als de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Angiotensine-II-antagonisten zijn ongeveer driemaal zo duur als de ACE-remmers en de calciumantagonisten. Angina pectoris De werkgroep conformeert zich mbt de medicamenteuze adviezen aan de richtlijn angina pectoris. Chronisch hartfalen/linker ventrikeldysfunctie De werkgroep conformeert zich mbt de medicamenteuze adviezen aan de richtlijn hartfalen. Coronair lijden De werkgroep conformeert zich mbt de medicamenteuze adviezen aan de richtlijn angina pectoris. Diabetes mellitus De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: bètablokkers, thiazidediuretica, ACE-remmers, angiotensine- II-antagonisten en calciumantagonisten. In onderzoek is aangetoond dat lage streefwaarden voor bloeddruk leiden tot een belangrijke reductie in mortaliteit en complicaties bij diabetes mellitus. Een groot deel van de patiënten bleek > 3 middelen nodig te hebben om tot deze lage streefwaarde te raken [16,23]. Voor alle groepen middelen (bètablokkers, thiazidediuretica, ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten, calciumantagonisten) is aangetoond dat zij op harde eindpunten effectief zijn [23]. Het effect van calciumantagonisten op diabetische nefropathie laat geen eenduidige resultaten zien [16,21-25]. Ten aanzien van bètablokkers: diabetes mellitus is geen contraindicatie meer voor het gebruik van bètablokkers, zoals in voorgaande jaren vaak werd gesteld [23]. Er is geen verschil gebleken tussen ACE-remmers en bètablokkers in effectiviteit ten aanzien van micro- als macrovasculair vaatlijden [26]. Wel is voor ACE-remmers en angiotensine-ii-antagonisten aangetoond dat zij de progressie van diabetische nefropathie remmen (nierbeschermend effect). Daarmee onderscheiden deze middelen zich bij patiënten met microalbuminurie [21,22,24,25]. De werkgroep conformeert zich aan het advies uit de ESH/ESC- en JNC-richtlijn om bij diabeten te starten met een combinatietherapie van twee verschillende anti-hypertensiva [2,38]. Op basis van de bovenstaande argumentatie adviseert de werkgroep te starten met een ACE-remmer in combinatie met een thiazidediureticum of calciumantagonist. Indien daartoe aanleiding bestaat kan er in plaats van een ACE-remmer een angiotensine-ii-antagonist worden voorgeschreven. Bij onvoldoende tensiereductie of intolerantie voor een middel uit een van deze groepen kan ook een bètablokker geïndiceerd zijn [2]. Jicht De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: bètablokkers, diuretica, ACE-remmers, angiotensine-iiantagonisten en calciumantagonisten. Diuretica geven een verhoging van de urinezuurspiegels en worden daarom niet in de richtlijn opgenomen [18]. De werkgroep constateert geen klinisch relevante verschillen tussen ACE-remmers, angiotensine-ii-antagonisten en calciumanantagonisten. Bij onvoldoende tensiereductie of intolerantie voor een middel uit een van deze groepen kan ook een bètablokker geïndiceerd zijn [2]. Leeftijd De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: bètablokkers, thiazidediuretica, ACE-remmers en calciumantagonisten. Bij ouderen is geen duidelijk gunstiger resultaat aangetoond van bètablokkers ten opzichte van ACE-remmers of calciumantagonisten [14]. Behandeling met een calciumantagonist of met een thiazidediureticum laten een gunstig resultaat zien bij ouderen tot 80 jaar [27,28]. Onderzoeken naar patiënten ouder dan 80 jaar zijn niet gedaan [1]. Op basis van de bovenstaande argumentatie adviseert de werkgroep te starten met een thiazidediureticum of een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect een middel uit een van de andere groepen aan de behandeling toevoegen. De werkgroep constateert geen klinisch relevante verschillen tussen thiazidediuretica en calciumantagonisten. Proeftuin Farmacie Groningen pagina 9 van 14

10 Bewezen linker ventrikel hypertrofie (LVH) De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: bètablokkers (atenolol) en angiotensine-ii-antagonisten (losartan). De werkgroep adviseert te starten met losartan. Losartan is effectiever dan atenolol in het verminderen van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit en overall mortaliteit bij patiënten met hypertensie, diabetes en LVH. Dit effect lijkt op te treden bovenop het effect als gevolg van de bloeddrukdaling [19]. Bij onvoldoende effect een middel uit een andere groep toevoegen. Een huisarts hoeft bij een nieuw vastgestelde hypertensie, indien bij anamnese en lichamelijk onderzoek geen aanwijzingen zijn voor LVH, geen aanvullend onderzoek (ECG) te doen met als doel om LVH aan te tonen. De redenen zijn dat een ECG onvoldoende sensitief is om LVH aan te tonen [1] en dat behandeling met middelen uit alle groepen antihypertensiva bijdraagt aan het voorkómen en behandelen van LVH [1,19]. Nierziekte met micro-albuminurie De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelgroepen beoordeeld: ACE-remmers en angiotensine-ii-antagonisten. De werkgroep adviseert te starten met een ACE-remmer [20]. Angiotensine-II-antagonisten zijn ook effectief gebleken [21,22]. Bij onvoldoende effect een middel uit een andere groep toevoegen. Op basis van de effectiviteit constateert de werkgroep dat er geen klinisch relevante verschillen bestaan tussen ACE-remmers en angiotensine-ii-antagonisten. Zwangerschap (-swens) De werkgroep heeft de volgende geneesmiddelen beoordeeld: labetalol en methyldopa. Labetalol en methyldopa zijn geregistreerd voor gebruik tijdens de zwangerschap. De werkgroep constateert geen klinisch relevante verschillen tussen beide middelen. De farmacotherapie van zwangerschapshypertensie (ICPC W81) wordt hier verder niet besproken. Geneesmiddelen ACE-remmers De werkgroep heeft de volgende middelen beoordeeld: benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril. Benazepril, cilazapril, fosinopril, quinapril, en zofenopril worden niet in de richtlijn opgenomen, omdat van deze middelen geen effecten op harde eindpunten zijn vastgesteld. Voor trandolopril is de effectiviteit onvoldoende vastgesteld [36]. Alleen van captopril, enalapril, lisinopril, perindopril en ramipril is een positief effect op harde eindpunten aangetoond [10,15,30,31]. Captopril heeft een doseerfrequentie van 3-4 x daags. De werkgroep heeft om deze reden captopril niet in de richtlijn opgenomen. In grote recente RCT s (HOPE en EUROPA) met patiënten met coronair arterieel lijden zonder klinische verschijnselen van hartfalen is aangetoond dat het toepassen van de ACE-remmers ramipril en perindopril een aanzienlijke verbetering geven in het ontstaan van coronaire hartziekten [29,35]. Enalapril is voor de indicatie coronair vaatlijden niet geregistreerd. De werkgroep conformeert zich mbt de keuze voor een ACE-remmer bij deze indicatie aan de richtlijn angina pectoris. Bij alle overige patiënten met hypertensie constateert de werkgroep geen klinisch relevante verschillen tussen enalapril, lisinopril, perindopril en ramipril. De werkgroep merkt op dat wanneer de patiënt vanwege een andere indicatie reeds een andere ACE-remmer gebruikt, het niet nodig is die ACE-remmer te vervangen. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 10 mg enalapril = 10 mg lisinopril = 2,5 mg ramipril = 4 mg perindopril [34]. Bij selectie naar drie gelijkwaardige middelen valt perindopril af op basis van prijs omdat het meer dan twee maal duurder dan de duurste van de drie overgebleven middelen. Lisinopril is > 5% goedkoper dan enalapril en > 25% goedkoper dan ramipril. De potentiële regionale jaarlijkse besparing ligt tussen de en 1 miljoen euro. Angiotensine II-antagonisten De werkgroep heeft de volgende middelen beoordeeld: candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, olmesartan, telmisartan en valsartan. Candesartan, eprosartan, olmesartan en telmisartan worden niet in de richtlijn opgenomen, omdat van deze middelen geen effecten op harde eindpunten zijn vastgesteld. Met losartan [19,22,32], irbesartan [21,22,24,32] en valsartan [33] zijn wel specifieke studies gedaan waarop positieve effecten op harde eindpunten zijn aangetoond en waarin dit gepaard ging met een bloeddrukverlagend effect. De werkgroep merkt hierbij wel op dat deze middelen met specifieke patiëntengroepen zijn onderzocht: losartan (LIFE-studie: LVH), irbesartan (nefropathie bij diabeten) en valsartan (VALUE: hoogrisico-patiënten). Hoewel de genoemde studies verschillen in opzet en er geen vergelijkende studies bekend zijn, acht de werkgroep geen klinisch relevante verschillen aanwezig tussen de drie genoemde middelen. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 50 mg losartan = 150 mg irbesartan = 80 mg valsartan [34]. Irbesartan is ongeveer 20% goedkoper dan losartan (het duurste middel). De potentiële regionale jaarlijkse besparing ligt tussen de en euro. Bij patiënten met hypertensie en linkerventrikelhypertrofie is losartan eerste keus [19]. Calciumantagonisten De werkgroep heeft de volgende middelen beoordeeld: diltiazem, verapamil en de dihydropyridinen (amlodipine, barnidipine, felodipine, isradipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine, nimodipine en nitrendipine). Van de kortwerkende dihydropyridines zijn aanwijzingen dat de mortaliteit mogelijk toeneemt [18]. Om deze reden worden deze middelen niet opgenomen in de richtlijn. Een uitzondering daarop vormt nifedipine. Van nifedipine wordt de vorm met gereguleerde afgifte wel opgenomen. pagina 10 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

11 Hypertensie -Versie juli 2007 Barnidipine, isradipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine en nimodipineen worden niet in de richtlijn opgenomen, omdat van deze middelen geen effecten op harde eindpunten zijn vastgesteld. De werkgroep neemt amlodipine, felodipine, nifedipine (met gereguleerde afgifte) en nitrendipine in de richtlijn op omdat van deze middelen effect is aangetoond op harde eindpunten [10,14,20,27,30]. Alhoewel de onderzoeken verschillen in opzet acht de werkgroep geen klinisch relevant verschil aanwezig in effectiviteit tussen deze middelen. Uit onderzoek blijkt dat er tussen diltiazem en langwerkende dihydropyridines geen klinisch relevant verschil aanwezig is in effectiviteit op harde eindpunten [17, 30]. Beide groepen calciumantagonisten hebben een geheel eigen bijwerkingenspectrum, mede op basis daarvan kan een keuze worden gemaakt voor een van beide groepen. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 5 mg felodipine = 5 mg amlodipine = 30 mg nifedipine = 20 mg nitrendipine = 240 mg diltiazem [34]. Bij selectie tot drie middelen vallen nitrendipine (10% duurder dan de duurste van de drie overgebleven middelen) en diltiazem (50% duurder dan de duurste van de drie overgebleven middelen) af. Van de overgebleven drie gelijkwaardige middelen zijn felodipine en amlodipine beiden ongeveer 20% goedkoper dan nifedipine retard. De potentiële regionale jaarlijkse besparing ligt tussen de en euro. Diuretica De werkgroep heeft de volgende middelen beoordeeld: chloortalidon, epitizide, hydrochloorthiazide, amiloride en triamtereen. Geneesmiddelen binnen de thiazide groep verschillen onderling nauwelijks in effect. Met hydrochloorthiazide en chloortalidon is de optimale dosering vastgesteld en de meeste ervaring opgedaan [1,3,4,10,18]. De werkgroep acht geen klinisch relevante verschillen aanwezig tussen de twee genoemde middelen. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 25 mg hydrochloorthiazide = 25 mg chloortalidon [34]. Hydrochloorthiazide is > 25 % goedkoper dan chloortalidon. De potentiele jaarlijkse besparing in de regio ligt tussen de en euro. Wanneer het plasmakaliumgehalte lager is dan 3,5 mmol/l (in het bijzonder bij artimie en/of digoxinegebruik) wordt een thiazidediureticum gecombineerd met een kaliumsparend diureticum: amiloride of triamtereen. De werkgroep heeft vanuit therapietrouw de voorkeur voor een combinatiepreparaat. Er zijn drie combinatiepreparaten beschikbaar, twee met hydrochloorthiazide en één met epitizide. De werkgroep neemt alleen de combinaties met hydrochloorthiazide op, vanwege het ontbreken van studies met epitizide. De werkgroep acht geen klinisch relevant verschil aanwezig in effectiviteit tussen deze combinaties. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 2,5 mg amiloride = 50 mg triamtereen [34]. Bètablokkers De werkgroep heeft de volgende middelen beoordeeld: acebutolol, atenolol, betaxolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, esmolol, labetalol, metoprolol, nebivolol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol. De werkgroep neemt de niet-selectieve bètablokkers (acebutolol, carvedilol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol) vanwege het ongunstige bijwerkingenprofiel niet in de richtlijn op [18]. Labetalol wordt in de richtlijn bij zwangerschap opgenomen, omdat het geregistreerd is voor deze indicatie. De werkgroep heeft bij hypertensie de voorkeur voor een selectieve bètablokker. Esmolol is alleen iv beschikbaar en valt af. Celiprolol valt af vanwege ISA-activiteit. Verder gaat de voorkeur gaat uit naar selectieve middelen, waarvan aannemelijk is gemaakt dat de prognose op langere termijn gunstig wordt beïnvloed. Met nebivolol, betaxolol en bisoprolol zijn geen gecontroleerde hypertensiestudies gedaan met positieve effecten op harde eindpunten. Om deze reden neemt de werkgroep deze middelen niet op in de richtlijn. De werkgroep neemt atenolol en metoprolol in de richtlijn op, omdat met deze middelen gecontroleerde hypertensie studies zijn gedaan waarin positieve effecten op harde eindpunten zijn aangetoond [4,6-9,18]. Bij patiënten met brittle type I diabetes (diabetes met sterk wisselende bloedglucosewaarden) is voorzichtigheid geboden in verband met het maskeren van een hypoglycemie. Metoprolol kan eenmaal daags gedoseerd worden. Dit geldt voor hypertensie bij metoprolol voor zowel de gewone tablet als voor de tablet in retardvorm [18]. De werkgroep constateert geen klinisch relevante verschillen tussen metoprolol en atenolol. De dosisequivalentie is vastgesteld op: 150 mg metoprolol = 75 mg atenolol [34]. De gewone tablet metoprolol en atenolol zijn bijna driemaal zo goedkoop als metoprolol met gereguleerde afgiftevorm (ZOC, OROS en MGA). Mutaties 5 juli 2007 Proeftuin Farmacie Groningen pagina 11 van 14

12 Referentielijst 1. Nederlands Huisartsen Genootschap. NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement (M84). In: Wiersma Tj, Goudswaard AN. NHG-Standaarden voor de huisarts Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 2007.[R] 2. European Society of Hypertension -European Society of Cardiology Guidelines Committee European Society of Hypertension -European Society of Cardiology guidelines for the management of arterial hypertension. J Hypertens 2003;21(6): [R] 3. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO en Nederlands Huisartsen Genootschap. Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair risicomanagement CBO, Utrecht 2006.[R] 4. Klungel OH, Grobbee DE, De Boer A. Het onderbouwd voorschrijven van antihypertensiva bij hypertensie. Gebu 2005;39:13-24.[D] World Health Organization-International Society of Hypertension guidelines for the management of hypertension. Guidelines Subcommittee. J Hypertens 1999;17(2): [R] 6. Van den Meiracker AH, Montfrans GA. De nieuwste studie naar bloeddrukverlaging door amlodipine: begin van de aftocht van bétablokkers. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150(16): [D] 7. Carlberg B, Samuelsson O, Lindholm LH. Atenolol in hypertension: is it a wise choice? Lancet 2004;364(9446): [A1] 8. Wikstrand J, Warnold I et al. Primary prevention with metoprolol in patients with hypertension. Mortality results from the MARPHY study. JAMA 1988;259(13): [A2] 9. Lindholm LH, Carlberg B, Samuelsson O. Should beta blockers remain first choice in the treatment of primary hypertension? A meta-analysis. Lancet 2005;366(9496): [A1] 10. The ALLHAT officers and coordinators for the ALLHAT Collaborative Research Group. Major outcomes in high-risk hypertensive patients randomized to angiotensin-converting enzyme inhibitor or calcium channel blocker vs diuretic. The antihypertensive and lipid-lowering treatment to prevent heart attack trial. JAMA 2002;(288)23: [A2] 11. Messerli FH. Implications of discontinuation of doxazosin arm of ALLHAT. Antihypertensive and Lipid-Lowering Treatment to Prevent Heart Attack Trial (erratum: Lancet 2000;355(9211):1280). Lancet 2000;355(9207): [A2] 12. Wing LM, Reid CM et al. A comparison of outcomes with angiotensin-converting-enzyme inhibitors and diuretics for hypertension in the elderly (ANBP-2). N Engl J Med 2003;348(7): [A2] 13. Dahlof B, Severs PS et al. ASCOT Investigators. Prevention of cardiovascular events with an antihypertensive regimen of amlodipine adding perindopril as required versus atenolol adding bendroflumethiazide as required, in the Anglo-Scandinavian Cardiac Outcomes Trial-Blood Pressure Lowering Arm (ASCOT-BPLA): a multicentre randomised controlled trial. Lancet 2005;366(9489): [A2] 14. Hansson L, Lindholm LH et al. Randomised trial of old and new antihypertensive drugs in elderly patients: cardiovascular mortality and morbidity the Swedish Trial in Old Patients with Hypertension-2 study (STOP-2). Lancet 1999;354(9192): [A2] 15. Hansson L, Lindholm LH et al. Effect of angiotensin-converting-enzyme inhibition compared with conventional therapy on cardiovascular morbidity and mortality in hypertension: the Captopril Prevention Project (CAPPP) randomised trial. Lancet 1999;353(9153): [A2] 16. Hansson L, Zanchetti A et al. Effects of intensive blood-pressure lowering and low-dose aspirin in patients with hypertension: principal results of the Hypertension Optimal Treatment (HOT) randomised trial. HOT Study Group. Lancet 1998;351(9118): [A2] 17. Hansson L, Hedner T et al. Randomised trial of effects of calcium antagonists compared with diuretics and beta-blockers on cardiovascular morbidity and mortality in hypertension: the Nordic Diltiazem (NORDIL) study. Lancet 2000;356(9227): [A2] 18. Commissie Farmaceutische Hulp van het College voor Zorgverzekeringen. Farmacotherapeutisch Kompas CVZ, Amstelveen 2005: , [D] 19. Lindholm LH, Ibsen H et al. Cardiovascular morbidity and mortality in patients with diabetes in de Losartan Intervention For Endpoint reduction in hypertension study (LIFE): a randomised trial against atenolol. Lancet 2002;359(9311): [A2] 20. Jones DW, Miller ME et al. The effect of weight loss intervention on antihypertensive medication requirements in the hypertension Optimal Treatment (HOT) study. Am J Hypertens 1999;12(12 Pt 1-2): [B] 21. Berl T, Hunsicker LG et al. Cardiovascular outcomes in the Irbesartan Diabetic Nephropathy Trial of patients with type 2 diabetes and overt nephropathy. Ann Intern Med 2003;138(7): [A2] 22. Brenner BM, Cooper ME et al. Effects of losartan on renal and cardiovascular outcomes in patients with type 2 diabetes and nephropathy. N Eng J Med 2001;(345): [A2] 23. UK Prospective Diabetes Study Group. Tight blood pressure control and risk of macrovascular and microvascular complications in type 2 diabetes: UKPDS 38 (erratum: BMJ 1999;318(7175):29). BMJ 1998;317(7160): [A2] 24. Parving HH. Hypertension and diabetes: the scope if the problem. Blood Press Suppl 2001;S2:25-31.[D] 25. Rutten GEHM, de Grauw WJC et al. NHG-standaard Diabetes Mellitus type 2. Huisarts Wet 2006;49(3): [R] 26. UK Prospective Diabetes Study Group, Efficacy of atenolol and captopril in reducing risk of macrovascular and microvascular complications in type 2 diabetes: UKPDS 39. BMJ 1998;317(7160): [A2] 27. Fagard RH, Staessen JA. Treatment of isolated systolic hypertension in the elderly: the Syst-Eur trial. Systolic Hypertension in Europe (Syst-Eur) Trial Investigators. Clin Exp Hypertens 1999;21(5-6): [A2] 28. Kostis JB, Davis BR et al. Prevention of heart failure by antihypertensive drug treatment in older persons with isolated systolic hypertension. JAMA 1997;278(3): [A2] 29. The Heart Outcomes Prevention Evaluation (HOPE) Study Investigators. Effects of an angiotensin-converting-enzyme inhibitor ramipril, on cardiovascular events in high-risk patients. N Engl J Med 2000;342: [A2] 30. Mancia G, Brown M et al. Outcomes with nifedipine GITS or Co-amilozide in hypertensive diabetics and nondiabetics in Intervention as a Goal in Hypertension (INSIGHT). Hypertension 2003;41(3): [A2} 31. Fransen M, Anderson C et al. Effects of a perindopril-based blood pressure-lowering regimen on disability and dependency in 6105 patients with cerebrovascular disease: a randomized controlled trial. Stroke 2003;34(10): [A2] 32. Deferrari G, Ravera M et al. Renal and vascular protection in type 2 diabetes mellitus: angiotensin II receptor blockers. J Am Soc Nephrol 2002:13(S3): [B] 33. Julius S, Kjeldson SE et al. Outcomes in hypertensive patients at high cardiovascular risk treated with regimens based on valsartan or amlodipine: the VALUE randomised trial. Lancet 2004;363(9426): [A2} 34. Winap. Informatorium Medicamentorum Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, Den Haag 2006.[D] 35. The EURopean trial On reduction of cardiac events with Perindopril in stable coronary Artery disease Investigators. Efficacy of perindopril in reduction of cardiovascular events among patients with stable coronary artery disease: randomised, double-blind, placebo-controlled, multicentre trial (the EUROPA study). Lancet 2003;362: [A2] pagina 12 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

13 Hypertensie -Versie juli The PEACE Trial Investigators. Angiotensin-Converting-Enzyme Inhibition in Stable Coronary Artery Disease. N Engl J Med 2004;351: [A2] 37. Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2006-achtergronddokument. Gezondheidsraad publicatie nr A06/08, Den Haag Joint National Committee on the Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure. Seventh report of the Joint National Committee on the Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure (JNC-VII): resetting the hypertension sails. Hypertension. 2003;41(6): [R] Proeftuin Farmacie Groningen pagina 13 van 14

14 A Adalat (zie ook Nifedipine)... 6 Aldomet (zie ook Methyldopa)... 8 Amiloride/Hydrochloorthiazide Hypertensie...2, 4, 7 Amlodipine Hypertensie... 2, 3, 4, 6 Aprovel (zie ook Irbesartan)... 5 Atenolol Hypertensie...3, 7 C Chloortalidon Hypertensie...2, 3, 4, 6 Cozaar (zie ook Losartan)... 5 D Diovan (zie ook Valsartan)... 6 Dytenzide (zie ook Triamtereen/Hydrochloorthiazide)... 7 E Enalapril Hypertensie...2, 3, 4, 5 F Felodipine Hypertensie...2, 3, 4, 6 H Hydrochloorthiazide Hypertensie...2, 3, 4, 6 Hydrochloorthiazide/Amiloride Hypertensie...2, 4, 7 Hydrochloorthiazide/Triamtereen Hypertensie...4, 7 Hypertensie... 2 Angina pectoris... 4 Bewezen linkerventrikelhypertrofie... 4 Chronisch hartfalen/linkerventrikeldysfunctie... 4 Diabetes mellitus... 4 Leeftijd > 60 jaar... 4 Nierziekte met micro-albuminurie... 4 Zwangerschap(swens)... 4 I Irbesartan Hypertensie...2, 3, 5 L Labetalol Hypertensie... 4, 7 Lisinopril Hypertensie... 2, 3, 4, 5 Lopresor (zie ook Metoprolol)... 8 Losartan Hypertensie... 2, 3, 5 M Methyldopa Hypertensie... 4, 8 Metoprolol Hypertensie... 3, 8 Moduretic (zie ook Amiloride/Hydrochloorthiazide)... 7 N Nifedipine Hypertensie... 2, 3, 4, 6 Norvasc (zie ook Amlodipine)... 6 Novatec (zie ook Lisinopril)... 5 P Plendil (zie ook Felodipine)... 6 R Ramipril Hypertensie... 2, 3, 4, 5 Renitec (zie ook Enalapril)... 5 S Selokeen (zie ook Metoprolol)... 8 T Tenormin (zie ook Atenolol)... 7 Triamtereen/Hydrochloorthiazide Hypertensie... 2, 4, 7 Tritace (zie ook Ramipril)... 5 V Valsartan Hypertensie... 2, 3, 6 Z Zestril (zie ook Lisinopril)... 5 pagina 14 van 14 Proeftuin Farmacie Groningen

pfg K86, K87 Hypertensie 22-01-2004 Hypertensie

pfg K86, K87 Hypertensie 22-01-2004 Hypertensie 22-01-2004 K86, K87 Hypertensie Hypertensie pfg Algemeen De beslissing om te starten met medicamenteuze behandeling van hypertensie dient niet alleen afhankelijk te zijn van de hoogte van de bloeddruk,

Nadere informatie

Appendix K77.2 Chronisch hartfalen

Appendix K77.2 Chronisch hartfalen Appendix K77.2 Chronisch hartfalen Niet medicamenteuze maatregelen: Beperking van zout, vocht inname en alcohol. Bij overgewicht dieetmaatregelen gericht op gewichtsvermindering. Lichaamsbeweging aangepast

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Medicatie bij atherosclerose Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Wat heeft de patiënt? Cerebrovasculair lijden Perifeer arterieel vaatlijden Coronairlijden Inhoud Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is zeer groot.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is zeer groot. Lisinopril C09AA03, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt lisinopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag.

Dosering: dosisaanpassing is nodig bij ouderen: begindosering 6,25 12,5 mg 1 2 per dag. Captopril C09AA0, februari 2019 Indicatie Hypertensie. Hartfalen: de behandeling van chronische decompensatio cordis met afname van de systolische ventriculaire functie, in combinatie met diuretica en,

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde patiënten is met 120 klein. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen).

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde patiënten is met 120 klein. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen). Pindolol C07AA03, december 2017 Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van december 2012 wordt pindolol door Ephor niet als bètablokker

Nadere informatie

Regionaal formularium Zwolle Cardiovasculair Risicomanagement april 2015

Regionaal formularium Zwolle Cardiovasculair Risicomanagement april 2015 Regionaal formularium Zwolle Cardiovasculair Risicomanagement april 2015 Indicatie Bij hypertensie en/of hyperlipidemie is er indicatie voor behandeling bij aangetoond vaatlijden (secundaire preventie)

Nadere informatie

Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2)

Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2) Pindolol C07AA03, mei 2019 Indicatie Hypertensie Angina pectoris Atriumfibrilleren en supraventriculaire ritmestoornissen.(1,2) Pindolol is ook geregistreerd voor: Ventriculaire ritmestoornissen Ritmestoornissen

Nadere informatie

Voor de indicatie hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) wordt lisinopril door Ephor niet geadviseerd wegens ontbreken van effect.

Voor de indicatie hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) wordt lisinopril door Ephor niet geadviseerd wegens ontbreken van effect. Lisinopril C09AA03, april 2019 Indicatie Hypertensie en behandeling van symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Lisinopril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs.

Ervaring: enalapril is bij zeer groot aantal ouderen, ook 70- en 80-plussers, bestudeerd in RCTs. Enalapril C09AA02, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt enalapril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 216 patiënten, gemiddelde leeftijd: 72,4±5,9 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 216 patiënten, gemiddelde leeftijd: 72,4±5,9 jaar.(4) Zofenopril C09AA15, maart 2018 Indicatie Hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt zofenopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar

Nadere informatie

Behandeling van hypertensie

Behandeling van hypertensie NECF onderwijsbijeenkomst 19 juni 2014 Farmacotherapie bij 80+ers: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Behandeling van hypertensie Evelien Lutke Schipholt, apotheker externe instellingen, CWZ Gerard Rongen,

Nadere informatie

CNE Congres. Medicatie

CNE Congres. Medicatie CNE Congres Medicatie Personalia Christine Dolman Leonie Bank AMC Cardio-thoracale chirurgie Medicatie fouten Top 3 fouten: 1) Toedieningsfouten 2) Voorschrijffouten 3) Patiënten verificatie Filmpje https://www.youtube.com/watch?v=5xercgsdrke

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd.

Dosering: geen dosisaanpassing op basis van leeftijd. Een startdosering van 5 mg wordt geadviseerd. Fosinopril C09AA09, april 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie en symptomatisch hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Fosinopril wordt door Ephor niet geadviseerd als behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Gebruiksgemak: de tabletten moeten 1x daags worden ingenomen bij hypertensie en 1-2x daags bij hartfalen. De tabletten mogen worden fijngemalen.

Gebruiksgemak: de tabletten moeten 1x daags worden ingenomen bij hypertensie en 1-2x daags bij hartfalen. De tabletten mogen worden fijngemalen. Enalapril C09AA02, maart 2019 Indicatie Behandeling van hypertensie. Behandeling van symptomatisch hartfalen. Preventie van symptomatisch hartfalen bij patiënten met asymptomatische linkerventrikeldisfunctie

Nadere informatie

Gebruiksgemak: 1x daagse dosering. De tabletten mogen worden fijngemalen.

Gebruiksgemak: 1x daagse dosering. De tabletten mogen worden fijngemalen. Zofenopril C09AA15, mei 2019 Indicatie Milde tot matige essentiële hypertensie.(1,2) Daarnaast is zofenopril geregistreerd voor de behandeling van acuut myocardinfarct. Deze indicatie wordt hier niet besproken.

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen).

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Interactiepotentieel: middel groot met 5-10 geneesmiddelen(groepen). Lacidipine C08CA09, december 2017 Indicatie Hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt lacidipine door Ephor geadviseerd voor de behandeling van hypertensie

Nadere informatie

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd.

Ervaring: captopril is bij een klein aantal ouderen in RCTs (indicatie myocardinfarct) bestudeerd. Captopril C09AA0, december 2017 Indicatie Hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt captopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties

Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Hartfalen: medicatie in de 1 e lijn en interacties Disclosure Bart Kremers Werkzaam bij Apotheek Ravenstein en GIC-helpdesk van de KNMP Geen contacten/belangen mbt farmaceutische industrie Hartfalen-medicatie

Nadere informatie

Dosering: geen dosisaanpassing nodig bij ouderen of bij nierfunctiestoornissen.

Dosering: geen dosisaanpassing nodig bij ouderen of bij nierfunctiestoornissen. Celiprolol C07AB08, maart 2019 Indicatie Hypertensie. Preventie van aanvallen van angina pectoris.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Celiprolol wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie

Nadere informatie

bètablokkers een gunstiger bijwerkingenprofiel en minder contra-indicaties. Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

bètablokkers een gunstiger bijwerkingenprofiel en minder contra-indicaties. Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Celiprolol C07AB08, december 2017 Indicatie Angina pectoris en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van november 2012 wordt celiprolol door Ephor als behandeling van angina

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Bijwerkingen: de meest voorkomende bijwerkingen bij ouderen zijn duizeligheid, hypotensie, braken, buikpijn en misselijkheid.

Bijwerkingen: de meest voorkomende bijwerkingen bij ouderen zijn duizeligheid, hypotensie, braken, buikpijn en misselijkheid. Quinapril C09AA06, april 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt quinapril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Hartfalen. Programma 1-11-2012. UFO 1 november 2012 Tom Schalekamp

Hartfalen. Programma 1-11-2012. UFO 1 november 2012 Tom Schalekamp Hartfalen UFO 1 november 2012 Tom Schalekamp Programma Verschijningsvormen, epidemiologie, diagnostiek Behandeling hoofdlijnen Behandeling in relatie tot pathofysiologie Afzonderlijke middelen bij hartfalen

Nadere informatie

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein.

Ervaring: het in RCTs geïncludeerde aantal oude patiënten is met <50 zeer klein. Nitrendipine C08CA08, januari 2018 Indicatie Nitrendipine is geregistreerd voor hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt nitrendipine door Ephor als

Nadere informatie

PILLENCOCKTAILS: HARTVEROVEREND. Aspecten van geneesmiddelen bij atriumfibrilleren

PILLENCOCKTAILS: HARTVEROVEREND. Aspecten van geneesmiddelen bij atriumfibrilleren PILLENCOCKTAILS: HARTVEROVEREND Aspecten van geneesmiddelen bij atriumfibrilleren INHOUD Presentatie (20-25 minuten) Inleiding Medicamenteuze behandeling atriumfibrilleren Geneesmiddelgroepen Bijwerkingen

Nadere informatie

Chronische stabiele angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie.(1,2)

Chronische stabiele angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie.(1,2) Atenolol C07AB03, februari 2019 Indicatie Chronische stabiele angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie.(1,2) Atenolol is ook geregistreerd voor paroxismale supraventriculaire tachycardie, ventriculaire

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Atenolol C07AB03, november 2017 Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren, hypertensie Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van november 2012 wordt atenolol door Ephor als behandeling

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Joke Lanphen, kaderhuisarts hart en vaatziekten Inhoud presentatie 1 Voorkomen van HVZ bij DM type 2 2 NHG standaard CVRM en diabetes 3 Metingen

Nadere informatie

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010. Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010. Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011 CBO RICHTLIJN HARTFALEN Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010 Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011 ESC guidelines Richtlijn is gebaseerd op de ESC Guidelines for the

Nadere informatie

Cardiovasculair Risicomanagement bij DM2

Cardiovasculair Risicomanagement bij DM2 Cardiovasculair Risicomanagement bij DM2 Guy Rutten Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde DiHAG Sterrencursus 2009 Relevantie Van de mensen met DM 2 sterft 50-70% aan

Nadere informatie

Bètablokkers. [ Geneesmiddelbeoordeling voor de kwetsbare oude patiënt in het Farmacotherapeutisch Kompas ]

Bètablokkers. [ Geneesmiddelbeoordeling voor de kwetsbare oude patiënt in het Farmacotherapeutisch Kompas ] Bètablokkers [ Geneesmiddelbeoordeling voor de kwetsbare oude patiënt in het Farmacotherapeutisch Kompas ] Projectgroep Drs. A.L. van Ojik, projectapotheker Dr. P.A.F. Jansen, geriater klinisch farmacoloog

Nadere informatie

Polyfarmacie in de cardiologie

Polyfarmacie in de cardiologie Polyfarmacie in de cardiologie CarVasZ congres 21 november 2014 Alina Constantinescu cardioloog Indeling Casus 1: - patient met hartfalen - belangrijkste medicatieklassen - introductie medicatie in de

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties

Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties J. Boiten, A.A. Voors De belangrijkste behandelbare risicofactor

Nadere informatie

Stopinformatie: overweeg isradipine geleidelijk te stoppen. Plotseling stoppen kan angina pectoris verergeren.(4)

Stopinformatie: overweeg isradipine geleidelijk te stoppen. Plotseling stoppen kan angina pectoris verergeren.(4) Isradipine C08CA03, april 2019 Indicatie Essentiële hypertensie.(1,2) Standpunt Ephoren samenvatting Isradipine wordt door Ephor niet als calciumantagonist van voorkeur voor hypertensie geadviseerd wegens

Nadere informatie

Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar met het referentiemiddel perindopril.

Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar met het referentiemiddel perindopril. Quinapril C09AA06, mei 2019 Indicatie Essentiële hypertensie en hartfalen.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Quinapril wordt door Ephor als mogelijke behandeling van hypertensie geadviseerd vergelijkbaar

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie

Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie Continuing Nursing Education (CNE) Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie Sanne van Wissen 22 maart 2016 Utrecht @svanwissen Inhoud Bloeddruk en is er een optimale bloeddruk? Rol van

Nadere informatie

Voorschrijven bij hypertensie in de huisartspraktijk

Voorschrijven bij hypertensie in de huisartspraktijk Dit rapport is een uitgave van het NIVEL 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (Voorschrijven bij hypertensie in de huisartspraktijk, Liset van Dijk, Irma Hermans, Jesse Jansen, Dinny de Bakker, NIVEL

Nadere informatie

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2)

Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Labetalol C07AG01, april 2019 Indicatie Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is. Hypertensie.(1,2) Parenteraal: Als snelle bloeddrukdaling vereist is, zoals bij ernstige hypertensie. Het

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs):

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs): Felodipine C08CA02, december2017 Indicatie Angina pectoris en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt felodipine door Ephor als behandeling van angina

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Isradipine C08CA03, december 2017 Indicatie Hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van maart 2013 wordt isradipine door Ephor niet als calciumantagonist van voorkeur voor

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie en voeding

Nierinsufficiëntie en voeding Nierinsufficiëntie en voeding Kirsten Berk Voeding bij CVRM en diabetes - 2013 Inhoud: Gewichtsreductie Natriumbeperking Eiwitbeperking Kalium Praktisch: dieetinzicht Gewichtsreductie Overgewicht -> vergrote

Nadere informatie

C08CA02, december2017

C08CA02, december2017 Felodipine C08CA02, december2017 Indicatie Angina pectoris en essentiële hypertensie.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Felodipine wordt door Ephor als middel van voorkeur voor de behandeling van angina

Nadere informatie

BIJSLUITER. HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet

BIJSLUITER. HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet BIJSLUITER HYDROCHLOORTHIAZIDE 6,25 mg tablet Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien

Nadere informatie

Ervaring: er zijn een groot (>2000) aantal ouderen in RCTs bestudeerd

Ervaring: er zijn een groot (>2000) aantal ouderen in RCTs bestudeerd Metoprolol C07AB02, december 2017 Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren, hartfalen en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van december 2012 is metoprolol door Ephor

Nadere informatie

25-04-15. Wat doet Ephor. Bij voorschrijven aan ouderen maak ik het meest gebruik van: Preregistratie studies en de gebruikers van geneesmiddelen

25-04-15. Wat doet Ephor. Bij voorschrijven aan ouderen maak ik het meest gebruik van: Preregistratie studies en de gebruikers van geneesmiddelen Bij voorschrijven aan ouderen maak ik het meest gebruik van: Medicatieadviezen voor kwetsbare ouderen 1. De algemene informatie in het FK 2. De specifieke informatie over ouderen in het FK 3. De SmPC 4.

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010

De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt. Loes Klieverik WES 11-03-2010 De behandeling van hartfalen bij de oudere patiënt Loes Klieverik WES 11-03-2010 Wat is oud?? Definitie Hartfalen Tekortschieten van de pompwerking van het hart en veranderingen in de neurohumorale activatie

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Het onderbouwd voorschrijven van antihypertensiva

Het onderbouwd voorschrijven van antihypertensiva Het onderbouwd voorschrijven van antihypertensiva Nr 10 1999 (33) Pagina 103-110 Thema-artikel naar: Antihypertensive drugs. Prescrire International 1999; 8: 90-95, onder medeverantwoordelijkheid van de

Nadere informatie

Onderhoudsbehandeling na een myocardinfarct. Hyperthyreoïdie Migraine profylaxe.

Onderhoudsbehandeling na een myocardinfarct. Hyperthyreoïdie Migraine profylaxe. Metoprolol C07AB02, april 2019 Indicatie Hypertensie Angina pectoris Hartritmestoornissen, met name supraventriculaire tachycardie, verhoogde ventriculaire frequentie bij atriumfibrilleren en ventriculaire

Nadere informatie

Propranolol C07AA05, december Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie.

Propranolol C07AA05, december Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie. Propranolol C07AA05, december 2017 Indicatie Angina pectoris, atriumfibrilleren en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van december 2012 wordt propranolol door Ephor niet als

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Triamtereen en Hydrochloorthiazide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Triamtereen en Hydrochloorthiazide Sandoz B.V. Page 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Triamtereen/Hydrochloorthiazide Sandoz 50/25 mg, Triamtereen en Hydrochloorthiazide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 oktober 2007 Farmatec/FZ-2804948 5 november 2007

Uw brief van Uw kenmerk Datum 9 oktober 2007 Farmatec/FZ-2804948 5 november 2007 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'SGRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum oktober 2007 Farmatec/FZ280448 5 november 2007 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49

Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49 NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49 De standaard en de onderbouwing zijn geactualiseerd

Nadere informatie

Nierfunctie: perindopril 174

Nierfunctie: perindopril 174 Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is bij ouderen niet nodig. Gebruiksgemak: 1x daags 5-10 mg. Tabletten mogen worden fijngemalen.

Dosering: dosisaanpassing is bij ouderen niet nodig. Gebruiksgemak: 1x daags 5-10 mg. Tabletten mogen worden fijngemalen. Amlodipine C08CA01, februari 2019 Indicatie Hypertensie en chronisch stabiele angina pectoris.(1,2) Amlodipine is ook geregistreerd voor vasospastische (Prinzmetal s) angina pectoris. Deze indicatie wordt

Nadere informatie

Preeclampsie & hypertensie in de zwangerschap. Nationaal hypertensie congres - Titia Lely Gynaecoloog WKZ

Preeclampsie & hypertensie in de zwangerschap. Nationaal hypertensie congres - Titia Lely Gynaecoloog WKZ Preeclampsie & hypertensie in de zwangerschap Nationaal hypertensie congres - Titia Lely Gynaecoloog WKZ Nieuws?. maar ik breng ook veel ouds Inhoud Huidige definities ACOG Etiologie: multi-factorieel

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011 Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire

Nadere informatie

Les Arteriële Hypertensie

Les Arteriële Hypertensie Les Arteriële Hypertensie Dirk Devroey Centrum voor Huisartsgeneeskunde VUB 22 februari 2005 Doelstelling van de les Hoe bloeddruk meten Risicobepaling Welke e onderzoeken Hoe hoge bloeddruk behandelen

Nadere informatie

Versie 2.0. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud.

Versie 2.0. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud. Beste huisarts/ praktijkondersteuner, In dit document vindt u een overzicht van wat het benchmark traject inhoud. Benchmark bijeenkomst: De benchmark is een twee uur durende bijeenkomst waarbij de aanwezige

Nadere informatie

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen in niet bekend.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen in niet bekend. Amlodipine C08CA01, december 2017 Indicatie Angina pectoris en hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van 2013 wordt amlodipine door Ephor als referentiemiddel voor behandeling

Nadere informatie

Bisoprolol C07AB07, december Indicatie Angina pectoris, hartfalen en hypertensie

Bisoprolol C07AB07, december Indicatie Angina pectoris, hartfalen en hypertensie Bisoprolol C07AB07, december 2017 Indicatie Angina pectoris, hartfalen en hypertensie Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van november 2012 wordt bisoprolol door Ephor als behandeling voor

Nadere informatie

Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts

Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de patiënt voor een inventarisatieconsult naar de POH (labformulier en evt. urineonderzoek bij antihypertensiva

Nadere informatie

Samenvatting van de standaard Diabetes mellitus type 2 (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Samenvatting van de standaard Diabetes mellitus type 2 (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap voor de praktijk Samenvatting van de standaard Diabetes mellitus type 2 (tweede herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap M.Bouma, G.E.H.M.Rutten, W.J.C.de Grauw, Tj.Wiersma en A.N.Goudswaard

Nadere informatie

Bloeddruk en CV risico. Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC

Bloeddruk en CV risico. Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC Bloeddruk en CV risico Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC Beter bloeddruk meten Hoe is het nu? Waarom moet het anders? Wat is de ideale bloeddrukmeting? CVRM risicotabel 10-yr CVD risk 20%

Nadere informatie

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend.

Ervaring: het aantal in RCTs bestudeerde ouderen is niet bekend. Lercanidipine C08CA13, december 2017 Indicatie Hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt lercanidipine door Ephor geadviseerd voor de behandeling van

Nadere informatie

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Dokter wat heb ik Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Pretoets Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? 1. De risicotabel geeft een schatting van het 10-jaarsrisico

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest!

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest! Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten Biology speaks loudest! 1 VITAAL Versus KWETSBAAR Bevolkingsopbouw Suriname en Nederland verschilt (nu) 20.000 > 65 jaar hebben hypertensie HYPERTENSIE PREVALENTIE

Nadere informatie

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: benazepril 186 Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen

Nadere informatie

Instellen van hartfalenmedicatie op het verpleegkundig poliklinisch spreekuur

Instellen van hartfalenmedicatie op het verpleegkundig poliklinisch spreekuur Instellen van hartfalenmedicatie op het verpleegkundig poliklinisch spreekuur Marjan Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist 22 januari 2019 Hartfalen Hartfalen is een

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE Inhoud Voorwoord 13 DEEL I ALGEMENE ASPECTEN Hoofdstuk 1 Ambachtelijke en geautomatiseerde methoden van bloeddrukmeting 17 Inleiding 17 1 Conventionele sfygmomanometrie 18 2 Ambulante niet-invasieve automatische

Nadere informatie

Ervaring: perindopril is in RCTs bij een groot aantal ouderen bestudeerd, ook bij 80- plussers.

Ervaring: perindopril is in RCTs bij een groot aantal ouderen bestudeerd, ook bij 80- plussers. Perindopril C09AA04, april 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt perindopril door Ephor als behandeling van hypertensie geadviseerd

Nadere informatie

Literatuur. Hoofdstuk 1

Literatuur. Hoofdstuk 1 Literatuur Hoofdstuk 1 Benetos A, Thomas F, Safar ME, et al. Should diastolic and systolic blood pressure be considered for cardiovascular risk evaluation: a study in middle-aged men and women. J Am Coll

Nadere informatie

Samenvatting en adviezen uitgebreid

Samenvatting en adviezen uitgebreid Samenvatting en adviezen uitgebreid Doel De doelstelling van deze richtlijn is het bevorderen van de preventie en het ondersteunen van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten

Nadere informatie

Hartmedicijnen: werking en bijwerking Krijn Dekens apotheker, aandachtsgebied cardiologie

Hartmedicijnen: werking en bijwerking Krijn Dekens apotheker, aandachtsgebied cardiologie Van harte welkom! Hartmedicijnen: werking en bijwerking 20.00 Opening door Wendy de Valk 20.05 Harteraad 20.15 Krijn Dekens apotheker, aandachtsgebied cardiologie 20.40 Bert Schuurman, P.A. i.o. cardiologie

Nadere informatie

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Cardiovasculair risicomanagement Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Marjon Achterberg en Jan Dirk Banga CVRM in de eerste lijn 19 juni 2014 De Eenhoorn, Amersfoort Uitgangspunt: de richtlijn 2011

Nadere informatie

Sotalol is geregistreerd voor supraventriculaire tachycardiee n.(2) Sotalol is sinds 1974 internationaal in de handel.

Sotalol is geregistreerd voor supraventriculaire tachycardiee n.(2) Sotalol is sinds 1974 internationaal in de handel. Sotalol C07AA07, december 2017 Indicatie Atriumfibrilleren. Standpunt Ephor In het rapport over de bètablokkers van december 2012 wordt sotalol door Ephor niet als bètablokker van voorkeur geadviseerd

Nadere informatie

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen Transmurale afspraken interne huisartsen dr. D.R. Faber, internist-vasculair geneeskundige A. van Essen-Rubingh, huisarts 18-03-2014 Casus Hypertensie Vrouw, 44 jaar, belaste familie anamnese, was

Nadere informatie

NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening)

NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49. De standaard en de onderbouwing zijn geactualiseerd

Nadere informatie

Bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een herseninfarct of hersenbloeding

Bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een herseninfarct of hersenbloeding N E U R O F A R M A C O L O G I E Bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een herseninfarct of hersenbloeding T R E F W O O R D E N H Y PERTENSIE; ANTIHYPERTENSIVA; BEROERTE; HERSENINFARCT; HERSEN-

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers

Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers Risico-minimalisatiemateriaal betreffende Tasigna (nilotinib) voor voorschrijvers en apothekers Introductie De risico-minimalisatiematerialen voor Tasigna (nilotinib) zijn beoordeeld door het College ter

Nadere informatie

BIJSLUITER. METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten

BIJSLUITER. METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten BIJSLUITER METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

Dosering: dosisaanpassing is bij ouderen niet nodig.(1) Gebruiksgemak: dosering is 1x daags. Tabletten mogen worden fijngemalen.

Dosering: dosisaanpassing is bij ouderen niet nodig.(1) Gebruiksgemak: dosering is 1x daags. Tabletten mogen worden fijngemalen. Lercanidipine C08CA13, april 2019 Indicatie Milde tot matige essentie le hypertensie.(1,2) Standpunt Ephor en samenvatting Lercanidipine door Ephor geadviseerd als mogelijke behandeling van hypertensie

Nadere informatie

!Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl. (zonder www!)

!Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl. (zonder www!) !Log vast in! NVHVV.presenterwall.nl (zonder www!) Zwangerschap en vaten Hypertensieve zwangerschapscomplicaties Melvin Lafeber Internist i.o. Vasculaire Geneeskunde & Klinische Farmacologie) ZWANGERSCHAP

Nadere informatie