Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging. versie 14 mei 2018

Transcriptie

1 Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging versie 14 mei 2018 Dit is het bestuursreglement als bedoeld in artikel 14 lid 11 van de statuten van de vereniging en tevens het managementstatuut als voorgeschreven in art. 31 van de Wet op het Primair Onderwijs en benoemd in artikel 12 lid 7 van de statuten. Begripsbepalingen Artikel 1 1. In dit bestuursreglement annex managementstatuut wordt verstaan onder: a. Vereniging: Wageningse Schoolvereniging. b. Statuten: de statuten van de vereniging. c. Algemene Ledenvergadering: het hoogste orgaan waarin de leden van de vereniging vergaderen en besluiten nemen. d. Bestuur: het bestuur van de vereniging als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de statuten. e. Directeur-bestuurder: uitvoerend bestuurder die tevens directeur van de school is, maakt deel uit van het uitvoerend deel van het bestuur. f. MT: het managementteam van de school dat gevormd wordt door de directeur en minimaal 3 LB leraren g. School: de onder het bevoegd gezag van de vereniging ressorterende school/scholen. h. Bevoegd gezag: het bestuur van de vereniging. i. Code goed bestuur: code goed bestuur in het primair onderwijs. 2. Dit reglement beoogt een uitwerking te bieden van hetgeen in hoofdzaak is geregeld in de statuten. In geval van tegenstrijdigheid tussen het gestelde in dit reglement en de statuten prevaleren de statuten. Tevens geeft dit reglement een uitvoering aan de verplichting van de school een managementstatuut vast te stellen. 3. De vereniging voldoet aan de Code goed bestuur. Waar dit niet het geval is, zal de vereniging zich verantwoorden (pas-toe-of-leg-uit). Samenstelling en benoeming bestuur Artikel 2 1. Samenstelling en benoeming van het bestuur vindt plaats conform artikel 10 van de statuten. 2. Het bestuur is zodanig samengesteld dat daarin de voor het goed functioneren van de vereniging en de school benodigde kennis, kunde en netwerken in voldoende mate vertegenwoordigd zijn. 3. Indien zich in het bestuur een vacature voordoet wordt door het bestuur een profielschets voor de vacante positie opgesteld waarin de noodzakelijke competenties worden beschreven. Indien tevoren vast staat dat de vacature tevens het lidmaatschap van het uitvoerend deel van het bestuur behelst, dan wordt dat in de profielschets gemeld. 4. Bij werving en selectie van een nieuw lid voor het bestuur neemt het bestuur het volgende in acht: a. De profielschets wordt ter advies gebracht van de medezeggenschapsraad van de school en is opvraagbaar voor een ieder die daarin verder inzage wenst. Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie

2 b. Voor de vacature vindt als regel openbare werving plaats. Indien het bestuur omstandigheden aanwezig acht om van deze regel af te wijken, wordt de medezeggenschapsraad van de school daarover geïnformeerd. c. Met kandidaten voor de vacature vindt tenminste één selectiegesprek plaats waarbij naast een afvaardiging van het bestuur ook aanwezig zijn een lid van het MT, door deze organen uit hun midden aangewezen. d. De selectie en benoeming is in laatste instantie voorbehouden aan het bestuur, gehoord de bevindingen uit de selectiegesprekken en na daarover advies te hebben verkregen van de medezeggenschapsraad. Taken en bevoegdheden bestuur Artikel 3 1. De taken en bevoegdheden van het bestuur zijn beschreven in artikel 12 van de statuten. De aanvullende taken van de voorzitter zijn: De voorzitter bereidt de vergaderingen voor, zit deze voor, en zorgt voor (controle op) de uitvoering van de vergaderbesluiten. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt voor het bestuur. Als regisseur van het toezichtproces is hij/zij verantwoordelijk voor de bewaking van de roldiscipline binnen het toezichthoudend en uitvoerend deel van het bestuur. Andere bijkomende taken van de voorzitter zijn: Controle op verschillende taakgebieden binnen de toezichthouders; Het voeren van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken met de directeur/bestuurder (tezamen met een andere toezichthouder); Het beoordelen en toetsen van de eigen werkzaamheden als toezichthouder en het controleren van de externe verantwoording daarvan. 2. De taken en bevoegdheden van de directeur-bestuurder omvatten tenminste: a. Het geven van dagelijkse leiding aan de organisatie, voorbereiden van het beleid en uitvoeren van het vastgestelde beleid. b. Het zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school. c. Het leidinggeven aan het personeel van de school en voeren van gesprekken met individuele personeelsleden in het kader van de gesprekscyclus (functionerings- en beoordelingsgesprekken). d. Het opstellen en uitvoeren van het schoolplan. e. Het jaarlijks opstellen van een meerjarenformatieplan voor de school. f. Het jaarlijks opstellen van de schoolbegroting. Een en ander binnen het kader van het strategisch beleidsplan. g. Het tijdig leveren van de benodigde gegevens aan de penningmeester ten behoeve van de opstelling van de jaarrekening. h. Het beheren van de aan de school toegekende formatieve en financiële middelen en het doen van uitgaven voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan. i. Het zorg dragen voor de huisvesting en voor het doelmatig beheer van de roerende en onroerende zaken. Een en ander binnen het kader van het strategisch beleidsplan en het meerjaren onderhoudsplan. j. Het onderhouden van contacten met de leerlingen van de school en hun ouders. k. Het schorsen en aannemen van leerlingen op grond van het algemeen vastgestelde beleid. Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie

3 l. Het voeren van extern overleg in het belang van de school. m. Het uitvoeren van alle overige taken en verantwoordelijkheden die in de functiebeschrijving zijn opgenomen. 3. Het uitvoerend deel van het bestuur verleent aan de directeur-bestuurder mandaat ten aanzien van de taken en bevoegdheden zoals hieronder zijn vermeld: a. Het tekenbevoegd zijn inzake alle taken die aan de directeur-bestuurder zijn opgelegd. b. Het voorbereiden van het strategisch beleidsplan, de meerjarenbegroting en het jaarverslag ter vaststelling in het bestuur. c. Het voorbereiden van de jaarlijkse beleidsplannen met betrekking tot de beleidsgebieden: - onderwijs en kwaliteitszorg; - personeel en organisatie; - financiën; - beheer en huisvesting; - public relations en externe contacten. d. Het gevraagd en ongevraagd verschaffen van alle informatie aan het bestuur die nodig is om de toezicht- en controlefunctie adequaat te kunnen vervullen. e. Het voeren van overleg met de medezeggenschapsraad of een geleding daarvan. De directeur-bestuurder voert overleg met de vakcentrales in het kader van DGO (Decentraal Georganiseerd Overleg). f. Het onderhouden van de public relations en de externe contacten met o.a. media en stakeholders. 4. Taken en werkwijze managementteam (MT): a. In het managementteam wordt het beleid van de school geïnitieerd, ontwikkeld, binnen het mandaat van de directeur-bestuurder vastgesteld, uitgevoerd en gevolgd. b. In het managementteam vindt afstemming plaats van die zaken die van belang zijn voor een goede uitvoering van de beleidsplannen van de school. c. In het overleg wordt de dagelijkse gang van zaken besproken en worden ervaringen uitgewisseld. d. Er wordt gestreefd naar besluitvorming op basis van consensus. Indien dit niet haalbaar is dan beslist de voorzitter van het coördinatieteam. e. De directeur-bestuurder is voorzitter van het overleg. f. Het managementteam vergadert tenminste eenmaal per maand (uitgezonderd de zomervakantie) volgens een vast rooster. Werkwijze uitvoerend deel van het bestuur Artikel 4 1. Indien het uitvoerend deel van het bestuur uit meer dan één persoon bestaat, komen de leden van het uitvoerend deel van het bestuur met goedkeuring van het toezichthoudend deel van het bestuur een portefeuilleverdeling overeen. 2. Het uitvoerend deel van het bestuur draagt collectieve verantwoordelijkheid voor de door het uitvoerend deel van het bestuur genomen besluiten, ongeacht de overeengekomen portefeuilleverdeling. 3. Bij tijdelijke verhindering van een lid van het uitvoerend deel van het bestuur geldt artikel 11 lid 5 van de statuten. 4. Evaluatiecyclus: a. Aan het eind van elk schooljaar legt het uitvoerend deel van het bestuur de afspraken, die in overleg tot stand zijn gekomen, vast voor het nieuwe schooljaar. b. De afspraken zijn mede gebaseerd op de evaluatie, ingebed in de gesprekscyclus, die het uitvoerend bestuur inclusief de directeur-bestuurder met elkaar verrichten. Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie

4 Vergadering en besluitvorming uitvoerend bestuur Artikel 5 1. Het uitvoerend deel van het bestuur stelt jaarlijks de frequentie van haar vergaderingen vast. 2. Van de door het uitvoerend deel van het bestuur genomen besluiten wordt schriftelijk aantekening gehouden. 3. Het uitvoerend deel van het bestuur streeft in haar vergaderingen naar besluitvorming met eenstemmigheid. Indien bij staking van stemmen naar het oordeel van de directeur-bestuurder besluitvorming geen verder uitstel duldt, heeft de directeur-bestuurder een doorslaggevende stem. Indien uitstel van besluitvorming wel mogelijk is, dan keert het voorstel voor stemming terug in de eerstvolgende vergadering, die niet eerder dan één week en niet later dan vier weken na de stemming plaats vindt. Indien dan nog geen eenstemmigheid wordt bereikt, wordt het voorstel voorgelegd aan het bestuur. Indien de directeur-bestuurder gebruik maakt van zijn doorslaggevende stem, dan wordt dat aangetekend bij de besluitvorming. 5. Schorsing en vernietiging van besluiten: a. Het uitvoerend deel van het bestuur kan besluiten en/of maatregelen van de directeurbestuurder wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan de belangen van de Vereniging bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen. b. De voorzitter van het bestuur kan, na ruggenspraak met het uitvoerend deel van het bestuur en het toezichthoudend deel van het bestuur, een besluit of maatregel van de directeurbestuurder schorsen, indien het besluit of maatregel naar zijn oordeel voor vernietiging in aanmerking komt. Ziet het uitvoerend bestuur binnen twee weken, nadat de voorzitter het schorsingsbesluit heeft genomen af van een vernietiging dan vervalt tegelijkertijd de schorsing. c. De bevoegdheid tot schorsing c.q. vernietiging is tevens toegekend aan de directeurbestuurder, indien het maatregelen en/of besluiten betreft van medewerkers. Intern toezicht Artikel 6 Het toezichthoudend deel van het bestuur heeft mede tot taak toezicht te houden op de taak- en bevoegdheidsuitoefening van het uitvoerend deel van het bestuur. In het kader van het toezicht kan het bestuur het lid (de leden) van het uitvoerend deel van het bestuur informatie vragen en ter verantwoording roepen. Het toezichthoudend deel van het bestuur kan het lid (de leden) van het uitvoerend deel van het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Informatie Artikel 7 1. Teneinde het toezichthoudend deel van het bestuur in de gelegenheid te stellen zijn taken in het kader van bestuur, toezicht en advisering naar behoren uit te voeren, draagt het uitvoerend bestuur er zorg voor dat het toezichthoudend deel van het bestuur adequaat wordt geïnformeerd over aangelegenheden welke voor hem van belang zijn. 2. In het kader van het in lid 1 gestelde draagt het uitvoerend deel van het bestuur er zorg voor dat het toezichthoudend deel van het bestuur tenminste wordt geïnformeerd over de volgende aangelegenheden: a) Het voor de onder de vereniging ressorterende school geldende medezeggenschapsreglement. b) De voor de onder de vereniging ressorterende school geldende klachtenregeling. Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie

5 c) Op de onder de vereniging ressorterende school betrekking hebbende klachten ingevolge de klachtenregeling alsmede de beslissing daarop. d) Verslagen van overleg tussen het uitvoerend deel van het bestuur en de medezeggenschapsraad alsmede van (de)centraal georganiseerd (team)overleg. e) Kwesties waarin de vereniging in rechte wordt betrokken of zelf gerechtelijke stappen onderneemt (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de uitspraken daarin. f) Het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingsrelaties met andere (rechts-) personen en/of instellingen. g) De schoolgids van de onder de vereniging ressorterende school. h) Op de onder de vereniging ressorterende school betrekking hebbende interne en externe kwaliteitsrapportages (waaronder begrepen inspectierapportages). i) Onderwijskundige projecten en/of experimenten waaraan wordt deelgenomen door de onder de vereniging ressorterende school. j) De op het personeel van de vereniging van toepassing zijnde CAO en andere primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. k) Het (sociaal) jaarverslag van de vereniging. l) Benoeming en ontslag van personen in managementfuncties. m) Ontslag van personeel anders dan wegens budgetvermindering of natuurlijk verloop. n) Managementletters en andere rapportages van externe accountants betreffende de vereniging of onder de vereniging ressorterende school. o) Aan te gane financiële verplichtingen betreffende de vereniging die 1% van de begroting te boven gaan. p) Omvangrijke (ver-)bouwactiviteiten betreffende de onder de vereniging ressorterende school. q) Overige door het bestuur vast te stellen aangelegenheden. Vaststelling en wijziging bestuursreglement Artikel 8 1. Dit bestuursreglement, alsmede wijzigingen daarin, wordt voorbereid door het uitvoerend deel van het bestuur. 2. Het bestuursreglement, alsmede wijzigingen daarin, wordt vastgesteld door het bestuur na verkregen advies ter zake van de medezeggenschapsraad van de onder de vereniging en ressorterende school en na besluit van de Algemene Ledenvergadering. Slotbepaling Artikel 9 a. In de gevallen waarin de statuten of dit reglement niet voorzien beslist het bestuur. b. Het managementstatuut treedt in werking op 2018 en zal uiterlijk binnen twee jaar worden geëvalueerd. De directeur-bestuurder draagt er zorg voor dat een exemplaar van het bestuursreglement annex managementstatuut in de school ter inzage beschikbaar is op een voor een ieder toegankelijke plaats. De directeur-bestuurder zendt een exemplaar van het bestuursreglement annex managementstatuut zo spoedig mogelijk na de vaststelling ter kennisneming aan de Inspectie van het onderwijs. Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie

6 Aldus opgemaakt en vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van Voorzitter Concept bestuursreglement annex managementstatuut Wageningse Schoolvereniging, versie