Nationaal Plan ter bestrijding van verzuring en troposferische ozon ( )
|
|
- Joke Koster
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nationaal Plan ter bestrijding van verzuring en troposferische ozon ( ) 1
2 DEEL II: ACTIEPLAN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 12
3 DEEL III: ACTIEPLAN VAN HET WAALSE GEWEST 1. Toestand in het Waalse Gewest: Identificatie van de druk, recente ontwikkelingen en analyse volgens polluent SO 2 NOX VOS antrop. NH 3 emissies in emissies in Afwijking (%) - 49% - 5,5% - 26,5% - 8,5% Illustratie : Emissies exclusief vervoersector in het Waalse Gewest, uitgedrukt in ton Stand bijgewerkt tot 10/12/03 SO 2 NOX VOS antrop. NH 3 emissies in emissies in Afwijking (%) - 46,5% - 21,5% - 38% % Illustratie : Emissies van de vervoersector in het Waalse Gewest, uitgedrukt in ton Stand bijgewerkt tot 10/12/ Stikstofhoudende verbindingen - Emissies en sectorale spreiding van de emissies In 2000 komen de Waalse emissies naar schatting uit op 133,4 kton. Deze emissies kunnen als volgt worden ingedeeld: ELEKTRICITEITSPRODUCTIE 8% INDUSTRIE 39% RESIDENTIEEL 4% TERTIAIR 1% VERVOER 45% LANDBOUW 3% AFVAL 0% Illustratie : Sectorale spreiding van de NOx-emissies in het Waalse Gewest in 2000
4 DEEL IV : ACTIEPLAN VAN HET VLAAMSE GEWEST 1. Inleiding Het Vlaamse beleid inzake troposferische ozon en verzuring kadert in de uitvoering van de Europese richtlijn 2001/81 inzake nationale emissieplafonds. Op 12 december 2003 keurde de Vlaamse regering het reductieprogramma voor de emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en ammoniak ((NH3) in de lucht goed. De Belgische emissieplafonds worden opgesplitst in 4 subplafonds: één Belgisch cijfer voor de emissies van de transportsector en drie plafonds voor de overige bronnen van elk van de gewesten. Deze subplafonds worden gegeven in onderstaande tabel. Tussen haakjes is telkens de reductie gegeven t.o.v die hiermee overeenstemt. Het zijn echter de absolute cijfers die de reductie uitmaken en niet de procentuele reducties. Transport Vlaanderen Wallonië Brussel Totaal 1 SO 2 2 (-87,9%) 65,8 (-73,4%) 29 (-71,8%) 1,4 (-75%) 99 (-73,4%) NO x 68 (-57,8%) 58,3 (-41,1%) 46 (-38,4%) 3 (-35,4%) 176 (-48,1%) VOS 35,6 (-71,9%) 70,9 (-50,0%) 28 (-43,3%) 4 (-34,8%) 139 (-58,1%) NH 3-45 (-42,4%) 28,7 (-1,2%) - 74 (-31%) De gewesten zijn elk verantwoordelijk voor hun eigen plafonds. Het cijfer voor transport dient in de eerste plaats te worden gerealiseerd door federale productmaatregelen; de gewesten kunnen ondersteunende maatregelen nemen op het vlak van het mobiliteitsbeleid. De voornaamste reeds genomen maatregel ter beperking van emissies van zowel VOS, NH 3, SO 2 en NO x is Vlarem I en Vlarem II. Deze bevat onder meer algemene en sectorale milieuvoorwaarden (o.a. emissiegrenswaarden) voor ingedeelde inrichtingen. In deze inleiding wordt eerst een overzicht gegeven van de huidige emissies en de prognoses voor het behalen van de emissieplafonds. Meer informatie over de maatregelen die aan bod komen is in de volgende hoofdstukken terug te vinden. Stationaire bronnen SO 2, NO x en VOS Om een idee te krijgen van de haalbaarheid van de emissieplafonds wordt in onderstaande tabellen voor respectievelijk SO 2, NO x en VOS een overzicht gegeven van de emissiecijfers voor 1990 en 2000 zoals ze in 1999 bij de totstandkoming van de indicatieve en NEC + -plafonds ingeschat werden (Kolommen 1, 2 en 3). De meest recente emissie-inschattingen voor de jaren 1990 en 2000 worden in kolom 4 en 5 weergegeven. In de kolommen 6,7 en 8 worden respectievelijk de emissie - inschattingen voor het jaar 2010 volgens de drie scenario's weergegeven: - Referentie: inschatting emissies voor 2010 rekening houdende met evolutie (technisch en economisch) sector en huidige regelgeving (inclusief de verstrenging van de emissiegrenswaarden voor stationaire motoren en stookinstallaties). - Gepland: inschatting van de emissies voor 2010 vertrekkende van het referentie scenario en rekening houdende met 'geplande' maatregelen. - MFR: inschatting van de emissies in 2010 vertrekkende van het referentie scenario indien alle technisch haalbare maatregelen worden ingezet. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de economische haalbaarheid van deze maatregelen. 1 Totaal is afgerond naar boven. 91
5 DEEL V : ACTIEPLAN OP HET FEDERAAL NIVEAU 1. Context van het plan Het federale gedeelte van het plan ter bestrijding van ozon en verzuring stelt de structurele federale maatregelen voor die in de periode moeten worden getroffen om verzuring en troposferisch ozon tegen te gaan. Het omvat voor elke betrokken sector (verkeer/mobiliteit, energie, milieu en wetenschappelijk onderzoek) een korte schets van de reeds getroffen maatregelen en van de recente acties. Deze laatste zijn in de tekst omkaderd. Ook de fiscale aspecten komen via verschillende thema s in dit plan aan bod, voornamelijk dan via verkeer en energie. Voor deze laatste aspecten zullen maatregelen genomen worden om de verschillende sectoren ertoe aan te zetten meer efficiënte technologieën aan te nemen inzake energie. Dit vergt de invoer van een groenere fiscaliteit in verschillende domeinen. Onderhavig plan herneemt het beleid en de maatregelen die ofwel een zuiver federale bevoegdheid zijn, ofwel gemengd federaal/gewesten. Dit federale gedeelte is overigens een onderdeel van het nationale ozonplan dat in samenwerking met de Gewesten wordt opgesteld. 2. Uitvoering, opvolging en evaluatie van het plan Een plan ter bestrijding van verzuring en troposferisch ozon opstellen is slechts een eerste stap op weg naar een gestructureerd beleid; dit beleid ook daadwerkelijk uitvoeren is van wezenlijk belang wil men concrete resultaten boeken. Zo zijn elk betrokken federaal departement, alsook de gewesten, volledig verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen die tot hun bevoegdheid behoren. Elke administratie dient jaarlijks, telkens aan het einde van het jaar en voor het eerst in 2004, aan DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een stand van zaken te sturen over de uitvoering van de maatregelen die tot hun bevoegdheid behoren, plus een actieplan voor het komende jaar en eventuele voorstellen voor bijkomende acties. Op grond van die bijdragen maakt DG Leefmilieu een volledige en gecoördineerde stand van zaken op die aan de Ministerraad zal worden voorgelegd. 3. Verkeer Mobiliteit Het verkeer van zowel personen als goederen neemt hand over hand toe. Deze verplaatsingen zijn een behoefte geworden voor de mensen en voor de economische ontwikkeling. Toch kan de keuze van de manier van verplaatsen een negatieve invloed hebben zowel op de mens (gezondheid) als het leefmilieu. Zo is het wegverkeer verantwoordelijk voor praktisch de helft van de NO x - en VOS-emissies. Een duurzaam mobiliteits- en verkeersbeleid vereist dan ook dat een nieuw evenwicht wordt nagestreefd in de vervoersmiddelen door voorrang te geven aan die welke de opstoppingen en de milieuhinder het best bepreken. Dergelijke acties, hoewel ze een onrechtstreeks effect op de ozonproblematiek hebben, zijn ook in dit plan bevat. Een tweede doelstelling is de 1
6 Nationaal Plan ter bestrijding van verzuring en troposferische ozon ( )
7 INHOUDSTAFEL INLEIDING 1. Aangaande het plan 2. Internationale en Europese verbintenissen en doelstellingen 3. Implementatie, opvolging en evaluatie van het plan DEEL I : DE STRIJD TEGEN VERZURING EN TROPOSFERISCHE OZON : EEN NIET ONBELANGRIJKE INZET 1. Problematiek van de verzuring en de troposferische ozon 1.1 Verzuring 1.2 Troposferische ozon Mechanismen 1.3 Gevolgen voor de gezondheid van de mens 1.4 Bronnen van de vervuilende emissies 2. Situatie en trend in België 3. Structurele maatregelen of maatregelen op korte termijn? DEEL II : ACTIEPLAN VAN HET WAALSE GEWEST 1. Toestand in het Waalse Gewest: Identificatie van de druk, recente ontwikkelingen en analyse volgens polluent 1.1. Stikstofhoudende verbindingen - Emissies en sectorale spreiding van de emissies 1.2. Vluchtige organische stoffen (VOS) - Emissies en sectorale spreiding van de emissies 1.3. Zwavelverbindingen - Emissies en sectorale spreiding van de emissies 1.4. Ammoniak - Emissies en sectorale spreiding van de emissies 2. Grondslagen en scharnierpunten van het Waalse beleid 2.1. Emissiebestrijding van ozonprecursoren en verzurende gassen 2.2. Specifieke bestrijding van ozon in de troposfeer: monitoring van de luchtkwaliteit en ontwikkeling van modelleringsinstrumenten 3. Toekomstige ontwikkelingen Trends tussen 2000 en 2010 volgens het BAU-scenario 3.1 Definitie van het BAU(Business as usual)-scenario 3.2 Trends en overzichtstabellen 4. Actieplan inzake vervoer voor het streefjaar 2010, bijdrage tot de inspanningen in België 4.1. Verbeterde ruimtelijke ordening om de mobiliteitsbehoefte te verkleinen 4.2. De mobiliteitsbehoefte verminderen door het gebruik van nieuwe technologieën te bevorderen
8 4.3. Het gebruik aanmoedigen van ander vervoer dat minder verontreinigt dan het autoverkeer door over te schakelen naar andere vervoermiddelen. De andere mobiliteitsvormen aantrekkelijker maken Het gebruik van minder vervuilende voertuigen en brandstoffen bevorderen 4.5. Bewustmaken. Culturele verandering aanmoedigen. 5. Industrie 5.1. Verworvenheden 5.2. Maatregelen van behoorlijk bestuur 5.3. Specifieke maatregelen in voorbereiding (geplande maatregelen) 6. Energie 6.1. Verworvenheden 6.2. Maatregelen van behoorlijk bestuur 6.3 Specifieke maatregelen in voorbereiding (geplande maatregelen) 7. Huishoudelijke sector (residentieel en tertiair) en landbouw 7.1. Verworvenheden 7.2. Maatregelen van behoorlijk bestuur 7.3. Specifieke maatregelen in voorbereiding (geplande maatregelen) 8. Effectinschatting van de acties bedoeld in hoofdstuk 5, 6 en 7 met betrekking tot de polluentemissies in Overzichtstabellen. 9. Follow-up en beoordeling van het actieplan 9.1. Inleiding 9.2. Follow-up en afweging van het Waalse luchtkwaliteitsplan 9.3. Herzieningsprocedure BIJLAGE HYPOTHESEN EN REFERENTIESCENARIO S BUSINESS AS USUAL (BAU) DEEL III : ACTIEPLAN VAN HET BRUSSELSE GEWEST 1. Inleiding 2. Belangrijkste activiteiten die emissies veroorzaken - kwantitatieve benadering 3 Voorschriften van het Plan voor structurele verbetering van de luchtkwaliteit en de strijd tegen de opwarming van het klimaat inzake wegverkeer 3.1 Het openbaar vervoer verbeteren 3.2 Aansporing om minder gebruik te maken van de wagen: een gewestelijke planning van het straatparkeren en het off-streetparkeren in Brussel 3.3 Aanmoedigen van minder vervuilende verplaatsingswijzen 3.4 De emissiefactoren van het wegverkeer verminderen: ondersteuning van schone voertuigen 3.5 De emissiefactoren van het wegverkeer verminderen: beheer van het verkeer
9 3.6 De mentaliteit en het gedrag inzake verplaatsing wijzigen 4. Voorschriften van het plan voor structurele verbetering van de luchtkwaliteit en de strijd tegen de opwarming van het klimaat met betrekking tot de energie. 4.1 Residentiële sector De vervanging van oude verwarmingsketels versnellen De gezinnen informeren en bewust maken:: de instrumenten ter beschikking stellen om een verantwoorde keuze te maken en te helpen bij de uitvoering De energieprestatie van de woningen verbeteren 4.2 Tertiaire sector De vervanging van oude verwarmingsketels versnellen De energieprestatie van de gebouwen verbeteren Informatie en verspreiding van referenties 4.3 Industriële sector 5. Voorschriften van het plan voor structurele verbetering van de luchtkwaliteit en de strijd tegen de opwarming van het klimaat inzake de ondernemingen. 5.1 Inleiding 5.2 Pompstations 5.3 Stomerijen 5.4 Drukkerijen 5.5 Carrosseriebedrijven en fabricage van verf 5.6 Andere sectoren die VOV s uitstoten 5.7 Verbrandingsovens 6. Organisatie van de uitvoering van het plan DEEL IV : ACTIEPLAN VAN HET VLAAMSE GEWEST 1. Inleiding 2. Maatregelen voor de transportsector 2.1. Europese emissienormen voor brandstoffen en voertuigen 2.2. Het Mobiliteitsplan Vlaanderen 2.3. Actieprogramma milieuvriendelijke voertuigen 3. Maatregelen voor de industrie 3.1. Technische en wetenschappelijke onderbouwing 3.2. Verbetering gegevens 3.3. Aanscherping Vlarem-voorwaarden Keramische sector Afvalverbranding Raffinaderijen
10 Stookinstallaties en stationaire motoren Solventrichtlijn Op- en overslagactiviteiten LDAR Damprecuperatie Koetswerkherstelbedrijven Grafische sector Droogkuis Andere VOS-sectoren 3.4. Implementatie van de IPPC-richtlijn 3.5. Inzetten van economische instrumenten 3.6. Sensibilisering en productnormering 3.7. Beperking van het energieverbruik 4. Maatregelen voor de energiesector 5. Maatregelen voor de landbouwsector 6. Planning voor uitvoering, opvolging en actualisatie van dit programma 6.1. Intersectorale afweging 6.2. Ontwikkeling van het economisch instrumentarium 6.3. Monitoring en evaluatie 7. Aandachtspunt: emissies van uitbreidingen en nieuwe installaties 7.1. Problematiek 7.2. Mogelijke strategieën Sturende overheid met administratief-juridisch instrumentarium Economisch instrumentarium 7.3. Voorgestelde werkwijze: combinatie van twee strategieën DEEL V : ACTIE PLAN VAN DE FEDERALE OVERHEID 1. Context van het plan 2. Uitvoering, opvolging en evaluatie van het plan 3. Verkeer Mobiliteit 3.1 Nationaal Plan voor Duurzame Mobiliteit 3.2 Naar een milieuvriendelijke fiscaliteit van het transport Minder vervuilende manieren van vervoer aanmoedigen en de bezettingsgraad van voertuigen vergroten De inverkeerstelling van minder vervuilende auto s bevorderen Gewijzigde visie op het belasten van het autogebruik Invoering van een strategie gebonden aan het gebruik van economische middelen op het gebied van het voertuig. 3.3 De ecologische prestaties van voertuigen verbeteren
11 3.4 Versterking van de technische controle van voertuigen en invoering van een systeem tot toekenning van een label aan de voertuigen op basis van hun milieuprestaties 3.5 Vermindering van de emissies die veroorzaakt worden door de opslag en de distributie van benzine 3.6 De openbare instellingen geven het voorbeeld 3.7 De milieuprestaties van de bussen, de vrachtwagens en de boten voor binnenscheepvaart verbeteren. 3.8 Bewustmaking 3.9 Milieuvriendelijk rijgedrag 4. Energieaspecten 4.1 Verbetering van de ecologische kwaliteit van brandstoffen 4.2 Kwaliteitscontrole op petroleumproducten 4.3 Verlaging van de dampspanning in petroleumproducten 4.4 Invoering van een energiebijdrage 4.5 Energiebesparende investeringen aanmoedigen 4.6 Structurele energiemaatregelen 5. Leefmilieu 5.1 De milieuprestaties van verwarmingstoestellen verbeteren 5.2 Sector van oplosmiddelen bevattende producten 5.3 Uitvoering van een nieuwe strategie voor een geïntegreerd beleid van oplosmiddelen bevattende producten. 5.4 De zichtbaarheid van de CO2-gids voor milieuvriendelijke wagens vergroten, meer bepaald het deeltje over VOS en NOX. 5.5 Bevordering van het gebruik van milieuvriendelijke producten en producten met een Europese milieukeur (voornamelijk producten die oplosmiddelen bevatten). 5.6 Andere motoraangedreven machines 5.7 Bewustmaking van de ozonproblematiek 6. Wetenschappelijk onderzoek
12 voertuigen minder te laten vervuilen. Ook bewustmaking is van het grootste belang om het gedrag van de gebruikers geleidelijk aan te doen omslaan. 3.1 Nationaal Plan voor Duurzame Mobiliteit Met de voorbereiding van een Nationaal Plan voor Duurzame Mobiliteit werd al in 2001 aangevangen overeenkomstig de aanbevelingen van het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling Actie 1 Dit project tot een goed einde brengen is een van de prioriteiten van de federaal Minister van Mobiliteit. Dit plan, voorbereid in overleg met de gewesten, zal aan de regering tijdens deze legislatuur voorgelegd worden. Het omvat o.m.: de mobiliteitsbehoeften beheersen en er beter mee omgaan, het intermodaal verkeer bevorderen, de kwaliteit van de openbare transportmiddelen verbeteren (comfort, veiligheid, respecteren van de uurregelingen, verbetering van de frequentie, het nietrecycleerbaar afval van autowrakken - vooral van motorvoertuigen verminderen, de vervuiling beperken, en het gebruik van transportmiddelen die gebruik maken van alternatieve brandstof promoten, de zachte vervoermiddelen bevorderen (fiets en stappen). 3.2 Naar een milieuvriendelijke fiscaliteit van het transport Minder vervuilende manieren van vervoer aanmoedigen en de bezettingsgraad van voertuigen vergroten De mobiliteitsproblemen in onze moderne maatschappij vereisen een vernieuwde multidimensionele aanpak: een betere spreiding over de verschillende vervoersmodi door vrijwillig het intermodaal verkeer en het vervoer via het spoor, de zee, de binnenvaart en het openbaar vervoer aan te moedigen. Correctiemaatregelen moeten dus de meest efficiënte keuze van vervoermiddel voor de gezondheid, het milieu en de veiligheid bevorderen en derhalve zorgen voor een verschuiving naar vervoermiddelen die de hele maatschappij ten goede komen. Het woon-werkverkeer geniet overigens al een aantal gunstige belastingsmaatregelen. Vrijstelling van allerhande voordelen voor werknemers Krachtens artikel 6 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting wordt de vrijstelling van de bijdrage van de werkgever in de kosten voor het woon-werkverkeer voor werknemers wier beroepskosten forfaitair worden vastgesteld, bepaald naargelang het gebruikte vervoermiddel: - met het openbaar vervoer: vrijstelling van het volledige bedrag van de vergoeding; - met een gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden dat door de werkgever of door een groep van werkgevers wordt georganiseerd: de 2
13 werkgeversbijdrage wordt vrijgesteld voor een bedrag dat ten hoogste gelijk is aan de prijs van een treinabonnement eerste klasse voor die afstand; - met een ander vervoermiddel: de werkgeversbijdrage wordt vrijgesteld voor een maximum bedrag van 125 EUR per jaar (niet geïndexeerd). Raming van de beroepskosten van werknemers Belastingplichtigen die in het woon-werkverkeer hun eigen wagen gebruiken mogen nog steeds een vast bedrag van 0,15 EURO per afgelegde kilometer als werkelijke beroepskosten aftrekken. Deze vermindering bestaat sinds 1993 en werd sindsdien niet herzien. Een nieuwe maatregel wordt ingevoerd voor degenen die zich op een andere manier dan met de eigen auto van en naar het werk begeven: met het openbaar vervoer, per fiets, te voet, (artikel 9 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting). In dat geval worden de reële beroepskosten op 0,15 EURO per afgelegde kilometer geraamd zonder dat de in aanmerking genomen afstand tussen woonplaats en werkplek meer dan 25 km mag bedragen. Die afstand werd door het KB van 22 augustus 2002 op 50 km gebracht. Beroepskosten van werkgevers in het gemeenschappelijk vervoer van de werknemers Artikelen 62 en 63 van de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting voorzien in een gunstige maatregel voor werkgevers of een groep van werkgevers die hun personeel collectief van en naar het werk vervoeren. De kosten voor dit soort vervoer zijn vanaf het aanslagjaar 2003 voor 120 % aftrekbaar wanneer ze betrekking hebben op het gebruik van een minibus, autobus of autocar of op bezoldigd vervoer van personen met dergelijke voertuigen. Actie 2 De komende jaren zal de regering de tarieven vereenvoudigen en via sociale akkoorden of bedrijfsvervoersplannen streven naar kosteloze verplaatsingen van en naar het werk met het spoor. De regering zal de sociale partners vragen dit punt op het overleg prioritair te behandelen. De Staat van zijn kant zal jaarlijks voor ongeveer 4 miljoen bijkomende middelen ter beschikking stellen van de NMBS. In het nationaal plan voor duurzame mobiliteit zullen ook maatregelen opgenomen om het multimodaal vervoer (ketenvervoer) te vergemakkelijken. Wordt dan toch voor de auto gekozen, dan zal moeten getracht worden de bezettingsgraad sterk op te voeren. Daarom zal carpoolen worden aangemoedigd. De regering zal de Gewesten vragen meer parkeergelegenheid voor carpoolers aan te leggen. Ondernemingen die het gezamenlijk gebruik van de wagen, het gebruik van openbaar vervoer en het beroep op zachte modi, via bedrijfsvervoersplannen stimuleren, zullen hierin worden aangemoedigd. 3
14 3.2.2 De inverkeerstelling van minder vervuilende auto s bevorderen Voor diesel- en benzinevoertuigen die reeds voldoen aan de strengere Europese uitstootnorm (de zgn. «Euro 4-norm»), werd de belasting op de inverkeerstelling (BIV) als volgt verlaagd: voor dieselvoertuigen: - tussen 1/1/2002 en 31/12/2002 met 620 EUR; - tussen 1/1/2003 en 31/12/2003 met 496 EUR. Voor benzinevoertuigen: - tussen 1/1/2002 en 31/12/2002 met 323 EUR ; - tussen 1/1/2003 en 31/12/2003 met 248 EUR. Na 31/12/2003 wordt geen vermindering meer toegekend omdat alle nieuwe wagens na 1 januari 2005 krachtens de geldende Europese Richtlijn aan de Euro 4-norm moeten voldoen. Voor voertuigen die (zelfs gedeeltelijk) op LPG rijden, wordt een vermindering van 298 EUR van de belasting op de inverkeerstelling voorzien. In tegenstelling tot de vermindering die voorzien was voor de voertuigen die reeds voordien voldeden aan de EURO 4-norm, zal deze vermindering doorlopen na 31/12/2003. Op nieuwe benzinewagens die beantwoordden aan de Euro 4-norm en ook nog eens met LPG waren uitgerust, was de hoogste verlaging van toepassing. Alle verminderingen waren steeds beperkt tot het bedrag van de verschuldigde belasting. De Administratie van de Invordering van het Federale Ministerie van Financiën heeft de verminderingen toegepast op de nieuwe inschrijvingen vanaf 1/1/2002. Deze maatregel is vanaf 1/5/2002 (na goedkeuring door de respectieve parlementen) gepaard gegaan met een bijkomende aanpassing van de BIV voor tweedehandswagens (deze ecologische maatregel verzwaart de BIV voor krachtige voertuigen van meer dan 5 jaar oud omdat zij het meest vervuilen; in de praktijk heeft deze aanpassing geen invloed op wagens tot en met 8 PK) Gewijzigde visie op het belasten van het autogebruik Tegenwoordig wordt het gebruik van de auto met een vast bedrag belast, ongeacht de afgelegde afstand, en met een lichtere belasting op de gebruikte brandstof. Dit is bijvoorbeeld het geval voor personenwagens, gemengde voertuigen en minibusjes waarop de verkeersbelasting werd aangevuld met een accijns. Deze maatregel uit 1995 strekte ertoe de belasting op voertuigen voor wegtransport niet overmatig te belasten door een laag accijns op de gebruikte brandstof te behouden en dus door een bijkomende verkeersbelasting te heffen op de andere voertuigen voor wegvervoer. Dit betekende dus dat zodra deze 4
15 belasting was betaald het aantal afgelegde kilometers geen rol meer speelde en dat er voor de rendabiliteit van de belasting veel meer kilometers nodig waren. De artikelen 8 tot 11 van de programmawet van 5 augustus 2003 hebben een nieuw cliquetsysteem ingevoerd bedoeld om de accijns op benzine zonder lood en dieselmotorbrandstof gedurende 4 jaar te verhogen. Dit komt erop neer dat de accijns op benzine zonder lood in 2003 met 14 EUR zal worden opgetrokken; in 2004, 2005, 2006 en 2007 zal de accijns op benzine zonder lood en op dieselmotorbrandstof met 28 EUR per jaar toenemen; deze stijging zal gedeeltelijk worden uitgevoerd bij elke prijsverlaging aan de pomp tot het maximum vastgestelde bedrag. Tegelijkertijd zal de accijnscompenserende belasting over een periode van vier jaar worden afgebouwd (vanaf aanslagjaar 2004 tot aanslagjaar 2007) elk jaar met een kwart van de belasting, het eerste jaar te beginnen met de auto's met de kleinste cilinderinhoud (minder dan 12 PK). Om het professionele wegvervoerders niet onnodig te belasten, zal een systeem worden opgezet om brandstof die voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt minder te belasten. Dit systeem zal uitgaan van gebruik van normale brandstof belast voor auto s waarop op termijn een terugbetaling van toepassing zal zijn die gelijk is aan het verschil tussen het percentage voor auto's en het percentage voor vrachtwagens. Deze nieuwe benadering moet ertoe leiden dat autogebruikers ervan doordrongen raken dat zij belasting zullen moeten betalen naargelang het aantal afgelegde kilometers en dat zij er belang bij hebben zo weinig mogelijk te rijden en uiteindelijk dus minder te vervuilen Invoering van een strategie gebonden aan het gebruik van economische middelen 1 op het gebied van het voertuig. Actie 3 Een werkgroep, samengesteld uit de betrokken federale (Mobiliteit/ Vervoer, Financiën, Leefmilieu) en gewestelijke overheid, zal een algemeen overleg aanvatten en zal concrete voorstellen doen aangaande de economische middelen die kunnen ingezet worden op het gebied van voertuigen om de gebruikers ertoe aan te zetten een meer respectvolle houding aan te nemen jegens het milieu en voertuigen met een zwak gehalte aan uitstoot te gebruiken. Volgende pistes zullen door de werkgroep onderzocht worden : Variabiliteit van de jaarlijkse verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling in functie van milieucriteria van de gebruikte motoren, het rijgedrag en de verkeersveiligheid; Het vervangen van het eurovignet voor vrachtwagens door een variabele bijdrage; En groene voertuig-verzekering uitwerken die een variabiliteit van de verzekeringspremie zou toelaten in functie van milieucriteria (bv.: leefmilieueigenschappen van het voertuig). 1 In dit plan wordt onder economische instrumenten elke financiële aanmoediging of strafmaatregel verstaan die kan worden ingevoerd. (bv. Subsidie (premie of subsidie), taksen, fiscaal aftrekbaarheid, enz.) 5
16 3.3 De ecologische prestaties van voertuigen verbeteren Er is reeds vooruitgang geboekt bij het verminderen van de uitstoot, zowel van personenwagens als van vrachtwagens. Zo verlaagt behalve Richtlijn 98/69/EG 2, die gericht is op een verminderde uitstoot door personenauto's en lichte bedrijfswagens (omgezet door het Koninklijk Besluit van 01/12/99), ook Richtlijn 99/96/EG de emissies van vrachtwagens die in de handel worden gebracht in het raam van het Europese Auto-Oil-programma. Die was omgezet in Belgische recht door het KB van 05/12/2000. Actie 4 Volgende twee Europese Richtlijnen worden onverwijld in het Belgisch recht omgezet: - Richtlijn 2002/51/EG betreffende de verlaging van het niveau van verontreiniging door uitlaatgassen van motorvoertuigen op twee of drie wielen en tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG. - Richtlijn 2002/80/EG tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad betreffende maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen. 3.4 Versterking van de technische controle van voertuigen en invoering van een systeem tot toekenning van een label aan de voertuigen op basis van hun milieuprestaties Het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, werd gewijzigd ten einde de omzetting van Richtlijn 99/96/EG mogelijk te maken. Dit Besluit draagt de datum van 17 maart 2003 en werd in het Belgisch Staatsblad van 3 april 2003 gepubliceerd. Het strekt er meer bepaald toe de verkeersveiligheid en het respect voor het leefmilieu nog meer te bevorderen in het licht van de technische evolutie en de Europese Richtlijnen en Verordeningen in het Belgische recht om te zetten. Specifieke maatregelen voor de uitstoot van vervuilende stoffen: Verplichting om nieuwe voertuigen uit te rusten met motoren die voldoen aan de EURO 3-normen en vanaf 1 januari 2005 aan de EURO 4-normen; Verscherpte technische controle op voertuigen. 2 De Richtlijnen die betrekking hebben op de vermindering van de uitstoot van verkeersvoertuigen zijn gebaseerd op Richtlijnen 70/220/EEG en 77/88/EEG, die de laatste jaren verscheidene keren werden gewijzigd. Deze aanpassingen hebben o.m. ten doel uiterste emissiewaarden vast te leggen voor verontreinigende stoffen aan de hand waarvan de EURO 3- en EURO 4-normen kunnen worden vastgesteld (personenvoertuigen en lichte bestelwagens). 6
17 De regeling inzake LPG werd aangepast door het Koninklijk Besluit van 9 mei 2001 tot aanpassing van ECE-reglement nr van Genève betreffende LPG-installaties. Dit Besluit bepaalt dat deze uitrusting moet worden aangebracht door een erkend installateur en geeft voertuigen die overeenkomstig de nieuwe normen zijn uitgerust toestemming om in ondergrondse parkings te parkeren. Actie 5 Richtlijn 2000/30/CE 3 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer zal en bijdrage leveren tot de bestrijding van de luchtvervuiling. Ze wordt thans omgezet in het Belgisch recht. De noodzakelijke uitrusting (ter waarde van EUR) is besteld en de wegcontroleurs van het DGVL (Directoraat-generaal Vervoer te Land) starten binnenkort met een aangepaste opleiding. De controle op voertuigen met een benzinemotor zal bestaan in een visuele inspectie van het uitlaat- en het emissieregelsysteem, eventueel in een meting van de lambdawaarde en in de meting van het CO-gehalte van de uitlaatgassen. De controle op dieselvoertuigen zal betrekking hebben op de uitlaatgassen, samen met een meting van hun opaciteit. Het ligt tevens in de bedoeling de bevoegde diensten te informeren over de verschillende soorten inbreuken op de reglementen van de technische controle die worden vastgesteld bij wegcontroles teneinde hen in staat te stellen gepaste acties te nemen om de toestand om te keren. In een tweede fase zullen maatregelen genomen worden om de technische controle op voertuigen nog te versterken. Heden wordt enkel de CO uitstoot bij stilstand gemeten; de huidige methodes laten niet toe de NO x, PM en VOS te meten. Actie 6 In dit kader zal de federale administratie van vervoer en mobiliteit, in overleg met de federale administratie leefmilieu, de technische haalbaarheid van nieuwe mogelijke maatregelen onderzoeken. Bijzondere aandacht zal tevens besteed worden aan de aspecten kost/efficiëntie. Zo zullen volgende pistes onderzocht worden: Inspectie aanpassen zodanig dat naast CO ook andere emissies worden gemeten: NOx, PM10 en VOS; Inspectie aanpassen zodanig dat werking van conversietechnologie van omgebouwde voertuigen wordt gecontroleerd; Proefproject opstarten omtrent dynamische inspectietesten; Frequentie van inspectie voor oudere voertuigen nagaan; Sensibilisatie inzake het belang van het onderhoud van een voertuig; 3 Deze Richtlijn werd zelf gewijzigd door Richtlijn 2003/26/EG van 3 april De wijzigingen hebben betrekking op de uitlaatgassen van bestelwagens. Ze is nog niet in het Belgisch recht omgezet. 7
18 Het voorbereiden van een keuring twee- en driewielers en alternatieve voertuigen. Deze versterking van de technische controle zal toelaten een blauw schijfje af te leveren voor voertuigen die voldoen aan deze nieuwe versterkte milieucontrole. Zo, is het op het plan van milieu pertinent, wanneer vervuilingpieken voorzienbaar zijn (namelijk door het gebruik van modellen van vooruitzicht gebruikt op gewestelijk niveau), de circulatie van voertuigen zonder dergelijk schijfje te verbieden. Dergelijke maatregel betreft enkel de vervuilingpieken in de winter en past namelijk in het kader van verordening 1999/30/CE 4 betreffende de vastlegging van de limietwaarden voor bepaalde verontreinigers in de lucht. De gezamenlijke Interministeriële Conferentie CIMIT-CIE 5 heeft de vraag van de blauwe schijf reeds besproken tijdens de vergadering van 21 juni Tijdens deze vergadering werden de aspecten verbonden aan de noodzakelijkheid de technische controle te versterken, alsook de praktische modaliteiten verbonden aan de verdeling van de blauwe schijf besproken. Actie 7 In termen van concrete maatregel, worden de werkzaamheden van deze werkgroep verder gezet conform de beslissing van de CIMIT-CIE van 21 juni Deze werkzaamheden zullen rekening houden met de resultaten van de werkzaamheden voorzien in het kader van actie Vermindering van de emissies die veroorzaakt worden door de opslag en de distributie van benzine Een Koninklijk Besluit van 22 december 1998 tot wijziging van de wettelijke bepalingen betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie (BS van 31/12/1998) verleent de Minister van Financiën de bevoegdheid om de accijns terug te betalen op de benzine die uit het belastingentrepot is gehaald en die tijdens de bevoorrading van benzinestations uitgerust met een dampterugwinningssysteem, dampen produceren die vervolgens worden opgevangen en terug naar het belastingentrepot worden gevoerd. Deze dampterugwinning is vanaf 1 januari 1999 verplicht krachtens de bepalingen van Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations. Het besluit die dat richtlijn omzet werd van kracht op 31 december Het wordt toegepast volgens de modaliteiten van een Ministerieel Besluit van 22 december 1998 waarin deze teruggewonnen dampen, volgens een studie van een laboratorium van de Europese Unie, worden vastgesteld op 1,7 liter per 1000 liter aan benzinestations geleverde benzine. 4 Verordening 1999/30/CE van de Raad van 22 april 1999 betreffende de vastlegging van de limietwaarden voor zwavelanhydride, stikstofdioxide en stikstofoxiden, partikels en lood in de lucht. 5 CIMIT-CIE : Interministeriële Conferentie voor Transport Interministeriële Conferentie voor Milieu. 8
19 3.6 De openbare instellingen geven het voorbeeld Actie 8 : het gebruik van voertuigen met een lage uitstoot aanmoedigen Een werkgroep bestaande uit de bevoegde federale (leefmilieu, financiën, energie, mobiliteit en openbare aankopen) en gewestelijke overheden zal gecreëerd worden. Deze werkgroep zal belast worden met het onderzoek naar de meest belovende ontwikkelingen inzake het gebruik en de bevordering van weinig vervuilende voertuigen (elektrische of hybride aangedreven door groene kw s, waterstof, brandstofbatterijen, LPG, aardgas ). Elk gebruik zal grondig worden onderzocht. In die context zal vooral de voorbeeldrol van de overheid meespelen. De volgende pistes zullen door deze werkgroep geanalyseerd worden : -De openbare instellingen er toe aanzetten te kiezen voor voertuigen met lage uitstoot bij het vernieuwen van het voertuigenpark. Dit zou kunnen gebeuren door de invoering van een reglementair kader dat een quota van x % voor voertuigen met lage uitstoot vastlegt binnen de administraties. Dergelijke maatregel werd reeds bij het Brussels Gewest ingevoerd bij een Besluit van de Brusselse Regering van 3 juli 2003 met het oog op het invoeren (binnen de 5 jaar) van minstens 20 % aan voertuigen met lage uitstoot in de Brusselse openbare instellingen waarvan het voertuigenpark meer dan 50 voertuigen telt; -invoeren van pilootproject voor demonstratie; - onderzoek op dit gebied aanmoedigen. Actie 9 : Binnen onze administraties een duurzame mobiliteit bevorderen Buiten de aspecten strikt gebonden aan voertuigen zoals in actie 8 beschreven, kunnen de openbare overheden ook het voorbeeld geven door de bevordering van een meer duurzame mobiliteit binnen onze administratie. Een werkgroep bestaande uit de bevoegde federale (leefmilieu, vervoer/mobiliteit) en gewestelijke overheden zal gecreëerd worden. Deze werkgroep zal belast worden met een onderzoek naar de mogelijkheden om verbeteringen inzake duurzame mobiliteit binnen de administraties en voor alle ambtenaren in te voeren.voorstellen van concrete maatregelen zullen geformuleerd worden. Zo zullen pistes zoals de invoering van verplaatsingsplannen ( zowel voor de verplaatsingen woonplaats/werkplaats als voor de verplaatsingen voor beroepsredenen) of de verplichting standplaatsen voor fietsen of ook plaatsen voor carpoolers te voorzien binnen elke administratie, overwogen worden. 3.7 De milieuprestaties van de bussen, de vrachtwagens en de boten voor binnenscheepvaart verbeteren. Vanaf 2005, zullen alle bussen en vrachtwagens moeten voldoen aan de EURO 4 normen en vanaf 2008 aan de EURO 5 normen. Het niveau van de emissienormen van PM en NO x zal verminderd worden door verplichten van het naleven van de normen. Voor deze nieuwe voertuigen zal het effect van een roetfilter sterk verminderd zijn. 9
20 Evenwel zullen maatregelen getroffen worden voor de andere voertuigen die reeds in gebruik zijn en niet voldoen aan de EURO 4 of EURO 5 normen om hun emissie aan vervuilers te beperken. Dergelijke maatregelen zijn noodzakelijk aangezien de levensduur van een bus of vrachtwagen aanzienlijk hoger is als die van een auto. Bijvoorbeeld worden in Vlaanderen de EURO 2 bussen (bouwjaar tussen 1996 en 2000) uitgerust met een roetfilter (CRT technologie). Een meetprogramma heeft aangetoond dat de PM uitstoot met meer dan 90% daalt, ook de CO en VOS uitstoot daalt met 60-80%. De ervaringen bij De Lijn inzake onderhoud en gebruik van de roetfilters zijn eveneens positief. Onderzoek in Nederland bracht de effectiviteit van roetfilters op EURO 3 voertuigen in kaart. Hoewel de nieuwe bussen aan de EURO 3 norm voldoen, is de deeltjesuitstoot nog steeds hoog 6. Nieuwe bussen dienen daarom aangekocht te worden met een roetfilter. Bovendien zorgen de roetfilters voor een aanzienlijke vermindering van de PM-emissies (>90%) maar hebben geen invloed op de NO x -emissies. Nog steeds blijven de NO x -emissies, welke bijdragen tot fotochemische smog op warme zomerdagen, relatief hoog. Daarom zou het aangewezen zijn om een retrofitsysteem te voorzien dat ook deze emissies zouden verminderen. Momenteel bestaat de SCR-technologie (Selective Catalytic Reduction) welke op basis van ammoniak de NO x in de uitlaat kan reduceren. Een combinatie van een SCR met een roetfilter zou dan zowel de NO x -emissies als de PM-emissies van bussen kunnen verlagen. Deze combinatie kan zowel op oude als nieuwe voertuigen toegepast worden. De ervaring van SCR in combinatie met CRT in retrofit is echter zeer beperkt en in het ontwikkelingsstadium. Er werd daarom in Vlaanderen een demonstratieproject opgestart bij De Lijn. Nabehandelingstechnieken (roetfilters en SCR-technologie) zijn eveneens noodzakelijk voor de scheepvaart. Actie 10 Drie werkgroepen bestaande uit de federale administratie van Vervoer en van Mobiliteit alsook van de Gewesten worden geïnstalleerd: 10.a De eerste werkgroep zal de mogelijke acties onderzoeken die kunnen genomen worden om de leefmilieuvriendelijkheid van het autobussenpark van de openbare gewestelijke vervoermaatschappijen te verbeteren. Pistes zoals de bevordering van de CRT en SCR technologieën of van de aankoop van voertuigen die beantwoorden aan de EURO 4 of 5 normen zullen onderzocht worden. 10.b De tweede werkgroep zal de mogelijke acties onderzoeken die kunnen genomen worden om de milieuvriendelijkheid van vrachtwagens te verbeteren. Mogelijke acties zijn 6 De motoren van nieuwe voertuigen die vanaf 1998 op de markt komen mogen 0,15 g/kwh PM uitstoten (EURO 3), vanaf 2005 is de maximaal toegelaten uitstoot 0,02 g/kwh (Euro IV). Door de lange levensduur zal het echter jaren duren vooraleer alle vrachtwagens en bussen aan deze norm voldoen. 10
Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel
Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling - over het ontwerp-kb tot vervanging van het KB van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van benzines voor motorvoertuigen;
Nadere informatieEmissies van het wegverkeer in België 1990-2030
TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN VITAL DECOSTERSTRAAT 67A BUS 1 3 LEUVEN BELGIË http://www.tmleuven.be TEL +32 (16) 31.77.3 FAX +32 (16) 31.77.39 Transport & Mobility Leuven is een gezamenlijke onderneming
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij
VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE betreffde de verzoing van de behoeft aan ergie aan zuivere lucht in onze maatschappij Het Vlaams Parlemt, gelet op de Verkningsnota voor het ergiedebat in het Vlaams Parlemt,
Nadere informatieHERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK
HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR IN BRUSSEL UITGEVOERD OP VERZOEK VAN HET BIM, DE ADMINISTRATIE VAN ENERGIE EN LEEFMILIEU VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST,
Nadere informatieL 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A
L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van
Nadere informatieOntwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende lageemissiezones
Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende lageemissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van XXX; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op XXX; Gelet op
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 november 2015 betreffende lage-emissiezones, artikel 4 en 5;
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 betreffende lage-emissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Johan Malcorps
Stuk 1968 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 3 december 2003 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Johan Malcorps houdende wijziging van de artikelen 5, 7, 9 en 14 van het Wetboek van de met
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN. Tarieven van de verkeersbelasting
EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Tarieven van de verkeersbelasting 2009-2010 1. Verkeersbelasting en aanvullende verkeersbelasting van toepassing op personenauto's, auto's voor
Nadere informatieMet de betrachting de vergroeningseffecten van de hervormde BIV te monitoren, wens ik volgende vragen te stellen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 319 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 17 juni 2016 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Hervorming
Nadere informatieVR DOC.0977/2BIS
VR 2017 0610 DOC.0977/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 32bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto
Nadere informatieWelke voertuigen zijn vrijgesteld van de nieuwe BIV? Worden vrijgesteld van de BIV:
Sinds wanneer is de vergroening van de BIV en verkeersbelasting van toepassing in Vlaanderen? De vernieuwde BIV en verkeersbelasting zijn sinds 1 januari 2016 van toepassing. Geldt de vernieuwde BIV en
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering
Nadere informatieLage-emissie zones in België. What s next?
Lage-emissie zones in België What s next? Lage-emissiezones Onlangs kondigde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan dat vanaf 2018 de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan zullen worden geweerd
Nadere informatieEEN ELEKTRISCHE WAG E N? D E P R O S,
EEN ELEKTRISCHE WAG E N? D E P R O S, D E C O N T R A S E N D E P R E M I E S. Elektrische wagens zijn in. De We vertellen u alles wat u moet media hebben er de mond van vol, weten over elektrische wagens.
Nadere informatieConcordantietabel B. januari Vlaamse omzettingsmaatregel
RICHTLIJN (EU) 2015/719 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap
Nadere informatieverkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig
flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting
Nadere informatieOntwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. 1375 (2011-2012) Nr. 7 15 februari 2012 (2011-2012) stuk ingediend op
stuk ingediend op 1375 (2011-2012) Nr. 7 15 februari 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde
Nadere informatieMANAGEMENTSAMENVATTING
MANAGEMENTSAMENVATTING Zware dieselvoertuigen hebben relatief hoge NOx- en PM-emissies. De verstrenging van de Europese emissiereglementering moet leiden tot een vermindering van deze emissies voor nieuwe
Nadere informatie*** ONTWERPAANBEVELING
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.11.2015 2014/0359(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de goedkeuring
Nadere informatiede heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599
Nadere informatiebron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98 Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen
Nadere informatie5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen
5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 5.1. Begrip Vroeger werd een firmawagen ter beschikking gesteld aan werknemers die veel beroepsmatige verplaatsingen aflegden. De laatste jaren is het toekenningsgebied
Nadere informatieENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting
ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels
Nadere informatieEen milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore
Een milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore Infoseminarie Leefmilieu Brussel 14 januari 2014 Departement parkeren en verplaatsingen Agenda Milieuvriendelijker vlootbeheer a.h.v. Ecoscore 9.00-9.40:
Nadere informatieDE VERGROENING VAN DE
DE VERGROENING VAN DE VERKEERSFISCALITEIT Vergroening fiscaliteit mobiliteit - EU Bestaande regelingen Vrachtwagens Eurovignet Ontwikkelingen in FR, DE (LKW maut), AT, Personenwagens Péage (FR, ES, ),
Nadere informatieLEZ.. is less het moet met minder
LEZ.. is less het moet met minder OLD.. is more hoe moet het verder? Eén land = drie gewesten LEZ kaderwetten zijn gewestelijk LEZ: Wat en waarom? Een lage-emissiezone (LEZ) is: een afgebakend gebied waarin
Nadere informatieFederale Overheidsdienst FINANCIEN. Tarieven van de verkeersbelasting
EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Tarieven van de verkeersbelasting 2010-20 1. Verkeersbelasting en aanvullende verkeersbelasting van toepassing op personenauto's, auto's voor dubbel
Nadere informatieMilieuvriendelijke voertuigtechnologieën
Milieuvriendelijke voertuigtechnologieën Studiedag elektrische wagens en laadpalen 31 mei 2012 Overview Mobimix.be? Duurzaam vlootbeheer? Technologie Milieuprestaties Financieel Conclusies + vragen Overview
Nadere informatieb) wat leert dit cijfermateriaal ons over het vergroeningspotentieel/de vergroeningsmogelijkheden van deze voertuigcategorie?
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 295 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 8 juni 2016 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Vergroening
Nadere informatieVerplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling
Vorstlaan 280-1160 Brussel - België T +32 2 761 46 00 F +32 2 761 47 00 info@claeysengels.be Advocaten Datum: Juli 2016 Onderwerp: Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving
Nadere informatieBelgisch Staatsblad dd
VLAAMSE OVERHEID [C 2016/35312] 26 FEBRUARI 2016. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende lage-emissiezones DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen,
Nadere informatieDe werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.
CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 info@claeysengels.be www.claeysengels.be Verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling
Nadere informatieADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV)
ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) Brussel, 13 maart 2002 BIV-advies_150202 NHOUDSTAFEL 1. TER INLEIDING 1 2. ALGEMENE BESCHOUWINGEN NAAR
Nadere informatienr. 123 van BJÖRN RZOSKA datum: 22 januari 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Hervorming verkeersbelastingen - Stand van zaken - LPG-voertuigen
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 123 van BJÖRN RZOSKA datum: 22 januari 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Hervorming
Nadere informatieVOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15
MOBIFIS_DO_13001.book Page 3 Thursday, May 2, 2013 8:54 AM INHOUDSTAFEL VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15 1. Aankoop van een nieuwe auto Btw 15 1.1. Definities
Nadere informatieInhoud GAINS. Aanpak België Consultatie Transport Consultatie Vlaanderen Consultatie Wallonië Consultatie Brussel
NEC: consultatie LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Inhoud GAINS EU-model Belgische insteek Overleg 2014 Aanpak België Consultatie Transport Consultatie Vlaanderen Consultatie
Nadere informatieGROEN LICHT VOOR HET "AUTO/OLIE-PROGRAMMA"
Brussel, 29 juni 1998 9924/98 (Presse 230) C/98/230 BEMIDDELINGSCOMITÉ PARLEMENT/RAAD GROEN LICHT VOOR HET "AUTO/OLIE-PROGRAMMA" HET PARLEMENT EN DE RAAD BEREIKEN OVEREENSTEMMING OVER SCHONERE BRANDSTOFFEN
Nadere informatieBelasting op de inverkeerstelling (BIV) en jaarlijkse verkeersbelasting - Oldtimers
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 353 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 6 juli 2017 aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Belasting
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) 13344/02 Interinstitutional File: 2001/0107 (COD) LIMITE
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) 13344/02 Interinstitutional File: 2001/0107 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 597 ENT 142 ENER 228 CODEC 1306 INLEIDENDE NOTA van : het secretariaat-generaal
Nadere informatieEmissies door de zeescheepvaart,
Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke
Nadere informatieMIRA 2012 Transport. www.milieurapport.be. Eco-efficiëntie van het personenvervoer
Eco-efficiëntie van het personenvervoer DP index (2000=) 110 70 personenkilometers bevolkingsaantal emissie broeikasgassen verzurende emissie emissie ozonprecursoren emissie fijn stof PM 2,5 (uitlaat)
Nadere informatieA D V I E S Nr Zitting van donderdag 24 maart
A D V I E S Nr. 1.507 ---------------------------- Zitting van donderdag 24 maart 2005 -------------------------------------------------- Bedrijfsvoertuigen - solidariteitsbijdrage x x x 2.114-1 Blijde
Nadere informatieTarieven van de verkeersbelasting
EENDRACHT MAAKT MACHT Federale Overheidsdienst FINANCIEN Tarieven van de verkeersbelasting Vanaf 1 januari 20 is het Vlaams Gewest bevoegd voor de belasting op inverkeerstelling, de jaarlijkse verkeersbelasting
Nadere informatieVR DOC.0977/1BIS
VR 2017 0610 DOC.0977/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering
Nadere informatieBestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten?
Bestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten? Bij ongewijzigd beleid tonen de transportvooruitzichten voor België tegen 2030 een aanzienlijke groei van het personen- en goederenvervoer.
Nadere informatieGelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 26 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot vervanging van het koninklijk besluit van 21 februari 1992 tot vervanging van het koninklijk besluit van 22 September 1986 betreffende
Nadere informatieInleiding. Voor bedrijven. Inleiding. Voor bedrijven. Voor bedrijven. Financiële stimulansen voor bedrijven en lokale overheden
Inleiding Financiële stimulansen voor bedrijven en lokale overheden Roel Vanderbeuren Projectverantwoordelijke WATT Roadshow Bond Beter Leefmilieu Vergroening van het wagenpark deel van totale mobility
Nadere informatieKunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht
Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven
Nadere informatieVersie 21-02-2012 DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave
Versie 21-02-2012 DEEL V Titel I Hoofdstuk X Afdeling I Gebruik van een dienstvoertuig voor persoonlijke aangelegenheden Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. Algemeen 3. Draagwijdte
Nadere informatieFijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen
Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn
Nadere informatieKLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures. Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid
KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid EU doelstellingen t.o.v. 1990 t.o.v. 2005 Focus vandaag Broeikasgasuitstoot
Nadere informatieEnergiemanagement actieplan 2017
Energiemanagement actieplan 2017 Energie Management Actieplan 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van Aanpak 5 3.1
Nadere informatienr. 102 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 21 december 2016 aan BART TOMMELEIN Vergroening wagenpark - Stand van zaken
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 102 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 21 december aan BART TOMMELEIN VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Vergroening
Nadere informatieemissie broeikasgassen
Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren
Nadere informatieSyndicale actiefiche De mobiliteit
Syndicale actiefiche De mobiliteit Brussel, geweststad, is regelmatig verlamd door verkeersopstoppingen en verstikt door de vervuiling. De bedrijven hebben de mogelijkheid om de verkeersstroom die hun
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2001 COM(2001) 261 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Denemarken wordt gemachtigd om overeenkomstig de procedure van artikel
Nadere informatieSamenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB
Vergelijking van de CO 2 -uitstoot per vervoermiddel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB 100% Gerecycleerd papier Januari
Nadere informatieBRUSSEL HERADEMT. Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
BRUSSEL HERADEMT Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest WAAROM EEN LAGE-EMISSIEZONE? Bepaalde vervuilende stoffen afkomstig van
Nadere informatieNieuwe Energiepremies 2007. «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!»
PERSCONFERENTIE 17 JANUARI 2007 Evelyne Huytebroeck Brusselse Minister van Leefmilieu en Energie Nieuwe Energiepremies 2007 «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!» 1 Context
Nadere informatie01-2016 NL ALD AUTOMOTIVE AUTOFISCALITEIT
01-2016 NL ALD AUTOMOTIVE AUTOFISCALITEIT INLEIDING Wenst u graag de laatste nieuwigheden over autofiscaliteit weten? Die bundelen we voor u in deze handige gids. Daarin leest u niet alleen over de CO2-bijdrage,
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING
Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest inzake de uitvoering van
Nadere informatieVloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015
Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Agenda Cryo Advise Aardgas - eigenschappen Voordelen Uitdagingen Cryo Advise advies voor LNG systemen
Nadere informatieInformatiebijeenkomst schone scheepvaart. SHIP, 1 november Henri van der Weide
Informatiebijeenkomst schone scheepvaart SHIP, 1 november Henri van der Weide Vluchtige organische stoffen (VOS), geur van lading en geluid bij overslag Kooldioxide (CO2),Stikstofoxiden (NO X), Zwaveloxiden
Nadere informatieDe werkgever kan zich er evenwel toe verbinden om deze verplaatsingskosten te laste te nemen.
Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 www.claeysengels.be info@claeysengels.be VERPLAATSINGSKOSTEN TUSSEN DE WOONPLAATS EN DE VASTE PLAATS VAN TEWERKSTELLING www.iuslaboris.com
Nadere informatie26. OPINIEPEILING INZAKE LUCHTVERVUILING IN BRUSSEL
1.Inleiding 26. OPINIEPEILING INZAKE LUCHTVERVUILING IN BRUSSEL In het kader van de voorbereiding van het opstellen van een gewestelijk plan voor de bescherming van de luchtkwaliteit, werd in juli 1998
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk
Nadere informatiePERSBERICHT. Annemie Turtelboom. Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie
PERSBERICHT Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie Joke Schauvliege Vlaams minister van Omgeving, Natuur & Landbouw Brussel,
Nadere informatieINHOUDSTAFEL VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15
INHOUDSTAFEL VOORWOORD 13 HOOFDSTUK 1 IK BEN MOBIEL MET MIJN EIGEN NIEUWE WAGEN PRIVÉ 15 1. Aankoop van een nieuwe auto Btw 15 1.1. Definities 15 1.1.1. Vervoermiddelen 15 1.1.2. Landvoertuigen 16 1.1.3.
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE REDUCTIE DOELSTELLILNGEN 2017
VOORTGANGSRAPPORTAGE REDUCTIE DOELSTELLILNGEN 2017 Hemmen Aanneming Wegenbouw B.V. www.hemmen-bv.nl Emmen, februari 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 3 2.1.1. Bedrijfsdoelstellingen
Nadere informatieCO2 Reductie. Samen beter voor buiten
CO2 Reductie Samen beter voor buiten CO2 Reductie Door middel van deze presentatie willen wij u informeren over ons energiebeleid. Daarnaast willen wij u oproepen om ook binnen uw bedrijf een actief beleid
Nadere informatieVR DOC.0989/3
VR 2016 1609 DOC.0989/3 Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest
Nadere informatieDoelstelling 5: duurzaam en efficiënt verplaatsings en vervoersgedrag
BELEIDSDOELSTELLING MOBILITEITSPLAN VLAANDEREN 2030 D5 Duurzaam en efficiënt verplaatsingsen vervoersgedrag We verplaatsen ons en vervoeren goederen op een duurzame en efficiënte manier. Op die manier
Nadere informatieDiesel. AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van de Vereniging van Duitse automobielfabrikanten (VDA). ONTDEK ADBLUE
Diesel AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van de Vereniging van Duitse automobielfabrikanten (VDA). ONTDEK ADBLUE Korte samenvatting BELANGRIJKSTE KENMERKEN Wat is AdBlue?... 3 Waar dient het voor?....
Nadere informatieEEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN
EEN «CARBON CREDIT CARD» OM BELGEN WAKKER TE MAKEN «Het is noodzakelijk dat de Belgen hun verbruik en aankoop van goederen en diensten aanpassen» Age quod agis Belgium Climate Team: Ir. Philippe DELAISSE
Nadere informatieTarievenlijst Oude bpm tarieven (vanaf 1993)
Belastingdienst Tarievenlijst Oude bpm tarieven (vanaf 1993) BPM 065 1Z*2FD Oude bpm-tarieven (vanaf 1993) Moet u voor een gebruikt motorrijtuig (personen auto, motor of bestelauto) bpm betalen? Dan hoeft
Nadere informatieEvaluatie 1 jaar LEZ in Antwerpen
Evaluatie 1 jaar LEZ in Antwerpen Rapport voor: Stad Antwerpen Francis Wellensplein 1 2018 Antwerpen Auteurs: Filip Vanhove (Transport & Mobility Leuven), Wouter Lefebvre, Marlies Vanhulsel, Peter Viaene,
Nadere informatieCO2 prestatieladder. Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie. Inzicht. Doelstelling CO2-reductie
CO2 prestatieladder Het CO2-verbruik reduceren binnen de gehele organisatie Inzicht De CO2-emissie (footprint) van J. van Etten Holding geeft de totale hoeveelheid CO2- productie die vrijkomt onder andere
Nadere informatieKLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures
KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid EU doelstellingen t.o.v. 1990 t.o.v. 2005 Focus vandaag 1 Vlaamse
Nadere informatieVervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen
Vervuilende voertuigen worden geweerd in stad Antwerpen De hele Antwerpse binnenstad en een deel van Linkeroever worden vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone (LEZ). De meest vervuilende voertuigen
Nadere informatieDe Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide
IP/98/1049 Brussel, 2 december 1998 De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn
Nadere informatieActieplan Burgemeestersconvenant
Actieplan Burgemeestersconvenant Wat is het burgemeestersconvenant? Engagement van 6735 steden en gemeenten Om minimum 20 % CO 2 te gaan besparen tegen 2020 20 % CO 2 over het volledige grondgebied Opmaak
Nadere informatieADVIES. Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter instelling van een lage-emissiezone. 7 juli 2016
ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter instelling van een lage-emissiezone 7 juli 2016 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan
Nadere informatieBasiswetboek Wegverkeer. Voor de politie
Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk
Nadere informatie***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT
EUROPEES PARLEMENT 1999 Zittingsdocument 2004 C5-0028/1999 19/07/1999 ***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. /99 DOOR DE RAAD VASTGESTELD OP 22.04.1999 MET HET
Nadere informatieDE LAGE EMISSIEZONE IN DE PRAKTIJK
ZONE DE LAGE EMISSIEZONE IN DE PRAKTIJK Sinds januari 2018 is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een lage emissiezone. Wat betekent dit voor u? bps-bpv brussels Bruxelles Prévention & Sécurité Brussel
Nadere informatieCollectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2012 betreffende de werkgeverstegemoetkoming in de vervoerskosten
PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE DIENSTEN VOOR GEZINS- EN BEJAARDENHULP VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP (PSC 318.02) Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2012 betreffende de werkgeverstegemoetkoming in
Nadere informatieVoortgang CO2 reductie
Voortgang CO2 reductie Introductie A. Hak wil in 2030 CO2 neutraal werken en heeft doorlopend aandacht voor de invloed van onze werkzaamheden op het milieu. Wij zijn gecertificeerd volgens ISO 14001, MVO
Nadere informatieDe nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -
De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE
Nadere informatieADVIES. Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
ADVIES Strategische uitvoerbaarheidsstudie betreffende de vestiging van een biomethanisatie-eenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 21 februari 2019 Economische en Sociale Raad voor het Brussels
Nadere informatieVR MED.0081/1
VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET
Stuk 1125 (2001-2002) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 21 maart 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met het Aanvullend Protocol nr. 5 bij de Herziene Rijnvaartakte, ondertekend in Straatsburg
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk
Nadere informatieADVIES. 15 september 2016
ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september
Nadere informatieDe auto van de toekomst is voor vandaag
De auto van de toekomst is voor vandaag Woensdag 7 mei 2014 Belgian Platform on Alternative Transport Fuels #8 Agenda 1. Inleiding 2. Belgische cijfers over de markt en het park 3. Andere Europese landen
Nadere informatieExterne publicatie CO2 Prestatieladder
Versie: 18 juni 2018 - Pagina 1 van 7 HDB Civiel B.V. heeft de ambitie te voldoen aan CO2 Prestatieladder. HDB Civiel B.V. is sinds 2015 gecertificeerd tegen de CO2 Prestatieladder niveau 3. HDB Civiel
Nadere informatieVlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen
Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Geert Pillu Adviesverlener LNE afdeling Milieuvergunningen Brugge Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Kennis
Nadere informatieVooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030
Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN
1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik
Nadere informatie