1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

Transcriptie

1 3.2.2 De installatieverantwoordelijke (IV) Een IV is eindverantwoordelijk voor de veilige bedrijfsvoering van een elektriciteitsvoorzieningsysteem inclusief de secundaire en tertiaire installaties. Ook de bijbehorende elektrische en nietelektrische arbeidsmiddelen vallen onder deze verantwoordelijkheid. De IV wordt schriftelijk aangewezen door of namens de hoogste verantwoordelijke in de organisatie voor de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. 1. Bepaald het beleid rondom de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen. 2. Wijst schriftelijk de personen aan die aan en in de nabijheid van de elektrische installatie gaan werken. 3. Bepaald de wijze van toegangsregeling en controle tot elektrische bedrijfsruimten en elektrische verdeelkasten.. 4. Bepaald de vorm en inhoud van de her-instructie na een ernstig incident binnen het bedrijf. 5. Stelt het inspectie-interval op en legt dit vast in het onderhoudsconcept. 6. Is in de crisisorganisatie de contactpersoon tussen de personen ter plaatse en de incident manager De operationeel installatieverantwoordelijke (OIV) Een OIV is direct verantwoordelijk voor de veilige operationele bedrijfsvoering van het elektriciteitsvoorzieningsysteem voor zover dat aan hem is toegewezen. De OIV is dus de operationele beheerder van dit elektriciteitsvoorzieningsysteem en is verantwoordelijk voor de instandhouding ervan; voor een verdere uitwerking zie artikel 4. De aanwijzing van de OIV vindt plaats met instemming van de betrokken IV. De OIV n rapporteren aan de IV en er vindt regelmatig onderling overleg plaats. Een OIV mag geen operationele installatieverantwoordelijkheid delegeren. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden 1. De OIV heeft parate kennis over de status van het net wat aan hem is toegewezen. Parate kennis op het gebied van onderhoud en toekomstige modificaties, vervangingen en nieuwbouw. 1

2 2. De OIV toetst nieuwe of gewijzigde netconfiguraties (netten en installaties) in het totale proces. Hij doet dit in de ontwerpfase en bij oplevering. De IV bepaalt hoe hieraan invulling wordt gegeven. De OIV zorgt voor passende instructies. 3. De OIV heeft zeggenschap over prioritering van activiteiten en bewaakt deze. Hij beoordeelt inhoudelijk de werkplannen en ook de samenhang tussen werkplannen en bedieningsplannen. Hij controleert of er geen conflicten zijn met andere activiteiten, mede aan de hand van bedieningsplannen die in uitvoering zijn of komen. 4. De OIV bepaald de maximale reparatietijd (MTTR) bij een verstoring. Hij bepaald ook de ONB conform het binnen TenneT vastgestelde (ONB) proces. 5. De OIV verricht zelf geen uitvoerende taken. Bij calamiteiten heeft de OIV wel een coördinerende rol en is het aanspreekpunt ter plaatse voor de IV. 6. De OIV verricht controles/audits van aanwijzingen, opdrachten, instructies, arbeidsmiddelen, veiligheidsmiddelen, enzovoort. Een OIV mag geen operationele installatieverantwoordelijkheid delegeren. 7. Bij toegang bij werkzaamheden door leken moet de OIV een actuele instructie beschikbaar hebben. 8. De OIV zorgt ervoor dat gebiedsgebonden instructies actueel en beschikbaar zijn. 9. De OIV is er verantwoordelijk voor dat de documenten genoemd in hoofdstuk 4.7 beschikbaar en correct zijn en op de juiste plaats ingezien kunnen worden. 10. De OIV is verantwoordelijk voor de juiste oplevering van nieuwe assets, vervangingen en modificaties, waarbij veranderingen in de installatie hebben plaatsgevonden. 11. Benoemd de coördinerend werkverantwoordelijke (CWV) 12. Heeft een beoordelende functie in het opleidingstraject voor nieuwe medewerkers Werkverantwoordelijke (WV) persoon die is aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veiligheid van de elektrotechnische en niet elektrotechnische werkzaamheden aan of in de nabijheid van elektrotechnische installaties en het gebruik van elektrische arbeidsmiddelen. 1. Is opdrachtgever voor alle werkzaamheden, verzorgt het werkplan, verzoekt de BD tot het maken van een bedienplan t.b.v. de gewenste bedrijfssituatie en draagt zorg dat het werken bedienplan tien werkdagen vooraf aan de uitvoering ter goedkeuring wordt aangeboden bij de OIV. 2

3 2. Een WV is eindverantwoordelijk voor de leiding over en het veilig verloop van uitvoerende werkzaamheden. Controleert o.a. of de mensen de juiste aanwijzing en/of certificaten hebben om het werk te mogen uitvoeren. Controleert of de arbeidsmiddelen zijn goedgekeurd,..etc. 3. Voert in opdracht van de BD de bedieningshandelingen uit. 4. Treft zelf de veiligheidsmaatregelen, beoordeeld de veiligheidsmaatregelen en heft de veiligheidsmaatregelen op. 5. Houdt zelf toezicht, of benoemd een toezichthouder. De werkverantwoordelijke draagt hiermee echter niet de eindverantwoordelijkheid over. 6. Benoemd en instrueert de ploegleider en de toezichthouder; 7. Bepaald de aard en mate van toezicht; 8. Voert zelf de overdracht naar de ploegleider of de toezichthouder uit. De overdracht vind plaats op de werkplek. Bij overdracht van WV naar WV moeten de BD, de OIV en het betrokken personeel worden geïnformeerd. 9. Meldt de werkzaamheden af bij de OIV. 10. Bij toegang voor werkzaamheden door leken, voert de WV de actuele instructie uit die door de OIV ter beschikking is gesteld. 11. Maakt voor zijn eigen werkzaamheden bij bijna-incidenten en incidenten een incidentmelding. 12. Voert zelf ter plaatse de instructie uit, of laat dit doen over aan de ploegleider. 13. Herhaalt de instructie bij langdurige en/of gecompliceerde werkzaamheden en bij nieuwe medewerkers op het werk, of laat dit doen door de ploegleider. 14. Ziet toe op het juist gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen en hulpmiddelen. 15. Heeft een beoordelende functie in het opleidingstraject voor nieuwe medewerkers tot VP en VOP Vakbekwaam persoon (VP) persoon die is aangewezen en met een relevante opleiding en ervaring waardoor hij in staat is gevaren die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt te onderkennen en te voorkomen. De werkzaamheden die een VP mag uitvoeren staan beschreven in bijlage 2. 3

4 1. Mag door de WV worden benoemd tot ploegleider, 2. Mag door de WV worden benoemd als toezichthouder. 3. Is direct verantwoordelijk voor het juist uitvoeren van bedieningshandelingen, (niet-) elektrotechnische werkzaamheden en de bijbehorende veiligheidsmaatregelen. 4. Mag alle (elektrotechnische) werkzaamheden uitvoeren, zoals inspecties, onderhoud, aanpassen en uitwisselen van veilig gestelde installaties, metingen en beproevingen. 5. Assisteer de WV bij het treffen van de veiligheidsmaatregelen, beoordelen van de veiligheidsmaatregelen en het opheffen van de veiligheidsmaatregelen. 6. Mag zelfstandig toegang verschaffen tot elektrische bedrijfsruimten met beperkt en onvoldoende afgeschermde installaties. 7. Voert in opdracht van de BD de bedieningshandelingen uit voor handbediende componenten Voldoende onderricht persoon (VOP) persoon die is aangewezen en die voldoende is opgeleid voor specifieke taken, werkzaamheden en het gebruik van arbeidsmiddelen waardoor hij in staat is gevaren die door elektriciteit kunnen worden veroorzaakt te onderkennen en te voorkomen. 1. Mag (elektrotechnische) werkzaamheden uitvoeren, zoals inspecties, onderhoud, aanpassen en uitwisselen van veilig gestelde installaties, metingen en beproevingen. 2. Mag door de WV worden benoemd als toezichthouder. 3. Mag zelfstandig toegang verschaffen tot elektrische bedrijfsruimten met voldoende afgeschermde installaties Ploegleider (PL) Persoon die is aangewezen en die voldoende is geïnstrueerd voor specifieke taken, werkzaamheden en in staat is de leiding over een ploeg medewerkers uit te voeren. De ploegleider is geen aanwijzing, maar wordt per werk door een werkverantwoordelijke aangesteld. De ploegleider heeft minimaal een VP aanwijzing. 1. Geeft leiding aan een ploeg medewerkers die werkzaamheden aan of in de nabijheid van de elektrische installatie werkzaamheden uitvoert. Mag zelf werkzaamheden verrichten in de ploeg waaraan hij leiding geeft. 4

5 2. Is op de werkplek verantwoordelijk voor dat de ploegleden juist en veilig handelen en dat de veiligheidsmaatregelen gehandhaafd blijven. 3. Is het aanspreekpersoon voor de werkverantwoordelijke en voert het goedgekeurde werkplan uit. 4. Mag na opdracht van de werkverantwoordelijke de veiligheidsmaatregelen treffen en opheffen. 5. Informeert de werkverantwoordelijke na gereedkomen van de werkzaamheden. 6. Instrueert de ploegleden over de veiligheidsmaatregelen, de voorgenomen activiteiten en de taak van het ploeglid in de ploeg Bedieningsdeskundige (BD) persoon die is aangewezen als direct verantwoordelijk persoon voor bedieningshandelingen, waarbij deze handelingen worden gecoördineerd vanuit één punt. 1. De BD is verantwoordelijk voor de operationele bedrijfsvoering voor wat betreft de bedieningssituatie (schakeltoestand). 2. De BD stelt bedieningsplannen op. Hij is verantwoordelijk voor de juiste inhoud ervan en laat deze toetsen door een andere BD. 3. De BD voert bedieningshandelingen uit voor zover die vanuit een centraal punt kunnen worden gedaan. 4. De BD geeft uitvoerende medewerkers opdracht (toestemming) voor bedieningshandelingen. De BD geeft die toestemming pas nadat hij gecontroleerd heeft of er geen conflicten zijn met andere netgerelateerde activiteiten of storingsituaties. 5. Is verantwoordelijk voor alle bedieningshandelingen en is op de hoogte van de werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de bedrijfsvoering in het toegewezen deelgebied. 6. Is bij uitval van uitval van een netschakel of netschakels bevoegd om op basis van meldingen de niet gestoorde netschakels weer terug in bedrijf te nemen. 7. Is bij calamiteiten bevoegd om netschakels af te schakelen. 8. Is verantwoordelijk voor het aansturen van de storingswachtdienst bij opgekomen alarmmeldingen. 5

6 Toezichthouder Persoon die is aangewezen en die voldoende is geïnstrueerd voor specifieke taken, werkzaamheden waardoor deze in staat is gevaren op de werkplek te onderkennen en te voorkomen. De toezichthouder heeft minimaal een VOP aanwijzing. De toezichthouder is geen aanwijzing, maar wordt per werk door een werkverantwoordelijke aangesteld 1. Houdt toezicht en heeft niet de leiding op de werkplek over de uitvoerende medewerkers en neemt niet deel aan de werkzaamheden. 2. Let er op dat de activiteiten worden uitgevoerd volgens bedieningsplan, werkplan en/of VWI s (hij doet dit voor zover van toepassing en opgedragen). 3. Ziet er op toe dat er geen elektrische gevaren kunnen ontstaan, veiligheidsmaatregelen ongedaan worden gemaakt en de activiteiten veilig worden uitgevoerd. 4. Let op de omgevingsinvloeden op de werkplek en houdt daar ook rekening mee. 5. Geeft adviezen en waarschuwingen en mag de activiteiten stilleggen Coördinerend werkverantwoordelijke Deze rol treedt op wanneer er tegelijkertijd meerdere werkzaamheden in één netschakel zijn en er dus meerdere werkverantwoordelijken betrokken zijn. 1. De CWV coördineert de veiligheidsmaatregelen. Hij is verantwoordelijk dat ploegen onderling niet gevaar komen wanneer bijvoorbeeld één ploeg zijn eigen veiligheidsmaatregelen wil gaan maken. 2. De CWV biedt het concept werkplan aan de OIV. 6