HOOFDSTUK 17 AANDOENINGEN VAN HET BLOED EN DE BLOEDVORMENDE ORGANEN EN BEPAALDE AANDOENINGEN VAN HET IMMUUNSYSTEEM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 17 AANDOENINGEN VAN HET BLOED EN DE BLOEDVORMENDE ORGANEN EN BEPAALDE AANDOENINGEN VAN HET IMMUUNSYSTEEM"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 17 AANDOENINGEN VAN HET BLOED EN DE BLOEDVORMENDE ORGANEN EN BEPAALDE AANDOENINGEN VAN HET IMMUUNSYSTEEM OVERZICHT - De aandoeningen van het bloed en de bloedvormende organen worden geklasseerd in het hoofdstuk 3 van de ICD-10-CM. - Anemie is de belangrijkste aandoening in het hoofdstuk 3. o Deze kan veroorzaakt worden door chronisch of acuut bloedverlies, een chronische ziekte, of het gebruik van chemotherapie. Anemie door acuut bloedverlies kan ontstaan na een ingreep of een trauma. o Het gebruik van de juiste terminologie is belangrijk voor het classificeren van de anemieën. - Een groep codes worden geassocieerd aan sikkelcelanemie. o Het is belangrijk het onderscheid te maken tussen de sikkelcelanemie en de dragers van sikkelcelanemie. o Andere benamingen van sikkelcel zijn Hb-SS ziekte en thalassemie. - Stollingsafwijkingen zijn een andere bloedaandoening. o Zij beïnvloeden de bloedingstijd en de klontervorming. o Hypercoagulatie is ook een mogelijke aandoening. - Aandoeningen kunnen het aantal witte bloedcellen (leukocyten) laten dalen of stijgen. Deze aandoeningen worden ingedeeld volgens dit stijgen of dalen van het aantal cellen. LEERDOELSTELLINGEN Na het doornemen van dit hoofdstuk bent u in staat om: - De verschillende types anemie te coderen. - Te weten wanneer wel en wanneer niet een coagulopathie gecodeerd kan worden omdat bepaalde medicatie wordt toegediend. - Het onderscheid te maken tussen de verschillende aandoeningen van de witte bloedcellen en de verschillende types witte bloedcellen. TERMEN OM TE KENNEN Anemie Een aandoening waarbij er onvoldoende hemoglobine aanwezig is in de rode bloedcellen of het aantal rode bloedcellen gedaald is. Aplastische anemie Een aandoening waarbij er onvoldoende rode bloedcellen zijn omdat het beenmerg er onvoldoende aanmaakt. Pancytopenie Een type aplastische anemie waarbij de rode bloedcellen, de witte bloedcellen en de plaatjes gedaald zijn. Sikkelcel anemie Een erfelijke aandoening van de rode bloedcellen dat overgedragen wordt op het kind wanneer beide ouders de erfelijke aandoening hebben. Sikkelcel drager

2 Een aandoening waarbij het kind de erfelijke kenmerken van slechts één ouder overerft. Trombocytopenie Een deficiëntie aan plaatjes, de cellen die belangrijk zijn bij de bloedstolling. TE HERINNEREN Heel wat aandoeningen kunnen als anemie geklasseerd worden. Vergewis u ervan samen met de behandelende arts of de gebruikte terminologie in het patiëntendossier niet vaag of misleidend is. INLEIDING De aandoeningen van het bloed en de bloedvormende organen waaronder het beenmerg, het lymfeweefsel, de plaatjes, en de stollingsfactoren worden geklasseerd in hoofdstuk 3 van de ICD-10-CM. Hoofdstuk 3 bevat ook bepaalde aandoeningen van het immuunsysteem, zoals de immuundeficiënties uitgezonderd het humaan immuundeficiëntie virus (HIV). Nieuwvormingen, zoals de leukemie, worden geklasseerd in hoofdstuk 2 van de ICD-10-CM bij de andere nieuwvormingen. Aandoeningen van het bloed en de bloedvormende organen tijdens de zwangerschap, de bevalling of het puerperium worden geklasseerd in hoofdstuk 15 van ICD-10-CM. De zwangerschapsanemie, bijvoorbeeld, wordt gecodeerd met de code O99.01-, met een bijkomende code uit hoofdstuk 3 om het type anemie weer te geven. Hematologische aandoeningen van de foetus en de pasgeborenen worden geklasseerd onder de perinatale aandoeningen in hoofdstuk 16 van ICD-10-CM. ANEMIE De aandoening waarmee de codeerder het meest zal geconfronteerd worden in hoofdstuk 3 van ICD-10-CM is de anemie. We spreken van anemie wanneer er een daling is van de hoeveelheid hemoglobine of een daling van het aantal rode bloedcellen, als gevolg van het onevenwicht tussen de aanmaak en de afbraak van de rode cellen. Een gedaalde productie kan aanleiding geven tot verschillende aandoeningen, zoals veroudering, bloedingen en afbraak van de cellen. Het gebruik van de juiste terminologie is belangrijk bij het classificeren van de anemieën. Wanneer de diagnose anemie niet duidelijk beschreven staat, zal de codeerder het patiëntendossier nakijken om bijkomende informatie te zoeken in de laboratorium onderzoeken, de anatomopathologische verslagen of de hematologische consulten vooraleer men een code voor een niet gespecificeerde anemie gebruikt. We merken op dat de code niet enkel op basis van een diagnose van de arts zal gecodeerd worden; wanneer er meer specifieke informatie aanwezig is zal de codeerder dit met de arts bespreken. Deficiëntie anemie De ijzerdeficiëntie anemie wordt geklasseerd onder de categorie D50. Dit type anemie kan veroorzaakt worden door een chronische bloedverlies (D50.0) zoals bij aandoeningen als een chronische hemorrhagische gastro-intestinale aandoening of bloeding, of de onvoldoende inname van ijzer in de voeding (D50.8). Indien de oorzaak niet gespecificeerd wordt gebruikt men de code D50.9. Noteer dat een ijzergebreksanemie secundair op een acuut bloedverlies gecodeerd wordt met de code D62, Acute posthemorrhagic anemia, eerder dan een code uit de categorie D50. Andere deficiëntie anemieën worden gecodeerd volgens het type deficiëntie, zoals de vitamine B12 (categorie D51), foliumzuur (categorie D52), of andere voedingsdeficiënties (categorie D53), met een vierde karakter om aan te geven over welke deficiëntie het gaat, zoals een voeding foliumzuur deficiëntie anemie of een vitamine B12 deficiëntie tengevolge van een intrinsieke factor deficiëntie. Naast de code D52.1, Drug-induced folate deficiency anemia, moet een code uit de reeks T36-T50, met een vijfde of zesde karakter een 5, gecodeerd worden om het product te identificeren.

3 OEFENINGEN 17.1 Codeer de volgende diagnosen en procedures. Gebruik geen codes om de uitwendige oorzaak weer te geven. 1. Hypochrome, microcytaire anemie met ijzergebrek zonder oorzaak D Macrocytaire anemie secundair op een selectieve vitamine B12 malabsorptie met proteïnurie. D51.1 Anemie door acuut bloedverlies Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen een anemie door acuut dan wel chronisch bloedverlies, omdat beide aandoeningen totaal andere codes krijgen in ICD-10- CM. Anemie door acuut bloedverlies is het gevolg van een plots, significant verlies van bloed over een korte tijdsperiode. Dit kan gebeuren na een trauma, zoals een laceratie, of een scheur van de milt of een ander intra-abdominaal letsel waarbij er geen extern bloedverlies wordt waargenomen. De diagnose van een anemie door acuut bloedverlies moet gedocumenteerd zijn met een bestendige, significante daling van de hemoglobine hoeveelheid en/of de hematocrietwaarden. Anemie door acuut bloedverlies kan optreden na een procedure, maar is niet noodzakelijk een complicatie van die procedure en zal dus niet als postoperatieve complicatie gecodeerd worden tenzij de arts het zo beschrijft. Vele chirurgische ingrepen, zoals het plaatsen van een heupprothese, vertonen routinematig een verlies van grote hoeveelheden bloed en worden aanzien als inherent aan de ingreep. Dit al dan niet resulteren in een anemie; de anemie zal pas gecodeerd worden als de arts dit ook zo documenteert. Wanneer in het patiëntendossier staat dat een patiënt tijdens een ingreep grote hoeveelheden bloed verlies en als de arts dit niet omschrijft als een anemie of een postoperatieve complicatie, zal men dit bloedverlies niet coderen. Indien een postoperatief bloedbeeld een anemie suggereert, moet men de arts vragen of dit als anemie mag aanzien worden. De codeerder mag zelf niet veronderstellen, dat een bloedverlies of een bloedtransfusie tijdens een ingreep een indicatie is om anemie te coderen. Het toedienen van bloed is dikwijls een preventieve maatregel. Wanneer een postoperatieve anemie gediagnosticeerd wordt zonder documentatie over acuut bloedverlies, gebruikt men de code D64.9, Anemia, unspecified. De code D62, Acute posthemorrhagic anemia, gebruikt men enkel wanneer de postoperatieve anemie het gevolg is van een acuut bloedverlies. Wanneer noch de gesteld diagnose noch het patiëntendossier uitsluitsel geeft of een anemie door bloedverlies acuut dan wel chronisch is gebruikt men de code D50.0, Iron deficiency anemia secondary to blood loss (chronic). OEFENINGEN 17.2 Codeer de volgende diagnosen en procedures. Gebruik geen codes om de uitwendige oorzaak weer te geven. 1. Anemie door bloedverlies tengevolge van een chronische maagzweer. D K Chronische anemie, secundair op bloedverlies door adenomyosis. D N Posthemorrhagische anemie door acuut bloedverlies na perforatie van een chronische bloedend duodenaal ulcus. D62 + K26.6 Anemie door een chronische aandoening Patiënten met een chronische aandoening hebben dikwijls een anemie, die dan ook de reden is voor het contact of de opname. De behandeling wordt dan gericht op de anemie en niet de op de onderliggende oorzaak. Dergelijke anemieën worden als volgt geclassificeerd:

4 - Anemie bij chronische nieraandoeningen: codeer eerst de het onderliggend nierlijden (CKD) met een code uit de categorie N18 om het stadium van de nieraandoening weer te geven, en de code D Anemie bij nieuwvormingen: codeer eerst het neoplasmata (C00-D49) dat de oorzaak is voor de anemie en de code D63.0. De code D63.0 is voor de anemie die door of samen met de maligniteit veroorzaakt wordt, en niet tengevolge de antineoplastische chemotherapie, dat eerder een nevenwerking is. - Anemie door andere chronische aandoeningen: codeer eerst de onderliggende chronische aandoening, gevolgd door de code D63.8. Anemie tengevolge van chemotherapie Anemie door chemotherapie geïnduceerd wordt gecodeerd met de code D64.81, Anemia due to antineoplastic chemotherapy. Dit type anemie is zelden een hemolytisch proces en ook niet echt een aplastisch proces. De gevolgen van de chemotherapie zijn doorgaans van korte duur en brengen het aantal cellen in het beenmerg zelden tot het punt van aplasie. Wanneer er een contact / opname is voor de behandeling van deze anemie als nevenwerking van de chemotherapie, en de enige behandeling is deze voor de anemie, zal men de toepasselijke codes voor de anemie en het neoplasma eerst coderen, gevolgd door de toepasselijke nevenwerking (adverse effect) codes. Anemie tengevolge van chemotherapie mag niet verward worden met de aplastische anemie door chemotherapie, die gecodeerd wordt met de code D61.1, Drug-induced aplastic anemie. Anemie tengevolge van medicatie, waarbij deze niet gespecificeerd wordt, wordt gecodeerd volgens het type anemie (of de code D64.9 indien dit type niet gespecificeerd wordt). Aplastische anemie Aplastische anemie (D60.- en D61.-) is het falen van het beenmerg om rode bloedcellen te produceren. De aandoening kan congenitaal zijn, maar is meestal idiopatisch of verworven. Ze kan het gevolg zijn van een onderliggend lijden zoals een kwaadaardige aandoening of een infectie (bijvoorbeeld, virale hepatitis). Ze kan ook veroorzaakt worden door de blootstelling aan ioniserende stralen, chemicaliën, of medicamenten, en is dikwijls het gevolg van een behandeling van nieuwvormingen. Aplastische anemie als gevolg van medicatie wordt gecodeerd met de code D61.1, Drug-induced aplastic anemia. Aplastische anemie door infectie, bestraling, of andere uitwendige oorzaken, of de toxische vorm wordt gecodeerd met de code D61.2. De idiopatische aplastische anemie codeert men met de code D61.3. Wanneer het type aplastische anemie niet gespecificeerd wordt maar dat ze waarschijnlijk gerelateerd is aan een kwaadaardige aandoening of de behandeling ervan, zal de behandelde arts gecontacteerd worden om uit te maken welke code voor aplastische anemie er gebruikt moet worden. Pancytopenie (D61.81) is een type aplastische anemie die gekenmerkt wordt door een onderdrukking van de drie cellijnen. Wanneer een patiënt anemie (gedaalde rode bloedcellen), neutropenie (gedaalde witte bloedcellen) en trombocytopenie (gedaalde plaatsjes) heeft, zal men enkel de code voor pancytopenie (D61.81) gebruiken. De code D61.09, Other constitutional aplastic anemia, wordt gebruikt wanneer de pancytopenie aangeboren is eerder dan het gevolg van een chronische aandoening. Gebruik niet de code D61.81 indien de pancytopenie het gevolg is van, of samen gaat met een aplastische anemie (D61.-), een beenmerg infiltratie (D61.82), een congenitale (zuiver) rode bloedcel aplasie (D61.01), medicatie geïnduceerd is (D61.1), bij hairy cell leukemie (C91.4-), bij HIV ziekte (B20.-), bij leukoerythroblastische anemie (M61.82), bij myelodysplastische syndromen (D46.-), of myeloproliferatieve aandoeningen (D47.1-). OEFENINGEN 17.3

5 Codeer de volgende diagnosen en procedures. 1. Aplastische anemie tengevolge van een accidentele blootstelling aan benzeen (volgende opname) T52.1x1D + D Myelophtische anemie D Eerste contact voor anemie tgv chemotherapie D T45.1x5A 4. Pancytopenie door methotrexaattherapie voor reumatoïde artritis (eerste contact) D T45.1x5A + M06.9 Sikkelcel anemie Bij het coderen van de sikkelcelanemieën is het belangrijk het onderscheid te kennen tussen de sikkelcelanemie of -ziekte (D57.0-, D57.1-, D57.2-, D57.4- en D57.8-) en de dragers van sikkelcelanemie (D57.3). Sikkelcelanemie is een erfelijke aandoening van de rode bloedcellen; de ziekte wordt overgedragen op het kind wanneer beide ouders het genetisch kenmerkt dragen. Men wordt een sikkelcel drager wanneer men het gen slechts erft van één van de ouders. Patiënten die drager zijn zullen zelden de sikkelcel ziekte ontwikkelen; maar zijn wel drager van het kernmerk. Wanneer het patiëntendossier zowel de termen sikkelcel drager als sikkelcel ziekte bevat zal men enkel de code voor sikkelcel ziekte coderen. Een code uit de subcategorie D57.0, Hb-SS disease with crisis, of de subcategorie D57.21, Sickle cell/hb-c disease, wordt gebruikt wanneer er vaso-occulusieve crisissen of andere crisissen aanwezig zijn. Deze subcategorieën worden verder onderverdeeld om het type van de crisis weer te geven, zoals het acuut thorax syndroom (D57.01 of D57.211) of miltsequestratie (miltinfarcering) (D57.02 of D57.212). Indien een aandoening, zoals een cerebrovasculair embool, optreedt, dan zal dit ook erbij gecodeerd worden. Een ander type van sikkelcelziekte is de sikkelcel thalassemie. Er zijn specifieke codes voorzien voor de sikkelcel thalassemie met crisis (D57.41-) of zonder crisis (D57.40). De codes in de subcategorie D hebben een bijkomende zesde karakter om het type crisis te specificeren. Andere sikkelcel aandoeningen zijn de Hb-SD en de Hb-SE ziekte, die onder de subcategorie D57.8 geklasseerd worden. Codes uit de subcategorie D57.8 hebben bijkomende karakters om aan te geven of er al dan niet een crisis aanwezig is van welk type deze is. Thalassemie is een genetische bloedafwijking dat het gevolg is van een defect in het gen dat de productie van het hemoglobine eiwit controleert. Er zijn verschillende vormen van thalassemie. Elk type heeft verschillende subtypen. Het defectieve gen moet van beide ouders overgeërfd worden wil de persoon de thalassemia maior ontwikkelen. Thalassemia minor heeft men wanneer men slechts de afwijking van één van de ouders overerft. Personen met deze vorm van de afwijking zijn drager van de ziekte en hebben doorgaans geen symptomen. ICD-10-CM heeft unieke codes voor de verschillende vormen van thalassemie, zoals de alfa thalassemie (D56.0), de beta thalassemie (D56.1), de delta-beta thalassemie (D56.2), de thalassemia minor (D56.3), de hemoglobine E-beta thalassemie (D56.5), en de overige thalassemieën (D56.8). Code 56.9, Thalassemia, unspecified, wordt gebruikt wanneer de thalassemie niet geïndificeerd wordt. Het dragen van de kenmerken van thalassemie, niet anders gespecificeerd, wordt gecodeerd met de code D56.3, Thalassemia minor. OEFENINGEN 17.4 Codeer de volgende diagnosen. Gebruik geen codes om de uitwendige oorzaak weer te geven. 1. Klassieke hemofilie D66

6 2. Sikkelcel Hb-SS ziekte D Erfelijke sferocytische, hemolytische anemie D Thalassemie D Sikkelcelcrisis met acuut thorax syndroom D57.01 STOLLINGSAFWIJKINGEN Stollingsafwijkingen worden gekenmerkt door een vertraagde klontervorming. Sommige zijn aangeboren; anderen verworven. D68.31, Hemorragic due to intrisic circulating anticoagulants, is de enige code die een probleem kan zijn voor de codeerder. Dit is een aandoening die het gevolg is van circulerende anticoagulantia in het bloed die interfereren met de normale klontering. Deze anticoagulantia zijn meestal reeds in het bloed aanwezig, zoals bij andere stollingsstoornissen, maar die toevallig verhoogd kunnen geraken door langdurige anticoagulantia therapie. Dit is een eerder zeldzame aandoening des te meer wanneer ze het gevolg is van een antistolling behandeling. Het bloeden bij patiënten die behandeld worden met Coumadine, heparine of andere antistollingspreparaten, wil niet zeggen dat de stollingsafwijking het gevolg is van de intrinsieke (innerlijke) circulerende antistollingsproducten. In dergelijke situaties gebruikt men de code T45.515, Adverse effect of anticoagulant, of de code T , Adverse effect of antithrombotic drugs, om de bijwerking van het toegediende anticoagulans weer te geven, en de code D68.32, Hemorrhagic disorder due to extrinsic circulating anticoagulants. De code D wordt niet toegekend, tenzij de arts duidelijk documenteert dat het gaat over een stollingstoornis ten gevolge van intrinsieke circulerende anticoagulerende stoffen. Heparine geïnduceerde thrombocytopenie (D75.82) is een van meest ernstige nevenwerkingen van heparine therapie. Heparine wordt wereldwijd gebruikt ter preventie en ter behandeling van stollingsstoornissen. Bij sommige individuen zal het heparine een autoimmuun reactie uitlokken waarbij er een ernstige thrombocytopenie als complicatie ontstaat. Een status van hypercoagulatie verwijst naar een groep aandoeningen die verworven of aangeboren zijn en een verhoogde productie aan thrombine geven. Er is een verhoogde neiging tot bloedklontering, en er kunnen fibrineafzettingen zijn in de kleine bloedvaten. Deze aandoeningen worden in primaire en secundaire vormen ingedeeld. Primaire hypercoagulatie status (D68.5-) is een erfelijke aandoening voor specifieke stollingsfactoren. Secundaire hypercoagulatie status (D68.6-) zijn hoofdzakelijk verworven aandoeningen met voorbeschiktheid aan verhoogde thrombose door middel van complexe mechanismen waarbij er bloedstroomafwijkingen of afwijkingen in de bloedsamenstelling en de vaatwand zijn. Voorbeelden van aandoeningen die aanleiding kunnen geven tot een secundaire hypercoagulatie status zijn neoplasmata, zwangerschap, traumata, myeloproliferatieve aandoeningen, en het antiphospholipid antibody syndroom. Een verlengde prothrombinetijd of andere verstoorde bloedingstijden worden niet gecodeerd als een stollingsstoornis. Code R79.1, Abnormal coagulation profile, wordt gebruikt voor deze abnormale laboratorium bevindingen. Indien een patiënt Coumadine therapie krijgt, zal een verlengde bloedingstijd het verwachte resultaat zijn, en zal dus de code R79.1 hiervoor niet gebruikt worden. Noteer dat Coumadine geen circulerend anticoagulantia is; het induceert een vertraagde stolling door andere mechanismen. Voorbeelden van correcte codering zijn: K T45.515A Bloedende duodenumzweer tengevolge van Coumadine therapie, eerste contact. K T45.515D Acute bloedende gastritis door anticoagulantia therapie, volgende contacten.

7 Volgende voorbeelden demonstreren de codering: - Een 50 jarige man krijgt Coumadine behandeling en wordt opgenomen met een hematemesis tengevolge van een acute gastritis. Een verlengde prothrombinetijd wordt gemeten, secundair op het anticoagulerend effect van de Coumadine therapie. Code K29.01, Acute gastritis with bleeding, wordt gecodeerd; code D68.3- wordt niet gecodeerd omdat er geen stollingsstoornis wordt geïdentificeerd. Er wordt geen code gebruikt om de verlengde bloedingstijd weer te geven omdat dit het verwachte effect is van de Coumadine therapie. Noteer opnieuw dat Coumadine geen circulerend antistollingsproduct is; het induceert een anticoagulatie door middel van andere mechanismen. - Een patiënt wordt opgenomen na verschillende episodes van hematemesis tengevolge van Coumadine therapie. Er wordt geen significante pathologie weerhouden. De bloedingen verdwijnen na het staken van de Coumadine. Code K92.0, Hematemesis, samen met de code T45.515A, Adverse effect of anticoagulants, initioal encounter, wordt toegekend om aan te geven dat Coumadine de oorzaak is van de bloeding. De code D68.3- wordt ook hier niet gebruikt. AANDOENINGEN VAN DE PLAATJES Thrombocytopenie is een deficiëntie aan bloedcellen die het bloed helpen, te klonteren. Post transfusie purpura is het antwoord van de ontvanger die anti-hpa (human platelet antigen) antilichamen gaat aanmaken die de plaatsje vernietigen na een transfusie van bloedproducten van een HPA-positieve donor. Deze antilichamen vernietigen niet alleen de getransfuseerde plaatjes maar de ontvanger zijn eigen plaatsjes ook waardoor er een ernstige thrombocytopenie ontstaat bij HPA-negatieve vrouwen die geïmmuniseerd werden bij een vorige bevalling of door een transfusie. Code D69.51, Posttransfusion purpura, is de code voor deze zeldzame aandoening. Code D69.59, Other secondary thrombocytopenia, wordt gebruikt voor de thrombocytopenieën die optreden bij dilutie, medicatie, extracorporele circulatie, massieve bloedtransfusie, plaatjes autoimmunisatie en andere secundaire thrombocytopenieën. AANDOENINGEN VAN DE WITTE BLOEDCELLEN De witte bloedlichaampjes (leukocyten) spelen een belangrijke rol in het verdedigingssysteem van het lichaam, in de strijd bij infecties. Verschillende aandoeningen hebben een invloed op de witte bloedcellen. Er zijn verschillende types witte bloedcellen (WBC), zoals de neutrofielen, de lymfocyten, de monocyten, de eosinofielen, en de basofielen. Aandoeningen die de productie van WBC tegenhouden zijn medicatie toxiciteit, vitamine deficiënties, bloedziekten, infecties (virale aandoeningen, tuberculose, tyfus), of afwijkingen in het beenmerg; of de daling kan cyclisch zijn (wisselend in ernst, mogelijks door schommelingen in het bioritme). Antilichamen kunnen de WBC aanvallen omwille van een aandoening of omwille dat bepaalde medicatie het immuunsysteem stimuleert. Pooling van WBC ontstaat bij een uitgebreide infectie, hart-long bypass gedurende hartchirurgie, en bij hemodialyse. Sommige aandoeningen verhogen de productie van het aantal WBC. Indien alle types WBC hierbij betrokken zijn spreken we van leukocytose. Leukocytose wordt veroorzaakt door infecties, ontstekingen, allergische reacties, nieuwvormingen, erfelijke aandoeningen, of andere wisselende oorzaken bijvoorbeeld, medicatie zoals cortisone-achtige producten (prednisone), lithium, en niet steroïede anti-inflammatoire substanties. Andere aandoeningen

8 richten zich op bepaalde types WBC, zoals de neutrofielen, de lymfocyten, en de granulocyten. Figuur 17.1: De vier belangrijkste types bloedcellen Aandoeningen, van de WBC worden primair ingedeeld op basis van hun aantal; te veel of te weinig. Daarnaast zijn er meer specifieke codes afhankelijk van het type bloedcel dat aangetast wordt, zoals in volgende voorbeelden wordt aangetoond: - Een laag aantal neutrofielen of neutropenie (categorie D70) wordt verder ingedeeld als volgt: congenitaal (D70.0), agranulocytose secundair op chemotherapie (D70.1), andere medicatie geïnduceerde agranulocytose (D70.2), neutropenie door infectie (D70.3), cyclische neutropenie (D70.4), overige neutropenie (D70.8), en niet gespecificeerde neutropenie (D70.9). - Een daling van het aantal WBC (subcategorie D72.81-) wordt als volgt gecodeerd: een daling van de lymfocyten of lymfocytopenie (D72.810); overige daling van WBC waaronder de basofielen, eosinofielen, monocyten, of plasmocyten (D72.818); niet gespecificeerde daling van het aantal WBC (D72.819). - Een gestegen aantal WBC (subcategorie D72.82-) wordt als volgt geklasseerd: gestegen lymfocyten of lymfocytose (D72.820); monocytose (D72.821); plasmocytose (D72.822); leukemoïde reactie waaronder de basofile, lymfocyte, monocyte, myelocyte, of neutrofiele leukemoïde reactie (D72.823); basofilie (D72.824); bandemie (D72.825); overige gestegen aantal WBC (D72.828); en niet gespecificeerde leukocytose (D72.829). Het is belangrijk om nog eens aan te geven dat deze codes nooit mogen gecodeerd worden enkel op basis van laboratorium bevindingen. De arts moet deze resultaten interpreteren en bevestigen vooraleer men ze kan coderen. AANDOENINGEN VAN HET IMMUUNSYSTEEM Categorie D80 tot D89 klasseert verschillende aandoeningen van het immuunsysteem, met uitzondering de aandoeningen die geassocieerd zijn aan HIV, die onder de code B20 gecodeerd worden. De aandoeningen van het immuunsysteem die in dit hoofdstuk besproken worden zijn de volgende categorieën: D80 Immunodeficiency with predominantly antibody defects D81 Combined immunodeficiencies D82 Immunodeficiency associated with other major defects D83 Common variable immunodeficiency D84 Other immunodeficiencies D86 Sarcoidosis D89 Other disorders involving the immune mechanism, not elsewhere classified Sarcoïdose Sarcoïdose is een aandoening die geleidelijk begint met een abnormale collectie van inflammatoire cellen (granulomen) die nodules vormen in verschillende organen van het lichaam. Sarcoïdose kan symptoomloos verlopen of chronisch, en de etiologie ervan is onbekend. De huidige hypothese is dat genetische voorbeschikte personen, sarcoïdose krijgen door een wijziging in het immuun respons na blootstelling aan bepaalde omgevings-, werkomstandigheden, of infectueuze agentia. De granulomen worden het meest in de longen aangetroffen of in de lymfeklieren, maar elk orgaan kan aangetast worden. ICD-10-CM voorziet afzonderlijke codes binnen de categorie D86, Sarcoidosis, voor de meest frequente lichaamsdelen die aangetast kunnen worden, zoals de longen (D86.0), de lymfeklieren (D86.1), de longen en de lymfeklieren (D86.2), de huid (D86.3), de meningen (D86.81), de

9 craniale zenuwen (D86.82), de uvea van het oog (D86.83), de nieren en de ureters (D86.84), het myocard (D86.85), de gewrichten (D86.86), de spieren (D86.87), en de andere plaatsen zoals de lever (D86.89) of niet gespecificeerd (D86.9). OEFENINGEN 17.5 Codeer de volgende diagnosen. 1. Congenitale pancytopenie D Cyclische neutropenie D Erfelijke thrombocytopenie D Anemie, neutropenie, thrombocytopenie (pancytopenie)d Autoerythrocyte sensitization purpura - [Het painful bruising syndrome (synoniemen: Gardner-Diamond syndrome, psychogenic purpura, autoerythrocyte sensitization syndroom) is een zeldzaam en onduidelijk syndroom waarbij spontaan bloeduitstortingen (ecchymosen, hematomen) ontstaan die pijnlijk zijn.] D Cel gemedieerde immuundeficiëntie met thrombocytopenie en eczeem D Sarcoïdose van de longen en de lymfeklieren D Pernicieuze anemie van het Addison type D Acute gastritis met bloeding, verslechterd door heparine therapie, eerste contact (tabel: heparine) K T45.515A 10. Autoimmuun lymfoproliferatief syndroom D89.82

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015 AANDOENINGEN van het BLOED H.H. TAN, arts 2015 BLOED 2 RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; 4,5-5,5 x 10 12 /ltr, 4-5 x 10 12 /ltr) * Vervoeren O 2 naar het weefsel * Voeren CO 2 af * Levensduur: 120 dagen

Nadere informatie

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën I N H O U D hoofdstuk 1 anemie 13 1.1 Overzicht van de anemieën 13 1.2 Congenitale anemieën 16 1.2.1 De thalassemieën 16 1.2.2 Sikkelcelanemie 19 1.2.3 Andere hemoglobinopathieën 22 1.2.4 Aangeboren membraanafwijkingen

Nadere informatie

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis

IJzer en Cystic Fibrosis. Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis IJzer en Cystic Fibrosis Renske van der Meer Longarts-onderzoeker Haga Ziekenhuis Programma Inventarisatie Anemie algemeen oorzaken anemie gevolgen anemie Anemie bij CF IJzer bij CF: in het bloed in de

Nadere informatie

Verpleegkundige aspecten bij Hematologische aandoeningen en Stamceltransplantaties

Verpleegkundige aspecten bij Hematologische aandoeningen en Stamceltransplantaties Verpleegkundige aspecten bij Hematologische aandoeningen en Stamceltransplantaties Herma Krimpen en Saskia van Spronsen Even voorstellen.. Korte inhoud van de les Hoe zit het ook al weer met dat bloed

Nadere informatie

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014. door Joost Lips

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014. door Joost Lips Bloedwaarden Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober 2014 door Joost Lips Aanvraag bloedonderzoek Bloedafname Bewerking afgenomen bloed (1) Kleuren van

Nadere informatie

35 Bloedarmoede. Drs. P.F. Ypma

35 Bloedarmoede. Drs. P.F. Ypma Drs. P.F. Ypma Inleiding Bloedarmoede (anemie) is een veelvoorkomend verschijnsel bij multipel myeloom en de ziekte van Waldenström, zowel bij het begin van de ziekte als in het beloop ervan. Dit kan (ten

Nadere informatie

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Maligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde

Nadere informatie

Interpretatie labo-resultaten

Interpretatie labo-resultaten Interpretatie labo-resultaten hematologie Sylvia Snauwaert, MD PhD Overzicht A. Trombocytopenie B. Leucocytose Bespreking casussen A. Trombocytopenie Man, 63 jaar, routinebloedafname, asymptomatisch Help

Nadere informatie

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Bloed. Presentatie: Peter Elgersma Inhoud workshop 1. Inleiding op onderwerp (bloed en lymfestelsel) 2. Onderzoek en Diagnostiek 3. Ziekten die verband houden met bloed 1. Inleiding De ontwikkeling van

Nadere informatie

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Trombocytose Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Casus 1 Vrouw, 25 jaar Laboratoriumonderzoek hemoglobine 11,2 g/dl 11,0-14,4 hematocriet 0,341

Nadere informatie

Patiëntinformatiebrochure. Bloedtransfusie

Patiëntinformatiebrochure. Bloedtransfusie Patiëntinformatiebrochure Bloedtransfusie Inhoud 1 Inleiding 3 2 Waarom is een bloedtransfusie nodig? 3 3 Wat is een bloedcomponent? 4 4 Is een bloedtransfusie veilig? 5 4.1 Is overdracht van ziektekiemen

Nadere informatie

Hairy cell leukemie (HCL)

Hairy cell leukemie (HCL) Interne geneeskunde Patiënteninformatie Hairy cell leukemie (HCL) U ontvangt deze informatie, omdat bij u hairy cell leukemie (HCL) is geconstateerd. Hairy cell leukemie (HCL) is een zeldzame aandoening,

Nadere informatie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

Bloed en afweersysteem

Bloed en afweersysteem Bloed en afweersysteem 2 2.1 Anemie geen klachten Anemie wordt ook bloedarmoede genoemd. Deze term is verwarrend. Er is namelijk vaak geen tekort aan bloed als geheel. Het gaat om een tekort aan hemoglobine

Nadere informatie

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN OVERZICHT - Vele symptomen en tekenen worden in hoofdstuk 18 van ICD-10-CM geclassificeerd wanneer zijn veroorzaakt kunnen worden door verschillende

Nadere informatie

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Opbouw Casus Bespreking literatuur Hypothesen met betrekking tot casus Voorgeschiedenis: 1957

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben

Nadere informatie

Infobrochure. Bloedtransfusie. mensen zorgen voor mensen

Infobrochure. Bloedtransfusie. mensen zorgen voor mensen Infobrochure Bloedtransfusie mensen zorgen voor mensen 2 Waaruit bestaat bloed? Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit een gele vloeistof: plasma. De andere 45% zijn verschillende soorten bloedcellen: Rode

Nadere informatie

Anemie en zwangerschap

Anemie en zwangerschap Multidisciplinair protocol Anemie en zwangerschap Auteurs: J. Kroeze, L. Scharbaai, E. Bosch, M. Nissinen, K. Schut, M. de Vries, K. Snijders, C. Nijland Datum: maart 2019 2 DOEL Uniforme afspraken tussen

Nadere informatie

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium In deze folder vindt u informatie over een bloedtransfusie. Een bloedtransfusie schrijft uw arts voor als dat voor de behandeling noodzakelijk

Nadere informatie

Infobrochure. Bloedtransfusie

Infobrochure. Bloedtransfusie Infobrochure Bloedtransfusie Geachte heer/mevrouw, Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw arts het noodzakelijk vinden dat u een bloedtransfusie ondergaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium Een bloedtransfusie wordt door uw arts voorgeschreven. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute levensbedreigende

Nadere informatie

Informatie over een bloedtransfusie

Informatie over een bloedtransfusie Informatie over een bloedtransfusie Bij het tot stand komen van deze folder is gebruik gemaakt van de volgende folders: Bloedtransfusie voor patiënten - Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Bloedtransfusie

Nadere informatie

beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen

beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen Prof. Dr. Cees Th. Smit Sibinga, FRCP Edin, FRCPath ID Consulting for International Development of Transfusion Medicine (IDTM) University of Groningen, NL

Nadere informatie

Bloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten

Bloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten ALGEMEEN Bloedtransfusie Toedienen van bloedproducten Bij een bloedtransfusie worden bloed of bloedproducten via een infuus toegediend. Indien het voor uw behandeling noodzakelijk is, schrijft uw behandelend

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie

Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Thema: Leukemie Een patiente met acute leukemie Bloed en beenmerg Acute leukemie Chronische leukemie Prof.dr. Hanneke C. Kluin-Nelemans Afdeling Hematologie Samenstelling van onstolbaar gemaakt bloed Bloedcellen

Nadere informatie

MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM. Wat is Myelodysplastisch Syndroom (MDS)?

MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM. Wat is Myelodysplastisch Syndroom (MDS)? MYELODYSPLASTISCH SYNDROOM Wat is Myelodysplastisch Syndroom (MDS)? De benaming Myelodysplastisch Syndroom (MDS), ook wel myelodysplasie genoemd, staat voor een groep van beenmergstoornissen waarbij de

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Wat is erfelijke bloedarmoede? Amsterdam 26 november 2005

Wat is erfelijke bloedarmoede? Amsterdam 26 november 2005 Wat is erfelijke bloedarmoede? مرض فقر الدم الوراثي Amsterdam 26 november 2005 lucht Zuurstof Zuurstof Zuurstof is nodig om te kunnen leven. Wij vervoeren zuurstof in onze lichaam via het bloed. Long en

Nadere informatie

Bloedtransfusie. Inleiding. Waarom een bloedtransfusie?

Bloedtransfusie. Inleiding. Waarom een bloedtransfusie? Bloedtransfusie Inleiding U ondergaat binnenkort een behandeling in VieCuri Medisch Centrum. Hierbij bestaat de kans dat u bloed toegediend moet krijgen: dit heet bloedtransfusie. In deze brochure vindt

Nadere informatie

Wat is Sikkelcelziekte? Amsterdam 13 november 2005

Wat is Sikkelcelziekte? Amsterdam 13 november 2005 Wat is Sikkelcelziekte? α β α β Amsterdam 13 november 2005 lucht Zuurstof Zuurstof Zuurstof is nodig om te kunnen leven. Wij vervoeren zuurstof in onze lichaam via het bloed. Long en hart 5 liters bloed

Nadere informatie

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008

Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Kindersterfte Doodsoorzaken - 2008 Alle oorzaken Minder dan 5 jaar 573 0 324 249 Van 1 tot 4 jaar 86 0 48 38 Minder dan 28 dagen 335 0 193 142 Minder dan 7 dagen 254 0 143 111 Minder dan 1 dag 133 0 79

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bloed

Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk door een scholier 1195 woorden 14 juni 2004 6,2 321 keer beoordeeld Vak Biologie De inleiding Waarom doen wij ons werkstuk over bloed? Wij doen ons werkstuk over bloed,

Nadere informatie

Bloedtransfusie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Bloedtransfusie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Bloedtransfusie Informatie voor patiënten F0892-2130 september 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak 1. Veld 31: A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH behoort tot het bestand STAYHOSP in domein 3 van de administratieve gegevens.

Nadere informatie

het anemieprotocol in de eerstelijn

het anemieprotocol in de eerstelijn Interpreteren en becommentariëren van uitslagen: het anemieprotocol in de eerstelijn Dr. ing. M.P.G. Leers, klinisch chemicus PAOKC Consultverlening NVKC 2013 Anemie Hb concentratie < ondergrens ref.waarde

Nadere informatie

Bloedtransfusie. Informatiebrochure

Bloedtransfusie. Informatiebrochure Bloedtransfusie Informatiebrochure Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 3 1 WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE?... 4 2 WAARUIT BESTAAT BLOED?... 4 3 HOE VINDEN WE PASSEND BLOED?... 5 4 HOE GEBEURT EEN BLOEDTRANSFUSIE?...

Nadere informatie

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Verwijderen van de milt Splenectomie

bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Verwijderen van de milt Splenectomie bloed, ademhaling & spijsvertering info voor patiënten Verwijderen van de milt Splenectomie Inhoud 01 Inleiding... 04 02 De milt... 04 03 Redenen om de milt te laten verwijderen... 05 04 De operatie...

Nadere informatie

Myelodysplastisch syndroom

Myelodysplastisch syndroom Inwendige geneeskunde Myelodysplastisch syndroom www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INW022 / Myelodysplastisch syndroom / 20-07-2013 2 Myelodysplastisch

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Het PAPA-Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Pyogenische Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een

Nadere informatie

DRBR0699. Bloedtransfusie

DRBR0699. Bloedtransfusie DRBR0699 Bloedtransfusie Inhoudsverantwoordelijke: H. Stremersch Publicatiedatum: januari 2014 Inhoud Inleiding... 4 1. Waarom een bloedtransfusie?... 5 2. Hoe veilig is een bloedtransfusie?... 6 3. Waarom

Nadere informatie

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016

Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik

Nadere informatie

Informatie voor patiënten die Vidaza gebruiken

Informatie voor patiënten die Vidaza gebruiken Informatie voor patiënten die Vidaza gebruiken Informatie over de behandeling met Vidaza (azacitidine) 1 Deze informatie wordt u aangeboden door Celgene B.V. Persoonlijke gegevens Naam: m/v Adres: Postcode:

Nadere informatie

Hoofdstuk1 : Wat is myelodysplastisch syndroom? Hoofdstuk2 : Incidentie van MDS? Hoofdstuk3: Oorzaken van MDS?

Hoofdstuk1 : Wat is myelodysplastisch syndroom? Hoofdstuk2 : Incidentie van MDS? Hoofdstuk3: Oorzaken van MDS? inhoud Hoofdstuk1 : Wat is myelodysplastisch syndroom? Hoofdstuk2 : Incidentie van MDS? Hoofdstuk3: Oorzaken van MDS? Hoofdstuk 4 : Wat zijn de symptomen van MDS? - anemie - trombopenie - neutropenie Hoofdstuk

Nadere informatie

Essentiële Trombocytose

Essentiële Trombocytose Essentiële Trombocytose Uw hoofdbehandelaar is: hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen 08.30 17.00 uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078) 654 64 64. Inleiding U

Nadere informatie

1 Algemene inleiding. Casus

1 Algemene inleiding. Casus 1 Algemene inleiding Prof.dr. J.C. Kluin-Nelemans en M.F. de Brouwer Casus De heer J., geboren in 1960 en ambtenaar bij de gemeente, wordt opgenomen op de afdeling Hematologie wegens een onbegrepen pancytopenie:

Nadere informatie

Myelodysplastisch syndroom

Myelodysplastisch syndroom Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is

Nadere informatie

Bloedtransfusie bij kinderen

Bloedtransfusie bij kinderen Kindergeneeskunde Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Bloedtransfusie bij kinderen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Bloedtransfusie bij kinderen Binnenkort ondergaat uw kind een

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Acute myeloïde leukemie Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Normale bloedcelvorming Acute myeloïde leukemie (AML) Klonale proliferatie van immature hematopoëtische

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Therapie RITUXIMAB (MABTHERA )

Patiënteninformatie. Therapie RITUXIMAB (MABTHERA ) Patiënteninformatie Therapie RITUXIMAB (MABTHERA ) Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Omschrijving van uw therapie MABTHERA... 3 Wat is Mabthera?... 3 Hoe wordt Mabthera toegediend?... 3 Waar wordt Mabthera

Nadere informatie

Een zuigeling met een infectie

Een zuigeling met een infectie Een zuigeling met een infectie Katja Heitink-Pollé, kinderarts, hematoloog-oncoloog WKZ en Flevoziekenhuis Masja de Haas Sanquin Casus Meisje van 6 maanden oud 3e kind van Surinaamse ouders Reden van komst:

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Leukemie

Praktische opdracht ANW Leukemie Praktische opdracht ANW Leukemie Praktische-opdracht door een scholier 2767 woorden 23 juni 2002 7,9 82 keer beoordeeld Vak ANW Organen/cellen die een belangrijke rol spelen In het beenmerg worden de bloedcellen

Nadere informatie

Stamceltransplantatie

Stamceltransplantatie Stamceltransplantatie Wat is een stamceltransplantatie? Een stamceltransplantatie is het toedienen van bloedvormende (hematopoietische) stamcellen. Deze stamceltoediening gebeurt eenvoudigweg langsheen

Nadere informatie

bloedtransfusie

bloedtransfusie ZorgSaam bloedtransfusie 1 2 Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans bestaat dat u bloed toegediend krijgt (bloedtransfusie). Voorafgaand aan een bloedtransfusie

Nadere informatie

ONDERWERPEN BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012:

ONDERWERPEN BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: Bloedonderzoek op parasieten overzicht 2012: BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2012 ONDERWERPEN Resultaten rondzending Kwantificeren parasietendichtheid Wat is er nog meer te zien in het bloedbeeld bij malaria Hematologische afwijkingen bij

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling Niet-technische samenvatting 2016605 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het identificeren en karakteriseren van nieuwe concepten voor koemelkallergische patienten. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving. We spreken van hematurie indien er bloed aanwezig is in de urine.

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving. We spreken van hematurie indien er bloed aanwezig is in de urine. Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving We spreken van hematurie indien er bloed aanwezig is in de urine. 1 / 6 Hierboven is een urinemonster te zien met hematurie.

Nadere informatie

Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium. Patiënteninformatie. Bloedtransfusie. Slingeland Ziekenhuis

Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium. Patiënteninformatie. Bloedtransfusie. Slingeland Ziekenhuis Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Bloedtransfusie i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Bloedtransfusie Binnenkort ondergaat u een behandeling of ingreep, waarbij er een kans bestaat

Nadere informatie

BLOEDTRANSFUSIE 17901

BLOEDTRANSFUSIE 17901 BLOEDTRANSFUSIE 17901 Inleiding Binnenkort ondergaat u een behandeling of ingreep in het Sint Franciscus Gasthuis, waarbij de kans bestaat dat u bloed toegediend krijgt (een bloedtransfusie). In deze folder

Nadere informatie

MCTD (mixed connective tissue disease)

MCTD (mixed connective tissue disease) MCTD (mixed connective tissue disease) Wat is MCTD? MCTD is een zeldzame systemische auto-immuunziekte. Ons afweersysteem (= immuunsysteem) beschermt ons tegen lichaamsvreemde indringers, zoals o.a. bacteriën

Nadere informatie

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 In Nederland ontvangen jaarlijks vele mensen een bloedtransfusie. De rode bloedcellen (RBCs) worden toegediend om bloedarmoede, veroorzaakt door ernstig bloedverlies of een probleem in de bloedaanmaak,

Nadere informatie

De meest voorkomende bijverschijnselen zijn: Bijverschijnselen die weinig voorkomen: Bijverschijnselen die zelden voorkomen:

De meest voorkomende bijverschijnselen zijn: Bijverschijnselen die weinig voorkomen: Bijverschijnselen die zelden voorkomen: Methotrexaat Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u verteld dat u in aanmerking komt voor een onderhoudsbehandeling met Methotrexaat in verband met een chronische ontstekingsziekte van de darmen (ziekte

Nadere informatie

Soms is het nodig om bij een bloedtransfusie rode bloedcellen, plasma én bloedplaatjes te geven.

Soms is het nodig om bij een bloedtransfusie rode bloedcellen, plasma én bloedplaatjes te geven. Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans bestaat dat u bloed toegediend moet krijgen (een bloedtransfusie). In deze folder vindt u informatie over een

Nadere informatie

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Klinische symptomen

Nadere informatie

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen

Nadere informatie

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren

GUIDELINES PBO CONTROLE. bij solide tumoren GUIDELINES PBO CONTROLE bij solide tumoren 1 Algemene richtlijnen Witte bloedcellen Een grondige klinische evaluatie van de neutropene patiënt is essentieel. Bij de minste twijfel, gelieve met ons contact

Nadere informatie

Bloedtransfusie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Bloedtransfusie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Bloedtransfusie U heeft met uw arts afgesproken dat u een bloedtransfusie krijgt. Of u ondergaat binnenkort een behandeling of ingreep waarbij u misschien extra bloed toegediend moet krijgen. In deze folder

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen Inhoudsopgave Inleiding 1 Voor wie is deze brochure? 1 1. Hepatitis B 1 1.1 Wanneer behandelen 1 1.2 Wanneer niet behandelen 2 1.3 Zwangerschap en behandeling 3 2. Behandeling en medicijnen 4 2.1 PEG-interferon

Nadere informatie

INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN

INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN Bloedtransfusie INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE? Bloed is samengesteld uit rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Rode bloedcellen (erythrocyten) vervoeren

Nadere informatie

De onderdelen van het bloed.

De onderdelen van het bloed. Bloedtransfusie Universitair Medisch Centrum Groningen Bij de behandeling die u of uw kind binnenkort ondergaat kan de toediening van bloed nodig zijn. In deze folder wordt uitgelegd welke bloedproducten

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Het PAPA Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Purulente Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een erfelijk

Nadere informatie

Hypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven

Hypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven Hypercoagulopathie Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven 1 Hypercoagulopathie Arteriele / Veneuze / Microvasculaire Trombose Aangeboren vs. Verworven Cutane Manifestaties van hypercoagulopathie

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

Bloedtransfusie... 1. Waarom een bloedtransfusie... 1. Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2. Bijwerkingen van de bloedtransfusie...

Bloedtransfusie... 1. Waarom een bloedtransfusie... 1. Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2. Bijwerkingen van de bloedtransfusie... Bloedtransfusie Inhoudsopgave Bloedtransfusie... 1 Waarom een bloedtransfusie... 1 Hoe veilig is een bloedtransfusie... 2 Bijwerkingen van de bloedtransfusie... 3 Registratie van gegevens... 4 Kan ik een

Nadere informatie

Geneesmiddelentherapie

Geneesmiddelentherapie https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Geneesmiddelentherapie Versie 2016 13. Biologische geneesmiddelen Er zijn de laatste jaren nieuwe perspectieven geïntroduceerd met stoffen biologische

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN UW BEHANDELING MET GAZYVARO - LEUKERAN KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_052 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 3 03 Overzicht

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Chapter 9 Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 10 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Chapter 9 122 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Reumatoïde artritis

Nadere informatie

Casus 4: Perifeer bloed: erytroblasten: 600/100 leukocyten

Casus 4: Perifeer bloed: erytroblasten: 600/100 leukocyten 22.06.2011 RBM 2011 Casus 4: Perifeer bloed: erytroblasten: 600/100 leukocyten Casus 4: Nederlands tijdschrift voor hematologie Casus 4 Hoeveel blasten in het NEC heb je nodig voor de diagnose erytroleukemie/aml-

Nadere informatie

HOOFDSTUK 32 VERGIFTIGINGEN, TOXISCHE EFFECTEN, BIJWERKINGEN, EN ONDERDOSERING VAN MEDICATIE

HOOFDSTUK 32 VERGIFTIGINGEN, TOXISCHE EFFECTEN, BIJWERKINGEN, EN ONDERDOSERING VAN MEDICATIE HOOFDSTUK 32 VERGIFTIGINGEN, TOXISCHE EFFECTEN, BIJWERKINGEN, EN ONDERDOSERING VAN MEDICATIE OVERZICHT - Een aandoening veroorzaakt door medicatie of andere ingenomen substanties kan aanzien worden als

Nadere informatie

Bloedmorfologie. Klassieke bloedmorfologie. Erythrocyten of rode bloedcellen (RBC)

Bloedmorfologie. Klassieke bloedmorfologie. Erythrocyten of rode bloedcellen (RBC) Klassieke bloedmorfologie Erythrocyten of rode bloedcellen (RBC) Bloedmorfologie Een rode bloedcel is een biconcave, ronde schijf met een diameter van ongeveer 7µm en een maximale dikte van 2,5µm. Het

Nadere informatie

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE

UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE UW BEHANDELING MET GAZYVARO - BENDAMUSTINE KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_053 INHOUDSTAFEL 01 Welke chemotherapie (= behandeling met cytostatica) krijgt u? 3 02 Hoe verloopt uw behandeling? 3 03 Overzicht

Nadere informatie

Wat as het misloopt met de lever! Slide Source:

Wat as het misloopt met de lever! Slide Source: Wat as het misloopt met de lever! Les geven in Zuid-Afrikaans :! LIFT Les geven in Zuid-Afrikaans :! LIFT = HYSBAK Les geven in Zuid-Afrikaans :! METRO? Les geven in Zuid-Afrikaans :! METRO= MOLTREIN Les

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie (MKD) is een genetische

Nadere informatie

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog WORKSHOP ANEMIE een Maastrichtse aanpak Michel van Gelder internist-hematoloog met dan aan: Sacha Zeerleder(hematoloog, AMC) & Arno Gingele(1 e jaarsaios, MUMC) Na deze Workshop ben je ONGETWIJFELD in

Nadere informatie

Bloedtransfusie patiënteninformatie

Bloedtransfusie patiënteninformatie Klinisch Chemisch Laboratorium Bloedtransfusie patiënteninformatie Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Binnenkort ondergaat u een behandeling of

Nadere informatie

Inhoud Wat is een bloedtransfusie

Inhoud Wat is een bloedtransfusie Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans is dat u bloed toegediend moet krijgen: bloedtransfusie. Of u krijgt binnenkort een bloedtransfusie vanwege bloedarmoede.

Nadere informatie

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom)

Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Mevalonaat Kinase Deficientië (MKD) (of Hyper IgD syndroom) Versie 2016 1. WAT IS MKD 1.1 Wat is het? Mevanolaat kinase deficiëntie is een genetische aandoening.

Nadere informatie

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE)

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) Versie 2016 1. WAT IS CANDLE 1.1 Wat is het? Chronische Atypische

Nadere informatie

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA)

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) Versie 2016 1. WAT IS DIRA 1.1 Wat is het? Deficiëntie van de IL-1-receptorantagonist (DIRA) is een zeldzame

Nadere informatie

Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent

Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent Hematologische afwijkingen bij de oudere: Anemie Prof Dr Nele Van Den Noortgate Diensthoofd Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt UZ-Gent Definitie van anemie Cappellini et al. Seminar hematol 2015;

Nadere informatie

Bloedtransfusie. Klinisch Chemisch Laboratorium

Bloedtransfusie. Klinisch Chemisch Laboratorium Bloedtransfusie Klinisch Chemisch Laboratorium Binnenkort ondergaat u een behandeling, waarbij de kans bestaat dat u bloed toegediend moet krijgen (een bloedtransfusie). Ieder jaar ontvangen zo'n 300.000

Nadere informatie

Om de risico s van een bloedtransfusie tot een minimum te beperken, gelden de volgende voorwaarden ten aanzien van bloeddonatie:

Om de risico s van een bloedtransfusie tot een minimum te beperken, gelden de volgende voorwaarden ten aanzien van bloeddonatie: BLOEDTRANSFUSIE Binnenkort ondergaat u een behandeling waarbij u mogelijk bloed toegediend krijgt. In deze folder leest u hoe een bloedtransfusie verloopt. Wat is een bloedtransfusie? Bloedtransfusies

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Transfusie van bloedproducten

Transfusie van bloedproducten Transfusie van bloedproducten Inhoud Samenstelling bloed 3 Transfusie van bloedproducten 4 Veiligheid 4 Verloop transfusie 5 Alternatieve behandelingen 6 Weigeren van transfusie met bloedproducten 7 Tot

Nadere informatie