VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE JAARVERGADERING VAN 19 JUNI 2015

Transcriptie

1 JAARVERSLAG

2 VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE JAARVERGADERING VAN 19 JUNI 2015 Achttiende boekjaar

3 2

4 VOORWOORD Zoals de wettelijke en statutaire bepalingen voorzien, brengen wij verslag uit aan de gemeenten-deelnemers over de activiteiten van Finilek tijdens het voorbije boekjaar. Eveneens leggen wij de jaarrekening ter goedkeuring voor. Hierna volgen achtereenvolgens: een voorstelling van de dienstverlenende vereniging en haar bestuursorganen, een activiteitenverslag en een financieel verslag met bijlage. Achtttiende boekjaar

5 4

6 INHOUDSTAFEL VOORSTELLING VAN FINILEK... 8 DEELNEMERS... 9 BESTUURSORGANEN COMMISSARIS-REVISOR VERGADERINGEN VAN DE BESTUURSORGANEN STRATEGISCHE PARTICIPATIES TELENET FINANCIERING VAN DE PARTICIPATIES FINANCIERING INVESTERINGEN GEMEENTEN SECRETARIAAT BALANS COMMENTAAR BIJ DE BALANS PER 31 DECEMBER RESULTATENREKENING COMMENTAAR BIJ DE RESULTATENREKENING WAARDERINGSREGELS WINSTVERDELING PER GEMEENTE VOOR HET BOEKJAAR WETTELIJKE TOELICHTING BIJKOMENDE VERMELDINGEN PRESENTATIE RESERVES PER 31 DECEMBER VERSLAG VAN HET TOEZICHTSCOMITE VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR BIJLAGE

7 6

8 VOORSTELLING VAN FINILEK EN VAN DE BESTUURSORGANEN Achttiende boekjaar

9 VOORSTELLING VAN FINILEK Benaming en vorm Finilek, dienstverlenende vereniging onderworpen aan het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Registratienummer RPR (rechtspersonenregister) ressorterende onder het rechtsgebied van Mechelen. Maatschappelijke zetel Stadhuis, Grote Markt 21 te 2800 Mechelen. Secretariaat c/o Intermixt, Ravensteingalerij 4 bus 2 te 1000 Brussel. Tel: Fax: philippe.rossie@intermixt.be Oprichting Intercommunale opgericht te Mechelen op 30 april 1996 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 augustus De oprichtingsakte werd gepubliceerd in de bijlage bij het Belgisch Staatsblad van 29 mei 1996 onder nummer 477. Statuten en statutenwijziging Statuten goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 augustus Gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 29 mei 1996 onder nummer 477. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst door de buitengewone algemene vergadering van 16 december Goedgekeurd bij ministerieel besluit van 19 april Gepubliceerd in de bijlage bij het Belgisch Staatsblad van 10 januari 2005 onder nummer

10 DEELNEMERS Deelnemersregister A F Ft Fg Fp Fs Fsl Fsh Ff Totaal Beersel Bertem Dilbeek Drogenbos Hoeilaart Huldenberg Kortenberg Kraainem Lennik Liedekerke Linkebeek Overijse Roosdaal Sint-Genesius-Rode Sint-Pieters-Leeuw Ternat Tervuren Wezembeek-Oppem Zaventem Deelnemersregister B F Ft Fg Fp Fs Fsl Fsh Ff Totaal Aarschot Asse Berlaar Bierbeek Bonheiden Boortmeerbeek Bornem Boutersem Diest Haacht Halle Heist-op-den-Berg Herent Herselt Hoegaarden Hulshout Kapelle-op-den-Bos Keerbergen Leuven Londerzeel Mechelen Merchtem Opwijk Putte Puurs Rotselaar Scherpenheuvel-Zichem Sint-Amands Sint-Katelijne-Waver Tienen Tremelo Willebroek Zemst Totaal:

11 Toelichting bij de maatschappelijke aandelen De statuten voorzien dat de deelnemers bij toetreding tot Finilek een aantal aandelen F onderschrijven in functie van het aantal conventionele abonnees op hun grondgebied (ondertussen vervangen door de EAN-codes). Eveneens voorzien de statuten dat de deelnemers die Finilek verzoeken strategische participaties te verwerven en voor hun rekening te financieren, per strategische participatie één aandeel onderschrijven. De kenletters, die volgen op de F, verwijzen naar de soort strategische participatie. Alle aandelen zijn gewaardeerd aan EUR 25 en volstort. t g p s sl sh f verwijst naar de aandelen Telenet verwijst naar de aandelen Publigas verwijst naar de aandelen Publi-T verwijst naar de aandelen GeFIN verwijst naar de aandelen ECS verwijst naar de aandelen EGPF verwijst naar de financiering van investeringen van de gemeenten 10

12 BESTUURSORGANEN Raad van Bestuur Voorzitter Ondervoorzitter Hermans Dirk Kapelle-op-den-Bos Vansina Dirk Leuven Leden Anciaux Koen Mechelen Baeten Jeroen Sint-Katelijne-Waver Beerens Albert Opwijk Bert Christiane Roosdaal Blockmans William Zaventem Bronselaer Bart Bierbeek tot 6 oktober Calmeyn Alexis Drogenbos Daems Geert Hulshout Dams Paul Tremelo De Blaiser Raf Sint-Amands De Buck Frederik Bierbeek sedert 6 oktober De Kock Danny Overijse De Locht Hans Boortmeerbeek De Vliegher Georges Dilbeek Debrael Jean Beersel Debroeck Jan Tienen Fabri Edwin Asse Groeseneken Tom Hoegaarden Holsters Frans Ternat Horemans Walter Berlaar Janssens Geert Scherpenheuvel- Zichem Jennes Erwin Diest Keersmaekers Werner Zemst Mees Albert Bertem Parsa Saba Sint-Genesius-Rode sedert 1 december Petit Frédéric Wezembeek-Oppem Picalausa Marc Halle Rombauts Yannick Putte tot 1 december Rousseau Bert Putte sedert 1 december Scheys Philippe Herent Sedyn Paul Linkebeek Segers Hilde Liedekerke Speeckaert Jos Sint-Pieters-Leeuw Spiessens Luc Willebroek Swiggers Steven Haacht Van Assche Jaak Bonheiden Van Bets Philippe Herselt Van de Putte André Kraainem Van der Poorten Hilde Puurs Van Doren Bartel Londerzeel sedert 23 juni Van Ginderdeuren Filip Lennik Van Horenbeke Jean-Paul Hoeilaart Van Ranst Kevin Bornem Van Rossum Mario Tervuren Vandevelde Mario Merchtem Vanheel Harold Kortenberg Vansevenant Dominick Keerbergen Verelst Carl Heist-op-den-Berg sedert 1 december Verhulst Gerda Londerzeel tot 23 juni Vervliet Chris Boutersem Vervoort Patrick Rotselaar Vervoort Philippe Huldenberg Vranken Ria Aarschot Welters Hans Heist-op-den-Berg tot 14 oktober Wilmès Sophie Sint-Genesius-Rode tot 14 oktober Leden met raadgevende stem Geys Karel Mechelen Janssens Linda Dilbeek Rens Guther Leuven Deskundige Verschelde Martin Secretaris Rossie Philippe 11

13 Directiecomité Voorzitter Speeckaert Jos Ondervoorzitter Horemans Walter Sint-Pieters-Leeuw Berlaar Leden Daems Geert Hulshout De Kock Danny Overijse Hermans Dirk Kapelle-op-den-Bos Scheys Philippe Herent Swiggers Steven Haacht Van Assche Jaak Bonheiden Van Ginderdeuren Filip Lennik Vanheel Harold Kortenberg Vansina Dirk Leuven Vranken Ria Aarschot Deskundige Verschelde Martin Secretaris Rossie Philippe COMMISSARIS-REVISOR BDO Bedrijfsrevisoren Burg. Ven. CVBA Vaste vertegenwoordiger: Hennie Herijgers 12

14 ACTIVITEITENVERSLAG Achttiende boekjaar

15 VERGADERINGEN VAN DE BESTUURSORGANEN Zittingen Jaarvergadering: 1 Buitengewone algemene vergadering: 1 Raad van bestuur: 5 Directiecomité: 4 STRATEGISCHE PARTICIPATIES Publigas In 1996 werd de cvba Publigas opgericht. Het secretariaat van Publigas wordt door Intermixt verzorgd. Publigas heeft als opdracht het aanhouden en verwerven van participaties in vennootschappen waarvan het maatschappelijk doel in hoofdzaak bestaat uit aardgasvervoer. Concreet bezit Publigas een participatie van 77,7% in Fluxys die onder meer de aardgasvervoerder Fluxys Belgium controleert. A. Historiek Bij de oprichting hield Publigas een rechtstreeks en onrechtstreeks belang van 25% aan in Distrigas, dat toen eveneens de huidige taken van Fluxys uitoefende. In het kader van de vrijmaking van de energiemarkt werd Distrigas in 2001 opgesplitst in een aardgasinvoermaatschappij (Distrigas) en een vervoersnetmaatschappij (Fluxys). In beide ondernemingen behield Publigas een belang van 25%. Eind 2004 kon Publigas zowel in Fluxys als Distrigas een bijkomende participatie van 6,25% verwerven. Hiervoor ging Publigas over tot een kapitaalverhoging. Publigas participeerde vanaf dat moment voor 31,25% in zowel Distrigas als Fluxys. Bij de oprichting van Publigas werd aan de gemeenten van zowel de gemengde als de zuivere sector gevraagd via hun financieringsverenigingen of holdingstructuren te participeren in Publigas. De verhoudingen zijn vastgelegd in de conventie van 31 maart 1994 en volgens de modaliteiten van de aandeelhoudersovereenkomst van 3 juli De aandelen zijn opgedeeld in drie categorieën: - de aandelen van categorie A voor de financieringsintercommunales (financieringsverenigingen) van het Vlaams gewest en de Vlaamse Energie Holding vertegenwoordigen 55% van de uitgegeven aandelen; - de aandelen van categorie B voor de financieringsintercommunales van het Waals gewest en Socofe vertegenwoordigen 30% van de uitgegeven aandelen; - de aandelen van categorie C voor de financieringsintercommunale van het Brussels gewest vertegenwoordigen 15% van de uitgegeven aandelen. 14

16 Aan de gemeenten werd bij de oprichting van Publigas een marktconform rendement vooropgesteld. Bovendien heeft Publigas de aandelen Distrigas overgenomen aan een sterk gereduceerde prijs, waardoor van bij de aanvang Publigas over een aanzienlijke meerwaarde beschikte. In 2006 kwam een protocolovereenkomst tussen Suez en Publigas tot stand over de overdracht van de aardgastransitactiviteiten van Distrigas aan Fluxys. Deze overdracht zou gecombineerd worden met een aandelenruil met Suez waarbij Publigas zijn belang in Fluxys zou verhogen tot 37,5% en in Distrigas verminderen tot 26,65%. De overeenkomst werd niet geconcretiseerd. Enerzijds ging de CREG op dat ogenblik niet akkoord met de waardering van de transitactiviteiten, anderzijds was er de fusie van Suez met Gaz de France waardoor Suez uiteindelijk genoodzaakt was zijn belang in Distrigas volledig af te stoten in het kader van een opgelegde Europese maatregel. In dit kader heeft Suez in 2008 zijn participatie in Distrigas verkocht aan ENI (Italië), één van de grootste gasspelers in Europa. Publigas besliste om zijn voorkooprecht niet uit te oefenen. Eveneens diende Suez op vraag van de Europese Commissie zijn participatie in Fluxys te verminderen van 57,25% naar 44,75%. Suez verloor op die manier ook zijn controle over Fluxys. Medio 2008 werd er in dit kader door Publigas een bijkomende participatie van 12,50% in Fluxys overgenomen van Suez, zijnde aandelen aan een aanschaffingswaarde van EUR per aandeel of EUR Publigas had eind 2008 een deelneming van 45,22% in het kapitaal van Fluxys, met inbegrip van aandelen Fluxys D die op de beurs gekocht werden aan gemiddeld EUR 2.518,85 per aandeel. Suez wou actief betrokken blijven bij de LNG terminal (vloeibaar gas) van Fluxys in Zeebrugge. Suez wenste, voor het behoud van zijn economisch belang, 60% van de aandelen van de terminal te verwerven. Publigas wenste van zijn kant dat de controle en de consolidatie van de LNG-terminal zich op het niveau van Fluxys zou bevinden. Publigas sloot uiteindelijk op 30 september 2008 een akkoord met Suez om in 2009 onder bepaalde voorwaarden 6,25% van de aandelen van Fluxys over te nemen en om 20% van het aandeelhouderschap in het op te richten Fluxys International (door omvorming van Fluxys LNG) te verwerven. Begin 2009 besliste Publigas zijn participatie in Distrigas te verminderen tot 25% + 1 aandeel. Deze verkoop leverde de holding ongeveer EUR 299 miljoen op. Publigas onderzocht bovendien uitgebreid het geheel van elementen die moest toelaten te beslissen of het aanhouden van een participatie in Distrigas zich om strategische redenen opdrong. Werden hierbij in het bijzonder in ogenschouw genomen: - de potentiële bijdrage van deze participatie in Distrigas ter beveiliging van de bevoorrading van het land; - het niveau van ondersteuning door de federale regering geleverd voor een dergelijke bijdrage; - de wil van ENI om met Publigas een rendabel partnerschap op te bouwen; 15

17 - de financiële belangen van de aandeelhouders van Publigas in de context van de financiële crisis. Op 4 maart 2009 besliste Publigas uiteindelijk, onder druk van de algemene economische context van de operatie, zijn volledige participatie in het kader van het openbaar bod, dat door ENI gelanceerd werd op Distrigas, te verkopen. Per aandeel bracht dit voor Publigas EUR 6.809,64 op wat in totaal ongeveer EUR 1.495,4 miljoen betekende. De transitactiviteiten van Distrigas (grensoverschrijdend transport van gas via België) werden ondertussen overgedragen aan Fluxys omwille van juridische en operationele redenen. Daar waar de oprichting van Fluxys International zonder gevolg bleef, verwierf Publigas begin juni 2009 de bijkomende participatie van 6,25% in Fluxys, zijnde aandelen aan een aanschaffingswaarde van EUR per aandeel of EUR Publigas had van dan af een deelneming van 51,47% in het kapitaal van Fluxys en bijgevolg de controle over Fluxys. De publicatie in het Belgisch Staatsblad op 8 december 2009 van de zgn. wet Magnette was het startsein voor onderhandelingen tussen Publigas en Electrabel (als overnemer van de aandelen Fluxys van Suez-Tractebel) over de aankoop door Publigas van een bijkomende participatie in Fluxys van 13,5%. De vermelde wet verplichtte Electrabel zijn participatie in Fluxys te verminderen van 38,50% tot maximaal 24,99%. Publigas en Electrabel zijn niet tot een overeenkomst gekomen zodat Publigas eventueel zijn voorkooprecht kon uitoefenen op de aandelen A van Fluxys die Electrabel aan een derde zou verkopen. Publigas beschikte in de overgedragen winst alvast over een bedrag van EUR 200 miljoen voor de verwerving van bijkomende aandelen Fluxys. In het voorjaar van 2010 maakte Electrabel bekend dat het volledig uit Fluxys wou stappen. Door de voormelde aankondiging werd uiteindelijk onderhandeld over de volledige participatie van 38,5% die Electrabel aanhield. Dit leidde begin mei 2010 tot de overname van die 38,5% door Publigas. Dankzij deze aankoop steeg het belang van Publigas van 51,47% naar 89,97%. De overnameprijs bedroeg EUR per aandeel, weliswaar met inbegrip van het dividend van EUR 70 per aandeel over het boekjaar Het totale prijskaartje voor Publigas kwam uit op EUR 635,75 miljoen. Door die overname werd Publigas de enige referentieaandeelhouder van Fluxys. De evolutie in de Belgische wetgeving op het gebied van de onafhankelijkheid van netbeheerders ten opzichte van aardgasleveranciers noodzaakte de herstructurering van Fluxys en zijn dochterondernemingen. Hiertoe richtte Publigas een volle dochteronderneming op met de benaming Fluxys Holding NV. Publigas bracht zijn participatie in Fluxys in. Eind december 2010 werd de naam Fluxys Holding gewijzigd in Fluxys G. Vervolgens heeft Fluxys G op 8 mei 2012 zijn naam veranderd in Fluxys. Tegelijk heeft dochterbedrijf Fluxys zijn naam gewijzigd in Fluxys Belgium om beter het actieterrein van het bedrijf weer te geven. Op die manier weerspiegelen de bedrijfsnamen beter de structuur van de groep. De wens om de activiteiten die onderworpen zijn aan het regulatoir kader in België duidelijk te onderscheiden van de andere activiteiten speelde ook een rol in de hertekening van de structuur. 16

18 In Fluxys Europe BV (vennootschap naar Nederlands recht) zijn de deelnemingen ondergebracht in ondernemingen met niet-gereguleerde activiteiten in België en in ondernemingen met activiteiten in het buitenland. Het beheer van de geldmiddelen van Fluxys is gecentraliseerd bij dochteronderneming Fluxys Finance NV. Fluxys Belgium NV heeft zijn beursnotering behouden en blijft het geheel waarin de gereguleerde activiteiten in België zijn ondergebracht: aardgasvervoer, aardgasopslag en via Fluxys-dochter Fluxys LNG NV ook de terminalling van vloeibaar aardgas. Daarnaast blijft ook het herverzekeringsbedrijf Flux Re NV een dochteronderneming van Fluxys Belgium. Juridisch bracht deze herschikking de verkoop van de deelnemingen met zich mee. Hierdoor realiseerde Fluxys Belgium een meerwaarde van EUR 160 miljoen die in de vorm van een interimdividend werd uitgekeerd aan de aandeelhouders. Hiervan ontving Fluxys ongeveer EUR 144 miljoen. Door de inbreng van zijn aandelen Fluxys Belgium in Fluxys heeft Publigas een (louter) boekhoudkundige meerwaarde gerealiseerd van EUR 398,34 miljoen. De algemene vergadering van Publigas van 24 november 2010 heeft deze meerwaarde als onbeschikbare reserve bestemd. Zoals bij elektriciteit is er sinds jaren de vaststelling dat het beheer van de vervoersnetten steeds Europeser wordt. Een internationale expansie moet Fluxys in staat stellen de geografische positie van België ten volle te benutten. België is immers een belangrijk transitland voor energiestromen. Het netwerk van Fluxys is zo uitgebouwd om er het kruispunt van het grensoverschrijdende gastransport in Noordwest-Europa van te maken. Omwille van haar centrale ligging en grote graad van interconnectiviteit ten gevolge van belangrijke gasinfrastructuurinvesteringen die gebeurd zijn over de laatste decennia, is België uitgegroeid tot een van de draaischijven van de Europese gasmarkt. Deze positie is van groot belang voor de Belgische economie omdat, naast het creëren van economische waarde door de investeringen zelf, de grote gasdoorvoerstromen doorheen België zorgen voor een versterking van de leveringszekerheid in een land zonder eigen gaswinning en met een heel beperkte gasopslagcapaciteit. Fluxys heeft als strategie om deze rol van Europese draaischijf te bestendigen en de pioniersrol van Zeebrugge als LNG terminal en als handelspunt ook naar de toekomst toe veilig te stellen. Daartoe probeert het ten eerste zeer competitieve transmissie-, opslag- en doorvoertarieven aan te bieden die (buitenlandse) shippers kunnen aantrekken naar de Belgische markt. Een tweede luik van deze strategie bestaat erin om de interconnectiviteit van België verder uit te bouwen door investeringen in nieuwe capaciteit (vb. VTN2 dit is een pijpleiding tussen Eynatten en Opwijk), en door het nemen van participaties in met België verbonden gasinfrastructuren (vb. Balgzand-Bacton lijn). Publigas wou het kapitaal van Fluxys openstellen voor één of meerdere partners die kunnen bijdragen tot de versterking van Fluxys en die de positie van België als een draaischijf van aardgasstromen in Noordwest-Europa veilig kunnen stellen. Op 30 maart 2011 heeft het Canadese pensioenfonds Caisse de dépôt et placement du Québec (CDPQ) een participatie van 10% genomen in Fluxys middels een kapitaalverhoging van EUR 150 miljoen. 17

19 De door Europa opgelegde Derde Richtlijn leidt tot een hertekening van het Europese gaslandschap, waarbij er een verregaande scheiding komt tussen gasinfrastructuuroperatoren zoals Fluxys en gasverkopers en -handelaars. De Derde Richtlijn leidt tot gedwongen eigendomswijzigingen, wat aan Fluxys de mogelijkheid gegeven heeft en zal geven om participaties te nemen in interessante gaspijpleidingen, interconnectoren en andere installaties, die de verbinding met de Belgische infrastructuur en met Zeebrugge optimaliseren. Deze participaties geven Fluxys de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de besluitvorming in dergelijke aangrenzende belangrijke gasinfrastructuren, die zowel de marktwerking als de bevoorrading ten goede komen. In dit verband heeft Fluxys een participatie van 25% genomen in de LNG-terminal in Duinkerke, een project van de Franse elektriciteitsproducent EDF, waarbij tevens wordt geïnvesteerd in een nieuwe pijpleiding naar België. Fluxys zal ook actief betrokken zijn bij de exploitatie van de nieuwe terminal, zodat synergieën met Zeebrugge kunnen worden ontwikkeld. Op 1 september 2011 heeft Fluxys van Wingas een deelneming van 19% overgenomen in de North European Gas Pipeline NEL. De NEL-verbinding is één van de twee leidingen in Duitsland voor het vervoer van aardgas afkomstig van de Nord Stream-leiding die via de Baltische Zee Russisch aardgas naar Europa brengt. Op 30 november 2011 heeft Fluxys de overname afgerond van de deelnemingen van ENI in de leidingen TENP (Duitsland) en Transitgas (Zwitserland). De transactie omvat naast de deelnemingen van ENI in TENP KG (49%) en Transitgas AG (46%), die eigenaar zijn van de leidingen, ook de belangen van ENI als vervoersnetbeheerder in beide activa, met inbegrip van de rechten om 60% van de capaciteit van de TENP-leiding en 90% van de capaciteit van de Transitgas-leiding te commercialiseren als onafhankelijk vervoersnetbeheerder. Door de verwerving van de participaties van ENI in het Duitse TENP en het Zwitserse Transitgas had Fluxys EUR 300 miljoen bijkomend kapitaal nodig. CDPQ bracht EUR 210 miljoen in en Publigas EUR 90 miljoen. Hierdoor verhoogde de participatie van CDPQ in Fluxys van 10% naar 20%. Op de buitengewone algemene vergadering van 30 november 2009 van Publigas werd een statutenwijziging goedgekeurd die o.m. de raad van bestuur van Publigas voor een periode van drie jaar (tot 18 december 2012) toeliet ten gepaste tijde het kapitaal van Publigas te verhogen met EUR 250 miljoen. In het licht van het voorgaande heeft de raad van bestuur van Publigas op 6 oktober 2011 beslist tot een kapitaalverhoging over te gaan van EUR Tegen einde december 2011 had Publigas slechts 25% van de EUR effectief nodig. Publigas beschikt immers nog over reserves en heeft ook leningen aangegaan omwille van fiscale optimalisering. Het overige bedrag zou pas opgevraagd worden indien er nieuwe concrete projecten door Fluxys op tafel gelegd worden waarvoor aan de aandeelhouders bijkomend kapitaal gevraagd wordt. In 2012 zette Fluxys zijn expansiepolitiek gestaag verder. In januari 2012 sloten Snam (de Italiaanse vervoersnetbeheerder) en Fluxys een strategische overeenkomst met als doel de integratie van de aardgasnetten in Europa te bevorderen. Vervolgens troffen beide bedrijven in februari een akkoord om gezamenlijk de 16,41% ENI-deelneming in 18

20 Interconnector, eigenaar en operator van de onderzeese aardgasleiding tussen het Verenigd Koninkrijk en België, over te nemen. Eind september 2012 hebben Snam en Fluxys de transactie afgerond waarmee ze de deelneming van E.ON overnemen in Interconnector. Naast de gezamenlijke deelneming van 31,50% met Snam heeft Fluxys ook een rechtstreeks belang van 25% (+ 10% sedert begin 2013) in Interconnector en CDPQ heeft een participatie van 33,5% in de onderneming. Eind juli 2013 heeft Fluxys een deelneming van 16% genomen in het project Trans Adriatic Pipeline (TAP), dat aardgas vanuit Azerbeidzjan naar Europa zal vervoeren via de zuidelijke corridor. De overname vormt een nieuwe stap vooruit in de strategie van Fluxys om de markten aan elkaar te koppelen en zo de bevoorradingszekerheid en de marktliquiditeit in Europa te versterken. TAP zal aardgas vervoeren van het grote Shah Deniz II-gasveld in Azerbeidzjan via Griekenland, Albanië en de Adriatische Zee naar Italië. Het partnerschap van Fluxys met het Italiaanse aardgasinfrastructuurbedrijf Snam en hun gezamenlijke project om gasstromen in omgekeerde richting aan te bieden van Italië naar Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk, liggen in dat opzicht perfect in het verlengde van het TAP-project. Fluxys verhoogde op 27 december 2012 nogmaals zijn kapitaal met EUR 142,5 miljoen. EUR 64 miljoen voor rekening van Publigas, EUR 28,5 miljoen voor rekening van CDPQ en EUR 50 miljoen voor rekening van de Federale Participatie en Investeringsmaatschappij (FPIM). Fluxys lanceerde ook een aandeelhoudersplan voor het personeel en het management van al zijn dochterondernemingen. Het plan kadert in kapitaalsverhogingen voor een maximumbedrag van EUR 3 miljoen. Na volstorting van deze kapitaalverhogingen houdt Publigas nog een belang aan van 77,74% in Fluxys, de CDPQ 19,97%, de FPIM 2,14% en de personeelsleden en het management 0,15%. Na de mislukte overnamepoging door Fluxys van het Duitse OGE stelde de raad van bestuur van Publigas vast dat Publigas in de nabije toekomst niet zal worden gevraagd om in te schrijven op een bijkomende kapitaalverhoging van Fluxys. Op de buitengewone algemene vergadering van Publigas van 20 maart 2013 werd dan ook een kapitaalvermindering goedgekeurd die enkel betrekking had op de aandelen die eind 2011 voor 25% waren volgestort. Met andere woorden, 75% van de aandelen die werden uitgegeven werden geannuleerd en het geld dat volgestort werd voor de geannuleerde aandelen werd geïmputeerd op de overblijvende 25% van deze aandelen, zodat deze nu voor 100% volgestort zijn. Eventuele nieuwe kapitaalnoden van Fluxys en Publigas zullen uiteraard afhangen van de verdere ontwikkelingen op de Europese aardgasmarkt en de consolidatiegolf die mogelijks aan intensiteit zal winnen. B. Recente ontwikkelingen In 2014 werd een stap verder gezet. Fluxys en SNAM ondertekenden in het voorjaar een principeakkoord voor de oprichting van een gezamenlijke onderneming die de internationale activa van Fluxys en SNAM zou combineren langs de zuid/noord en 19

21 oost/west-vervoersassen, met uitzondering van de Belgische en Italiaanse thuismarkten. Door de krachten te bundelen zouden SNAM en Fluxys referentiespelers worden in Europa. Ook heeft Fluxys zijn deelneming in het project Trans Adriatic Pipeline (TAP) verhoogd van 16% naar 19%. Fluxys Belgium zette in juni 2014 een belangrijke stap door het afsluiten van een akkoord met de federale regulator CREG over een ontwerp van nieuwe tariefmethodologie voor de periode Op 18 december 2014 werd de methodologie door de CREG vastgelegd. Over het afgelopen boekjaar dat liep van 1 oktober 2013 tot 30 september 2014, heeft Publigas een dividend uitgekeerd van EUR 2.498,65 per aandeel ten overstaan van EUR 2.249,65 in het vorig boekjaar. Voor de aandelen uitgegeven n.a.v. de kapitaalverhoging 2011 en vernietigd per 20 maart 2013 bedroeg het dividend per aandeel EUR 1.053,95. C. Financiële elementen Finilek Aan de gemeenten van Finilek werd de mogelijkheid geboden via Finilek aandelen te verwerven in Publigas. Vierendertig gemeenten beslisten aandelen te onderschijven. Hiervoor werd EUR 5,6 miljoen betaald of EUR 2.973,63 per aandeel. Finilek bekwam aldus een participatie van 6,74% in Publigas. De bijkomende participatie die aan Finilek bij de kapitaalverhoging in 2004 werd toegewezen bedroeg 335 aandelen met een waarde van EUR per aandeel, of in totaal EUR 6,66 miljoen. Vijfenveertig gemeenten van Finilek beslisten in deze kapitaalverhoging te participeren. Oorspronkelijk werd in het boekjaar 2009 voor een mogelijke maximale kapitaalverhoging van Publigas van EUR , een beschikbare reserve in Finilek aangelegd van EUR ,65. In het voorjaar van 2011 werd echter de kans op een kapitaalverhoging minimaal geacht. Met het slotdividend van 2010 werd dan ook in juni 2011 het grootste gedeelte van de beschikbare reserve uitgekeerd. Een strategische reserve van EUR ,50 bleef behouden. In het najaar van 2011 werd de kapitaalverhoging uiteindelijk toch doorgevoerd. Aan Finilek werden 433 aandelen aangeboden aan EUR per aandeel. Hiervan moest slechts 25% worden volgestort. Concreet betekent dit dat Finilek op 19 december 2011 slechts EUR moest betalen. De kapitaalverhoging door Publigas bood ook een opportuniteit voor de vijf gemeenten van Finilek die nog niet bij deze activiteit waren aangesloten. Vier van de vijf gemeenten zijn hierop ingegaan. Uiteindelijk hebben drieënveertig gemeenten van Finilek de kapitaalverhoging onderschreven. Voor slechts twee gemeenten werd het bedrag van de eerste opvraging van de kapitaalverhoging door Finilek gefinancierd. De voormelde strategische reserve werd teruggenomen om te kunnen aanwenden voor de kapitaalverhoging. Voor de resterende 75% van de kapitaalverhoging was er per einde 2012 nog een reserve beschikbaar van EUR ,62. N.a.v. de kapitaalvermindering van maart 2013 ontving Finilek EUR gelet op de afronding van het aantal vernietigde aandelen. Sedert de kapitaalvermindering heeft Finilek 20

22 nog aandelen Publigas. Finilek participeert in het kapitaal van Publigas voor een bedrag van EUR ,92 (6,74% van het totaal). De reserve voor de resterende 75% van de kapitaalverhoging werd geannuleerd. Finilek ontving in 2014 EUR ,40 ten overstaan van EUR ,16 in 2013 als dividend. Het gemiddelde rendement (dus op de gemiddelde boekwaarde) op deze participatie bedraagt voor Finilek 35,21%. Na de verrekening van de creditintresten en de werkingskosten bedraagt het resultaat van deze rekeningentiteit EUR ,32. Publi-T In 2001 werd de cvba Publi-T opgericht. Publi-T heeft als opdracht het beheer van het aandeel van de Belgische gemeenten in Elia. Elia is de nationale beheerder van het transportnet voor elektriciteit. Het secretariaat van Publi-T wordt door Intermixt waargenomen. A. Historiek Publi-T was bij de oprichting voor 30% in handen van de financieringsverenigingen van de Vlaamse gemengde sector, voor 25% van de Gemeentelijke Holding, voor 15% van de Vlaamse zuivere intercommunales en de Vlaamse Energie Holding, voor 12,5% van Socofe, voor 10% van de Waalse financieringsintercommunales en voor 7,5% van de financieringsintercommunales van de Brusselse gemengde sector. Begin 2007 was Publi-T al de belangrijkste aandeelhouder van Elia met een belang van 30%. Electrabel volgde met 27,45% en Publipart, een holding die is ontstaan uit de ontvlechting van het energiebedrijf SPE, met 2,55%. De resterende 40% was op de beurs genoteerd. Deze verhoudingen zijn in de loop van het boekjaar door twee operaties gewijzigd. In juni 2007 heeft Elia een beperkte kapitaalverhoging voor het personeel doorgevoerd. Hierdoor zagen de bestaande aandeelhouders hun participaties licht verwateren. Met de nieuwe overnamewet in het achterhoofd is Publi-T dan ook overgegaan tot de aankoop van een aantal aandelen op de beurs om de verwatering tegen te gaan en het belang op minimum 30% te houden. In de zogenaamde Pax Electrica tussen de Belgische overheden en Suez was overeengekomen dat Electrabel zijn belang in Elia met 3% zou verlagen. De energiegroep gaf daarbij de voorkeur aan een onderling akkoord met Publi-T, dat hoe dan ook over een voorkooprecht beschikte. In september 2007 sloten Electrabel en Publi-T een principeovereenkomst die in december 2007 leidde tot de effectieve verkoop van de 3% aan Publi-T. Daardoor steeg het strategisch belang van Publi-T in Elia tot 33,02% en versterkte de holding zijn positie als referentieaandeelhouder van Elia. 21

23 De aankoop werd gefinancierd met een overbruggingskrediet van EUR 40,7 miljoen. Voor de structurele financiering werd echter geopteerd voor een kapitaalverhoging. Op de buitengewone algemene vergadering van 20 maart 2008 werd beslist over te gaan tot het verhogen van het kapitaal. De aankoop van bijkomende Elia-aandelen leidde in 2008 tot een gevoelige stijging van de dividendinkomsten van Publi-T. Elia maakte begin 2010 zijn plannen bekend om het Duitse transportnetwerk 50Hz over te nemen van de Zweedse energiegroep Vattenfall. Verschillende argumenten pleiten voor een internationale expansie van Elia in het algemeen en voor de overname van 50Hz in het bijzonder. Deze argumenten werden na heel wat onderzoek door Publi-T bijgetreden. Hoofdlijn is de vaststelling dat het beheer van de transportnetten steeds Europeser wordt. Een belangrijke evolutie daarbij is de sterke verwachte toename van hernieuwbare productie, meer specifiek windenergie. Dat zal belangrijke aanpassingen aan de netten noodzakelijk maken, waarbij de netten internationaler zullen moeten worden om het onvoorspelbare karakter van windenergie te kunnen opvangen. Een internationale expansie moet Elia in staat stellen invloed uit te oefenen op de investeringsbeslissingen en de ontwikkeling van de marktregels in West-Europa. In die context mag niet worden vergeten dat de elektriciteitsproductie in België nagenoeg volledig in handen is van buitenlandse spelers en ons land structureel nood heeft aan import van elektriciteit. Gelet op de geografische positie is België sowieso een belangrijk transitland voor energiestromen. Dan zijn er de argumenten die specifiek pleitten voor de overname van 50Hz. Immers, 50Hz is een van de vier grote transportnetwerken in Duitsland en bevindt zich in het noordoostelijk deel van Duitsland, grenzend aan Polen, de Tsjechische republiek en de Baltische zee. Deze positie is van groot belang, vermits men daar grote off shore windmolenparken wil ontwikkelen. Kortom, dankzij de acquisitie kan Elia sleutelposities innemen voor twee grote off shore windmolenparken in de Centraal West Europese regio, met name de parken van de Noordzee en de Baltische zee. Naast de strategische argumenten waren er vanzelfsprekend ook bedrijfseconomische en financiële elementen. Dankzij de overname kan Elia operationele ervaringen uitwisselen, standaarden ontwikkelen en het regulatoir risico diversifiëren zodat niet alle inkomsten afhankelijk zijn van één en hetzelfde regulatoir kader. Dat alles moet de creatie van extra aandeelhouderswaarde mogelijk maken. Overigens heeft Elia 50Hz niet alleen overgenomen, maar via een consortium waarbij Elia 60% voor zijn rekening neemt en Industry Funds Management (IFM) de resterende 40%. IFM is een wereldwijde beheerder van infrastructuurinvesteringen met de hoofdzetel in Australië. In het voorjaar van 2010 maakte Electrabel bekend dat het volledig uit Elia wilde stappen. Daarop werden meteen onderhandelingen aangevat tussen Publi-T en Electrabel die begin mei leidden tot de overname van 12,5% in Elia. De overnameprijs bedroeg EUR 26,5 per aandeel inclusief het dividend over het boekjaar 2009 van EUR 1,38 per aandeel. Het totale prijskaartje voor Publi-T kwam uit op EUR 160 miljoen. Publi-T nam dus de helft van het aangeboden aandelenpakket over, zodat het strategisch belang van Publi-T in Elia steeg tot 45,25%. De andere helft van het pakket aandelen van 22

24 Electrabel werd naar de beurs gebracht. Daardoor werd Publi-T de enige grote aandeelhouder van Elia en sindsdien is de exclusieve controle over de onderneming in handen van Publi-T. Door enkele beperkte aandelenuitgiften voor het personeel verwaterde het belang van Publi-T in Elia ondertussen licht tot 45,08%. Ter financiering van de overname van 50Hz voerde Elia in juni 2010 een kapitaalverhoging van nagenoeg EUR 300 miljoen door. Het kostenplaatje van deze investering bedroeg voor Publi-T afgerond EUR 136 miljoen. Publi-T heeft dus net geen EUR 300 miljoen bijkomend in Elia geïnvesteerd. Na studiewerk besliste de holding dit bedrag voor een derde met eigen vermogen en voor twee derden met bankschulden te financieren. Tot voor deze operatie was Publi-T nagenoeg schuldenvrij waardoor er dus voldoende speelruimte was om dergelijke bedragen met vreemd vermogen te financieren. De kapitaalverhoging van Publi-T werd opgesplitst in twee tranches. Op de eerste tranche van EUR 100 miljoen konden alle aandeelhouders intekenen met uitzondering van de Gemeentelijke Holding. Een tweede tranche van naar schatting EUR 33 à 39 miljoen werd prioritair gereserveerd voor de Gemeentelijke Holding die hierop kon inschrijven op welbepaalde tijdstippen tot eind 2015, zodat de Holding de gelegenheid had om opnieuw een belang van 25% plus één aandeel in Publi-T te bereiken. Door het in vereffening gaan van de Gemeentelijke Holding kregen de andere aandeelhouders automatisch de mogelijkheid in januari 2016 in te tekenen. Op de buitengewone algemene vergadering van Publi-T van 29 april 2015 wordt deze tweede tranche geschrapt. De uitgifteprijs van een aandeel Publi-T bedroeg EUR 413,29. Deze prijs is gebaseerd op de technische waarde van Elia. Met uitzondering van een relatief kleine Waalse vennoot, hebben alle aandeelhouders ingetekend op de aandelen die hen werden toegekend op basis van de oorspronkelijke verhoudingen in Publi-T. Conform de afgesproken modaliteiten, werden de niet-opgenomen aandelen verdeeld onder de andere vennoten die tot dezelfde aandeelhouderscategorie behoren en kenbaar hadden gemaakt bijkomende aandelen te willen verwerven. De verhoudingen tussen de aandeelhouderscategorieën werden door de niet-deelname van de Gemeentelijke Holding gewijzigd. Sedert 7 december 2011 is de Gemeentelijke Holding in vereffening. Hierdoor verloor in overeenstemming met de statuten van Publi-T, de Gemeentelijke Holding automatisch de hoedanigheid van vennoot en vervielen de rechten verbonden aan diens aandelen in Publi- T. In de plaats daarvan had de Gemeentelijke Holding nog recht op de betaling op een scheidingsaandeel van EUR ,14. Publi-T besliste op 11 december 2012 over te gaan tot een kapitaalverhoging ter financiering van het scheidingsaandeel. Deze kapitaalverhoging werd doorgevoerd op 15 mei Het scheidingsaandeel werd betaald door Publi-T op 11 juni

25 B. Recente ontwikkelingen Een verbetering van het Duitse regulatoire kader zorgde er alvast voor dat de resultaten van 50Hz sinds de overname gunstig zijn. Meer nog, over boekjaar 2013 was meer dan de helft van de geconsolideerde groepswinst van Elia te danken aan 50Hz. Elia is ook op andere vlakken actief in het buitenland. Zo nam de groep samen met IFM een minderheidsbelang in Atlantic Wind Connection, een project voor de uitbouw van een netwerk van offshore windturbines aan de oostkust van de VS. In 2014 werd dan weer Elia Grid International (EGI) opgericht dat de buitenlandse activiteiten van Elia en 50Hz bundelt op niveau van consulting en projectontwikkeling. Voor de Belgische activiteiten van Elia werd in juni 2014 een belangrijke stap gezet door het afsluiten van een akkoord met de federale regulator CREG over een ontwerp van nieuwe tariefmethodologie voor de periode Net zoals bij Fluxys werd op 18 december 2014 de methodologie door de CREG vastgelegd bracht ook goed nieuws voor het Stevin-project dat in de versterking voorziet van de hoogspanningslijnen in West en Oost-Vlaanderen. Stevin ging lange tijd gebukt onder juridische procedures die door enkele lokale besturen en particulieren waren ingeleid en die alle betrekking hadden op het Gewestelijk Ruimtelijke Uitvoeringsplan (GRUP) dat het tracé van de hoogspanningslijn vastlegt. In de loop van 2014 slaagde Elia erin met alle partijen een akkoord te bereiken, waardoor begin 2015 daadwerkelijk kon worden gestart met de bouw van het project. Stevin is evenwel slechts een van de vele investeringsprojecten van Elia België. Andere belangrijke projecten zijn onder meer Nemo, dat een interconnector voorziet met het Verenigd Koninkrijk, Brabo, dat een versterking inhoudt van de hoogspanningslijnen in het Antwerps havengebied en de interconnectiecapaciteit met Nederland, Allegro, de interconnector met Duitsland, en de versterking van de lijnen in de oostkantons. Al deze projecten moeten bijdragen tot de bevoorradingszekerheid van ons land op het vlak van elektriciteit. Publi-T gaat ervan uit dat Elia in de periode een kapitaalverhoging zal doorvoeren om deze organische groei van zijn Belgische activiteiten te financieren. De raad van bestuur van Publi-T heeft het principiële standpunt dat Publi-T in voorkomend geval deze operatie best proportioneel volgt, zodat het aandeel van de holding in Elia constant blijft en Publi-T blijvend instaat voor de Belgische publieke verankering van het transportnet voor elektriciteit. Tezelfdertijd stelde de raad van bestuur van Publi-T vast dat in september 2015 voor EUR 170,80 miljoen bankleningen van het bullet -type, waarvan de hoofdsom volledig terugbetaalbaar is op de vervaldag, moeten worden terugbetaald of worden geherfinancierd. Beide vaststellingen samen hebben de raad van bestuur van Publi-T ertoe aangezet om in februari 2015 de procedure aan te vatten voor een kapitaalverhoging van EUR 150 miljoen. Hiermee zal in september 2015 de hoofdmoot van de schulden worden terugbetaald, zodat de schuldgraad van Publi-T drastisch daalt. Op die manier beschikt Publi-T over de mogelijkheid een verwachte toekomstige kapitaalverhoging van Elia proportioneel te onderschrijven met nieuwe bankleningen, waardoor in grote lijnen een zelfde schuldgraad als op vandaag zou worden bereikt. 24

26 Voor wat de dividenden betreft volgt Publi-T, behoudens onverwachte omstandigheden, een meerjarenplanning die door de algemene vergadering in december 2011 is goedgekeurd. Deze planning voorziet in een toename van het dividend per aandeel met 2% per jaar. In december 2015 moet een nieuwe meerjarenplanning worden opgesteld. Het is alvast de betrachting van de raad van bestuur van Publi-T om de huidige dividendpolitiek voort te zetten. Via briefwisseling was ondertussen duidelijk geworden dat de Gemeentelijke Holding de gevolgen van de toepassing van de vennootschapswetgeving en de statuten van Publi-T niet aanvaardde. De vereffenaars van de Gemeentelijke Holding betekenden dan ook in juni 2012 een dagvaarding aan Publi-T. Ook Belfius had te kennen gegeven in de procedure te willen tussenkomen en dat in zijn hoedanigheid van schuldeiser van de Gemeentelijke Holding. In januari 2014 werd een tussenvonnis geveld door de rechtbank van koophandel in de rechtszaak die door de Gemeentelijke Holding in vereffening en Belfius was ingespannen. De rechtbank bevestigde dat de Gemeentelijke Holding vanaf de ontbinding de hoedanigheid van vennoot verloor en dus enkel recht heeft op de uitbetaling van een scheidingsaandeel. De rechtbank velde echter het verrassende oordeel dat, alhoewel hiertoe wettelijk geen verplichting bestaat, Publi-T toch zijn activa had moeten herwaarderen in het kader van de goede trouw die tussen partijen wordt verwacht. Daarop werd een deskundige aangeduid die de opdracht kreeg de financiële vaste activa in casu het belang in Elia te herwaarderen op datum van 31 augustus 2012, namelijk de datum waarop het boekjaar werd afgesloten dat als basis diende voor de berekening van het scheidingsaandeel. Deze uitspraak wordt door de raad van bestuur van Publi-T op meerdere vlakken als problematisch ervaren. Publi-T heeft nog nooit een herwaardering van zijn activa doorgevoerd en de Gemeentelijke Holding heeft dat als aandeelhouder sinds de oprichting ook nooit gevraagd. Dergelijke herwaardering uitvoeren in het kader van de jaarafsluiting per 31 augustus 2012 zou er dus enkel op gericht zijn het scheidingsaandeel te verhogen, terwijl de statuten en wetgeving duidelijk stellen dat het scheidingsaandeel op de boekhoudwaarde moet gebaseerd zijn. Bovendien stelt vaststaande rechtsleer dat de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening enkel kan worden betwist door de voormalige vennoot in geval van bedrog, vergissingen, weglatingen of rekenfouten, wat hier geenszins het geval is. Op advies van zijn raadslieden besliste de raad van bestuur van Publi-T op 6 februari 2014 dan ook beroep aan te tekenen tegen het tussenvonnis. Dat houdt in dat de procedure volledig opnieuw loopt voor het hof van beroep. In afwachting van een uitspraak dient Publi-T geen bijkomende financiële verrichtingen uit te voeren voor dit dossier en wordt het nodig noch opportuun geacht eventuele provisies aan te leggen. Sedert het in vereffening gaan van de Gemeentelijke Holding is Publi-T voor 40% in handen van de financieringsverenigingen van de Vlaamse gemengde sector, voor 20% van de 25

27 Vlaamse zuivere verenigingen en VEH, voor 16,67% van Socofe, voor 13,33% van de Waalse intercommunales en voor 10% van het Brusselse Interfin. Publi-T keerde over het afgelopen boekjaar, dat liep van 1 september 2013 tot 31 augustus 2014 een dividend uit van EUR 23,13 ten overstaan van EUR 22,68 per aandeel in het vorig boekjaar, exact volgens de meerjarenplanning. C. Financiële elementen Finilek In opdracht en voor rekening van zijn deelnemers (behalve Diest) participeerde Finilek in het kapitaal van Publi-T voor een bedrag van EUR ,88 t.o.v. EUR vóór de kapitaalverhoging van Alle gemeenten van Finilek namen deel aan de kapitaalverhoging zodat de onderlinge verhoudingen niet gewijzigd werden. Voor de kapitaalverhoging in 2008 werd door negen gemeenten aan Finilek gevraagd de kapitaalverhoging te prefinancieren, waarvan twee gedeeltelijk. De overige gemeenten financierden de kapitaalverhoging met reserves die in 2007 binnen Finilek waren aangelegd. Het voorbehouden gedeelte van de kapitaalverhoging van 2010 voor Finilek bedroeg EUR ,07. Opnieuw namen alle gemeenten van Finilek deel aan de kapitaalverhoging zodat de onderlinge verhoudingen niet gewijzigd werden. Waar Finilek voorheen 5,45% van het kapitaal in handen had, is dit na de kapitaalverhoging van 2010 gestegen tot 5,82% en sedert het in vereffening gaan van de Gemeentelijke Holding tot 7,27%. Het voorbehouden deel voor Finilek van de kapitaalverhoging van 2013 bedroeg EUR ,70. Hiervoor was er per einde 2012 een reserve beschikbaar van EUR ,33. De raad van bestuur van Finilek heeft op 21 december 2012 beslist om de gemeentendeelnemers uit te nodigen Finilek te verzoeken voor hun rekening de kapitaalverhoging te onderschrijven. De uitgifteprijs van een aandeel Publi-T bedroeg EUR 324,58. Dit was, gelet op de waarderingsmethode van het scheidingsaandeel, meer dan 20% lager dan de uitgifteprijs n.a.v. de kapitaalverhoging in Twee gemeenten beslisten het hun voorbehouden deel van de kapitaalverhoging binnen Finilek niet te onderschrijven. Daar vijf gemeenten een extra bedrag wilden onderschrijven, werd het niet onderschreven bedrag door voormelde gemeenten gecompenseerd. Hierdoor werden de onderlinge verhoudingen tussen de gemeenten gewijzigd. Finilek participeert in het kapitaal van Publi-T voor een bedrag van EUR ,65 t.o.v. EUR ,95 vóór de kapitaalverhoging van Sedert deze kapitaalverhoging heeft Finilek aandelen van Publi-T. Finilek ontving in 2014 een dividend van EUR ,33 ten overstaan van EUR ,73 in De stijging is enerzijds te danken aan een toename met 2% van het dividend per aandeel en anderzijds aan de in 2013 aangekochte aandelen die pas in het voorbije boekjaar volledig dividendgerechtigd werden. Een jaar eerder ontvingen ze nog louter een pro rata temporis dividend. Het gemiddelde rendement (dus op de gemiddelde boekwaarde) op deze participatie bedraagt voor Finilek 7,47%. 26

28 Na de verrekening van de debet- en creditintresten, de werkingskosten en de inhouding voor de aflossing van uitstaande schulden bedraagt het resultaat van deze rekeningentiteit EUR ,99. ECS In het kader van de liberalisering van de energiemarkt in 2002 voorzag de wetgever een opsplitsing tussen de activiteiten energieverkopen en netbeheerder. Vóór de liberalisering van de energiemarkt stonden de opdrachthoudende verenigingen (o.a. Iverlek) van de Vlaamse gemeenten in voor zowel de distributie als de levering van elektriciteit en aardgas. Bij de vrijmaking van de Vlaamse energiemarkt in 2003 werd de leveringsactiviteit van de gemengde intercommunales ondergebracht bij ECS (Electrabel Customer Solutions NV) en beperken de opdrachthoudende verenigingen zich tot het distributienetbeheer, samen met enkele belangrijke bijkomende maatschappelijke opdrachten. ECS is nationaal actief, maar de opbrengsten worden in regionale rekeningsectoren verdeeld. De Vlaamse gemeenten van de gemengde sector hadden tot 29 december 2014 een belang in ECS via hun financieringsverenigingen. Ze hieden samen een financiële participatie van 3% aan in ECS; wat overeenkomt met 5% in de Vlaamse activiteiten van ECS. Echter, gelet op de historische context bij het ontstaan van ECS ontvingen zij 40% van het resultaat van de Vlaamse rekeningsector van ECS. De resterende 60% is bestemd voor de moedervennootschap Electrabel die op haar beurt een volle dochter van GDF Suez is. Aandachtspunt is dat de opbrengsten van ECS grotendeels worden toegekend als een beheersvergoeding (allowance public partner) via een Stille Handelsvennootschap (destijds een Vereniging in Deelneming of VID) en in mindere mate als een dividend. Deze VID werd opgericht in 1996 tussen Finilek, Electrabel en (toen nog) Iverlek. De opbrengsten uit deze participatie waren zwaar gedaald in de periode in vergelijking met de periode De toegenomen concurrentie op de vrijgemaakte energiemarkt, de sterk gestegen inkoopprijzen die niet altijd direct volledig doorgerekend kunnen worden in de verkoopprijzen en het groot aantal toegenomen oninbare facturen waren hier de oorzaak van. ECS slaagde er niettemin in de negatieve spiraal om te buigen. Voor het boekjaar 2010 werd een bijdrage ontvangen van EUR ,12 en een dividend van EUR ,27. Voor het boekjaar 2011 werd een bijdrage ontvangen van EUR ,96 en een dividend van EUR ,48. In vergelijking met het boekjaar 2010 was dit al een daling met 37,46%. Het totaal ontvangen bedrag was wel nog ongeveer het gemiddelde sedert de oprichting van ECS. De concurrentie die op het scherp van de snee gevoerd wordt samen met diverse regeringsmaatregelen zoals de bevriezing van de verkoopprijzen leidden er toe dat de inkomsten van ECS drastisch daalden. Voor het boekjaar 2012 werd dan ook slechts een bijdrage en een dividend verwacht van samen ongeveer EUR 1,562 miljoen. In maart 2013 bereikte Finilek het nieuws dat over boekjaar 2012 geen dividenduitkering zou plaatsvinden. Tevens werd per brief meegedeeld dat de voormelde Stille 27