Natuurtoets Molenerf Kinderdijk. In het kader van herinrichtingsplannen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Natuurtoets Molenerf Kinderdijk. In het kader van herinrichtingsplannen"

Transcriptie

1 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk In het kader van herinrichtingsplannen Concept, 30 september 2008

2 Verantwoording Titel Natuurtoets Molenerf Kinderdijk Opdrachtgever Stichting Werelderfgoed Kinderdijk Projectleider ir. A.W. (Arjan) van der Lee Auteur(s) A. (Bram) Rijksen, W.H.C. (Wim) Heijligers Projectnummer Aantal pagina's 40 (exclusief bijlagen) Datum 30 september 2008 Handtekening Colofon Tauw bv afdeling Water Rhijnspoor 209 Postbus AA Capelle aan den IJssel Telefoon (010) Fax (010) Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 3\40

3 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

4 Inhoud Verantwoording en colofon Inleiding Aanleiding en doel Natuurbeschermingswetgeving Onderzoeksmethode Belangrijke uitgangspunten Leeswijzer Locatie, ontwikkeling en soorten Situatie Beoogde ontwikkeling Huidige natuurwaarden en te verwachte soorten Samenvatting verwachte tabel 2- en 3-soorten Toetsing Flora- en faunawet Inleiding Toetsing aanwezige soortgroepen Conclusies toetsing Flora- en faunawet Toetsing Natuurbeschermingswet Werkwijze Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk Toetsing effecten Toetsing Beschermd Natuurmonument Conclusies toetsing Natuurbeschermingswet Toetsing Ecologische Hoofdstructuur Werkwijze EHS Provincie Zuid-Holland Toetsing effecten Conclusies toetsing EHS Conclusies en aanbevelingen Flora en faunawet Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 5\40

5 6.2 Natuurbeschermingswet Ecologische Hoofdstructuur Aanbevelingen Literatuur Bijlage(n) 1. Overzichtskaart 2. Toelichting natuurbeschermingswetgeving 3. Instandhoudingdoelen Natura 2000 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

6 1 Inleiding Onderstaand hoofdstuk bevat elementaire informatie met betrekking tot de beoogde ontwikkeling, de natuurbeschermingswetgeving en de wijze waarop hieraan is getoetst. 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van Stichting Werelderfgoed Kinderdijk heeft Tauw onderzoek gedaan naar de consequenties van natuurwetgeving voor de herinrichting van het Molenerf. De beoogde ontwikkelingen en activiteiten zijn nader beschreven in hoofdstuk 2. In deze rapportage wordt antwoord gegeven op de vraag welke natuurbeschermingswetgeving voor de beoogde herinrichting van belang is, en in hoeverre deze ontwikkeling mogelijk strijdig is met deze wetgeving. 1.2 Natuurbeschermingswetgeving De huidige natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in soortbescherming en gebiedsbescherming. Soortbescherming wordt gewaarborgd door de Flora- en faunawet. Deze wet beschermd inheemse dier- en plantensoorten waarbij onderscheid wordt gemaakt in verschillende beschermingscategorieën. Voor alle activiteiten met een mogelijk effect op beschermde dier- en plantensoorten is toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Gebiedsbescherming wordt gewaarborgd door de Natuurbeschermingswet Deze wet beschermt Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten. Voor activiteiten met een mogelijk effect op deze gebieden is toetsing aan de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk. De planologische bescherming van gebieden aangemerkt als Ecologische Hoofdstructuur vindt plaats bij ruimtelijke procedures en andere vergunningaanvragen 1. Het Molenerf is onderdeel van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk, en valt binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Daarom zijn niet alleen de Flora- en faunawet (bescherming van planten- en diersoorten), maar ook de Natuurbeschermingswet 1998 van toepassing. De planlocatie is bovendien gelegen in de provincie Zuid-Holland en maakt onderdeel uit van de (provinciale) Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Toetsing aan de EHS dient onderdeel te zijn van de Ruimtelijke Onderbouwing die opgesteld zal worden voor de ruimtelijke ordeningsprocedure. In dit rapport is een globale inhoudelijke toetsing uitgevoerd (zie ook uitgangspunten genoemd in paragraaf 1.4). 1 Een uitgebreide beschrijving met betrekking tot natuurbeschermingswetgeving is opgenomen in bijlage 1 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 7\40

7 1.3 Onderzoeksmethode De mogelijke aanwezigheid van beschermde planten- en/of diersoorten is bepaald aan de hand van de volgende gegevens: Vrij beschikbare gegevens van het Natuurloket en overige relevante internetbronnen Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en -data Een oriënterend veldbezoek op 25 juni 2008 Het veldbezoek is erop gericht te controleren in hoeverre soorten, waarvan op basis van literatuurgegevens wordt aangenomen dat deze aanwezig kunnen zijn, daadwerkelijk op het terrein van het Molenerf kunnen voorkomen, of in hoeverre de locatie voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen. Het veldbezoek betreft geen inventarisatie. Ten aanzien van ondermeer beleid, soortspecifieke informatie en andere gegevens is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Een totaaloverzicht is opgenomen in het slothoofdstuk Literatuur. 1.4 Belangrijke uitgangspunten Het onderdeel van deze effectbeoordeling dat gericht is op de toetsing aan de EHS, is beperkt tot het bepalen of er mogelijk sprake is van aantasting van de wezenlijke waarden en kenmerken. Toetsing aan provinciale streekplannen en/of gemeentelijke (bestemmings)plannen maakt geen deel uit van deze rapportage. De toetsing geeft daarmee slechts een globale, inhoudelijke indruk over het optreden van eventuele effecten op de EHS. Procedurele consequenties in het kader van ruimtelijke ordeningsprocedures dienen daarom in overleg met het Bevoegd Gezag (provincie Zuid-Holland) afgewogen te worden. Een onderdeel van de wijzigingen in de bezoekersroute is het realiseren van een nieuwe brug ter hoogte van het Molenerf. De effectentoetsing is van toepassing op de herinrichting van het Molenerf; de effecten die bij realisatie van de nieuwe routing eventueel optreden zijn in deze toetsing niet onderzocht. 1.5 Leeswijzer Na de inleiding van hoofdstuk 1 volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van de locatie, de plannen die er zijn voor de herinrichting van het Molenerf, en een beschrijving van de huidige natuurwaarden in en rond het erf. In het derde hoofdstuk wordt in het kort de relevante inhoud van de Flora- en faunawet beschreven en wat de effecten kunnen zijn op beschermde soorten, die in het gebied voor kunnen komen. Hoofdstuk 4 gaat in op de Natuurbeschermingswet 1998, en de doelstellingen die voor het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk zijn bepaald. De resultaten van de effectentoetsing worden aan het eind van dit hoofdstuk samengevat. De toetsing van de effecten op de Ecologische Hoofdstructuur wordt in hoofdstuk 5 beschreven. De uiteindelijke conclusies inclusief aanbevelingen van deze 3 toetsingen worden in hoofdstuk 6 samengevat. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van de geraadpleegde literatuur en bronnen. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

8 2 Locatie, ontwikkeling en soorten De herinrichting van het Molenerf is bepalend voor de eventuele effecten op beschermde gebieden en soorten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige en toekomstige staat en het gebruik van de planlocatie, en de te verwachten soorten. Dit wordt gedaan op basis van verspreidingsgegevens en eventueel aanvullend op basis van deskundigenoordeel. 2.1 Situatie Om (globale) locaties aan te duiden wordt in de ecologie veel gebruik gemaakt van een raster van kilometerhokken. Verspreidingsgegevens van dier- en plantensoorten worden veelal per kilometerhok gedocumenteerd. Het plangebied is gelegen in kilometerhok Onderstaande figuur 2.1 geeft de ligging van het plan- en studiegebied weer. De begrenzing van studiegebied komt overeen met dat van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk. Het behoort tot het grondgebied van de gemeenten Alblasserdam en Nieuw-Lekkerland. Figuur 2.1 Ligging plangebied (globaal begrensd) Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 9\40

9 Molenerf Het terrein van Molenerf ligt aan de noordwestzijde van het molencomplex Kinderdijk, en maakt onderdeel uit van het meest intensief bezochte deel van het gebied. Aan de oostzijde wordt het perceel begrensd door water, de zogenaamde boezem, en de Middelkade (de centrale as), en aan de westkant door de Hooge Boezem van de Nederwaard. Ten noorden van het Molenerf is een rietdekkersbedrijf gevestigd, en de zuidkant sluit aan op het terrein van de bezoekersmolen. Figuur 2.2 Molen 1 op het Molenerf, gezien vanaf de Middelkade Het terrein is ca m2 (lengte +/- 110 meter), en bestaat voor een groot deel uit extensief onderhouden groentetuinen en struweel. Deze bossages bestaan uit onder andere Schietwilg, Gewone es, Zwarte els, Gewone vlier en onderbegroeiing van bramen, Fluitenkruid en Grote brandnetel. Langs de waterkant is een meer typische oevervegetatie aanwezig. In de bossages langs de oostkant liggen grote hoeveelheden gesneden riet (zie fig. 2.3). Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

10 Figuur 2.3 Beplanting langs oostzijde perceel Op het terrein bevinden zich, naast de zogenaamde Molen 1, grenzend aan het water en omzoomd door een strak gemaaid gazon. Andere gebouwen zijn het woonhuis en een vervallen schuurtje (fig. 2.4). Het terrein is voor bezoekers niet toegankelijk. Figuur 2.4 Schuurtje op terrein Molenerf Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 11\40

11 Hooge Boezems van de Neder- en Overwaard Het Molenerf is onderdeel van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk, waarbinnen ook de aangrenzende Neder- en Overwaard vallen. De samenstelling van open water en rietlanden zorgt voor een natuurgebied met een grote (internationale) betekenis voor de aanwezige flora en fauna. De planlocatie is gelegen in het noordoostelijk deel van de Hooge Boezem van de Nederwaard. Figuur 2.5 Oostzijde Hooge boezem van de Nederwaard 2.2 Beoogde ontwikkeling De herinrichting is onderdeel van een pakket maatregelen waardoor meer logica in de routing van de bezoekers moet ontstaan. Ten opzichte van de huidige situatie betekent dit een openstelling van het Molenerf, het realiseren van horecagelegenheid en het creëren van ruimte voor diverse evenementen en ambachten. De activiteiten beperken zich hoofdzakelijk tot de periode tussen maart en oktober, tussen zonsopkomst en zonsondergang. De hoogte van de te realiseren constructies zal naar verwachting niet boven de 3 meter zijn. Verder wordt er aan de noordkant van het Molenerf een houten loopconstructie aangelegd ( panoramadijkje ) met een maximale hoogte van 2,5 meter. Deze constructie wordt rond een terrein van 15 x 20 meter geleid, waar een houten scheepje ( Kinderdijkse Hoogaars ) met een maximale hoogte van 1,5 meter wordt gebouwd. De horecagelegenheid, het zogenaamde koffie-uitgiftepunt, wordt ongeveer 5 x 10 meter en maximaal 3 meter hoog. Naast dit punt wordt een sanitaire voorziening van 5 x 5 gerealiseerd. Op het terrein wordt gebruik gemaakt van 4 mobiele houten opslagruimtes (3 x 3 x 2,5 meter). De nutsvoorzieningen worden zodanig van bestaande voorzieningen afgetakt, dat er zo weinig mogelijk (graaf)werkzaamheden in het terrein plaatsvinden. Het vervallen houten schuurtje (fig. 2.4) verdwijnt. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

12 Bij de beoogde ontwikkeling worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Het gaat bij het realiseren van horecagelegenheid om een tijdelijke situatie - Toegepaste constructies blijven relatief laag en buiten de 100 meter biotoopgrens vanaf molen 1 - De westrand van het erf (de kade) blijft volledig in stand - Oostelijke rand blijft als zone met rommelige, erfachtige beplanting gehandhaafd - Beplanting, kades en rietzones langs de randen van het perceel blijven gehandhaafd - Buiten het toeristische hoogseizoen is het erf leeg De activiteiten van de rietdekker kunnen worden gecombineerd met de ambachtelijke invulling van het Molenerf, inclusief het gebruik van een deel van de moestuinen. Activiteiten tijdens en na realisatie Om de beoogde inrichting te realiseren, zijn er diverse (bouw)activiteiten noodzakelijk, waarvan het bouwrijp en toegankelijk maken van het perceel de meest ingrijpende zullen zijn. Deze activiteiten zijn eenmalig. Ten opzichte van de huidige situatie zal na realisatie sprake zijn van een sterke toename van het aantal mensen op het Molenerf. De activiteiten zullen zich vooral binnen de periode maart tot oktober concentreren. 2.3 Huidige natuurwaarden en te verwachte soorten In de Flora- en faunawet wordt onderscheid gemaakt in 3 tabellen beschermde soorten: tabel 1- soorten (niet bedreigd), tabel 2-soorten (beschermd) en tabel 3-soorten (strikt beschermd). Voor tabel 1-soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer, onderhoud of gebruik en worden in dit rapport niet specifiek benoemd. Uit de gegevens van, onder meer, het Natuurloket blijkt dat het gebied waarin het Molenerf ligt, met wisselende mate van volledigheid is onderzocht op het voorkomen van de verschillende soortgroepen uit de 3 beschermingscategorieën. Op basis van verschillende literatuurbronnen is nader bekeken welke soorten in (de omgeving van) het plangebied voorkomen. Op basis van habitateisen, het orienterende veldbezoek en deskundigenoordeel is een selectie gemaakt van de soorten die daadwerkelijk in of nabij de planlocatie verwacht worden. NB. Hoewel vleermuizen zoogdieren zijn, worden deze vanwege hun afwijkende eigenschappen als afzonderlijke groep behandeld. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 13\40

13 Flora Uit de gegevens van Natuurloket en het overzicht van Beschermde planten en dieren in Zuid- Holland [Provincie Zuid-Holland, 2004] blijkt dat in het gebied geen tabel 2- en 3-soorten te verwachten zijn. Gegevens van locale Natuur- en vogelwachtgroep De Alblasserwaard [NVG Alblasserdam, 2008] tonen wel het voorkomen van Zomerklokje (tabel 2-soort) in de directe omgeving van het Molenerf aan, namelijk in de Neder- en Overwaard. Tijdens het veldbezoek was met name de verscheidenheid aan water- en oevervegetatie opvallend. De soorten die zijn aangetroffen zijn kenmerkend voor een matig voedselrijk tot voedselrijk en helder water van goede kwaliteit. Het gaat daarbij om onder andere Grote wederik, Grote kattenstaart, Koninginnenkruid, Echte valeriaan, Zwanebloem en Oeverzegge. Figuur 2.6 Grote wederik en Kattenstaart De zoomvegetatie en onderbeplanting langs en in het struweel bestaat uit soorten die kenmerkend zijn voor een bodem met een hoog stikstofgehalte, zoals Grote brandnetel, Fluitenkruid en Kleefkruid. Op het Molenerf werden geen tabel 2- en 3-soorten aangetroffen. De aanwezigheid van Zomerklokje langs de randen van het Molenerf is op voorhand echter niet uit te sluiten. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

14 Zoogdieren Uit verspreidinggegevens van onder meer de Zoogdierenvereniging VZZ [VONZ, maart 2008], het overzicht van Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland [Provincie Zuid-Holland, 2004], en de regionale verspreidingsgegevens van de Natuur- en vogelwachtgroep De Alblasserwaard [NVG Alblasserdam, 2008], blijkt dat de directe omgeving van het Molenerf het leefgebied vormt voor Noordse Woelmuis en Waterspitsmuis. Beide zijn als tabel 3-soort beschermd volgens de Flora- en faunawet. Tijdens het veldbezoek werden geen beschermde grondgebonden zoogdieren aangetroffen. Het is aannemelijk dat het voorkomen van Waterspitsmuis en Noordse Woelmuis vooral gebonden is aan de Hooge Boezems van de Neder- en Overwaard. Gezien de ligging en het aanwezige biotoop van de het Molenerf, is het niet waarschijnlijk dat dit een wezenlijk onderdeel van het leefgebied van deze beschermde soorten vormt. Vleermuizen Uit het overzicht van Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland [Provincie Zuid-Holland, 2004] en de verspreidingsgegevens van VZZ blijkt dat recent de aanwezigheid van Gewone dwergvleermuis, Rosse dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis is vastgesteld in de directe omgeving van het Molenerf. Tijdens het veldbezoek is vastgesteld dat het Molenerf voor vleermuizen geschikt is als vliegroute en foerageergebied. Elementen als lijnvormige beplantingen, zoals in dit geval aanwezig is langs het water aan de oostzijde, zijn voor vleermuizen van essentieel belang. Dit geldt ook voor de molen en de woning. Deze kunnen namelijk dienst doen als (tijdelijke) winter- of zomerverblijfplaats. Vogels De soortgroep vogels heeft een bijzondere status: gedurende het broedseizoen zijn alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan beschermd. Vaste verblijfplaatsen én functionele omgeving van een aantal specifieke vogelsoorten zijn jaarrond beschermd. Dit geldt voor verschillende spechten- en uilensoorten. Uit inventarisatiegegevens [Sovon broedvogelatlas, 2002] blijkt dat in het plangebied rond het Molenerf verschillende soorten broeden die gebruik maken van dergelijke verblijfplaatsen. Daarbij gaat het onder meer om Torenvalk, Buizerd, Ransuil en Grote bonte specht. Er zijn tijdens het veldbezoek geen aanwijzingen gevonden die duiden op de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen op het Molenerf van één of meerdere van deze soorten. Tijdens het veldbezoek werden onder meer zangvogels als Spotvogel, Tuinfluiter en Tjiftjaf gehoord en/of gezien. Het is aannemelijk dat in het broedseizoen het struweel door verschillende zangvogels als nestlocatie wordt gebruikt. Langs de oever kunnen in het voorjaar Fuut, Meerkoet en Wilde eend broeden. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 15\40

15 Amfibieën Volgens de gegevens van Natuurloket, Ravon en de locale onderzoekgegevens [NVG Alblasserdam, 2008], zijn in de directe omgeving van het Molenerf recentelijk Heikikkers en Rugstreeppadden aangetroffen. Beide zijn beschermd volgens tabel 3 van de Flora- en faunawet. Tijdens het veldbezoek werden verschillende Groene en Bruine kikkers gevonden, maar beschermde amfibiesoorten werden niet aangetroffen. Het voorkomen van Heikikker en Rugstreeppad lijkt door het ontbreken van geschikt habitat op het Molenerf ook niet waarschijnlijk. Reptielen Volgens de gegevens van Natuurloket, Ravon en de locale onderzoekgegevens [NVG Alblasserdam, 2008], zijn in de directe omgeving van het Molenerf recentelijk geen beschermde reptielsoorten aangetroffen. Ook tijdens het veldbezoek werden geen beschermde tabel 2- of 3- soorten gevonden. Het gebied voldoet in alle opzichten echter wel aan de habitateisen van Ringslang, een volgens de Flora- en faunawet beschermde tabel 3-soort. In het verleden zijn deze ook in (de directe omgeving van) het plangebied waargenomen. Met name de aanwezigheid van grote hoeveelheden gesneden riet tussen de bossages aan de oostzijde is interessant (zie ook fig. 2.3). Op dergelijke opslaglocaties worden vaak zogenaamde broeihopen gevonden. Dit zijn hopen composterend organisch materiaal waarin Ringslangen hun eieren afzetten. De kans op aanwezigheid van Ringslangen wordt vergroot door het hoge aantal kikkers, één van de belangrijkste voedselbronnen. Vissen Volgens de gegevens van Natuurloket, Ravon en de locale onderzoekgegevens [NVG Alblasserdam, 2008], zijn in de watergangen rondom van het Molenerf recentelijk Kleine modderkruipers en Bittervoorns aangetroffen. Dit zijn respectievelijk tabel 2- en 3-soorten. Tijdens het veldbezoek is niet actief naar vissen gezocht, maar met name het voorkomen van Bittervoorn in de relatief brede boezem langs het Molenerf lijkt zeer waarschijnlijk. De aanwezigheid van Kleine modderkruiper is minder aannemelijk, omdat deze soort zich vooral in aaneengesloten polderslootsystemen met ondiepe watergangen ophoudt. Libellen en dagvlinders Volgens de aanvullende actuele gegevens van de Atlas van de Nederlandse Libellen [Brachyton, september 2008] zijn er in de omgeving van het Molenerf in de periode Groene glazenmakers aangetroffen. Overige beschermde libel- en vlindersoorten werden niet vastgesteld. Tijdens het veldbezoek werden onder meer Bruine glazenmaker, Kleine vos en Atalanta waargenomen. Volgens de Flora- en faunawet beschermde soorten werden niet gezien. Het voorkomen van Groene glazenmaker is onlosmakelijk verbonden met de aanwezigheid van Krabbescheer. Deze plantsoort komt niet in de directe omgeving van het Molenerf voor, en daarmee is de locatie niet geschikt als leefgebied. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

16 Figuur 2.7 Bruine Glazenmaker Overige ongewervelden Volgens de gegevens van Natuurloket zijn in de omgeving van de polder geen beschermde soorten uit tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet aangetroffen. Gegevens van de plaatselijke VNG Alblasserwaard geven echter aan dat in 2007 meerdere Gestreepte waterroofkevers (tabel 3-soort) in het gebied zijn aangetroffen. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde soorten aangetroffen. Gezien het geschikte habitat van de watergangen rondom het Molenerf, is het voorkomen van Gestreepte waterroofkever niet op voorhand uit te sluiten. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 17\40

17 2.4 Samenvatting verwachte tabel 2- en 3-soorten Op basis van de verspreidingsgegevens uit de beschikbare literatuurbronnen en het oriënterende veldbezoek zijn in de onderstaande tabel 2.1 de soorten weergegeven, waarvan verwacht wordt dat deze in of in de nabije omgeving van het plangebied voor kunnen komen. In de tabel zijn alleen de zwaarder beschermde soorten opgenomen (tabel 2 en 3). De licht beschermde soorten (tabel 1), waarvoor bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals deze veelal een vrijstelling geldt, zijn niet genoemd. Rode Lijst-soorten zonder beschermde status zijn evenmin opgenomen. Tabel 2.1 Beschermde soorten (tabel 2/3) die op basis van verspreidingsgegevens, veldbezoek en deskundigenoordeel in of in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig kunnen zijn Soortgroep Verwachte soorten Flora Zomerklokje (tabel 2) Zoogdieren Noordse Woelmuis, Waterspitsmuis (tabel 3) Vleermuizen Gewone dwergvleermuis, Rosse dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis (tabel 3) Vogels (vaste verblijfplaatsen) Ransuil, Grote bonte specht, Torenvalk, Buizerd Reptielen Ringslang (tabel 3) Amfibieën Heikikker, Rugstreeppad (tabel 3) Vissen Bittervoorn (tabel 3) Libellen Groene glazenmaker (tabel 3) Overige ongewervelden Gestreepte waterroofkever (tabel 3) Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

18 3 Toetsing Flora- en faunawet De ontwikkeling van het Molenerf kan gevolgen hebben voor beschermde gebieden en soorten. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraag: in welke mate worden door de Flora- en faunawet beschermde soorten planten of dieren door de beoogde activiteiten beïnvloed, en is hiervoor een ontheffing van die wet noodzakelijk? 3.1 Inleiding De bescherming van inheemse dier- en plantensoorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet 2. Voor de mogelijkheid van het verlenen van de ontheffing wordt met betrekking tot beschermde soorten onderscheid gemaakt in drie categorieën: Tabel 1-soorten: de meer algemene, niet direct bedreigde soorten. Hiervoor geldt een vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig gebruik of beheer en onderhoud Tabel 2-soorten: beschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling bij bestendig gebruik of beheer en onderhoud wanneer wordt gehandeld volgens een geaccordeerde en door de initiatiefnemer onderschreven gedragscode Tabel 3-soorten: strikt beschermde soorten bestaande uit de Habitatrichtlijnsoorten en een selectie van bedreigde soorten N.B.: In de tabellen worden dus enkel de beschermde soorten genoemd; het is geen overzicht van alle in Nederland voorkomende plant- en diersoorten. De soortgroep vogels heeft een bijzondere status: Vaste verblijfplaatsen én functionele omgeving van een aantal specifieke vogelsoorten zijn jaarrond beschermd. Gedurende het broedseizoen zijn alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving hiervan beschermd. In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. Soorten die op de zogenaamde Rode lijst zijn geplaatst, zijn bedreigd maar niet per definitie ook beschermd: dit is alleen het geval wanneer ze ook in de Flora- en faunawet als beschermde soort zijn opgenomen. 2 Een nadere beschrijving van de Flora- en faunawet is opgenomen in bijlage 2 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 19\40

19 3.2 Toetsing aanwezige soortgroepen In het vorige hoofdstuk is beschreven in hoeverre dier- en plantensoorten daadwerkelijk in of in de directe omgeving van het Molenerf kunnen voorkomen, en in hoeverre het voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen. In deze paragraaf is getoetst of het realiseren van de herinrichting (zie paragraaf 2.2) een effect kan hebben op deze soorten. Flora De aanwezigheid van Zomerklokje langs de randen van het Molenerf is op voorhand niet uit te sluiten. De herinrichting zal zich echter vooral concentreren op en rond de locatie van de moestuinen, waar het voorkomen van deze soort onwaarschijnlijk is. De randen van het Molenerf blijven tijdens en na realisatie ongemoeid. Gezien de massale aanwezigheid van deze soort in het aangrenzende gebied van de Hooge Boezem van de Over- en Nederwaard, en de aard van de beoogde activiteiten, is er geen wezenlijk negatief effect te verwachten op de instandhouding van deze soort. Zoogdieren Het is aannemelijk dat het voorkomen van Waterspitmuis en Noordse Woelmuis gebonden is aan de Hooge Boezems van de Neder- en Overwaard. Door het grotendeel ontbreken van geschikt biotoop zal het Molenerf naar verwachting geen wezenlijk onderdeel van het leefgebied uitmaken. Het is echter niet geheel uit te sluiten dat de soort sporadisch gebruik maakt van de oevers van het perceel. Omdat tijdens en na realisatie van de herinrichting deze oevers en randen ongemoeid blijven, wordt er geen negatief effect verwacht op het voorkomen van deze soorten. Vleermuizen Het Molenerf en de directe omgeving is voor vleermuizen geschikt als vliegroute en foerageergebied. Bij realisatie van de herinrichting wordt geen lijnvormige beplantingstructuur of gebouwen verwijderd. Hierdoor is er geen negatief effect door verlies van vliegroutes te verwachten. Omdat er tussen zonsondergang en zonsopkomst geen toename zal zijn van hoeveelheid licht, trillingen of geluid, is er geen sprake van verstoring in het leefgebied. Het bouwrijp maken van de locatie kan, door het gedeeltelijk verdwijnen van de moestuinen, wel een blijvend verlies betekenen van areaal geschikt foerageergebied. Omdat in de nabije omgeving echter voldoende alternatief jachtgebied aanwezig is, is voor de vleermuissoorten geen wezenlijk negatief effect op populatieniveau te verwachten. Voor uitvoering van de werkzaamheden is voor deze soortgroep dan ook geen ontheffing nodig. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

20 Vogels Gedurende het broedseizoen zijn alle broedende vogels, de in functie zijnde nesten én de functionele omgeving op de locatie van het Molenerf beschermd. De beoogde herinrichting zal tijdens de aanlegfase voor broedende vogels een negatief effect hebben. Door toename van beweging en geluid in het gebied, is verstoring tijdens de werkzaamheden zeer waarschijnlijk. Dit kan relatief eenvoudig worden voorkomen door de bouwwerkzaamheden buiten deze periode uit te voeren. Mogelijk zal het huidige aantal broedvogels na realisatie van de herinrichting deels afnemen door een toename van het aantal bezoekers in het gebied. Doordat er bij vogels echter sprake kan zijn van een zekere gewenning aan beweging en geluid, kan eventuele afname ook tijdelijk zijn. In de directe omgeving is bovendien voldoende vergelijkbaar broedgelegenheid aanwezig, zodat er geen wezenlijk negatief effect op populatieniveau is te verwachten. In het plangebied rond het Molenerf broeden verschillende soorten die gebruik maken van vaste verblijfplaatsen. In dit geval zijn Torenvalk, Buizerd, Ransuil en Grote bonte specht relevant als mogelijk aanwezige soorten. Er zijn tijdens het veldbezoek geen aanwijzingen gevonden die duiden op de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen. Het realiseren van de herinrichting zal daarmee geen invloed hebben op het voorkomen van één of meerdere van deze soorten. Amfibieën In de directe omgeving van het Molenerf zijn recentelijk Heikikkers en Rugstreeppadden aangetroffen. Het voorkomen van Heikikker en Rugstreeppad lijkt door het ontbreken van geschikt habitat op het Molenerf echter niet waarschijnlijk. Het realiseren van de herinrichting zal daarmee geen wezenlijke invloed hebben op de instandhouding van deze soorten. Reptielen Het voorkomen van Ringslangen is niet met zekerheid uit te sluiten. Vooral door de aanwezigheid van grote hoeveelheden gesneden riet aan de oostkant van het perceel, lijkt voldoende geschikt habitat aanwezig. Omdat echter tijdens en na realisatie van de herinrichting de oevers en randen van het Molenerf ongemoeid blijven, wordt er geen negatief effect verwacht op het eventuele voorkomen van de Ringslang. Vissen Het voorkomen van Bittervoorn in de relatief brede boezem langs het Molenerf lijkt zeer waarschijnlijk. De aanwezigheid van Kleine modderkruiper is minder aannemelijk, omdat deze soort zich vooral in aaneengesloten polderslootsystemen met ondiepe watergangen ophoudt. Voor beide soorten zijn met name drastische wijziging in waterkwaliteit, slootdempingen en baggerwerkzaamheden van invloed. Gezien de aard van de herinrichting worden er geen negatieve effecten voor deze beschermde vissoorten verwacht. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 21\40

21 Libellen Het voorkomen van Groene glazenmaker is onlosmakelijk verbonden met de aanwezigheid van Krabbescheer. Deze plantsoort komt echter niet in de directe omgeving van de planlocatie voor, en daarmee is het Molenerf als leefgebied ongeschikt. Het realiseren van de herinrichting zal daarmee geen invloed hebben op de instandhouding van deze soort. Overige ongewervelden Het is mogelijk dat Gestreepte waterroofkever in de watergangen rondom het Molenerf voorkomt. De herinrichting zal zich echter vooral concentreren op en rond de locatie van de moestuinen, waar het voorkomen van deze soort uitgesloten is. Ook na realisatie van de herinrichting blijven oevers en watergangen ongemoeid. Er wordt daarom ook geen negatief effect verwacht op het voorkomen van deze soort. 3.3 Conclusies toetsing Flora- en faunawet Toetsing van de beoogde ingreep aan aanwezige natuurwaarden laat zien dat er geen beschermde soorten of soortgroepen zijn waarvoor een negatief effect verwacht wordt. Nader (veld)onderzoek naar de aanwezigheid en gebruik van de planlocatie door beschermde soorten is daarom niet noodzakelijk. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is evenmin nodig. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

22 4 Toetsing Natuurbeschermingswet 1998 De herinrichting van het Molenerf kan gevolgen hebben voor beschermde gebieden en soorten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag: in welke mate vindt aantasting plaats van de instandhoudingsdoelen behorend bij het Natura2000 gebied Boezems Kinderdijk 3, zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet 1998? 4.1 Werkwijze Natura 2000-gebieden (de Vogel-en/of Habitatrichtlijngebieden, afgekort de VHR-gebieden) en Beschermde Natuurmonumenten, worden beschermd door de Natuurbeschermingswet Effecten kunnen ontstaan bij ontwikkelingen die binnen de grenzen van zo n gebied worden uitgevoerd. Het is ook mogelijk dat een beschermd gebied wordt beïnvloed door effecten van buitenaf ( externe werking ). De begrenzing van het gebied Boezems Kinderdijk komt overeen met de in figuur 2.1 rood gearceerde ligging van het plangebied (zie ook paragraaf 2.1). De herinrichting van het Molenerf wordt binnen deze begrenzing wordt gerealiseerd. Hoewel in sommige gevallen erven en tuinen in een Natura 2000-gebied buiten de wet vallen, kan er in dit geval wel sprake zijn van een externe werking. Een negatief effect op kwalificerende soorten van het Natura 2000-gebied, en op de doelstellingen van het Beschermd Natuurmonument zijn daardoor op voorhand uit te sluiten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag of het optreden van negatieve effecten al dan niet met zekerheid kan worden uitgesloten (een zogenaamde Voortoets). Hiertoe is in kaart gebracht voor welke soorten en habitattypen de Boezems Kinderdijk een bijzondere waarde heeft, wat de instandhoudingdoelstellingen zijn, en wat de relatie tussen het Molenerf en het Natura gebied is. Op basis van de bij Tauw aanwezige expertise en beschikbare literatuur wordt vastgesteld of het optreden van significant negatieve effecten al dan niet met zekerheid kan worden uitgesloten. - Is er zeker geen sprake van negatieve effecten op de instandhoudingdoelen, dan is er geen vergunning noodzakelijk - Wanneer uit deze Voortoets blijkt dat mogelijke effecten op de instandhoudingdoelen niet zijn uit te sluiten, dan is er een zogenaamde Verslechterings- en verstoringstoets noodzakelijk, gevolgd door een vergunningprocedure. Aan de hand van deze toets zal blijken of de mogelijke effecten al dan niet significant negatief zijn. In dit geval betekent significant dat één of meer van de instandhoudingdoelen geschaad of belemmerd worden - Wanneer uit deze Voortoets blijkt dat er sprake is van negatieve effecten, én deze mogelijk significant negatief zijn, dan is er een zogenaamde Passende beoordeling noodzakelijk, gevolgd door een vergunningprocedure 3 Formeel gezien is de definitieve aanwijzing als Natura 2000-gebied nog in procedure. 4 Een nadere beschrijving van de Natuurbeschermingswet 1998 is opgenomen in bijlage 2 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 23\40

23 4.2 Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk Gebiedsbeschrijving Boezems Kinderdijk omvat de hoge boezems van de Nederwaard, de Overwaard en Nieuw- Lekkerland, alsmede delen van de aangrenzende polders Blokweer en Nieuw-Lekkerland. De boezems bestaan uit open water, riet- en zeggemoerassen, ruigten, grienden, struwelen en boezemkaden. De polders bestaan uit wei- en hooilanden, doorsneden door sloten. De boezemkanalen zijn tussen 1365 en 1370 gegraven met als doel de afwatering van de Alblasserwaard te verbeteren. Omstreeks 1740 zijn de hoge boezems gesticht. Dit zijn in feite omkadegedeelten van de polders Blokweer en Nieuw-Lekkerland. In de hoge boezems werd het water tijdelijk opgeslagen om van daaruit geloosd te worden op de Lek. Het gebied is een belangrijk broedgebied van soorten van rietmoeras (Purperreiger, Snor), en is van enig belang als broedgebied voor een broedvogel van geïnundeerde kruidenvegetaties (Porseleinhoen). Daarnaast is het gebied van enige betekenis als overwinterings- en rustgebied voor grondeleenden (Smient, Krakeend en Slobeend). Kwalificerende habitattypen en soorten Boezems Kinderdijk is aangewezen als Natura 2000-gebied voor verschillende Habitattypen en Vogelrichtlijnsoorten. Hieronder zijn deze beschreven. Kwalificerende Habitattypen: 4.06 Overjarig riet: Doel: Herstel van grote oppervlakten/brede zones overjarig riet, inclusief waterriet, door herstel van natuurlijke peildynamiek en tegengaan verdroging t.b.v. Noordse woelmuis en rietvogels, zoals Roerdomp, Woudaap, Snor en Grote karekiet. Kwalificerende Vogelrichtlijnsoorten: Broedvogels: A029 Doel: Toelichting: Purperreiger: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 50 paren. De purperreiger is al bekend als broedvogel in de dertiger jaren. Doorgaans ging het om10 tot 20 paren. In de tachtig- en negentiger jaren lag het aantal op het lage niveau van 3 tot 9. Vanaf 1997 zette een sterke toename in, die resulteerde in een maximum van 59 paren in Gemiddeld over de periode bedroeg de populatie 51 paren. Het gebied heeft voldoende draagkracht voor een sleutelpopulatie. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

24 Figuur 4.1 Purperreiger A119 Doel: Toelichting: Porseleinhoen: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 1 paar. De porseleinhoen is van oudsher een zeer schaarse broedvogel in de Boezems Kinderdijk (nooit is meer dan één paar vastgesteld). Het gebied kan onvoldoende draagkracht leveren voor een zelfstandige sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio grote rivieren ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. A197 Doel: Toelichting: Zwarte stern: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 paren. De zwarte stern is van oudsher broedvogel op drijvende waterplanten, bij voorkeur op Krabbescheer. In de periode werden jaarlijks 9-21 paren geteld (gemiddeld 17 paren in de periode ). Het gebied kan onvoldoende draagkracht leveren voor een zelfstandige sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio grote rivieren ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 25\40

25 A292 Doel: Toelichting: Snor: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste negen paren. In 1970 jaren werden paren van de snor geteld. Daarna is de stand teruggelopen. Het gemiddelde voor de periode bedroeg negen paren. Het gebied kan onvoldoende draagkracht leveren voor een zelfstandige sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht in de regio grote rivieren ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie. Niet-broedvogels: A050 Smient: Doel: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld vogels (seizoensmaximum). Toelichting: Het gebied heeft voor de smient onder andere een functie als slaapplaats en als foerageergebied. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A051 Doel: Toelichting: Krakeend: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 90 vogels (seizoensmaximum). Het gebied heeft voor de krakeend onder andere een functie als foerageergebied. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. A056 Doel: Toelichting: Slobeend: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 30 vogels (seizoensmaximum). Het gebied heeft voor de slobeend onder andere een functie als foerageergebied. Trendgegevens zijn niet beschikbaar. Handhaving van de huidige situatie is voldoende, want de landelijke staat van instandhouding is gunstig. Complementair doel: Soorten: H1340 Doel: Toelichting: Noordse woelmuis: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. Het gebied herbergt een belangrijke, geïsoleerde populatie van de Noordse woelmuis in het Groene Hart. Omdat de soort landelijk in een zeer ongunstige staat van instandhouding verkeert, wordt een complementair doel geformuleerd voor het Vogelrichtlijngebied waar de soort in belangrijke mate aanwezig is. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

26 4.3 Toetsing effecten Storingsfactor In de onderstaande figuur is per soort weergegeven hoe groot de gevoeligheid is voor bepaalde vorm van verstoring. De nummers verwijzen naar de omschrijvingen van de verstoringsfactorenfactoren. Hierbij zijn alleen de zeven factoren genoemd die relevant zijn met betrekking tot de herinrichting van het Molenerf. Figuur. 4.1 gevoeligheid voor storende factoren per soort (bron: Effectenindicator Ministerie van LNV) 1. Oppervlakteverlies 2. Versnippering 13. Verstoring door geluid 14. Verstoring door licht 15. Verstoring door trilling 16. Optische verstoring 17. Verstoring door mechanische effecten Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 27\40

27 4.3.1 Toetsing Per soort wordt hieronder de te verwachten invloed per verstorende factor (fig. 4.1). Noordse woelmuis. Met de herinrichting van het Molenerf lijken alleen de factoren 1, 2 en 17 relevant. Deze soort is zeer gevoelig voor het verlies van oppervlakte en voor versnippering van het leefgebied. Het is echter aannemelijk dat het voorkomen van Noordse Woelmuis strikt gebonden is aan de Hooge Boezems van de Neder- en Overwaard. Door het grotendeels ontbreken van geschikt biotoop maakt het Molenerf naar verwachting geen wezenlijk onderdeel van het leefgebied uit. Er zal daarom geen sprake zijn van verlies van oppervlakte of versnippering van leefgebied. Noordse woelmuis is ook gevoelig voor verstoring door mechanische effecten, zoals betreding door mensen in het gebied. Het is niet geheel uit te sluiten dat de soort incidenteel gebruik maakt van de oevers aan de buitenrand van het Molenerf. Omdat tijdens en na realisatie van de herinrichting deze oevers en randen ongemoeid blijven, wordt er geen negatief effect verwacht. Herinrichting van het Molenerf zal daarmee de doelstelling behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie Noordse woelmuis niet negatief beïnvloeden. Krakeend Relevante factoren met betrekking tot mogelijke effecten op deze soort zijn met name optische en mechanische verstoring, bijvoorbeeld veroorzaakt door betreding van mensen in het leefgebied van de Krakeend. Deze soort maakt bij voorkeur gebruik van gebieden met een open en wijds karakter, zoals de boezems en de met riet begroeide Neder- en Overwaard. Het perceel van het Molenerf is door het ontbreken van dit biotoop als foerageergebied voor Krakeend niet interessant. Gezien de aanwezigheid van een groot areaal geschikt habitat in de directe omgeving, zal de planlocatie geen wezenlijk onderdeel uitmaken van het foerageergebied. Figuur 4.2 Krakeend Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

28 Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling behoud omvang en kwaliteit leefgebied Krakeend met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 90 vogels (seizoensmaximum) niet negatief beïnvloeden. Porseleinhoen Het Porseleinhoen is sterk gebonden aan een biotoop van uitgestrekte moeras- en rietvelden en leeft een teruggetrokken bestaan. De soort is vooral in de schemering en s nachts actief, en is gevoelig voor verlies van oppervlakte en versnippering van leefgebied. Dit geldt ook voor een toename van hoeveelheid licht. Op het Molenerf is geen geschikte habitat aanwezig. Daardoor heeft de herinrichting geen wezenlijke invloed op leefgebied. Gezien de aard van de activiteiten en afstand (> 200 meter) tussen de planlocatie en potentiële broedlocaties (7 à 9 in 2008), is er ook geen negatief effect te verwachten door eventuele lichttoename. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Porseleinhoen met een draagkracht voor een populatie van ten minste 1 paar niet negatief beïnvloeden. Purperreiger De Hooge boezems en polder Blokweer worden door deze soort frequent als foerageer- en rustgebied gebruikt, en zijn essentieel voor het bestaan van de broedkolonie in de Hooge Boezem van de Overwaard (115 paar in 2008). De soort is (zeer) gevoelig voor afname en versnippering leefgebied en een toename van licht, geluid, trillingen en mechanische en optische verstoring. Purperreigers zijn zichtjagers, en uiterst alert op verdachte bewegingen in de wijde omgeving. De planlocatie is geen onderdeel van het broedkolonie. Incidenteel kan de oever van het Molenerf door Purperreigers als foerageerlocatie gebruikt worden. Herinrichting zal echter geen wezenlijke afname of versnippering van leefgebied betekenen. Gezien de aard van de beoogde activiteiten en afstand (> 1 km.) tussen planlocatie en broedkolonie, is er ook geen negatief effect te verwachten door eventuele toename van licht, geluid, trilling of door mechanische of optische verstoring. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Purperreiger met een draagkracht voor een populatie van ten minste 50 paren niet negatief beïnvloeden. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 29\40

29 Slobeend Relevante factoren met betrekking tot mogelijke effecten voor Slobeend, zijn de versnippering van het leefgebied en de optische verstoring. Voor beide factoren geldt dat deze soort daar gevoelig voor is. Bij voorkeur maken Slobeenden gebruik van gebieden met een open en wijds karakter, zoals de boezems, de met riet begroeide Neder- en Overwaard en polder Blokweer. Het perceel van het Molenerf is door het ontbreken van dit biotoop als foerageergebied voor Slobeend niet interessant. Door de aanwezigheid van een groot areaal geschikt habitat in de directe omgeving zal herinrichting daarom geen wezenlijke afname of versnippering van leefgebied betekenen. Gezien de afstand (> 500 meter) tussen planlocatie en de belangrijkste foerageergebieden zal er geen sprake zijn van optische verstoring. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Slobeend met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 30 vogels (seizoensmaximum) niet negatief beïnvloeden. Smient Relevante factoren met betrekking tot mogelijke effecten op de Smient, zijn met name de optische en mechanische verstoring, bijvoorbeeld veroorzaakt door betreding van mensen in het foerageergebied. Smienten gebruiken met vooral de open waterrijke gebieden en polder Blokweer als foerageer- en rustgebied tijdens de winterperiode. Dit gebeurt gewoonlijk in groepsverband. Dergelijke groepen zijn gevoelig voor verstoring door aanwezigheid van wandelaars in de wijde omgeving. Gezien de periode waarin de activiteiten plaatsvinden, en de afstand (> 500 meter) tussen de het Molenerf en de foerageergebieden, zal er geen sprake zijn van optische of mechanische verstoring. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Smient met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld vogels (seizoensmaximum) niet negatief beïnvloeden. Snor Snor broedt niet op het Molenerf, wel op diverse locaties in de Hooge Boezems van de Over- en Nederwaard (5 paar in 2008). Deze soort is een typische rietvogel die hier alleen in de zomermaanden verblijft, en strikt gebonden is aan (grote) rietoppervlakten. De soort is gevoelig voor verlies en versnippering van leefgebied en toename van licht en geluid. Omdat het Molenerf als biotoop niet geschikt is als broedlocatie, is er geen sprake van afname van leefgebied. Gezien de aard van de beoogde ontwikkelingen, en de afstand (> 200 meter) tussen de polder en broedlocaties, zal er geen toename van licht en geluid optreden. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Snor met een draagkracht voor een populatie van ten minste negen paren niet negatief beïnvloeden. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

30 Zwarte Stern Voor Zwarte Stern zijn vooral de optische en mechanische verstoringsfactoren relevant, waarvoor deze soort als zeer gevoelig gekwalificeerd is. De vogel broedt in de nabije omgeving (35 paar in de Nederwaard in 2008), en gebruikt de polder en de Hooge boezems van de Over- en Nederwaard als foerageergebied. Het op het Molenerf aanwezige biotoop is als broedlocatie ongeschikt. Omdat in de praktijk blijkt dat Zwarte sterns tijdens het foerageren weinig hinder ondervinden van wandelende mensen (waarneming Tauw 25 juni 2008), zal hooguit incidenteel sprake zijn van eventuele verstoring op individuniveau. Deze mogelijke verstoring zal echter zeer beperkt zijn. Herinrichting van het Molenerf zal de doelstelling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied van Zwarte stern met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 paren niet negatief beïnvloeden. 4.4 Beschermd Natuurmonument In 1989 is het gebied Boezems Kinderdijk door het Ministerie van Landbouw en Visserij tevens aangewezen als Beschermd Natuurmonument. De geformuleerde doelstellingen zijn voor het gebied van kracht zolang er met betrekking tot Natura 2000 sprake is van een ontwerpbesluit. Eventuele effecten op flora- en faunasoorten die beschreven zijn in de toelichting op het aanwijzingsbesluit [no. NMF , Min. LNV, 1989], zijn tijdens de toetsing van Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de toetsing aan de EHS deels aan de orde gekomen. Ingevolge artikel 12 van de Natuurbeschermingswet 1998, moet voor de volgende handelingen echter wel een vergunning worden aangevraagd 5 : - Aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden, aanbrengen van oppervlakteverharding - Leggen of aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of apparatuur - Plaatsen van voor verblijf geschikte voertuigen, caravans of tenten, - Aanbrengen van recreatieve voorzieningen als kampeerterreinen, -lig en speelweiden, picknickplaatsen, aanlegsteigers et cetera 4.5 Conclusies toetsing Natuurbeschermingswet 1998 Toetsing van de beoogde ingreep aan aanwezige natuurwaarden laat zien dat het optreden van (significant) negatieve effecten op kwalificerende habitattypen en habitatrichtlijnsoorten van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk, met zekerheid kan worden uitgesloten. Ingevolge artikel 12 van de Natuurbeschermingswet 1998, moet voor de handelingen zoals genoemd in paragraaf 4.4 echter wel een vergunning worden aangevraagd. Voor een eventuele vergunningsaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is daarom overleg met het bevoegd gezag nodig, in dit geval met de Provincie Zuid-Holland. 5 activiteiten zoals genoemd in het aanwijzingsbelsuit Beschermd Natuurmonument Boezems Kinderdijk, 1989 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 31\40

31 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

32 5 Toetsing Ecologische Hoofdstructuur De planologische bescherming van gebieden aangemerkt als Ecologische Hoofdstructuur vindt plaats bij ruimtelijke procedures in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, maar kan ook bij andere trajecten of activiteiten worden betrokken. In dit hoofdstuk wordt onderzocht in hoeverre de wezenlijke waarden en kenmerken van de provinciale ecologische hoofdstructuur worden aangetast door de herinrichting van het Molenerf. 5.1 Werkwijze Bij ruimtelijke ordeningstrajecten is de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) van toepassing. Deze wet beschermt indirect de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur voor zover deze is vastgelegd in streekplannen en/of bestemmingsplannen. Wanneer een ontwikkeling gepaard gaat met een ruimtelijke procedure is het bepalen van effecten op de EHS noodzakelijk. Wanneer er geen ruimtelijke procedure van toepassing is, maar wél effecten op de EHS denkbaar zijn, is het raadzaam en in sommige gevallen noodzakelijk ook een toetsing aan de EHS-doelen uit te voeren. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) werd officieel geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan [LNV, 1990] en is op provinciaal niveau uitgewerkt en begrensd. De indelingen bij deze begrenzingen van de Ecologische Hoofdstructuur en bijbehorende doelen en/of doelsoorten verschillen per provincie, maar zijn altijd geheel of gedeeltelijk vastgelegd in streekplannen of hieraan gerelateerde beleidsdocumenten. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de andere belangen die in het gebied aanwezig zijn. Binnen de EHS is conform de Nota Ruimte het nee, tenzij -regime van toepassing. Plannen, projecten of handelingen worden volgens dit regime, dat eveneens op provinciaal niveau nader is uitgewerkt, afzonderlijk beoordeeld [LNV, Spelregels EHS, 2007] EHS Provincie Zuid-Holland Om een zorgvuldige afweging te maken dient gekeken te worden naar de wezenlijke kenmerken en waarden in het gebied. Voor herinrichting van het Molenerf is het Streekplan Zuid-Holland Oost relevant. Het provinciebestuur presenteert hierin haar visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het streekplangebied. Aanvullend hierop is de Partiele streekplanherziening Zuid-Holland Oost van april In hoofdlijnen is in het streekplan het beleid beschreven voor onder meer natuur, agrarische gebieden en ruimte voor water en cultuurhistorische aspecten. Onderdeel van het steekplan is de streekplankaart, waarin de diverse bestemmingen en functies per gebied zijn geformuleerd. 6 Een nadere beschrijving van de toetsingsprocedure van de EHS is opgenomen in bijlage 2 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 33\40

33 5.3 Toetsing effecten Natuur en agrarische gebieden Het beleid met betrekking tot natuur en agrarische gebieden is vastgesteld in het zogenaamde groenblauwe raamwerk. Dit bestaat uit een geheel van groene gebieden en wateren, inclusief de groene verbindingen daartussen. Het beleid is erop gericht het raamwerk robuust en duurzaam te maken en te houden. Dit groenblauwe raamwerk is planologisch beschermd door een stelsel van bebouwingscontouren en groene contouren, waarbij gestreefd wordt naar het realiseren van ecologische verbindingen tussen de natuurgebieden. In het kader van het landschapsplan Alblasserwaard kent de provincie een hoge prioriteit toe aan het realiseren van noord-zuid gerichte ecologische verbindingen. Deze worden zoveel mogelijk gecombineerd met recreatie, landschapsontwikkeling en waterbeheer. In het streekplan wordt onderscheid gemaakt tussen agrarisch gebied en agrarisch gebied met bijzondere natuur-, cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Voor beide categorieën is regelgeving geformuleerd. Er zijn verschillende gebieden aangeduid als waterparel, waaronder de Boezems Kinderdijk. Dit zijn gebieden met bestaande aquatische waarden en/of potenties, waarmee bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden moet worden. Figuur 5.1 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

34 Cultuurhistorie Het gebied Alblasserwaard is bijna geheel als Topgebied cultureel erfgoed en tevens als Belvedèregebied aangemerkt. Van bijzondere waarden in dit gebied zijn ondermeer de verkavelingpatronen en de beschermde gezichten van Kinderdijk. Het molengezicht is op de werelderfgoed van Unesco geplaatst. Deze waardevolle cultuurhistorische elementen genieten planologische bescherming. Streekplankaart De planologische bescherming van de waarden die binnen het groenblauwe raamwerk aanwezig zijn, is vooral gerelateerd aan de volgende op de plankaart opgenomen legende-eenheden: Gebied met internationale bescherming Natuurgebied (provinciaal) Groene verbinding Agrarisch gebied met bijzondere waarden Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing De beoogde activiteiten voor herinrichting van het Molenerf zullen relatief kleinschalig en deels tijdelijk zijn. Deze herinrichting zal daardoor naar verwachting geen aanwijsbare invloed hebben op de wezenlijke waarden en kenmerken van de provinciale ecologische hoofdstructuur. Ontwerpbesluit Boezems Kinderdijk De wezenlijke waarden en kenmerken zijn voor een belangrijk deel ook omschreven in het ontwerpbesluit met betrekking tot de aanwijzing als Natura 2000-gebied, en in het aanwijzingsbesluit tot Beschermd Natuurgebied uit Conclusies toetsing EHS Omdat er met de herinrichting van het Molenerf mogelijk sprake is van significant negatieve effecten op de kernkwaliteiten van de EHS, is het noodzakelijk in overleg te treden met het Bevoegd Gezag over de beoogde ingreep. In dit geval is dat de provincie Zuid-Holland. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 35\40

35 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

36 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Flora en faunawet Toetsing van de beoogde ingreep aan aanwezige natuurwaarden laat zien dat er geen beschermde soorten of soortgroepen zijn waarvoor een negatief effect verwacht wordt. Nader (veld)onderzoek naar de aanwezigheid en gebruik van de planlocatie door beschermde soorten is daarom niet noodzakelijk. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is evenmin nodig. 6.2 Natuurbeschermingswet 1998 Toetsing van de beoogde ingreep aan aanwezige natuurwaarden laat zien dat het optreden van (significant) negatieve effecten op kwalificerende habitattypen en habitatrichtlijnsoorten van het Natura 2000-gebied Boezems Kinderdijk, met zekerheid kan worden uitgesloten. Ingevolge artikel 12 van de Natuurbeschermingswet 1998, moet voor de handelingen zoals genoemd in paragraaf 4.4 (activiteiten binnen Beschermd Natuurmonument 1989) echter wel een vergunning worden aangevraagd. Voor een eventuele vergunningsaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 is daarom overleg met het bevoegd gezag nodig, in dit geval met de provincie Zuid-Holland Ecologische Hoofdstructuur Omdat er met de herinrichting van het Molenerf mogelijk sprake is van significant negatieve effecten op de kernkwaliteiten van de EHS, is het noodzakelijk in overleg te treden met het bevoegd gezag, de provincie Zuid-Holland, over de beoogde ingreep 8. 7 Mevr. Los, Team Vergunningen, provincie Zuid-Holland 8 Mevr. Los, Team Vergunningen, provincie Zuid-Holland Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 37\40

37 6.4 Aanbevelingen Bij de herinrichting van het Molenerf moet gestreefd worden naar behoud en uitbreiding van de huidige landschapselementen als bossages en oeverranden. In de huidige situatie aanwezige dier- en plantensoorten worden in dat geval zo min mogelijk verstoord. Dat houdt onder meer in dat de riethopen in de beplanting gehandhaafd blijven, en dat potentieel leefgebied voor Ringslangen ook op langere termijn beschikbaar blijft. Dit geldt ook voor het handhaven van zogenaamde overhoekjes, en een deel van de extensief onderhouden moestuinen. Figuur 6.1 IJsvogel Bovendien kan gedacht worden aan een meer natuurvriendelijke inrichting van de oever, en het creëren van broedgelegenheid voor specifieke vogelsoorten als Kerkuil, Torenvalk en IJsvogel. Het is sterk aan te bevelen om voor de herinrichting van het Molenerf in overleg te treden met een ter zake kundig persoon op het gebied van ecologie en landschapsinrichting. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

38 7 Literatuur [Bergmans, W. en A. Zuiderwijk, 1986] Atlas van de Nederlandse Amfibieën en Reptielen. Vijfde herpetogeografisch Verslag. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging en Nederlandse Vereniging voor Herpetologie en Terrariumkunde Lacerta. Uitgave Bibliotheek KNNV nr. 39. ISSN [Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay., I. Wynhoff en De Vlinderstichting, 2006] De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna deel 7, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. ISBN [Dijkstra, K. B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar & M.J.T. van der Weide, 2002] De Nederlandse Libellen (Odonata), Nederlandse fauna 4. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. [van Emmerik, W.A.M. en H.W. de Nie, 2006] De zoetwatervissen van Nederland. Ecologisch bekeken, 2006, Vereniging Sportvisserij Nederland, Bilthoven. [Hom, C.C., P.H.C. Lina, G. Van Ommering, R.C.M. Creemers & H.J.R. Lenders, 1996]. Bedreigde en kwetsbare reptielen en amfibieën in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. Rapport IKC Natuurbeheer, Wageningen, nr. 25. [Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers, 1997] Atlas van de Nederlandse vleermuizen (2 e druk). Stichting Uitgeverij van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. [LNV, 2005] Gebiedendocumenten voor alle Natura-2000 gebieden. Werkdocumenten met de conceptinstandhoudingdoelstellingen voor alle Natura-2000 gebieden, t.b.v. de voorbereiding van de ontwerp-aanwijzingsbesluiten. [LNV, 2007] Ontwerp-aanwijzingsbesluiten voor Boezems Kinderdijk. Ontwerpbesluit met de conceptinstandhoudingdoelstellingen, inclusief Nota van toelichtingen met besluitwijzigingen, N2K106_WB VN Boezems Kinderdijk, 2007 [LNV, 2007-b] Spelregels EHS. Beleidskader voor compensatiebeginsel, EHS saldobenadering en herbegrenzen EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies, juni 2007 Natuurtoets Molenerf Kinderdijk - versie 1 - Concept 39\40

39 [Min. van Landbouw en Visserij, 1989] Aanwijzingsbesluit Beschermd Natuurmonument Boezems Kinderdijk, inclusief toelichtingen, nr. NMF , 22 februari 1989 [NVG Alblasserdam, 2008] Inventarisatiegegevens 2007 en 2088, Natuur- en vogelwachtgroep De Alblasserwaard [Oord, J.G., 1995] Handreiking maatregelen voor de fauna langs weg en water. Samengesteld door J.G. Oord, Buro voor faunatechniek Oord, in opdracht van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde en de Dienst Landinrichting en Beheer Landbouwgronden. ISBN X. Rapport DWW p-dww [Provincie Zuid-Holland, 2004] Beschermde planten en dieren in Zuid-Holland. De verspreiding van de Europese Habitatrichtlijnsoorten in kaart. Provincie Zuid-Holland, maart Brochure. [Ravon, ] Verspreidingsgegevens van amfibieën en reptielen van de periode Bron: [Spikmans, F., A. van Diepenbeek & R. Zollinger, 2006.] Inhaalslag verspreidingsonderzoek amfibieën en reptielen; overzicht van de resultaten Stichting RAVON, Nijmegen. Rapportnr p. [SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002] Atlas van de Nederlandse Broedvogels Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. [VONZ, maart 2008] Inventarisatiegegevens 2007 en 2008, Zoogdierenvereniging VZZ Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

40 Bijlage 1 Overzichtskaart

41 Bijlage 2 Toelichting natuurbeschermingswetgeving

42 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal in Nederland voorkomende wilde dier- en plantensoorten. De beschermde diersoorten (vogels, vissen, zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, et cetera) en ongeveer 100 plantensoorten zijn te vinden in tabellen, die deel uitmaken van de Flora- en faunawet. Niet elke soort is even zwaar beschermd, er wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën: Tabel 1: Algemene en niet bedreigde soorten Tabel 2: Schaarse soorten Tabel 3: Meest zeldzame en bedreigde soorten Naast de genoemde groepen zijn gedurende het broedseizoen alle broedvogels, broedplaatsen én de functionele omgeving van de broedplaatsen beschermd. Tevens zijn vaste verblijfplaatsen van een aantal vogelsoorten jaarrond beschermd. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden: nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren (artikel 11 Flora- en faunawet). Ook is het verboden: dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten (art. 10 Flora- en faunawet). Ten slotte is het verboden: planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen (art. 8 Flora- en faunawet). Als er sprake is van overtreding van één van deze artikelen dan is het uitvoeren van een dergelijke activiteit alleen toegestaan met een ontheffing van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Voor een aantal beschermde soorten geldt echter sinds 23 februari 2005 een vrijstelling. In het kader van de Flora- en faunawet is begin 2005 een Algemene Maatregel van Bestuur in werking getreden. De stelling dat voor alle beschermde soorten ontheffing moet worden verkregen voordat mag worden gestart met de werkzaamheden, is binnen deze AMvB ten dele losgelaten. Een aantal algemene soorten, de tabel 1-soorten, mag vanaf 2005 bij bepaalde activiteiten worden verstoord zonder dat daar vooraf een ontheffing voor is verkregen. Het gaat daarbij om de categorieën werkzaamheden Beheer en onderhoud (bijvoorbeeld waterschapsbeheer, natuurbeheer, landbouw); Bestendig gebruik (bijvoorbeeld recreatie of landbouw) en Ruimtelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld waterbouw, wegenaanleg). Activiteiten, die binnen deze categorieën vallen, kunnen onder voorwaarden zonder ontheffing worden uitgevoerd, óók als dit schadelijke effecten heeft voor bepaalde beschermde soorten. De zorgplicht blijft voor deze soorten echter gewoon gelden. Onderstaand is een stroomschema opgenomen met de bepalingen of een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig is.

43 Stroomschema ruimtelijke ontwikkelingen en Flora- en faunawet Zoals weergegeven in het stroomschema, geldt de vrijstelling alleen bij bepaalde activiteiten en alleen voor soorten vermeld in tabel 1. Voor de tabel 2 en 3 soorten is bij bepaalde activiteiten (zie schema) geen ontheffing wanneer deze activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de Minister van LNV goedgekeurde en door de initiatiefnemer geaccordeerde gedragscode. Wanneer beschermde soorten worden aangetast die niet tot de algemene beschermde soorten behoren, dan moet een ontheffing worden gevraagd. Zoals weergegeven in het stroomschema gelden hiervoor verschillende criteria afhankelijk van de beschermde status: Algemeen voorkomende beschermde soorten ( tabel 1-soorten ) Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

44 Overige beschermde soorten ( tabel 2-soorten ) Voor de overige beschermde soorten kan door het Ministerie van LNV ontheffing worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort (effecten op regionaal populatieniveau). Indien de gunstige staat van instandhouding van de soort wel in het geding komt, dienen mitigerende en/of compenserende maatregelen te worden getroffen. Voor initiatiefnemers die individueel of gezamenlijk beschikken over een door het Ministerie van LNV geaccordeerde gedragscode die aangeeft op welke wijze rekening wordt gehouden met beschermde soorten geldt voor deze soorten eveneens een vrijstelling. Extra beschermde soorten ( tabel 3-soorten ) Voor extra beschermde soorten kan alleen ontheffing voor ontwikkelingen worden verleend indien aan de volgende criteria wordt voldaan: Er bestaat geen andere bevredigende oplossing; Dat betekent dat er alternatieven (zowel voor de locatie als voorgenomen ruimtelijke ingreep) onderzocht moeten worden voor de in het geding zijnde activiteit Er is sprake van de belangen, vermeld in art. 75, lid 4, sub a of genoemd in art. 2 van Vrijstellingsbesluit. Een essentiële ontheffingsgrond voor een ruimtelijk project of plan komt naar voren in art. 2 van het Vrijstellingsbesluit. Ontheffing kan worden verleend indien er sprake is van dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale en economische aard, en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten Er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van de instandhouding van de soort op populatieniveau. Bij tabel 3-soorten kan het zijn dat schade aan een relatief klein aantal individuen reeds van invloed is op een (deel) populatie Indien de gunstige staat van instandhouding van de betrokken soort(en) in het geding komt, dienen maatregelen te worden genomen om de instandhouding te garanderen. Dat kan door mitigerende en zonodig compenserende maatregelen te nemen. Of en welke mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn, kan de minister van LNV in de voorschriften bij de vergunning aangeven, veelal op voorstel van de initiatiefnemer. Vogels Vogels nemen in de Flora- en faunawet een bijzondere positie in. Voor het verstoren van broedende vogels tijdens het broedseizoen wordt in principe geen ontheffing verleend. Voor het aantasten van vogels geldt een zware toets, vergelijkbaar met die van tabel 3-soorten, waardoor de Minister enkel ontheffing verlenen kan voor overtreding van artikel 10 (opzettelijk verontrusten) nádat de uitgebreide toets doorlopen is. Voor het aantasten van vaste verblijfplaatsen voor diverse vogel soorten is ook een ontheffing nodig. Deze soorten zijn door de beoordelende instantie (DLG) enkele malen aangepast. De meest recente rechtsgeldige versie van de lijst noemt de volgende soorten [DLG werkdocument, 2007]: Bosuil, Steenuil, Kerkuil, Ransuil, Oehoe, Groene specht, Zwarte specht, Grote bonte specht, Boomvalk, Torenvalk, Slechtvalk, Rode wouw, Zwarte wouw, Zeearend, Wespendief, Buizerd, Sperwer, Havik. Daarnaast dient nesten van Zwarte kraai en Roek in sommige gevallen behouden te blijven als basis voor nestgelegenheid van een deel van bovenstaande (roof)vogels.

45 Zorgplicht In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen; artikel 2, lid 1. De tekst daarvan is als volgt: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving. artikel 2, lid 2: De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterweg te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op zodanige wijze gebeurt dat het lijden zo beperkt mogelijk is. Over de Rode lijst De Rode lijsten hebben geen wettelijke status. Soorten die op de Rode lijst zijn geplaatst, zijn alléén beschermd als ze ook in de Flora- en faunawet als beschermde soort zijn opgenomen. Een deel van de meest bedreigde dier- en plantensoorten heeft overigens eenzelfde status als de Habitatrichtlijnsoorten (zie eerder in deze bijlage onder extra beschermde soorten). Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

46 Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 van 25 mei 1998 (in werking getreden op 1 oktober 2005) behelst de bescherming van natuur en landschap. De gebiedsbescherming staat centraal in deze wet. De schaal en beschermde waarden van de gebieden varieert, evenals het Bevoegd Gezag (Provincie, dan wel LNV). De Natuurbeschermingswet 1998 omvat: Natura 2000-gebieden (Speciale beschermingszones Vogel- en Habitatrichtlijn) Beschermde natuurmonumenten en Staatsnatuurmonumenten Natura 2000-gebieden De bescherming van Natura 2000-gebieden volgens de Natuurbeschermingswet 1998 is vergelijkbaar met de bescherming volgens artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Nederland past een vergunningenstelsel toe. Hierdoor is in ons land een zorgvuldige afweging gewaarborgd rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Vergunningen worden verleend door provincies of door de Minister van LNV. Natura 2000-gebieden mogen geen significante schade ondervinden. Dit houdt in dat bepaalde plannen en projecten op zichzelf óf in combinatie met andere plannen en projecten de natuurwaarden waarvoor de gebieden zijn aangewezen, niet significant negatief mogen beïnvloeden. Elke ontwikkeling in of nabij een Natura 2000-gebied dient te worden onderworpen aan een voortoets. Uit de voortoets moet blijken of kan worden uitgesloten dat de gewenste werkzaamheden/ontwikkelingen een (significant) negatief effect hebben (op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten). Op dit moment worden voor alle Natura 2000-gebieden beheerplannen opgesteld die duidelijk maken welke activiteiten wel en niet zonder vergunning mogelijk zijn in en nabij die gebieden. Beschermde natuurmonumenten De sinds 1 oktober 2005 gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 heeft gevolgen voor de Beschermde natuurmonumenten en Staatsnatuurmonumenten. Beide vallen binnenkort onder één noemer: Beschermde natuurmonumenten. Verder wordt onderscheid gemaakt tussen Beschermde natuurmonumenten die binnen en buiten Natura 2000-gebieden liggen: Het beschermingsregime van de gebieden die binnen Natura 2000-gebieden liggen en die al onder de oude wet zijn aangewezen, treedt terug. Natuurwaarden en natuurschoon waarvoor deze gebieden waren aangewezen, worden opgenomen in de doelstellingen voor instandhouding van het betreffende Natura 2000-gebied. Voor gebieden die buiten de Natura 2000-gebieden liggen, geldt dat handelingen in of rondom Beschermde natuurmonumenten die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis of voor dieren en planten in dat gebied, of die het Beschermde natuurmonument ontsieren, zijn verboden, tenzij de minister van LNV of de provincie een vergunning heeft verleend. Wetlands De begrenzingen van Wetlands in Nederland komt overeen met de begrenzing van Vogelrichtlijngebieden. De aanwijzing is geregeld in de beschikkingen in het kader van de Vogelrichtlijn (ministerie van LNV). De natuurwaarden binnen Wetlands hebben betrekking op de functie voor vogels. Wanneer effecten op Vogelrichtlijngebieden (Natura 2000-gebieden) zijn bepaald, dan geldt de uitkomst hiervan daarom ook voor Wetlands.

47 Onderstaand stroomschema geeft het vervolgtraject weer vanaf het moment van het gereedkomen van de Voortoets (eerste blok Oriëntatie/vooroverleg ). Stroomschema Natuurbeschermingswet. Bron: [LNV, Over beheerplannen en vergunningen] Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

48 Ruimtelijke ordeningstrajecten & Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) De Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro is de basis voor de vaststelling van het ruimtelijke beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. De bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur is verankerd in streekplannen en/of bestemmingsplannen. Nationaal ruimtelijk beleid kan worden vastgelegd in een planologische kernbeslissing (PKB). De Ecologische Hoofdstructuur is op provinciaal niveau begrensd. De indelingen bij deze begrenzingen en bijbehorende doelen en/of doelsoorten verschillen per provincie, maar zijn altijd geheel of gedeeltelijk vastgelegd in streekplannen of hieraan gerelateerde beleidsdocumenten. Een gemeente kan ruimtelijk beleid neerleggen in een structuurplan. Tevens is de gemeente verplicht om voor gebieden buiten de bebouwde kom het ruimtelijk beleid vast te leggen in een bestemmingsplan. Bij het totstandkomen van, met name, bestemmingsplannen (of het verlenen van vrijstelling hierop) speelt natuurbeschermingswetgeving een belangrijke rol. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS, waarbij tevens rekening wordt gehouden met andere gebiedsbelangen. Binnen de EHS is conform de Nota Ruimte het nee, tenzij -regime van toepassing. Plannen, projecten of handelingen worden volgens dit regime beoordeeld. Wanneer een ontwikkeling gepaard gaat met een ruimtelijke procedure is een onderzoek naar de mogelijke effecten op de EHS noodzakelijk. Wanneer er geen ruimtelijke procedure van toepassing is, maar wél mogelijke effecten op de EHS denkbaar zijn, is het raadzaam (en in sommige gevallen alsnog noodzakelijk) tóch een toetsing aan de doelen van de EHS uit te voeren. Bij toetsing van de ingreep aan de EHS, is het provinciale beleid van toepassing. De basis hiervoor zijn de Spelregels EHS ; een gezamenlijke, globale uitwerking van rijk en provincies. Hierin wordt ondermeer de eis gesteld dat voor ingrepen binnen de EHS aangetoond moet worden dat, -bij aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden-, er geen reële locatiealternatieven zijn èn er sprake is van redenen van zwaarwegende belangen. In onderstaand stroomschema zijn deze en aanvullende stappen en benodigde onderbouwingen weergegeven [LNV, Spelregels EHS, 2007].

49 Stroomschema EHS. Bron: [LNV, Spelregels EHS, 2007] 1 Het gaat hier om het effect van de ingreep zelf en niet om een netto of reeds gesaldeerd effect. Indien de ingreep plaats vindt in een Natura 2000 gebied gelden aanvullende regels. 2 Een andere mogelijkheid in de EHS is herbegrenzing om ecologische redenen. Deze mogelijkheid is echter niet weergegeven in dit schema omdat er geen ruimtelijke ingreep aan ten grondslag ligt. Natuurtoets Molenerf Kinderdijk

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen

Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen Notitie Contactpersoon Marc Wilberts Datum 10 mei 2010 Kenmerk N001-4710764MWX-mfv-V01-NL Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Bij alle ruimtelijke ingrepen en plannen

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Datum : 30 oktober 2014 Opdrachtgever : Pouderoyen BV Opgesteld door : ir. N. Arts Projectnummer : P14-0202 Inleiding Initiatiefnemer is voornemens

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij Notitie Concept Contactpersoon D. (Daan) Dekker Datum 9 juli 2014 Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van gemeente Nijmegen heeft Tauw onderzoek

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-08-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.08

Nadere informatie

Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid

Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid Notitie Contactpersoon Arjan de Klepper Datum 5 augustus 2014 Kenmerk N001-1223274ADK-cri-V02-NL Natuurtoets realisatie McDonald s, Amstelveen-zuid 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Bij alle ruimtelijke

Nadere informatie

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk.: De heer E.J. Overbeek SAB RIJS/110253 datum: 16 september 2011 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Diepenheim (gemeente Hof van Twente, provincie

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Ecologie In deze bijlage is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum

Nadere informatie

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever

Nadere informatie

Ecoscan Abrikoosstraat, Utrecht

Ecoscan Abrikoosstraat, Utrecht Ecoscan Abrikoosstraat, Utrecht Verkennend onderzoek naar beschermde flora en fauna 2 februari 20099 Verantwoording Titel Ecoscan Abrikoosstraat, Utrecht Opdrachtgever Woningbouwcorporatie Mitros Projectleider

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Bijlage. Bodemonderzoek

Bijlage. Bodemonderzoek Bijlagen Bijlage Bodemonderzoek Bijlage Archeologisch onderzoek Bijlage Ecologische beoordeling Geactualiseerde ecologische beoordeling van de inrichting van een parkeerplaats

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189. NatuurBeleven bv Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen HB Adviesbureau bv T.a.v.: Peter Aalders Postbus 9230 1800 GE ALKMAAR Datum: 30 oktober 2009 uw brief van 23 oktober 2009 en 27 oktober 2009 uw kenmerk

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk

Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk Quickscan natuuronderzoek Dwarsdijk Een inventarisatie van beschermde Zelhem flora en fauna Zelhem, februari 2007 Rapportnummer 0712 Projectnummer 756 opdrachtgever VanWestreenen Adviseurs Varsseveldseweg

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren SAB RIJS/110164.01 datum: 22 juni 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Ootmarsum (gemeente Dinkelland,

Nadere informatie

Quickscan DWL-De esch

Quickscan DWL-De esch Quickscan DWL-De esch Implementatie Flora- en faunawet, Verkenning ecologische waarden Datum 17 augustus 2006 Versie definitief Opdrachtgever ing. Hugo de Groot Paraaf Opdrachtgever: Opsteller M. Kaptein

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Busbaan langs de Kruisvaart

Busbaan langs de Kruisvaart Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Advies : Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Datum : 17 december 2010 Opdrachtgever : mevrouw I. Zwartkruis Ter attentie van Projectnummer : mevrouw I. Zwartkruis : 211X04268.062985_1 Opgesteld

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel Zwolle, 25 oktober Henk Hunneman Natuuronderzoek pompstation Wageningen Aanleiding Vitens is voornemens om op de locatie van productiebedrijf Wageningen het huidige drinkwaterreservoir te vervangen door

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Quickscan Sloop Zwembad Oost aan de Van Beethovenstraat te Nijmegen

Quickscan Sloop Zwembad Oost aan de Van Beethovenstraat te Nijmegen Notitie Contactpersoon Jacinta Hack Datum 16 mei 2011 Kenmerk N001-4785838HKJ-mfv-V01-NL Quickscan Sloop Zwembad Oost aan de Van Beethovenstraat te Nijmegen 1 Inleiding De gemeente Nijmegen is voornemens

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon

Nadere informatie

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie --

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie -- Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november 2009 Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 4 Aanleiding en doel... 4 1.2 Leeswijzer...

Nadere informatie

DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST

DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST Briefrapportage DWARSDIJK 2, 7052 CR, HALLE, GEMEENTE BRONCKHORST Zelhem : juni 2013 Rapportnummer : 1310 Projectnummer : 2108 Opdrachtgever Contactpersoon : Van Westreenen : Dhr. G. Navis Locatie : Dwarsdijk

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Bijlage 1 Natuurtoets

Bijlage 1 Natuurtoets Bijlage 1 Natuurtoets B1.1. Aanleiding en doel Aanleiding Door de aanleg van de N57 ten oosten van Middelburg dient ook de aansluiting in de stad aangepast te worden. Dit betreft een herinrichting van

Nadere informatie

Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer

Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 24 januari 2014 Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL Deze notitie bevat de ecologische toetsing van de voorgenomen herinrichting van het sportpark

Nadere informatie

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem NOTITIE Van den Heuvel Ontwikkeling & Beheer B.V. dhr. E. van den Heuvel Lekdijk 44 2967 GL Langerak (ZH) DATUM: 1 mei 2012 ONS KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 1 CONTROLE: 12-244/12.02267/DimEm

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan Correspondentie gegevens Projectgegevens Datum : 26 oktober 2015 Projectlocatie : Lindelaan 2b, Dordrecht Opgesteld door : Ing. P. Otte Betreft : FF- wet Quickscan Projectnummer : 1554 Contactpersonen

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Datum : 27 maart 2014 Projectnummer : 13-0255 Opdrachtgever : Bureau Verkuylen Inleiding Aanleiding In verband met de voorgenomen

Nadere informatie

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk

Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus AG Noordwijk Gemeente Noordwijk t.a.v. dhr. M. van Veen Postbus 298 2200 AG Noordwijk Ons kenmerk : 1407G493/DBI/rap1.1 Datum : 22 augustus 2014 Betreft : Quickscan flora- en faunaonderzoek Hogeweg 65 te Noordwijk

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

Quicksan flora en fauna

Quicksan flora en fauna Quicksan flora en fauna Lommerrijk 23, Lelystad Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Ligging en ontwikkelingen... 5 2.1 Ligging... 5 2.2 Voorgenomen ontwikkelingen... 6 3 Natuurwetgeving... 8 3.1 Flora- en faunawet...

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht NOTITIE R. Stout Middelweg 12 2841 LA Moordrecht DATUM: 16 april 2012 ONS KENMERK: 12-200/12.01680/DirSt UW KENMERK: Gunning 22-03-2012 AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: ing. K.D. van Straalen drs. I. Hille

Nadere informatie

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON

Nadere informatie

Laneco. memo. Quick scan flora en fauna Nedereindseweg te Nieuwegein. Globale begrenzing plangebied 2 Onderzoeksmethode

Laneco. memo. Quick scan flora en fauna Nedereindseweg te Nieuwegein. Globale begrenzing plangebied 2 Onderzoeksmethode Laneco memo aan: van: datum: Buro SRO Laneco 9 juli 2014 betreft: Quick scan flora en fauna Nedereindseweg te Nieuwegein 1 Inleiding Aan de Nedereindseweg tussen huisnummers 405 en 407 te Nieuwegein ligt

Nadere informatie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Haaren SAB FRAN/VERK/100799.03 datum: 27 februari 2017 betreft: Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Esch

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: De heer J. Arends SAB RIJS/110571 datum: 20 april 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Opheusden (gemeente Neder-Betuwe, provincie Gelderland)

Nadere informatie

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout Toetsing van de aanwezige natuurwaarden aan de wet- en regelgeving voor natuur. Concept Grontmij Nederland bv Houten, 9 juli 2009 Verantwoording

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 05-05-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht

Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht 24 juli 2013 Verantwoording Titel Actualisatie ecologisch onderzoek Paardenveld, Utrecht Opdrachtgever Gemeente Utrecht, Projectorganisatie Stationsgebied

Nadere informatie

A&W-notitie 1660tal/ms

A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 3 4 A&W-notitie 1660tal/ms 4 A&W-notitie 1660tal/ms 5 6 A&W-notitie 1660tal/ms 6 A&W-notitie 1660tal/ms 7 8 A&W-notitie 1660tal/ms 8 A&W-notitie 1660tal/ms

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten. E c o l o g i e Voor onderhavig bestemmingsplan is het noodzakelijk te beoordelen of er sprake is van eventuele effecten op de Ecologische Hoofdstructuur en/of gebieden die zijn beschermd in het kader

Nadere informatie

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477 Notitie Quickscan natuuronderzoek Parallelweg 9 in Neede In het kader van de Flora- en faunawet Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier oktober rapportnr: 13477 In opdracht van: Gemeente Berkelland Postbus

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie