Acute toxiciteitstesten, een aanvulling op de stoffenaanpak? Onderzoek van industriële effluenten in Noord- Nederland en Zuid- Holland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Acute toxiciteitstesten, een aanvulling op de stoffenaanpak? Onderzoek van industriële effluenten in Noord- Nederland en Zuid- Holland"

Transcriptie

1 Acute toxiciteitstesten, een aanvulling op de stoffenaanpak? nderzoek van industriële effluenten in Noord- Nederland en Zuid- Holland nota nummer oktober 1996

2

3 ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat riza Acute toxiciteitstesten, een aanvulling op de stoffenaanpak? nderzoek van industriële effluenten in Noord-Nederland en Zuid-Holland IF WV-nota auteur(s) P.J.F. de Graaf J. Graansma M. Tonkes E.V. ten Kate C.M.H. Beckers datum 2 1 oktober 1996

4 Acute toxiciteitstesten, een aanvulling op de stoffenaanpak? nderzoek van industriële effluenten in Noord-Nederland en Zuid-Holland 2

5

6 4 riza

7 Samenvatting Naar aanleiding van de beperkingen van de stofgerichte aanpak in het emissiebeleid is gezocht naar aanvullende methoden voor het beoordelen van de milieubezwaarlijkheid van het totaal effluent. Door het RIZA is hiertoe gewerkt aan een tweetal methodieken, te weten de Totaal Effluent Milieubezwaarlijkheidsmethodiek (TEM) en Totaal Effluent Toxiciteit (TET). In een RIZA-werkdocument genaamd 'Toxiciteitstesten in de Wvo-vergunningverlening' is globaal aangegeven op welke manier acute toxiciteitstesten toegepast zouden kunnen worden. De FWV-werkgroep 'Effectenkant van het emissiebeleid' (cluster A) heeft besloten om de toepassingsmogelijkheden van acute toxiciteitstesten te onderzoeken door middel van een pilot-study. Het doel van deze studie is in eerste instantie het verkrijgen van meer inzicht in de acute toxiciteit van het effluent van een aantal geselecteerde bedrijven. Uitgangspunt hierbij is dat de parameter acute toxiciteit een vollediger inzicht geeft van de totale (acute) toxiciteit van het betreffende effluent dan de standaard fisisch-chemische analyses. Daarnaast bleek binnen het RIZA behoefte aan een vergelijking van de bruikbaarheid van de traditionele gestandaardiseerde toxiciteitstesten ter bepaling van acute toxiciteit op verschillende trofische niveaus met zogenoemde 'toxkits' (snelle, eenvoudige én relatief goedkope toxiciteitstesten; deze worden sinds kort -internationaal- in de praktijk toegepast). Zeventien effluenten afkomstig van bedrijven in het beheersgebied van de Directies Noord- Nederland en Zuid-Holland zijn onderzocht op acute toxiciteit met standaardtesten op 4 trofische niveaus, namelijk bacteriën, algen, kreeftachtigen en vissen. Daarnaast zijn testen uitgevoerd met twee toxkits: een raderdiertje en een kreeftachtige. m inzicht in de fysisch-chemische samenstelling van de effluenten te krijgen, is gebruik gemaakt van informatie in Wvo-vergunningen, vergunningaanvragen en bedrij fsafialwaterrapportages. Bovendien is voor een aantal effluenten een GC-MS analyse gemaakt. Uit de resultaten blijkt dat van de 17 onderzochte effluenten er één 'zeer acuut toxisch', vijf 'matig acuut toxisch' en negen 'weinig acuut toxisch' waren voor één of meerdere organismen. Slechts 2 effluenten waren 'niet acuut toxisch' voor de geteste organismen. Van de matig en weinig acuut toxische effluenten uit het beheersgebied van de directie Noord-Nederland bleken 3 niet volledig gesaneerd te zijn'. Twee effluenten waren wel volledig gesaneerd, maar werden toch als weinig acuut toxisch geclassificeerd. Slechts één volledig gesaneerd effluent was niet acuut toxisch. Deze pilot toont daarmee aan dat volledige sanering conform BUTBBT geen garantie is voor de afwezigheid van acuut toxische effecten. Bij 7 effluenten (nrs. 1, 2, 10, 11, 12, 15, 16) kan de geconstateerde acute toxiciteit van tenminste een van de vier testen volledig verklaard worden aan de hand van de berekende toxiciteit op basis van beschikbare toxiciteitsgegevens omtrent de bekende stoffen. De overige testresultaten kunnen slechts ten dele op deze manier verklaard worden. Bij de overige 8 effluenten bleek de acute toxiciteit niet of nauwelijks te verklaren omdat De saneringstoestand van de bedrijven in het beheersgebied van de directie Zuid-Holland was op het moment van publikatie van dit rapport nog niet bekend. 5

8 de samenstelling van het effluent niet volledig bekend is, of door gebrek aan toxiciteitsgegevens van de in het effluent bekende of geanalyseerde stoffen. De standaardtesten blijken gevoeliger te zijn dan de toxkits. De toxkits zijn daarom vooralsnog geen volwaardig alternatief voor de traditionele gestandaardiseerde testen. Gezien de beperkte opzet van het onderzoek (één steekproef per lozing) moeten de conclusies ten aanzien van de acute toxiciteit van de onderzochte effluenten genuanceerd worden bekeken. mdat niet bekend is in hoeverre sprake is van fluctuaties in de tijd bij de betreffende effluenten, kan het zo zijn dat de niet-acuut toxische effluenten yéj als toxisch geclassificeerd moeten worden. Bij de overige effluenten kan in de tijd ook sprake zijn van een sterkere of makkere toxiciteit. Daarom dient het uitgangspunt voor de uiteindelijke classificatie de 'worst case' te zijn. Hiervoor zullen per lozing meerdere steekproeven genomen moeten worden. Geconcludeerd kan worden dat acute toxiciteitstesten waardevolle en aanvullende informatie opleveren over de toxische eigenschappen van zowel volledig gesaneerde als van nietgesaneerde effluenten. Het is duidelijk dat slechts bij een deel van de effluenten de stoffenaanpak voldoende inzicht levert in de toxiciteit van effluenten. De beperkingen van de stoffenaanpak zijn hiermee aangetoond. Dit werkdocument sluit af met een reeks van aanbevelingen voor het invoeren van toxiciteitstesten en een voorstel voor een praktijkgericht vervolgproject. 6

9 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting Inleiding Beperkingen stofgerichte aanpak Acute toxiciteitstesten Doel pilot-study Leeswijzer Methoden Selectie bedrijven Bemonstering Toxiciteitstesten INTERMEZZ Toxiciteit Toxiciteitsclassificatie Standaard acute toxiciteitstesten Toxkits Samenstelling effluenten GC-MS-analyse Wvo-vergunningen Bedrijfsafvalwaterrapportages Berekening acute toxiciteit op basis van fysisch-chemische parameters Resultaten Acute toxiciteit effluenten Zeer acuut toxische effluenten Matig acuut toxische effluenten Weinig acuut toxische effluenten Niet acuut toxische effluenten Vergelijking toxiciteitstesten Standaardtesten Toxkits Vergelijking standaardtesten en toxkits Karakterisering effluenten en verklaring toxiciteit Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Referenties 41 7

10 Bijlage 1 : Begrippenlijst Bijlage 2 Beschrijving toxiciteitstesten Standaard toxiciteitstesten Toxkits Bijlage 3. Resultaten acute toxiciteitstesten Resultaten standaard acute toxiciteitstesten Resultaten toxkits Bijlage 4. Fysisch-chemische karakteristiek van effluenten

11 1 Inleiding 1.1 Beperkingen stofgerichte aanpak Bij de uitvoering van het emissiebeleid speelt de stofgerichte aanpak een belangrijke rol. Afhankelijk van de aard en de bezwaarlijkheid van een stof wordt van het betreffende bedrijf een inspanning verlangd om de lozing te saneren door toepassing van de stand der techniek (BUTBBT). Er zitten echter praktische bezwaren aan deze aanpak. Genoemde aanpak werkt slechts voor stoffen waarvan bekend is dat deze in het afvalwater voorkomen. Voor een zeer groot aantal in de industrie gebruikte stoffen is echter niet bekend in hoeverre deze in het effluent terecht komen. Veelal ontbreken analysemethoden of zijn deze te kostbaar. Bovendien is de kennis omtrent de milieubezwaarlijkheid van de meeste stoffen beperkt. In de praktijk wordt daarom veelal gebruik gemaakt van chemische en fysische somparameters, zoals CZV, ECL en AX, om een lozing te kunnen beoordelen. Naar aanleiding van bovenstaande beperkingen van de stofgerichte aanpak is gezocht naar aanvullende methoden voor het beoordelen van de milieubezwaarlijkheid van het totaal effluent. Door het RIZA wordt momenteel gewerkt aan een methodiek waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende parameters: zuurstofierbruik, acute en chronische toxiciteit, rnutageniteit, bioaccurnulatie en persistentie (Tonkes en Botterweg, 1994). Deze Totaal Effluent Milieubezwaarlijkheidsmethodiek (TEM) is echter nog niet volledig operationeel. De methodiek voor vaststelling van de parameters acute en chronische toxiciteit van totaal effluenten - Totaal Effluent Toxiciteit (TET) - is wel beschikbaar, in de vorm van (inter)nationaal gestandaardiseerde testen. In het RIZA-werkdocument 'Toxiciteitstesten in de Wvo-vergunningverlening' (1 994) is globaal aangegeven op welke manier acute toxiciteitstesten toegepast zouden kunnen worden. Toxiciteitstesten leveren informatie waarmee de stofspecifieke aanpak kan worden aangevuld. Met behulp van de standaard fysisch-chemische analyses en uit literatuur bekende toxiciteitsgegevens kan veelal slechts een deel van de toxiciteit van een effluent worden aangegeven. Door middel van toxiciteitstesten wordt daarentegen een totaalbeeld van, in dit geval, de acute toxiciteit verkregen. De vergelijking tussen beide benaderingen levert de verhouding van onverklaarde en verklaarde toxiciteit op (zie 9 2.6). Deze verhouding geeft aan in hoeverre de testen aanvullend zijn. Dit geldt uiteraard met name voor stoffen die onbekend zijn, niet geanalyseerd kunnen worden of waarvoor geen toxiciteitsgegevens beschikbaar zijn. Een eventuele sanering kan hierna conform de stofspecifieke aanpak worden opgezet. Bij de regionale directies van RWS is nog weinig ervaring met de toepassing van acute toxiciteitstesten in het vergunningentraject binnen het kader van de WV. Daarom is door de FWV-werkgroep Effectenkant van het emissiebeleid (cluster A) besloten om het in dit rapport beschreven pilot-project te starten. Het betreft een eerste inventarisatie van de acute toxiciteit van het totale effluent afkomstig van zeventien bedrijven binnen het beheersgebied van de regionale directies Noord-Nederland en Zuid-Holland. De uitvoering van het project was in handen van de werkgroep-tet, waarin vertegenwoordigd de regionale directies Noord-Nederland, ost-nederland, Noord-Holland, Zuid-Holland en het RIZA. 9

12 1.2 Acute toxiciteitstesten De essentie van aquatische toxiciteitstesten is dat testorganismen onder vastgestelde condities worden blootgesteld aan een oplossing - in dit geval een effluent - waarvan men de toxiciteit wil vaststellen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen kortdurende testen ter bepaling van de acute toxiciteit, en langduriger testen waarbij de effecten op langere termijn geschat kunnen worden (chronische toxiciteit). De voordelen van toxiciteitstesten voor de beoordeling van effluenten zijn: - effecten kunnen worden bepaald van stoffen die chemisch niet detecteerbaar maar wel biologisch actief zijn; - de biologische beschikbaarheid wordt getest; - de testen geven inzicht in de biologische effecten van het effluent; - gecombineerde toxicologische effecten kunnen worden vastgesteld. Acute toxiciteitstesten hebben als voordeel dat deze snel en relatief eenvoudig zijn uit te voeren. Internationaal gestandaardiseerde testen zijn beschikbaar voor verschillende trofische niveaus (Beckers-Maessen, 1994b). 1.3 Doel pilot-study Het doel van deze pilot-study is in eerste instantie het verkrijgen van meer inzicht in de acute toxiciteit van het effluent van een aantal geselecteerde bedrijven. Uitgangspunt hierbij is dat de parameter acute toxiciteit een vollediger inzicht geeft van de totale (acute) toxiciteit van het betreffende effluent dan de analyses. Daarnaast bleek binnen het RIZA behoefte aan een vergelijking van de bruikbaarheid van gestandaardiseerde toxiciteitstesten ter bepaling van acute toxiciteit op verschillende trofische niveaus met zogenoemde 'toxkits'. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de aanpak van het onderzoek uiteen gezet. Aan de orde komen de gehanteerde criteria voor selectie van de bedrijven, de bemonsteringsmethodiek en de gebruikte toxiciteitstesten (gestandaardiseerde testen en 'toxkits'). Tevens is aangegeven welke bronnen zijn geraadpleegd ter inschatting van de fysisch-chemische samenstelling van de bemonsterde effluenten. Hoofdstuk 3 omvat de resultaten van de toxiciteitstesten per effluent. De geconstateerde acute toxiciteit wordt tevens vergeleken met de verwachte acute toxiciteit, berekend aan de hand van de beschikbare kennis van de in het effluent bekende of geanalyseerde stoffen. De verschillende testen worden ook met elkaar vergeleken om uitspraak te kunnen doen over verschillen in gevoeligheid. Conclusies en aanbevelingen voor de toepassing van toxiciteitstesten worden in hoofdstuk 4 op een rij gezet. De bijlagen tenslotte omvatten een begrippenlijst (bijlage i), beschrijvingen van gestandaardiseerde toxiciteitstesten en toxkits (bijlage 2), de resultaten van de testen (bijlage 3) en karakteristiek van de bemonsterde effluenten (bijlage 4). 10

13 2 Methoden In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van voor dit onderzoek toegepaste methoden. Aangegeven wordt hoe de bedrijven geselecteerd zijn, op welke wijze de bemonstering van effluenten heeft plaatsgevonden, de achtergrond en de uitvoering van acute toxiciteitstesten, de bepaling van de samenstelling van effluenten en de wijze waarop de acute toxiciteit verklaard kan worden aan de hand van parameters. 2.1 Selectie bedrijven Alle onderzochte bedrijven zijn geselecteerd aan de hand van de volgende criteria: - het effluent heeft een complexe samenstelling; - de samenstelling van het effluent wisselt in de loop van de tijd; - het effluent bevat biologisch actieve stoffen; - het effluent bevat een grote hoeveelheid stoffen. Er werd van uitgegaan dat, bij de bedrijven die aan een of meerdere van deze criteria voldoen, het uitvoeren van toxiciteitstesten een zinvolle aanvulling is op de standaard fysisch-chemische analyse van het effluent. Toepassing van genoemde criteria heeft geresulteerd in een selectie van de volgende bedrij ven: Industriële bedrijfstak Efluentnummer : - chemie 1,2,4,5,6,7,10,11,15, 16 - tankcleaning: 8, 14 - olieraffinage: 9, 17 - levensmiddelen: 3 - tankop- en overslag: 12 - tankauto transport: Bemonstering In september en oktober 1994 is per bedrijf een steekmonster van het eindeffluent genomen. In één geval (nr. 5) is een etmaalmonster genomen. De monsters zijn gekoeld (4 C) vervoerd en bewaard in plastic vaten (20 liter t.b.v. toxiciteitstesten) dan wel glazen flessen (1 liter t.b.v. GC-MS-analyse). De monsters zijn genomen door Dienstkringmedewerkers van de betreffende Regionale Directie en overgebracht naar het RIZA te Lelystad. Het oorspronkelijke monster werd in gedeeltes ingevroren2. Met deze delen werden acute toxiciteitstesten uitgevoerd. Er is geen bezwaar tegen het invriezen van de monsters, omdat deze behandeling geen invloed blijkt te hebben op zowel de Qsisch-chemische ais de toxische eigenschappen. Dit is in diverse vergelijkingen met en zonder invriezen gebleken. 11

14 2.3 Toxiciteitstesten Ter bepaling van de acute toxiciteit van de effluentmonsters is gebruik gemaakt van traditionele standaardtesten en zogenaamde 'toxkits'. Toxkits zijn snelle, eenvoudige en relatief goedkope toxiciteitstesten die recentelijk beschikbaar zijn gekomen voor toepassing in de praktijk van het waterbeheer. Gestandaardiseerde testen zijn beschikbaar voor vier trofische niveaus, te weten bacteriën, algen, kreeftachtigen en vissen. Toxkits waren tijdens de studie operationeel voor kreeftachtigen en raderdiertjes (vanaf begin 1996 ook voor algen en watervlooien). Met het kiezen van 4 organismen uit verschillende trofische niveaus is een vereenvoudiging van een ecosysteem aangebracht. De 4 geteste organismen zijn dus geen weerspiegeling van een compleet ecosysteem. Voor het goed functioneren van een ecosysteem wegen alle organismen even zwaar (zie ook Derde Nota Waterhuishouding). Daarom worden voor de verschillende organismen geen aparte toxiciteitsgrenzen gegeven (zie 5 2.4). In de gevallen dat slechts één organisme een effect vertoont, en tegelijkertijd aan alle testvoorwaarden is voldaan, kan niet van een testfout worden uitgegaan. Een dergelijk resultaat moet als significant en betrouwbaar worden beschouwd. De toxiciteitsindeling of classificatie van een dergelijk effluent kan in dat geval overeenkomen met een effluent waarbij meerdere organismen een respons vertoonden. De testresultaten zijn weergegeven in vol.% effluent. Deze waarden zijn gekoppeld aan een EC,o,,o of LC,, (zie 'Intermezzo Toxiciteit'). Een resultaat met een hoog vol.% geeft een gering effect aan, want in dat geval is sprake van een geringe verdunning. 100 vol.% komt namelijk overeen met onverdund effluent. Dus, hoe lager de waarde in vol.% effluent, hoe groter het effect. p deze wijze kan de gevoeligheid van de verschillende organismen met elkaar vergeleken worden. Het gevoeligste organisme heeft de laagste testwaarde in vol.% effluent (zie hierna). INTERMEZZ Toxiciteit De toxicologie is de wetenschap die de effecten van stoffen en (stof)mengsels op organismen bestudeerd. De toxicologie maakt onderdeel uit van de ecotoxicologie. Dat is de toegepaste wetenschap die het gedrag en de toxische effecten van schadelijke stoffen in het milieu bestudeerd. Naast toxicologie is voor de ecotoxicologie ook vergaande kennis van ecologie en milieuchemie noodzakelijk. In hoeverre sprake is van toxiciteit en daarmee van effecten van stoffen, is afhankelijk van een aantal factoren. Dit betreft de gevoeligheid van de organismen, de blootstelling van de organismen, de externe milieufactoren en de eigenschappen van de stof(fen). De effectparameters, datgene wat als effect 'gemeten' wordt, zijn vooral sterfte, groeiremming, reproduktie-afwijkingen, ontwikkelingsafwijkingen en gedragsstoornissen. De toxiciteit (of giftigheid) die in dit onderzoek bestudeerd wordt, is de acute toxiciteit. Acute effecten treden in het algemeen op bij relatief hoge concentraties en een korte blootstellingsduur ten opzichte van de levensduur van het organisme. Naast de acute toxiciteit is er ook de chronische toxiciteit. Deze treedt in het algemeen op 12

15 bij relatief lage concentraties en een blootstellingsduur die lang is ten opzichte van de levensduur van het organisme. De acute toxiciteit wordt weergegeven in de vorm van een EC,,,, of LC,,. Dit zijn respectievelijk de (stoqconcentratie waar bij 20 of 50% van de testorganismen na een bepaalde blootstellingsduur een effect optreedt (bijvoorbeeld groeiremming) en de (stoqconcentratie die 50% sterfte geeft na een bepaalde blootstellingsduur (zie ook de begrippenlijst). Er wordt niet van uitgegaan dat een LC, ernstiger is dan een EC,. Beide duiden op biologische effecten van stoffen, en beide geven een bepaalde vorm van aanvullende informatie. ok de keuze voor een EC20/50 of Lc50 in plaats van een EC,,, of LC,,,, heeft een reden. In dat geval kan vanwege het optreden van zogenaamde dosis-effect relaties, een EC,,, of LC,,,, niet op een betrouwbare - statistische - wijze worden vastgesteld. Een nadere uitwerking van de reden voor deze keuzes wordt in een ander kader aangegeven (specifieke rapportages, nota s, richtlijnen, handleidingen). In figuur 2.1 wordt de relatie tussen LC, of EC, en het vol.% effluent getoond (met de bijbehorende classificatie volgens 0 2.4). matig acuut toxisch volume percentage effluent 1 0 Figuur 2.1: De toxiciteitsclassificatie van effluenten op basis van een LC, of een EC, en het volumepercentage effluent (vol.%). 13

16 2.4 Toxiciteitsclassificatie Bij de toxiciteitsindeling of -classificatie is steeds uitgegaan van het voorzorgsprincipe. De parameter acute toxiciteit wordt dus uitsluitend ingezet als aanvulling op de stofspecifieke bronaanpak, om zo de emissie van (acuut) toxische stoffen te voorkomen of te beperken. De toxiciteitsclassificatie is gebaseerd op een viertal criteria (aangepast aan Canton et al, 1991). Drie criteria duiden op het optreden van acute toxiciteit (uitgaande van ECLC,, als effectparameter): < 1 vol.% 1-10 vol.% vol.% : zeer acuut toxisch; : matig acuut toxisch; : weinig acuut toxisch. Eén criterium geeft aan dat geen sprake is van acute toxiciteit: - Blo0 vol.% : niet acuut toxisch. Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons is bepalend voor de indeling van de effluenten naar toxiciteit. Dus als van de 4 geteste organismen bijvoorbeeld de kreeftachtige een - van alle vier - laagste waarde van 7 vol.% heeft, wordt het effluent beschouwd als matig acuut toxisch. Indien deze waarde beneden de 1 vol.% ligt, is sprake van een zeer acuut toxisch effluent. Effluenten met een acute toxiciteit tussen de 10 en 100 vol.% vertonen voor een of meer organismen een acuut effect en hebben de indeling weinig acuut toxisch meegekregen. Indien geen acute toxische effecten zijn waargenomen voor alle 4 de organismen, krijgt het effluent de indeling niet acuut toxisch. Bij de bespreking van de resultaten (hoofdstuk 3) is daarnaast een onderscheid gemaakt tussen effluenten waarop een organisme zeer gevoelig, matig gevoelig, weinig gevoelig en ongevoelig heeft gereageerd. Deze voorgestelde criteria zijn hetzelfde als voor de toxiciteit: < 1 vol.% : zeer gevoelig 1-10 vol% : matig gevoelig vol% : weinig gevoelig - >100 vol % : ongevoelig De indeling volgens de criteria is mede op grond van het volgende tot stand gekomen. Voor de stofgerichte benadering wordt frequent uitgegaan van een extrapolatiefactor van 10 tussen acute en chronische toxiciteit (EPA, 1984; van Leeuwen and Hermens, 1995). Dit houdt in dat als de geconstateerde waarde voor de acute toxiciteit met 10 vermenigvuldigd wordt, dit de waarde oplevert van het volumepercentage van het effluent waarbij chronische toxiciteit kan optreden. Een tweetal voorbeelden: 1. de acute toxiciteit van een effluent is getest met de kreeftachtige Daphnia magna en de waarde is 7 vol.%. Deze waarde is kleiner dan 10 vol.% en daarom wordt de waarde voor chronische toxiciteit 70 vol.%. 14

17 2. de acute toxiciteit van een effluent is getest met de bacterie Vibriojscheri en de waarde is 20 vol.%. Deze waarde is groter dan 10 vol.% en daarom wordt niet uitgegaan van het optreden van chronische toxiciteit. Als bij effluenten van een vergelijkbare factor wordt uitgegaan, betekent dit dus dat bij een acute toxiciteit van 4 0 vol.% chronische effecten optreden (1x de acute waarde = <100 vol.%). mdat het optreden van chronische effecten als zeer ongewenst wordt ervaren, wordt een acute toxiciteit van <10 vol.% in dat geval als zeer of matig acuut toxisch ingedeeld. Niettemin blijkt dat een dergelijke extrapolatiefactor per stof sterk kan verschillen (van ; EPA, 1991; Maas et al, 1994; Tonkes & Botterweg, 1994). Voor complexe mengsels zal hier ook sprake van zijn. Naar verwachting zal binnenkort voor de extrapolatiefactor een praktijkgerichte waarde worden vastgesteld. Hiertoe wordt overleg gevoerd tussen REA, RIKZ, RIVM en het Ministerie van VRM. De effluenten die ingedeeld zijn als weinig acuut toxisch ( vol.%) kunnen niet als onschadelijke effluenten beschouwd worden. Als alle 4 de organismen een resultaat in deze range vertonen is blijkbaar sprake van directe effecten op veel organismen in een ecosysteem. Zo n effluent moet beschouwd worden als een effluent dat grote schade zal toebrengen. In de gevallen dat slechts 1 (of 2 of 3) van de 4 organismen toxisch of gevoelig is, is wel degelijk ook sprake van schadelijke effluenten. mdat in een ecosysteem allerlei onderlinge relaties tussen de organismen bestaan, zal een effect op 1 organisme een - indirect- effect veroorzaken bij de overige organismen. Het domino-effect (1 steen veroorzaakt de val van anderen) is hiervoor een mooi voorbeeld Standaard acute toxiciteitstesten De acute toxiciteitstesten zijn uitgevoerd door TN Milieuwetenschappen te Delft volgens internationaal geregistreerde protocollen (NEN of ECD-guidelines). Voor het onderzoek zijn de volgende testen toegepast: TYPE TETS TETSRGANISME 1. bacterie-toets zoutwater bacterie Vibrio Jischeri (Microtox) (v/h Photobacterium phosphoreum) 2. groeiremmingstoets alg zoetwater alg Selenastrum capricornutum 3. acute toets kreeftachtige zoetwater watervlo Daphnia magna zoutwater copepode Acartia tonsa 4. acute toets vis zoetwater zebravis Brachydanio rerio zoutwater guppy Poecilia reticulata In tabel 2.1 wordt per effluent aangegeven welke testen gebruikt zijn. Een gedetailleerde beschrijving van de testen is te vinden in bijlage 2.1. Er is een aantal fysisch-chemische parameters die bij overschrijding zorgt voor acuut toxische effecten bij de organismen (bijlage 3.1 en 3.2). Dit worden de randvoor- 15

18 waarden voor de toxiciteitstesten genoemd. Het betreft vooral ph, zuurstof, nitriet, ammoniak, saliniteit en geleidbaarheid. Randvoorwaarden worden gehanteerd als een grensconcentratie waarboven of waaronder effecten te verwachten zijn. Deze randvoorwaarden zijn experimenteel bepaald. mdat bij het bepalen van de acute toxiciteit gewerkt wordt met levende organismen, kan het voorkomen dat de gevoeligheid voor de randvoorwaarden per populatie verschilt. Indien sprake is van afwijkingen van de gestelde randvoorwaarden, is het in bepaalde gevallen mogelijk om een correctie toe te passen. De ph kan gecorrigeerd worden door een zuur of een base toe te voegen. Hierdoor kan echter de biologische beschikbaarheid van stoffen veranderen. De acute toxiciteit is zowel voor als na ph-correctie bepaald. Het zoutgehalte van een effluent kan niet veranderd worden. Afhankelijk van het zoutgehalte kan wel gekozen worden voor een zout- of zoetwaterorganisme. Uitzondering hierop is de bacterie-test. De bacterie die voor deze test gebruikt wordt, is een zoutwater bacterie. Voor de alg is daarentegen alleen een zoetwater alg gebruikt. Voor de zoetwater alg is nog niet bekend bij welk zoutgehalte deze alg acuut toxische effecten zal ondervinden. Hiervoor is meer onderzoek noodzakelijk zodat in de toekomst ook voor algen een goede keuze van het te testen organisme kan plaatsvinden (zoet- of zoutwater algen). Voor effluenten met een hoge(re) saliniteit is dus behoefte aan internationaal gestandaardiseerde testen voor =tater algen. Deze zijn al beschikbaar. Het is niet duidelijk in hoeverre de uitkomsten van de toxiciteitstesten beïnvloed worden door het uitvoeren van correcties om te kunnen voldoen aan de voor de betreffende test vastgestelde randvoorwaarden. Kort na aankomst van monsters werd het gehalte N, en totaal ammonium geschat m. b.v. Merckoquant-strips. Het totaal ammoniumgehalte werd omgerekend naar ongedissocieerd ammoniak (NH,). Daarnaast werden ph, temperatuur, zuurstof, saliniteit en geleidbaarheid gemeten Toxkits De acute toxiciteit van de effluentmonsters is eveneens getest met zogenaamde toxkits. Deze acute toxiciteitstesten zijn aanzienlijk sneller en goedkoper dan conventionele toxiciteitstesten. Toxkits zijn nog niet volgens internationale normen gestandaardiseerd, maar wel in wetenschappelijke literatuur beschreven. De benodigde organismen worden aangeleverd in een eistadium. Na toevoegen van een cultuurmedium en incubatie bij een bepaalde temperatuur komen de eieren uit. De testen worden vervolgens uitgevoerd met organismen van minder dan een dag oud. De toxkit-testen zijn uitgevoerd door bureau AquaSense te Amsterdam. 16

19 Poecilia ' ~~ riza Tabel 2.1 Gebruikte test Der effluent. EFFLUENT = na DH-correctie BACTERIE ALG KREEFTACHTIGE Vibrio jïscheri Selenastrum caoricomutum V. jïscheri S. capricomutum ~ V. jïscheri S. caoricomutum Daphnia magna Acartia tonsa D. magna F Brachydanio rerio reticulata B. rerio V. jïscheri S. capricornutum D. magna B. rerio V. jïscheri S. capricomuturn D. mama B. rerio V. jïscheri S. capricomuturn D. magna B. rerio V. jïscheri S. capricomutum A. tonsa P. reticulata V. fischeri S. caoricomutum D. magna B. rerio V. jscheri S. capricornutum D. mgna B. rerio V. jïscheri S. caoricomutum D. magna B. rerio V..fischeri S. capricomutum D. magna B. rerio V. jïscheri S. caoricomutum D. mama B. rerio V. jïscheri S. capricomutum D. magnal A. tomd B. rerio V. jïscheri S. capricomutum D. magna B. rerio V. jïscheri S. capricomuturn A. toma P. reticulata V. jïscheri S. capricomutum D. mgnal A. tonsd V. jïscheri S. capricomutum D. magna B. reriol P. reticulata' B. reriol P. reticulata'

20 De volgende toxkittesten zijn toegepast: TYPE TETS TETSRGANISME 1. Rotoxkit F zoetwater raderdiertje Brachionus calyciforus 2. Thamnotoxkit F zoetwater kreeftachtige ïñamnocephalus platy urus 3. Rotoxkit M zoutwater raderdiertje Brachionus plicatilis 4. Artoxkit M zoutwater kreeftachtige Artemia salina Een gedetailleerde beschrijving van de testen is te vinden in bijlage 2.2. Voor de toxkits geldt eveneens dat voldaan moet worden aan randvoorwaarden (zie bijlage 3.2). In die situaties dat een randvoorwaarde overschreden werd, is de verdunning waarin deze parameter overschreden werd (in alle gevallen alleen het onverdunde effluent) niet meegenomen in de berekening van de LC,. Een dergelijke LC, is minder betrouwbaar, omdat er minder getallen voor de berekening aan ten grondslag liggen. Tevens is ook de LC, berekend inclusief de 100 vol.% effluent (= onverdund effluent) waarin de randvoorwaarde overschreden werd. In tegenstelling tot de standaardtesten zijn de toxkitorganisrnen alleen na ph-correctie getest op acute toxiciteit, met uitzondering van effluent 2. Met dit effluent is vóór en ná ph-correctie een test uitgevoerd. Dit effluent had een zodanig lage ph dat een ph-correctie in ieder geval nodig was. Uit de testresultaten werd volgens de zogenaamde getrimde Spearman-Karbermethode met behulp van het ToxCalc-pakket (een statistiek-pakket; Tidepool, 1993) de effluentconcentratie geschat die 50 % sterfte geeft na 24 uur blootstelling (LC,; AquaSense, 1994). 2.5 Samenstelling effluenten m aangetoonde acute toxiciteit te kunnen verklaren is de fysisch-chemische samenstelling van het afvalwater bepaald. Daarbij is gebruik gemaakt van drie soorten bronnen die in de volgende paragrafen uitgewerkt worden, te weten GC-MSanalyses, verleende Wvo-vergunningen en bedrijfsafvalwaterrapportages. Chemische somparameters, zoals CZV, BZV, EX en Kj-N, zijn niet in beschouwing genomen, omdat deze parameters geen verklaring kunnen geven voor de geconstateerde acute toxiciteit (er is geen strikte correlatie). De effluenten 8, 12, 13 en 14 bevatten zo veel verschillende stoffen in een wisselende samenstelling dat niet gezocht is naar de chemische samenstelling van het effluent op basis van vergunningen en kwartaairapportages. Een aantal van deze effluenten is wel geanalyseerd met behulp van GC-MS (zie 8 3.3) GC-MS-analyse Met GC-MS is een groot aantal (vluchtige) organische verbindingen te analyseren. Anorganische verbindingen en niet-vluchtige verbindingen kunnen niet met GC-MS 18

21 geanalyseerd worden. Meteen na aankomst werden monsters gereedgemaakt voor analyse. GC-MS analyse is uitgevoerd door het RIZA volgens het werkvoorschrift W mdat een volledige GC-MS-analyse tijdrovend is, is een dergelijke analyse alleen uitgevoerd aan de zeer acuut toxische effluenten. De informatie over het wel of niet acuut toxisch zijn van een effluent werd mondeling medegedeeld door de ingenieursbureaus Wvo-vergunningen Informatie over de chemische samenstelling van het afvalwater is verzameld uit de aan de bedrijven verleende Wvo-vergunningen. Aangenomen is dat de concentraties zoals die vermeld staan in de aanvraag of de vergunning, ook in het bemonsterde effluent voorkwamen. Dit betekent voor de meeste effluenten een overschatting van de concentraties, omdat de concentraties in de daadwerkelijke lozing meestal lager zijn dan de maximumwaarden vermeld in de vergunningaanvraag. Hierdoor is dus ook sprake van een overschatting van het percentage verklaarde acute toxiciteit. Een andere reden voor overschatting van de verklaarde toxiciteit is dat de biologische beschikbaarheid (het deel van de aanwezige stof dat effect kan hebben op een organisme) vaak lager is dan het (totaal) geanalyseerde gehalte. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door adsorptie van stoffen aan zwevend materiaal (in wordt hier verder op ingegaan). Dit is ook een reden om gegevens omtrent het zwevend stofgehalte te verzamelen. Indien metalen in het afvalwater voorkomen, doet zich bijvoorbeeld het probleem voor dat de totale concentratie metalen gemeten wordt en niet de biologisch beschikbare fractie. Hierdoor is het moeilijk om een uitspraak te doen over de bijdrage van metalen aan de totale gemeten acute toxiciteit. In bijlage 4 is aangenomen dat de gemeten concentratie metalen volledig biologisch beschikbaar is (dit geldt dus voor - alle in bijlage 4 genoemde stoffen) Bedrijfsafvalwaterrapportages Indien bedrijfsafvalwaterrapportages (BAWRs) over de samenstelling van het afvalwater bekend waren, is hier gebruik van gemaakt. Daarbij zijn de concentraties aangehouden zoals deze door het bedrijf gerapporteerd werden in de week dat bemonsterd werd. 2.6 Berekening acute toxiciteit op basis van fysisch-chemische parameters De vergelijking van de gemeten acute toxiciteit met de acute toxiciteit van de stoffen die in het effluent voorkomen, wordt uitgevoerd om de grootte in te schatten van de niet te verklaren toxiciteit. Naarmate het deel onverklaarde toxiciteit groter wordt, neemt de behoefte aan aanvullende informatie via toxiciteitsgegevens toe (zie ook de inleiding). m deze vergelijking te maken, wordt gebruik gemaakt van een omrekening waarbij de acute toxiciteit uitgedrukt wordt in zogenaamde Toxic Units (TU s). De berekening hiervan gaat als volgt. 19

22 In de literatuur (Verschueren, 1983) en in databestanden (ISIS van Haskoning) zijn acute toxiciteitsgegevens van de gemeten stoffen achterhaald. Hierbij is alleen gekeken naar organismen die ook in de testen gebruikt zijn. Van de opgezochte acute toxiciteitsgegevens is de LC, omgerekend naar een TU. p deze wijze kan de acute toxiciteit van een stof in een dimensieloos getal uitgedrukt worden. Een TU wordt berekend door de concentratie van een stof te delen door de EC, van die stof. De TU s van alle afzonderlijke stoffen in een mengsel kunnen vervolgens bij elkaar opgeteld worden en geven dan de TU van het totale mengsel. Met andere woorden: TU = concentraties,f/ec,s,f Daarnaast kan de TU van een effluent berekend worden aan de hand van de eindresultaten van toxiciteitstesten, namelijk de gemeten LC, of EC,-waarden voor het totale effluent. Deze TU-waarde d.m.v. de toxiciteitstesten is als volgt berekend: TU, = l/lc, of EC,( in vol. % effluent) De uit stoffen berekende TU (TUStoffeJ kan vervolgens vergeleken worden met de via de toxiciteitstesten berekende TU (TUto,,,J. Uitgangspunt bij de berekening van TU s is dat de acute toxiciteit van de afzonderlijke stoffen bij elkaar opgeteld mag worden. Dit is het geval als de stoffen een vergelijkbaar werkingsmechanisme hebben. Voor veel organische verbindingen is dit inderdaad het geval. Dit geldt echter niet voor alle stoffen. Bepaalde stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, kunnen een specifiek werkingsmechanisme hebben en elkaars acuut toxische werking bijvoorbeeld versterken of verzwakken. Voor de vergelijking van de stof- en toxiciteitsgegevens in dit onderzoek wordt (voor dit moment) uitgegaan van een vergelij kbaar werkingsmechanisme. m de hiervoor beschreven vergelijking mogelijk te maken is gebruik gemaakt van gegevens afkomstig van de bronnen vermeld in Voor het verklaren van de acute toxiciteit is geen onderscheid gemaakt naar de bron van de informatie (GC- MS-analyse, Wvo-vergunning of bedrij fsafialwaterrapportages). De percentages verklaarde acute toxiciteit zijn geen absolute getallen, maar aanwijzingen voor de mate waarin de acute toxiciteit verklaarbaar is. 20

23 3 Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de acute toxiciteitstesten per effluent en per test besproken. Voor de resultaten per organisme wordt onderscheid gemaakt tussen de 'standaardtesten' (bacterie, alg, kreeftachtige en vis) en de toxkits (raderdiertje en kreeftachtige). De reden hiervoor is dat de voorschriften van de standaardtesten internationaal gestandaardiseerd zijn, terwijl dit voor de toxkits (nog) niet het geval is. Wel zijn de toxkits beschreven in de internationale literatuur. Voor de resultaten per effluent wordt geen onderscheid gemaakt tussen de standaardtesten en de toxkits. Zowel de standaardtesten als de toxkits maken gebruik van een kreeftachtige. Echter, dit zijn niet dezelfde organismen en de gevoeligheid van deze organismen per effluent kan daarom verschillen. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt voorzover mogelijk een verklaring gegeven voor de gemeten acute toxiciteit. 3.1 Acute toxiciteit effluenten De figuren 3.1 en 3.2 geven een samenvattend overzicht van de resultaten van de acute toxiciteitstesten. In de bijlagen 3.1 en 3.2 zijn de resultaten op uitgebreide wijze beschreven. De resultaten zijn vermeld als het volume % (vol.%) effluent dat getest is (zie ook $ 2.3). Een vol.% van 100 betekent dat in het onverdunde monster geen acute effecten zijn opgetreden. Een hoog vol.% geeft dus een lage acute toxiciteit weer. Een vol.% van 7.1 betekent dat in een verdunning van 14 keer (100/7.1) 50% van de organismen een effect vertoonde. Dus hoe lager het vol.% en dus hoe kleiner de staaf in de grafiek, des te toxischer is het effluent voor de onderzochte organismen. In principe is bij een waarde van <100 vol.% steeds sprake van acute toxiciteit. In de onderstaande beschrijving van de acute toxiciteit van de effluenten worden effluenten 'toxisch' genoemd en organismen 'gevoelig'. De indeling voor gevoeligheid en acute toxiciteit is vergelijkbaar (zie $ 2.3). Bij een overschrijding van een randvoorwaarde is het resultaat van de acute toxiciteitstest niet weergegeven in de figuren. Deze resultaten staan wel in bijlage 3.1 vermeld. Bij de hiernavolgende resultaten overschrijden een aantal effluenten een randvoorwaarde terwijl geen acute effecten zijn opgetreden. Deze mogelijkheid is al opgemerkt in Zeer acuut toxische effluenten De effluenten die hiertoe behoren vertonen bij tenminste één organisme een acute toxiciteit van <1 vol.%. Dit is alleen het geval bij effluent 12 (figuur 3.1). 21

24 effluent 12 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 0.15 Gevolgd door de bacterie met een EC50 van 30 vol.%. De vis en de kreeftachtige hebben elk een L(E)C,, van 43 vol.%. De toxkit met een kreeftachtige heeft een LC,, van 43.5 vol.%. Het raderdiertje vertoont als enige geen respons Matig acuut toxische effluenten De effluenten die hiertoe behoren vertonen bij tenminste één organisme een acute toxiciteit van 1-10 vol.%. Dit zijn de effluenten 1, 6, 7, 11 en 13. Figuur 3.1 geeft een overzicht van de resultaten. Voor alle resultaten wordt verwezen naar bijlagen 3.1 en 3.2. effluent 1 Uit figuur 3.1 blijkt dat voor dit effluent de kreeftachtige de grootste toxiciteit laat zien met een EC50 van 4.4 vol %. Het resultaat van de bacterie doet niet veel onder voor de kreeftachtige: de EC,, is 7.1 vol.% effluent. De toxkit organismen vertonen eveneens een acute toxiciteitsrespons met een LC50 van 17.6 vol.% voor de kreeftachtige en 23.8 vol.% voor het raderdiertje. De vissen en de algen vertonen ook een respons met respectievelijk een LC50 van 32 vol.% en een EC,, van 50 vol.%. effluent 6 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 1.7 vol.% effluent. De alg wordt direct gevolgd door de toxkit met kreeftachtige met een LC,, van < 10 vol.%. De andere organismen vertonen geen respons. effluent 7 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de kreeftachtige met een EC,, van 3.4 vol.%. De bacterie en de toxkit organismen vertonen geen respons. Voor vissen werd de randvoorwaarde voor nitriet overschreden, en voor de algen is sprake van een erg hoge saliniteit. Daarom wordt voor beide testen geen resultaat getoond. effluent 11 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons bij dit effluent is de alg met een EC,, van 9.2 vol.%. Gevolgd door de kreeftachtige met een EC50 van 42 vol.% en het raderdiertje met een LC,, van 43.5 vol.%. De bacterie, de vis en de toxkit kreeftachtige vertonen geen respons. 3 Dit effluent heeft een -erg- lage saliniteit. Daarom wordt uitgegaan van geldige randvoorwaarden. 22

25 acute toxiciteit in vol % effluent effluent 1 effluent 6 acute toxiciteit in vol % effluent 7 effluent acute toxiciteit in vol % effluent effluent 11 acute toxiciteit in vol %8effluent effluent 12 acu e toxiciteit in vol % effluent 13 effluent bacterie alg kreeftachtige vis I ader dier t j e/ toxki t kreeftachtige/toxkit guur 3.1 Zeer en matig acuut toxische effluenten, waarvan de EC/LCS van het gevoeligste organisme resp vol.% is. (* = geen resultaat). 23

26 effluent 13 na UH correctie Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons na ph correctie is de kreeftachtige met een EC,, van 3.6 vol.% meteen gevolgd door de alg met een EC,, van 4.4 vol.%. De bacterie en de vis zijn niet getest na de Ph-correctie. De toxkitorganismen vertonen geen respons Weinig acuut toxische effluenten De effluenten die hiertoe behoren, hebben als resultaat een acute toxiciteit tussen de 10 en 100 vol.%. Dit zijn de effluenten 2, 4, 5, 8, 9, 10, 14, 15 en 16. Figuur 3.2 geeft een overzicht van de resultaten. Voor alle resultaten wordt verwezen naar bijlage 3.1 en 3.3. effluent 2 na ph-correctie: Na ph-correctie vertoont de bacterie de grootste toxiciteitsrespons met een EC,, van 16.3 vol.%. De EC,, van de kreeftachtige is 30 vol.% effluent en de LC,, van het raderdiertje is 75 vol.%. De vis en de toxkit met de kreeftachtige vertonen voor dit effluent geen toxiciteit. Voor de algen wordt geen resultaat getoond vanwege de hoge saliniteit van het effluent. effluent 4 na ph-correctie: Na ph-correctie is de bacterie het organisme met de grootste toxiciteitsrespons. De acute toxiciteit na de ph-correctie is voor geen enkel organisme veranderd. De ph bedroeg 9. effluent 5 Het organisme met de grootste respons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 59 vol.% effluent. Geen enkele van de andere geteste organismen vertoont een respons. effluent 8 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 24 vol.%. Als tweede volgt de toxkit met een kreeftachtige met een LC,, van 52.5 vol.%. De overige organismen vertonen geen respons. effluent 9 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 30 vol.%. Dit organisme wordt gevolgd door de bacterie met een EC,, van 36 vol.%. De overige organismen vertonen geen respons. effluent 1 Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons voor dit effluent is de toxkit met kreeftachtige met een LC,, van 11.4 vol.%. De EC,, van de kreeftachtige is 33 vol.%, de EC,, van de alg is 49 vol.% en de LC,, van de vis is 55 vol.%. De bacterie en de toxkit met raderdiertje vertonen geen respons. effluent 14 24

27 Het organisme met de grootste respons voor dit effluent is de alg met een EC,, van 5 1 vol.%. Alle overige organismen vertonen geen respons. effluent 15 na ph-correctie De acute toxiciteit met behulp van de alg is als enige test opnieuw gemeten ná de ph-correctie. Er vond geen noemenswaardige verandering plaats in de acute toxiciteit. mdat sprake is van een effluent met een hoge saliniteit wordt de classificatie bepaald door het resultaat van de kreeftachtige (Acartia tonsa). effluent 16 na ph-correctie Het organisme met de grootste toxiciteitsrespons na ph-correctie is de bacterie met een EC, van 14.5 vol.%, gevolgd door de alg met een EC, van 24 vol.%, de kreeftachtige met een EC, van 32 vol. % en de vis met een LC, van 34 vol. %. De toxkitorganismen vertonen beide geen respons Niet acuut toxische effluenten Voor de effluenten 3 en 17 is met alle zes testorganismen geen acute toxiciteit aangetoond. Voor alle resultaten wordt verwezen naar bijlage 3.1. effluent 3 Er zijn geen acuut toxische effecten aangetoond met alle 6 organismen. Het effluent heeft een hoog (maar niet te hoog) nitrietgehalte. Dit heeft, zoals vervolgens verwacht werd, niet tot acute effecten geleid. effluent 17 Er zijn geen acuut toxische effecten aangetoond met alle 6 organismen. Samenvatting Eén effluent (nr. 12) vertoont een zeer acuut toxische respons, vijf effluenten (nrs. 1, 6, 7, 11, 13) vertonen een matig acuut toxische respons, terwijl negen effluenten (nrs. 2, 4, 5, 8, 9, 10, 14, 15 en 16) een weinig acuut toxische respons vertonen. Bij slechts 2 effluenten (nrs. 3 en 17) werd geen acute toxiciteit geconstateerd. Alle effluenten blij ken een wisselend beeld van toxiciteitsresultaten te vertonen. Alleen de resultaten van de effluenten 5 en 14 lijken op elkaar, maar beide behoren tot een verschillende industriële bedrijfstak (zie $ 2.1). Algemene uitspraken voor bedrijfstakken zijn dus niet mogelijk op basis van deze onderzoeksresultaten. 25

28 acute toxiciteit in vol S effluent effluent 2 acute toxiciteit effluent 4 vol 8 effluent acute toxiciteit in vol 8 effluent effluent 5 acute toxiciteit in vol % effluent 8 effluent acute toxiciteit in vol % effluent 9 effluent acute toxiciteit in vol % effluent 10 effluent acute toxiciteit in vol % effluent 14 effluent acute toxiciteit in vol % effluent effluent 15 acute toxiciteit in vol % effluent 16 effluent bacterie alg vis rader dier t j e/ toxki t kreeftachtige/toxkit Figuur 3.2 Weinig acuut toxische effluenten, waarvan de EC/LCS van het gevoeligste organisme tussen de 10 en 100 vol.% ligt. (* = geen resultaat) 26

29 3.2 Vergelijking toxiciteitstesten Standaardtesten De resultaten van de standaard acute toxiciteitstesten zijn per organisme weergegeven in figuur 3.3 (a tlm d). In deze figuur is het aantal effluenten per gevoeligheidscategorie voor de vier gebruikte standaardtesten aangegeven. De getallen waarop deze figuren gebaseerd zijn staan vermeld in bijlage 3.1. Er is uitgegaan van een indeling op basis van gevoeligheid zoals aangegeven in Bacterie-test Uit figuur 3.3a blijkt dat de bacterie voor 1 effluent matig gevoelig heeft gereageerd, voor 7 effluenten weinig gevoelig en voor de overige 9 effluenten is de bacterie ongevoelig. Algen-test De algentest is voor 1 effluent zeer gevoelig, 3 effluenten matig gevoelig en voor 10 effluenten weinig gevoelig gebleken. Voor de overige 3 effluenten bleek de test ongevoelig. De randvoonvaarden voor algen zijn nog niet volledig duidelijk. Hierdoor is het mogelijk dat in een aantal effluenten de alg het gevoeligste organisme was omdat aan één of meerdere randvoorwaarden niet voldaan werd. Het zoutgehalte was bijvoorbeeld erg hoog in een aantal effluenten. 27

30 aantal effluenten i4 19 Legenda i I 4 a a 1 bacterie-test aantal effluenten 19. i1 10 a e Legenda mstiogevcelb 7 ~lnlllwv-ikl e ~g-g i algen-test Figuur 3.3a Acute toxiciteit m.b.v. de standaard bacterie-test I Figuur 3.3b Acute toxiciteit m.b.v. de standaard algen-test aantal effluenten Legenda a aantal eífiuenten Legenda 7 e 6 4 a 2 i kreeftachtigen-test vlssen-test Figuur 3.3~ Acute toxiciteit m.b.v. de standgd kreeftachtigen-test iguur 3.3d Acute toxiciteit m.b.v. de standaard vissen-test Kreeftachtigen-test Uit figuur 3.3~ is af te leiden dat de kreeftachtige voor 3 van de geteste effluenten matig gevoelig is en voor 6 weinig gevoelig. Voor 8 effluenten is de kreeftachtige ongevoelig. 28

31 Vissentest De vissentest is voor 7 effluenten weinig gevoelig en voor 10 effluenten ongevoelig. Samenvattend kan het volgende opgemerkt worden. De alg is voor 7 effluenten het gevoeligst4, de kreeftachtige voor 3 effluenten en de bacterie eveneens voor 3 effluenten. De vis is geen enkele keer het gevoeligste organisme. Hierbij moet het voorbehoud gemaakt worden dat bij de bacterie-test is uitgegaan van de EC,,. Als voor de bacterie uitgegaan wordt van de EC,, (volgens het protocol) wordt de verdeling als volgt: de alg is voor 7 effluenten het gevoeligst, de kreeftachtige voor 3 effluenten en de bacterie en vis voor geen van de effluenten (bijlage 3.1). Een dergelijke wijziging in de verdeling geldt uiteraard ook indien voor andere testen met lagere EC s of LC s wordt gewerkt. Van te voren is niet te voorspellen welk organisme gevoelig is voor welk type afvalwater. De geconstateerde gevoeligheid wordt in principe steeds bepaald door de samenstelling van het effluent en niet door variatie in gevoeligheid bij de testorganismen. aantal effluenten toxidt-raderdler Legenda aantal eiiiuenten Legenda D 7 e 4 a 0 i D toxkit-kreeftachtige Figuur 3.4a Acute toxiciteit m.b.v. de toxkit met raderdieren Figuur 3.4b Acute toxiciteit m.b.v. de toxkit met kreeftachtigen Toxkits Raderdiertje Uit figuur 3.4a blijkt dat de gevoeligheid van het raderdiertje voor deze effluenten laag is. Voor 7 effluenten is het raderdiertje weinig gevoelig en voor 10 effluenten is het ongevoe- 4 Rekening houdend met hoge saliniteit. 29

32 lig. Kreeftachtige De toxkit met kreeftachtige is voor 1 effluent matig gevoelig, voor 8 effluenten gevoelig en voor 8 effluenten ongevoelig Vergelijking standaardtesten en toxkits Uit de resultaten (figuren 3.3 en 3.4) blijkt dat de toxkits in hun gevoeligheid afwijken van de standaardtesten. Uit de figuren 3.1 en 3.2 blijkt dat als sprake is van matig acute toxiciteit, dit slechts één keer optreedt bij slechts één toxkit. Bij de standaardtesten is hier veel vaker sprake van. Blijkbaar hebben de standaardtesten een groter onderscheidend vermogen dan de toxkits. p dit moment is sprake van 6 verschillende toxkits, waarvan er in dit onderzoek dus vier zijn getest. Van de overige twee (algen en Daphnia) is nog onvoldoende bekend. Een uitgebreidere analyse van effluenten waarmee zowel standaard toxiciteitstesten als toxkits zijn uitgevoerd (dus ook uit ander onderzoek), moet nog plaatsvinden. Als dit gerealiseerd is zal een officieel advies geformuleerd worden omtrent de bruikbaarheid (of inzetbaarheid) van de snellere en goedkopere toxkits. 3.3 Karakterisering effluenten en verklaring toxiciteit Het meten van de acute toxiciteit van afvalwater heeft meerwaarde als hiermee meer informatie over de acute toxiciteit van een effluent wordt verkregen dan met de fysischchemische parameters alleen. m de meerwaarde te kunnen vaststellen is informatie verzameld over de fysisch-chemische samenstelling van het effluent (zie hierna en $2.4). p basis van de (bekende) stofgegevens is de te verwachten acute toxiciteit van de effluenten berekend. Deze wordt vergeleken met de geconstateerde acute toxiciteit op grond van de toxiciteitstesten. In tabel 15 van bijlage 4 is een samenvatting opgenomen van de TU s zoals berekend voor de bekende fysisch-chemische parameters en de TU s op basis van de uitgevoerde toxiciteitstesten. Met behulp van deze tabel is het mogelijk om te bepalen welk percentage van de geconstateerde toxiciteit verklaarbaar is op basis van de bekende of geanalyseerde fysisch-chemische parameters. Deze resultaten staan vermeld in tabel 3.1. In tabel 3.1 staat met behulp van een ster (*) aangegeven bij welke effluenten geen toxiciteitsrespons is aangetroffen bij de testen, terwijl op basis van de fysisch-chemische gegevens uit bijlage 4 wel een TU-waarde is afgeleid (samengevat in tabel 15). Een verklaring voor het niet optreden van een respons is dat steeds sprake was van zeer lage stofconcentraties en zeer lage TU-waarden. Het optreden van acute toxiciteit is dan vooral theoretisch mogelijk, maar niet erg waarschijnlijk. Een andere verklaring is dat de biologische beschikbaarheid van de betreffende stoffen laag was, als gevolg van combinatiewerking van vele verschillende stoffen en het voorkomen van deeltjes (zie hierna). Een derde verklaring is dat de organismen geen respons vertonen bij een kortdurende (acute) blootstelling, en dat een langdurigere blootstelling (chronische testen) wel tot een respons kan leiden. Deze constatering maakt opnieuw de meerwaarde van toxiciteitstesten duidelijk. Niet alleen kunnen deze testen aangeven in welke gevallen onbekende stoffen tot toxiciteit van een 30

TOEPASSING TOXICITEITSTESTEN DOOR RIJKSWATERSTAAT. resultaten schriftelijke enquête

TOEPASSING TOXICITEITSTESTEN DOOR RIJKSWATERSTAAT. resultaten schriftelijke enquête TOEPASSING TOXICITEITSTESTEN DOOR RIJKSWATERSTAAT resultaten schriftelijke enquête Auteurs: dr. P.J.F. de Graaf (Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland) ing. J. Graansma (Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland)

Nadere informatie

Effectgerichte beoordeling van de. waterkwaliteit in de Jeker, Geleenbeek, Dieze en Maas

Effectgerichte beoordeling van de. waterkwaliteit in de Jeker, Geleenbeek, Dieze en Maas Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Effectgerichte beoordeling van de waterkwaliteit in de Jeker, Geleenbeek, Dieze en Maas Een onderzoek naar de effecten van geconcentreerd oppervlaktewater december

Nadere informatie

Milieubezwaarlijkheid van een complex effluent; voor en na ozonisatie.

Milieubezwaarlijkheid van een complex effluent; voor en na ozonisatie. ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat riza rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling tel. 03200-70411, fax. 03200-4921. Milieubezwaarlijkheid van een complex

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Hoofdg roep Maatschappelijke voortoegepast ' TechnologieTNO natdurwetenschappelijk 13. APR, 1 989 onderzoek. Nederlandse organisatie. o. LI ,,.

Hoofdg roep Maatschappelijke voortoegepast ' TechnologieTNO natdurwetenschappelijk 13. APR, 1 989 onderzoek. Nederlandse organisatie. o. LI ,,. Nederlandse organisatie Hoofdg roep Maatschappelijke voortoegepast ' TechnologieTNO natdurwetenschappelijk 13. APR, 1 989 onderzoek o. LI YT,,.,- Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit

Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit Bioassays meten de risico s van stoffen voor het ecosysteem in oppervlaktewater 1 Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33238 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lan Song Title: Towards understanding the toxicity of copper nanoparticles in aquatic

Nadere informatie

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Datum: 26-09-2018 Versie: definitief Onderwerp De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft fipronil

Nadere informatie

Aquatische ecotoxicologie

Aquatische ecotoxicologie Aquatische ecotoxicologie Algemene principes ir. Hugo Desmet Doelstelling Achtergrond van aquatische ecotoxicologie - Principes en methodes - Beoordelingscriteria - Toepassingen van ecotoxicologie Basis

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt

Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige. effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt Samenvatting Ecologische risicobeoordeling is gericht op het voorspellen van nadelige effecten van stoffen op natuurlijke populaties. In het algemeen wordt hierbij de voorspelde blootstelling aan de stof

Nadere informatie

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters

Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters Verkorte ZAHN- WELLENS test voor afvalwaters februari 2010 Pagina 1 van 7 WAC/V/B/005 INHOUD 1 INLEIDING... 3 2 PRINCIPE... 3 3 BIODEGRADATIEVOORWAARDEN... 3 4 TESTVOORWAARDEN... 3 5 MATERIAAL... 4 5.1

Nadere informatie

Consequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride

Consequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride Consequentieonderzoek probitrelatie benzylchloride Project : 091625-Benzylchloride Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep

Nadere informatie

ef f I u en ten Handreiking bepaling acute toxiciteit van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Auteurs:

ef f I u en ten Handreiking bepaling acute toxiciteit van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Auteurs: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat FWVO Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppetvlaktewateren Handreiking bepaling acute toxiciteit van ef f I u en ten Auteurs:

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 wordt per 1 januari 2013 respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2016 en 1

Nadere informatie

Consequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride

Consequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride Consequentieonderzoek probitrelatie borontrichloride Project : 091625-Borontrichloride Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35907 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Yang Liu Title: Quantifying the toxicity of mixtures of metals and metal-based

Nadere informatie

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001

Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Ontwikkeling nieuwe minerale olie standaard RIVM-NMi-001 Michel van Son NMi Van Swinden Laboratorium B.V. Afdeling MDKV+CH Datum: 22 juni 2007 Rapportcode: S-CH.07.11 De werkzaamheden die worden beschreven

Nadere informatie

Randvoorwaarden voor mariene bioassays Een overzicht van beschikbare data. door: J.F. Postma AquaSense B.V.

Randvoorwaarden voor mariene bioassays Een overzicht van beschikbare data. door: J.F. Postma AquaSense B.V. Randvoorwaarden voor mariene bioassays Een overzicht van beschikbare data door: J.F. Postma AquaSense B.V. 1. Inleiding Om negatieve effecten, waargenomen in bioassays, op waarde te kunnen schatten is

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk)

Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk) Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk) Inleiding Vaststellen van de veiligheidsklasse Maatregelen voor het werken in en met verontreinigde

Nadere informatie

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur Project: NAUTILUS Werkdocument: RIKZ/OS-98.145X Ministerie van Verkeer en Waterstaat In opdracht van: Directie Noordzee Directie Zuid-Holland

Nadere informatie

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD "DE HOUTRIB" IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD DE HOUTRIB IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart W E R K D O C U M E N T DE KWALTET VAN HET WATER N HET ZWEMBAD "DE HOUTRB" N LELYSTAD N 1979 door S. de Jong 1980-Abw 79 maart D E N S T V O O R D E J S S E L N E E R P O L D E R S S M E D N G H U S L

Nadere informatie

Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat

Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat 19 december 2016 Inhoud 1. Aanleiding 2. Wat heeft het RIVM onderzocht? 3. Verband rubbergranulaat en leukemie 4. Voldoet

Nadere informatie

Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens

Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens Met dank aan collega Lieve Geerts. MILIEUVRIENDELIJKHEID = 1 MILIEUGEVAAR Wat bepaalt het milieugevaar? De hoeveelheid die in het milieu

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Validatie conserveertermijn EOX in water

Validatie conserveertermijn EOX in water Validatie conserveertermijn EOX in water Dienst Waterbeheer en Riolering Ingenieursbureau Willie van den Berg Eddy Yedema Rapportnummer 03.780225 November 2003 Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding 3 3 Beschrijving

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 144/27 VERORDENING (EU) 2016/863 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 2016 tot wijziging van de bijlagen VII en VIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 37 Besluit van 23 januari 1995, houdende regelen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Besluit milieutoelatingseisen

Nadere informatie

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva

Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest. Tussenrapportage fase 2. Bemestingstoepassing Ulva Zeesla, van lastige bijvangst tot nieuw visserij product: Ulva-mest Tussenrapportage fase 2 Bemestingstoepassing Ulva uitgevoerd door Zilt Proefbedrijf B.V. dagelijkse uitvoering en controle: Mark van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Microverontreinigingen: hoe kun je ecologische risico s in water bepalen?

Microverontreinigingen: hoe kun je ecologische risico s in water bepalen? Microverontreinigingen: hoe kun je ecologische risico s in water bepalen? Ron van der Oost, (Waternet), Leo Posthuma (RIVM), Dick de Zwart(RIVM), Jaap Postma (Ecofide), Leonard Osté (Deltares) Met de huidige

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De laatste jaren worden in toenemende mate geneesmiddelen voor mens en dier a aangetroffen in het milieu. Van enkele van die middelen is bekend dat ze bij vissen,

Nadere informatie

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet

Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Aanvullende metingen arseen op de Waddenzee i.v.m. calamiteit Andinet Resultaten aanvullende metingen van arseen in de Waddenzee i.v.m. het verlies van houtverduurzaammiddel

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

hoofdgroep maatschappelijke technologie

hoofdgroep maatschappelijke technologie hoofdgroep maatschappelijke technologie organisatie voor. toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek Rapport nr. Project nr. Datum R 84/41 10881 15-03-1984 ONDERZOEK NAAR DE BIODEGRADATIE VAN DE KLEURSTOF

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Auteur: IDsW Kenmerk: W 0810-0022 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 13 okt. 2008 0.4

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Environmental Fate & Effects of New Generation Flame Retardants S.L. Waaijers

Environmental Fate & Effects of New Generation Flame Retardants S.L. Waaijers Environmental Fate & Effects of New Generation Flame Retardants S.L. Waaijers Samenvatting Verschillende halogeen-houdende vlamvertragers hebben toxische effecten op de mens en het milieu, waardoor het

Nadere informatie

Toxicologie enkele begrippen

Toxicologie enkele begrippen 009 1 Toxicologie enkele begrippen Regelmatig worden wij geconfronteerd met begrippen als zeer giftige stof, of de zeer gevaarlijke chemische stof-x. Vaak zijn deze begrippen niet nader omschreven en is

Nadere informatie

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015 NVB Wageningen NVB Postbus 360 6700 AJ WAGENINGEN Referentie: KC-21417-ZsPr/JeSa/361010 Wageningen, 26 mei 2015 Rapport betreffende Zesde Landelijke

Nadere informatie

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel

Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel Onderzoek naar blootstelling aan endotoxinen in de agrarische sectoren van teelt, be- en verwerking en handel drs. Suzanne Spaan ir. Inge Wouters dr. ir. Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Blootstelling aan asbest kan in diverse organen kanker veroorzaken. Het meest voorkomende gevolg is longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) en longkanker. Omdat beide typen

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:

Nadere informatie

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen.

Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Emissie-aanpak en biologisch goed afbreekbare (potentieel) zwarte lijst-stoffen. Aan: Van: Bibliotheek S.v.p.../.. keer kopieeren (^KELZIJDIG^Dt^ELZIJPTG VpQrkant/achterkant orfdlkz (W> papier daai-ria^nde-te^)/

Nadere informatie

Capillaire gaschromatografie

Capillaire gaschromatografie 1 2 3 Bij kwalitatieve analyse op basis van retentietijd methode wordt de retentietijd van de onbekende component (t r(c) ) vergeleken met de retentietijd van een z.g. standaard (t r(st) ). Indien t r(c)

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA

A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU. Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater. 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Een ad-hoc Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) voor aluminium in oppervlaktewater 26 april 2002 RIZA A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND BV MILIEU Barbarossastraat

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV Projectnr.: 71.520.03 Borging diergeneesmiddelen RVV Projectleider: J.A. van Rhijn Rapport 2005.002 maart 2005 De vergelijking van vijf sulfonamide referentiematerialen van RIKILT en Laboratorium VWA/RVV

Nadere informatie

Ter onderbouwing van het advies aan de minister van VWS zijn daarnaast de volgende specifieke vragen geformuleerd:

Ter onderbouwing van het advies aan de minister van VWS zijn daarnaast de volgende specifieke vragen geformuleerd: > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Utrecht Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling & Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure

Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Toepasbaarheid meetgegevens Geluidsnet voor validatieprocedure Samenvatting Na bestudering van het rapport van de contra-expertise meetsysteem Geluidsnet in Zuid-Limburg en op basis van analyses van beschikbare

Nadere informatie

Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica. goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten. Datum 1 september 2011 Status Definitief

Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica. goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten. Datum 1 september 2011 Status Definitief Onderzoek naar gevaarlijke stoffen in elektronica goedkoop speelgoed en grote huishoudelijke apparaten Datum 1 september 2011 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Bodem en Afval

Nadere informatie

TOXICITEITSASPECTEN BIJ CHEMISCHE OXIDATIE IN COMBINATIE MET BIOLOGISCHE BEHANDELING. Toxiciteitsmetingen bij een grondwatersanering

TOXICITEITSASPECTEN BIJ CHEMISCHE OXIDATIE IN COMBINATIE MET BIOLOGISCHE BEHANDELING. Toxiciteitsmetingen bij een grondwatersanering TOXICITEITSASPECTEN BIJ CHEMISCHE OXIDATIE IN COMBINATIE MET BIOLOGISCHE BEHANDELING Toxiciteitsmetingen bij een grondwatersanering TOXICITEITSASPECTEN BIJ CHEMISCHE OXIDATIE IN COMBINATIE MET BIOLOGISCHE

Nadere informatie

(100 T ) / 75 (1) T = (CZV- BZVoneindig) / CZV x 100 % (2)

(100 T ) / 75 (1) T = (CZV- BZVoneindig) / CZV x 100 % (2) Indien de CZV-waarde voor ten minste 25% afkomstig is van biologisch niet of nagenoeg niet afbreekbare stoffen in het afvalwater, wordt op die waarde een correctie toegepast door deze te vermenigvuldigen

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Ionenbalans.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling

Nadere informatie

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is. Zaaknr. : 11.ZK56591 Kenmerk : 12IT002508 Barcode : *12IT002508* memo Van : Jaap Oosthoek Via : Hermen Keizer Aan : Steven Marijnissen Onderwerp : Toelaatbaarheid tijdelijke lozing effluent Nieuwveer op

Nadere informatie

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013

De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten. Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten Datum 7 oktober 2013 De vetzuursamenstelling van producten vleesbereiding en vleesproducten 27 februari 2013 Inhoud Samenvatting...

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen

BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen BOOT organiserend ingenieursburo BV QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen Projectkenmerk: Datum: Versie: 3.0 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: BOOT organiserend ingenieursburo BV TOP-Consultants

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Consequentieonderzoek probitrelatie fluorine

Consequentieonderzoek probitrelatie fluorine Consequentieonderzoek probitrelatie fluorine Project : 091625-Fluorine Datum : 15 februari 2010 Auteur : ir. G.A.M. Golbach Opdrachtgever: RIVM / CEV Postbus 1 3720 BA Bilthoven Adviesgroep AVIV BV Langestraat

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE:

Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende. (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE: Ecologische Monitoring Kustverdedigingsproject Oostende (t 0 -situatie, fase 3) AANVULLENDE STUDIE: KWANTIFICERING EN KWALIFICERING VAN ORGANISCH MATERIAAL IN MARIENE SEDIMENTEN: HUN ONDERLINGE RELATIES

Nadere informatie

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.

Nadere informatie

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen Goirle, Vennerode Onderzoek externe veiligheid projectnr. 183803 revisie 02 31 maart 2009 Auteur(s) drs. M. de Jonge Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus 70 5120 AB Rijen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Auteur: IDsW> Kenmerk: W 0908-0026> Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 18 aug 2009 0.9 Hinne Reitsma Initieel

Nadere informatie

Disclaimer consequentieonderzoek probitrelatie dichloorsilaan september 2011

Disclaimer consequentieonderzoek probitrelatie dichloorsilaan september 2011 Disclaimer consequentieonderzoek probitrelatie dichloorsilaan september 2011 Dit rapport beschrijft de resultaten van het consequentieonderzoek voor de probitrelatie voor dichloorsilaan, uitgevoerd in

Nadere informatie

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s) in tatoeagekleurstoffen. Februari 2015

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s) in tatoeagekleurstoffen. Februari 2015 Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s) in tatoeagekleurstoffen Februari 2015 Colofon Projectnaam Tatoeëerders en Piercers Onderzoek PAK s in tatoeagekleurstoffen Divisie Consument & Veiligheid

Nadere informatie

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen Voorbeeldstoffen uit deze klasse zijn: asbest en asbestbevattende mengsels, PCB s, lithiumbatterijen, reddingsmiddelen en verwarmde stoffen. 1.1 Transport

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN

VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN Webinar over informatie-eisen 10 december 2009 Overzicht 1. Voldoen aan de informatie-eisen 2. Hoe kunt u verplichte informatie weglaten? 1. Specifieke regels voor aanpassing

Nadere informatie

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Guillaume Counotte, Ruth Bouwstra, Christiaan ter Veen, Jeanine Wiegel (GD) Kijk voor de laatste updates op: www.gddiergezondheid.nl/fipronil Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Aan het begin

Nadere informatie

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.

Nadere informatie

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water.

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Normen voor metalen Bij de afleiding van de normen voor metalen is rekening gehouden met

Nadere informatie

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar www.rivm.nl/arie, u krijgt dan het volgende scherm:

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar www.rivm.nl/arie, u krijgt dan het volgende scherm: Wat is ARIE? Bedrijven die vallen onder de ARIE-regeling hebben veel gevaarlijke stoffen in huis, maar de effecten van een ongeval met een gevaarlijke stof blijven binnen de poort. Dit betekent dat vooral

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN 1.Inleiding 5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN Waterorganismen zijn afhankelijk van de kwaliteit van hun leefmilieu. Deze kwaliteit wordt niet alleen bepaald door abiotische parameters, (ph, zoutgehalte, zuurstofgehalte,

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1

Nadere informatie

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR

FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR FeNeLab vakdeskundigenoverleg Juni 2008 CONSERVERING VAN TIN IN WATER MET SALPETERZUUR INHOUDSOPGAVE Pagina SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 2. BESCHRIJVING PROEFOPZET... 4 3. BESCHRIJVING MONSTERS...

Nadere informatie