Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 302 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 januari 2004 Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij dertien fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC): 1. Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest. 2. Mededeling van de Commissie aan de Raad over de herziening van de Internationale Gezondheidsregeling in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie. 3. Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika. 4. Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad. 5. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid. 6. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio s: Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan. 7. Besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van de bepalingen inzake handel en aanverwante zaken van de Euro- Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds. 8. Voorstel van de Commissie voor een verordening voor de oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de EU. KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

2 9. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. 10. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij milieubesluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op EG-instellingen en organisaties. 11. Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. 12. Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking. 13. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Chemicaliënagentschap en tot wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en Verordening (EG) inzake persistente organische stoffen; Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad teneinde deze aan te passen aan Verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, A. Nicolaï Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

3 Fiche 1: Mededeling artikel 7 van het Verdrag betreffende de EU. Titel: Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest. Datum Raadsdocument: 18 november 2003 Nr Raadsdocument: 14981/03 Nr. Commissiedocument: COM(2003)606 def. Eerstverantwoordelijk ministerie: BZ i.o.m. LNV en EZ Behandelingstraject in Brussel: Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (raadswerkgroep nog nader te bepalen) Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Na inwerkingtreding van het Verdrag van Nice, op 1 februari 2003, heeft de Europese Commissie op basis van het gewijzigde art. 7 van het VEU, de bevoegdheid gekregen, waar nodig, voorstellen te doen aan de Raad opdat deze constateert dat er duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending door een lidstaat van de gemeenschappelijke beginselen waarop de Unie is gegrondvest, en de Raad aan de betrokken lidstaat passende aanbevelingen doet. Ingeval van ernstige en voortdurende schending van deze beginselen kan de Raad tot sancties besluiten. De Commissie gaat ervan uit dat het in de praktijk niet tot sancties zal behoeven te komen, mits een goed preventief traject wordt ingezet. In dit kader wijst de Commissie op het in 2002 als proefproject opgerichte netwerk van deskundigen dat als voornaamste taak heeft de voorbereiding van een jaarlijks verslag over de situatie van de grondrechten in de Unie, waarmee een nauwkeurig beeld kan worden verkregen van de situatie per lidstaat. De Commissie wil dit netwerk continueren en van een juridische basis voorzien, waarbij overlap met het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat moet worden voorkomen. Teneinde de lidstaten nauwer bij deze activiteiten te betrekken, stelt de Commissie voor dat in elk van de lidstaten speciale contactpunten worden benoemd waarmee de Commissie informeel overleg kan voeren over door het netwerk naar voren gebrachte punten. Tenslotte meldt de Commissie dat zij intensief wil (blijven) samenwerken met de Raad van Europa, in het bijzonder de Commissaris voor de Rechten van de Mens, en met de civiele maatschappij. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: nog n.v.t. Consequenties voor de EU-begroting: geen Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: de aanwijzing van een nationaal contactpunt binnen de Rijksoverheid heeft personele consequenties. Aangezien het af zal hangen van de vraag hoeveel aandachtspunten van het netwerk specifiek Nederland zullen betreffen, is op dit ogenblik niet te overzien hoe groot de personele consequenties zullen zijn. Het eerstverantwoordelijk ministerie zal deze consequenties dragen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

4 Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland hecht veel waarde aan preventie van schending van de gemeenschappelijke beginselen waarop de Unie is gegrondvest. Daarnaast erkent Nederland het recht van de Commissie om zich van de nodige informatie te voorzien met het oog op haar rol conform artikel 7 van het VEU. Van belang is evenwel te constateren dat de Commissie haar bevoegdheid deelt met het Europees Parlement en de lidstaten. Preventie van schending van de gemeenschappelijke beginselen is derhalve een onderwerp waarover ook in Raadskader procedures kunnen worden afgesproken. In dit verband is het onderzoek van belang dat de regering thans uitvoert naar de mogelijkheid van de invoering van een peer review mechanisme, waarom de Tweede Kamer in de motie Dittrich (TK , , nr.8) heeft verzocht. Het gaat daarbij om een mechanisme waarbij de lidstaten de naleving van de gemeenschappelijke beginselen door elk van hen op systematische wijze bespreken. Daarnaast konden in de mededeling nog niet de gevolgen van de uitbreiding van het mandaat van het Europese Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat worden meegenomen, waartoe de Europese Raad op 13 december jl. besloot. Bij die gelegenheid besloten de Europese Regeringsleiders het Europese Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat om te vormen tot een Agentschap inzake mensenrechten. Overlap tussen de activiteiten van het netwerk van de Commissie en het Waarnemingscentrum is thans een specifiek probleem en niet is uit te sluiten dat de Commissie haar bevindingen in het licht van de recente besluitvorming zal willen herzien. Voor de uitbreiding van het mandaat van het Waarnemingscentrum heeft de Commissie al aangekondigd met een specifiek voorstel te komen. Fiche 2: Mededeling Herziening Internationale Gezondheidsregeling Titel: Mededeling van de Commissie aan de Raad over de herziening van de Internationale Gezondheidsregeling in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie Datum Raadsdocument: 30 september 2003 Nummer Raadsdocument: 13074/03 SAN 197 Nummer Commissiedocument: COM(2003) 545 definitief Eerstverantwoordelijk Ministerie: VWS i.o.m. BZ, EZ, FIN, BZK Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Volksgezondheid, Raad van Ministers voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Door de mondialisering vervaagt het onderscheid tussen nationale en internationale volksgezondheidsproblemen. Dit geldt in het bijzonder voor besmettelijke ziekten zoals onlangs nog is gebleken bij SARS. Bovendien is de dreiging van bioterrorisme waarbij gebruik gemaakt zou kunnen worden van besmettelijke biologische agentia de laatste jaren toegenomen. De opsporing van bedreigingen voor de volksgezondheid in een vroeg stadium en een doeltreffende reactie zijn de beste manier om de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

5 verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen. Dit kan alleen wanneer afzonderlijke landen de bedreigingen vroegtijdig signaleren en snel effectieve maatregelen treffen. Op internationaal niveau dient er sprake te zijn van coördinatie met het oog op een coherente en doeltreffende reactie. De voorstellen voor de herziening van de Internationale Gezondheidsregeling (IHR) van de Wereldgezondheidsorganisatie beogen de toepassing van deze regelgeving binnen een multilateraal kader om zo mogelijkheden te scheppen voor een internationale gezondheidsbewaking en maatregelen op dit terrein. De geplande voornaamste hoofddoelstellingen van de herziene IHR bestaan in het waarborgen van een zo groot mogelijke bescherming tegen de verspreiding van ziekten met zo min mogelijk hinder voor de wereldhandel. Zowel de verspreiding van ziekten als de potentiële hinder voor de wereldhandel houden verband met verscheidene communautaire werkterreinen; zij vormen de basis voor en vereisen een krachtige rol en maatregelen van de Gemeenschap die samenhangend en efficiënt zijn. De communautaire instrumenten en activiteiten in verband met de epidemiologische surveillance en de beheersing van overdraagbare ziekten (zoals beschikking tot de oprichting van een netwerk voor de epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten en het voorstel een Europees Centrum voor de preventie en bestrijding van ziekten op te richten vanaf 2005) zijn in deze context van rechtstreeks belang. Ook op diverse andere, aanverwante terreinen, zoals voedselveiligheid, handelsbeperkingen, vervoer en civiele bescherming, zou het effect van de herziening van de IHR merkbaar kunnen zijn. Over de herzieningen van de IHR gaat in het kader van de WHO onderhandeld worden. De lidstaten van de WHO zullen hier aan deelnemen. Het onderhavige voorstel van de Commissie handelt over de rol die de Commissie in dit kader zal innemen. De Commissie stelt voor om «op de terreinen waarop de Gemeenschap bevoegd is met name de beheersing van overdraagbare ziekten, voedselveiligheid, handel, vervoer en civiele bescherming de werkzaamheden van de technische deskundigen uit de lidstaten te coördineren om een gezamenlijk optreden op communautair niveau te waarborgen». De Commissie stelt tevens voor om samen met de lidstaten deel te nemen aan de regionale bijeenkomsten waarbij de Commissie de Raad regelmatig zal informeren over de voortgang. Rechtsbasis van het voorstel: n.v.t., het betreft een mededeling Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: N.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: N.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: Positief. Voorop staat de bevoegdheid voor de preventie en bestrijding van infectieziekten bij de lidstaten ligt. De herziening van de IHR op het gebied van infectiebestrijding raakt dan ook primair de bevoegdheden van de lidstaten. De Gemeenschap is volgens Beschikking 2119/98/EG slechts faciliterend en adviserend op het gebied van infectieziekten. Derhalve is zij bevoegd om een faciliterende en ondersteunende rol te spelen bij de onderhandelingen op mondiaal niveau met als doel tot een eensgezind standpunt te komen. Op andere gebieden (voedselveiligheid, handel, verkeer en civiele bescherming) heeft de Gemeenschap ook bevoegdheden. De standpuntbepaling ten aanzien van de herziening van de IHR is derhalve gedeeltelijk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

6 een nationale aangelegenheid (infectieziekten), gedeeltelijk mede een aangelegenheid van de Gemeenschap (overige gebieden). De Commissie zal echter niet namens de lidstaten onderhandelen op gebieden waartoe zij niet bevoegd is. Zij zal wel samen met de lidstaten aan de onderhandelingen deelnemen op de terreinen waar de Gemeenschap bevoegd is, zoals beschreven in 8 a). Proportionaliteit: Positief, het voorgestelde optreden van de Commissie gaat niet verder dan nodig is om een gezamenlijke Europese standpuntbepaling in het kader van de IHR-herzieningen te verwezenlijken. Consequenties voor de EU-begroting: Geen Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Extra inzet ambtelijke vertegenwoordiging bij proces herziening IHR in verband met communautaire afstemming (zie punt 3 en 4 conclusies). De kosten hiervan komen ten laste van het beleidsverantwoordelijk departement. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid: Aanpassing quarantainewet na herziening IHR. Mededeling Commissie leidt op zichzelf niet tot gevolgen voor regelgeving. Voorgestelde implementatietermijn dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding: n.v.t. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Voor Nederland is bij de komende onderhandelingen het beschermen van de Volksgezondheid het uitgangspunt. Nederland is voorstander van deelname van de Commissie aan het proces van herziening van de IHR, naast deelname van de lidstaten. Fiche 3: Verordening douanerechten op bepaalde producten uit de VS Titel: Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika. Datum Raadsdocument: 12 november 2003 Nr Raadsdocument: 14735/03 Nr. Commissiedocument: COM (2003) 661 Eerstverantwoordelijk ministerie: EZ i.o.m. LNV en FIN Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Handelsvraagstukken, Comité 133, Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: De EU en de VS hebben sinds lange tijd een geschil over een Amerikaanse belastingfaciliteit. Deze voorziet in een gunstige fiscale behandeling van inkomsten behaald door Amerikaanse bedrijven op de verkopen die ze maken in het buitenland. De WTO heeft deze regelgeving, welke bekend staat als de Foreign Sales Corporation Act (FSC), en zijn opvolger, de Extraterritorial Income Exclusion Tax Act (ETI), beoordeeld als exportsubsidies die volgens het WTO-verdrag inzake subsidies verboden zijn. Bovendien heeft het arbitragepanel van de WTO in augustus 2002 de EU gemachtigd om jaarlijks voor $ 4, 043 miljard strafheffingen op te leggen op de invoer uit de VS. Deze strafheffingen zijn tot nu toe niet uitgevoerd omdat de EU de tijd heeft willen geven aan de VS om deze wetgeving in trekken c.q. te herzien zodat deze conform het WTO-verdrag is. EU Commissaris Lamy heeft Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

7 echter wel duidelijke inspanningen geëist van de VS om de ontstane situatie tijdig en adequaat op te lossen, d.w.z. uiterlijk 1 maart Om druk op de VS te houden, heeft de Commissie op 5 november jl. een voorstel voor een verordening voorgelegd aan de lidstaten. Dit voorstel voorziet in retaliatie door de instelling van strafheffingen op bepaalde producten uit de VS per 1 maart Dit zal gebeuren op basis van een retaliatielijst, die eerder in overleg met de EU-lidstaten is opgesteld. De datum van 1 maart 2004 zou de VS in de gelegenheid moeten stellen om alsnog volledig aan de uitspraak van de WTO te voldoen. De Commissie heeft wat betreft de inhoud van de verordening de voorkeur gegeven aan een, zowel wat tijd als hoogte betreft, geleidelijke oplegging van strafheffingen. Er zullen heffingen worden opgelegd van 5% op alle op de lijst voorkomende producten, die maandelijks worden verhoogd met 1% totdat deze 17% bedragen op 1 maart Daarna zal de Commissie, afhankelijk van de ontwikkelingen, een voorstel voor verdere actie indienen. Rechtsbasis van het voorstel: artikel 133 EG-Verdrag Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Het Europees Parlement wordt niet geraadpleegd bij deze besluitvormingsprocedure. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t. Consequenties voor de EU-begroting: Ontvangsten: Eigen middelen EG (heffingen/douanerechten): 290 miljoen (2004), 614 miljoen (2005) Uitgaven: Nihil Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Vooralsnog onduidelijk, dit zal moeten blijken wanneer retaliatie werkelijk is gestart; zie 13 a). Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De implementatietermijn is hier niet van toepassing, omdat het hier gaat om een verordening die verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. De verordening treedt in werking op de 20 e dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland heeft de Commissie in de benadering van dit conflict tot nu toe uitdrukkelijk gesteund. De gevolgen van retaliatie zullen echter groot zijn aangezien het gaat om een bedrag van $ 4,043 miljard en het importerend Nederlands bedrijfsleven dat zal voelen. Het voorstel van de Commissie is een logische vervolgstap en geeft een duidelijk signaal af richting de VS. De VS hebben inmiddels ruim de tijd gehad om de betreffende belastingwetgeving aan te passen. Om als EU Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

8 geloofwaardig te blijven, is het van belang om een grens te stellen aan het uitstel dat kan worden geduld. Reële dreiging van retaliatie is noodzakelijk om effectief druk te houden op de VS. Het voorstel van de Commissie voorziet in die reële dreiging. Tegelijkertijd moet worden onderkend dat toepassing van retaliatie op zo n grote schaal als hier het geval is, ook leidt tot schade aan het Europese importerende bedrijfsleven. Mede om die reden heeft de Commissie terecht gekozen voor geleidelijke oplegging van strafheffingen. Fiche 4: Richtlijn ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten Titel: Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad Datum Raadsdocument: 26 augustus 2003 Nr Raadsdocument: 12082/03 Ener 240 Nr. Commissiedocument: COM(2003) 453 def. Eerstverantwoordelijk ministerie: EZ i.o.m. VROM en BZ Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Energie, Raad Transport, Energie en Telecommunicatie Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: De productie, distributie, het gebruik, alsmede het beheer aan het eind van de levenscyclus van energieverbruikende produkten gaat gepaard met een aanzienlijk aantal effecten op het milieu. Geschat wordt dat zo n 80% van alle aan producten gerelateerde milieu-effecten bepaald worden tijdens de ontwerpfase van het product. Het zo vroeg mogelijk opnemen van milieu-overwegingen in het productontwikkelingsproces is daarom een zeer doeltreffende methode om veranderingen en verbeteringen in een product aan te brengen. Het doel van het voorstel is om een omvattend en coherent wetgevingskader te creëren voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp van energiegebruikende producten (uitgezonderd voertuigen) teneinde: Het vrije verkeer van energieverbruikende producten binnen de EU te garanderen. De algemene milieuprestaties van deze producten te verbeteren (minder grondstoffen gebruiken, minder emissies etc.). Bij te dragen aan de zekerheid van de energievoorziening. Concurrentievermogen van de EU-economie te vergroten. De belangen van zowel industrie als consument te behartigen. Gekozen is voor een kaderrichtlijn zodat niet telkens de complete Europese wetgevingsprocedure moet worden doorlopen per product(groep), maar uitvoeringsmaatregelen kunnen worden opgesteld op grond van de Comitologie procedure. Een nadere verduidelijking van de rol en bevoegdheid van een eventueel regelgevend comité dient nog plaats te vinden. Er wordt ook duidelijk gesteld dat uit deze kaderrichtlijn nog geen specifieke juridische verplichtingen voor bedrijven voortvloeien. De milieu-aspecten, de beoordelings- en rapportagesystematiek worden al wel in de richtlijn vastgelegd. Specifieke prestaties voor energie-efficiency en milieu-aspecten worden in uitvoeringsmaatregelen vastgelegd. Pas dan en na omzetting in nationale wetgeving liggen de juridische verplichtingen voor de betrokkenen geheel vast. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

9 Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 95 Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie (artikel 251 EG-verdrag) Instelling nieuw Comitologie-comité: Comitologie procedure door een regelgevend comité Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: positief vanwege de volgende aspecten: Uit het oogpunt van duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling is een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de EU (Artikel 2 van het EG verdrag) Uit het oogpunt van de Interne markt. Door minimumharmonisatie van normen voor energie-efficiency en allerlei milieuaspecten in de ontwerp fase wordt concurrentievervalsing tegengaan. NB: Hoewel dit onderwerp op communautair niveau geregeld dient te worden, kan het door de Commissie aangevoerde argument van de continuïteit van de energievoorziening niet geaccepteerd worden daar uit de recentelijke discussie over voorzieningszekerheid in Brussel blijkt dat het zwaartepunt van voorzieningszekerheid bij de lidstaten ligt. Proportionaliteit: Positief Het betreft hier minimumharmonisatie door middel van een kaderrichtlijn. Door middel van het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen door een Comité zullen minimumnormen voor de gehele EU worden vastgesteld. Dit betekent dat er na het stellen van bepaalde normen in een uitvoeringsmaatregel lagere normen onmogelijk zijn geworden. Strengere eisen zullen in bepaalde gevallen wel kunnen, indien zij na notificatie goedgekeurd worden door de Commissie. Consequenties voor de EU-begroting: geen Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Voor beleidsverantwoordelijk departement (-en): Voor het handhaven van uitvoeringsmaatregelen komen de kosten voor rekening van het beleidsverantwoordelijke departement. Over de uitvoering van de handhaving zullen te zijner tijd afspraken gemaakt moeten worden met de handhavingsautoriteiten. Verder zullen er ook kosten gemaakt dienen te worden om het bedrijfsleven voor te lichten over uitvoeringsmaatregelen. Ook deze kosten zijn voor rekening van het beleidsverantwoordelijke departement. In de uitvoeringsmaatregelen zullen informatieverplichtingen worden opgenomen voor bedrijven. Deze informatieverplichtingen houden verband met het toezicht op de naleving door nationale autoriteiten. (zie bijlage VII, punt 6) Voor een CE-markering (het stempeltje dat op het produkt komt te staan als het voldoet aan de richtlijn) zijn deze kosten in de regel laag. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): Het voorstel noopt tot nieuwe regelgeving. Een mogelijkheid is om een Algemene Maatregel van Bestuur op basis van de Wet energiebesparing toestellen vast te stellen ter implementatie van de onderhavige richtlijn. Op basis van die AMvB (een kaderbesluit) kunnen dan toekomstige uitvoeringsmaatregelen snel geïmplementeerd worden. Een andere Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

10 mogelijkheid is implementatie via de Algemene Wet Milieubeheer. Een keuze tussen deze twee verschillende wetgevingskaders voor implementatie wordt nader praktisch uitgewerkt door EZ en VROM wanneer de richtlijn definitief is vastgesteld. Dan is pas duidelijk waar het zwaartepunt van de richtlijn komt te liggen, op energie-efficiency of de milieuaspecten. Het Besluit rendementseisen cv-ketels, het Besluit energieefficiëntienormen koel- en vriesapparatuur en het Besluit energierendementseisen voorschakelapparaten voor fluorescentielampen zullen aangepast moeten worden naar aanleiding van de onderhavige richtlijn. Het Besluit geluidsinformatie huishoudelijke apparaten zal ingetrokken dienen te worden. De richtlijn bevat een notificatieverplichting in artikel 6. Een dergelijke bepaling is ook opgenomen in de onder artikel 13 van de kaderrichtlijn vallende «oude» richtlijnen. De handhavings- en sanctioneringsbepalingen die de Commissie heeft opgenomen in haar voorstel schrijven geen specifiek handhavingsinstrumentarium voor. Handhaving in Nederland zal daarom plaatsvinden op basis van het handhavingsinstrumentarium van de Wet energiebesparing toestellen en/of Algemene Wet Milieubeheer. Het voorstel heeft geen juridische/ beleidsmatige gevolgen voor decentrale overheden. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Op 31 december 2005 dient de implementatieregelgeving vastgesteld en gepubliceerd te zijn. Voor het opstellen van een AMvB is gemiddeld 6 tot 9 maanden nodig, afhankelijk van de complexiteit van de materie. Onderhavige materie is vrij complex: de invulling van de beleidsruimte, bepaling van de rechtsgrondslag en daarmee het handhavingsinstrumentarium van het nieuwe kaderbesluit en de inpassing en aanpassing van bestaande regelgeving in het nieuwe systeem zullen ook enige tijd vergen. De voorgestelde implementatietermijn is vooral als de wetgevingsprocedure op Europees niveau nog lange tijd gaat duren nogal krap. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland staat positief tegenover het initiatief van de Commissie. Dit voorstel biedt mogelijkheden om gezamenlijk op te trekken met de lidstaten om te komen tot eenduidige milieuvoorschriften met betrekking tot het ontwerp van energieverbruikende produkten door middel van minimumharmonisatie. Echter het voorstel is nog te weinig uitgewerkt. Zo ontbreken sommige definities en zijn andere definities te vaag. Ook zijn sommige bepalingen niet goed uitvoerbaar. De voor Nederland belangrijkste drie punten zijn: 1. heldere rolverdeling tussen Commissie, het regelgevend comité en de lidstaten. 2. duidelijk tijdspad voor het vaststellen van uitvoeringsmaatregelen. 3. beperken van administratieve lasten voor bedrijven ten gevolgen van deze richtlijn. Fiche 5: Verordening Europees Agentschap voor maritieme veiligheid Titel: Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 Datum Raadsdocument: 1 september 2003 Nr Raadsdocument: 12131/03 MAR 114 CODEC 1102 Nr. Commissiedocument: COM(2003) 440 definitief 2003/0159 (COD) Eerstverantwoordelijk ministerie: V&W i.o.m. BZK, JUST, VROM, FIN, SZW Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroepen Vervoer, Raad voor Transport, Telecommunicatie en Energie Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het voorstel betreft een wijziging van de bestaande verordening 1406/ 2002/EG tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA). Het voorstel voorziet in uitbreiding van de taken van EMSA op het gebied van 1) bestrijding van verontreiniging door schepen; 2) maritieme beveiliging en 3) erkenning van opleiding en kwalificaties van zeelieden uit derde landen. Ten aanzien van bestrijding van verontreiniging geldt dat naar aanleiding van de milieuramp met de olietanker «Prestige» de Commissie EMSA de nodige bevoegdheden en middelen wil geven voor de ontwikkeling van concrete bestrijdingsmaatregelen op communautair niveau. Daarnaast voorziet het voorstel in het bijstaan door EMSA van de Commissie bij de taken die de Commissie krijgt op het terrein van toezicht op de toepassing door de lidstaten van maatregelen in het kader van de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (i.e.: security: dreiging terrorisme). Momenteel is EU-regelgeving op het gebied van maritieme beveiliging, waarbij aan de Commissie bepaalde monitoringstaken op het gebied van beveiliging worden opgedragen, in voorbereiding. Tenslotte wordt het Agentschap een belangrijker rol toebedeeld bij de communautaire erkenning van de opleiding en kwalificatie van zeelieden uit derde landen. In een recent voorstel van de Commissie (wijziging richtlijn 2001/25/EG) wordt EMSA bij deze communautaire erkenning een belangrijker rol toebedeeld Deze rol wordt nogmaals bevestigd in de verordening. Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 80, lid 2 EG Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Art. 251 EG Raad: gekwalificeerde meerderheid, EP: co-decisie Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit en proportionaliteit: gematigd positief. De zwaardere communautaire rol inzake de erkenning van de opleiding en kwalificatie van zeelieden uit derde landen alsmede ten aanzien van de ontwikkeling van concrete bestrijdingsmaatregelen op communautair niveau heeft meerwaarde en opzichte van individueel handelen van afzonderlijke lidstaten. Aandachtspunt betreft de verhouding tussen eventuele EMSA bevoegdheden op security-terrein en de nationale bevoegdheden op het gebied van (staats)veiligheid en bestrijding van terrorisme (i.e. derde pijler). Consequenties voor de EU-begroting: De begroting van de EMSA zal jaarlijks worden vastgesteld. Voor 2004 is de begroting inmiddels vastgesteld op 12,6 miljoen euro. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Geen Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): De Nederlandse regelgeving behoeft niet te worden aangepast. Geen consequenties voor de regelgeving van decentrale overheden. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking- treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: De verordening treedt in werking op de dag volgend op haar publicatie. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Ten aanzien van toezicht op de erkenning en kwalificatie van zeelieden uit derde landen en de bestrijding van verontreiniging van schepen geldt dat dit efficiënter kan worden uitgevoerd door EMSA dan door de lidstaten afzonderlijk. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat Nederland sinds jaar en dag fors geïnvesteerd heeft in vaartuigen die olieverontreinigingen op zee kunnen bestrijden. Dit in tegenstelling tot enkele andere lidstaten. Bewaakt moet worden dat Nederland niet (financieel) de dupe wordt van het feit dat zij haar verantwoordelijkheden ten aanzien van het voorbereid zijn op bestrijding van olieverontreiniging tijdig heeft genomen. Ten aanzien van de uitbreiding van taken op het gebied van maritieme beveiliging geldt dat Nederland er belang bij heeft dat deze maatregelen in alle lidstaten op gelijke wijze worden uitgevoerd, zowel uit economisch als uit veiligheidsoogpunt (zodat het level playing field aldus wordt gewaarborgd). Fiche 6: Mededeling: gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan Titel: Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio s: Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan Datum Raadsdocument: 7 november 2003 Nr Raadsdocument: 14451/03 Nr. Commissiedocument: COM (2003) 650 DEF Eerstverantwoordelijk ministerie: VWS, in nauwe samenwerking met SZW i.o.m. OCW, VROM, EZ, BZK en FIN Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Sociale Vraagstukken, de Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het Europese Actieplan beoogt het Europese beleid gericht op gelijke behandeling en gelijke kansen voor mensen met een handicap met kracht uit te dragen, met name het beleid gericht op de voortzetting van implementatietrajecten. Vastgesteld wordt dat mensen met een handicap een legitieme aanspraak hebben op gelijke rechten, en dat participatie rechtstreeks met integratie te maken heeft. Integratie in de samenleving hangt Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 samen met de mate waarin mensen met een handicap als volwaardig burger ook feitelijk in staat zijn deel te nemen en bij te dragen aan vitale activiteiten (waaronder arbeid), als ook gebruik te maken van ICT-toepassingen, binnen die samenleving. De mededeling wil een beleidskader bieden voor de versterking van de maatschappelijke positie van mensen met beperkingen in de EU en benadrukt vooral het belang van vrijwillige samenwerking tussen alle betrokkenen: de lidstaten, internationale organisaties of agentschappen, sociale partners en maatschappelijke organisaties. In dit kader is het ook van belang voort te bouwen op de impulsen en «good practices» die het Europese Jaar voor mensen met een handicap 2003 heeft opgeleverd. Het plan is gericht op het bevorderen van gelijke behandeling en maatschappelijke integratie. Sleutelbegrippen zijn «mainstreaming» gehandicaptenvraagstukken, preventie, toegankelijkheid van de gebouwde omgeving, levenslang leren en nieuwe technologie. De Commissie stelt voor de eerste fase ( ) vier concrete prioriteiten voor: 1. toegang tot en behoud van werk, m.i.v. bestrijding van discriminatie; 2. levenslang leren ter bevordering en verbetering van veelzijdige inzetbaarheid, aanpassingsvermogen, persoonlijke ontwikkeling en een actief burgerschap; 3. gebruikmaking van nieuwe technologie waardoor personen met een handicap hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en de mogelijkheden voor werk toenemen; 4. toegankelijkheid van de (openbare) gebouwde omgeving om de participatie in de wereld van het werk en de integratie in de economie en de maatschappij te verbeteren. De Commissie verzoekt aan de lidstaten om het arbeidspotentieel van personen met een handicap te verkennen en daarbij in het bijzonder rekening te houden met de specifieke situatie van vrouwen met een handicap en verstandelijk gehandicapten. Rechtsbasis van het voorstel: Is niet van toepassing omdat het een mededeling betreft. Voor concrete vervolgactiviteiten is de rechtsbasis Artikel 13 van EG-Verdrag. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. omdat het een mededeling betreft. Instelling nieuw Comitologie-comité: geen Uitwisseling van ervaringen van de lidstaten en de Commissie zal plaatsvinden via de bestaande High level group on Disability. Dit betreft herbevestiging van de rol van de werkgroep waarbij nadrukkelijk van belang is expertise rond arbeids(markt)vraagstukken toe te voegen. Subsidiariteit en proportionaliteit: N.v.t., het betreft een Mededeling. Wat betreft het de genoemde aspecten (toegang tot werk, onderwijs, ICT-toepassingen, toegang tot gebouwen) m.b.t. gelijke behandeling en gelijke kansen voor mensen met een handicap kan gesteld worden dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn, met een coördinerende rol voor de Gemeenschap. Zo worden werkgelegenheidsvraagstukken en sociale inclusie opgepakt via de open coördinatie methode, een methode waarbij de lidstaten beleidsverantwoordelijk zijn en door ervaringen met elkaar uit te wisselen van elkaar leren. Consequenties voor de EU-begroting: In het kader van het 6 e Kaderprogramma wordt voor de eerste fase, 2004 en 2005, 30 miljoen vrijgemaakt voor onderzoek en ontwikkeling ter Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

14 ondersteuning van de toegankelijkheid van technologie die personen in staat stelt hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Het KP6 heeft een looptijd tot en met Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: In het Europese actieplan wordt niet ingegaan op de nationale financiële aspecten van het beoogde beleid. Wel is duidelijk dat er personele inzet nodig is vanuit alle betrokken actoren, zoals ministeries, sociale partners, cliëntenorganisaties/gehandicapten organisaties om ruimte te maken voor mensen met een handicap om zo te komen tot een actieve aanpak van integratie en reïntegratie en participatie. Eventuele financiële consequenties voor betrokken ministeries moeten binnen de eigen begroting worden opgevangen. De Commissie is voornemens om tweejaarlijks verslag uit te brengen over de algehele situatie van personen met een handicap in de uitgebreide EU. Hierin zullen ook bijdragen van de lidstaten worden opgenomen waarbij wordt afgestemd met de nationale actieplannen voor werkgelegenheid en maatschappelijke integratie c.q. gelijke behandeling. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t. Het Europese Actieplan is een meerjarenplan met als einddatum Beoogd wordt de eerste fase van het Europese Actieplan in 2004 van start te laten gaan. De eerste fase beslaat de jaren 2004 en Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: In het algemeen biedt de mededeling een goed kader voor een integrale aanpak van de promotie van gelijke kansen van mensen met een handicap en als follow up van het Europese jaar van mensen met een handicap (2003). De algemene doelstellingen kunnen worden onderschreven en sporen in belangrijke mate met het Nederlandse beleid gericht op integratie en bevordering van participatie van mensen met een handicap. Het plan is weliswaar globaal van karakter maar biedt daardoor de ruimte aan alle betrokkenen om tot een eigen invulling van activiteiten te komen. Voor de haalbaarheid en houdbaarheid van voorgenomen acties is commitment van de betrokken lidstaten en actoren nodig. Hiervoor gelden de afspraken in het kader van het Nationaal Actieplan Werkgelegenheid en Sociale Inclusie. Het ambitieniveau dat uit het Europese actieplan naar voren komt is gericht op verdere implementatie van de richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep (2000/78/EG) en versterking van gezamenlijke inspanningen, onder meer door het sluiten van kaderovereenkomsten (convenanten) gericht op participatie en toegankelijkheid, alsmede het bezien van de bestaande wet- en regelgeving. Wat betreft de financiën kan worden opgemerkt dat Nederland met een eerste fase van het actieplan kan instemmen, maar hiermee geenszins een voorschot wenst te nemen op de inhoud van het programma na die fase. Dat zal aan de hand van een evaluatie moeten worden bezien en bovendien binnen het kader van de nieuwe Financiële Perspectieven ( ) worden bekeken. Fiche 7: Besluit Euro-Mediterrane Overeenkomst associatie tussen EG en de Arabische Republiek Egypte Titel: Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

15 Besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van de bepalingen inzake handel en aanverwante zaken van de Euro- Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds. Datum Raadsdocument: 2 december 2003 Nr Raadsdocument: 15478/03 Nr. Commissiedocument: COM(2003) 733 def Eerstverantwoordelijk ministerie: BZ i.o.m. LNV en EZ Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Mashrek/Maghreb, Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: In afwachting van de nationale ratificatieprocedures in de overige EU-lidstaten is het besluit genomen om de handelsparagrafen en de handelsgerelateerde onderdelen van het associatie akkoord alvast middels een briefwisseling (COM(2003) 733 definitief) in werking te laten treden. De voorlopig toegepaste bepalingen zullen de overeenkomstige bepalingen vervangen van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de EEG en Egypte en de Overeenkomst van de EGKS en Egypte, die op 18 januari 1977 werden ondertekend. Op 25 juni 2001 werd de associatieovereenkomst tussen Egypte en de EU ondertekend, waarna op 29 november 2003 bekrachtiging volgde door het Europees Parlement en op 7 april 2003 ratificatie in Egypte. Nederland heeft de ratificatieprocedure inmiddels volledig afgerond. Na afronding van alle nationale ratificaties zal de volledige associatieovereenkomst in werking treden. Rechtsbasis van het voorstel : n.v.t. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: n.v.t. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: n.v.t. Consequenties voor de EU-begroting: Door de inwerkingtreding van de handelsbepalingen en handelsgerelateerde bepalingen in het akkoord zullen er lagere inkomsten voor de EU zijn door lagere invoerrechten. Hierover bestaat geen kwantificering. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Een waarschijnlijk gevolg is hogere afzetmogelijkheden voor het bedrijfsleven. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: n.v.t. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland is een voorstander van wederzijdse handelsliberalisatie in de Euro-Mediterrane regio, dat op termijn moet leiden tot een gemeenschappelijke vrijhandelszone in de regio. De voorlopige inwerkingtreding van de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

16 handelsbepalingen en handelsgerelateerde bepalingen van de associatieovereenkomst tussen Egypte en de EU middels een briefwisseling wordt derhalve ondersteund, daarbij wordt er vanuit gegaan dat de inwerkingtreding van het volledige associatie akkoord op korte termijn zal volgen. Op dit moment is eenzelfde interim-overeenkomst van kracht met Libanon. Op 25 juni 2001 werd de associatieovereenkomst tussen Egypte en de EU ondertekend, waarna op 29 november 2003 bekrachtiging volgde door het Europees Parlement en op 7 april 2003 ratificatie in Egypte. Nederland heeft de ratificatieprocedure inmiddels afgerond. In afwachting van de nationale ratificatieprocedures in de overige EU-lidstaten is het besluit genomen om de handelsparagrafen en de handelsgerelateerde onderdelen van het associatie akkoord alvast middels een briefwisseling (COM(2003) 733 definitief) in werking te laten treden. De voorlopig toegepaste bepalingen zullen de overeenkomstige bepalingen vervangen van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de EEG en Egypte en de Overeenkomst van de EGKS en Egypte, die op 18 januari 1977 werden ondertekend. Fiche 8: Verordening oprichting Europees Agentschap voor beheer operationele samenwerking buitengrenzen EU Titel: Voorstel van de Commissie voor een verordening voor de oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de EU Datum Raadsdocument: 13 november 2003 Nr Raadsdocument: 14766/03 Front 158 Comix 690 Nr. Commissiedocument COM (2003) 687 Eerstverantwoordelijk ministerie: JUST i.o.m. BZ, DEF, FIN Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Grenzen, SCIFA, Coreper, JBZ-Raad Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Aanleiding voor het voorstel is gelegen in het verzoek van de Europese Raad van Thessaloniki van juni 2003 en de Europese Raad van Brussel van oktober 2004 waar werd aangegeven dat de Raad ingenomen is met het voorstel van de Commissie om een voorstel in te dienen voor de oprichting van een agentschap voor het beheer van de buitengrenzen om de operationele samenwerking voor het beheer van de buitengrenzen te verbeteren. Vervolgens heeft de Raad op 27 en 28 november 2003 overeenstemming bereikt over de politieke hoofdelementen van het Agentschap en zijn hierover Raadsconclusies aangenomen. In de conclusies van de Europese Raad van 12 en 13 december 2003 betuigt de Raad zijn waardering voor het politieke akkoord dat de Raad heeft bereikt over de belangrijkste onderdelen van het voorstel voor een verordening betreffende de oprichting van een agentschap voor het beheer van de buitengrenzen. Ook heeft de Europese Raad de JBZ Raad verzocht om de bespreking van het voorstel zo spoedig mogelijk af te ronden zodat het op tijd kan worden aangenomen en het agentschap per 1 januari 2005 operationeel kan worden. Het agentschap moet de operationele samenwerking tussen de lidstaten bij het beheer van de buitengrenzen ondersteunen. De ervaringen die zijn opgedaan met de Gemeenschappelijke eenheid voor buitengrensdeskundigen (Common Unit) vormen het uitgangspunt van dit voorstel. De hoofdtaken van het Agentschap zullen bestaan uit het: Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

17 coördineren van de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van controle en surveillance aan de grenzen; assisteren van de lidstaten in de training van de nationale grensbewakingsdiensten; uitvoeren van risico-analyses; inspelen op technologische ontwikkelingen op het gebied van grensbewaking; technisch en operationeel bijstaan van de lidstaten; coördineren van samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van terugkeer. Deze laatste taak is volgens het voorstel gerechtvaardigd omdat uitzetting van illegalen in de meeste lidstaten de competentie betreft van de autoriteiten verantwoordelijk voor buitengrensbeheer. Verder zal het Agentschap sub-centra opzetten, die verantwoordelijk zullen zijn voor de specifieke aspecten van de controle van land-, lucht- en zeegrenzen. De bestaande ad hoc-structuur van centra voor grensbeheer zal in deze Gemeenschapsstructuur worden opgenomen. In vergelijking met de Common Unit zal het Agentschap zich meer richten op operationele taken, dagelijks beheer en coördinatie. Rechtsbasis van het voorstel: artikel 66 van het EG-Verdrag. Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Besluitvorming geschiedt bij unanimiteit en na raadpleging van het EP. Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit en proportionaliteit: Positief. Het heeft meerwaarde om op EU-niveau de operationele samenwerking tussen lidstaten op het gebied van controle van de buitengrenzen en verwijdering van onderdanen van derde landen te coördineren, omdat dit niet op het niveau van de afzonderlijke nationale overheidsdiensten kan worden bereikt. Een Europees Agentschap kan zorgdragen voor een juiste (geografische) verdeling van projecten, waarbij nationale belangen evenwichtig tegen elkaar worden afgewogen. Het Agentschap zal slechts een coördinerende functie vervullen, met name op het vlak van risico-analyse, training en andere horizontale aspecten van buitengrensbewaking. Buitengrensbeheer blijft een nationale verantwoordelijkheid. Consequenties voor de EU-begroting: De financiering van het Agentschap voor de periode (resp. 0.34, 6.15 en 9.75 mln.) dient te worden ingepast in de lopende Financiële Perspectieven. Ten aanzien van de looptijd van het programma kan Nederland instemmen met een politiek akkoord voor de gehele beoogde periode , mits voorafgaand aan de periode een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie plaatsvindt waarbij het budget voor die periode ( ) wordt bezien in het licht van de nieuwe Financiële Perspectieven /13. Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Bij de uitvoering van de werkzaamheden van het Agentschap ligt er een verantwoordelijkheid bij de lidstaten om een bijdrage te leveren aan de voorgestelde activiteiten waar de lidstaten aan wensen deel te nemen. Dit betreft dan het leveren van materiaal en menskracht. Daarnaast kunnen nationale experts worden gedetacheerd bij het Agentschap. Vooralsnog is niet te voorzien welke financiële, personele en administratieve consequenties uit dit voorstel zullen voortvloeien. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

18 Mochten er financiële, personele en administratieve consequenties zijn, dan kan er vooralsnog van worden uitgegaan dat de uitvoering van werkzaamheden die voortvloeien uit dit voorstel budgettair neutraal kunnen plaatsvinden. Hierbij geldt dat de Kmar een mogelijke uitbreiding alleen kan doorvoeren binnen de eigen begroting door middel van het door het gezag (laten) stellen van posterioriteiten binnen de taken van de Kmar die onder de verantwoordelijkheid van het beleidsmatige departement (Justitie) liggen. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): n.v.t. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Het voorstel beoogt dat het Agentschap op 1 januari 2005 zijn werkzaamheden aanvangt. Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling: Nederland verwelkomt het voorstel van de Commissie voor de oprichting van een Agentschap voor het beheer van de buitengrenzen. Het op EU-niveau coördineren van de operationele samenwerking tussen lidstaten op het gebied van controle van de buitengrenzen en verwijdering van onderdanen van derde landen door middel van een Agentschap heeft meerwaarde, omdat daarmee uitvoering wordt gegeven aan de totstandkoming van een geïntegreerd beheer van de buitengrenzen. Nederland ondersteunt de keuze voor een agentschap gezien de onafhankelijke, gespecialiseerde operationele structuur waarmee de operationele samenwerking tussen de lidstaten kan worden verbeterd. Een Europees Agentschap kan zorgdragen voor een juiste (geografische) verdeling van projecten, waarbij nationale belangen evenwichtig tegen elkaar worden afgewogen. Deze toegevoegde waarde moet resulteren in de verhoging van de kwaliteit van de buitengrensbewaking en een efficiëntere inzet van middelen. Het voorstel gaat echter nog niet uitvoerig in op de effectiviteit en de efficiency van het Agentschap. Een meer formele analyse van deze aspecten is voorzien parallel aan het wetgevingsproces. Een positieve beoordeling hiervan is voor Nederland een voorwaarde. Ten aanzien van de inrichting van een Agentschap voor het beheer van de buitengrenzen geldt dat deze enige verbetering behoeft ten aanzien van onder andere het opnemen van een deugdelijke subsidiariteitsbeoordeling in de preambule, een scherpe doelstelling, een limitatieve opsomming van de taken, een scherpe aanduiding betreffende de relatie tot de common unit. Ten algemene geldt dat Nederland meent dat Lidstaten primair zelf verantwoordelijk zijn voor de financiering van het beheer van de grenzen. De financiering van het Agentschap voor de periode (resp. 0.34, 6.15 en 9.75 mln.) dient te worden ingepast in de lopende Financiële Perspectieven. Ten aanzien van de looptijd van het programma kan Nederland instemmen met een politiek akkoord voor de gehele beoogde periode , mits voorafgaand aan de periode een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie plaatsvindt waarbij het budget voor die periode ( ) wordt bezien in het licht van de nieuwe Financiële Perspectieven /13. Fiche 9: Richtlijn Toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden Titel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

19 Datum Raadsdocument: 30 oktober 2003 Nr Raadsdocument: 14154/03 Nr. Commissiedocument: COM(2003) 624 def. Eerstverantwoordelijk ministerie: VROM i.o.m. JUST, BZK, LNV, daarnaast IPO, VNG, Unie van Waterschappen Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep Milieu; Milieuraad. Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel: Het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Aarhus Verdrag) is in 1998 totstandgekomen en ondertekend door de Gemeenschap en alle lidstaten van de EU. Teneinde het Verdrag op communautair niveau te kunnen ratificeren, is het noodzakelijk de relevante communautaire wetgeving aan te passen aan de bepalingen van het Aarhus Verdrag. In dit verband zijn reeds twee richtlijnvoorstellen vastgesteld ter implementatie van de eerste (toegang tot milieu-informatie) en tweede pijler (inspraak bij milieubesluitvorming). In aanvulling hierop moet het onderhavige pakket voorstellen de Gemeenschap in staat stellen het Aarhus Verdrag op korte termijn te ratificeren. Dit pakket behelst de volgende wettelijke maatregelen: 1. de ontwerp-richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende toegang tot de rechter inzake milieu-aangelegenheden; 2. de ontwerp-verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag voor de EG-instellingen en organisaties; 3. het ontwerp-raadsbesluit betreffende het sluiten van het Verdrag. Dit fiche betreft de ontwerp-richtlijn betreffende toegang tot de rechter inzake milieu-aangelegenheden. Belangrijk onderdeel van de derde pijler van het Aarhus Verdrag is dat het handelen en nalaten van privé-personen en overheidsinstanties dat strijdig is met bepalingen van nationaal milieurecht, aan de rechter moet kunnen worden voorgelegd (artikel 9(3) Aarhus Verdrag). Het richtlijnvoorstel beoogt hieraan uitvoering te geven door een kader in te stellen van minimumeisen voor toegang tot de rechter en administratieve procedures inzake milieu-aangelegenheden. Hiermee wordt tevens een verbetering van de handhaving van het milieurecht beoogd. Het voorstel verleent beroepsrecht aan bepaalde leden van het publiek en aan bevoegde entiteiten om in gerechtelijke of administratieve procedures inclusief procedures in kort geding handelingen en nalatigheden van overheidsinstanties die in strijd zijn met het milieurecht aan te vechten. Het voorstel bevat criteria waaraan leden van het publiek dienen te voldoen om dit recht van toegang tot administratieve of gerechtelijke procedures te hebben. Tevens voorziet het voorstel in criteria en procedures voor de erkenning van bevoegde entiteiten om toegang te hebben tot administratieve procedures. Het voorstel bepaalt voorts dat eerst een verzoek om intern beroep gedaan moet worden om de naleving van het milieurecht te verzekeren bij een overeenkomstig het nationale recht aangewezen overheidsinstantie alvorens toegang tot een administratieve of gerechtelijke procedure inzake milieuaangelegenheden openstaat. Het voorstel is van toepassing op communautaire regelgeving of nationale regelgeving ter implementatie van communautaire regelgeving die tot doel heeft de bescherming of verbetering van het milieu. Aan de lidstaten wordt de keuze gelaten of zij de voorgestelde procedures ook willen laten gelden voor van oorsprong nationale regelgeving. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

20 Uit overweging 13 van het richtlijnvoorstel blijkt dat in een bestaand nationaal stelsel ruimere toegang tot de rechter verzekerd mag worden dan bij de richtlijn is vereist. Het richtlijnvoorstel bevat een verplichting voor de lidstaten tot het rapporteren over hun ervaringen met de toepassing van de richtlijn. Rechtsbasis van het voorstel: artikel 175, lid 1 EG (besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid) Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: co-decisieprocedure (artikel 251 EG) Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t. Subsidiariteit en proportionaliteit: Subsidiariteit: twijfelachtig De Commissie voert aan dat de ondertekening van het Aarhus Verdrag door de Gemeenschap een wettelijk bindend instrument betreffende toegang tot de rechter inzake milieu-aangelegenheden rechtvaardigt. Tevens wordt aangevoerd dat de Gemeenschap slechts in staat zal zijn haar verplichtingen voortvloeiende uit het Aarhus Verdrag te vervullen door te verzekeren dat burgers en niet-gouvernementele organisaties over de vereiste toegang tot de rechter beschikken voor wat betreft het communautaire recht. De vraag is echter of deze bewering juist is daar de lidstaten elk afzonderlijk het Aarhus Verdrag hebben ondertekend en dientengevolge al gehouden zijn toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden te verzekeren in hun nationale wetstelsels. Daarnaast bevat het Aarhus Verdrag geen criteria voor bevoegde entiteiten om beroepsrecht te hebben en is in die zin ruimer dan de richtlijn. Proportionaliteit: twijfelachtig Het is de vraag of deze richtlijn het juiste (minst vergaande) middel vormt voor het bewerkstelligen van een adequate toegang tot de rechter. De lidstaten zijn hiertoe al gehouden ingevolge het Aarhus Verdrag. Consequenties voor de EU-begroting: Geen Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Het voorstel legt de lidstaten geen financiële verplichtingen op. Indien voldoende verzekerd wordt dat nationale stelsels die voorzien in een ruimere toegang tot de rechter dan het richtlijnvoorstel bepaalt gehandhaafd mogen blijven, leidt het voorstel niet tot additionele administratieve lasten voor de rijksoverheid en decentrale overheden voor wat betreft de erkenning van bevoegde entiteiten. Indien dit niet voldoende verzekerd wordt, kan het voorstel wel leiden tot een extra administratieve belasting vanwege de voorgestelde procedure voor de erkenning van bevoegde entiteiten. Hierbij worden één of meer instanties belast met voorafgaande erkenning of erkenning per geval. Voorts dienen de lidstaten te verzekeren dat tegen een afwijzing om een verzoek tot erkenning beroep kan worden ingesteld voor een rechtbank of een ander onafhankelijk en onpartijdig bij het ingesteld orgaan. Dit kan leiden tot een stroom van zaken over erkenning, hetgeen een verzwaring van bestuurlijke en rechterlijke lasten betekent. Het voorstel leidt dan tevens tot extra administratieve lasten voor het bedrijfsleven / burger omdat zij zich mogelijk zullen moeten inspannen om erkend te worden als bevoegde entiteit. Het voorstel vereist registratie van beslissingen krachtens de richtlijn en publieke toegankelijkheid daarvan, hetgeen een bestuurlijke lastenverzwaring voor overheden inhoudt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1167 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 949 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1303 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 232 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1090 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 696 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 188 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1484 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 319 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1683 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1811 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 948 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 828 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Fiche 9: Verordening EU octrooi vertaalregelingen 1. Algemene gegevens Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Datum Commissiedocument:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 22 112 Ontwerp-Richtlijnen Europese Commissie Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen Nr. 126 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1593 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2042 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1210 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Minbuza-2014.234720 Bijlage(n) fichedocument

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1749 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law. Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal

Nadere informatie

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken

Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken Fiche 7: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de definitie, presentatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013-2014 22 112Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 785 EU-voorstel: Commissiemededeling over de werkzaamheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1826 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1160 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 1. Algemene gegevens Voorstel: Initiatief voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 899 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 285 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375

EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 32 472 EU-voorstel: Verordening voor de teelt van GGO-gewassen COM(2010) 375 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2 Brief van de minister van Buitenlandse

Nadere informatie

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1674 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders

Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders Fiche 1: Verordening vaststelling van de lijst visumplicht voor derdelanders 1. Algemene gegevens Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 108 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN s-gravenhage, 1 februari 1999 Overeenkomstig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1428 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa

Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa Fiche 1: verordening wijziging programma Creatief Europa 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen Fiche 4: Wijziging richtlijn administratieve samenwerking op het gebied van belastingen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 782 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1937 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 151 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2200 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2272 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 920 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers

Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers Fiche 1: Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers 1. Algemene gegevens Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 846 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2245 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 713 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Prelex

Prelex Fiche 2: Verordening wijziging oprichtingsverordening EMSA 1. Algemene gegevens Titel voorstel Verordening van het EP en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 965 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. Fiche 1: Verordening betreffende geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2494/95 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 252 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1601 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften

Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften Fiche 4: Wijziging btw-richtlijn op het gebied van btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren Fiche 4: Mededeling De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren b) Datum

Nadere informatie

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude

Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude Fiche 2: Richtlijn betreffende facultatieve verleggingsregeling en het snelle reactie mechanisme tegen btw-fraude 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging

Nadere informatie

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens

Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen. 1. Algemene gegevens Fiche 3: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1052 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board SWD(2017) 30 (NL) SWD(2017) 31 (EN)

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board SWD(2017) 30 (NL) SWD(2017) 31 (EN) Fiche 2: Verordening voortzetting beperkte toepassing EU ETS voor de luchtvaart en voorbereidingen implementatie wereldwijd systeem CO₂-emissiereductie luchtvaart 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2326 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1463 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon Joop Nijssen T 0031 70 348 4858

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1542 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit

Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit Fiche 1: Verordening inzake Europese statistieken over veiligheid voor criminaliteit 1. Algemene gegevens Titel Voorstel: Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europese statistieken

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 947 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Fiche 3: Verordening herziening veiligheidskenmerken verblijfstitels voor onderdanen van derde landen

Fiche 3: Verordening herziening veiligheidskenmerken verblijfstitels voor onderdanen van derde landen Fiche 3: Verordening herziening veiligheidskenmerken verblijfstitels voor onderdanen van derde landen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees parlement en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1462 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing N.v.t.

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing N.v.t. Fiche 1: Wijziging van de Noordzee Middellandse Zee corridor na de Brexit 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 22 112 Ontwerprichtlijnen Europese Commissie Nr. 119 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2280 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

h) Rechtsbasis Artikel 91 (1) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

h) Rechtsbasis Artikel 91 (1) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Fiche 3: Voorstel gebruik van gehuurde voertuigen voor goederenvervoer 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1017 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

9 Europese regelgevende agentschappen

9 Europese regelgevende agentschappen 9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese

Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Fiche 6: Verordening elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie 1. Algemene gegevens Titel voorstel Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende elektronische publicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1823 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 914 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 33 456 EU-mededeling: De EU-strategie voor de uitroeiing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 706 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1028 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2015 COM(2015) 390 final 2015/0170 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2054 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2698 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0313 (COD) 7645/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 6 april 2016 Betreft: FRONT 160 MAR 109 CODEC 383 COMIX 262

Nadere informatie

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake woningkredietovereenkomsten

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake woningkredietovereenkomsten Fiche 7: Richtlijn woningkredietovereenkomsten 1. Algemene gegevens Titel voorstel Datum Commissiedocument 31 maart 2011 Nr. Commissiedocument COM(2011) 142 Prelex Opinie IAB: Voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing Niet opgesteld

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing Niet opgesteld Fiche 1: Verordening bruto nationaal inkomen (BNI) 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal

Nadere informatie