OGB volgens ROSR 1976 voor schepen waarvan de kiel voor 1 april 1976 is gelegd: NVO zonder einddatum.
|
|
- Cornelia Dekker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 E-eisen; Kiel voor 1 juli 1983 Op grond van artikel van het ROSR en bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG gelden voor schepen waarvan de kiel voor 1 juli 1983 is gelegd, de voorschriften van het ROSR Dit is hetrosr 1976 waarin de Bekendmaking aan de Rijnscheepvaart no 3/1983, gepubliceerd te Arnhem op 29 april 1983 is verwerkt: HOOFDSTUK 6 - ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel 6.01 Algemene bepalingen. 1. Indien voor bepaalde onderdelen van een installatie bijzondere voor schriften ontbreken, wordt de veiligheidsgraad als voldoende beschouwd wanneer die onderdelen zijn vervaardigd volgens een Europese norm of een Europees voorschrift, onder vergelijkbare omstandigheden van toe passing. 2. Aan boord moeten door de Commissie van deskundigen gewaarmerkte bescheiden aanwezig zijn, waarin zijn opgenomen: overzichtschema's (hoofdschakelbord, noodschakelbord, verdeelkasten), gegevens betreffende de vermogens van de elektrische apparaten, soort en doorsnede van de kabels. 3.De installaties moeten voor een permanente slagzij van het schip tot 15 en een omgevingstemperatuur tot 40" zijn uitgevoerd en moeten tot deze grenzen onberispelijk functioneren. zonder einddatum. Art 6.02; Bescherming tegen aanraking en water De minimum beschermingsgraad van de permanent geïnstalleerde delen van de installaties moet in overeenstemming zijn met de plaats van opstelling: plaats van opstelling dienstruimten, machinekamers, stuurmachinekamers minimum beschermingsgraad (volgens lec-publ, 529) motoren generatoren transformatoren schakelborden en verdeelkasten, schakelapparatuur installatie materiaal IP 22 IP 22 2 IP IP 22 IP 44 IP 22 laadruimten IP 55 IP 55 verlichting: ruimten voor accumulatoren, verven en lampen IP 44 en (Ex) Pagina 1 van 10
2 open dek, open stuurstanden gesloten stuurhut verblijven, behalve sanitaire en vochtige ruimten sanitaire en vochtige ruimten IP 55 IP 55 IP 55 IP 55 IP 22 IP 22 IP 22 IP 22 IP 22 IP 22 IP 20 IP 20 IP 44 IP 44 IP 44 IP 55 IP 44 Opmerkingen: 1. Voor apparaten met grote warmteontwikkeling: IP Indien het apparaat zelf niet aan de minimum beschermingsgraad voldoet, moet de plaats van opstelling de minimum beschermingsgraad volgens de tabel hebben. 3. Erkend veilige elektrische inrichting, bijvoorbeeld volgens IEC-publ. 79. zonder einddatum. Art 6.03; Bescherming tegen explosie In ruimten, waarin zich explosieve gassen of gasmengsels kunnen ophopen (bijvoorbeeld accumulatoren ruimten en ruimten voor opslag van licht ontvlambare stoffen), zijn slechts erkend veilige elektrische inrichtingen (voldoende veilig voor gebruik in een gegeven explosiegevaarlijke omgeving) toegestaan. In deze ruimten mogen geen schakelaars voor verlichting en voor andere elektrische apparaten zijn geïnstalleerd, Art 6.04; Aarding 1. Voor installaties met spanningen boven 50 V is aarding noodzakelijk. 2. De bij het normale bedrijf niet onder spanning staande metalen delen, die voor aanraking toegankelijk zijn, zoals fundaties en omhulsels van machines, apparaten en verlichtingsarmaturen, moeten afzonderlijk zijn geaard? voor zover zij niet door hun bevestiging elektrisch geleidend met de scheepsromp zijn verbonden. 3. De omhulsels van verplaatsbare en draagbare elektrische apparaten moe ten door middel van een extra ader, die bij het normale bedrijf geen stroom voert en die in de voedingskabel is opgenomen, zijn geaard" Dit is niet van toepassing bij het gebruik van een Pagina 2 van 10
3 beschermingstransformator en voor apparaten waarvan de omhulsels bestaan uit isolatiemateriaal (dubbel geïsoleerd). 4. De doorsnede van de aardleiding moet ten minste gelijk zijn aan de halve doorsnede van de stroomgeleider. Indien echter de doorsnede van de stroomgeleider 16 mm2 of minder bedraagt, moet de doorsnede van de aardleiding gelijk zijn aan die van de stroomgeleider. De doorsnede van gescheiden niet in de kabel opgenomen aangelegde aardleidingen moet ten minste 4 mm2 bedragen. zonder einddatum. Art 6.05; Ten hoogste toegelaten spanningen. De spanningen mogen de volgende waarden niet overschrijden: Soort van de installatie Ten hoogste toegelaten spanning bij a.kracht- en verwarmingsinstallaties met inbegrip van de wandcontactdozen voor algemeen gebruik wisselstroom draai-stroom gelijkstroom 250 V 250 V 500 V b.installaties voor verlichting, communicatie en signalering met inbegrip van de wandcontactdozen voor algemeen gebruik 250 V 250 V - c.wandcontactdozen voor de voeding van toestellen, die bij het gebruik in de hand worden gehouden, die op het open dek of in nauwe of vochtige metalen ruimten - met uitzondering van ketels of tanks - worden gebruikt: 1. Algemeen. 2. Met een beschermingstransformator die slechts één toestel voedt. De beide leidingen van de secundaire stroomkring moeten van de massa geïsoleerd zijn. 3. Bij gebruik van toestellen die dubbel geïsoleerd zijn uitgevoerd. d Wandcontactdozen voor de voeding van toestellen die bij gebruik in de hand worden, die in ketels of tanks worden gebruikt. 50 V 1 50 V V 50 V 1 50 V 1 - Opmerking: Pagina 3 van 10
4 1) Indien deze spanning vanuit een net met een hogere spanning wordt verkregen moet een galvanische scheiding toegepast zijn. 2. Met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen zijn hogere spanningen toegestaan: a. voor krachtinstallaties, waarvan het vermogen zulks vereist; b. voor speciale instanties, bijvoorbeeld radioinstallaties en ontstekingsinrichtingen. Art 6.06; Verdeelsystemen De volgende verdeelsystemen zijn toegestaan: - Voor gelijkstroom en 1-phase wisselstroom: a. twee geleiders, waarvan één is geaard; b. één geleider met teruggeleiding via de scheepsromp, alleen voor plaatselijk begrensde installaties (bijvoorbeeld startinstallatie van een verbrandingsmotor en kathodische corrosiebescherming); c. twee geleiders geïsoleerd van de scheepsromp. - Voor draaistroom (3-phase wisselstroom): a. vier geleiders met geaard sterpunt zonder teruggeleiding via de scheepsromp; b. drie geleiders geïsoleerd van de scheepsromp. Systemen met geaard sterpunt en teruggeleiding via de scheepsromp zijn toegestaan, echter niet voor eindstroomkringen. De toepassing van andere systemen kan door de Commissie van Deskundigen worden toegestaan. Art 6.07; Walaansluiting 1. De voedingskabel van de wal naar het boordnet moet vast zijn aangesloten (bijvoorbeeld door middel van vaste klemmen of contactsteker inrichtingen). De kabelverbinding mag niet op trek kunnen worden belast. 2. De scheepsromp moet bij een aansluitspanning van meer dan 50 V doelmatig kunnen worden geaard. De aardaansluiting moet duidelijk gekenmerkt zijn. 3. De schakelinrichting van de walaansluiting moet zodanig vergrendeld kunnen worden, dat parallelbedrijf van de boordnetgeneratoren met de walvoeding wordt vermeden. 4. De walaansluiting moet tegen kortsluiting en overbelasting zijn beveiligd. 5. Het onder spanning staan van de walaansluiting moet op het hoofdschakelbord worden aangegeven. 6. Teneinde bij gelijkstroom de polariteit en bij draaistroom de phasen volgorde van de walvoeding met die van het boordnet te kunnen vergelijken, moet een aanwijsinrichting zijn geïnstalleerd, Pagina 4 van 10
5 7. Bij de walaansluiting moet met een opschrift zijn aangegeven: a. de te treffen maatregelen voor het tot stand brengen van de walaansluiting, b. de stroomsoort, de nominale spanning en bij wisselstroom bovendien de frequentie. zonder einddatum. Art 6.08; Stroomlevering aan andere schepen 1. Indien aan andere schepen stroom wordt geleverd, moet daarvoor een afzonderlijke aansluitinrichting aanwezig zijn. Indien spanningen van meer dan 50 V of stroomsterkten van meer dan 16 A worden geleverd, moet zijn gewaarborgd dat de aansluiting alleen in spanningloze toestand tot stand kan worden gebracht, 2. De kabelverbinding mag niet op trek kunnen worden belast. Art 6.09; Generatoren en motoren. 1. Generatoren, motoren en hun aansluitkasten moeten voor inspecties, metingen en reparaties toegankelijk zijn. Zij moeten zodanig zijn opgesteld, dat geen water of olie bij de wikkelingen kunnen komen. 2. Generatoren, die worden aangedreven door de hoofdmotor, de schroefas of een ook voor ander doeleinden bestemd hulpaggregaat, moeten voor de onder bedrijfsomstandigheden optredende toerentalvariaties geschikt zijn. Art 6.10; Accumulatoren. 1. Accumulatoren moeten zodanig zijn opgesteld, dat zij toegankelijk zijn en niet kunnen verschuiven tengevolge van de scheepsbewegingen. Zij mogen niet zijn opgesteld op plaatsen, waar zij aan overmatige hitte, extreme koude, buiswater of dampen zijn blootgesteld. Zij mogen niet in de stuurhut, verblijven en laadruimen zijn opgesteld. Dit geldt echter niet voor accumulatoren in draagbare apparatuur. 2. Acculalator-batterijen, die worden geladen met een vermogen van meer dan 2,0 kw (berekend uit de maximale laadstroom en de nominale spanning van de batterij) moeten in een speciale ruimte zijn ondergebracht. Bij opstelling aan dek is het voldoende wanneer zij in een kast zijn geplaatst. Accumulator-batterijen, die worden geladen met een vermogen van 2,0 kw of minder, mogen benedendeks in een kast of kist zijn opgesteld. Zij mogen ook open in de machinekamer of een andere goed geventileerde ruimte zijn geplaatst, mits zij zijn beschermd tegen vallende voorwerpen en druipwater. zonder einddatum. 3. De binnenzijde van alle voor batterijen bestemde ruimten, kasten of kisten, alsmede rekken en andere onderdelen moeten tegen de schadelijke inwerking van elektrolyt zijn beschermd Pagina 5 van 10
6 4. Gesloten ruimten, kasten en kisten, waarin batterijen zijn opgesteld, moeten doelmatig kunnen worden geventileerd. De luchttoevoer aan de onderzijde en de luchtafvoer aan de bovenzijde moeten zodanig zijn, dat een goede afvoer van de gassen is gewaarborgd. De ventilatiekanalen mogen geen inrichtingen (bijvoorbeeld afsluitinrichtingen) bevatten die de vrije doorgang van de lucht belemmeren. 5. De vereiste hoeveelheid lucht (Q) in m3 per uur moet worden berekend volgens de formule: Q = 0,11 x I x n waarin: I = 25% van de maximale stroom van de laadinrichtingen in A; n = het aantal cellen. 6. Bij natuurlijke ventilatie moet de doorsnede van de ventilatiekanalen zo groot zijn, dat bij een luchtsnelheid van 0,5 m/s de vereiste luchthoeveelheid wordt opgebracht. De doorsnede moet echter voor loodbatterijen ten minste 80 cm2 en voor alkalische batterijen ten minste 120 cm2 bedragen. 7. Bij mechanische ventilatie moet bij voorkeur een afzuigventilator worden gebruikt waarvan de motor zich niet in de gas- of luchtstroom bevindt. De ventilator moet zodanig zijn uitgevoerd, dat geen vonkvorming bij aanraking van een waaier met het ventilatorhuis en geen elektrostatische opladingen kunnen optreden. 8. Op de deuren of deksels van ruimten, kasten of kisten voor accumulatoren moet een teken verboden te roken met een diameter van ten minste 10 cm, overeenkomstig schets 72 van bijlage 3 van het Rijnvaartpolitiereglement zijn aangebracht. Art 6.11; Schakelinrichtingen. 1. Schakelborden. a) Alle apparaten, schakelaars, veiligheden en instrumenten in schakel borden moeten overzichtelijk gerangschikt en ten behoeve van het onderhoud en reparatie toegankelijk zijn. De aansluitklemmen voor spanningen tot en met 50 V en die voor spanningen boven 50 V moeten van elkaar gescheiden zijn aangebracht en doelmatig zijn gekenmerkt. b) Op de schakelborden moeten naamplaatjes voor alle schakelaars en apparaten met de aanduiding van de stroomkring zijn aangebracht. Veiligheden moeten met de nominale stroomsterkte en de stroomkring zijn aangeduid. c) Indien zich achter de deuren apparaten met een bedrijfsspanning van meer dan 50 V bevinden, moeten de onder spanning staande delen van deze apparaten tegen onvoorzien aanraken bij geopende deuren zijn beschermd. d) De materialen van schakelborden moeten mechanisch sterk, duurzaam, moeilijk ontvlambaar en niet hygroscopisch zijn. 2.Schakelaars, beveiligingen. a) Generator- en afgaande groepen moeten in elke niet geaarde geleider tegen kortsluiting en overbelasting beveiligd zijn. Daartoe kunnen schakelaars met kortsluit- en overbelastingbeveiliging of smeltveiligheden worden gebruikt. Stroomkringen van de elektrische aandrijving van stuur inrichtingen, alsmede de stuurstroomkringen van stuur Pagina 6 van 10
7 inrichtingen, mogen alleen tegen kortsluiting zijn beveiligd. Indien schakelaars met een thermische uitschakelinrichting worden toegepast, moeten de thermische uitschakelinrichtingen buiten bedrijf zijn gesteld of op ten minste tweemaal de nominale stroom zijn afgesteld. b) De afgaande groepen van het hoofdschakelbord van meer dan 16 A moeten van last- of maximaalschakelaars 2ijn voorzien. c) Verbruikers, die voor de voortstuwing, de stuur inrichting, de navigatie en de beveiligingssystemen noodzakelijk zijn, alsmede de ver bruikers met een nominale stroom van meer dan 16 A, moeten via afzonderlijke stroomkringen worden gevoed. d) Schakelinrichtingen moeten, volgens hun nominale stroom, hun thermische en dynamische sterkte alsmede hun schakelvermogen worden gekozen. Schakelaars moeten alle onder spanning staande geleiders gelijktijdig schakelen. De stand moet duidelijk te onderscheiden zijn. e) De smeltveiligheden moeten van het gesloten type zijn en uit een keramisch of gelijkwaardig materiaal bestaan" Zij moeten zonder aanrakingsgevaar voor personen kunnen worden vervangen. 3. Meet- en controle-inrichtingen. a) Voor generator-, batterij- en verdeelstroomkringen moeten meet- en controle-inrichtingen aanwezig zijn voor zover dit voor een veilig bedrijf van de installatie noodzakelijk is. b) Niet-geaarde netten met een spanning boven 50 V moeten van een doel matige aardfoutcontrole-inrichting zijn voorzien. 4. Opstelling van schakelborden. a) De schakelborden moeten in goed toegankelijke en goed geventileerde ruimten zijn opgesteld, zodanig dat zij tegen waterschade en mechanische beschadigingen zijn beschermd. Pijpleidingen en ventilatiekokers moeten zodanig zijn geplaatst, dat de schakelborden bij lekkages geen gevaar lopen. Indien de ligging in de nabijheid van schakelborden niet vermeden kan worden, mogen de pijpen aldaar geen losneembare koppelingen hebben. b) Kasten of nissen, waarin open schakelaars zijn ondergebracht, moeten uit moeilijk ontvlambaar materiaal bestaan, dan wel door een bekleding van metaal of een ander niet brandbaar materiaal zijn beschermd. c) Bij spanningen boven 50 V moeten voor de bedieningszijde van het hoofdschakelbord isolerende roosters of matten liggen. Op de voor zijde van de borden mogen geen onder spanning staande delen zijn aangebracht Pagina 7 van 10
8 Art 6.12; Noodstopschakelaars. Voor oliebrander installaties, brandstofpompen, brandstofseparatoren en machinekamerventilatoren moeten buiten de opstellingsruimten noodstopschakelaars aanwezig zijn, voor zover niet op andere wijze een snelle afsluiting van brandstof- en luchttoevoer buiten de opstellingsruimten mogelijk is. Art 6.13; Installatiemateriaal 1. De kabelinvoeren van apparaten moeten passend zijn voor de afmetingen en het type van de aan te sluiten kabels. 2. Bij stroomsterkten van meer dan 16 A moeten de wandcontactdozen zodanig met een schakelaar worden vergrendeld, dat noch het insteken noch het uittrekken van de stekker mogelijk is, wanneer de contactbussen van de contactdoos onder spanning staan. 3. Wandcontactdozen van verdeelsystemen met van elkaar afwijkende spanningen of frequenties mogen niet van een zelfde uitvoering zijn. 4. Schakelaars moeten alle niet-geaarde geleiders van een stroomkring gelijktijdig schakelen. In stroomkringen van de verlichting voor verblijven mogen echter eenpolige schakelaars zijn toegepast. Art 6.14; Kabels 1. Kabels moeten moeilijk ontvlambaar zijn en van een waterdichte en oliebestendige mantel zijn voorzien. In de verblijven kan de toepassing van andere kabeltypen worden toegestaan, mits zij doelmatig zijn beschermd en brandvertragende eigenschappen hebben. 2. Voor kracht- en verlichtingsinstallaties moeten de aders der kabels een doorsnede van ten minste 1,5 mm^2 hebben. 3. Metalen bewapeningen en mantels van kabels van kracht- en verlichtings installaties mogen voor het normale bedrijf niet als geleider of aard leiding dienen. 4. Metalen bewapeningen en mantels van kabels van kracht- en verlichtings installaties moeten aan ten minste een der einden zijn geaard. 5. De doorsnede der geleiders moet in overeenstemming zijn met het toe laatbare spanningsverlies alsmede met de ten hoogste toegestane geleidertemperatuur (stroombelastbaarheid). 6. De kabels moeten tegen het gevaar van mechanische beschadigingen zijn beschermd. 7. De bevestiging der kabels moet zodanig zijn, dat eventuele belastingen op trek binnen de toelaatbare grenzen blijven Pagina 8 van 10
9 8. De doorvoeringen van kabels door schotten of dekken mogen de sterkte, dichtheid en brandwerende eigenschappen van de schotten of dekken niet nadelig beïnvloeden. Art 6.15; Verlichtingsinstallaties 1. Verlichtingsarmaturen moeten zodanig zijn aangebracht, dat brandbare voorwerpen of constructiedelen niet door de uitgestraalde warmte in brand kunnen geraken 2. De verlichtingsarmaturen op het open dek moeten zodanig zijn geplaatst, dat de waarneembaarheid van de navigatielichten niet nadelig wordt beïnvloed. 3. Indien in een machinekamer of een ketelruim twee of meer lichtpunten zijn aangebracht, dan moeten deze over ten minste twee stroomkringen zijn verdeeld. Art 6.16; Navigatieverlichting 1. Het schakelbord voor de navigatieverlichting moet in de stuurhut zijn geïnstalleerd; het moet door een aparte kabel vanaf het hoofdschakel- bord worden gevoed. 2. Elk navigatielicht moet vanaf het navigatieschakelbord afzonderlijk ge voed, beveiligd en geschakeld kunnen worden. 3. Voor zover de controle der navigatielichten niet rechtstreeks vanuit de stuurhut mogelijk is moeten ter controle van deze lichten op het schakelbord in de stuurhut stroomaanwijslampen of gelijkwaardige inrichtingen zijn aangebracht. Het uitvallen van de controle-inrichting mag de werking van de bijbehorende navigatielichten niet nadelig beïnvloeden. 4. Dicht bijeen geplaatste, bij elkaar behorende navigatielichten mogen gemeenschappelijk worden gevoed, beveiligd en geschakeld. de controle-inrichting moet dan echter het uitvallen van één van de lichten kunnen signaleren. zonder einddatum. Dit was in het ROSR 1976 oorspronkelijk artikel Art 6.17; Noodkrachtbron 1. Indien een noodkrachtbron is voorgeschreven, moet deze aan de volgende bepalingen voldoen. 2. Als noodkrachtbron zijn toegestaan: a. een aggregaat met een eigen van de hoofdmotor onafhankelijke brandstofvoorziening en onafhankelijk koelsysteem, dat bij uitvallen van het hoofdnet automatisch moet aanlopen en binnen 30 seconden de stroomvoorziening automatisch moet kunnen overnemen, dan wel, indien het zich bevindt in de onmiddellijke nabijheid van de stuurhut of een andere plaats waar voortdurend gekwalificeerd personeel aanwezig is, met de hand kunnen worden gestart, of b. een accumulatorbatterij, die bij uitvallen van het hoofdnet automatisch de stroomvoorziening overneemt en in staat is de in het vijfde lid bedoelde installaties gedurende Pagina 9 van 10
10 de voorgeschreven tijd zonder tussentijdse oplading en zonder ontoelaatbaar spanningsverlies te voeden. De voor de nood kracht voorziening benodigde bedrijfsduur wordt bepaald naar gelang van het gebruiksdoel van het schip of drijvende werktuig, maar mag niet minder dan 30 minuten bedragen. 3. Noodaggregaten, noodbatterijen en de daarbij behorende schakelinrichtingen mogen in de machinekamer, maar dan zo hoog mogelijk, zijn opgesteld. Voor passagiersschepen gelden de voorschriften van artikel eerste lid. 4. Storingen in het hoofdnet mogen de bedrijfszekerheid van de noodinstallatie niet beïnvloeden. 5. De noodkrachtbron moet in staat zijn ten minste de volgende installaties gelijktijdig te voeden, voor zover de aanwezigheid van deze installaties is voorgeschreven en zij niet van een eigen stroombron zijn voorzien: a) navigatielichten, b) installaties voor geluidseinen, c) noodverlichting, d) radiotelefonie-installatie, e) algemene alarminstallatie, respectievelijk een daartoe geschikte luidspreker installatie, f) noodschijnwerpers, g) sprinklerinstallatie, h) overige veiligheidsinstallaties. zonder einddatum. Dit was in het ROSR 1976 oorspronkelijk artikel 6.12) Pagina 10 van 10
Databank voor de toepassing van de technische voorschriften
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 76 RV/G (14) 100 JWG (14) 94 25 november 2014 Or. fr fr/de/nl/en COMITE REGLEMENT VAN ONDERZOEK WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP
Nadere informatieSchepen gebouwd voor en
Schepen gebouwd voor 1.4.1976 en 1.7.1983 Bijkomende eisen aan elektrische installaties vanaf 1.1.2015 - Bij de bespreking van het Belgische discussiepapier JWG (14) 21 heeft de werkgroep ervoor gekozen
Nadere informatie9.3.1.51.2 In ieder geïsoleerd verdeelsysteem moet een automatische aardfoutcontroleinrichting met een optisch en akoestisch alarm zijn ingebouwd.
9.3.1.51 Elektrische inrichtingen (type G) 9.3.1.51.1 Er zijn slechts verdeelsystemen zonder teruggeleiding via de scheepsromp toegestaan.dit is niet van toepassing op: - installaties voor kathodische
Nadere informatieWIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf 1.10.2015
RV (15) 45 21 augustus 2015 WIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf 1.10.2015 Wijzigingen van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn (Besluit 2015-I-17) Het secretariaat
Nadere informatieInventarisatielijst ROSR overgangsbepalingen.
Scheepsgegevens. Scheepsnaam Lengte Europanummer (ENI) Breedte Meetbriefnummer Diepgang Certificaat geldig tot Laadvermogen Bouwjaar Motorgegevens. motor 1 Motor 2 Boegschroefmotor Merk Type Vermogen Bouwjaar
Nadere informatievoldoet momenteel op onderstaande wijze wel/ niet aan de CCR eisen
Blad 1 voldoet momenteel op onderstaande wijze aan de CCR eisen Bij eerstvolgende verlenging wel niet nvt weet niet mogelijk onmogelijk weet niet minimaal maximaal 1 Brandkleppen op alle openingen machinekamers
Nadere informatieKONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties
KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242
Nadere informatieBijlage VI - Voorschriften betreffende de elektrische inrichtingen
Bijlage VI - Voorschriften betreffende de elektrische inrichtingen HOOFDSTUK I - Inleiding Artikel 1. Toepassing. 1. Deze bijlage is van toepassing op de aanleg en het bedrijf van elektrische installaties.
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT SCHAKELAARS. Artikel. A.R.E.I. 250.01 Algemeen
SCHAKELAARS 250.01 Algemeen Schakelaars en andere bedieningstoestellen moeten conform de desbetreffende door de Koning zijn, of overeenkomen met bepalingen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau bieden.
Nadere informatielaatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13
laatste wijziging: Rims melding RIMS-366192 Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13 1 DOEL... 2 2 TOEPASSINGSGEBIED... 2 3 DEFINITIES... 2 4 VOORSCHRIFT... 2 4.1 Eisen bij de inkoop/aanschaf... 2 4.2
Nadere informatieTAD: Technologische AdviesDienst
informeert TAD: Technologische AdviesDienst Verdeelborden In een elektrische installatie mag er slechts veilig elektrisch materieel gebruikt worden. Volgens deze algemene regel betekent dit dus ook dat
Nadere informatieRichtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.
Richtlijn bouwkasten TOEPASSINGSGEBIED: Het gehele Cogas elektriciteitsgebied. 1 DOELSTELLING Eisen voor bouwkasten t.b.v. tijdelijke en bouw- aansluitingen met een maximale doorlaatwaarde van 3x80A. 2
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I
47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in
Nadere informatieOvergangsbepalingen waarvan de termijn bij de 1e verlenging van het certificaat na 1-1-2015 afloopt, de extra eisen voor passagiersschepen.
Overgangsbepalingen waarvan de termijn bij de 1e verlenging van het certificaat na 1-1-2015 afloopt, de extra eisen voor passagiersschepen. 15.02, lid 10, onder c Duur van het sluiten door afstandsbediening
Nadere informatieINSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES
9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid
Nadere informatieHANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000
HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:
Nadere informatieMODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM
MODEL INSPECTIERAPPORT NR. :.. ELEKTRISCHE INSTALLATIE INSPECTIEDATUM -..-2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Algemene gegevens... 5 2.1 Opdrachtgever en objectgegevens... 5 2.2 Installatiegegevens...
Nadere informatieGebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL
Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks
Nadere informatieFVV 4.9.: Datum : 25.11.11 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIE- EN Revisie : 4 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7 1 ONDERWERP Voorzorgen tegen elektrocutiegevaar en tegen verbrandingsgevaar door elektriciteit. Voorzorgen te nemen bij het betreden van besloten ruimten.
Nadere informatieVisuele Inspectie van elektrische installaties
Inspectiepunten De voeding van de installatie Controle van de voeding Beoordeel welk stelsel in ingezet en of deze op de juiste wijze is toegepast. Beoordeel ook de aansluiting en splitsing van PEN leidingen.
Nadere informatieNieuws1010 Onafhankelijke uitgave van Meer1010
Van PAGINA der Meer1 Oktober 2012-1 Intech E&I van september 2012 Rubriek Technische vragen HELPDESK UNETO-VNI HELPT VAN DE WAL IN DE SLOOT In Intech E&I van september 2012 is in de rubriek Technische
Nadere informatieSPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR HET AANSLUITEN VAN VASTE PROFESSIONELE INSTALLATIES ZONDER METER
SPECIFIEKE TECHNISCHE VRSCHRIFTEN VR HET AANSLUITEN VAN VASTE PRFESSINELE INSTALLATIES ZNDER METER INHUD 1. TEPASSINGSGEBIED...3 2. SPECIFIEKE EISEN M.B.T. DE AANSLUITKAST ZNDER METER...3 2.1 Plaats van
Nadere informatiePOLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem
POLITIEVERORDENING Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem Deel 1:Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de
Nadere informatiePROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE
AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:
Nadere informatieElektriciteit. Wat is elektriciteit
Elektriciteit Wat is elektriciteit Elektriciteit kun je niet zien, niet ruiken, niet proeven, maar wel voelen. Dit voelen kan echter gevaarlijk zijn dus pas hier voor op. Maar wat is het dan wel? Hiervoor
Nadere informatieChecklist ELEKTRISCHE INSTALLATIE in utiliteitsgebouwen
Project Projectnr. Opdrachtgever Werkadres Reden van inspectie Oplevering Wijziging Periodieke inspectie Netaansluiting 1-fase 3-fase Stroomstelsel TN-stelsel TT-stelsel IT-stelsel Inspectie uitgevoerd
Nadere informatieINSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.
NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker
Nadere informatieDIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband
DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom Klauwen Data Hold Klauwopener Bereikkeuzeschakelaar Uitlezing Aansluitklem COM Aansluitklem VOLT/ Veiligheidsarmband 1.
Nadere informatieAluchemie Rotterdam. Module Besloten ruimten. Jacques van Es / Leo van der Elst 17 april 2013
Aluchemie Rotterdam Module Besloten ruimten Jacques van Es / Leo van der Elst 17 april 2013 1 2 Een besloten ruimte is: Iedere ruimte die, onder normale omstandigheden, (grotendeels) van de omgeving is
Nadere informatieAX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing
AX-3010H Multifunctionele schakelende voeding Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats, zodat u hem later nog eens in kunt kijken. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
Nadere informatieDe huisinstallatie bestaat uit éénfasige kringen die gevoed worden door een driefasig net.
10 Veiligheid 10.1 De huisinstallatie De bedoeling van een elektrische huisinstallatie is de elektrische energie op doelmatige en vooral veilige wijze naar de plaats te brengen waar ze nodig is. De huisinstallatie
Nadere informatiePRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be
Het A.R.E.I. en verlichtingskringen De verlichting in uw woning is het belangrijkste onderdeel van uw elektrische installatie n De kringen Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm 2 en
Nadere informatieEisEn aan bouwkasten. in het voorzieningsgebied van EnExis
EisEn aan bouwkasten in het voorzieningsgebied van EnExis EisEn aan bouwkasten De eisen in deze brochure gelden voor bouwkasten die zijn ingericht voor directe energiemeting bij een tijdelijke aansluiting
Nadere informatieArtikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.
Reglement Onderzoek Schepen Rijnvaart HOOFDSTUK 11 VEILIGHEID OP DE WERKPLEK Artikel 11.01 Algemene bepalingen 1. Vaartuigen moeten zodanig zijn gebouwd, ingericht en uitgerust, dat personen daarop veilig
Nadere informatieKleine generatoren ZX ronde 24 april 2016
Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er
Nadere informatieTDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer
TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr
Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieGASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,
Nadere informatieHoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken
Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics A. Hoe elektrische keuringsverslagen interpreteren B. Top 3 meest voorkomende
Nadere informatieZucchini railkokersystemen LB / LB6
railkokersystemen LB / LB6 Technische informatie Type 254 256 404 406 zijde zijde zijde zijde Actieve geleiders Aantal I n (A) ) Doorsnede van de beschermingsgeleider (equivalent in Cu) PE (mm ) I cw (ka)rms
Nadere informatieOm een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.
Samenvatting door een scholier 983 woorden 8 april 2011 6,8 988 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Natuurkunde H5 par 1 t/m 5 samenvatting Par. 1 Een stroomkring maken Om een lampje te laten branden
Nadere informatieACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties
112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:
Nadere informatieEen elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij :
Een elektrische installatie moet altijd door een erkend organisme worden gekeurd bij : - de indienststelling, - elke verzwaring van de aansluiting, - elke belangrijke wijziging of uitbreiding. Dit organisme
Nadere informatieVEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN
VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO ELEKTRICITEIT VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VEILIGHEID VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN STANDS OP BEURZEN 4.1 INLEIDING Deze voorschriften werden opgesteld met het doel:
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting
Nadere informatieTDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer
TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com
Nadere informatieaan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander
aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten in het voorzieningsgebied van Liander voor maximale veiligheid op de bouwplaats In deze brochure
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van
Nadere informatie3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring
1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling
Nadere informatieOefenvragen_Basistoets Stipel
1 In een kabelbed moet een hoogspanningskabel worden gelokaliseerd. De kabel is aan beide zijden afgeschakeld. Hoe kan de kabel worden gelokaliseerd? A Met een kabelseiectieapparaat B Met een capacitieve
Nadere informatieADNR Deel konvooi ; Duwstellen en gekoppelde samenstellen
ADNR Deel konvooi 7.1.2.19; Duwstellen en gekoppelde samenstellen 7.1.2.19.1 Indien in een duwstel of in een gekoppeld samenstel ten minste één schip van een Certificaat van Goedkeuring voor het vervoer
Nadere informatieKEURINGSEISEN WACHTSCHEPEN
KEURINGSEISEN WACHTSCHEPEN Derde serie, eindversie 4 van 17 mei 1999, vastgesteld op 31 oktober 1999, laatste verbetering van 20 mei 2000 (aanvulling: uitgifte verklaring, brandstoftoevoer, definitie van
Nadere informatieVEILIG WERKEN MET ACCU S
VEILIG WERKEN MET ACCU S Bij het laden en installeren van accu s gebeuren veel ongelukken. Bij werkzaamheden aan de elektrische installaties van auto s en werktuigen ook. Met als mogelijke gevolgen: ernstig
Nadere informatieINHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1
INLEIDING Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED VAN
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT STROOMGROEPEN MET THERMISCHE MOTOR
De Europese wetgeving voor veilig elektrische materieel is ook van toepassing voor alternatoren. Dit betekend dat de alternatoren moeten gebouwd zijn conform de desbetreffende Europese normen (KB. van
Nadere informatieINHOUD INLEIDING. Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1
INLEIDING xv Hoofdstuk 1 NEN 1010 EN ANDERE NORMEN 1 1.1 SAMENHANG VAN NORMEN 2 1.1.1 NEN 1010 3 1.1.2 NEN-EN 50110 en NEN 3140 3 1.1.3 NEN-EN-IEC 60204 4 1.1.4 NEN-EN-IEC 60439 4 1.2 TOEPASSINGSGEBIED
Nadere informatieFVV 4.9.: Datum : 01.05.08 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIEGEVAAR EN TEGEN Revisie : 3 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz.
VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 9 1. ONDERWERP - Voorzorgen tegen electrocutiegevaar en tegen verbrandingsgevaar door electriciteit. - Voorzorgen te nemen bij het betreden van besloten
Nadere informatieINLEIDING. Veel succes
INLEIDING In de eerste hoofdstukken van de cursus meettechnieken verklaren we de oorsprong van elektrische verschijnselen vanuit de bouw van de stof. Zo leer je o.a. wat elektrische stroom en spanning
Nadere informatieSPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN
SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN C1/106 09.2004 Rev 1.0 (03.2011) 1. ALGEMEENHEDEN...3 1.1 Definities... 3 1.2 Toepassingsgebied...
Nadere informatieTelescopische afzuigkap TEL06
Telescopische afzuigkap TEL06 2 Gelieve de volgende informatie van het typeplaatje voor een later gebruik te noteren, alsook de aankoopdatum, zoals op de rekening / factuur staat vermeld: Model... Serienummer...
Nadere informatieElektriciteit 1. AOC OOST Almelo Groot Obbink
AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2020 Inleiding In huis moeten soms kleine veranderingen worden aangebracht. Denk maar aan het aanleggen van een verlengsnoer of het vervangen van een lamp. Maar soms
Nadere informatieHANDLEIDING. Scheidingstransformatoren. Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR000702000
HANDLEIDING Scheidingstransformatoren Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR000702000 Victron Energy B.V. The Netherlands General phone: +31 (0)36 535 97 00 Customer support desk:
Nadere informatieBasiscursus NEN 1010. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties NEN 1010:2015
Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties Basiscursus NEN 1010 NEN 1010:2015 maart 2016 Bestemd voor de cursussen: basiscursus NEN 1010, opfriscursus NEN 1010, inspecties aan elektrische installaties,
Nadere informatieHoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding
Hoogfrequent batterijladers PM-24 serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie
Nadere informatieAan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?
Kwaliteit voor Installaties KvINL Nederland Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten tot en met 3x80 Ampère 2 In deze brochure vindt
Nadere informatieVeiligheidsrisico s van elektrotechnische. illegale hennepkwekerijen
Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Veiligheidsrisico s van elektrotechnische aansluitingen bij illegale hennepkwekerijen Mei 2009 1 Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieGebruikershandleiding
Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat
Nadere informatieAan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?
Kwaliteit voor Installaties KvINL Nederland Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen? Voorwaarden voor het veilig plaatsen en functioneren van bouwkasten tot en met 3x80 Ampère BOUWKAST KLEIN 11/2017
Nadere informatieGebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel
NL Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel 1 Beste klanten, Bedankt voor uw keuze! We hebben alles gedaan om te zorgen dat dit product voldoet aan uw eisen
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 2391 woorden 29 februari 2004 6,8 152 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal 4.1 Inleiding Deze paragraaf is een
Nadere informatieInstallatie instructie
LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..
Nadere informatieOpgaven elektrische installaties
Opgaven elektrische installaties 1a 1b Met voorschriften van welke instanties dient rekening te worden gehouden bij de elektriciteitsaansluiting op de bouwplaats? Van welke factoren is het gevraagde vermogen
Nadere informatieDICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW
DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BLACKBOXX HANDLEIDING BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW INHOUDSOPGAVE Handleiding BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW. 1 Veiligheids voorschriften 04 2
Nadere informatieATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht
ATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht Waarom doen we aan ATEX Het doel is mensen beschermen tegen de effecten van een explosie Wat is een explosie eigenlijk? Een momentane ontbranding van
Nadere informatieNulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren
Nulgeleider Met een transformator een nulgeleider (N) creëren Antwoorden op veelgestelde vragen Netten zonder nulgeleider Een deel van de Belgische gebouwen wordt gevoed vanuit een 3x230V-net, waarbij
Nadere informatie230 VAC TRANSFORMATORREGELAAR STR-1VERMOGENSBEREIK: 10,0 20,0 A. Montage & gebruiksvoorschriften
TRANSFORMATORREGELAAR STR-1VERMOGENSBEREIK: 10,0 20,0 A Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKELCODES 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE
Nadere informatieSOBANE methode: Elektriciteit NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise
SOBANE methode: Elektriciteit NIVEAU 3: ANALYSE INLEIDING Expertise PREVENTION Doelstellingen Meer gerichte preventie- en verbeteringsmaatregelen uitwerken door specifieke metingen uitvoeren door meer
Nadere informatiePulsar EXtreme CLA 2000/3000 VA
www.mgeups.com MGE UPS SYSTEMS Pulsar EXtreme CLA 000/000 VA Installatiehandleiding S T O P Y O U N O W L L W I N G I T H N O 50775NL/AA - Pagina Pagina - 50775NL/AA Pulsar EXtreme CLA 000/000 VA. Uitpakken...
Nadere informatieDeel 9 Constructievoorschriften HOOFDSTUK 9.2
Deel 9 Constructievoorschriften HOOFDSTUK 9.2 CONSTRUCTIEVOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP ZEESCHEPEN, DIE VOLDOEN AAN DE VOORSCHRIFTEN VAN DE SOLAS-CONVENTIE 74, HOOFDSTUK II-2, ARTIKEL 19 of SOLAS 74,
Nadere informatieNEN-EN-IEC 61439. H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer. Belangrijk
NEN-EN-IEC 61439 H05V2-K / H07V2-K 90 C montagesnoer Belangrijk Per 1 november 2014 is de oude norm IEC 60439 voor laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen niet meer van toepassing De nieuwe norm NEN-EN-IEC
Nadere informatieIdee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7
1 Introduction... 2 2 Uitzicht... 2 3 Aansluitingen... 3 3.1 Voeding van de module... 4 3.2 LCD aansluiting... 4 3.3 Voeding remsysteem... 4 3.4 relais of generator GND remsysteem... 4 3.5 RPM sensor...
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar'
Speciale veiligheidsinstructie Tankmeetsysteem Speciale veiligheidsinstructie ATEX Productnietlangerleverbaar' www.rosemount-tg.com Speciale veiligheidsinstructie Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave
Nadere informatieOverige opmerkingen zijn gebaseerd op JWG (15) 34 = RV/G (15) 35 d.d. 6 juli 2015
Rotterdam, 12 mei 2016 Reactie van de Nautisch Technische Commissie van EBU en ESO op CESNI/PT (16) 32 d.d. 26 april 2016 en inbreng voor de workshop technische voorschriften voor elektrische installaties
Nadere informatieBestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging
Bestnr. 11 01 73 Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke
Nadere informatie6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen
6. Afronding hoofdstuk 2 6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen Inleiding Bij de introductie van dit hoofdstuk heb je je georiënteerd op het onderwerp van dit hoofdstuk
Nadere informatieGebruikershandleiding
Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid
Nadere informatie1 DOELSTELLING Eisen voor bouwkasten t.b.v. aansluitingen voor tijdelijk gebruik met een maximale doorlaatwaarde van 3x80A.
Blad : 1 van 6 TOEPASSINGSGEBIED: Brabant Drenthe Flevoland Friesland Groningen Limburg Overijssel 1 DOELSTELLING Eisen voor t.b.v. aansluitingen voor tijdelijk gebruik met een maximale doorlaatwaarde
Nadere informatieInleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus 2009. 230Vac installaties in voertuigen
Inleiding 230Vac installaties in voertuigen Het ontwerpen en installeren van 230Vac installaties in voertuigen is op het eerste gezicht een simpele uitdaging, omdat de installatie een zeer geringe omvang
Nadere informatieDe condensator en energie
De condensator en energie Belangrijkste onderdelen in de proeven De LEGO-condensator De condensator heeft een capaciteit van 1 Farad en is beschermd tegen een overbelasting tot 18 Volt. Wanneer de condensator
Nadere informatieL1 L2 L3 N L1 L2 L3 N PE PE. aarde L1 L2 L3 PEN. Figuur 3.6: Verdeelnetten
TT-net. Het sterpunt van de secundaire transformatorwikkeling in het net wordt met de verbonden. Bij elke verbruiker is er een aarding ( : protective earth), waarmee de metalen onderdelen van de toestellen
Nadere informatieHandleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt
Handleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt Veiligheidsvoorzieningen Plaats de stroomgroep op een vlakke ondergrond. De stroomgroep mag enkel bediend worden door volwassenen die vertrouwd zijn met de gebruiksinstructies.
Nadere informatieEXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen
Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatieLAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem
LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK VOERTUIGEN HANDLEIDING Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem INHOUDSOPGAVE DIC laadzuil met plug and play systeem 1 Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieTesten en metingen op windenergie.
Testen en metingen op windenergie. Inleiding Als we rond groene energie begonnen te denken, dan kwam windenergie als een van de meest vanzelfsprekende vormen van groene energie naar boven. De wind heeft
Nadere informatieRegeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012
Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van
Nadere informatieInstallatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex
Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones IECEx 05 Ex 003 + 006 Voorstellen Ir. Andries Brakke IAB Ingenieurs te Appingedam (NL) IECEX 05 gecertificeerd Opzetten en geven van trainingen op het
Nadere informatieHighlights uit nieuwe HS norm:
Highlights uit nieuwe HS norm: NEN-EN-IEC 61936-1 en NEN-EN 50522 Nieuw NEN-EN-IEC bepalingen Veiligheidsbepalingen voor hoogspanningsinstallaties: NEN 1041 vervallen sinds: 1 oktober 2012 NEN 61936-1
Nadere informatie