(2014/C 207/02) Parameter Organisatie Referentie/Titel Opmerkingen
|
|
- Marleen van Loon
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 C 207/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie Mededeling van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp stoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties betreft (2014/C 207/02) 1. Publicatie van de titels en referentienummers van de overgangsmeetmethoden ( 1 ) voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 813/2013, en met name bijlagen III en IV daarvan, en voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 811/2013, en met name de bijlagen VII en VIII daarvan. 2. De cursief gedrukte parameters zijn gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 813/2013 en in Verordening (EU) nr. 811/ Referenties Ruimteverwarmingstoestellen met ketel en combinatieverwarmingstoestellen met ketel die werken op gasvormige brandstoffen η, P, ontwerptypes, P stby, P ign CEN EN :2012 Met gas gestookte centraleverwarmingsketels Deel 1: Algemene eisen en beproevingen; EN :2012 zal EN 297, EN 483, EN 677, EN 656, EN 13836, EN vervangen. Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte P 4 en nuttig rendement bij nominale warmteafgifte η 4 bij 80/60 C CEN Nominale warmteafgifte (definitie, symbool P n ); Nuttig rendement (definitie, symbool η u ); (test); Alle rendementswaarden zijn uitgedrukt als bovenste verbrandingswaarde GCV. Ontwerptypes, definities CEN Ontwerptypes van verwarmingsketels met definities van combinatieverwarmingsketel ; lagetemperatuurverwarmingsketel en condensatieverwarmingsketel Vorming van condensaat (eisen en test); ( 1 ) Het is de bedoeling deze overgangsmethoden uiteindelijk te vervangen door geharmoniseerde normen. Wanneer zij beschikbaar komen zullen de referentienummers van deze geharmoniseerde normen worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 2009/125/EG.
2 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/3 Nuttige warmteafgifte bij 30 % van de nominale warmteafgifte P 1 en nuttig rendement bij 30 % van de nominale warmteafgifte η 1 bij gedeeltelijke warmte-input en lagetemperatuurregime CEN Nuttig rendement (definitie, symbool η u ); Nuttig rendement bij deellast, Tests; 1) de tests worden uitgevoerd bij 30 % van de nominale warmteinput, niet bij de minimale warmtetoevoer in steady state-toestand; 2) de retourwatertemperaturen bij de tests zijn 30 C (condensatieverwarmingsketels), 37 C (lagetemperatuurketels) of 50 C (standaardketels). Overeenkomstig :2013 is pren η 4 is het nuttig rendement bij nominale warmte-input of voor ketels waarvan het vermogen binnen een bepaalde vork ligt, bij het rekenkundig gemiddelde van de maximale en minimale nuttige warmte-input. η 1 is het nuttig rendement bij 30 % van de nominale warmteinput of voor ketels waarvan het vermogen binnen een bepaalde vork ligt, bij 30 % het rekenkundig gemiddelde van de maximale en minimale nuttige warmte-input. Warmteverlies in standby-stand P stby CEN Warmteverliezen in stand-by-stand (test); CEN Tabel 6 en 7: Q3 = Energieverbruik van de ontstekingsbrander P ign permanente ontstekingsbrander. Geldt voor ontstekingsbranders die werken in de hoofdbrander-uit - modus. Emissie van stikstofoxiden CEN EN :2012. NO X NO X (indeling, testen berekeningsmethoden) De NO X -emissiewaarden worden uitgedrukt als bovenste verbrandingswaarde GCV. Ruimteverwarmingstoestellen met ketel en combinatieverwarmingstoestellen met ketel die werken op vloeibare brandstoffen Algemene testvoorwaarden EN 304:1992; A1:1998; A2:2003; Verwarmingsketels Beproevingsvoorschriften voor verwarmingsketels voor verstuivingsbranders; Deel 5 ( Tests ). CEN EN 304 als boven; Warmteverlies in standby-stand P stby 5.7: Bepaling van warmteverlies in stand-by-stand. P stby =q (P4/η4), met q gedefinieerd in EN 304. De in EN304 beschreven test gebeurt met Δ30K
3 C 207/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie Seizoensgebonden energieefficiëntie in actieve modus η son met testresultaten voor nuttige warmteafgifte P CEN Voor condensatieverwarmingsketels: EN 15034:2006. Verwarmingsketels Condenserende verwarmingsketels voor stookolie; 5.6 Nuttig rendement. EN 15034:2006 heeft betrekking op condenserende olieketels. Voor standaard en lagetemperatuurketels: EN 304:1992; A1:1998; A2:2003; Verwarmingsketels - Beproevingsvoorschriften voor verwarmingsketels voor verstuivingsbranders; Deel 5 ( Tests ). Voor verwarmingsketels met ventilatorbranders gelden soortgelijke afdelingen in EN 303-1, EN en EN Voor atmosferische branders zonder ventilator geldt EN 1:1998. De testomstandigheden (instellingen voor vermogen en temperatuur) voor η 1 en η 4 zijn dezelfde als voor de hierboven beschreven gasgestookte verwarmingsketels. Emissie van stikstofoxiden NO X CEN EN 267:2009+A1: 2011 Automatische ventilatorbranders voor vloeibare brandstoffen; Emissiegrenswaarden voor NO X en CO; 5. Beproeving. BIJLAGE B. Emissiemetingen en correcties. De NO X -emissiewaarden worden uitgedrukt in termen van GCV. Er wordt een referentiestikstofgehalte in de brandstof van 140 mg/kg gehanteerd. Wanneer een ander stikstofgehalte wordt gemeten, met uitzondering uitsluitend van lampolie, wordt de volgende correctievergelijking gebruikt: NO Xref NO X EN267 mg kwh = mg kwh N meas N ref 0,2 NO X(EN 267) is de waarde van NO X gecorrigeerd aan de referentietoestand, namelijk een stikstofgehalte in de stookolie van 140 mg/kg; NO Xref is de gemeten waarde van NO X overeenkomstig B.2; N meas is de waarde van het stikstofgehalte van de stookolie gemeten in mg/kg; N ref = 140 mg/kg. Bij de beoordeling of aan de eisen van de norm wordt voldaan, wordt de waarde van NO X(EN 267) gebruikt. Elektrische ruimteverwarmingstoestellen met ketel en elektrische combinatieverwarmingstoestellen met ketel Seizoensgebonden energieefficiëntie η s van elektrische ruimteverwarmingstoestellen met ketel en elektrische combinatieverwarmingstoestellen met ketel Europese Commissie Punt 4 van deze mededeling Aanvullende elementen voor metingen en berekeningen in verband met de seizoensgebonden energieefficiëntie van ruimteverwarmingstoestellen met ketel, en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling.
4 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/5 Ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel uitgeschakeld P CHP100+Sup0, Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel ingeschakeld P CHP100+Sup100, Nuttig rendement bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel uitgeschakeld η CHP100+Sup0, Nuttig rendement bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel ingeschakeld η CHP100+Sup100, Elektrisch rendement bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel uitgeschakeld η el,chp100+sup0, Elektrisch rendement bij nominale warmteafgifte van ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling, met aanvullend verwarmingstoestel ingeschakeld η el,chp100+sup100 CEN FprEN 50465:2013 Gastoestellen Verwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling met nominale warmte-input van maximaal 70 kw. Warmteafgifte: 6.3 Warmte-input en warmteafgifte en elektrische output; en 7.6.1; Rendement: Rendement (Hi) en Rendement Seizoensgebonden energie-efficiëntie omzetting naar bruto calorisch rendement. P CHP100 + Sup0 komt overeen met Q CHP_100 + Sup_0 η th,chp_100 + Sup_0 in FprEN 50465:2013 P CHP100 + Sup100 komt overeen met Q CHP_100+Sup_100 η th,chp_100 + Sup_100 in FprEN 50465:2013 η CHP100+Sup0 komt overeen met η Hs,th, CHP_100+Sup_0 in FprEN 50465:2013 η CHP100+Sup100 komt overeen met η Hs,th,CHP_100+Sup_100 in FprEN 50465:2013 η el,chp100+sup0 komt overeen met η Hs,el,CHP_100+Sup_0 in FprEN 50465:2013 η el,chp100+sup100 komt overeen met η Hs,el,CHP_100+Sup_100 in FprEN 50465:2013 FprEN is uitsluitend de referentie voor de berekening van P CHP100+Sup0, P CHP100+Sup100, η CHP100+Sup0, η CHP100+Sup100, η el,chp100+sup0, η el,chp100+sup100. Voor de berekening van η s en η son van ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling wordt de in deze mededeling beschreven methodologie gebruikt. P stby, P ign CEN FprEN 50465:2013 Gastoestellen Verwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling met nominale warmte-input van maximaal 70 kw. Warmteverlies in standby-stand P stby stand-by-stand P stby CEN Warmteverliezen in ;
5 C 207/6 NL Publicatieblad van de Europese Unie CEN Warmte-input van de Energieverbruik van de ontstekingsbrander P ign permanente ontstekingsbrander Q pilot. P ign komt overeen met Q pilot in FprEN 50465:2013. Emissie van stikstofoxiden CEN FprEN 50465:2013 NO X NO X (Andere verontreinigende stoffen). NO X -emissiewaarden worden gemeten in mg/kwh brandstofinput en uitgedrukt in bovenste verbrandingswaarde GCV. Met de tijdens de test opgewekte elektrische energie wordt geen rekening gehouden bij de berekening van de NO X - emissie. Ruimteverwarmingstoestellen met ketel, combinatieverwarmingstoestellen met ketel en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling Supplementair elektriciteitsverbruik bij vollast elmax, bij deellast elmin en in stand-by-stand P SB CEN EN 15456:2008: Boilers Elektriciteitsverbruik voor warmte. EN 15502:2012 voor gasgestookte centraleverwarmingsketels. FprEN 50465:2013 Voor ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling Aanvullend elektriciteitsverbruik voor ErP Meting zonder circulator (pomp). elmax komt overeen met P elmax in FprEN 50465:2013 elmin komt overeen met P elmin in FprEN 50465:2013 Bij de bepaling van elmax, elmin en P SB wordt het aanvullend elektriciteitsverbruik van de primaire warmtegenerator meegeteld. Geluidsvermogensniveau L WA CEN Voor geluidsvermogensniveau, gemeten binnenshuis: EN : Verwarmingsketels Beproevingsreglementen voor geluidsemissies van warmtegeneratoren Deel 1: Geluidsemissies van warmtegeneratoren. Wat de geluidsemissies betreft wordt in EN verwezen naar ISO Akoestiek Bepaling van geluidsvermogensniveaus van geluidsbronnen Praktijkmethoden voor kleine verplaatsbare bronnen in galmvelden Deel 1: Vergelijkingsmethoden voor nagalmkamers met harde wanden, alsook naar andere aanvaardbare methoden, elk met hun eigen nauwkeurigheid. Seizoensgebonden energieefficiëntie η s van ruimteverwarmingstoestellen met ketel, combinatieverwarmingstoestellen met ketel en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling Europese Commissie Punt 4 van deze mededeling. Aanvullende elementen voor metingen en berekeningen in verband met de seizoensgebonden energieefficiëntie van ruimteverwarmingstoestellen met ketel, combinatieverwarmingstoestellen met ketel en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling.
6 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/7 Ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp Testmethoden, elektrisch aangedreven dampcompressie-warmtepompen CEN EN 14825:2013 Luchtbehandelingsapparatuur, koeleenheden voor vloeistof en warmtepompen met elektrisch aangedreven compressoren, en koeling Beproeving en capaciteit in deellastomstandigheden en berekening van de seizoensgebonden prestaties; Deel 8: Beproevingsmethoden voor het testen van de capaciteit, EERbin(Tj)- en COPbin(Tj)-waarden in actiefmodus in deellast-omstandigheden Deel 9: Beproevingsmethoden voor elektrisch energieverbruik in thermostaat-uit - stand, stand-by-stand en carterverwarming-stand Testmethoden, met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven dampcompressie-warmtepompen met motor CEN EN 14825:2013 Luchtbehandelingsapparatuur, koeleenheden voor vloeistof en warmtepompen met elektrisch aangedreven compressoren, en koeling Beproeving en capaciteit in deellastomstandigheden en berekening van de seizoensgebonden prestaties; Deel 8: Beproevingsmethoden voor het testen van de capaciteit, EERbin(Tj)- en COPbin(Tj)-waarden in actiefmodus in deellast-omstandigheden Deel 9: Beproevingsmethoden voor elektrisch energieverbruik in thermostaat-uit - stand, stand-by-stand en carterverwarming-stand. Tot publicatie van een nieuwe Europese norm. Binnen de CEN/ TC299 WG3-groep van deskundigen wordt een werkdocument voorbereid.
7 C 207/8 NL Publicatieblad van de Europese Unie Testmethoden, met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen CEN pren :2013 Met gas gestookte sorptietoestellen voor verwarming en/of koeling met een netto warmte-input van maximaal 70 kw Testmethoden Testmethoden, elektrisch en met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven dampcompressie-warmtepompen. Testvoorwaarden voor lucht-water-, pekel-wateren water-water-eenheden voor middelhoge-temperatuurtoepassing voor gemiddelde, warmere en koudere klimatologische omstandigheden voor de berekening van de seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt SCOP voor elektrisch aangedreven warmtepompen en van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER voor met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven warmtepompen CEN EN 14825:2013 Punt 5.4.4, Tabellen 18,19 en 20 (lucht-water); Punt 5.5.4, Tabellen 30,31 en 32 (pekel-water, waterwater); Wanneer de uitlaattemperaturen als vastgesteld in de kolom Variabele uitlaat moeten worden gebruikt voor warmtepompen die de uitlaatwatertemperatuur reguleren naargelang van de warmtevraag. Voor warmtepompen die de uitlaatwatertemperatuur niet reguleren naargelang van de warmtevraag, maar die een vaste uitlaattemperatuur hebben, moet de uitlaat-temperatuur worden vastgesteld overeenkomstig de kolom Vaste uitlaat. Voor met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven warmtepompen geldt, tot publicatie van een nieuwe Europese norm, EN 14825:2013. Middelhoge temperatuur stemt overeen met hoge temperatuur in EN 14825:2013. De tests gebeuren overeenkomstig EN 14825:2013, deel 8: Voor eenheden met vaste capaciteit worden de tests uitgevoerd als aangegeven in EN 14825:2013, punt 8.4. Ofwel worden de in de tests gemeten uitlaattemperaturen gebruikt om de gemiddelde uitlaattemperaturen te bepalen die overeenstemmen met de opgavepunten in EN 14825:2013, OFWEL worden deze gegevens verkregen door lineaire interpolatie/extrapolatie van de testpunten in EN , eventueel aangevuld met test of andere uitlaattemperaturen. Voor eenheden met variabele capaciteit wordt punt van EN 14825:2013 toegepast. Ofwel zijn de voorwaarden tijdens de tests dezelfde als die voor de in die norm gespecificeerde opgavepunten, ofwel kunnen de tests worden uitgevoerd bij andere uitlaattemperaturen en deellastcondities en worden de resultaten lineair geïnterpoleerd/ geëxtrapoleerd om de gegevens te bepalen voor de in EN 14825:2013 bedoelde opgavepunten. Afgezien van de testvoorwaarden A t/m F moet wanneer de TOL minder dan 20 C bedraagt, een extra berekeningspunt worden genomen op basis van de capaciteit en de COP bij 15 C (cit. EN 14825: ). Voor de doeleinden van deze mededeling wordt dit punt G genoemd.
8 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/9 Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen Testvoorwaarden voor lucht-water-, pekel-wateren water-water-eenheden voor middelhoge-temperatuurtoepassing voor gemiddelde, warmere en koudere klimatologische omstandigheden voor de berekening van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER CEN pren :2012 Gasgestookte sorptietoestellen voor verwarming en/of koeling met een netto warmteinput van maximaal 70 kw Deel 3: Testvoorwaarden. Punt 4.2 Tabellen 5 en 6. Middelhoge temperatuur komt overeen met hoge temperatuur in pren Elektrisch of met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven dampcompressie-warmtepompen. Testvoorwaarden voor lucht-water-, pekel-wateren water-water-eenheden voor lagetemperatuurtoepassing voor gemiddelde, warmere en koudere klimatologische omstandigheden voor de berekening van de seizoensgebonden prestatiecoëfficiënt SCOP voor elektrisch aangedreven warmtepompen en van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER voor met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven warmtepompen. CEN EN 14825:2013; Punt 5.4.2, Tabellen 11,12 en 13 (lucht-water); Punt 5.5.2, Tabellen 24,25 en 26 (pekel-water, waterwater); Wanneer de uitlaattemperaturen als vastgesteld in de kolom Variabele uitlaat moeten worden gebruikt voor warmtepompen die de uitlaatwatertemperatuur reguleren naargelang van de warmtevraag. Voor warmtepompen die de uitlaatwatertemperatuur niet reguleren naargelang van de warmtevraag, maar die een vaste uitlaattemperatuur hebben, moet de uitlaattemperatuur worden vastgesteld overeenkomstig de kolom Vaste uitlaat. Zelfde opmerkingen als voor toepassingen voor gemiddeld klimaat en gemiddelde temperatuur, behalve Middelhoge temperatuur komt overeen met hoge temperatuur in EN 14825:2013. Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen Testvoorwaarden voor lucht-water-, pekel-wateren water-water-eenheden voor lagetemperatuurtoepassing voor gemiddelde, warmere en koudere klimatologische omstandigheden voor de berekening van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER CEN pren :2012 Gasgestookte sorptietoestellen voor verwarming en/of koeling met een netto warmteinput van maximaal 70 kw Deel 3: Testvoorwaarden. Punt 4.2 Tabellen 5 en 6.
9 C 207/10 NL Publicatieblad van de Europese Unie Elektrisch aangedreven dampcompressie-warmtepompen Berekening van seizoensgebonden prestatiecoëfficient SCOP CEN EN 14825:2013 Luchtbehandelingsapparatuur, koeleenheden voor vloeistof en warmtepompen met elektrisch aangedreven compressoren, en koeling Beproeving en capaciteit in deellastomstandigheden en berekening van de seizoensgebonden prestaties; Deel 7: Berekeningsmethoden voor referentie-scop, referentie-scop on en referentie- SCOP net. Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven dampcompressiewarmtepompen. Berekening van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER CEN Nieuwe Europese norm in ontwikkeling De SPER-formules worden vastgesteld op analoge wijze als de SCOP-formules voor elektrisch aangedreven dampcompressie-warmtepompen: COP, SCOP net, SCOP on en SCOP worden vervangen door GUE GCV, PER, SPER net, SPER on en SPER. Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen. Berekening van de seizoensgebonden primaire energieverhouding SPER CEN pren :2012 Gasgestookte sorptietoestellen voor verwarming en/of koeling met een netto warmteinput van maximaal 70 kw Deel 6: Berekening van de seizoensgebonden prestaties SPER komt overeen met SPER h in pren :2012 Seizoensgebonden energieefficiëntie η s van ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp Europese Commissie Punt 5 van deze mededeling Aanvullende elementen voor berekeningen met betrekking tot de seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp.
10 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/11 Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven dampcompressiewarmtepompen, Emissie van stikstofoxiden NO X CEN Nieuwe Europese norm in ontwikkeling binnen de CEN/ TC299 WG3-groep van deskundigen Uitsluitend voor eenheden met variabele capaciteit worden de NO X -emissies gemeten bij de nominale standaardomstandigheden als omschreven in tabel 3 van bijlage III van Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie, met gebruikmaking van het equivalent voor het aantal toeren per minuut: Engine rpm equivalent (Erpm equivalent ). Erpm equivalen wordt als volgt berekend: Erpm equivalent = X 1 F p1 + X 2 F p2 + X 3 F p3 + X 4 F p4 X i = Engine rpm bij 70 %, 60 %, 40 %, 20 % van de nominale warmte-input respectievelijk. X 1, X 2, X 3, X 4 = Engine rpm respectievelijk bij 70 %, 60 %, 40 %, 20 % van de nominale warmteinput. F pi = gewichtsfactoren als gedefinieerd in EN :2012, onder Als X i lager is dan de minimale Engine rpm (E min ) van de apparatuur, X i = X min Met gasvormige of vloeibare brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen Emissie van stikstofoxiden NO X CEN Nieuwe Europese norm in ontwikkeling binnen de CEN/ TC299 WG2-groep van deskundigen pren :2013 Deel NO X -metingen De NO X -emissiewaarden worden gemeten in mg/kwh brandstofinput en uitgedrukt in termen van bovenste verbrandingswaarde GCV. Er worden geen alternatieve methoden om NO X uit te drukken in mg/kwh output gebruikt. Geluidsvermogensniveau (L WA ) van ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp CEN Voor het geluidsvermogensniveau gemeten binnenshuis en buitenshuis: EN 12102:2013 Luchtbehandelingsapparatuur, koeleenheden voor vloeistof en warmtepompen met elektrisch aangedreven compressoren, voor verwarming en koelen Meting van luchtgeluid Bepaling van het geluidsvermogensniveau Moet ook worden gebruikt voor met vloeibare of gasvormige brandstoffen aangedreven sorptie-warmtepompen.
11 C 207/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie Temperatuurregelaars Definitie van temperatuurregelaarklassen, bijdrage van temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming η s van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties Europese Commissie Punt 6 van deze mededeling Aanvullende elementen voor berekeningen met betrekking tot de bijdrage van temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energieefficiëntie van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of van pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties. Combinatieverwarmingstoestellen Energie-efficiëntie voor waterverwarming η wh van combinatiewaterverwarmingstoestellen, Q elec en Q fuel Europese Commissie Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie, bijlage IV 3.a Mededeling 2014/C 207/03 in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor waterverwarmingstoestellen en warmwatertanks betreft en de uitvoering van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonneenergie-installaties betreft. Voor de meting en berekening van Q fuel en Q elec wordt verwezen naar Mededeling 2014/C 207/03 voor hetzelfde type waterverwarmingstoestel en dezelfde types energiebronnen.
12 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/13 4. Aanvullende elementen voor metingen en berekeningen in verband met de seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarmingstoestellen met ketel, combinatieverwarmingstoestellen met ketel en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling 4.1. Testpunten ruimteverwarmingstoestellen met ketel en combinatieverwarmingstoestellen met ketel: meet de waarden voor het nuttig rendement η 4, η 1 en voor de nuttige warmteafgifte P 4, P 1 ; ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling: ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: meet de waarden voor het nuttig rendement η CHP100+Sup0, de nuttige warmteafgifte P CHP100+Sup0 en het elektrisch rendement η el,chp100+sup0 ; ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: meet de waarden voor het nuttig rendement η CHP100+Sup0, η CHP100+Sup100, de nuttige warmteafgifte P CHP100+Sup0, P CHP100+Sup100 en het elektrisch rendement η el,chp100+sup0, η el,chp100+sup Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie De seizoensgebonden energie-efficiëntie η s is gedefinieerd als: η s = η son Σ F i waarin: η son : de seizoensgebonden energie-efficiëntie in actieve modus, berekend overeenkomstig punt 4.3 en uitgedrukt in %; F(i): correctiefactoren berekend overeenkomstig punt 4.4 en uitgedrukt in % Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie in actieve modus De seizoensgebonden energie-efficiëntie in actieve modus η son wordt als volgt berekend: a) voor brandstofverbruikende ruimteverwarmingstoestellen met ketel en brandstofverbruikende combinatieverwarmingstoestellen met ketel: η son = 0,85 η 1 + 0,15 η 4 b) voor elektrische ruimteverwarmingstoestellen met ketel en elektrische combinatieverwarmingstoestellen met ketel: η son = η 4 waarin: η 4 = P 4 / (EC CC), met EC = het elektriciteitsverbruik om de nuttige warmteafgifte P 4 te produceren
13 C 207/14 NL Publicatieblad van de Europese Unie c) stoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: η son = η CHP100+Sup0 d) stoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: η son = 0,85 η CHP100+Sup0 + 0,15 η CHP100+Sup Berekening van F(i) a) De correctiefactor F(1) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van verwarmingstoestellen ten gevolge van de aangepaste bijdragen van temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of van pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, zoals uiteengezet in punt 6.2. Voor ruimteverwarmingstoestellen met ketel, combinatieverwarmingstoestellen met ketel en ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling geldt: F(1) = 3 %. b) De correctiefactor F(2) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie door supplementair elektriciteitsverbruik, uitgedrukt in %, en wordt als volgt berekend: voor brandstofverbruikende ruimteverwarmingstoestellen met ketel en brandstofverbruikende combinatieverwarmingstoestellen met ketel: F(2) = 2,5 (0,15 elmax + 0,85 elmin + 1,3 P SB ) / (0,15 P 4 + 0,85 P 1 ) voor elektrische ruimteverwarmingstoestellen met ketel en elektrische combinatieverwarmingstoestellen met ketel: F(2) = 1,3 P SB / (P 4 CC) stoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(2) = 2,5 (elmax + 1,3 P SB ) / P CHP100+Sup0 stoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(2) = 2,5 (0,15 elmax + 0,85 elmin + 1,3 P SB ) / (0,15 P CHP100+Sup ,85 P CHP100+Sup0 ) OF er mag een defaultwaarde overeenkomstig EN worden gebruikt. c) De correctiefactor F(3) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie ten gevolge van het warmteverlies in stand-by-stand en wordt als volgt berekend: voor brandstofverbruikende ruimteverwarmingstoestellen met ketel en brandstofverbruikende combinatieverwarmingstoestellen met ketel: F(3) = 0,5 P stby / P 4
14 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/15 voor elektrische ruimteverwarmingstoestellen met ketel en elektrische combinatieverwarmingstoestellen met ketel: F(3) = 0,5 P stby / (P 4 CC) stoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(3) = 0,5 P stby / P CHP100+Sup0 stoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(3) = 0,5 P stby / P CHP100+Sup100 OF er mag een defaultwaarde overeenkomstig EN worden gebruikt. d) De correctiefactor F(4) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie ten gevolge van het energieverbruik van de ontstekingsbrander en wordt als volgt berekend: voor brandstofverbruikende ruimteverwarmingstoestellen met ketel en brandstofverbruikende combinatieverwarmingstoestellen met ketel: F(4) = 1,3 P ign / P 4 stoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(4) = 1,3 P ign / P CHP100+Sup0 stoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(4) = 1,3 P ign / P CHP100+Sup100 e) Voor ruimteverwarmingstoestellen met warmtekrachtkoppeling, staat de correctiefactor F(5) voor een positieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie ten gevolge van het elektrisch rendement en wordt bedoelde factor als volgt berekend: stoestellen met warmtekrachtkoppeling die niet zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(5) = - 2,5 η el,chp100+sup0 stoestellen met warmtekrachtkoppeling die zijn uitgerust met aanvullende verwarmingstoestellen: F(5) = - 2,5 (0,85 η el,chp100+sup0 + 0,15 η el,chp100+sup100 ) 5. Aanvullende elementen voor berekeningen met betrekking tot de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp 5.1. Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie De seizoensgebonden energie-efficiëntie η s is gedefinieerd als volgt: a) stoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp die lopen op elektriciteit: η s = (100/CC) SCOP - ΣF(i) b) stoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp die lopen op brandstof(fen): η s = SPER - ΣF(i) F(i) zijn correctiefactoren die worden berekend overeenkomstig punt 5.2 en worden uitgedrukt in %. SCOP en SPER worden berekend overeenkomstig de onder punt 5.3 gegeven tabellen en worden uitgedrukt in %.
15 C 207/16 NL Publicatieblad van de Europese Unie Berekening van F(i) a) De correctiefactor F(1) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van verwarmingstoestellen ten gevolge van de aangepaste bijdragen van de temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of van pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, zoals uiteengezet in punt 6.2. Voor ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp geldt: F(1) = 3 %. b) De correctiefactor F(2) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie ten gevolge van het elektriciteitsverbruik van grondwaterpomp(en), uitgedrukt in %. Voor water-/pekel-water-ruimteverwarmingstoestellen met warmtepomp en combinatieverwarmingstoestellen met warmtepomp geldt: F(2) = 5 % Uren voor de berekening van SCOP of SPER Voor de berekening van SCOP of SPER worden de volgende referentie-uren gebruikt voor het aantal uren waarin de eenheden werken in de actieve modus, thermostaat-uit-stand, stand-by-stand, uit-stand en carterverwarming-stand: Tabel 1 Aantal uren per jaar (u/j) gebruikt uitsluitend voor verwarming Aan-stand Stand-by-stand Uit-stand Thermostaat-uitstand Carterverwarmingstand H HE H TO H SB H OFF H CK Gemiddeld klimaat (u/j) Warmer klimaat (u/j) Kouder klimaat (u/j) Tabel 2 Aantal uren per jaar (u/j) gebruikt voor omkeerbare warmtepompen Aan-stand Stand-by-stand Uit-stand Thermostaat-uitstand Carterverwarmingstand H HE H TO H SB H OFF H CK Gemiddeld klimaat (u/j) Warmer klimaat (u/j) Kouder klimaat (u/j) H HE, H TO, H SB, H CK, H OFF = Aantal uren (H i ) waarin de eenheid geacht is te werken in respectievelijk de actieve modus, thermostaat-uit-stand, stand-by-stand, carterverwarming-stand en uit-stand. 6. Aanvullende elementen voor berekeningen met betrekking tot de bijdrage van temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of van pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties
16 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/ Definities Bovenop de definities vervat in Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie, gelden de volgende definities: modulerend verwarmingstoestel : een verwarmingstoestel met de capaciteit de vermogensoutput te variëren en daarbij tegelijk continubedrijf te handhaven; Definitie van temperatuurregelaarklassen Klasse I Aan/uit-kamerthermostaat: een kamerthermostaat die de aan/uit-toestand van een verwarmingstoestel stuurt. De prestatieparameters, met inbegrip van het temperatuurverschil waarbij omgeschakeld wordt en de nauwkeurigheid van de sturing van de kamertemperatuur, worden bepaald door de mechanische constructie van de thermostaat. Klasse II Weercompensatieregeling, voor gebruik met modulerende verwarmingstoestellen: een watertemperatuurregelaar voor het verwarmingstoestel die het instelpunt van de temperatuur van het water dat de verwarmingsketel verlaat, varieert naargelang van de heersende buitentemperatuur en de geselecteerde weercompensatiecurve. De regeling wordt bereikt door modulering van de output van het verwarmingstoestel. Klasse III Weercompensatieregeling voor gebruik met aan/uit-verwarmingstoestellen: een watertemperatuurregelaar voor het verwarmingstoestel die het instelpunt van de temperatuur van het water dat de verwarmingsketel verlaat, regelt naargelang van de heersende buitentemperatuur en de geselecteerde weercompensatiecurve. De watertemperatuur van het verwarmingstoestel wordt geregeld door aan/uitschakeling van het verwarmingstoestel. Klasse IV TPI-kamerthermostaat, voor gebruik met aan/uit-verwarmingstoestellen: een elektronische kamerthermostaat die zowel de bedrijfscyclus van de thermostaat als de aan/uit-verhouding van het verwarmingstoestel binnen die cyclus regelt evenredig met de kamertemperatuur. De TPI-controlestrategie vermindert de gemiddelde watertemperatuur, vergroot de nauwkeurigheid van de regeling van de kamertemperatuur en verhoogt de efficiëntie van het systeem. Klasse V Modulerende kamerthermostaat, voor gebruik met modulerende verwarmingstoestellen: een elektronische kamerthermostaat die de temperatuur regelt van het water dat de verwarmingsketel verlaat naargelang van de gemeten afwijking van de kamertemperatuur ten opzichte van instelpunt van de kamerthermostaat. De regeling wordt bereikt door modulering van de output van het verwarmingstoestel. Klasse VI Weercompensatieregeling plus kamersensor, voor gebruik met modulerende verwarmingstoestellen: een watertemperatuurregelaar voor het verwarmingstoestel die het instelpunt van de temperatuur van het water dat de verwarmingsketel verlaat, varieert naargelang van de heersende buitentemperatuur en de geselecteerde weercompensatiecurve. Een kamertemperatuursensor monitort de kamertemperatuur en past de parallelle verplaatsing van de compensatiecurve aan om het kamercomfort te verbeteren. De regeling wordt bereikt door modulering van de output van het verwarmingstoestel. Klasse VII Weercompensatieregeling en kamersensor, voor gebruik met aan/uit-verwarmingstoestellen: een watertemperatuurregelaar voor het verwarmingstoestel die het instelpunt van de temperatuur van het water dat de verwarmingsketel verlaat, varieert naargelang van de heersende buitentemperatuur en de geselecteerde weercompensatiecurve. Een kamertemperatuursensor monitort de kamertemperatuur en past de parallelle verplaatsing van de compensatiecurve aan om het kamercomfort te verbeteren. De watertemperatuur van het verwarmingstoestel wordt geregeld door aan/uit-schakeling van het verwarmingstoestel. Klasse VIII Multi-sensor kamertemperatuurregelaar, voor gebruik met modulerende verwarmingstoestellen: een elektronische regelaar, uitgerust met 3 of meer kamersensoren, die de temperatuur regelt van het water dat de verwarmingsketel verlaat naargelang van de geaggregeerde gemeten afwijking van de kamertemperatuur ten opzichte van de instelpunten van de kamersensoren. De regeling wordt bereikt door modulering van de output van het verwarmingstoestel.
17 C 207/18 NL Publicatieblad van de Europese Unie Bijdrage van temperatuurregelaars aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie van pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties of van pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties Klasse nr. I II III IV V VI VII VIII Waarde in % 1 2 1, , Energie-inputs Definities meetonzekerheid (nauwkeurigheid) : de nauwkeurigheid waarmee een instrument of een keten van instrumenten in staat is een feitelijke waarde, als vastgesteld door een zeer goed geijkte meetreferentie, weer te geven; aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) : het maximumverschil, in negatieve of positieve zin, dat is toegestaan tussen een gemeten parameter, gemiddeld over de testperiode, en een ingestelde waarde; aanvaardbare afwijking van afzonderlijk gemeten waarden ten opzichte van de gemiddelde waarden : het maximumverschil, in negatieve of positieve zin, dat is toegestaan tussen een gemeten parameter en de gemiddelde waarde van die parameter over de testperiode; a) Elektriciteit en fossiele brandstoffen Gemeten parameter Eenheid Waarde Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Meetonzekerheid (nauwkeurigheid) Elektriciteit Vermogen W ± 2 % Energie kwh ± 2 % Spanning, testperiode > 48 u V 230/400 ± 4 % ± 0,5 % Spanning, testperiode < 48 u V 230/400 ± 4 % ± 0,5 % Spanning, testperiode < 1 u V 230/400 ± 4 % ± 0,5 % Elektrische stroom A ± 0,5 % Frequentie Hz 50 ± 1 % Gas Types Proefgassen EN 437 Calorische benedenwaarde (NCV) en bovenste verbrandingswaarde (GCV) MJ/m 3 Proefgassen EN 437 ± 1 % Temperatuur K 288,15 ± 0,5 Druk mbar 1 013,25 ± 1 % Dichtheid kg/dm 3 ± 0,5 % Debiet m 3 /s of l/min ± 1 %
18 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/19 Gemeten parameter Eenheid Waarde Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Meetonzekerheid (nauwkeurigheid) Olie Stookolie voor verwarming Samenstelling, Koolstof/ waterstof/ zwavel kg/kg 86/13,6/0,2 % N-fractie mg/kg 140 ± 70 Calorische benedenwaarde (NCV, Hi) MJ/kg 42,689 ( ** ) Bovenste verbrandingswaarde (GCV, Hs) MJ/kg 45,55 Dichtheid ρ15 bij 15 C kg/dm 3 0,85 Kerosine Samenstelling, koolstof/ waterstof/ zwavel kg/kg 85/14,1/0,4 % Calorische benedenwaarde (NCV, Hi) MJ/kg 43,3 ( ** ) Bovenste verbrandingswaarde (GCV, Hs) MJ/kg 46,2 Dichtheid ρ15 bij 15 C kg/dm 3 0,79 Opmerkingen: ( ** ) Defaultwaarde als de waarde niet op calorimetrische wijze is bepaald. Als alternatief kan, als de volumetrische massa en het zwavelgehalte bekend zijn (bv. door basisanalyse), de calorische benedenwaarde (Hi) worden bepaald aan de hand van de volgende formule: Hi = 52,92 (11,93 ρ15) (0,3 S) in MJ/kg b) Zonne-energie voor de beproeving van zonnecollectoren Gemeten parameter Eenheid Waarde Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Meetonzekerheid (nauwkeurigheid) Test zonnestraling (totaal G, kortegolf) Diffuse zonnestraling (fractie van totaal G) Thermische stralingsvariatie (binnenshuis) Vloeistoftemperatuur aan collectorinlaat/uitlaat Vloeistoftemperatuurverschil uitlaat inlaat/ W/m 2 > 700 W/m 2 ± 50 W/m 2 (test) ± 10 W/m 2 (binnenshuis) % < 30 % W/m 2 ± 10 W/m 2 C/ K temperatuurbereik: 0-99 C Invalshoek (t.o.v. normaal) < 20 ± 2 % (< 20 ) ± 0,1 K ± 0,1 K ± 0,05 K Luchtsnelheid parallel aan collector m/s 3 ± 1 m/s 0,5 m/s Vloeistofdebiet (ook voor simulator) kg/s 0,02 kg/s per m 2 collector- apertuuroppervlak Warmteverlies in leiding van kringloop in test W/K < 0,2 W/K ± 10 % tussen tests
19 C 207/20 NL Publicatieblad van de Europese Unie c) Energie van omgevingswarmte Gemeten parameter Eenheid Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Aanvaardbare afwijkingen (afzonderlijke tests) Meetonzekerheid (nauwkeurigheid) Pekel- of water-warmtebron Water/pekel-inlaattemperatuur C ± 0,2 ± 0,5 ± 0,1 Debiet m 3 /s of l/min ± 2 % ± 5 % ± 2 % Statisch drukverschil Pa ± 10 % ± 5 Pa/5 % Lucht-warmtebron Luchttemperatuur buitenshuis (droge C ± 0,3 ± 1 ± 0,2 bol) T j Uitlaat-luchttemperatuur C ± 0,3 ± 1 ± 0,2 Luchttemperatuur binnenshuis C ± 0,3 ± 1 ± 0,2 Volumestroming dm 3 /s ± 5 % ± 10 % ± 5 % Statisch drukverschil Pa ± 10 % ± 5 Pa/5 % d) Testvoorwaarden en toleranties bij outputs Gemeten parameter Eenheid Waarde Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Aanvaardbare afwijkingen (afzonderlijke tests) Meetzonzekerheid (nauwkeurigheid) Omgeving Omgevingstemperatuur binnenshuis C of K 20 C ± 1 K ± 2 K ± 1 K Luchtsnelheid warmtepomp (waterverwarmer uitgeschakeld) m/s < 1,5 m/s Luchtsnelheid, overige m/s < 0,5 m/s Sanitair water Koudwatertemperatuur, zonne-energie C of K 10 C ± 1 K ± 2 K ± 0,2 K Koudwatertemperatuur, overige C of K 10 C ± 1 K ± 2 K ± 0,2 K
20 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 207/21 Gemeten parameter Eenheid Waarde Aanvaardbare afwijking (gemiddeld over de testperiode) Aanvaardbare afwijkingen (afzonderlijke tests) Meetzonzekerheid (nauwkeurigheid) Koudwaterdruk gasverwarmingstoestellen Warmwatertemperatuur gasverwarmingstoestellen Warmwatertemperatuur elektrische geisers bar 2 bar ± 0,1 bar bar 3 bar ± 5 % C of K ± 0,5 K C of K ± 1 K Watertemperatuur uitlaat) overige (in-/ C of K ± 0,5 K Koudwaterdruk, andere (behalve elektrische geisers) Debiet waterverwarmingstoestellen met warmtepomp dm 3 /s ± 5 % ± 10 % ± 2 % Debiet elektrische geisers dm 3 /s 10 l/min: ± 1 % < 10 l/min: ± 0,1 l/min Debiet andere waterverwarmingstoestellen dm 3 /s ± 1 %
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2013 C(2013) 818 final Deel 6/6 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst) (2017/C 076/02) Parameter ENO Referentienummer/titel Opmerkingen (1) (2) (3) (4)
C 76/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 10.3.2017 Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Verordening (EU) 2015/1188 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG
Nadere informatieEnviLine A/W Monoblock 13 T-T
De data voldoen aan de eisen van de verordeningen (EU) 811/2013 en (EU) 813/2013. Productkenmerken Symbool Eenheid Opgegeven capaciteitsprofiel Energie-efficiëntieklasse Energie-efficiëntieklasse (lagetemperatuur-toepassing)
Nadere informatieEnviLine A/W Split 3.0 E-S C 35 C A ++ A + A B C D E F G. db kw kw /2013
55 C 35 C A B C D E F G 36 5 4 3 4 3 4 db kw kw 64 db 2015 811/2013 6720856840 (2015/10) A B C D E F G 2015 811/2013 De data voldoen aan de eisen van de verordeningen (EU) 811/2013 en (EU) 813/2013. Productkenmerken
Nadere informatieEnviLine A/W Monoblock 9.0 B-S C 35 C A ++ A + A B C D E F G. db kw kw /2013
55 C 35 C A A B C D E F G 6 6 6 7 7 9 db kw kw 56 db 2015 811/2013 6720856802 (2015/10) A A B C D E F G 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik De volgende productgegevens voldoen aan de eisen
Nadere informatieEnviLine A/W Split 7.0 TS-S A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
+ A C D E F G A C D E F G 36 d 6 5 6 kw kw kw 65 d 2015 811/2013 + ++ + A C D E F G + + + ++ + A C D E F G 2015 811/2013 De data voldoen aan de eisen van de verordeningen (EU) 811/2013 en (EU) 812/2013.
Nadere informatieProductkaart voor energieverbruik EnviLine A/W Monoblock 5.0 TS-S
De volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de EU-voorschriften nr. 811/2013, nr. 812/2013, nr. 813/2013 en nr. 814/2013 als aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/1369. Productkenmerken Symbool Eenheid
Nadere informatieProductkaart voor energieverbruik EnviLine A/W Split 14 T-T 7736701147
De volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de EU-voorschriften nr. 811/2013, nr. 812/2013, nr. 813/2013 en nr. 814/2013 als aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU. Productkenmerken Symbool Eenheid
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014 aan: Nr. Comdoc.: D029990/02 Betreft: het secretariaat-generaal
Nadere informatieEnviLine A/W 14 E-S 7736700049 55 C 35 C A ++ A + A B C D E F G. db kw kw 2015 811/2013
Ι 55 C 35 C A B C D E F G 46 11 11 11 11 11 12 db kw kw 67 db 2015 811/2013 Ι A B C D E F G 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik De volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de EU-voorschriften
Nadere informatie«EPW 1» EN «EPN 2»-BEREKENINGSMETHODES GEWIJZIGD VANAF 1 JANUARI 2018
«EPW 1» EN «EPN 2»-BEREKENINGSMETHODES GEWIJZIGD VANAF 1 JANUARI 2018 INLEIDING De EPB rekenmethode wordt in 2018 aangepast door het Ministerieel Besluit van 28 november 2017 «houdende wijziging van bijlagen
Nadere informatieCedicol vzw Dauwstraat 12-1070 Brussel Tel: 02 558 52 20 Fax: 02 523 97 88 info@cedicol.be www.cedicol.be
Gids voor de energie-etikettering en de bepaling van energie-efficiëntieklassen van pakketten van ruimte- en combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties Cedicol
Nadere informatieEnviLine A/W Split 9.0 T-S A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
38 d 7 5 6 kw kw kw 65 d 2015 811/2013 2015 811/2013 e data voldoen aan de eisen van de verordeningen (U) 811/2013 en (U) 813/2013. Productkenmerken Symbool enheid Opgegeven capaciteitsprofiel nergie-efficiëntieklasse
Nadere informatieLogatherm WPS 6K A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
Ι 46 d 7 6 6 kw kw kw d 2015 811/2013 Ι 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik e volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de U-voorschriften nr. 811/2013, nr. 812/2013, nr. 813/2013 en
Nadere informatie(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
6.9.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 239/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 811/2013 VAN DE COMMISSIE van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn
Nadere informatieSEM A B C D E F G 285 L /2013
HRE 28/24 SEM 2-300 B C D E F G C 80 285 L 2015 812/2013 HRE 28/24 Honeywell Chronotherm Vision aan/uit Sun Set CV 3-300 verticaal ++ XL XL ++ Fabrikant Model Systeemkaart voor energieverbruik Brink Climate
Nadere informatieL 239/162 Publicatieblad van de Europese Unie 6.9.2013
L 239/162 Publicatieblad van de Europese Unie 6.9.2013 VERORDENING (EU) Nr. 814/2013 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad
Nadere informatieEnviLine A/W Monoblock 5.0 T-S A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
Ι /W Monoblock 5.0 T-S d 4 4 5 kw kw kw 54 d 2015 811/2013 Ι /W Monoblock 5.0 T-S 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik /W Monoblock 5.0 T-S e volgende productgegevens voldoen aan de eisen van
Nadere informatieEnviLine A/W Split 9.0 TS-S A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
nviine 37 d 6 6 7 kw kw kw 65 d 2015 811/2013 nviine 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik nviine e volgende productgegevens voldoen aan de eisen van de U-voorschriften nr. 811/2013, nr. 812/2013,
Nadere informatieEnviLine A/W Monoblock 17 TS-T A ++ A + A B C D E F G A B C D E F G. kw kw /2013
Ι /W Monoblock 17 TS-T d 9 10 11 kw kw kw 53 d 2015 811/2013 Ι /W Monoblock 17 TS-T 2015 811/2013 Productkaart voor energieverbruik /W Monoblock 17 TS-T e volgende productgegevens voldoen aan de eisen
Nadere informatie120 S A B C D E F G 2015 812/2013
HReco 36 120 S B C D E F G C 52 121 L 2015 812/2013 HReco 36 Round aan/uit Sun Set CV 1-120 verticaal XL XL Systeemkaart voor energieverbruik Fabrikant Brink Climate Systems Model HReco 36; Round aan/uit
Nadere informatieL 239/136 Publicatieblad van de Europese Unie
L 239/136 Publicatieblad van de Europese Unie 6.9.2013 VERORDENING (EU) Nr. 813/2013 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2013 C(2013) 817 final Part 3/9 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de
Nadere informatieDit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
2013R0812 NL 06.06.2014 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 812/2013 VAN DE
Nadere informatieproductinformatie zoals vereist door EU-verordeningen Nr 811/2013 en Nr 813/2013
productinformatie zoals vereist door EU-verordeningen Nr 811/2013 en Nr 813/2013 productfiche (volgens EU-verordening Nr 811/2013) Warmtepomp, 35 C aanvoertemperatuur (a) Naam van de leverancier of het
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 239/83
6.9.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 239/83 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 812/2013 VAN DE COMMISSIE van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement
Nadere informatie(Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE
IV (Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE ENO ( 1 ) EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn
Nadere informatieErratablad WPU warmtepomp
Erratablad WPU warmtepomp Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de: Gebruikershandleiding WPU (207-0649) Installatiehandleiding WPU-I (207-1116) Installatiehandleiding WPU-C (207-1117)
Nadere informatie10060602 + 15071341 LWD 70A/RX + HTD. alpha innotec A ++ A A B C D E F G A + B C D E F G. 7 kw. 8 kw - db. 9 kw. 60 db 2015 811/2013
alpha intec 10060602 15071341 LW 70/RX HT 7 kw 8 kw - d 9 kw 60 d 2015 811/2013 alpha I intec II 10060602 15071341 LW 70/RX HT X 2015 811/2013 Powered by TP (www.tcpdf.org) pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen
Nadere informatieBIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.5.2015 C(2015) 2874 final ANNEXES 5 to 10 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement
Nadere informatieBIJLAGEN BIJLAGEN I TOT EN MET X. bij de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr... /... VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.4.2015 C(2015) 2623 final ANNEXES 1 to 10 BIJLAGEN BIJLAGEN I TOT EN MET X bij de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr.... /... VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn
Nadere informatie(Vertaling door de Helpdesk EPB Verwarming)
(Vertaling door de Helpdesk EPB Verwarming) EU Verordening 813/2013 betreffende het in de handel brengen en/of inwerking stellen van ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen 1 De
Nadere informatieBIJLAGE I. bij de. GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE Nr.../ van
NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.5.2011 C(2011) 2875 definitief BIJLAGE I bij de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE Nr..../ van 4.5.2011 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van
Nadere informatieInstallatie-eisen: Voorbeeld: verwarming en sanitair warm water
1 1 Installatie-eisen: Voorbeeld: verwarming en sanitair warm water Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 1. ACHTERGROND... 2 2. KETEL... 2 2.1 Installatie-eisen... 2 2.2 Gegevens... 2 2.3 Formule installatierendement...
Nadere informatieVerwarming en sanitair warm water
1 Installatie-eisen bij renovatie Verwarming en sanitair warm water Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. TOEPASSING... 2 2. KETEL... 2 2.1 Energieverbruiksmeters... 3 3. WARMTEPOMP... 4 3.1
Nadere informatie(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
17.5.2014 L 147/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 518/2014 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 2014 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1059/2010,
Nadere informatieVERORDENING (EU) 2016/2282 VAN DE COMMISSIE
20.12.2016 NL L 346/51 VERORDENING (EU) 2016/2282 VAN DE COMMISSIE van 30 november 2016 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1275/2008, (EG) nr. 107/2009, (EG) nr. 278/2009, (EG) nr. 640/2009, (EG)
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1187 VAN DE COMMISSIE
L 193/43 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1187 VAN DE COMMISSIE van 27 april 2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering
Nadere informatieEU-criteria voor groene overheidsopdrachten met betrekking tot verwarmingstoestellen op basis van water
EU-criteria voor groene overheidsopdrachten met betrekking tot verwarmingstoestellen op basis van water De EU-criteria voor groene overheidsopdrachten (Green Public Procurement, GPP) zijn bedoeld als hulpmiddel
Nadere informatieWarmtepompen CONCEPTFICHE 5: Inleiding
CONCEPTFICHE 5: Warmtepompen Inleiding Uit ervaringen in het dagelijkse leven weten we dat bijvoorbeeld een kop warme koffie op natuurlijke wijze afkoelt door de blootstelling aan de omgevingslucht. Dit
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ADD 1 ENV 29
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ADD 1 ENV 29 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014 aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2013 C(2013) 817 final Part 4/9 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de
Nadere informatieVERORDENING (EU) 2015/1189 VAN DE COMMISSIE
L 193/100 VERORDENING (EU) 2015/1189 VAN DE COMMISSIE van 28 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de eisen inzake ecologisch ontwerp voor verwarmingsketels
Nadere informatie02015R1185 NL
02015R1185 NL 09.01.2017 001.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd
Nadere informatieBIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties
BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur
Nadere informatieErP-richtlijn. Energy Related Products
ErP-richtlijn Energy Related Products ErP-richtijnen : introductie Voorbeelden uit het dagelijkse leven van het energie label EU Ziele 20% weniger Primärenergie 20% mehr erneuerbare Energien 20% Weniger
Nadere informatieBIJLAGEN. Bijlage I tot IX. bij de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.4.2015 C(2015) 2638 final ANNEXES 1 to 9 BIJLAGEN Bijlage I tot IX bij de GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 1 februari 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 1 februari 2016 (OR. en) 5539/16 ADD 1 ENER 12 ENV 25 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 1 februari 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 27.4.2015
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.4.2015 C(2015) 2623 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 27.4.2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en
Nadere informatieLage temperatuur verwarming. Low-H2O DBE t.o.v. Vloerverwarming
Lage temperatuur verwarming Live test 13-03-2007 Vloerverwarming Low-H2O DBE t.o.v. Live test Lage temperatuur verwarming - Visualisatie van de energieprestatie van Low-H2O - Vergelijking met vloerverwarming.
Nadere informatie02016R2281 NL
02016R2281 NL 09.01.2017 000.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd
Nadere informatieOPTIMALISEREN VAN BESTAANDE INSTALLATIES IN HET KADER VAN ECO-CONCEPTIE
OPTIMALISEREN VAN BESTAANDE INSTALLATIES IN HET KADER VAN ECO-CONCEPTIE INHOUD Woordenlijst FAQ Regelgeving Eco-Ontwerp Doelstelling van Eco-Design - Samenvatting Het energielabel : wat is dat? Rol en
Nadere informatiealpha innotec LW 160H/V kw kw db 40 db
alpha intec 57 40 10062301 14 14 12 11 15 14 alpha intec 10062301 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal
Nadere informatiealpha innotec WZS 82K3M XL 7 kw 8 kw 43 8 kw db - db
alpha intec 10067741 7 8 43 8 alpha intec 10067741 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen van
Nadere informatieOPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN WARMTEPOMP: ONTWERP HERFST 2018 Integratie van een warmtepomp in een EPB-project Danielle MAKAIRE 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N N Inzicht verwerven in de verschillende
Nadere informatieOPTIMALISEREN VAN BESTAANDE INSTALLATIES IN HET KADER VAN ECO-CONCEPTIE
OPTIMALISEREN VAN BESTAANDE INSTALLATIES IN HET KADER VAN ECO-CONCEPTIE WOORDENLIJST ErP energy related products = producten die betrekking hebben op energie Eco-Design Eco-Ontwerp Gecombineerd productlabel
Nadere informatiealpha innotec SWP kw kw db - db
alpha intec 56 10061502 SWP 1 alpha intec 10061502 SWP 1 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen
Nadere informatieDE EFFICIËNTE EN MILIEUVRIENDELIJKE OPLOSSING VOOR DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER
EOS PLUS HP DE EFFICIËNTE EN MILIEUVRIENDELIJKE OPLOSSING VOOR DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER Lucht-water warmtepomp voor de productie van Sanitair Warm Water zonder gebruik van gas. Deze pomp, speciaal
Nadere informatie100560VS46. 5 kw. 6 kw. 7 kw
alpha intec 100560VS46 5 6 55 47 7 alpha intec 100560VS46 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 februari 2013 (28.02) (OR. en) 6846/13 ADD 3 E ER 61 E V 149 DELACT 10 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van
Nadere informatieOpleiding Duurzaam Gebouw:
Opleiding Duurzaam Gebouw: Verwarming en sanitair warm water: ontwerp en regeling Leefmilieu Brussel Overzicht van de belangrijkste warmteopwekkers Jonathan FRONHOFFS CENERGIE Doelstelling(en) van de presentatie
Nadere informatieL 191/26 Publicatieblad van de Europese Unie
L 191/26 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2009 VERORDENING (EG) Nr. 640/2009 VAN DE COMMISSIE van 22 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende
Nadere informatieLUCHTVERWARMING. Tot 50% gasbesparing Rendement tot 108% HR - Modulerend & Condenserend Premix Brander RVS Warmtewisselaar
LUCHTVERWARMING A D N KO L- Tot 50% gasbesparing S EN Rendement tot 108% HR - Modulerend & Condenserend Premix Brander RVS Warmtewisselaar Gasgestookte Luchtverhitter KonKONDENSA / TECHNISCHE DATAata Model
Nadere informatie100627HTS kw. 10 kw. 12 kw
alpha intec 100627HTS01 L 12SplitHT 11 10 44 57 12 alpha intec 100627HTS01 L 12SplitHT pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE II
26.2.2004 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 59/37 BIJLAGE II Richtsnoeren betreffende de emissies van verbrandingsactiviteiten zoals genoemd in bijlage I van de richtlijn 1. INLEIDING De specifieke
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 193/76 21.7.2015 VERORDENING (EU) 2015/1188 VAN DE COMMISSIE van 28 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor
Nadere informatieEuropees Energielabel volgend jaar ook wettelijk verplicht voor thermische installaties.
Persbericht: Europees Energielabel volgend jaar ook wettelijk verplicht voor thermische installaties. Vanaf 26 september 2015 moeten volgens een Europese richtlijn alle nieuw verkochte verwarmings- en
Nadere informatieOPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 2
OPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 2 EPB-verwarmingsadviseur VTI : Onderneming :..... Particulier Naam :... Erkenningsnummer :... Onderneming :... BTW-nummer :... Straat :... Huisnummer
Nadere informatie100776WR2141 alpha innotec LWAV 82R1/3-WR 2.1-1/ kw kw db 52 db
alpha intec 52 10077WR2141 LWAV 82R1/3WR 2.11/3 5 7 4 alpha intec 10077WR2141 LWAV 82R1/3WR 2.11/3 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2402 VAN DE COMMISSIE
L 333/54 19.12.2015 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2402 VAN DE COMMISSIE van 12 oktober 2015 tot herziening van geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van elektriciteit
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 1/9.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2012 (28.02) (OR. en) 6846/13 ENER 61 ENV 149 DELACT 10 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de
Nadere informatiealpha innotec SWCV 122K kw kw db - db
44 10072941 10072941 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen van de warmtepomp (Prated ) 157
Nadere informatieModule 4.4. Koeling in EPU. Versie 2.0
Module 4.4 Koeling in EPU Versie 2.0 Overzicht Inleiding Netto energiebehoefte Bruto energiebehoefte Eindenergieverbruik Primair energieverbruik 2 Hoofdstukkenoverzicht EPU 5.4 Transmissieverliezen 5.5
Nadere informatieInvoer van warmtepompen voor ruimteverwarming op basis van ecodesigngegevens
1 1 Invoer van warmtepompen voor ruimteverwarming op basis van ecodesigngegevens Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 1 INLEIDING... 3 2 INVOER IN DE SOFTWARE: ALGEMEEN... 3 3 NODIGE INVOERGEGEVENS... 4 4 INVOER
Nadere informatieBinnen het interval van toegelaten inlaattemperaturen, daalt het thermisch vermogen bij stijgende inlaattemperatuur.
WAT ZIJN BESCHIKBARE VERMOGENS EN HAALBARE RENDEMENTEN? TOELICHTING BIJ VERMOGENS EN RENDEMENTSBEPALING. Het afgegeven vermogen is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (hoogte, omgevingstemperatuur,
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Deel 8/9
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 februari 2013 (28.02) (OR. en) 6846/13 ADD 7 E ER 61 E V 149 DELACT 10 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,
Nadere informatieBIJLAGE. Bijlage 6. bij. GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2013 C(2013) 2458 final BIJLAGE Bijlage 6 bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Rihtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement
Nadere informatieDE MEEST EFFICIËNTE OPLOSSING OM TE GENIETEN VAN MAXIMAAL COMFORT
DE MEEST EFFICIËNTE OPLOSSING OM TE GENIETEN VAN MAXIMAAL COMFORT VERWARMING, KOELING EN WARM WATER IN ÉÉN SYSTEEM DE RVL- l PLUS WARMTEPOMP VAN FERROLI IS ENERGIE VOOR DE TOEKOMST: Schoon Duurzaam Geen
Nadere informatie(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
L 193/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/1185 VAN DE COMMISSIE van 24 april 2015 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen
Nadere informatieCentrale verwarming. Sven Wuyts, Steunpunt DuBo dienst energiebegeleiding 24 oktober 2016
Centrale verwarming Sven Wuyts, Steunpunt DuBo dienst energiebegeleiding 24 oktober 2016 Een school verwarmen Achtergrond: Energie Rendement Centrale verwarming: Onderdelen Aandachtspunten Energie Hoeveelheid
Nadere informatieOPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 1
OPLEVERINGSATTEST VAN EEN VERWARMINGSSYSTEEM VAN TYPE 1 Erkende verwarmingsinstallateur VTI : Onderneming :..... Particulier Naam :... Erkenningsnummer :... Onderneming :... BTW-nummer :... Straat :...
Nadere informatieBELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD 27.12.2018 MONITEUR BELGE 104067 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/32470] 5 DECEMBER 2018. Ministerieel besluit houdende vaststelling van de nadere regels, technische vereisten en hoogten van
Nadere informatieThermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming
H01N2a: Energieconversiemachines- en systemen Academiejaar 2010-2011 Thermodynamische analyse van het gebruik van een warmtepomp voor residentiële verwarming Professor: Martine Baelmans Assistent: Clara
Nadere informatieoefenopgaven wb oktober 2003
oefenopgaven wb1224 2 oktober 2003 Opgave 1 Stoom met een druk van 38 bar en een temperatuur van 470 C wordt geëxpandeerd in een stoom-turbine tot een druk van 0,05 bar. De warmteuitwisseling van de turbine
Nadere informatiealpha innotec WZSV62K3M XL 6 kw 6 kw 43 6 kw db - db
10072241 6 6 43 6 10072241 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen van de warmtepomp (Prated
Nadere informatievan 18 september 2012
Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon
Nadere informatieRemeha Neptuna. Comfort het hele jaar door 4/6/8/11/16/22/27. the comfort innovators
Neptuna 4/6/8/11/16/22/27 Comfort het hele jaar door the comfort innovators Comfort het hele jaar door Neptuna Een natuurlijke energiebron zoals lucht, water of zonlicht levert besparing op. Kies je voor
Nadere informatie100606HMD02 alpha innotec LWD 70A/RX-HMD 1R kw kw db 57 db
44 57 100606HMD02 7 7 8 100606HMD02 pakket (warmtepompen en combinatiestoestellen met warmtepomp) seizoensgebonden energieefficiëntie voor ruimte van de warmtepomp (ηs) minaal vermogen van de warmtepomp
Nadere informatieOp de volgende pagina s zijn enkele voorbeelden van opstellingsmogelijkheden te zien. Upsilon Cascade Ketelopstellingen en gemakkelijke installatie
Ketelopstellingen en gemakkelijke installatie Het Upsilon cascade systeem is snel en simpel te installeren omdat het gemaakt is vanuit het Plug & Play principe. Dankzij de diversiteit in configuratiemogelijkheden
Nadere informatieLOGBOEK Verwarmingssysteem type 2. Gebouw :. Adres :.
LOGBOEK Verwarmingssysteem type 2 Gebouw :. Adres :. Brussel CONTEXT Het logboek is de 'referentie'-documentatie voor de verwarmingssystemen. Het bijhouden van een logboek is een van de eisen van de EPB-reglementering
Nadere informatieSanitaire warmtepompen
7 Nuos Een massa voordelen Hernieuwbare energie De grote vernieuwingen zitten vaak verborgen in onze dagelijkse omgeving. Zo is de lucht geladen met warmte, een kosteloze en hernieuwbare energie die rechtstreeks
Nadere informatie