Standaardeis en beschrijving Kakariki soorten A.N.B.v.V versie

Transcriptie

1 1

2 Inhoudsopgave : pagina Inhoudsopgave 2 Toelichting keurbrief 3 en 4 Keurbrief 4 Soorten Cyanoramphus 5 Algemene standaardeis Kakariki 5 en 6 Vererving 6 Groen 7 Mutatie beschrijving D. groen 7 en8 DD. groen 8 Cinnamon groen 9 Cinnamon D. groen 9 en 10 Cinnamon DD. groen 10 *Bronze* fallow groen 11 *Bronze* fallow D groen 11 en 12 *Bronze* fallow DD groen 12 *Lutino* 13 *Gele zwartoog* 13 en 14 Dominant bont groen 14 Recessief bont groen 15 Mottle groen 15 Overige soorten Cyanoramphus 16 Geelvoorhoofd kakariki 17 Macquarie kakariki 17 Norfolk eiland kakariki 18 Nieuw-Caledonië roodvoorhoofdkakariki 18 Chatham eiland kakariki /forbes parkiet 18 Oranjevoorhoofd kakariki 18 Groene kakariki of Antipoden groene parkiet 19 Bruine kakariki 19 Zwartvoorhoofd kakariki 19 Colofon 20 2

3 Voor de kakariki wordt tijdens de beoordeling gebruik gemaakt van de keurbrief Agaporniden en Grote Parkieten Toelichting bij de keurbrief voor Agaporniden en Grote Parkieten Inrichting van het keurrapport Als voorbeeld dient het keurbriefje, dat op internationale door de C.O.M. (Confederation Ornitologique Mondial) georganiseerde wedstrijden wordt gebruikt, maar dat ook door talrijke nationale bonden in binnen en buitenland wordt gebezigd. Zoals u ziet, bestaat het uit 6 rubrieken. Rubriek 1: kleur en tekening In deze rubriek beoordelen we de lichaamskleur, inclusief de kleur van de poten, de nagels en de snavel. Het gaat hier om de juiste standaardkleur, kleurdiepte en kleurregelmaat. Ook wordt, voor zover aanwezig en omschreven in de standaard, de tekening van de kop, de vleugels, de staart en het lichaam in deze rubriek beoordeeld. Hierbij gaat het vooral om de kleurafscheidingen en waar deze moeten lopen. Ook de kleur van de tekening wordt in deze rubriek beoordeeld. Rubriek 2: vleugeldracht, type en houding In deze rubriek wordt de vorm en de houding van de vleugels beoordeeld alsook de wijze waarop de vleugels worden gedragen. Verder beoordelen we in deze rubriek het type van de vogel. Onder 'type' verstaan we de onderlinge lichaamsverhoudingen: het model of de vorm van de vogel. Als laatste onderdeel in deze rubriek krijgt de houding van de vogel aandacht. De houding draagt in belangrijke mate bij aan het type van de vogel. Een vogel kan van nature een slechte houding hebben (erfelijke aanleg), maar een slechte houding kan ook het gevolg zijn van een verminderde lichamelijke conditie of een psychische oorzaak hebben. Elke vogel moet op de zitstok een perfect uitgebalanceerde houding aannemen, zoals omschreven in de standaard. Het doorgezakt of in elkaar gedoken op stok zitten is fout, evenals het niet gesloten dragen van de vleugels en gekruiste vleugels. Genoemde fouten hebben ook een negatieve invloed op het type. Rubriek 3: grootte Het onderdeel 'grootte' behoeft weinig uitleg. Bedoeld wordt de totale lengte van de vogel. Type en grootte hangen nauw samen; m.a.w., type en grootte moeten in harmonie met elkaar zijn. Rubriek 4: poten, tenen, nagels In deze rubriek wordt uitsluitend de toestand van de poten, de tenen en de nagels beoordeeld en niet de kleur ervan, dit laatste wordt in rubriek 1 beoordeeld. Rubriek 5: bevedering In deze rubriek wordt de bevederingstoestand van de vogel beoordeeld. De bevedering dient ongeschonden te zijn, zonder slijtage en vrij van vuil. Voor Catharina parkieten geldt bovendien dat de bevedering strak tegen het lichaam wordt gedragen. Zeer ernstige bevederingsgebreken, worden tevens in rubriek 6 bestraft. Rubriek 6: algemene conditie Onder deze rubriek valt de beoordeling van de algemene lichamelijke gesteldheid en showtoestand van de vogel. Grove gebreken zoals het missen van nagels en tenen, of andere blijvende lichamelijke gebreken, maken dat de betreffende vogel niet voor een puntenwaardering in aanmerking komt. Een zwaar gehavende bevedering wordt niet alleen bestraft in de rubriek 5, maar is ook bepalend voor de conditie als we de betekenis hiervan wat ruimer nemen, zodat ook bij dit onderdeel puntenaftrek plaatsvindt. In deze rubriek worden tevens kleinere tekortkomingen aan de snavel bestraft, uitgezonderd de kleur van de snavel; deze wordt in rubriek 1 beoordeeld 3

4 Het totaal van 100 punten is theorie, alleen te bereiken voor het ideaalbeeld dat in de standaard omschreven staat. Aangezien elke bestaande vogel van dit ideaalbeeld afwijkt, krijgt elke vogel strikt genomen strafpunten, hetgeen er op neerkomt dat in de praktijk maximaal 94 punten wordt gegeven. Minimaal is het aantal te geven punten gesteld op 70. Het maximum- en minimum aantal te behalen punten per rubriek is als volgt: Rubriek ; Rubriek ; Rubriek 3: 14-10; Rubriek 4: 9-6; Rubriek 5: 9-6; Rubriek 6: 9-6. Inzender: KEURBRIEF GROTE PARKIETEN (K, L, M, en N) en AGAPORNIDEN Opmerkingen: KOOINUMMER Kweeknummer Ringnummer Kleur / Tekening 35 Vleugeldracht/Type/Houding 20 Formaat 15 Poten/Tenen/Nagels 10 Bevedering 10 Algemene Conditie 10 Totaal per vogel 100 Soort vogel: Kleur: Totaal 2 / 4 vogels Eenheidspnt: 3 / 6 Totaal Stel / Stam Keurmeester: Veranderingen maken dit rapport ongeldig Datum: ANBvV

5 DE KAKARIKI Cyanoramphus novaezelandiae ( Sparrman1787) Ondersoort: Cyanoramphus n. chathamensis (Oliver1930) Chatham roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus n. cyanurus (Salvador 1891) Kermadec roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus n. novaezelandiae (Sparrman1891) Roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus n. Subflavecens* (Salvadori1891) Lord Howe roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus. cookii ** ( Gray1859) Norfolk eiland kakariki Cyanoramphus erythrotis* (Wagler1832) Macquarie roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus e. hochstetteri (Reischek1889) Antipoden roodvoorhoofdkakariki Reischek s parkiet Cyanoramphus forbesi ** (Rothschild 1893) Chatham eiland kakariki Forbes parkiet Cyanoramphus malherbi (Souancé 1857) Oranjevoorhoofd kakariki Malherbe s kakariki Cyanoramphus saissetti (Vereaux & Des Murs1860 Nieuw Caledonië roodvoorhoofdkakariki Cyanoramphus ulietanis* (Gmelin 1788) Bruine kakariki Cyanoramphus unicolor (Lear1831) Groene kakariki Cyanoramphus zealandicus* (Latham 1790) Zwartvoorhoofd kakariki Cyanoramphus auriceps ** (Kuhl 1820) Geelkopkakariki Geelvoorhoofdkakariki *uitgestorven ** met uitsterven bedreigd Algemene standaardeisen voor de Roodvoorhoofd kakariki: Conditie Conditie geldt als de belangrijkste voorwaarde. De vogel moet een gezonde indruk wekken. Lichamelijke gebreken en tekortkomingen in de bevedering mogen niet voorkomen. Formaat Man 28 cm,pop 26 cm, gemeten tussen kruin en uiteinde van de 2 verlengde staartpennen De man is forser van bouw dan de pop en de snavel is groter dan die van de pop Type of vorm De vogel moet een geblokte indruk maken, zonder vet te zijn en een wigvormige gestalte bezitten. De kop in verhouding tot de overige lichaamsproporties markant en fors te zijn; de hals van alle kanten gezien kort en breed; de schouders breed en krachtig; de borst zwaar en van een sierlijke vorm. De vleugels moeten goed aansluiten bij de borst, De ruglijn is van het achterhoofd tot aan de punt van de verlengde staartpennen nagenoeg gestrekt. Alle lichaamsproporties dienen op elkaar afgestemd te zijn, d.w.z. Een harmonisch geheel te vormen Houding De vogel moet op de zitstok een natuurlijke houding aannemen, d.w.z. onbevreesd en fier zijn; het lichaam geheel vrij van de zitstok onder een hoek van 35 tot 40 graden met horizontaal; de staart recht en gedragen in de lijn van de lichaamsas. Vleugels De vleugels dienen strak gedragen te worden met 7 zichtbaren onbeschadigde en volledig uitgegroeide handpennen, waarvan de uiteinden rusten op de bovendekstaartveren zonder te kruisen. Kop Rond, breed en volkomen symmetrisch, te beginnen bij de neusdop, naar boven in een sierlijke welving over de kruin in de nek verlopend. Ogen centraal geplaatst, dus op gelijke afstand van neusdop, kruin en achterkop. Snavel Stevig en goed geplaatst; de bovensnavel over de ondersnavel reikend. 5

6 De Ogen Levendig en helder, frank en vrij kijkend. De kleur van de ogen overeenkomstig de standaardeis behorende bij de mutatie. Kleur Helder en regelmatig, overeenkomstig de beschrijving in de standaardeis behorende bij de mutatie, overal de zelfde uniforme tint vertonend. Tekening Het voorhoofd en voorkruin en achter het oog en omgekeerd driehoekje is de tekening die zichtbaar is. Op de flanken is ook nog tekeningaanwezig, aan weerszijde van de stuit een rode vlak die onder de strak gedragen vleugels niet zichtbaar is Zie de betreffende standaardeis van de mutatie Staart De staart, bestaande uit 5 paar trapsgewijs verlopende secundaire en één paar op elkaar liggende verlengde staartpennen, is recht, nauw gesloten en volledig uitgegroeid. Poten Recht en stevig met twee naar voor en twee naar achter gerichte tenen, voorzien van gelijkmatig gebogen, onbeschadigde nagels. Tenen en nagels klemmen stevig om de zitstok. Kleur van de nagels en poten overeenkomstig de standaardeis bij de mutatie Verervingen: Cinnamon: de cinnamon factor is een geslachtsgebonden mutatie, die gekoppeld is aan het Z chromosoom. De cinnamon factor is recessief ten opzichte van de wildfactor. De man heeft 2 maal het Z chromosoom en de pop 1 maal. Genetisch symbool is Z cin /Z cin, voor de man. Z cin / W voor de pop. In eerdere beschrijvingen werd voor de Z het X symbool gebruikt en voor de W het Y symbool Fallow: waarschijnlijk bij de kakariki gaat het hier om een *bronze* fallow mutatie maar dit zal door onderzoek moeten worden vast gesteld. De fallowfactor is een autosomaal recessieve mutatie. Genetisch symbool is: a bz / a bz De bronze fallow is een multipele allele van het NSL (niet geslachtgebonden) ino- gen (a-locus *Lutino*: hier gaat het niet om een SL nog een NSL lutino maar om een pseudo ino of feno copie. Dit is een combinatie van Cinnamon en Ino. Indien men een *lutino* man verpaart aan een groene pop dan komen hier allemaal cinnamon poppen uit. Doet men de verparing *lutino* man maal fallow pop dan is de uitkomst uiterlijk fallow mannen en *lutino* poppen. Bij de diep doorgekleurde *lutino* kakariki ontstaat deze diepe kleur door de mutatie combinatie van dominant bont of recessief bont hierbij in te kweken Genetisch symbool is: Z cin a bz / Z cin a bz Bont:er komen 3 soorten bont voor bij de kakariki Dominant bont een autosomaal dominant verervende factor Genetisch symbool is: Pi / Pi Recessief bont een autosomaal verervende factor Genetisch symbool is: s / s De mottle (progressief bont) Genetisch symbool is: mo / mo *Gele zwartoog* is een combinatie van Dominant bont en recessief bont mutatie 6

7 Beschrijving van de kleurslagen Kleurbenaming Groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki groen Internationale term: green. Genetische formule: bl + _D + / bl + _D + Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder groen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is groen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek groen een nuance lichter van kleur meer geelachtig groen. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een violet blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens violet blauw. Staart: Staartdekveren groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer geelachtig groen, onderzijde staart grijs. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Grijsbruin. Nagels: Nagenoeg zwart Keurtechnische aanwijzingen: achter de rode kruin mag geen geel zichtbaar zijn in de overgang naar de groene veervelden. De iris moet rood zijn mag geen oranje kleur bevatten Wet Budep Behoort tot de kwetsbare soorten; valt onder artikel 3a Wet budep Lijst II. Kleurbenaming D. Groen (donkergroen) Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki D groen Internationale term: dark green. Genetische formule: bl + _D + / bl + _D Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder donkergroen. De kleur van de wangen is gelijk 7

8 van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is donker groen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek donker groen een nuance lichter van kleur meer geelachtig donker groen. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een violet blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens violet blauw. Staart: Staartdekveren donker groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer geelachtig donker groen, onderzijde staart grijs. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Grijsbruin. Nagels: Na genoeg zwart Kleurbenaming DD. Groen (olijfgroen) Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki DD groen Internationale term: dubble dark green. Genetische formule: bl + _D / bl + _D Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder olijfgroen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is olijf groen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek olijf groen een nuance lichter van kleur meer geelachtig olijf groen. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een violet blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens violet blauw. Staart:Staartdekveren olijf groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer geelachtig olijf groen, onderzijde staart grijs. Snavel:Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs. Poten:Grijsbruin. Nagels: Nagenoeg zwart 8

9 Kleurbenaming Cinnamon groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki cinnamon groen Internationale term: cinnamon green. Genetische formule man: bl + _D + / bl + _D +, Z cin /Z cin Genetische formule pop: bl + _D + / bl + _D +, Z cin /W Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is bleek bruinachtig groen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bleek bruinachtig groen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bleek bruinachtig groen een nuance lichter van kleur meer geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag, de binnenvlag is bruingrijs de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. Staart: Staartdekveren groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bleek bruinachtig groen, onderzijde staart bleek bruinachtig groen. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een iets donkerder gekleurde punt; ondersnavel gelijk aan punt bovensnavel. Poten: Grijsachtig roze. Nagels: Na genoeg grijs. Formaat: Man 28 cm,pop 26 cm Kleurbenaming Cinnamon D groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki cinnamon D groen Internationale term: cinnamon dark green. Genetische formule man: bl + _D + / bl + _D, Z cin /Z cin Genetische formule pop: bl + _D + / bl + _D, Z cin /W Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is bleek bruinachtig donker groen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bleek bruinachtig donkergroen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bleek bruinachtig donkergroen een nuance lichter van kleur meer geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. 9

10 Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag, de binnenvlag is bruingrijs de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. Staart: Staartdekveren bleekbruinachtig donkergroen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bleek bruinachtig donkergroen, onderzijde staart bleek bruinachtig donkergroen. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een iets donkerder gekleurde punt; ondersnavel gelijk aan punt bovensnavel. Poten: Grijsachtig roze. Nagels: Nagenoeg grijs. Kleurbenaming Cinnamon DD. groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki cinnamon DD groen Internationale term: cinnamon dubble dark green. Genetische formule man: bl + _D / bl + _D, Z cin /Z cin Genetische formule pop: bl + _D / bl + _D, Z cin /W Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is bleek bruinachtig olijfgroen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bleek bruinachtig olijfgroen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bleek bruinachtig olijfgroen een nuance lichter van kleur meer geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag, de binnenvlag is bruingrijs de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. Staart:Staartdekveren bleek bruinachtig olijfgroen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bleek bruinachtig olijfgroen, onderzijde staart bleek bruinachtig olijfgroen. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een iets donkerder gekleurde punt; ondersnavel gelijk aan punt bovensnavel. Poten: Grijsachtig roze. Nagels: Nagenoeg grijs. 10

11 Kleurbenaming *Bronze* Fallow groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki fallow groen Internationale term: fallow green. Genetische formule: bl + _D + / bl + _D +, a bz / a bz Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is zeer bleek bruinachtig groen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bruinachtig groen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bruinachtig groen een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. Staart: Staartdekveren bruinachtig groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig groen, onderzijde staart lichtbruin. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Vleeskleurig. Nagels: Vleeskleurig. Kleurbenaming * Bronze * Fallow D groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki fallow D groen Internationale term: fallow darkgreen. Genetische formule: bl + _D + / bl + _D, a bz / a bz Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is zeer bleek bruinachtig donkergroen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bruinachtig donkergroen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bruinachtig donkergroen een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. 11

12 Staart: Staartdekveren bruinachtig donkergroen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig donkergroen, onderzijde staart lichtbruin. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Grijsbruin. Nagels: Vleeskleurig. Kleurbenaming *Bronze* Fallow DD groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki fallow DD groen Internationale term: fallow dubble dark green. Genetische formule: bl + _D / bl + _D ; a bz / a bz Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is zeer bleek bruinachtig olijfgroen. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is bruinachtig olijfgroen. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek bruinachtig olijfgroen een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig getint. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een vaal blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens vaal blauw. Staart: Staartdekveren bruinachtig olijfgroen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer bruin/geelachtig olijfgroen, onderzijde staart lichtbruin. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Vleeskleurig. Nagels: Hoornkleurig. 12

13 Kleurbenaming *lutino* Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki *lutino* (cinnamon-fallow) Wetenschappelijk: Cyanoramphus n. novaezelandiae Internationale term: *lutino* ( fallow+ cinnamon) Genetische formule man: bl + _D + / bl + _D + ; Z cin /Z cin a bz / a bz Genetische formule pop: bl + _D + / bl + _D + ; Z cin a bz /W Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder geel. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is geel. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek geel een nuance lichter van kleur. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een witte buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens wit. Staart: Staartdekveren geel, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur geel, onderzijde staart lichtgrijs/geel. Ogen: Rood Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Vleeskleurig. Nagels: Hoornkleurig Kleurbenaming *Gele zwartoog* Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki *gele zwartoog* Internationale term: *Dark eyed yellow * Genetische formule: bl + _D + / bl + _D + ; Pi r / Pi r Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder geel. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is geel. Nek, mantel en het rug en vleugeldek iets donkerder van kleur. 13

14 Borst buik, flanken, dijen en anaalstreek geel een nuance lichter van kleur. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een witte buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens wit. Staart:Staartdekveren geel, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur geel, onderzijde staart lichtgrijs/geel. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Vleeskleurig. Nagels: Hoornkleurig Kleurbenaming dominant bont groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki dominantbont groen Wetenschappelijk: Cyanoramphus n. novaezelandiae Internationale term: Dom.pied green. Genetische formule: Pi bl + _D + / Pi bl + _D + Kop en masker: Voorhoofdband en kruin karmozijn rood. De voorhoofdband loopt via de teugel achter het oog door ca 1cm en heeft daar de vorm aangenomen van een driehoekje met de punt naar het oog gericht. Achter de kruin is de kopkleur is helder groen. Op het achterschedel bevindt zich een variabele gele vlek, menigmaal in de vorm van een op de kopstaande hoofdletter T. De kleur van de wangen is gelijk van de schedeldekkleur, dit gaat over in de kleur van de borst die een nuance donkerder van kleur is. Lichaam: Algemene lichaamskleur is groen onderbroken door onregelmatige gele veervelden, vooral op de bef, rondom en tussen de inplant van de poten, meestal ook met één of verschillende geel getinte handpennen en staartveren. Het bont patroon is zeer variabel, maar zelden meer dan 50 % van het geheel. Aan weerzijde van de stuit bevindt zich een karmozijn rode vlek. Grote vleugelpennen: De buitenste vleugelpennen hebben een violet blauwe buitenvlag de duimveertjes en de primaire vleugel dekveren zijn eveneens violet blauw. Staart: Staartdekveren groen, onderstaartdekveren een nuance lichter van kleur meer geelachtig groen, onderzijde staart grijs. Snavel: Bleek staal blauw overgaand in een grijs zwarte punt; ondersnavel donkergrijs Poten: Grijsbruin en vleeskleurig. Nagels: Nagenoeg zwart tot hoornkleurig 14

15 Kleurbenaming recessief bont groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki recessief bont groen Internationale term: rec.pied Genetische formule: bl + _D + / bl + _D + ; s / s In tegenstelling met de dominant bonten hebben de recessief bonten een vaster en gelijkmatiger bontpatroon. Net als bij de dominant bonten is het bontpatroon variabel, maar altijd boven de 50%. Het grootste gedeelte van de lichaamsbevedering is dan ook geel. De slagpennen van de recessief bonten zijn vrijwel altijd pigmentloos en gelijk van kleur. Er zijn recessief bonten met een geheel effen gele lichaamsbevedering. De oogkleur is donker, doch variabel van tint, dit afhankelijk van het bontpercentage. De snavelkleur is aan de basis sterk opgebleekt en gaat over in hoornkleurig. Poten vleeskleurig of bont; nagels hoornkleurig. Voor het overige gelijk aan de wildkleur. Opmerking: split recessief bonten tonen vaak een geel vlekje op het achterhoofd. Kleurbenaming mottle groen Nederlandse: Roodvoorhoofd kakariki mottle groen Internationale term: mottle Genetische formule: bl + _D + / bl + _D + ; mo / mo De mottle is een bontvorm die pas na de eerste grote rui tot uitdrukking komt. Deze vogel komt als normale vogels zonder enige vorm van bont uit het nest, maar na de eerste rui ontstaan in toenemende mate bonte veervelden, zowel op het lichaam als op de vleugels. Opmerkelijk is dat geen bontvorming optreedt in de vleugelpennen. Bij dit bonttype zijn dus alle slagpennen volledig gepigmenteerd. De oogring is duidelijk aanwezig. 15

16 Beschrijving van de overige soorten van het geslacht Cyanoramphus Roodvoorhoofd kakariki Cyanoramphus novaezelandiae (Sparrman, 1787) Ondersoorten Cyanoramphus n. chathamensis Oliver, 1930 Chatham roodvoorhoofdkakariki Verspreidingsgebied: Chatham, Pitt eiland, South-East eiland, Mangere en Little Mangere. Kenmerken: Formaat 28 cm. Gelijkend op de nominaatvorm, maar de zijkanten van de kop zijn helder smaragdgroen en het onderlichaam toont iets geelachtiger groen; de poten zijn grijs tot donkergrijs. Cyanoramphus n. cyanurus Salvadori, 1891 Kermadec roodvoorhoofdkakariki Verspreidingsgebied: de Kermadec eilanden Macauley, Curtis, Meyer, Napier, Dayrell en Chanter. Kenmerken: Formaat 29 cm. De buitenvlaggen van de vleugelpennen tonen een dieper violetblauwe kleur dan de nominaatvorm. Het gehele onderlichaam is dieper groen, minder geelachtig getint. De bovenzijde van de staart is blauwgroen Cyanoramphus n. novaezelandiae (Sparrman, 1787) Verspreidingsgebied: het Noorder en Zuidereiland van Nieuw Zeeland en de meeste kleine eilanden voor de kust alsmede het eiland Stewart en omliggende eilanden waarvan de voornaamste Ruapukeeiland, Godficheiland, Big South Cape-eiland en de Muttonbirdeilanden zijn. Verder nog op de onbewoonde, subantarctische Auckland eilanden, zo n 465 km ten zuiden van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Naamgeving en kenmerken: zie nominaatvorm Cyanoramphus novaezelandiae Cyanoramphus n. subflavecens Salvadori, 1891 Lord Howe roodvoorhoofdkakariki Verspreidingsgebied: leefde vroeger op het eiland Lord Howe, ongeveer 600 km ten oosten van Australië; thans uitgestorven. Kenmerken: Formaat 32 cm. Gelijkend op de nominaatvorm, maar met een duidelijk geliger groene lichaamskleur, vooral op de wangen. Het rood op de kruin is minder uitgebreid. Bijzonderheden: deze ondersoort is aan het einde van de negentiende eeuw net als Porphyrio albus, Columba vitiensis godmanae en Sula tasmani die in die periode eveneens zijn verdwenen door kolonisten geëlimineerd, waarschijnlijk omdat ze schadelijk waren voor de landbouw. 16

17 Geelvoorhoofd kakariki of goudkop kakariki Cyanoramphus auriceps (Kuhl, 1820) Beschrijving Geelvoorhoofd kakariki groen: Formaat man 23 cm. Pop ca 21 cm Man en pop: voorhoofdsband zich uitstrekkend van oog tot oog is donker karmijnrood. Kruin goudgeel. Algemene lichaamskleur groen, een nuance lichter van kleur als van de roodvoorhoofd; borst, buik, flanken dijen anaalstreek en onderstaartdekveren een nuance lichter van tint en meer geelachtig groen. Aan weerszijden van de stuit bevindt zich een rode vlek. De buitenste vleugelpennen hebben een violetblauwe buitenvlag; ook de duimvleugelveertjes en de primaire vleugeldekveren zijn violetblauw. De staartpennen zijn aan de uiteinden blauw bewaasd; onderkant staart donkergrijs. De ogen zijn donker en hebben een oranjerode iris. De bovensnavel is bleek staalblauw overgaand in een grijszwarte punt; ondersnavel donkergrijs. De poten zijn grijsbruin, de nagels nagenoeg zwart. De pop is iets kleiner, ca. 21 cm, en wat minder fors dan de man; ook heeft ze een iets kleinere en rondere kop en een smallere snavel. Qua kleur en tekening is ze nagenoeg gelijk aan de man, maar de rode voorhoofdsband is iets smaller en het geel op de kruin is iets minder uitgebreid. Jonge vogels en overjarige poppen bezitten aan de onderzijde van de grote vleugelpennen een rij witte vlekken, die een soort vleugelband de zogeheten vleugelstreep vormen. Bij de mannen is de vleugelstreep na de eerste grote rui nog maar nauwelijks zichtbaar. Mutaties gelijk aan de roodvoorhoofd Kakariki maar met de kenmerken van de koptekening zoals bij de geelvoorhoofd kakariki groen beschreven Macquarie roodvoorhoofd kakariki Cyanoramphus erythrotis Wagler, 1832 Soortbeschrijving Formaat 30 cm. Gelijkend op C. novaezelandiae, maar over het geheel genomen iets lichter en geliger van kleur; de buitenvlaggen van de vleugelpennen zijn bleek blauw en ietwat groen bewaasd. Ondersoorten Cyanoramphus e. erythrotis (Wagler, 1832) Macquarie roodvoorhoofdkakariki Verspreidingsgebied: leefde vroeger op het eiland Macquarie, ongeveer 1300 km ten zuidwesten van het eiland Stewart; waarschijnlijk rond het jaar 1894 uitgestorven.. Naamgeving en kenmerken: zie nominaatvorm Cyanoramphus erythrotis Cyanoramphus e. hochstetteri (Reischek, 1889) Antipoden roodvoorhoofd kakariki of Reischek s kakariki Verspreidingsgebied: beperkt tot de Antipoden eilandengroep, ongeveer 860 km ten zuidoosten van het eiland Stewart. Kenmerken: Gelijkend op C. novaezelandiae, maar de algemene lichaamskleur is over het geheel genomen duidelijk geler getint. De rode veervelden zijn meer oranjerood. De primaire vleugeldekveren en de buitenvlaggen van de slagpennen hebben een zwakke vaalblauwe kleur. 17

18 Norfolk eiland kakariki Cyanoramphus cookii (G.R. Gray, 1859) Verspreidingsgebied: beperkt tot het eiland Norfolk (Australië), ca.1100 km ten noordwesten van Auckland Soortbeschrijving Formaat 31 cm. Duidelijk forser dus dan C. novaezelandiae. Wat kleur en uitmonstering betreft nauwelijks te onderscheiden van C. novaezelandiae. Nieuw-Caledonië roodvoorhoofd kakariki Cyanoramphus saisseti Verreaux & Des Murs, 1860 Soort beschrijving Formaat 26 cm. Gelijkend op C. novaezelandiae, maar de zijkanten van de kop en het onderlichaam zijn groenachtig geel. Het rood aan de kop is duidelijk lichter en bleker van kleur. Status wildpopulatie: Bestand loopt al jaren terug; CITES Appendix I Cyanoramphus forbesi Rothschild, 1893 Soortbeschrijving: Formaat 25 cm. Lijkt vrijwel geheel op C. auriceps, maar de rode voorhoofdsband is smaller en reikt niet tot aan de ogen. Onderlichaam geelachtiger groen dan C. auriceps. De buitenvlaggen van de vleugelpennen zijn groenblauw evenals de duimvleugelveertjes en primaire vleugeldekveren. De pop is iets kleiner, ca. 23 cm, en ook wat minder fors van bouw dan de man; ook heeft ze een iets kleinere en rondere kop en een smallere snavel. Qua kleur en tekening is ze nagenoeg gelijk aan de man, maar de rode voorhoofdsband is nog iets smaller en het geel op de kruin is minder uitgebreid. Oranjevoorhoofd kakariki (niet in Europa aanwezig) Cyanoramphus malherbi Souancé, 1857 Soortbeschrijving Formaat 23 cm. Man en pop: de voorhoofdsband is oranje, loopt van oog tot oog maar wordt bij de ogen bleker van kleur. De kruin is heldergeel. Algemene lichaamskleur groen, borst, buik, flanken dijen anaalstreek en onderstaartdekveren een nuance lichter van tint en meer geelachtig groen. Aan weerszijden van de stuit bevindt zich een oranje vlek. De buitenste vleugelpennen hebben een violetblauwe buitenvlag; ook de primaire vleugeldekveren zijn violetblauw. De staartpennen zijn groen; onderkant staart donkergrijs. De ogen zijn donker en hebben een oranje iris. De bovensnavel is bleek staalblauw overgaand in een grijszwarte punt; ondersnavel donkergrijs. De poten zijn bruinachtig, de nagels nagenoeg zwart. 18

19 De pop is iets kleiner, ca. 21 cm, en wat minder fors van bouw dan de man; ook heeft ze een iets kleinere en rondere kop en een smallere snavel. Qua kleur en tekening is ze nagenoeg gelijk aan de man, maar het geel op de kruin is iets minder uitgebreid. Groene kakariki of Antipoden groene parkiet Cyanoramphus unicolor (Lear, 1831) Soortbeschrijving Formaat: 33 cm. Man en pop: de groene parkiet is een enigszins plomp aandoende vogel. De algemene lichaamskleur is groen; borst, buik, flanken dijen, anaalstreek en onderstaartdekveren een nuance lichter van tint en meer geelachtig groen. De kruin en de zijkanten van de kop zijn smaragdgroen. De grote, spits toelopende staartpennen zijn geel omzoomd. De buitenste vleugelpennen hebben een violetblauwe buitenvlag; ook de primaire vleugeldekveren zijn violetblauw. De ogen zijn donker en hebben een oranjerode iris. De bovensnavel is bleek staalblauw overgaand in een grijszwarte punt; ondersnavel donkergrijs. De poten zijn grijs, de nagels nagenoeg zwart. De pop is iets kleiner, ca. 31 cm, en wat minder fors dan de man; ook heeft ze een smallere snavel. Qua kleur en tekening gelijk aan de man. Bruine kakariki Cyanoramphus ulietanus (Gmelin, 1788) Soortbeschrijving Formaat 25 cm. Afgaand op het museumexemplaar in het Natuurhistorisch Museum in Wenen is de kop zwartachtig bruin, naar de nek toe enigszins bleker van kleur. Het vleugeldek en de rug zijn bruin; de stuit en de bovenstaartdekveren hebben een bruinrode kleur. Borst, buik, flanken dijen, anaalstreek en onderstaartdekveren zijn olijfgeel. De primaire vleugeldekveren en de buitenvlaggen van de slagpennen zijn mauvekleurig grijs. Primaire staartpennen olijfkleurig bruin; secundaire staartpennen mauvekleurig grijs. De kleur van de oogiris is niet meer vast te stellen, maar was vermoedelijk oranje of oranjerood. De snavel is grijsachtig met donkere punt. Poten grijsbruin, nagels zwartachtig Zwartvoorhoofd kakariki Cyanoramphus zealandicus (Latham, 1790)Soortbeschrijving Formaat: 25 cm. Afgaand op het museumexemplaar in het Natuur Historisch Museum in Parijs is het voorhoofd zwart. De teugels en een smalle streep achter het oog zijn rood. Algemene lichaamskleur groen; op het onderlichaam en staart bleker van kleur en enigszins blauwachtig getint. De stuit is rood. Primaire vleugeldekveren en buitenvlaggen van de slagpennen zijn violetblauw. De snavel is bleek blauwachtig grijs met donkere punt. De kleur van de oogiris is natuurlijk niet meer te achterhalen, maar was vermoedelijk oranje of oranjerood. Poten grijsachtig bruin, nagels zwartachtig. 19

20 Colofoon Geraadpleegde literatuur: Alfabetisch overzicht Psittaciformis H.W.J. van der Linden Beschrijving Kakariki Vogelvreugd H.W.J. van der Linden De Kakariki H.W.J. van der Linden ISBN: Soortbeschrijving Psittaciformis H.W.J. van der Linden Parrots of the World (second edition) Joseph Forshaw. ISBN: Parrots of the World Joseph Forshaw. ISBN: A guide to the parrots of the world Tony Juniper en Mike Parr. ISBN: Papegaaien en parkieten handboek en naslagwerk Adrie van Kooten ISBN: Encyclopedie voor de vogelliefhebber A Rutgers LSM Gorssel Vogelvreugd A.N.B.v.V. Website van kromsnavels Met dank aan het beschikbaar stellen van de foto s Henk Branje Peter Wauben Peter Wouters Rob van Opbergen Wikipedia.org Animalpicturesarchive.com Parrot.co 20