Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Transcriptie

1 Cover Page The handle holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date:

2 BIJLAGE: CHECKLIST (verkorte versie) 1 (voor monodisciplinair psychiatrisch en psychologisch onderzoek en voor multidisciplinair onderzoek zijn inhoudelijk dezelfde vragen gesteld. In plaats van de n wordt bij psychiatrisch resp. psychologisch onderzoek, de psychiater resp. de psycholoog genoemd.) Algemene informatie 0.01 Arrondissement waar de behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden 1. Amsterdam 2. Arnhem 3. Assen 4. Breda 5. Dordrecht 6. s Hertogenbosch 7. anders nl, 0.02 Welke rechters hebben deze zaak ttz behandeld? 0.03 Welke officier van justitie heeft deze zaak ttz behandeld? 0.04 Welke heeft in deze zaak gerapporteerd? 1. psychiater 2. psycholoog 3. psychiater en psycholoog 4. anders, nl 1 De volledige versie is op te vragen bij c.m.vanesch@law.leidenuniv.nl 2 Van dezelfde soort delicten is sprake binnen de verdeling zoals die gehanteerd is bij gedeeltelijke bekentenis is iedere bekentenis die een delict impliceert 0.05 Welke NIFP-psychiater heeft geadviseerd betrokkene te doen onderzoeken t.b.v. Pro Justitiaonderzoek? datum rapport datum zitting Kenmerken verdachte 0.06 Wat is de leeftijd van verdachte tijdens het uitbrengen van het eerste gedragsdeskundig onderzoek? jaar 0.07 geslacht: man/vrouw 0.08 nationaliteit: 0.09 etnische achtergrond Is betrokkene recidivist?, t.a.v. dezelfde soort delicten 2 3. ja, t.a.v. andersoortige delicten 0.11 Bekent betrokkene tlg feit(en)? 3. gedeeltelijk3

3 Bijlage: Checklist Welke feiten worden aan verdachte tenlastegelegd? (m.a.m) (alleen primair tlg feit) 1. brandstichting (art 157 Sr) 2. valsheid in geschriften (art 225 Sr) 3. misdrijven tegen zeden(art 239 t/m 245 Sr) 4. misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid (art 274 t/m 286 Sr.) 5. misdrijven tegen het leven gericht (art. 287 t/m 295 Sr) 6. mishandeling (art 300 t/m 306 Sr.) 7. veroorzaken van de dood of van lichamelijk letsel door schuld (art. 307 t/m 309 Sr) 8. diefstal (art. 310 t/m 316 Sr.) 9. afpersing en afdreiging (art 317 t/m 325 Sr) 10. bedrog (art.326 t/m 339 Sr.) 11. vernieling en beschadiging (art. 350 t/m 354 Sr) 12. anders 11. Beslissingsgedrag met betrekking tot het inschakelen van de gedrags deskundige 11.0 Inschakelingsbemoeienis van de officier van justitie Heeft de o.v.j. bemoeienis gehad met de inschakeling van een? (ga naar 11.11) Heeft de o.v.j. ambtshalve een ingeschakeld? nee ja, in het kader van onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.) Heeft de o.v.j. inschakeling van een gevorderd bij de rechtercommissaris? 1 nee ja, voor onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.) Heeft de o.v.j. inschakeling van een gevorderd bij de rechter ter terechtzitting? ja, voor onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.) Heeft de o.v.j. een ingeschakeld na een verwijzing ter terechtzitting?, voor onderzoek en rapportagew 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen sprake van verwijzing) 8. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.) Heeft de o.v.j. het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd over de inschakeling van een?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.) Heeft de o.v.j. andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een?, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)

4 536 Gedragsdeskundigen in strafzaken 11.1 Inschakelingsbemoeienis van de rechter-commissaris Heeft de r-c bemoeienis gehad met de inschakeling van een? (ga naar 11.21) Heeft de r-c ambtshalve een ingeschakeld?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van c ontra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) Heeft de r-c een ingeschakeld op vordering van de o fficier van justitie? (vordering afgewezen), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 8. n.v.t (nooit een vordering geweest) Heeft de r-c een ingeschakeld na een verzoek daartoe door verdachte of diens raadsman? (verzoek afgewezen), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 8. n.v.t (nooit een verzoek geweest) Heeft de r-c een ingeschakeld na een verwijzing door de rechter ter terechtzitting?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen sprake van verwijzing) 8. n.v.t (geen bemoeienis r-c) Heeft de r-c het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd over de inschakeling van een?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) Heeft de r-c andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een?, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 11.2 Inschakelingsbemoeienis van de rechter ter terechtzitting Heeft de rechter ttz bemoeienis gehad met inschakeling van een? (ga naar 11.31) Heeft de rechter ttz op eigen initiatief de beslissing genomen tot inschakeling van een?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)

5 Bijlage: Checklist Heeft de rechter ttz de zaak verwezen naar de rechter-commissaris voor inschakeling van een? Heeft de rechter ttz de zaak in handen gesteld van de officier van justitie voor inschakeling van een? Heeft de rechter ttz een ingeschakeld na een verzoek daartoe door verdachte of diens raadsman? Heeft de rechter ttz een ingeschakeld na een vordering daartoe van de officier van justitie?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz) (verzoek afgewezen), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (nooit zo n verzoek geweest) 8. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz) (vordering afgewezen), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (nooit zo n vordering geweest) 8. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz) Heeft de rechter ttz het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd bij de inschakeling van een? Heeft de rechter ttz andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz), nl 3. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz) 11.3 Bemoeienis van verdachte/raadsman met de inschakeling van een Heeft de verdachte of diens raadsman bemoeienis gehad met de inschakeling van een? (ga naar 11.41) Heeft de verdachte of diens raadsman zelf een ingeschakeld?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman)

6 538 Gedragsdeskundigen in strafzaken Heeft de raadsman/ verdachte om inschakeling van een verzocht bij de rechter-commissaris?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman) Heeft de raadsman/ verdachte om inschakeling van een verzocht bij de rechter ter terechtzitting?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman) Heeft de verdachte of diens raadsman andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een?, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman) 11.4 Bemoeienis van de reclassering met de inschakeling van een Heeft de reclassering bemoeienis gehad met de inschakeling van een? (ga naar 11.51) Heeft de reclassering de officier van justitie geadviseerd over de inschakeling van een? Heeft de reclassering de rechtercommissaris geadviseerd over de inschakeling van een? Heeft de reclassering de rechter ter terechtzitting geadviseerd over de inschakeling van een? Heeft de reclassering andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een?, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering), voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering), nl 3. n.v.t (geen bemoeienis reclassering)

7 Bijlage: Checklist Bemoeienis van het NIFP met de inschakeling van een g edragsdeskundige Heeft het NIFP in deze zaak adviseringsbemoeienis gehad met de inschakeling van een? (ga naar 11.58) Waarop heeft de advisering van het NIFP met de inschakeling van een betrekking? 1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contraexpertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise 5. iets anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP) ver welke onderwerpen heeft het NIFP geadviseerd bij de inschakeling van een? 1. het al dan niet aangewezen zijn van gedragsdeskundig onderzoek 2. rapportagemodaliteit 3. keuze van de perso(o)n(en) van de in te schakelen (n) 4. speciale aandachtspunten bij onderzoek en rapportage 5. anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP) p welke wijze is het advies door het NIFP uitgebracht? 1. telefonisch 2. schriftelijk 3. mondeling (face to face) anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP) p welke bron heeft het NIFP haar schriftelijk uitgebracht advies blijkens het briefrapport gebaseerd? 1. eigen onderzoek van de verdachte 2. bestudering van het strafdossier 3. bestudering van het persoonsdossier 4. bestudering eerdere rapportage(s) NIFP 5. overleg met officier van justitie 6. overleg met rechter-commissaris 7. anders, nl 8. onbekend 9. n.v.t (geen advisering door NIFP zoals ) 10 n.v.t. (geen schriftelijk advies) Tijdens welke fase van de procesgang is het NIFP ingeschakeld voor advisering of heeft het NIFP zelf het initiatief genomen om te adviseren over inschakeling van een? Welke periode zit er tussen het verzoek om advisering bij de inschakeling van een en de uitbrenging van het advies? Heeft het NIFP in deze zaak bemiddeld bij de inschakeling van een na delegatie? Waarop heeft de bemiddeling van het NIFP met de inschakeling van een betrekking? p welke aspecten heeft de bemiddeling van het NIFP betrekking? 1. tijdens inverzekeringstelling 2. tijdens inbewaringstelling 3. tijdens gevangenhouding 4. na schorsing voorlopige hechtenis 5. na aanhouding van de zaak ttz 6. anders, nl 7. n.v.t (geen advisering door NIFP) dagen dagen dagen-21 dagen 4. meer dan drie weken, nl 5. blijkt niet uit het dossier 6. n.v.t (eigen initiatief NIFP-psychiater) 7. n.v.t (geen advisering door NIFP) (ga naar 11.64) 1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise 5. iets anders, nl 6. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) 1. bepalen van rapportagemodaliteit 2. keuze van de perso(o)n(en) van de in te schakelen (n) 3. inschakelen van de deskundige(n) 4. aangeven van speciale aandachtspunten bij onderzoek en rapportage 5. iets anders, nl 6. n.v.t. (geen bemiddeling/delegatie)

8 540 Gedragsdeskundigen in strafzaken p welke bron heeft het NIFP haar bemiddeling gebaseerd? Tijdens welke fase van de procesgang is het NIFP ingeschakeld om te bemiddelen bij inschakeling van een? Welke periode zit er tussen het verzoek om bemiddeling bij de inschakeling van een en de inschakeling van de? Heeft het NIFP andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een? 1. onbekend 2. eigen onderzoek van de verdachte 3. bestudering van het strafdossier 4. bestudering van het persoonsdossier 5. bestudering eerdere rapportage(s) NIFP 6. overleg met officier van justitie 7. overleg met rechter-commissaris 8. iets anders, nl 9. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) 1. tijdens inverzekeringstelling 2. tijdens inbewaringstelling 3. tijdens gevangenhouding 4. na schorsing voorlopige hechtenis 5. na aanhouding van de zaak ttz 6. anders, nl 7. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) dagen dagen dagen-21 dagen 4. meer dan drie weken 5. blijkt niet uit het dossier 6. anders, nl 7. n.v.t (eigen initiatief NIFP-psychiater) 8. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) 9. n.v.t (geen inschakeling), nl 3. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) 11.7 aantallen opdrachten en aantallen n in deze zaak Hoeveel opdrachten zijn er in deze zaak verstrekt voor: onderzoek en rapportage onderzoek en rapportage in kader contra-expertise aantal opdrachten aantal formulieren Hoeveel opdrachten zijn in deze zaak verstrekt voor optreden ttz optreden ttz in kader contraexpertise aantal opdrachten aantal formulieren Hoeveel n zijn in deze zaak opgeroepen voor optreden ttz optreden ttz in kader contraexpertise aantal opdrachten aantal formulieren Hoeveel n zijn in deze zaak ingeschakeld voor onderzoek en rapportage onderzoek en rapportage in kader contra-expertise aantal opdrachten aantal formulieren Bij een opdracht voor onderzoek en rapportage die monodisciplinair plaatsvindt, wordt één opdracht verstrekt aan één deskundige. Soms wordt aan de supervisor apart een opdracht verstrekt. Voor dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de opdracht aan de onderzoeker. De opdracht aan de supervisor wordt niet meegenomen in dit onderzoek Bij multidisciplinair onderzoek en rapportage, worden in het algemeen twee opdrachten verstrekt; één aan een psychiater en één aan een psycholoog. mdat bij het verstrekken van de opdracht gekeken wordt naar de rapportagemodaliteit wordt er in dit onderzoek

9 Bijlage: Checklist 541 vanuitgegaan dat er één opdracht wordt verstrekt, namelijk voor multidisciplinaire rapportage. Hetzelfde geldt bij de tripelrapportages. Hoewel in het geval van tripelrapportage in het algemeen drie opdrachten voor onderzoek verstrekt zullen worden, namelijk voor milieu rapportage, psychiatrisch en psychologisch onderzoek, geeft de vorm van de rapportage de doorslag bij de keuze voor één opdracht. Hiervan is ook sprake als de tripelrapportage uit drie afzonderlijke rapportages bestaat. De opdracht voor onderzoek en rapportage die klinisch plaatsvindt wordt opgevat als één opdracht, ook al wordt door verschillende disciplines een aandeel geleverd. Treedt er tijdens het traject van onderzoek en rapportage een wijziging op in de opdracht dan impliceert dit meestal een andere rapportagemodaliteit. Een wijziging in de opdracht voor onderzoek en rapportage zal in de praktijk veelal betekenen dat alsnog een tweede wordt benoemd of dat alsnog besloten wordt tot klinische rapportage. Het formulier is zodanig opgesteld dat de oorspronkelijke en gewijzigde opdracht op één formulier vermeld zijn. Een aanvullende vraagstelling aan de die benoemd is voor onderzoek en rapportage wordt gezien als behorend bij de (eerste) opdracht voor onderzoek en rapportage. Een aanvullende vraagstelling aan een reeds benoemde wordt dus niet gerekend als nieuwe opdracht. ok voor de opdrachten die verstrekt worden voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise geldt dat voor het bepalen van het aantal opdrachten, gekeken wordt naar de rapportagemodaliteit. Per rapportagemodaliteit wordt één formulier ingevuld. Bij de opstelling van het vragenformulier is rekening gehouden met de wijziging van de opdracht. Voor het optreden van n ter terechtzitting wordt een opdrachtformulier ingevuld voor iedere die opgeroepen is. Voor iedere ingeschakelde wordt een formulier kenmerken van de die daadwerkelijk is ingeschakeld ingevuld; dus zowel voor de supervisor als voor de -onderzoeker, als voor de NIFP-psychiater die optreedt ttz. 12A.0 Inhoudelijke kenmerken van de uiteindelijk verstrekte (nog te vervullen) opdracht(en) 12A.01 Waarop heeft de verstrekte opdracht betrekking? 1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contraexpertise 3. optreden ttz (ga naar 12A.20) 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise (ga naar 12A.20) 12A.02 Welke onderzoeksmodaliteit omvat de (eerste) opdracht voor onderzoek en rapportage ( & R)? 1. monodisciplinair psychiatrisch 2. monodisciplinair psychologisch 3. multidisciplinair (psa + pso) 4. tripel 5. klinisch PBC 6. klinisch ggz 7. anders, namelijk 8. n.v.t (geen opdracht & R) 12A.03 Welke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen tot de keuze voor de rapportagemodaliteit van de eerste opdracht voor & R? 1. voorstel officier van justitie 2. beslissing officier van justitie 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel raadsman/raadsvrouw 10. voorstel verdachte 11. anders, namelijk 12. n.v.t (geen opdracht & R) 12A.04 zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor & R omtrent rapportagemodaliteit die niet zijn gehonoreerd?, v.w.b herkomst, namelijk 3. ja, v.w.b inhoud, namelijk 4. n.v.t (geen opdracht & R)

10 542 Gedragsdeskundigen in strafzaken 12A.05 Gaat die (eerste) onderzoeksopdracht voor & R vergezeld van een of meer vraagstellingen? 12A.06 Van wie is de vraagstelling van de eerste onderzoeksopdracht voor & R afkomstig? 12A.07 Is bij de (eerste) onderzoeksopdracht voor & R gebruik gemaakt van de standaardvraagstelling van het Format van het NIFP? 12A.08 p welke vraagstelling(en) heeft die (eerste) onderzoeksopdracht voor & R betrekking? (ga naar 12A.09) 3. n.v.t (geen opdracht & R) 1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. rechter ter terechtzitting 4. NIFP 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. anders, nl 8. n.v.t (geen opdracht & R) 9. n.v.t (geen vraagstelling) 1. overwegingen van rapporteur bij weigering van verdachte onderzocht te worden 2. persoonlijkheid van de verdachte 3. achtergronden delinquent gedrag 4. gebrekkige ontwikkeling tijdens tlg feit(en) 5. ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en) 12A.09 Is bij de benoeming van de voor & R aangegeven binnen welke termijn de rapportage moet zijn uitgebracht? 12A.10 Is de eerste onderzoeksopdracht voor & R gewijzigd? 6. inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid van tlg feit(en) 7. inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 8. wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) 9. causaal verband tussen stoornis en tlg feit(en) 10. toerekeningsvatbaarheid 11. recidivegevaar voor delicten 12. gevaar voortkomend uit stoornis voor zichzelf, anderen of de algemene veiligheid van personen en/of goederen 13. advies omtrent interventies ter voorkoming van recidive 14. advies omtrent straf 15. advies omtrent maatregel 16. juridisch kader van evt behandeladvies 17. praktische haalbaarheid evt behandeladvies 18. anders, namelijk 19. n.v.t (geen opdracht & R) 20. n.v.t (geen vraagstelling) 1. ja, binnen 3 weken, binnen 4 weken 3. ja, binnen 5 weken 4. ja, binnen 6 weken 5. ja, binnen 7 weken 6. anders, namelijk weken 7. nee 8. n.v.t (geen opdracht & R) (ga naar 12A.20) 3. n.v.t (geen opdracht & R)

11 Bijlage: Checklist A.11 Van wie is het initiatief tot wijziging van de eerste onderzoeksopdracht voor & R afkomstig? 12A.12 Welke onderzoeksmodaliteit behelst de gewijzigde opdracht voor & R? 12A.13 Welke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen tot de keuze voor de rapportagemodaliteit van de gewijzigde opdracht voor & R? 12A.14 zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor gewijzigde opdracht & R die niet zijn gehonoreerd? 12A.15 Gaat die gewijzigde onderzoeksopdracht voor & R vergezeld van een of meer vraagstellingen? 1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. NIFP 4. eerste opdracht 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. verdachte 8. anders, nl 9. n.v.t (geen opdracht & R) 10. n.v.t (geen wijziging) 1. multidisciplinair 2. tripel 3. klinisch PBC 4. klinisch ggz 5. anders, namelijk 6. n.v.t (geen opdracht & R) 7. n.v.t (geen wijziging) 1. voorstel officier van justitie 2. beslissing officier van justitie 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel eerste opdracht 10. voorstel raadsman/verdachte 11. anders, namelijk 12. n.v.t (geen opdracht & R) 13. n.v.t (geen wijziging), v.w.b herkomst, namelijk 3. ja, v.w.b inhoud, namelijk 4. n.v.t (geen opdracht & R) 5. n.v.t (geen wijziging) (ga naar 12A.20) 3. n.v.t (geen opdracht & R) 4. n.v.t (geen wijziging) 12A.16 Van wie is de vraagstelling van de eerste onderzoeksopdracht voor & R afkomstig? 12A.17 Is bij de gewijzigde onderzoeksopdracht voor & R gebruik gemaakt van de standaardvraagstelling van het format van het NIFP? 12A.18 p welke vraagstelling(en) heeft die gewijzigde onderzoeksopdracht voor & R betrekking? 1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. rechter ter terechtzitting 4. NIFP 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. anders, nl 8. n.v.t (geen opdracht & R) 9. n.v.t (geen wijziging) 3. n.v.t 1. overwegingen van rapporteur bij weigering van verdachte onderzocht te worden 2. persoonlijkheid van de verdachte 3. achtergronden delinquent gedrag 4. gebrekkige ontwikkeling tijdens tlg feit(en) 5. ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en) 6. inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid van tlg feit(en) 7. inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 8. wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) 9. causaal verband tussen stoornis en tlg feit(en) 10. toerekeningsvatbaarheid 11. recidivegevaar voor delicten 12. gevaar voortkomend uit stoornis voor zichzelf, anderen of de algemene veiligheid van personen en/of goederen 13. advies omtrent interventies ter voorkoming van recidive 14. advies omtrent straf 15. advies omtrent maatregel 16. juridisch kader van evt behandeladvies 17. praktische haalbaarheid evt behandeladvies 18. anders, namelijk 19. n.v.t (geen opdracht & R) 20. n.v.t (geen vraagstelling)

12 544 Gedragsdeskundigen in strafzaken 12A.19 Is bij de benoeming van de gedragdeskundige bij de gewijzigde opdracht voor & R aangegeven binnen welke termijn de rapportage moet zijn uitgebracht? 1. ja, binnen 3 weken, binnen 4 weken 3. ja, binnen 5 weken 4. ja, binnen 6 weken 5. ja, binnen 7 weken 6. anders, namelijk weken 7. nee 8. n.v.t (geen opdracht & R) 9. n.v.t (geen wijziging) 12A.20 Is de die opgeroepen is om op te treden ttz verschenen? 3. n.v.t (niet opgeroepen) 12A.21 p wiens verzoek is de opgeroepen ttz? 1. rechter 2. officier van justitie 3. raadsman 4. verdachte 5. anders, namelijk 6. n.v.t (gd niet opgeroepen) 13A.0 Kenmerken van de die daadwerkelijk is i ngeschakeld Aantal ingeschakel... 13A.01 In het kader van wat voor opdracht is deze in de zaak betrokken? 1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise 13A.02 In welke hoedanigheid is deze betrokken in deze zaak? 1. supervisor 2. zelfstandig werkend 3. gesuperviseerd door NIFP-psychiater 4. gesuperviseerd door NIFP-psycholoog 5. gesuperviseerd anders dan door NIFP, namelijk door NIFP-psychiater-ttz 7. anders, namelijk 13A.03 Welke discipline heeft deze? 13A.04 Welke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen aan de keus voor de p ersoon van de ingeschakelde? 13A.05 zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor inschakeling van een die niet zijn gehonoreerd? 13A.06 Is deze voor deze opdracht beëdigd? 13A.07 Vanuit welk verband is deze betrokken in deze zaak? 1. psychiater 2. arts-assistent (psychiater i.o.) 3. psycholoog 4. anders, namelijk 1. voorstel o.v.j. 2. beslissing o.v.j. 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel raadsman/-vrouw 10. voorstel verdachte 11. anders, namelijk, vwb persoon, nl 3. ja, vwb discipline, nl 4. n.v.t (er was geen voorstel) 2. nee, omdat de supervisor was beëdigd 3. ja, als vast gerechtelijk deskundige 4. ja, als deskundige gedurende een bepaalde periode 5. ja, als deskundige eenmalig voor deze zaak 6. ja, als deskundige 7. ja, als getuige-deskundige 8. anders, nl 1. op persoonlijke titel niet uit adviesbureau 2. op persoonlijke titel uit een adviesbureau 3. klinisch vanuit dienstverband met PBC 4. klinisch vanuit dienstverband met GGZ 5. vanuit NIFP 6. anders, nl

13 Bijlage: Checklist A.08 Hoeveel onderzoeken Pro Justitia in strafzaken verricht deze gemiddeld per jaar? 13A.09 Hoe lang is deze werkzaam als onderzoeker in strafzaken? 13A.10 Verricht deze andere werkzaamheden? 13A.11 Is deze BIG-geregistreerd? 13A.12 zijn van deze registratie bewijsstukken overlegd? per jaar per jaar per jaar per jaar per jaar per jaar 7. meer dan 100 per jaar 1. minder dan 2 jaar 2. minstens 2 maar nog geen 5 jaar 3. minstens 5 maar nog geen 10 jaar jaar of langer, als behandelaar 3. ja, in eigen praktijk 4. ja, bij een NIFP 5. ja, bij een RIAGG 6. ja, in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis 7. ja, in een TBS-kliniek 8. ja, bij een universiteit 9. ja, anders, nl 10. onbekend 11. n.v.t 2. onbekend bij NIFP 3. onbekend bij rechtbank 4. onbekend bij openbaar ministerie 5. ja 6. ja, beperkte registratie 7. ja, als gz-psycholoog 8. ja, specialistenregistratie (psychiater) 9. ja, als psychotherapeut 10. ja, anders, nl.., bij het NIFP 3. ja, bij de rechter-commissaris 4. ja, bij het openbaar ministerie 13A.13 Welke forensische opleiding heeft deze ingeschakelde genoten? 1. geen 2. volgt theoretische opleiding bij Stichting Pro Justitia 3. heeft certificaat theoretische opleiding tot Pro Justitia rapporteur 4. heeft praktische opleiding gehad van van het NIFP 5. is theoretische geschoold als Pro Justitia rapporteur tijdens opleiding tot 6. is praktisch geschoold als Pro Justitia rapporteur tijdens opleiding tot 7. onbekend bij het NIFP 8. onbekend bij de rechtbank 9. onbekend bij het openbaar ministerie 10. anders, namelijk

14 546 Gedragsdeskundigen in strafzaken nderdeel 2 Aantal onderzoeken in deze zaak: Psychiatrisch onderzoek aantal onderzoeken in deze zaak... Psychologisch onderzoek... Rapportage die niet tot een te herleiden is... In dit onderdeel worden alleen onderzoeksformulieren ingevuld voor de onderzoeker die het onderzoek daadwerkelijk heeft verricht. Dit betekent dat wanneer onder supervisie wordt gerapporteerd geen formulier voor de supervisor wordt ingevuld. 23A.0 Proces inhoud onderzoek dat niet tot één te herleiden is Wanneer over n gesproken wordt dan worden hiermee alleen de onderzoekers bedoeld. De bijdrage van de supervisor(en) wordt apart vermeld. nderzoeksactiviteiten 23A.01 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken? (ga naar 23A.03), 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.03) 23A.02 Hoeveel keer is in het kader van dit onderzoek door minstens één met verdachte gesproken? keer 2. blijkt niet uit rapport 3. n.v.t (verdachte niet gesproken) 23A.03 Heeft in het kader van dit onderzoek minstens één supervisor met verdachte gesproken? 23A.04 Hoeveel keer is door minstens één supervisor in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken? 23A.05 Hoeveel uur hebben gezamenlijk geïnvesteerd in het onderzoek? 23A.06 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van een tolk? 23A.07 Waarover heeft blijkens het rapport minstens één in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken? (ga naar 23A.05) 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.05) 4. n.v.t (geen supervisor) keer 2. blijkt niet uit rapport 3. n.v.t (geen supervisor) 4. n.v.t (supervisor heeft verdachte niet gesproken) 1....uur 2. blijkt niet uit rapport 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t 1. over alle tlg feit(en) 2. over ten minste sommige tlg feiten 3. over sommige tlg feiten wel, over andere niet 4. evt. justitiële voorgeschiedenis 5. biografie (algemeen) 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. evt. invloed van middelengebruik op tlg feit(en) 11. motivatie voor een (eventuele) behandeling 12. het mogelijk advies voor een specifieke behandeling/begeleiding 13. evt te adviseren straf 14. evt te adviseren maatregel 15. anders, nl 16. n.v.t (verdachte niet gesproken)

15 Bijlage: Checklist A.08 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek processtukken geraadpleegd? 23A.09 In hoeverre heeft minstens één bij zijn onderzoek gebruik gemaakt van de processtukken?, proces-verbaal politie 3. ja, verhoor rechter-commissaris 4. ja, uittreksel justitieel documentatieregister 5. ja, briefrapport NIFP 6. ja, eerder uitgebrachte P.J. rapportage(s) 7. ja, reclasseringsrapportage(s) 8. ja, proces-verbaal terechtzitting 9. ja, anders, nl 10. blijkt niet uit rapport 1. hij heeft de tenlastelegging overgenomen in het rapport 2. hij geeft aan dat uit de stukken blijkt waar verdachte van verdacht wordt 3. hij geeft een opsomming van de geraadpleegde stukken 4. hij heeft een samenvatting gemaakt van het procesverbaal van politie 5. hij heeft een samenvatting gegeven uit het p.v. van verhoor bij de rechter-commissaris 6. hij heeft verdachte geconfronteerd met tegenstrijdigheden in diens verhaal bij onderzoeker en de processtukken 7. uit het rapport blijkt dat hij het verhaal van verdachte vergeleken heeft met de processtukken 8. in het rapport wordt verwezen naar het procesverbaal 9. anders, nl 10. blijkt niet uit het rapport 23A.10 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van binnen het penitentiaire veld aanwezige heteroanamnestische gegevens die hij zelf heeft verzameld? 23A.11 Heeft minstens één hiervoor toestemming gevraagd aan verdachte? 23A.12 Heeft minstens één hiervoor toestemming gekregen van verdachte? 23A.13 Van wie zijn deze gegevens afkomstig of welke referenten uit het penitentiaire veld heeft minstens één van blijkens het rapport geraadpleegd? (ga naar 23A.14) 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.14) 4. uit het rapport blijkt in ieder geval dat hij heeft overlegd met de reclassering 5. anders, nl 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl. 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 1. verpleging P.I. 2. huisarts PI 3. psychiater P.I. 4. psycholoog P.I. 5. reclassering 6. anders, nl 7. blijkt niet uit rapport 8. n.v.t (geen gegevens verzameld)

16 548 Gedragsdeskundigen in strafzaken 23A.14 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van buiten het penitentiaire veld aanwezige heteroanamnestische gegevens die hij zelf heeft verzameld? (m.a.m) 23A.15 Heeft minstens één hiervoor toestemming gevraagd aan verdachte? 23A.16 Heeft minstens één hiervoor toestemming gekregen van verdachte? 23A.17 Van wie zijn deze gegevens afkomstig of welke referenten van buiten het penitentiaire veld heeft de n blijkens het rapport geraadpleegd? (ga naar 23A.18) 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.18) 4. uit het rapport blijkt in ieder geval dat mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of voorstel: mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 1. partner 2. ouders 3. andere familieleden 4. huisgenoten 5. huisarts 6. medisch specialist 7. RIAGG 8. mederapporteur 9. anders, nl 10. blijkt niet uit rapport 11. n.v.t (geen gegevens verzameld) 23A.18 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek somatisch onderzoek verricht of doen verrichten? 23A.19 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek ander medisch specialistisch onderzoek doen verrichten? 23A.20 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek intelligentietest(s) afgenomen? 23A.21 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek organiciteitstest(s) afgenomen? 3. blijkt niet uit rapport nl 3. blijkt niet uit rapport, WAIS 3. ja, GIT 4. ja, Raven 5. ja, andere intelligentietest(s), namelijk 6. blijkt niet uit rapport, Bender 3. ja, Benton 4. ja, Bourdon Wiersma 5. ja, CFT 6. ja, Grassi 7. ja, Hooper 8. ja, Stroop test 9. ja, Verhaaltje vragen 10. ja, 15 woorden test 11. Andere organiciteitstest(s), namelijk 12. blijkt niet uit rapport 13. n.v.t. (geen testen afgenomen)

17 Bijlage: Checklist A.22 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek gestandaardiseerde persoonlijkheidsvragenlijsten afgenomen? 23A.23 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek projectiemateriaal gebruikt? 23A.24 Worden de testuitslagen in het rapport vermeld? 23A.25 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek overleg gepleegd met de reclassering? 23A.26 Heeft minstens één in het kader van dit onderzoek overleg gepleegd met het NIFP?, ABV 3. ja, BDHID 4. ja, EPPS 5. ja, MMPI 2 6. ja, NPV 7. ja, NVM 8. ja, Seksualiteitsvragenlijsten 9. ja, andere gestandaardiseerde persoonlijkheidsvragenlijst(en) namelijk, 10. blijkt niet uit rapport, House Tree Person 3. ja, Thematic apperception test 4. ja, Zinnen aanvultest 5. ja, Rorschach 6. ja, ander projectief materiaal, namelijk 7. blijkt niet uit rapport 2. sommige wel, andere niet 3. ja, integraal 4. ja, zij het niet integraal 5. anders, nl 6. n.v.t. 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t (reclassering niet ingeschakeld) 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t 23A.27 Heeft minstens één het rapport met verdachte besproken? 23A.28 Heeft minstens één de verdachte gelegenheid gegeven tot het doen van voorstellen voor het aanbrengen van correcties? 23A.29 Heeft minstens één andere bronnen geraadpleegd dan hierboven omschreven? 23A.30 Heeft minstens één andere onderzoeksactiviteiten verricht? 23A.31 Is het rapport binnen de gestelde termijn uitgebracht? (ga naar 23A.29) 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.29) 4. anders, nl 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t (rapport niet besproken), onderzoek maatschappelijk werk 3. ja, onderzoek groepsleiding 4. ja, anders, nl 5. blijkt niet uit rapport, nl 3. blijkt niet uit rapport 3. zo nee, hoeveel tijd na benoeming was het rapport beschikbaar 4. blijkt niet uit het dossier 5. n.v.t. (geen termijn gesteld)

18 550 Gedragsdeskundigen in strafzaken 33A.0 Inhoud rapportage die niet tot een te herleiden is 33A.0 mvang rapportage, gestelde vragen en geboden informatie 33A.01 Wat is de omvang van de rapportage? aantal blz... Komen de volgende aspecten in de rapportage expliciet aan de orde? 33A.02 de persoonlijkheid van de verdachte nee als vraag als info als vraag en als info 33A.03 aanwezigheid van gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens tijdens tlg feit(en) nee als vraag als info als vraag en als info 33A.04 aanwezigheid van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens tijdens tlg feit(en) nee als vraag als info als vraag en als info 33A.05 aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van aard, niet zijnde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en) nee als vraag als info als vraag en als info 33A.06 inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) nee als vraag als info als vraag en als info 33A.07 wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) niet als vraag als info als vraag en als info 33A.08 causaal verband tussen gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis en tlg feit(en) niet als vraag als info als vraag en als info 33A.09 causaal verband tussen (andere) aspecten van gd aard, niet zijnde een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis en tlg feit(en) niet als vraag als info als vraag en als info 33A.10 toerekeningsvatbaarheid niet als vraag als info als vraag en als info 33A.11 recidivegevaar niet als vraag als info als vraag en als info 33A.12 advies omtrent behandeling niet als vraag als info als vraag en als info 33A.13 advies omtrent straf niet als vraag als info als vraag en als info 33A.14 advies omtrent maatregel niet als vraag als info als vraag en als info 33A.15 juridisch kader van evt behandeladvies niet als vraag als info als vraag en als info 33A.16 praktische haalbaarheid evt behandeladvies niet als vraag als info als vraag en als info 33A.17 Wordt er een vraag gesteld over een ander(e) aspect(en)?, nl

19 Bijlage: Checklist A.18 Geeft de minstens n informatie over een ander(e) aspect(en)?, nl 33A.19 Als niet alle vragen expliciet beantwoord worden, geeft de psycholoog dan aan waarom hij bepaalde vragen onbeantwoord laat?, blijkt niet uit rapport 2. Voor sommige vragen wel, voor andere niet 3. omdat het onderzoek onvolledig is 4. omdat verdachte zijn medewerking aan het onderzoek gedeeltelijk laat afweten 5. omdat verdachte tlg feit(en) ontkent 6. anders, nl 7. n.v.t (alle vragen beantwoord)(geen vragen vermeld in rapport) 33A.20 Gesprek over tenlastegelegde feit(en) 33A.21 Wat is de uitkomst van het gesprek dat minstens één van met verdachte heeft gehad over tlg feit(en)? 1. verdachte ontkent tlg feit(en) 2. verdachte zegt geen herinnering te hebben aan tlg feit(en) 3. in het rapport staat verdachtes verhaal over de toedracht van tlg feit(en), nl 4. in het rapport staat verdachtes verhaal over de situatie voorafgaande aan tlg feit(en), nl 5. in het rapport staat verdachtes verhaal over de toedracht na tlg feit(en), nl 6. anders, nl 7. blijkt niet uit rapport 8. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 33A.22 Geeft minstens één van expliciet substantiële 4 discrepantie(s) aan tussen het gesprek over tlg feit(en) en de beschrijving van de toedracht van tlg feit(en) in de processtukken? (ga naar 33A.31), nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 33A.23 Geeft minstens één van verklaring(en) aan voor deze discrepantie(s)?, nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 4. n.v.t (geen discrepantie(s) aangegeven) 33A.24 Geeft minstens één van andere dan verklaring(en) aan voor deze discrepantie(s)?, nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 4. n.v.t (geen discrepantie(s) aangegeven) 33A.30 Diagnostiek; conclusie, vindplaats(en) bouwste(e)n(en) 33A.31 Wat concludeert over de aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens? 1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.33) 2. er is geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. antisociale persoonlijkheidsstoornis 4. borderline persoonlijkheidsstoornis 5. narcistische persoonlijkheidsstoornis 6. afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 7. theatrale persoonlijkheidsstoornis 8. ontwijkende persoonlijkheidsstoornis 9. paranoïde persoonlijkheidsstoornis 10. schizotypische persoonlijkheidsstoornis 11. schizoïde persoonlijkheidsstoornis 12. obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis 13. persoonlijkheidsstoornis NA 14. zwakzinnigheid 15. anders, nl

20 552 Gedragsdeskundigen in strafzaken 33A.32 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze diagnose? 33A.33 Wat concludeert over de aanwezigheid van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, nl 16. n.v.t (geen gebrekkige ontwikkeling) 1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.35) 2. er is geen sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens 3. schizofrenie, paranoïde type 4. alcoholafhankelijkheid 5. gebruik van alcohol 6. afhankelijkheid van verschillende middelen 7. pedofilie 8. cannabisafhankelijkheid 9. psychotische stoornis NA 10. cocaïne-afhankelijkheid 11. gedragsstoornis NA 12. gebruik van cannabis 13. gedragsstoornis 14. misbruik van cocaïne 15. pervasieve ontwikkelingsstoornis NA 16. dysthyme stoornis 17. aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit 18. posttraumatische stress-stoornis 19. anders, nl 33A.34 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze diagnose? 33A.35 Heeft minstens één van (andere) aspecten of kenmerken van aard gevonden zonder dat gesproken wordt van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens - die mogelijkerwijs van invloed zijn geweest op de toerekeningsvatbaarheid tijdens tlg feit(en)? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, nl 16. n.v.t (geen ziekelijke stoornis) 1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.41), maar als irrelevant voor toerekeningsvatbaarheid bestempeld 3. ja, als mogelijk gerelateerd aan toerekeningsvatbaarheid 4. ja, nl

21 Bijlage: Checklist A.36 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze (andere) aspecten of kenmerken van aard? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, namelijk 16. n.v.t (geen (andere) aspecten of kenmerken van gd aard) 33A.40 Inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en 33A.41 Wat concludeert over verdachtes inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 1. rapport geeft geen expliciete informatie (ga naar 33A.51) 2. verdachte had geen inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 3. verdachte had beperkt inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 4. verdachte had inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 5. verdachte had inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid bij sommige, maar niet bij alle tlg feit(en) 6. anders, nl 7. n.v.t (niet als vraag aan de orde) 33A.42 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor de uitspraak over het inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)? 33A.43 Welke bouwstenen draagt minstens één van expliciet aan voor zijn uitspraak over het inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (rapport geeft geen info over inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid) 1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. anders, nl 12. n.v.t (geen info over inzicht) 13. n.v.t (anders)

22 554 Gedragsdeskundigen in strafzaken 33A.50 Wilsvrijheid tijdens tlg feiten, conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en 33A.51 Wat concludeert over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) 1. rapport geeft geen expliciete informatie (ga naar 33A.61) 2. verdachte was niet in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 3. verdachte was sterk verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 4. verdachte was verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 5. verdachte was enigszins verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 6. verdachte was in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 7. verdachte was voor sommige feiten wel in staat zijn wil in vrijheid te bepalen, voor andere verminderd of niet 8. anders, nl 33A.52 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor de uitspraak over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (geen info over wilsvrijheid) 33A.53 Welke bouwstenen draagt minstens één van expliciet aan voor zijn uitspraak over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)? 1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. aanwezig zijn van een beperking in keuzemogelijkheden op grond van de gevonden stoornis(sen) 12. beschrijving van beperking(en) in keuzemogelijkheden 13. anders, nl 14. n.v.t (geen info over wilsvrijheid) 15. n.v.t (anders) 33A.60 Causaal verband tussen stoornis(sen) en tlg feit(en), conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en 33A.61 Wat concludeert over het bestaan van een causaal verband tussen de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en tlg feit(en)? 1. rapport geeft geen expliciete informatie over een causaal verband 2. geen causaal verband 3. er is een causaal verband 4. voor sommige tlg feit(en) bestaat een causaal verband, voor andere niet 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gebrekkige ontwikkeling)