Opgesteld. Controle. Controle/Vrijgave

Transcriptie

1 Document PERIODIEKE RAPPORTAGE 2018 Datum 22 mei 2019 Versie 1 Status Definitief Paraaf: Opgesteld Naam: B. Veldkamp Functie: KAM-coördinator Datum: Controle Naam: M. Muskee Functie: Energie Manager Datum: Controle/Vrijgave Naam: E. Scholten Functie: Directeur Datum: Beens Dredging Harmenkaag LA Schagen Postbus AA Genemuiden Tel: info@beensdredging.nl

2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BASISGEGEVENS Beschrijving van de organisatie Afbakening Operationele grenzen Verantwoordelijkheden Basisjaar Rapportageperiode Verificatie BEREKENINGSMETHODIEK Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel Wijzigingen berekeningsmethodiek Uitsluitingen Opname van CO Biomassa ANALYSE VAN DE VOORTGANG Herberekening basisjaar en historische gegevens Directe & Indirecte emissies Trends Voortgang reductiedoelstellingen Onzekerheden Medewerker bijdrage en status voorgaande maatregelen... 9 PERIODIEKE RAPPORTAGE

3 1 INLEIDING Als onderdeel van haar implementatie van de rapporteert Beens Dredging over haar CO2 uitstoot. Omdat 2018 het basisjaar is, is de rapportage nu eenmalig over het gehele jaar opgesteld. Per ingang van 2019 zal elk halfjaar over de CO 2-uitstoot, maatregelen en voortgang van de reductiedoelstellingen worden gecommuniceerd. Deze periodieke rapportage beschrijft de volgende aspecten: Een analyse van de CO 2-uitstoot van 2018; Per ingang van 2019 zullen hier de volgende zaken aan toegevoegd worden om de voortgang t.o.v. het basisjaar te kunnen monitoren: De voortgang van reductiedoelstellingen door analyse van trends; Eventuele wijzigingen in de berekeningsmethode. Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Deze periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in 7.3 uit de ISO Een koppelingstabel vind u hieronder. 7.3 ISO PERIODIEKE RAPPORTAGE a 1.1 b 1.2 c 1.4 d 2.1 e 4.2 f 3.7 g 3.6 h 3.5 i 4.2 j k l 3.1 m 3.3 n 3.1 o 4.5 p Inleiding q 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel Periodieke Rapportage en 7.3 uit de ISO PERIODIEKE RAPPORTAGE

4 2 BASISGEGEVENS 2.1 BESCHRIJVING VAN DE ORGANISATIE Beens Infra Holding B.V. is een bedrijf dat is gericht op het uitvoeren van projecten in de GWW-sector waarbij het accent op waterbouwkundige werken ligt. Het ontwerpen en uitvoeren van grond-, water- en wegenbouwkundige werken zoals: baggerwerken; aanleg van jachthavens; aanbrengen van damwanden en beschoeiingen; ankerconstructies; sloopwerken; betonwerken; onderhoudswerken; uitvoeren van (water)bodemsaneringen; ingrepen in de waterbodem. Daarnaast is zusterbedrijf Infra Trading een handelsmaatschappij. Onder andere behartigt zij de verkoop van stalen damwanden, stalen buispalen, stalen profielen, kunststofroosters, verschillende steigeronderdelen etc. Beens Infra BV en zusterbedrijf Infra Trading zijn eigendom van dezelfde eigenaar (Beens Infra Holding B.V.). Onder Beens Infra B.V. vallen ook de baggerwerkzaamheden welke onder de naam Beens Dredging B.V. uitgevoerd worden. Beens Dredging is gevestigd in Schagen en sinds enkele jaren operationeel. De genoemde bedrijven worden ook door dezelfde directie centraal aangestuurd. Figuur 1: Organogram Beens Infra Holding B.V. 2.2 AFBAKENING Deze Periodieke Rapportage beschrijft de CO 2 footprint van Beens Dredging, de overige B.V. s komen niet in deze rapportage naar voren maar in die van de holding. Hiervoor is gekozen omdat de activiteiten van Beens Dredging significant anders zijn, maar wel een groot aandeel van de totale footprint van Beens Infra Holding inneemt. Bovendien wordt voor Beens Dredging een separate ketenanalyse opgesteld, de monitoring en resultaten hiervan zullen in de opvolgende rapportages aan bod komen. PERIODIEKE RAPPORTAGE

5 2.3 OPERATIONELE GRENZEN Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen scope 1, 2 & 3 categorieën. In de scopeindeling van de CO 2-Prestatieladder houdt dit het volgende in: Scope 1: Alle directe CO 2-uitstoot van het bedrijf. Scope 2: Alle indirecte CO 2-uitstoot die direct te beïnvloeden is, namelijk uitstoot door elektriciteit, vliegreizen en zakelijke kilometers met privéauto s. Scope 3: Alle overige indirecte uitstoot. Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een energie auditverslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen, dan worden het energieauditverslag en de emissie-inventaris aangepast. Figuur 2: Scopegrenzen De wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode zijn nihil. In 2017 is in de hopper in gebruik genomen welke een significante invloed heeft op de totale CO2 footprint, in 2018 is deze het gehele jaar in de vaart geweest. Daarnaast is het wagenpark uitgebreid doordat nieuwe medewerkers in dienst zijn gekomen. De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn: Scope 1: verwarming kantoor; brandstofverbruik wagenpark; brandstofverbruik materieel; hierin zijn ook de ingehuurde duwboten van derden meegenomen doordat zij via Beens Dredging tanken en onlosmakelijk verbonden zijn met onze werkzaamheden. Scope 2: elektriciteit kantoor; gedeclareerde zakelijke kilometers privéauto s. PERIODIEKE RAPPORTAGE

6 2.4 VERANTWOORDELIJKHEDEN DOCUMENT INHOUD VERANTWOORDELIJKE FREQUENTIE Directiebeoordeling Beoordeling van de directie over de CO 2- Prestatieladder met als input resultaten van audits, vervolgmaatregelen van andere directiebeoordelingen en aanbeveling voor verbetering Tabel 2: Verantwoordelijkheden per document ACTUALISEREN Kwaliteitsmanagementplan Stuurcyclus, procedures voor opstellen emissie KAM-coördinator Jaarlijks inventaris, beschrijving organisatorische grenzen Energie audit verslag Inventarisatie van energieverbruikers, mogelijke KAM-coördinator Jaarlijks reductiemaatregelen en initiatieven Emissie inventaris Energiestromen, CO 2-footprint KAM-coördinator Half jaarlijks Communicatieplan Stakeholderanalyse, communicatie doelen, KAM-coördinator Jaarlijks -planning en -middelen Beschrijving trends, voortgang en analyse KAM-coördinator Half jaarlijks Status projecten met gunningvoordeel Energie Manager Half jaarlijks Energiemanagement actieplan Reductiemaatregelen, verantwoordelijken hiervoor, deelname aan initiatieven Directie Directie Jaarlijks Jaarlijks Eindverantwoordelijke (directie-verantwoordelijke): Ewald Scholten 2.5 BASISJAAR Het basisjaar is Deze 1 e periodieke rapportage rapporteert over het basisjaar. De volgende periodieke rapportages zullen per half jaar worden opgesteld is als basisjaar genomen omdat dit jaar een realistische weergave geeft van de CO2 footprint doordat de hopper het hele jaar in gebruik is geweest. De komende jaren kan derhalve objectief worden bekeken of een CO 2 reductie wordt gerealiseerd. Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar her berekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens, dan wordt dit beschreven in RAPPORTAGEPERIODE Deze periodieke rapportage beschrijft de CO 2-emissies van VERIFICATIE De emissie inventaris is niet geverifieerd. PERIODIEKE RAPPORTAGE

7 3 BEREKENINGSMETHODIEK 3.1 ACTUELE BEREKENINGSMETHODIEK & CONVERSIEFACTOREN Het meest recente Handboek CO 2-prestatieladder, zoals uitgegeven door de SKAO, vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Jaarlijks wordt door een extern adviesbureau gekeken of de conversiefactoren nog overeenkomen met de laatste versie van het handboek. 3.2 BEREKENING / ALLOCATIE VAN EMISSIES BINNEN PROJECTEN MET GUNNINGVOORDEEL In de projectplannen van de projecten met gunningsvoordeel zijn monitoringsmatrixen opgenomen. 3.3 WIJZIGINGEN BEREKENINGSMETHODIEK Er zijn geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek. 3.4 UITSLUITINGEN CO 2-emissies voortkomend uit airconditioning worden niet meegenomen binnen de CO 2-rapportage, omdat deze verwaarloosbaar zijn ten opzichte van de andere emissiestromen. Er zijn geen overige uitsluitingen. 3.5 OPNAME VAN CO 2 Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO 2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.6 BIOMASSA Er is in de afgelopen periode geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding. PERIODIEKE RAPPORTAGE

8 Scope 2 Scope 1 4 ANALYSE VAN DE VOORTGANG 4.1 HERBEREKENING BASISJAAR EN HISTORISCHE GEGEVENS Deze periodieke rapportage betreft het basisjaar 2018, derhalve heeft er nog geen herberekening plaats gevonden. 4.2 DIRECTE & INDIRECTE EMISSIES 2018 In 2018 bedroeg de CO 2-footprint van Beens Groep 1286 ton CO 2. Hieronder zijn de verschillende onderdelen en percentages weergegeven. ONDERDEEL TON CO 2 % Brandstof drijvend % materieel Brandstof vrachtwagen 12 1% Brandstof overig materieel % Auto s UTA-personeel 61 4% Auto s CAO-personeel 29 2% Verwarming 8 0,5% Elektriciteit 5 0,3% Gedeclareerde kilometers 4 0,2% Totaal % Tabel 2: Emissies 2018 absoluut Figuur 3: Emissies 2018 percentueel De grootste bijdrage wordt geleverd door het brandstofverbruik van het drijvend materieel en het overige materieel (kranen, aggregaten en dergelijke). Zoals in 2.3 opgemerkt is het brandstofverbruik van ingehuurde duwboten hier ook in meegenomen doordat zij via Beens Dredging bunkeren en derhalve ook inzicht is in hun verbruik. Dit wordt daarom onder directie emissies geschaard hoewel deze duwboten bij derden worden ingehuurd. De projecten veroorzaken verreweg de meeste uitstoot (95%). De uitstoot als gevolg van de overhead is beperkt, zeker ten opzichte van het geheel (5%). TOTAAL: 100% Overhead 5% Projecten 95% PERIODIEKE RAPPORTAGE

9 4.3 TRENDS Deze rapportage betreft het basisjaar waardoor nog geen trends waargenomen kunnen worden. Wel wordt voor de volledigheid de onderverdeling voor het 1 e en 2 e halfjaar van 2018 weergegeven. Ten opzichte van het eerste halfjaar is de uitstoot in het 2 e halfjaar afgenomen; dit komt mede door de bouwvak en kerstvakantie. Daarnaast heeft de KB1649 op de scheepswerf gelegen in verband met onderhoudswerkzaamheden; de bijbehorende duwboot is één van de grootverbruikers qua CO2 uitstoot waardoor dit tot een reductie in absolute zin heeft geleid. Onderstaande tabel geeft weer hoe de verdeling qua scope 1 en 2 is, daaruit is op te maken dat de emissies voor wat betreft scope 2 te verwaarlozen zijn ten opzichte van de totale emissies. H1 H2 Scope ton 550 ton Scope 2 5,8 ton 3,7 ton 4.4 VOORTGANG REDUCTIEDOELSTELLINGEN Deze rapportage betreft het basisjaar, in de volgende rapportage zal de voortgang van de reductiedoelstellingen beschreven worden. 4.5 ONZEKERHEDEN Het is niet inzichtelijk wanneer de veldleveringen geleverd worden, hier door kan het ene (half)jaar erg vertekenen ten opzichte van een aangrenzend jaar. Deze onzekerheid is lastig uit te bannen. Daarnaast bunkeren de duwboten grote hoeveelheid brandstof in één keer. Als net in een nieuw half jaar wordt getankt door een aantal duwboten, dan kan ook dit tot een vertekend beeld leiden. Door ook op jaarlijks niveau te monitoren wordt dit eventueel vertekend beeld echter grotendeels weggenomen. 4.6 MEDEWERKER BIJDRAGE EN STATUS VOORGAANDE MAATREGELEN Voor de verbeterideeën qua CO2 reductie wordt verwezen naar de periodieke rapportages van de Beens Infra Holding, hetzelfde geldt voor de status van voorgaande maatregelen. Binnen Beens Dredging is een nieuwe uitvraag gedaan aan de medewerkers voor het actief blijven aanleveren van nieuwe ideeën voor het reduceren van CO 2. PERIODIEKE RAPPORTAGE