De model VNG-verordening en de regionale nota vormen het kader voor het nieuwe prostitutiebeleid van de gemeente Breda.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De model VNG-verordening en de regionale nota vormen het kader voor het nieuwe prostitutiebeleid van de gemeente Breda."

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Breda. Nr. CVDR335988_1 17 oktober 2017 HET RODE LICHT UIT DE SCHEMER Het Bredase beleid voor de seksbranche na opheffing van het bordelenverbod. Hoofdstuk 1. INLEIDING Op 1 oktober 2000 komt het bordeelverbod in het Wetboek van Strafrecht te vervallen. Hierdoor krijgen gemeenten ruimere mogelijkheden tot het voeren van een prostitutiebeleid. Met het voorstel tot opheffing van het bordeelverbod wordt beoogd aansluiting te zoeken bij de maatschappelijke realiteit en het prostitutiebedrijf te erkennen als legale bedrijfstak. Dit betekent dat het exploiteren van prostitutie in algemene zin niet langer strafbaar is gesteld en dat gemeenten bij verordening voorschriften kunnen stellen. Vormen van onvrijwillige prostitutie (door geweld, bedreiging met geweld, misbruik van overwicht, of misleiding) en prostitutie door minderjarigen blijven strafbaar. In deze notitie wordt het gemeentelijk beleid ten aanzien van prostitutie- en andere seksinrichtingen geformuleerd. Bij het ontwerpen van een nieuwe regeling is zoveel mogelijk aangesloten bij de bepalingen inzake seksinrichtingen, sekswinkels en arbeidsomstandigheden van prostituees uit de model Algemene Plaatselijke Verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna te noemen: "model APV") Omwille van een goede afstemming en uniformering van beleid binnen de politieregio Midden en West Brabant heeft een regionale werkgroep de regionale nota prostitutiebeleid opgesteld, waarin kaders en handreikingen voor een regionaal prostitutiebeleid zijn opgenomen. Deze nota is vastgesteld door het Regionaal College op 31 mei De regionale afspraken hebben onder meer betrekking op de doelstellingen van gemeentelijk prostitutiebeleid (paragraaf 4.2), het sluitingsuur voor seksinrichtingen (paragraaf 4.4), inrichtings- en brandveiligheidseisen voor prostitutiebedrijven (paragrafen 4.2.1) en het handhavingsbeleid (hoofdstuk 6). De model VNG-verordening en de regionale nota vormen het kader voor het nieuwe prostitutiebeleid van de gemeente Breda. In hoofdstuk 2 worden de verschillende verschijningsvormen van prostitutie- en seksinrichtingen gedefinieerd. Reeds geruime tijd wordt een actief gedoogbeleid gevoerd (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 worden de nieuwe beleidsuitgangspunten geformuleerd. Een overgangsregeling voor bestaande seksinrichtingen is opgenomen in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn een aantal beleidsuitgangspunten m.b.t. handhaving opgenomen. Hoofdstuk 7 is de communicatieparagraaf. Aan het slot van elk hoofdstuk (m.u.v. de hoofdstukken 1 en 4) worden een aantal voorstellen gedaan. Een overzicht van deze voorstellen is opgenomen in hoofdstuk 8. Het conceptbesluit tot wijziging van hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 1997 en de daarop gebaseerde beleidsregeling zijn opgenomen in de bijlagen. Deze notitie is tot stand gekomen in de gemeentelijke werkgroep prostitutiebeleid waarin vertegenwoordigers van gemeente, politie, Openbaar Ministerie zitting hebben. (Zie bijlage 1). Hoofdstuk 2 DEFINITIES. Onderstaande definities zijn alle conform de model APV, tenzij anders is aangegeven. 2.1 Seksinrichtingen Definitie seksinrichting Het centrale begrip in deze notitie is het begrip "seksinrichting". Hieronder wordt verstaan: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf -waaronder begrepen een erotische massagesalon-, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. Ook z.g. "sekscampers", die veelal op parkeer- en carpoolplaatsen tijdelijk worden geplaatst, worden als seksinrichtingen aangemerkt. Binnen de definitie van "seksinrichting" wordt in deze notitie onderscheid gemaakt tussen 1. prostitutiebedrijven: die seksinrichtingen, waar personen zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 1

2 2. overige seksinrichtingen, waar erotische vertoningen plaatsvinden, zoals bioscopen en clubs; binnen deze inrichtingen vindt geen prostitutie plaats. Aantal seksinrichtingen in Breda In Breda bevinden zich thans 11 seksinrichtingen. Een lijst van seksinrichtingen is opgenomen in bijlage 2. Van deze 11 bedrijven kunnen er 7 worden aangemerkt als prostitutiebedrijven, waarvan enkele in combinatie met een parenclub en seksbioscoop. Bij de overige vier seksinrichtingen is er sprake van een seksbioscoop met seksautomaten (videocabines), in combinatie met de verkoop van seksartikelen. Aantal prostituees in prostitutiebedrijven Binnen de prostitutiebedrijven zijn thans (juni 2000) ongeveer 47 prostituees werkzaam. Van deze 47 prostituees zijn er 6 mannelijke, die allen binnen één bedrijf werkzaam zijn. Er zijn 21 buitenlandse vrouwen, de helft daarvan is afkomstig uit Oost Europa, de andere helft uit Afrika. 2.2 Sekswinkels/seksvideotheken In de model APV worden de sekswinkels en -videotheken, waar geen prostitutie plaatsvindt of andere "erotische vertoningen" plaatsvinden, niet als seksinrichting aangemerkt. Voor deze categorie van bedrijven geldt een afzonderlijk regime. Breda heeft één sekswinkel annex videotheek, waarin hoofdzakelijk artikelen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd. 2.3 Andere vormen van prostitutie Prostitutie in Breda vindt niet uitsluitend plaats in seksinrichtingen. Bij de politie zijn 5 escort-bedrijven bekend. Een lijst is opgenomen in bijlage 2. Bovendien is er nog een onbekend aantal thuiswerk(st)ers. Definitie escortbedrijf Een escortbedrijf wordt gedefinieerd als "een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend." Een escortbedrijf is geen seksinrichting. Het kan een kantoortje zijn (bemiddelingsbureau), maar ook een telefoonnummer of een website op internet. Definitie thuiswerk(st)er Een thuiswerk(st)er werkt al dan niet met meerdere personen- in de eigen woning. Voorwaarde hierbij is dat de thuiswerk(st)er op het betreffende adres feitelijk woonachtig is. Definitie straat- of raamprostitutie In zowel de huidige Algemene plaatselijke verordening als de model APV is de verbodsbepaling opgenomen om "door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken" In Breda komt geen straat- of raamprostitutie voor. In de volgende hoofdstukken zal bij de beschrijving van het huidige en het toekomstige beleid onderscheid worden gemaakt tussen 1. prostitutiebeleid, concreet gaat het hierbij om: a. prostitutiebedrijven b. escortbedrijven c. thuiswerk d. straat- en raamprostitutie 2. overige seksinrichtingen en sekswinkels Hoofdstuk 3 HUIDIG BELEID 3.1 Prostitutiebeleid Prostitutiebedrijven In artikel 66, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 1997 is het huidige bordelenverbod neergelegd. Op grond van het tweede lid van dat artikel heeft de burgemeester de bevoegdheid prostitutiebedrijven in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, of ter voorkoming of beperking van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat te sluiten. 2

3 Reeds in de tachtiger jaren was er sprake van opheffing van het bordelenverbod ex artikel 250bis Wetboek van strafrecht. In verband hiermee heeft het college van burgemeester en wethouders op 5 december 1989 ingestemd met de notitie "Beleid met betrekking tot prostitutiebedrijven", waarin het kader van een nieuw vergunningenstelsel werd aangegeven. Ook werden daarin vestigingsvoorschriften geformuleerd. Deze nota werd door de commissies Algemene zaken, Ruimtelijke Ordening en Grondbedrijf en Sociale zaken, Maatschappelijke Dienstverlening en Samenlevingsopbouw voor kennisgeving aangenomen. De commissie Algemene zaken sprak daarbij uit dat de reeds bestaande bedrijven aan bouwkundigeen brandveiligheidseisen moeten voldoen. Aangezien de wetswijziging op zich liet wachten, werd besloten te onderzoeken, in hoeverre de bestaande prostitutiebedrijven niet voldoen aan de geldende bouwkundige-, brandveiligheids- en hygiënische voorschriften of anderszins niet voldoen aan bestaande wetgeving. Tenslotte zou worden onderzocht in hoeverre de vestiging van een bestaand bedrijf in overeenstemming was met de locatie- en vestigingsvoorschriften, zoals deze in de algemene notitie stonden geformuleerd. De inventarisatiebezoeken, het overleg met de prostitutiebedrijven en -in enkele gevallen- de daarop volgende aanschrijvingen hebben er uiteindelijk toe geleid, dat alle prostitutiebedrijven voldoen aan de wettelijke inrichtingseisen. De exploitanten hebben in 1993 een brief ontvangen waarin hen werd medegedeeld of de ligging van het bedrijf in overeenstemming is met de lokatie- en vestigingsvoorschriften. Nadat het wetsvoorstel tot opheffing van het bordeelverbod door de minister van justitie wegens onvoldoende steun in de Eerste Kamer in 1993 werd ingetrokken, is het hierboven omschreven prostitutiebeleid voortgezet. De hoofdkenmerken van dit beleid zijn: a. erkenning van de prostitutie als maatschappelijke realiteit b. beperking van de overlast en aantasting van het woon- en leefklimaat c. een stringente controle op de naleving van wettelijke voorschriften in verband met de veiligheid in en rond prostitutiebedrijven De locatie- en vestigingsvoorschriften inzake prostitutiebedrijven werden door de burgemeester in 1996 opnieuw vastgesteld en aan de exploitanten van prostitutiebedrijven bekend gemaakt. In de hiervoor genoemde locatie- en vestigingsvoorschriften inzake prostitutiebedrijven is het volgende bepaald: a. prostitutiebedrijven zullen niet worden toegestaan in of aan woonstraten. Onder het begrip "woonstraten" wordt in dit verband verstaan: alle voet en rijstraten, wegen, lanen, kaden, hofjes, woonerven en pleinen, waaraan bebouwing is gelegen, die uitsluitend of in belangrijke mate dient ter bewoning. b. prostitutiebedrijven zullen niet worden toegestaan in straten, niet zijnde straten als bedoeld onder a, waar sprake is van een concentratie van recreatie-inrichtingen of anderszins het woon- en leefklimaat c.q. de openbare orde belastende activiteiten (winkelstraten hieronder begrepen). c. prostitutiebedrijven zullen niet naast winkels worden toegestaan; d. prostitutiebedrijven dienen onderling een afstand van 300 meter hemelsbreed te hebben teneinde een zeker concentratie te voorkomen; e. binnen de singels mogen maximaal 5 prostitutiebedrijven worden geëxploiteerd. In het Bestemmingsplan Binnenstad is opgenomen, dat er geen bordelen in de binnenstad mogen worden gevestigd op één uitzondering na, waarvan het college de exploitant heeft medegedeeld, dat de ligging van het bedrijf akkoord was. Indien er toch een verzoek voor de binnenstad wordt ingediend, dan zal eerst worden bezien of er geen strijd is met bovengenoemde vestigingscriteria. Indien dit het geval is, dan kan een partiële planherzieningsprocedure in werking worden gesteld. De exploitant mag niet eerder openen dan op het moment dat de herzieningsprocedure voor de exploitant positief is afgerond. In de andere bestemmingsplannen is geen expliciet verbod op de aanwezigheid van seksinrichtingen opgenomen. Toch heeft het college op basis van de vigerende bestemmingsplannen prostitutiebedrijven in het buitengebied en op bedrijventerreinen geweerd. Het college is van mening dat vestiging van een prostitutiebedrijf vanwege uitstraling en verkeersaantrekkende werking vergelijkbaar is met een horeca- 3

4 bedrijf, hetgeen het landschappelijke karakter van het buitengebied aantast. Het horecabeleidsplan staat vestiging van horeca in het buitengebied niet toe. Voor de bedrijventerreinen geldt dat één horecabedrijf per bedrijventerrein is toegestaan, mits dit ondersteunend is voor het betreffende terrein. Dit is bij prostitutie niet het geval. Overigens worden enkele bestaande prostitutiebedrijven aan de rand van oudere bedrijventerreintjes gedoogd. Het huidige instrumentarium bood het gemeentebestuur voldoende mogelijkheden de "seksbranche" actief te reguleren. Het oorspronkelijke aantal van meer dan 20 prostitutiebedrijven eind jaren '80 werd teruggebracht naar 10. Het gemeentelijk prostitutiebeleid werd in diverse rechterlijke uitspraken gesanctioneerd. De prostitutiebedrijven werden regelmatig door politie en gemeente gecontroleerd. Omtrent de uitvoering van het prostitutiebeleid worden in de lokale werkgroep prostitutiebeleid, waarin gemeente, politie en GGD vertegenwoordigd zijn, afspraken gemaakt. Thans voldoen 4 van de 7 prostitutiebedrijven aan genoemde locatievoorschriften. De overige bedrijven vallen onder de overgangsregeling, hetgeen wil zeggen dat zij op hun huidige locatie worden gedoogd, totdat een andere exploitant de zaak overneemt. Een overzicht van de huidige prostitutiebedrijven met de vermelding of aan de locatie- of vestigingseisen wordt voldaan is opgenomen in de toelichting op de beleidsregeling (bijlage 4). De locatie- en vestigingsvoorschriften zijn in een aantal recente uitspraken van de bestuursrechter getoetst en akkoord bevonden. Indien in een seksinrichting alcoholhoudende drank wordt geschonken, is een Drank- en Horecavergunning vereist. in dat geval wordt getoetst aan het besluit inrichtingseisen en wordt geëist dat de bedrijfsleider en beheerder niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mogen zijn; daarbij wordt tevens getoetst aan de Amvb eisen zedelijk gedrag. De huidige seksinrichtingen vallen binnen de werkingssfeer van het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer. Dit besluit geeft o.a. voorschriften ter beperking van geluidhinder. Op basis hiervan is voor genoemde inrichtingen geen aparte milieuvergunning nodig, maar zijn zij verplicht een melding ingevolge het Besluit in te dienen bij de gemeente. De bedrijven moeten voldoen aan de milieuvoorschriften van het Besluit. Op dit moment worden seksinrichtingen gecontroleerd als er structurele klachten van omwonenden zijn over (het in het Besluit genoemde) milieuaspecten, op verzoek van andere toezichthoudende (overheids-)instanties of als er anderszins aanwijzingen zijn dat het milieu in het gedrang komt Escortbedrijven Thans is er geen regeling ten aanzien van de escortservice, aangezien de gemeente op basis van de autonome verordeningsbevoegdheid hiertoe geen mogelijkheden had. Een formeel wettelijke grondslag ontbreekt. Die is thans wel geschapen met het nieuwe artikel 151a Gemeentewet (zie paragraaf 4.2.2) Een escort-bemiddelingsbureau is geen prostitutiebedrijf, aangezien de handelingen zich niet daadwerkelijk binnen een seksinrichting plaatsvinden Thuiswerk Ten aanzien van thuiswerk(st)ers heeft zich in de loop der jaren een vaste gedragslijn ontwikkeld. Thuiswerk werd in principe ongemoeid gelaten, onder de voorwaarde dat er niet meer dan één prostituee aanwezig was. Een sluitingsbevel van de burgemeester op basis van artikel 66 van de APV Breda 1997 tegen een thuiswerkster, die in haar woning meerdere meisjes als prostituee liet werken, werd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 juni 2000 vernietigd omdat deze sluitingsbevoegdheid zich niet verdraagt met het in artikel 10 van de Grondwet neergelegde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Volgens de afdeling kan dit recht uitsluitend worden beperkt door een wet in formele zin. Een mogelijkheid biedt artikel 174a Gemeentewet, echter in dat geval dient er sprake te zijn van een verstoring van de openbare orde en dient door middel van politierapportages overlast te worden aangetoond. Uit de parlementaire geschiedenis van artikel174a Gemeentewet blijkt dat er sprake moet zijn van overlast, die in ernstige mate de veiligheid en de gezondheid van mensen in de omgeving moet raken. Wat precies verstaan moet worden onder ernstige overlast is uiteindelijk ter toetsing aan de rechter, hierover is nog geen vaste jurisprudentie ontwikkeld. Thuiswerk(st)ers worden dus in principe ongemoeid gelaten, indien er geen overlast wordt veroorzaakt. Indien uit politierapportages blijkt dat er sprake is van overlast kan er overigens civielrechtelijk (bijvoorbeeld op basis van een huurovereenkomst) of op grond van gemeentelijke regelgeving (overlastbepalingen APV die betrekking hebben op de overlast van bezoekers op straat) tegen de thuiswerk(st)er en/of diens klanten worden opgetreden. 4

5 Er zijn overigens nog (beperkte) mogelijkheden om bedrijfsmatige prostitutie in de woning op basis van het bestemmingsplan aan te pakken, indien als gevolg van die activiteiten er geen sprake meer is van een overwegende woonfunctie. In dat geval bestaat de mogelijkheid tot het opleggen van een dwangsom Straat- en raamprostitutie Straat- en raamprostitutie is op basis van artikel 69 (uitlokken ontucht) van de APV Breda 1997 verboden. Deze vormen van prostitutie kunnen strafrechtelijk worden aangepakt. 3.2 Overige seksinrichtingen en sekswinkels Op grond van artikel 68 van de APV Breda is er sprake van een verbod op seksbioscopen, seksclubs of seksautomatenhallen, behoudens ontheffing van de burgemeester. Deze seksinrichtingen dienen te worden onderscheiden van de sekswinkels. Op grond van artikel 67 van de APV Breda 1997 is het verboden seksartikelen openlijk ten toon te stellen of openlijk aan te bieden: a. wanneer men weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dit door de wijze van ten toon stellen of aanbieden de openbare orde of rust in gevaar brengt b. anders dan overeenkomstig de door burgemeester en wethouders in het belang van de openbare orde of rust gestelde regels. Voor een seksinrichting (niet zijnde een prostitutiebedrijf) is dus een ontheffing op grond van de APV nodig, voor een sekswinkel niet. Vestiging van genoemde seksinrichtingen en sekswinkels wordt geregeld door het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan Binnenstad worden als seks- en/of pornobedrijf aangemerkt: de seksbioscopen, -clubs, -automatenhallen en -winkels. Deze bedrijven zijn niet toegestaan. In de "lijst van afwijkende functies" worden 4 seksshops genoemd. Vermelding op deze lijst betekent dat zij mogen worden gehandhaafd. Op genoemde adressen is behalve een sekswinkel ook een bioscoop of seksautomaten/-cabines aanwezig. Omdat deze inrichtingen steeds als sekswinkels zijn aangemerkt, is er geen ontheffing op grond van artikel 68 APV verleend. De betreffende inrichtingen zijn reeds enige tijd op genoemde adressen gevestigd. Er zijn geen meldingen van overlast. Er is één sekswinkel annex -videotheek. Deze heeft de bestemming gemengde doeleinden. Hoofdstuk 4 NIEUW BELEID 4.1 Inleiding Door de wetswijziging wordt de gemeente in staat gesteld om door middel van een vergunningenstelsel op basis van de APV een actief beleid te voeren met betrekking tot de seks- en prostitutiebranche. Naar verwachting biedt een regeling in de APV voldoende mogelijkheden om tot beheersing van de seksen prostitutiebedrijven te komen. Naast de regeling in de APV zijn er andere mogelijkheden om regulerend op te treden, bijvoorbeeld door middel van het positief bestemmen van bepaalde percelen voor prostitutiedoeleinden. Voorts zullen seksinrichtingen gebonden blijven aan bijzondere wetgeving, zoals de Drank- en Horecawet, de milieuwetgeving en regelingen, die eisen stellen aan de inrichting en de veiligheid van het gebouw. 4.2 Prostitutiebeleid Overeenkomstig de regionale nota worden de volgende drie doelstellingen voor gemeentelijk prostitutiebeleid geformuleerd: A. bescherming van het woon- en leefklimaat, regulering van de overlast: in feite gaat het hierbij om vestigingseisen; B. verbetering van de arbeidsomstandigheden van de prostituee: hierbij gaat het vooral om inrichtings- en hygiëne-eisen voor prostitutiebedrijven; C. het voorkomen van strafbare feiten door het stellen van eisen aan de bedrijfsvoering, het tegengaan van illegaliteit en mensenhandel. Voorstel Instemmen met deze doelstellingen van gemeentelijk prostitutiebeleid. 5

6 4.2.1 Prostitutiebedrijven A.Vestigingsbeleid In Breda zijn thans 8 bedrijven, die als prostitutiebedrijf aangemerkt worden. De laatste 15 jaar is er sprake van een geleidelijke afname van het aantal prostitutiebedrijven (zie paragraaf 3.1). Hiervoor kunnen de volgende oorzaken worden genoemd: 1. het stringente gemeentelijk handhavingsbeleid met name op inrichtings- en brandveiligheidseisen 2. de locatie- en vestigingsvoorschriften, dat een uitsterfbeleid op "gevoelige" locaties voorstaat 3. een lichte toename van het aantal bedrijven in enkele naburige gemeenten, waardoor de "druk" voor Breda wat afnam 4. een verschuiving van de prostitutie in bordelen naar andere vormen van prostitutie zoals de escortbranche. 5. andere factoren, zoals bijvoorbeeld de aanleg van de HSL, waardoor twee bordelen moesten verdwijnen. Door de wetswijziging zijn gemeenten genoodzaakt een prostitutiebeleid te voeren. Uit de toelichting op het wetsvoorstel en de behandeling in de Tweede Kamer blijkt dat de Minister van mening is, dat een gemeentelijk nulbeleid voor prostitutiebedrijven niet tot de mogelijkheden behoort. Dit zou in strijd zijn met het recht op vrije arbeidskeuze voor de prostituee. Onduidelijk is nog of dit in de regio zal leiden tot een feitelijke toename van het aantal bordelen in omliggende gemeenten, waar thans nog geen bordelen gevestigd zijn (Oosterhout, Gilze-Rijen, Etten-Leur). Voor een overzicht van het aantal seksinrichtingen in de regio Midden en West Brabant wordt verwezen naar bijlage 6. In verband met deze ontwikkelingen wordt er vooralsnog van uitgegaan dat de huidige tendens tot afname van het aantal bordelen in Breda zich de komende jaren voortzet. Van de 7 bedrijven zijn er thans nog 3 op "gevoelige" locaties gevestigd (zie toelichting beleidsregels, bijlage 4). Voor deze 3 geldt thans dat zij op hun huidige locatie worden gedoogd, totdat een andere exploitant de zaak overneemt. Indien het aantal bordelen verder wordt teruggebracht van 7 naar 4 bestaat het gevaar van meer illegale vestigingen. Het is van belang de ontwikkelingen in de vraag naar specifieke vormen van prostitutie te volgen en het locatiebeleid hierop af te stemmen. Voorgesteld wordt in verband hiermee het huidige aantal van 7 vooralsnog terug te brengen naar een maximumaantal van 6 prostitutiebedrijven. Indien dit aantal van 6 is bereikt kan worden bezien of verdere aanpassing van dit maximumaantal noodzakelijk is. Concreet betekent dit dat a. het huidige vestigingsbeleid (zie paragraaf 3.1.1) wordt voortgezet, hetgeen betekent: handhaving van de locatie en vestigingsvoorschriften (m.u.v. het maximum van 5 prostitutiebedrijven voor de binnenstad) en geen vestiging in het buitengebied en op de bedrijventerreinen; b. de vier prostitutiebedrijven, waarvan is geconstateerd dat de ligging akkoord is worden ook als zodanig bestemd in de betrokken bestemmingsplannen. Hiervoor wordt niet een aparte herziening van de desbetreffende plannen gemaakt; de nieuwe bestemming zal worden meegenomen bij de eerstvolgende herziening; c. de drie prostitutiebedrijven, waarvan de ligging niet akkoord is, vallen onder het overgangsrecht hetgeen betekent dat het bedrijf op de betreffende locatie mag blijven totdat een ander de zaak overneemt. Dit betekent dat aan een nieuwe eigenaar een vergunning wordt geweigerd. Deze bedrijven zullen in bestemmingsplantechnische zin worden wegbestemd. De vraag is of op basis van het bestemmingsplan een nieuw bedrijf kan worden tegengehouden. Immers, het gebruik van het perceel als prostitutiebedrijf is reeds jarenlang gedoogd, het bedrijf kan een beroep doen op de beschermende werking van het overgangsrecht, zoals dat in het bestemmingsplan is vastgelegd. Vestiging van een nieuw bedrijf kan alleen worden tegengehouden door weigering van een vergunning op basis van de APV. Dit uitsterfbeleid ten aanzien van deze 3 locaties wordt opnieuw bezien, indien het totaal aantal prostitutiebedrijven in Breda niet meer is dan 6. Bij deze discussie wordt de problematiek van de illegale vestigingen in relatie tot de ontwikkelingen in de prostitutiebranche betrokken. d. in verband met het gestelde onder c. wordt het maximumaantal prostitutiebedrijven (vooralsnog) gesteld op 6. 6

7 In de (model-)apv is de bepaling opgenomen dat een vergunning kan worden geweigerd onder meer in het belang van de openbare orde, in het belang van het voorkomen of beperken van overlast en/of aantasting van het woon- en leefklimaat of in het belang van de verkeersvrijheid of veiligheid. Deze belangen vormen de grondslag voor de uitoefening van bevoegdheden van de burgemeester c.q. het college van burgemeester en wethouders. Het beleid dat het gemeentebestuur voert wordt neergelegd in een beleidsregels, zoals bedoeld in artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht. De beleidsregels omvatten dus de hierboven omschreven maximumstelsel voor seksinrichtingen en de huidige locatie- en vestigingsvoorschriften voor prostitutiebedrijven. Eén locatievoorschrift is komen te vervallen, n.l. het voorschrift, dat maximaal 5 bedrijven zich binnen de singels mogen vestigen. Dit voorschrift heeft geen praktische betekenis, aangezien in het bestemmingsplan Binnenstad is bepaald, dat -behoudens één bedrijf- geen prostitutiebedrijven in de binnenstad gevestigd mogen zijn. Bovendien sluit toepassing van de andere voorschriften vestiging van prostitutiebedrijven in de binnenstad nagenoeg uit. De beleidsregeling is opgenomen in bijlage 4. Hiervoor is reeds opgemerkt, dat de bestemmingsplannen aangepast moeten worden, waarbij 4 locaties positief worden bestemd. Voorstel Het huidige vestigingsbeleid voor prostitutiebedrijven voort te zetten, met dien verstande dat het maximumaantal vooralsnog wordt vastgesteld op 6 en indien dit aantal wordt bereikt, bezien zal worden of aanpassing van dit aantal wenselijk is. Locaties die in overeenstemming zijn met het vestigingsbeleid zullen positief worden bestemd, voor de overige geldt een uitsterfbeleid. Dit vestigingsbeleid wordt vastgelegd in een beleidsregeling. B. Verbetering positie van de prostituee. B1 Arbeidsomstandigheden Wanneer de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing is -en daarvan is sprake indien er een gezagsrelatie tussen exploitant en prostituee bestaat-, zal de Arbo-dienst in het belang van de werknemers aandacht besteden aan factoren die van invloed zijn op de lichamelijke en geestelijke belasting van prostituees. Werkgevers hebben bijvoorbeeld ook de verplichting om werknemers in de gelegenheid te stellen jaarlijks een zogenaamd Periodiek Arbeid Gezondheidskundig Onderzoek te laten ondergaan. De gemeente heeft geen bevoegdheden om een regeling te treffen tot de Arbeidstijden (Arbeidstijdenwet) en de arbeidsvoorwaarden (in strijd met artikel 148 Gemeentewet). Momenteel is er een wet in voorbereiding die de Arbeidsomstandighedenwet ook van toepassing verklaard op die situaties, waarin er geen sprake is van een gezagsrelatie tussen exploitant en prostituee, bijvoorbeeld indien de prostituee zelfstandig binnen een seksinrichting werkt. B2 Gezondheidsrisico's De aard van het werk en de arbeidsomstandigheden binnen de prostitutie brengen voorts gezondheidsrisico's met zich mee, onder andere het gevaar om seksueel overdraagbare aandoeningen, waaronder hiv-infecties, op te lopen en te verspreiden. Het is in het belang van zowel de prostituees zelf als de volksgezondheid, dat de prostituees zich goed hiertegen (leren) beschermen en daartoe ook in staat gesteld worden door de exploitanten. In de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) is geregeld dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor onder andere het bevorderen van de (psycho-)hygiëne en het bewaken en bevorderen van de volksgezondheid in relatie tot infectieziekten, waaronder seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) en aids. de GGD is hierbij de uitvoerende en adviserende instantie. Taken met betrekking tot soa en aids zijn onder meer: passieve en actieve opsporing, de controle van specifieke groepen, voorlichting en preventie en de coördinatie van activiteiten van regionale samenwerkingsverbanden die betrokken zijn bij de aidsbestrijding. Op basis van de bepalingen van de WCPV kunnen in het gemeentelijke vergunningensysteem voorschriften op het terrein van de volksgezondheid opgenomen en uitgewerkt worden. Gemeenten kunnen in hun verordening specifieke, gezondheidsbevorderende eisen stellen aan vergunninghouders op het gebied van de soa- en aidspreventie en -bestrijding en de (psycho)-hygiënische begeleiding. Hiermee wordt bijgedragen aan verbetering van de positie van de prostituee. De GGD West Brabant adviseert, naar voorbeeld van de Model-APV in de verordening op te nemen dat een vergunning voor een prostitutiebedrijf geweigerd kan worden in het belang van de gezondheid of zedelijkheid. Op grond hiervan kunnen beleidsregels worden geformuleerd op het terrein van de be- 7

8 drijfsvoering door exploitanten op het gebied van soa- en aidspreventie en -onderzoek en hyginebegeleiding, te weten: 1. Voorschriften ter bevordering van de gezondheid: a. de exploitant dient de verpleegkundige/arts van de GGD toegang te verlenen voor het geven van voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) en andere beroepsrisico's b. de exploitant dient er zorg voor te dragen dat er voldoende voorlichtingsmateriaal over soa's beschikbaar is, in ieder geval in verschillende talen c. de exploitant is verantwoordelijk voor het in voldoende mate aanwezig zijn van wettelijk goedgekeurde condooms in het bedrijf en in de werkkamers d. de exploitant dient de prostituees in staat te stellen zich regelmatig te laten controleren op soa's e. indien aan het prostitutiebedrijf een vaste arts verbonden is, worden naam en adres van deze arts aan de GGD bekend gemaakt f. de prostituee kiest zelf de arts die het soa onderzoek verricht en mag niet gedwongen worden gebruik te maken van de clubarts g. de uitslag van het onderzoek valt onder het medisch beroepsgeheim in het kader van de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst h. de frequentie van het onderzoek wordt door de prostituee bepaald, i.o.m. de arts. 2. voorschriften ter bevordering van de hygiëne a. de werkkamers en sanitaire voorzieningen dienen te allen tijde in een zintuiglijk schone staat te verkeren b. in iedere werkkamer dient vloeibare zeep aanwezig te zijn, (bij voorkeur) papieren handdoekjes en een afvalbak c. in het bedrijf dienen voldoende schone handdoeken aanwezig te zijn; deze worden na gebruik door schone vervangen d. het bedlinnen in de werkruimten dient dagelijks verschoond te worden e. na elke klant dient het bedlaken verschoond te worden f. de matrassen dienen voorzien te zijn van een plastic beschermhoes g. hulpstukken moeten na elk gebruik huishoudelijk schoon gemaakt worden. 3. overige verplichtingen van de exploitant a. het is de exploitant verboden om te prostituees aan te zetten tot of te verplichten om onveilig (zonder condoom) te werken en te verbieden klanten of diensten te weigeren b. het is de exploitant verboden om de prostituees aan te zetten tot of te verplichten alcoholhoudende dranken mee te drinken met de klanten c. het is de exploitant verboden om reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven dat de prostituees in het bedrijf vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen d. het is de exploitant verboden om te adverteren met de mogelijkheid van onveilig werken door de prostituees e. het is de exploitant verboden reclame te maken over veilig seks beleid in het bedrijf, omdat dit een algemeen maatschappelijke norm is en niet specifiek voor een bepaald bedrijf Voorgesteld wordt deze beleidsregels als voorschriften aan een vergunning voor een prostitutiebedrijf te verbinden. (Zie bijlage 4). Tot het basistakenpakket van de GGD behoort reeds de SOA en AIDS-preventie/bestrijding. Voor extra inzet ten aanzien van de technische hygiënezorg wordt voorgesteld de acht prostitutiebedrijven, waarvan twee in combinatie met parenclub 1x per jaar in het kader van de behandeling van de aanvraag om vergunning te bezoeken. Om in het bezit te komen van een vergunning dient de exploitant een verklaring van de GGD te overleggen, dat de inrichting voldoet aan de hygiëne-eisen, opgenomen in de beleidsregeling (zie bijlage 4). De kosten per prostitutiebedrijf en/of parenclub bedragen ongeveer f 650,= per jaar (exacte opgave van de GGD West-Brabant volgt). Indien blijkt, dat de voorschriften niet worden nageleefd, zal de GGD de gemeente hierover informeren. De gemeente kan vervolgens de exploitant waarschuwen cq een sanctie toepassen. Door deze werkwijze komen de kosten van het GGD-onderzoek rechtstreeks ten laste van de exploitant. Door de vergunning steeds voor de duur van 1 jaar te verlenen houdt de gemeente de vinger aan de pols waar het gaat om het toezicht op de seksinrichtingen. Voorstel Instemmen met de beleidsregeling in bijlage 4 waarin zijn opgenomen eisen op het gebied van gezondheid en zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee. Als vergunningvoorwaarde in 8

9 de APV opnemen, dat de exploitant een verklaring van de GGD dient te overleggen, waaruit blijkt dat de seksinrichting aan de gestelde eisen voldoet. B3 Inrichtingseisen De bouwverordening geeft regels voor hygiëne en brandveiligheid. Ten aanzien van de inrichting en constructie van bouwwerken kunnen voorschriften worden opgelegd. Het gaat hierbij om voorschriften betreffende de toetreding van daglicht, ventilatie, geluidswering, sanitair, brandveiligheidseisen en dergelijke. De inrichting zal over een geldige gebruiksvergunning op basis van de bouwverordening moeten beschikken. Indien een bouwwerk een zodanig gebruik kent dat daaruit gevaar voortvloeit voor de veiligheid of nadeel voor de gezondheid voor de gebruiker of anderen, tengevolge van een van de oorzaken genoemd in het Bouwbesluit, dan kunnen burgemeester en wethouders een aanschrijving tot het treffen van voorzieningen en tot het aanbrengen van verbeteringen op grond van artikel 14 en 17 Woningwet uit laten gaan. In de regionale nota prostitutiebeleid zijn de volgende voorschriften ten behoeve van de prostitutiebedrijven opgenomen: 1. In een prostitutiebedrijf dient een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf aanwezig te zijn met een vloeroppervlakte van tenminste 16 m2 en een breedte van 3,35 meter; 2. In een prostitutiebedrijf waar 5 of meer werkruimten aanwezig zijn dient een keuken aanwezig te zijn met een oppervlakte van tenminste 5m2 en een breedte van tenminste 1,80 meter. 3. het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden gebruikt worden; 4. in het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet voldoende daglicht kunnen toetreden en vanuit deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn; 5. elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van tenminste 8 vierkante meter, waarvan de breedte tenminste 2,10 meter is; 6. elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak met warm en koud stromend water en van heldere witte elektrische verlichting; 7. elke werkruimte moet zijn voorzien van een afsluitbare hang-legkast tenzij tot de seksinrichting een kleedkamer behoort; 8. in een prostitutiebedrijf moeten tenminste één heren- en één damestoilet en één badruimte aanwezig zijn per bouwlaag én tenminste één toiletruimte en één badruimte per 5 werkruimtes; 9. de voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een prostitutiebedrijf moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het bouwbesluit; 10. een prostitutiebedrijf moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk 2 van het bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd; 11. iedere werkruimte moet zijn voorzien van een zogenaamd stil alarm; 12. de toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als het prostitutiebedrijf een, voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare, op die deur passende moedersleutel aanwezig is. Deze voorschriften staan niet in het Bouwbesluit, maar dienen als voorschrift aan de te verlenen vergunning op basis van de APV te worden verbonden waardoor toezicht en handhaving van deze eisen mogelijk wordt. B4 Brandveiligheidseisen Naast deze voorschriften kunnen voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid worden opgesteld. De regionale nota adviseert om voor panden, waarin prostitutie plaatsvindt, waarin vijf of meer personen tegelijk aanwezig zullen zijn een gebruiksvergunning te vereisen. Concreet betekent dit, dat aan artikel van de Bouwverordening wordt toegevoegd, dat voor dergelijke bouwwerken een gebruiksvergunning vereist is. Aan deze vergunning kunnen door de brandweer nadere eisen verbonden worden. Voor panden waarin minder dan vijf personen aanwezig zullen zijn wordt het niet noodzakelijk geacht een gebruiksvergunning te vereisen. Deze panden dienen overigens op grond van het bepaalde in artikel Bouwverordening wel te voldoen aan de algemene brandveiligheidseisen zoals opgenomen in de bijlagen 3 en 4 van die verordening. Voorstel De inrichtingseisen, genoemd onder B3 als voorschrift te verbinden aan een vergunning op basis van de APV Breda 1997 en in verband hiermee deze voorschriften op te nemen in de beleidsregeling (bijlage 4) en het huidige beleid ten aanzien van de brandveiligheid van prostitutiebedrijven continueren en de bedrijven hierop controleren. 9

10 C.Het voorkomen van strafbare feiten, eisen te stellen aan de bedrijfsvoering Aangezien het exploiteren van een prostitutie- of escortbedrijf een verantwoordelijkheid met zich kan meebrengen ten aanzien van aspecten, die een uitstraling hebben op de openbare orde en/of consequenties kunnen hebben voor de positie van de prostituee, dienen omtrent de persoon van de exploitant bijzondere eisen te worden gesteld. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de eisen, die aan beheerders en bedrijfsleiders in artikelen 1 t/m 5 van de Drank- en Horecawet en in het besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet zijn neergelegd. Dit heeft als voordeel dat voor seksinrichtingen, waarvoor tevens een vergunning ingevolge de Dranken Horecawet is vereist één antecedentenonderzoek kan worden verricht. Ter bescherming van de prostituee en ter voorkoming van mensenhandel zijn veroordelingen inzake zedendelicten, mishandeling en overtredingen van de vreemdelingenwet en de Wet arbeid Vreemdelingen opgenomen. De exploitant is verplicht erop toe te zien, dat er in het prostitutiebedrijf geen strafbare feiten, zoals heling, mishandeling en wapenhandel plaatsvinden. De exploitant heeft een toezichthoudende plicht. Om bestuursrechtelijk te kunnen optreden is niet vereist dat daaraan strafrechtelijke vervolging of veroordeling is voorafgegaan: vaststaan moet slechts dat geen of onvoldoende toezicht is uitgeoefend. Om te voorkomen, dat de prostitutiebedrijven dienen als afzetmogelijkheid voor slachtoffers van mensenhandel kan in de verordening worden opgenomen dat de exploitant zich ervan moet vergewissen dat in zijn inrichting geen vrouwen werken die tot prostitutie worden gedwongen. Vooral buitenlandse vrouwen verkeren in een kwetsbare positie. Zij worden veelal onder valse voorwendsels naar Nederland gelokt en kunnen op verschillende manieren worden gemanipuleerd. In de prostitutie verkeren zij in een volledige afhankelijke positie van de exploitant. In dat kader kan in een gemeentelijke regeling de bepaling worden opgenomen dat er geen illegale buitenlandse prostituees in het prostitutiebedrijf werkzaam mogen zijn. De exploitant is hiervoor verantwoordelijk. In verband hiermee kan aan een vergunning het volgende voorschrift worden verbonden: 1. het is de exploitant verboden om tijdens de opening personen onder de 18 in het bedrijf aanwezig te hebben 2. de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres, en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen; 3. de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in de vorige bepaling ter inzage te geven aan de ambtenaar van politie of de toezichthouder, als bedoeld in artikel 103a van de APV Breda de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht om alle medewerking te verlenen aan de toezichthouder(s), als bedoeld in artikel 103a van de APV Breda 1997, waaronder in ieder geval het verlenen van de onmiddellijke en onbelemmerde toegang aan deze toezichthouder(s). Voorstel Instemmen met de gedragseisen voor exploitanten en beheerders, zoals opgenomen in de model-apv alsmede de verplichtingen voor de exploitant ten aanzien van de bedrijfsvoering, opgenomen in paragraaf 4.2.1, sub C en deze voorschriften aan een vergunning te verbinden. Deze voorschriften zijn opgenomen in de beleidsregeling (bijlage 4) Escortbedrijven Aan de Gemeentewet is artikel 151a toegevoegd, dat luidt: "de raad kan een verordening vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Door dit artikel kan ook niet-plaatsgebonden prostitutie, zoals escortbureaus, aan gemeentelijke regels worden onderworpen. Een dergelijke regeling werd onder meer wenselijk geacht om niet-toelaatbare vormen van prostitutie (onder dwang, door minderjarigen of illegalen) niet uit te laten wijken naar escortbedrijven. Overigens zijn de mogelijkheden om voorschriften te stellen beperkt omdat het hier niet-plaatsgebonden prostitutie betreft. Locatie- en inrichtingseisen spelen niet. Door middel van de invoering van een vergunningplicht voor dergelijke bedrijven kan er een antecedentenonderzoek plaatsvinden met betrekking 10

11 tot de exploitant. Ook kan in geval van criminele handelingen van de exploitant de vergunning worden ingetrokken. Voorts kunnen een aantal voorschriften op het terrein van gezondheid en hygiëne worden gesteld. Omdat escortbedrijven vaak onder een 06-nummer adverteren, is vaak niet duidelijk waar het bedrijf gevestigd is. Een bedrijf wordt geacht in Breda gevestigd te zijn indien a. het bedrijf bij de Kamer van Koophandel in Breda is ingeschreven of b. het bedrijf nergens is ingeschreven, maar de exploitant in Breda woonachtig is. Voorstel Een vergunningplicht in te stellen voor escortbedrijven. De exploitant dient aan dezelfde gedrags- en bedrijfsvoeringseisen als exploitanten van prostitutiebedrijven te voldoen, alsmede de voorschriften op het gebied van de gezondheid, genoemd in paragraaf ad B2, onder 1d t/m 1h, en de overige verplichtingen van de exploitant, genoemd in paragraaf 4.2.1, ad B2, onder 3. (zie tekst beleidsregeling, bijlage 4) Thuiswerk Prostitutie in de eigen woning is niet vergunningplichtig, aangezien dit strijdig is met artikel 10 van de Grondwet. Tegen thuiswerk wordt opgetreden, indien er sprake is van (ernstige) overlast of indien de woonfunctie van het betreffende perceel als gevolg van de bedrijfsmatige activiteiten in belangrijke mate wordt aangetast. Zie paragraaf Voorstel Tegen thuiswerk wordt alleen opgetreden, indien er sprake is van overlast of indien de woonfunctie in belangrijke mate wordt aangetast Raam- en straatprostitutie Met betrekking tot de raam- en straatprostitutie kan reeds worden opgemerkt dat vanuit een oogpunt van voorkoming van overlast en de bescherming van het woon- en leefklimaat de aanwezigheid van deze vormen van prostitutie niet zullen worden toegestaan. In Breda doen zich deze verschijningsvormen van prostitutie niet voor. Voorstel Het huidige verbod op raam- en straatprostitutie te handhaven. 4.3 Overige seksinrichtingen en sekswinkels De doelstellingen van het beleid met betrekking tot andere seksinrichtingen (seksbioscopen, -clubs en -automatenhallen) is naast het voorkomen van overlast en de bescherming van het woon- en leefklimaat, het voorkomen van ongewenste confrontatie met erotisch-pornografische afbeeldingen. Er zijn vier van deze inrichtingen. Er is geen sprake van overlast. Het huidige aantal is al jaren constant. Er worden nauwelijks nieuwe aanvragen gedaan. Het huidige aantal voorziet kennelijk in de behoefte. Voorgesteld wordt het huidige beleid te continueren. In het betreffende bestemmingsplan zijn deze inrichtingen als "seksshops" opgenomen in de lijst met afwijkende functies. Gelet op het gebruik is deze vermelding niet geheel dekkend. In de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan zullen deze inrichtingen conform het huidige gebruik worden bestemd. Prostitutie is dan in ieder geval niet toegestaan. Voorts is voor deze inrichtingen een vergunning vereist. In de nadere regels voor seksinrichtingen wordt ook voorgesteld aan deze categorie een maximumstelsel te verbinden, waarbij er niet meer vergunningen worden verleend dan vijf. Aan de exploitant worden dezelfde gedragseisen als aan exploitanten van prostitutiebedrijven gesteld. Voor wat betreft de sekswinkels wordt geadviseerd de huidige bepaling te handhaven. Vestigingsregulering van deze winkels vindt plaats via het bestemmingsplan. Het huidige artikel 67 van de APV 1997 (zie paragraaf 2.2)- blijft gehandhaafd. Voor de enige sekswinkel in Breda wordt geadviseerd de bestemming "gemengde doeleinden", waaronder ook detailhandel valt, te handhaven. Voorstel 1. Voor overige seksinrichtingen (parenclubs, seksbioscopen etc.) wordt een maximumaantal vastgesteld van 4, de huidige locaties positief te bestemmen; een vergunningplicht op basis van de APV in te voeren, waarbij dezelfde gedragseisen als voor exploitanten van prostitutiebedrijven worden gehanteerd. 2. Het huidige beleid ten aanzien van sekswinkels te handhaven. 11

12 4.4 Sluitingsuur In de regionale nota prostitutiebeleid is opgenomen dat bij de vaststelling van het sluitingsuur ten aanzien van prostitutiebedrijven wordt aangesloten bij de regeling in de lokale APV. In Breda is het sluitingsuur geregeld in de Drank- en Horecaverordening. De reguliere sluitingstijd voor horeca-inrichtingen is daarin bepaald op 2.00 uur. Voorstel Voor wat betreft het sluitingsuur voor prostitutiebedrijven aan te sluiten bij de reguliere sluitingstijden voor horeca-inrichtingen. De burgemeester heeft de bevoegdheid om voor afzonderlijke seksinrichtingen andere sluitingsuren vast te stellen. Voor alle andere vormen van seksinrichtingen en/of sekswinkels gelden de sluitingsuren zoals vermeld in de Winkeltijdenwet (van uur tot uur). Hoofdstuk 5 OVERGANGSSITUATIE De exploitanten worden ieder afzonderlijk schriftelijk geïnformeerd over de beleidswijzigingen en over de procedure voor aanvraag van een vergunning. Hen moet een redelijke termijn worden gegeven een vergunning aan te vragen. Een termijn van 12 weken wordt redelijk geacht. Een vergunning op grond van de APV Breda 1997 wordt niet eerder verleend dan nadat is komen vast te staan dat er een gebruiksvergunning op grond van de bouwverordening is verleend. Voor bestaande bedrijven is die gebruiksvergunning verleend. In paragraaf 4.2.1C is vermeld dat de exploitanten moeten voldoen aan een aantal gedragseisen. Indien een huidige exploitant of een beheerder hieraan niet voldoet zou hem/haar een vergunning geweigerd moeten worden. Het feit, dat dit lange tijd is gedoogd doet hieraan niets af. Voorstel Voor bestaande seksinrichtingen en escortbedrijven een overgangstermijn van 12 weken te hanteren, waarbinnen de vergunning moet worden aangevraagd. Hoofdstuk 6 HANDHAVING Voor de handhaving van het beleid t.a.v. de seksbranche zijn de belangrijkste handhavers: de gemeente, het openbaar ministerie en de politie. De GGD heeft een adviserende taak. In de regionale nota prostitutiebeleid zijn afspraken gemaakt over het handhavingsbeleid. Daarbij is gebruik gemaakt van het "Handboek lokaal prostitutiebeleid" van het Ministerie van Justitie en voorbeelden van handhavingsarrangementen in Limburg Zuid en Twente. Er zijn afspraken gemaakt over a. regionale contactpersonen b. toegangsbevoegdheid opsporingsambtenaren c. handhaving politie en justitie d. sanctiemaatregelen Ad a. regionale contactpersonen. Binnen elke instantie, belast met toezicht en opsporing worden contactpersonen opgesteld. Deze voeren ten minste 2x per jaar overleg. In Breda vindt dit overleg reeds plaats in de werkgroep prostitutiebeleid. Daarin worden ook de handhavingsacties op elkaar afgestemd. Ad b. toegangsbevoegdheid De toegangsbevoegdheid van opsporingsambtenaren is geregeld in hoofdstuk 6 van de APV Breda 1997 en de Gemeentewet en de Algemene wet op het binnentreden. De toegangsbevoegdheid van toezichthouders is geregeld in de Algemene wet op het binnentreden en de artikelen 5.11 t/m 5.20 van de Algemene wet bestuursrecht. De toegangsbevoegdheid van functionarissen van de GGD worden afzonderlijk middels een uitvoeringsbesluit van burgemeester en wethouders geregeld. Zie bijlage 4. Ad c. handhaving door politie en Openbaar Ministerie 12

13 Mensenhandel is door het Openbaar Ministerie als beleidsprioriteit benoemd en is als expliciet beleidsthema genoemd in het Beleidsplan Nederlandse Politie De doelstellingen van de wetswijziging kunnen onder andere bereikt worden door de inrichtingen regelmatig te controleren op strafbare feiten. Controles vinden plaats op de navolgende gronden: * een vermoeden of melding van in de inrichting gepleegde strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld heling, wapen- of drugshandel, geweldpleging etc. * een vermoeden of melding van strafbare feiten gepleegd door de exploitant, zoals betrokkenheid bij mensenhandel of het in dienst hebben van minderjarige of illegale prostituees; * controle op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) * controle op grond van de APV. De politie zal op grond van landelijk vastgestelde regels die vertaald zijn in regionaal beleid, tenminste zes keer per jaar een controle uitvoeren op de prostitutiebedrijven. De politie heeft in elk district een prostitutieteam geformeerd dat vanuit de politie multidisciplinair is samengesteld uit zeden- en vreemdelingenrechercheurs die de controles zullen uitvoeren. De politie is voornemens om de opsporing van mensenhandel en de controle op prostitutiebedrijven structureel in de korpsformatie in te bedden. In verband met integriteit en veiligheid hanteert de politie een gedragscode voor het bezoeken van de seksbedrijven. Ad d. Sanctiemaatregelen In de regionale nota prostitutiebeleid is een handhavingsarrangement opgenomen. Voordeel hiervan is dat binnen de politieregio een eenduidig handhavingsbeleid gevoerd wordt en dat wordt voorkomen dat er verschuivingseffecten optreden. Dit arrangement is opgenomen in bijlage 5. Voorstel 1. Het huidige afstemmingsoverleg -o.a. voor wat betreft de handhaving- in de lokale werkgroep prostitutiebeleid continueren 2. Instemmen met het handhavingsarrangement, opgenomen in bijlage 5 HOOFDSTUK 7 OVERLEG EN EVALUATIE De conceptnota wordt voor inspraak vrijgegeven en voor consultatie voorgelegd aan betrokken exploitanten. De inspraakreacties worden meegenomen in het definitief voorstel aan de gemeenteraad om in te stemmen met de nota en de wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 1997, inclusief de daarop gebaseerde beleidsregeling. Na twee jaar wordt het beleid geëvalueerd. Voorstel Na twee jaar het beleid, zoals vervat in deze nota te evalueren in de commissies algemene zaken en ruimtelijke ordening. HOOFDSTUK 8 VOORSTELLEN 1. Instemmen met de doelstellingen van gemeentelijk prostitutiebeleid, zoals omschreven in paragraaf Het huidige vestigingsbeleid voor prostitutiebedrijven voort te zetten, met dien verstande dat het maximumaantal vooralsnog wordt vastgesteld op 6 en indien dit aantal wordt bereikt, bezien zal worden of aanpassing van dit aantal wenselijk is. Locaties die in overeenstemming zijn met het vestigingsbeleid zullen positief worden bestemd, voor de overigen geldt een uitsterfbeleid. Dit vestigingsbeleid wordt vastgelegd in de beleidsregeling (bijlage 4). 3. Instemmen met de beleidsregeling in bijlage 4 waarin zijn opgenomen eisen op het gebied van gezondheid en zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van prostituees; als vergunning-voorwaarde in de APV opnemen, dat de exploitant een verklaring van de GGD dient te overleggen, waaruit blijkt dat de seksinrichting aan de eisen voldoet. 4. De inrichtingseisen, genoemd onder B3 als voorschrift te verbinden aan een vergunning voor prostitutiebedrijven op basis van de APV Breda 1997 en in verband hiermee deze voorschriften op te nemen in de beleidsregeling (bijlage 4) en het huidige beleid ten aanzien van de brandveiligheid continueren en de bedrijven hierop controleren. 5. Instemmen met de gedragseisen voor exploitanten en beheerders, zoals opgenomen in de model- APV alsmede de verplichtingen voor de exploitant ten aanzien van de bedrijfsvoering, opgenomen in paragraaf 4.2.1, sub C en deze voorschriften aan een vergunning te verbinden. 13

b e s l u i t e n : de volgende nadere regels vast te stellen met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven.

b e s l u i t e n : de volgende nadere regels vast te stellen met betrekking tot seksinrichtingen en escortbedrijven. Burgemeester en wethouders van Middelburg; overwegende, dat de gemeenteraad in de vergadering van 25 september 2000 de beleidsnota Prostitutiebeleid Gemeente Middelburg d.d. 5 september 2000 heeft vastgesteld;

Nadere informatie

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZANDVOORT Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen

Nadere informatie

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV 2009

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV 2009 Nadere regels ter uitvoering van artikel 3:3 APV 2009 Burgemeester en wethouders van Weert Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen

Nadere informatie

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005

Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005 Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 Algemene plaatselijke verordening 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling gemeente Papendrecht

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR97507_1. Sexinrichtingen, nadere regels 2011

CVDR. Nr. CVDR97507_1. Sexinrichtingen, nadere regels 2011 CVDR Officiële uitgave van Beuningen. Nr. CVDR97507_1 25 juli 2017 Sexinrichtingen, nadere regels 2011 NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN 2011 (besluit B&W 8 maart 2011, BW 11.00353) Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008 Jaar: 2007 Nummer: 87 Besluit: B&W 6 november 2007 Gemeenteblad NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond, Gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting

Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting Toelichting op het formulier aanvraag voor vergunning van een seksinrichting Algemeen De Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen Artikel 151a van de Gemeentewet bepaalt, dat de gemeenteraad

Nadere informatie

Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV)

Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art APV) Toelichting op het formulier aanvraag exploitatievergunning voor een seksbedrijf (art. 3.2.1 APV) Algemeen De Algemene Plaatselijke Verordening voor de Gemeente Nijmegen Artikel 151a van de Gemeentewet

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie CVDR Officiële uitgave van Lisse. Nr. CVDR404391_1 17 oktober 2017 Beleidsregel handhaving illegale prostitutie De Burgemeester van Lisse; Het college van Burgemeester en wethouders van Lisse Ieder vanuit

Nadere informatie

Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders; Besluit: I. Vast te stellen

Nadere informatie

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lisse. Nr. 51415 25 april 2016 Beleidsregel handhaving illegale prostitutie Kenmerk: W054469 / 58683 De Burgemeester van Lisse; Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016

Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016 CVDR Officiële uitgave van Alkmaar. Nr. CVDR441134_1 29 mei 2018 Handhavingsarrangement prostitutie Alkmaar 2016 Dit handhavingsarrangement geldt voor zowel de vergunde seksbedrijven als illegale prostitutie.

Nadere informatie

Prostitutiebeleid gemeente Zundert 2015. Conceptnota

Prostitutiebeleid gemeente Zundert 2015. Conceptnota Prostitutiebeleid gemeente Zundert 2015 Conceptnota Colofon Uitgave Gemeente Zundert 8 april 2015 Gemeente Zundert Markt 1 4881 CN Zundert Postbus 10.001 4880 CA Zundert T 076 599 56 00 F 076 566 56 66

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen:

Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: Aan de gemeenteraad, Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders; Besluit: Vast te stellen de

Nadere informatie

Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.in de gemeente

Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.in de gemeente CVDR Officiële uitgave van Beuningen. Nr. CVDR12162_1 25 juli 2017 Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.in de gemeente De raad, Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Door de wetgever zijn aan de wetswijziging een zestal doelstellingen verbonden t.w.:

Door de wetgever zijn aan de wetswijziging een zestal doelstellingen verbonden t.w.: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roosendaal. Nr. 22485 26 februari 2016 Nota prostitutiebeleid Burgemeester en wethouders van Roosendaal, Besluiten: Vast te stellen de volgende Nota Prostitutiebeleid

Nadere informatie

vast te stellen de Beleidsregels lokaal prostitutiebeleid gemeente Schouwen-Duiveland 2010.

vast te stellen de Beleidsregels lokaal prostitutiebeleid gemeente Schouwen-Duiveland 2010. Beleidsregels lokaal prostitutiebeleid 2010 De burgemeester van Schouwen-Duiveland en het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; gelet

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening i.r.t. prostitutie ----------------------------------------------------------- Kenmerk 386902 dp

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening i.r.t. prostitutie ----------------------------------------------------------- Kenmerk 386902 dp Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening i.r.t. prostitutie ----------------------------------------------------------- Kenmerk 386902 dp Aan de gemeenteraad. 1. Inleiding Omdat de totstandkoming

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL SEKSINRICHTINGEN HELMOND 2008

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL SEKSINRICHTINGEN HELMOND 2008 Jaar: 2007 Nummer: 82 Besluit: Burgemeester 30 oktober 2007 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL SEKSINRICHTINGEN HELMOND 2008 De van Helmond; Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Zaaknummer: Z Prostitutiebeleid

Zaaknummer: Z Prostitutiebeleid Zaaknummer: Z11.16267 Prostitutiebeleid Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Inleiding... 3 1.3 Evaluatie prostitutiebeleid 2000... 3 1.4 Doelstellingen prostitutiebeleid... 3 2. Wet-

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Prostitutiebeleid 2013. Portefeuilehouder drs. Th.L.N. Weterings, J.C.W. Nederstigt. Wat willen we bereiken?

Nota van B&W. onderwerp Prostitutiebeleid 2013. Portefeuilehouder drs. Th.L.N. Weterings, J.C.W. Nederstigt. Wat willen we bereiken? gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Prostitutiebeleid 2013 Portefeuilehouder drs. Th.L.N. Weterings, J.C.W. Nederstigt Collegevergadering 12 november 2013 inlichtingen mr. J. Kamphuis (023 567

Nadere informatie

Verordening sekswinkels, seksinrichtingen, straatprostitutie, prostitutie- en escortbedrijven gemeente Zederik 2015

Verordening sekswinkels, seksinrichtingen, straatprostitutie, prostitutie- en escortbedrijven gemeente Zederik 2015 CVDR Officiële uitgave van Zederik. Nr. CVDR372786_1 6 december 2016 Verordening sekswinkels, seksinrichtingen, straatprostitutie, prostitutie- en escortbedrijven gemeente Zederik 2015 De Raad der gemeente

Nadere informatie

Het prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude HET PROSTITUTIEBELEID VAN DE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Het prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude HET PROSTITUTIEBELEID VAN DE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE CVDR Officiële uitgave van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Nr. CVDR103125_1 9 januari 2018 Het prostitutiebeleid van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude HET PROSTITUTIEBELEID VAN DE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE

Nadere informatie

Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche

Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche Artikelsgewijze toelichting Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)

Nadere informatie

Op 27 april 2000 is er een bijeenkomst gehouden met de ambtenaren die zijn belast met de invoering van prostitutiebeleid in de regiogemeenten.

Op 27 april 2000 is er een bijeenkomst gehouden met de ambtenaren die zijn belast met de invoering van prostitutiebeleid in de regiogemeenten. 1. INLEIDING In het Regionaal College Politieregio Gooi en Vechtstreek is afgesproken over de gevolgen van de wetswijziging tot opheffing van het algemeen bordeelverbod regionale afspraken te maken. Het

Nadere informatie

1 INLEIDING 1.1 DE WETSWIJZIGING EN HAAR DOELSTELLING

1 INLEIDING 1.1 DE WETSWIJZIGING EN HAAR DOELSTELLING 1 INLEIDING 1.1 DE WETSWIJZIGING EN HAAR DOELSTELLING Als gevolg van de Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van (onder meer) het wetboek van Strafrecht zal op 1 oktober 2000 artikel 250bis van het Wetboek

Nadere informatie

Programma Prostitutie. 29 september 2014 Beleidsregels voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven

Programma Prostitutie. 29 september 2014 Beleidsregels voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven Programma Prostitutie Memo Datum Onderwerp 29 september 2014 Beleidsregels voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven De beleidsregels voldoende toezicht zijn tegelijkertijd vastgesteld op 4 juli

Nadere informatie

Evaluatie Prostitutiebeleid

Evaluatie Prostitutiebeleid Evaluatie Prostitutiebeleid dienst Stadsbeheer Evaluatie Prostitutiebeleid evaluatie prostitutiebeleid Gemeente Breda Dienst Stadsbeheer Directie Buitenruimte, afdeling Beleid en Programmering 19 mei 2005

Nadere informatie

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008 Jaar: 2007 Nummer: 81 Besluit: Burgemeester 30 oktober 2007 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2008 De van Helmond Gelet op artikel 4:81 van Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Prostitutiebeleid gemeente Heusden college van burgemeester en wethouders

Prostitutiebeleid gemeente Heusden college van burgemeester en wethouders Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente

Nadere informatie

BELEIDSNOTA PROSTITUTIEBELEID GEMEENTE MIDDELBURG

BELEIDSNOTA PROSTITUTIEBELEID GEMEENTE MIDDELBURG BELEIDSNOTA PROSTITUTIEBELEID GEMEENTE MIDDELBURG Inhoud 1 INLEIDING...3 2 DOELSTELLINGEN...3 3 REGIONALE AFSTEMMING...4 4 BESCHRIJVING VAN DE FEITELIJKE SITUATIE...4 5 REGELGEVING...5 5.1 ALGEMEEN...5

Nadere informatie

Memo. 16 januari 2013 Concept-Richtlijnen voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven

Memo. 16 januari 2013 Concept-Richtlijnen voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven Directie Openbare Orde en Veiligheid Memo Datum Onderwerp 16 januari 2013 Concept-Richtlijnen voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven 1. Inleiding In de concept APV die voorjaar 2013 ter inspraak

Nadere informatie

Handhavingsarrangement seksbranche.

Handhavingsarrangement seksbranche. Handhavingsarrangement seksbranche. In samenspraak met diverse ketenpartners (verschillende gemeenten in de regio Oost- Nederland, politie, Openbaar Ministerie en het RIEC) is een handhavingsarrangement

Nadere informatie

a.prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

a.prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; Hoofdstuk 3 Afdeling 1 Artikel 3:l Seksinrichtingen, straatprostitutie e.d. Begripsbepalingen Begripsbepalingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a.prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het

Nadere informatie

De gemeenteraad van Haarlem, in vergadering bijeen op donderdag 26 juni 2019, in beraadslaging over het besluit Wijziging prostitutiehoofdstuk APV ;

De gemeenteraad van Haarlem, in vergadering bijeen op donderdag 26 juni 2019, in beraadslaging over het besluit Wijziging prostitutiehoofdstuk APV ; Amendement: "nog even wat meer geduld..." De gemeenteraad van Haarlem, in vergadering bijeen op donderdag 26 juni 2019, in beraadslaging over het besluit Wijziging prostitutiehoofdstuk APV ; Constaterende

Nadere informatie

Nadere regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven

Nadere regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven CVDR Officiële uitgave van Oldebroek. Nr. CVDR21246_1 5 december 2018 Nadere regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven gemeente oldebroek Nr. 2000003693 Burgemeester en wethouders van Oldebroek; overwegende,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol escortbedrijven Helmond 2007.

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol escortbedrijven Helmond 2007. Jaar: 2007 Nummer: 20 Besluit: Burgemeester 06 maart 2007 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL ESCORTBEDRIJVEN HELMOND 2007 De van Helmond; besluit: vast te stellen Beleidsregel handhavingsprotocol

Nadere informatie

Bijlage F bij raadsstuk 2017/478071

Bijlage F bij raadsstuk 2017/478071 1 Bijlage F bij raadsstuk 2017/478071 Reactie op technische vragen van 18 mei 2017 van Christen Unie (Frank Visser) over hoofdstuk 3 APV Hieronder wordt ingegaan op de gestelde technische vragen. Tevens

Nadere informatie

Wijzigingsverordening Hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Nijmegen

Wijzigingsverordening Hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Nijmegen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijmegen. Nr. 144550 19 oktober 2016 Wijzigingsverordening Hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Nijmegen De Raad van de gemeente

Nadere informatie

Gelet op artikel 3:11 (3.2.8 APVG 2005) van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009;

Gelet op artikel 3:11 (3.2.8 APVG 2005) van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009; Bijlage 3 - blz. 1 AANWIJZINGSBESLUIT STRAATPROSTITUTIE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN; Gelet op artikel 3:11 (3.2.8 APVG 2005) van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009; BESLUITEN:

Nadere informatie

HET RODE LICHT UIT DE SCHEMER

HET RODE LICHT UIT DE SCHEMER HET RODE LICHT UIT DE SCHEMER Het Bredase beleid voor de seksbranche na opheffing van het bordelenverbod. CONCEPT CONCEPT 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29

Nadere informatie

Nota prostitutiebeleid

Nota prostitutiebeleid 1 Nota prostitutiebeleid 1. Inleiding Op 1 oktober 2000 zal de wet tot opheffing van het algemeen bordeelverbod in werking treden. Door de opheffing van het bordeelverbod ontstaat een onderscheid tussen:

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v.dhr.mr. I.W. Opstelten Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag

Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v.dhr.mr. I.W. Opstelten Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Ministerie van Veiligheid en Justitie T.a.v.dhr.mr. I.W. Opstelten Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras)

Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras) BIJLAGE 1D Exploitatievergunning horecabedrijf (incl. terras) Exploitatievergunning ex artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke verordening van de gemeente Sittard-Geleen De burgemeester van Sittard-Geleen;

Nadere informatie

Nota Prostitutiebeleid

Nota Prostitutiebeleid Nota Prostitutiebeleid 2012 Nota vastgesteld op 9 oktober 2012. Bekendgemaakt op 24 oktober 2012. In werking getreden op 25 oktober 2012. 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 5 Hoofdstuk 1. Voorgeschiedenis...

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie

Nadere informatie

Partiële herziening massagesalons

Partiële herziening massagesalons Partiële herziening massagesalons Inhoudsopgave T oelichting Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan 1.2 Doel van het bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplannen waarop herziening

Nadere informatie

Bed and Breakfast 2010

Bed and Breakfast 2010 Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010 Een nadere uitwerking voor de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid als omschreven in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 4.1.1 van het

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de zevende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Súdwest- Fryslân:

b e s l u i t: vast te stellen de zevende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Súdwest- Fryslân: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Súdwest-Fryslân. Nr. 26091 3 maart 2016 Prostitutie- en horecabepalingen APV De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân; gelezen het voorstel van burgemeester en

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND September 2011-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel 3 Verhouding met de APV en het Vuurwerkbesluit 4 Argumentatie 5 Beleidsregels 6 Vaststelling, citeertitel

Nadere informatie

Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag)

Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag) RIS117862e_05- JUL-2004 Bijlage 5 Voorbeeld handhavingsarrangement voor seksinrichtingen en escortbedrijven (gemeente Den Haag) 1. Seksinrichtingen a. Exploitatie van een seksinrichting zonder de daarvoor

Nadere informatie

INLEIDING GEMEENTELIJK PROSTITUTIEBELEID

INLEIDING GEMEENTELIJK PROSTITUTIEBELEID GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerenveen. Nr. 130319 30 december 2015 Beleidsnotititie Prostitutiebeleid Op 1 oktober 2000 wordt in het wetboek van Strafrecht het algemeen bordeelverbod opgeheven.

Nadere informatie

Integraal Prostitutiebeleid Gemeente Wijchen Algemeen deel

Integraal Prostitutiebeleid Gemeente Wijchen Algemeen deel Integraal Prostitutiebeleid Gemeente Wijchen Algemeen deel INHOUD: 1. Inleiding 1 2. Aard en omvang van de prostitutie in Wijchen 2 3. Doelstellingen 3 4. Projectstructuur en regionale afstemming 4 5.

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting Artikelsgewijze toelichting Artikel 3.1, tweede lid onder k In artikel 3.1 onder k wordt het prostitutiebedrijf gedefinieerd als de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of in een omvang alsof het

Nadere informatie

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR40220_2 8 november 2016 VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST 2005 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Nota Prostitutiebeleid Terneuzen 2013

Nota Prostitutiebeleid Terneuzen 2013 Nota Prostitutiebeleid Terneuzen 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Algemeen 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Begripsomschrijvingen 4 1.3 Regionale afstemming 6 Hoofdstuk 2: Regelgeving 7 2.1 Algemeen 7 2.2 Gemeentelijke

Nadere informatie

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV

Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rotterdam Nr. 279874 24 december 2018 Handhavingsarrangement vergunningplicht artikel 2:36 APV De van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van de directeur

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Prostitutie. Afdeling 1 Begripsomschrijvingen. Artikel Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 3 Prostitutie. Afdeling 1 Begripsomschrijvingen. Artikel Begripsomschrijvingen Inhoudsopgave hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 Prostitutie... 1 Afdeling 1 Begripsomschrijvingen... 1 Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie en dergelijke... 1 Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden;

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 3:5 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (GEDRAGSEISEN EXPLOITANT SEKSBEDRIJF) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN

Nadere informatie

CONCEPT CONCEPT* Prostitutiebeleid

CONCEPT CONCEPT* Prostitutiebeleid CONCEPT CONCEPT* Prostitutiebeleid Vastgesteld op 19 januari 2016 In werking getreden op 4 maart 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Vergunningen 4 3. Toezicht 6 4. Handhaving 8 Bijlage Format bedrijfsplan

Nadere informatie

Artikel 3:1 Afbakening De artikelen 1:2, 1:3 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.

Artikel 3:1 Afbakening De artikelen 1:2, 1:3 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde. Bijlage 01: Overzicht wijzigingen 1. Artikel 3:1 Begripsbepalingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE BED AND BREAKFAST 2012

BELEIDSNOTITIE BED AND BREAKFAST 2012 BELEIDSNOTITIE BED AND BREAKFAST 2012 Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 december 2012 Pagina: 1 van 5 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Definitie Bed and Breakfast 3 2. Wettelijke kaders 3 2.1 Algemene

Nadere informatie

In artikel 1 worden in de omschrijving van seksbedrijf de woorden of het verrichten van vervangen door: of tot het verrichten van.

In artikel 1 worden in de omschrijving van seksbedrijf de woorden of het verrichten van vervangen door: of tot het verrichten van. 32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche) NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING gemeente Hardinxveld-Giessendam BELEIDSREGELS INDIENINGSVEREISTEN, EISEN EN PROCEDURE VAN EEN AANVRAAG OM EEN VERGUNNING EX ARTIKEL 2:28 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HG 17758 GemHG/INT/12671

Nadere informatie

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het onderzoek luidt als volgt:

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het onderzoek luidt als volgt: Samenvatting Op 10 november 2009 is een voorstel van wet voor het Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Wrp) ingediend dat zich richt op het verkleinen van lokale en

Nadere informatie

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396 Zaaknummer : 65344 Raadsvergaderin : 2 december 2014 Agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Informerende nota coffeeshop Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet; VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN 2017 De raad van de gemeente Roosendaal, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Algemene toelichting verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen

Algemene toelichting verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Algemene toelichting verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Gemeenten zijn niet verplicht kwaliteitsregels te stellen voor het peuterspeelzaalwerk. Het peuterspeelzaalwerk valt niet onder de Wet

Nadere informatie

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet. No: Onderwerp: Vaststellen Drank- en Horecaverordening gemeente Hattem De raad der gemeente Hattem; gelezen het vorstel van et college d.d. 9 maart 2004, no.. gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Deelsessie 12: Gevolgen van de Prostitutiewet voor de APV

Deelsessie 12: Gevolgen van de Prostitutiewet voor de APV Deelsessie 12: Gevolgen van de Prostitutiewet voor de APV De wet op hoofdlijnen Wat staat er in het wetsvoorstel? -verhoging van de minimumleeftijd voor de prostituees naar 21 jaar (art. 2) -invoering

Nadere informatie

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D Verordening speelautomaten (hallen) 2016 *16-0015386* 16-0015386 Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D14-0175331 1 VERORDENING SPEELAUTOMATEN(HALLEN) 2016 De raad van de gemeente Waalwijk, gezien het

Nadere informatie

Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014

Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Breda. Nr. 3867 9 december 2013 Vaststelling Drank- en Horecaverordening Breda 2014 Bekendmaking Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad

Nadere informatie

Met beheerder wordt bedoeld: feitelijk leidinggevende in de onderneming

Met beheerder wordt bedoeld: feitelijk leidinggevende in de onderneming AANVRAAGFORMULIER VOOR EEN VERGUNNING TOT HET VESTIGEN VAN EEN SEKSINRICHTING 3:4 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HOORN 1. Gegevens exploiterende onderneming Naam onderneming : Postadres : Postcode :

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. WET REGULERING SEKSWERK CONSULTATIEVERSIE Regels betreffende de regulering van sekswerk (Wet regulering sekswerk) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau,

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL Bestuur, Vergunning en Handhaving Voortgangsrapportage van resultaten van handhaving in 2009 over de periode van 1 januari

Nadere informatie

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen Beleidsregel Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen De aanpak van ondermijning OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Concernstaf, Openbare orde & veiligheid Inhoudsopgave De beleidsregel 2 Bijlage

Nadere informatie

1. INLEIDING BELEIDSKADER JURIDISCHE VORMGEVING Aanleiding Vigerende bestemmingsplannen... 3

1. INLEIDING BELEIDSKADER JURIDISCHE VORMGEVING Aanleiding Vigerende bestemmingsplannen... 3 INHOUD BLZ 1. INLEIDING...3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Vigerende bestemmingsplannen... 3 2. BELEIDSKADER...5 2.1. Randvoorwaarden bestemmingsplan... 5 2.2. Randvoorwaarden buiten bestemmingsplan... 8 3.

Nadere informatie

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.)

Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.) Wijziging APV (invoering vergunningenstelsel growshops c.a.) gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2007 tot het invoeren van een vergunningenstelsel voor grow-, smart en headshops;

Nadere informatie

CONCEPT Exploitatie- en terrasvergunning + aanhangsel, "Stichting Dorpshuis Austerlitz, Oude Postweg 144 (tijdelijk)

CONCEPT Exploitatie- en terrasvergunning + aanhangsel, Stichting Dorpshuis Austerlitz, Oude Postweg 144 (tijdelijk) Publiekshal Het Rond 1, Zeist www.zeist.nl www.twitter.com/gemeentezeist Postbus 513, 3700 AM Zeist www.facebook.com/gemeentezeist Telefoon 14 030 zeist@zeist.nl Stichting Dorpshuis Austerlitz Datum 04

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van

Nadere informatie

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting Versie 23 mei 2013 Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet De burgemeester van, Overwegende

Nadere informatie

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987; GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987; gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het

Nadere informatie

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Handhavingsmodel horeca en alcohol Handhavingsmodel horeca en alcohol Inleiding De Drank- en Horecawet (DHW) die op 1 januari 2013 inging, geeft aan dat er in 2013 een handhavingsmodel met betrekking tot de DHW moet worden vastgesteld.

Nadere informatie

PROSTITUTIE BELEID GEMEENTE VLISSINGEN. 1 Algemeen 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Begripsomschrijvingen 2 1.3 Regionale afstemming 4 1.

PROSTITUTIE BELEID GEMEENTE VLISSINGEN. 1 Algemeen 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Begripsomschrijvingen 2 1.3 Regionale afstemming 4 1. Inhoudsopgave PROSTITUTIE BELEID GEMEENTE VLISSINGEN 1 Algemeen 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Begripsomschrijvingen 2 1.3 Regionale afstemming 4 1.4 Leeswijzer 5 2 Overheidsbemoeienis met prostitutie 6 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven; De raad van de gemeente Etten-Leur; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven; Gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen (Stb.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. blz. INLEIDING 2. INSPRAAK (kort verslag van de gehouden inspraak 2 INVENTARISATIE VAN PROSTITUTIE IN DORDRECHT 3

INHOUDSOPGAVE. blz. INLEIDING 2. INSPRAAK (kort verslag van de gehouden inspraak 2 INVENTARISATIE VAN PROSTITUTIE IN DORDRECHT 3 INHOUDSOPGAVE blz. INLEIDING 2 INSPRAAK (kort verslag van de gehouden inspraak 2 INVENTARISATIE VAN PROSTITUTIE IN DORDRECHT 3 UITGANGSPUNTEN VOOR PROSTITUTIEBELEID IN DORDRECHT 4 VERGUNNINGVERLENING 8

Nadere informatie

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Edam-Volendam

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Edam-Volendam Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Edam-Volendam Opdrachtgever: Burgemeester Sectie Algemeen Juridische Zaken Vastgesteld op 16 maart 2016 De burgemeester van Edam-Volendam,

Nadere informatie

Nota van B&W. Wat willen we bereiken?

Nota van B&W. Wat willen we bereiken? gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Portefeuillehouder drs. Th.L.N. Weterings, J.C.W. Nederstigt Collegevergadering 4 december 2012 Inlichtingen mr. J. Kamphuis (023 567 69 35) Registratienummer 2012.0071965

Nadere informatie

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017 Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017 Vastgesteld op 7 december 2017 No.: 98391 b e s l u i t : Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 4690 AB Tholen telefoon:

Nadere informatie

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010

Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010 Beleidsnotitie Bed and Breakfast 2010 Gemeente Renkum, september 2010 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 1 DEFINITIE BED AND BREAKFAST... 1 JURISPRUDENTIE RAAD VAN STATE... 1 BESTEMMINGSPLANNEN... 2 VOORWAARDEN

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7337_4 11 december 2018 Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het

Nadere informatie

1. Adresgegevens m.b.t. het gebouw/de inrichting waarvoor de vergunning moet gelden

1. Adresgegevens m.b.t. het gebouw/de inrichting waarvoor de vergunning moet gelden Postadres: Postbus 35, 4530 AA TERNEUZEN Telefoon: 14 0115, fax 0115 618 429 Bezoekadres: Stadhuisplein 1, Terneuzen E-mail : gemeente@terneuzen.nl Internet: www.terneuzen.nl. Aanvraagformulier Exploitatievergunning

Nadere informatie

Paragraaf 4. Prostitutie. Paragraaf 4.1 Prostitutiebedrijven

Paragraaf 4. Prostitutie. Paragraaf 4.1 Prostitutiebedrijven Paragraaf 4. Prostitutie Paragraaf 4.1 Prostitutiebedrijven Artikel 3.27 Exploitatie van een prostitutiebedrijf De basisregel luidt dat elk prostitutiebedrijf een exploitatievergunning nodig heeft. Exploiteren

Nadere informatie

Draaiboek handhaving prostitutiebeleid Limburg-Noord

Draaiboek handhaving prostitutiebeleid Limburg-Noord Draaiboek handhaving prostitutiebeleid Limburg-Noord Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 1.1 achtergrond...3 1.2 begripsbepaling...3 2 Het handhavingsproces...4 2.1 doel van de handhaving...4 2.2 handhavende

Nadere informatie

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast Deze bijlage maakt integraal deel uit van de verordening tot wijziging van de APV 2012, vastgesteld door de raad op 28-11-2013 Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken

Nadere informatie