Honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de NWO-competitie
|
|
- Myriam de Ridder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport Honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de NWO-competitie Samenvatting Dr. Romy van der Lee Prof. dr. Naomi Ellemers Instituut Psychologie, Universiteit Leiden Bij ons leer je de wereld kennen
2 Acknowledgements Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
3 Samenvatting en Conclusies Vrouwen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd in de hogere academische posities. Ondanks verschillende maatregelen die zijn genomen om gelijke kansen voor mannen en vrouwen te garanderen (e.g., quota, voorkeursbeleid), is er sprake van een systematisch verschil in leiderschapsposities, salarissen, en onderzoeksfinanciering. Zo waren er in 2012 slechts 16% vrouwelijke hoogleraren in Nederland, krijgen vrouwen nog steeds minder betaald voor hetzelfde werk dan hun mannelijke collega s, en hebben vrouwen minder kans op het verwerven van subsidies voor wetenschappelijk onderzoek dan mannen. Het bieden van gelijke kansen op onderzoeksfinanciering is met name belangrijk, daar deze het opheffen van de andere verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke onderzoekers kan bevorderen. NWO speelt hierbij, als grootste wetenschapsfinancier in Nederland, een sleutelrol. NWO heeft als kerntaak het beoordelen van aanvragen voor onderzoekssubsidies, en stelt zich als doel te zorgen dat de beperkte middelen terecht komen bij de beste onderzoekers met de beste onderzoeksvoorstellen. Hierbij garandeert NWO dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke kandidaten gemiddeld en in meerjarig perspectief tenminste even hoog zullen zijn als die van mannelijke kandidaten. Niettemin blijkt uit opeenvolgende jaarverslagen van NWO dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke aanvragers over de hele linie lager zijn dan die van mannen. Dit heeft geleid tot de formulering van de volgende onderzoeksvraag: Wat zijn de honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de competitie bij NWO? En, wat zijn de resultaten voor mannen en vrouwen bij de opeenvolgende beoordelingsstappen in de NWO-competitie, per NWO-gebied, discipline en instrument en per lid van de beoordelingscommissie (m/v)? We hebben ons bij het onderzoeken van deze vraag specifiek gericht op de Veni-subsidie uit de Vernieuwingsimpuls in de periode De Veni-subsidie is een persoonsgebonden financieringsvorm voor jonge onderzoekers. Naast statistische redenen (voldoende aantallen observaties om betrouwbare conclusies aan te verbinden) zijn er inhoudelijke gronden voor deze keuze. Daar de Veni-subsidie een persoonsgebonden financieringsvorm is, is deze duidelijk te koppelen aan specifieke (mannelijke of vrouwelijke) onderzoekers. Daarnaast is het een subsidie voor een belangrijke loopbaanfase: het al dan niet verwerven van een Veni-subsidie heeft een grote impact op de beslissingen van zowel kandidaten als werkgevers omtrent het voortzetten van een loopbaan in de wetenschap. Indieningen en honoreringskansen van mannen en vrouwen De honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de Veni-subsidierondes zijn niet gelijk. Over de hele linie zijn de honoreringskansen voor vrouwelijke aanvragers systematisch lager (14,9%) dan de honoreringskansen voor mannelijke aanvragers (17,7%). In absolute aantallen betekent dit dat wanneer de honoreringskansen gedurende de onderzochte periode voor vrouwen gelijk waren geweest aan die voor mannen, de niet-gehonoreerde aanvragen van 33 vrouwen wel gehonoreerd zouden zijn. Als we kijken naar de afzonderlijke stappen in de Veni-procedure, zien we dat vrouwen over de hele linie minder aanvragen indienen (42,1% van de aanvragen) dan mannen (57,9%). Deze aantallen lijken echter overeen te komen met het potentieel aan vrouwelijke onderzoekers in de populatie. Vrouwen blijken ook evenzeer geneigd als mannen om een herindiening te doen (dat wil zeggen, een afgewezen aanvraag voor een tweede keer in te dienen). De honoreringskansen voor herindieners zijn met 23,6% gelijk voor mannen en vrouwen. Vrouwen die voor de eerste keer een aanvraag indienen hebben een 5
4 honoreringskans van slechts 10,8%. Dit is 16,1% bij mannen die voor de eerste keer een aanvraag indienen. Vrouwelijke onderzoekers lijken dus relatief goed vertegenwoordigd in het aandeel aanvragers in de Veni-procedure, maar aanvragen van vrouwen worden relatief minder vaak gehonoreerd. Uit de analyses van de verdeling van het aantal mannen en vrouwen per beoordelingsstap blijkt dat de lagere kansen voor vrouwen ten opzichte van mannen met name tot uitdrukking komen in de voorselectieronde en de interviewronde. Als we het aandeel vrouwen onder de aanvragers (42,1%) vergelijken met het aandeel vrouwen onder de honoreringen (37,9%) zien we een verlies van bijna 4% vrouwen tijdens de Venibeoordelingsprocedure. Dit is vergelijkbaar met het patroon dat zichtbaar is bij de ERC starting grant, die zich richt op een vergelijkbare doelgroep en loopbaanfase. Het aandeel vrouwen onder de aanvragers bedroeg daar (in de periode ) 29% terwijl het aandeel vrouwen onder de gehonoreerde aanvragen slechts 24% was; een verlies van 5% vrouwen (ERC Gender Statistics, 2014). Mogelijke verklaringen voor de ongelijke kansen voor mannen en vrouwen Mannelijke en vrouwelijke aanvragers worden verschillend beoordeeld in de Veni subsidierondes. Uit de analyses van de commissieoordelen blijkt dat vrouwen over de hele linie minder positief beoordeeld worden dan mannen. Zo krijgen vrouwen systematisch gemiddeld slechtere preadviezen en minder positieve scores van beoordelingscommissies dan mannen. Dit betreft specifiek de inschatting van hun kwaliteiten als onderzoeker. Mannen en vrouwen krijgen wel gelijke beoordelingen voor de kwaliteit van hun onderzoeksvoorstel en kennisbenutting. Vrouwen blijken dus volgens de commissie-oordelen even goed als mannen in staat te zijn om goede, innovatieve, maatschappelijk relevante onderzoeksvoorstellen te schrijven. Toch zijn hun honoreringskansen lager, omdat vrouwen systematisch lagere oordelen krijgen voor hun kwaliteiten als onderzoeker. Variaties in de commissiesamenstelling (met gemiddeld ruim 33% vrouwelijke commissieleden) bieden geen verklaring voor het geobserveerde verschil in honoreringskansen voor, en beoordelingen van, mannelijke en vrouwelijke aanvragers. De beschikbare onderzoeksgegevens hadden alleen betrekking op de oordelen die zijn gegeven tijdens de beoordelingsprocedure. Wij hadden geen toegang tot gegevens waarmee het mogelijk is vast te stellen of er objectieve kwaliteitsverschillen te vinden zijn tussen deze mannelijke en vrouwelijke aanvragers, bijvoorbeeld in het aantal publicaties. Niettemin is het onwaarschijnlijk dat de lagere beoordelingen van vrouwen daadwerkelijke prestatieverschillen reflecteren. Zo is uit eerder onderzoek naar CV-gegevens van mannelijke en vrouwelijke Veni-aanvragers gebleken dat vrouwen niet systematisch slechter presteren, in termen van het aantal publicaties en citaties, dan mannen (Van Arensbergen, 2014). Ook uit ander onderzoek naar onder andere ERC starting grant aanvragers is gebleken dat verschillen in de CV s van mannelijke en vrouwelijke onderzoekers vooral zitten in de aard van het loopbaantraject dat zij afleggen, bijvoorbeeld doordat mannen en vrouwen van elkaar verschillen in de onderwijstaken die ze hebben of het commissiewerk dat zij verrichten (e.g., Ceci et al., 2014; Vinkenburg et al., 2014). In het licht van deze gegevens suggereren de resultaten van het huidige onderzoek dan ook dat er sprake is van impliciete gender bias bij het beoordelen van Veni-aanvragen. Analyses van het taalgebruik in relevante uitingen van NWO (instructies aan commissieleden, kwaliteitslabels) laten zien dat er in zowel de uitingen gericht op aanvragers als in de uitingen gericht op beoordelaars sprake is van gendered taalgebruik. Dat wil zeggen, in de reguliere instructies wordt in ruim 20% van de beschrijvingen van eisen of kwaliteiten van aanvragers alleen verwezen naar mannen, bijvoorbeeld man-years of research en de kandidaat behoort tot de beste 10-20% van zijn 6
5 populatie, terwijl zowel mannen als vrouwen worden bedoeld. Alleen wanneer het genderbeleid van NWO wordt beschreven, verwijzen teksten exclusief naar vrouwelijke kandidaten. Er wordt gemiddeld in ruim 38% van de onderzochte uitingen expliciet gerefereerd naar het genderbeleid waarin aandacht wordt gevraagd voor de positie van vrouwen. In de uitingen gericht op de commissieleden gebeurt dit in nagenoeg de helft van alle uitingen; in uitingen gericht op externe referenten wordt geen enkele keer het genderbeleid van NWO genoemd. Naast het voorkomen van gender-exclusief taalgebruik, worden er, met name in de omschrijving van de ideale kandidaat, gendered woorden gebruikt. Gendered woorden zijn woorden die refereren aan genderstereotypen (e.g., Gaucher et al., 2011). Masculiene gendered woorden zijn bijvoorbeeld uitdagend en avontuurlijk ; feminiene gendered woorden zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk en organiseren. Het blijkt dat er over de hele linie meer masculiene (dan feminiene) gendered woorden worden gebruikt, zoals avontuurlijke onderzoekers, uitdagend onderzoek onafhankelijk uitvoeren, en outstanding talent. Het is aannemelijk dat het alleen al hierdoor lijkt alsof mannelijke onderzoekers eerder aan de gestelde eisen voldoen dan vrouwelijke onderzoekers (e.g., Kaatz, Gutierrez, & Carnes, 2014). Over de hele linie zijn de honoreringskansen voor vrouwen in de Veni competitie kleiner dan die voor mannen. Deze ongelijkheid kan niet toegeschreven worden aan het aantal (her)indieningen van vrouwen of aan de commissiesamenstellingen. Wel is duidelijk naar voren gekomen dat vrouwelijke aanvragers minder gunstig beoordeeld worden dan mannen; dit geldt specifiek voor hun kwaliteit als onderzoeker en niet voor de kwaliteit van hun onderzoeksvoorstel. Tevens is gebleken dat de kwaliteitslabels waarop aanvragers beoordeeld worden niet gender-neutraal zijn, maar beter passen bij de stereotype eigenschappen van mannen en dus gemakkelijker geassocieerd kunnen worden met mannelijke dan vrouwelijke aanvragers. Verschillen tussen wetenschapsgebieden Een uitsplitsing naar wetenschapsgebied toont aan dat bovengenoemde verschillen met name voorkomen in de gebieden Aard- en Levenswetenschappen (ALW), Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) en Medische wetenschappen (ZonMW). Daar de procedure en het genderbeleid gelijk is in alle gebieden, kan een oorzaak voor deze verschillen gezocht worden in de gebiedskenmerken. ALW, MaGW en ZonMW zijn gebieden met een groot volume aan onderzoekers en relatief weinig te verdelen middelen, en hebben daardoor een zeer lage selectieratio. De gemiddelde honoreringskans in deze gebieden is met 15,0% duidelijk lager dan bijvoorbeeld in de gebieden Natuurkunde, Chemische wetenschappen en Exacte wetenschappen (N, CW, EW) waar de gemiddelde honoreringskans 23,4% is. Daarbij zijn er in ALW, MaGW en ZonMW evenveel mannelijke als vrouwelijke aanvragers. Een combinatie van deze gebiedskenmerken lijkt dus bij te dragen aan de ongelijke kansen voor mannen en vrouwen in de Veni procedure: juist in de gebieden waar veel vrouwelijke onderzoekers aanvragen indienen, zijn de honoreringskansen voor vrouwen lager. Dit sluit aan bij de literatuur en eerder onderzoek, onder andere naar impliciete bias (e.g., Kaatz et al., 2014). De combinatie van een groot aanvraagvolume en lage selectieratio zorgt voor een relatief grote cognitieve belasting voor beoordelingscommissies. Een grotere cognitieve belasting, in dit geval het beoordelen van veel aanvragen in relatief korte tijd, lokt gemakkelijk impliciete discriminatie uit (e.g., Nosek et al., 2009). Bovendien blijkt uit eerder onderzoek dat mensen minder alert zijn op de mogelijkheid van impliciete 7
6 gender bias wanneer meer vrouwen in de situatie aanwezig zijn. Dit kan ook hier een rol spelen, aangezien er juist in de gebieden waar ongeveer evenveel aanvragen van mannen als vrouwen komen, de honoreringskansen voor vrouwen het laagst blijken. Tegelijkertijd suggereren de verwijzingen naar het genderbeleid (bijvoorbeeld in de instructies voor beoordelaars), dat er wel gelijke kansen zijn voor mannen en vrouwen. De helft van de aanvragen komt in deze gebieden van vrouwen, en er wordt aangegeven dat NWO extra aandacht besteedt aan een gelijke beoordeling van mannen en vrouwen. Hierdoor zijn beoordelaars minder alert op subtiele processen die in het nadeel van vrouwen werken. Dit is een bekend verschijnsel en wordt ook wel de paradox of equality genoemd (e.g., Castilla & Bernard, 2010; Kaiser et al., 2013). Deze bias lijkt zich met name te uiten in de oordelen over de competenties van mannen en vrouwen; vrouwen worden systematisch slechter beoordeeld op hun kwaliteiten als onderzoeker dan mannen. Ook deze bevinding sluit aan bij eerder onderzoek ten aanzien van de stereotype verwachtingen over de kwaliteiten van mannen en vrouwen (Moss-Racusin et al., 2012). Ook de hier gevonden verschillen tussen wetenschapsgebieden komen overeen met wat is gedocumenteerd in de literatuur. Zo wordt er algemeen onderkend dat de wiskunde-intensieve wetenschapsgebieden (e.g., Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde; Bètawetenschappen) met andere problemen kampen ten aanzien van gelijke kansen voor mannen en vrouwen dan de Levenswetenschappen, Psychologie en de Sociale wetenschappen (i.e., LPS-gebieden; Ceci et al., 2014). In de eerste groep is er sprake van een sterke ondervertegenwoordiging van vrouwen in de visvijver. Met andere woorden, er is weinig vrouwelijk potentieel voor een loopbaan in de bètawetenschappen. Hierdoor zijn de aantallen aanvragen van vrouwen in deze gebieden laag. De promotiekansen voor vrouwen die aan het begin van een loopbaan in de bètawetenschappen staan zijn echter gelijk aan die voor mannen. In de LPS-gebieden is er daarentegen een groot potentieel aan vrouwelijke kandidaten, maar hier ondervinden vrouwen ongelijke promotiekansen in hun loopbaan. Deze ongelijke promotiekansen omvatten onder andere lagere honoreringskansen bij het verwerven van onderzoeksubsidies, zoals we ook in het huidige onderzoek zien. Naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen Er blijkt geen kant-en-klare oplossing voor gendergelijkheid te zijn. Er zijn verschillende maatregelen in omloop, maar in hoeverre deze daadwerkelijk effectief zijn is onduidelijk (e.g., Moss-Racusin et al., 2014). Zo blijken beleidsmatige interventies om gelijkheid te bevorderen in de ene situatie wel te werken, maar in een andere situatie niet effectief of zelfs contra-effectief te zijn. Onderzoek moet aantonen welke maatregelen in welke context effectief zijn; alleen op deze manier kan vastgesteld worden wat de best practices zijn waarin het de moeite waard is te investeren. De huidige resultaten suggereren dat het de moeite waard is te onderzoeken wat de meerwaarde is van het vinden en implementeren van gender-neutrale kwaliteitslabels en van een training of instructie voor beoordelaars en proces-ondersteuners, om zo impliciete bias te reduceren en mannen en vrouwen daadwerkelijk gelijke honoreringskansen te bieden. 8
7 Aanbevelingen NWO maakt haar garantie van gelijke honoreringspercentages voor mannelijke en vrouwelijke kandidaten niet waar. Hoewel er geen kant-en-klare oplossing voorhanden is, hebben de resultaten van het huidige onderzoek naar de honoreringskansen voor mannen en vrouwen bij de Veni-subsidie van de Vernieuwingsimpuls een aantal punten aangewezen waar verbetering mogelijk en wenselijk is. Deze zullen hieronder uiteen worden gezet. 1. (Her)indiening stimuleren. Hoewel het aandeel vrouwen in de aanvragen evenredig lijkt te zijn aan het vrouwelijk potentieel in de visvijver, is het goed om vrouwen te stimuleren een aanvraag in te dienen en met name om het voor een tweede keer te proberen als het de eerste keer niet gelukt is. Dit betekent ook dat vrouwen moet worden aangeraden het indienen van een aanvraag niet uit te stellen tot het laatst mogelijke moment (bijvoorbeeld omdat zij hun CV eerst zo sterk mogelijk willen maken). De honoreringskansen voor herindieningen zijn namelijk hoger dan voor eerste indieningen, en deze stijging is met name voor vrouwen duidelijk zichtbaar. 2. Accountability: verantwoording afleggen. Regelmatige monitoring van honoreringspercentages verschaft inzicht in de effectiviteit van het genderbeleid. Om de effecten van beleidswijzigingen te kunnen evalueren is een nulmeting nodig; het huidige rapport zou hiervoor gebruikt kunnen worden. Het is hiervoor essentieel dat de gegevens in alle gebieden systematisch verzameld en in eenduidig format opgeslagen worden. Momenteel zijn er voor een deel van de benodigde gegevens geen duidelijke richtlijnen wat betreft de opslag van deze gegevens (en dit kan per wetenschapsgebied verschillen). Vergelijking tussen gebieden wordt hierdoor bemoeilijkt, en het vergt een aanzienlijke tijdsinvestering om een overzicht van het geheel te verkrijgen. Toch is dit nodig om de effectiviteit van het genderbeleid te evalueren, en gelijke kansen te garanderen. Beoordelingscommissies kunnen op basis van deze gegevens al dan niet ingrijpen in een volgende beoordelingsstap of subsidieronde om gelijke honoreringskansen te bevorderen. Het is belangrijk de stand van zaken omtrent huidige honoreringspercentages voor mannen en vrouwen niet alleen naar beoordelingscommissies, maar ook naar buiten te communiceren. Hiermee toont NWO dat zij haar verantwoordelijkheid neemt betreffende haar prestatieverplichting, en geeft het aanvragers inzicht in de legitimiteit van de beoordelingsprocedure en de waarde die NWO hecht aan het bieden van gelijke kansen aan alle aanvragers. Alertheid op impliciete bias vergroten 3. Gender-inclusief taalgebruik en gender-neutrale kwaliteitslabels implementeren. Het is van belang dat NWO erop toeziet dat al haar uitingen gebruik maken van gender-inclusief taalgebruik (bijvoorbeeld door de onderzoeker steeds aan te duiden als hij/zij in plaats van alleen hij ). Om gelijke beoordeling te bevorderen dienen de aanduidingen van wetenschappelijke kwaliteit tevens gender-neutraal te zijn. Huidige omschrijvingen van talent worden voornamelijk aangegeven door naar stereotype mannelijke eigenschappen en kwaliteiten te verwijzen. Het is belangrijk geloofwaardige kwaliteitslabels te ontwikkelen die in gelijke mate met mannen en vrouwen geassocieerd kunnen worden. Deze kunnen dan gebruikt worden om op een gender-neutrale wijze de wetenschappelijke kwaliteiten van aanvragers te beoordelen. Tevens is het belangrijk duidelijk te maken dat naast stereotype mannelijke eigenschappen ook kwaliteiten die eerder met vrouwen geassocieerd worden (zoals samenwerken ) van belang zijn voor een goede onderzoeker. 9
8 4. Training voor commissieleden. Interventies die als doel hebben impliciete bias tegen te gaan, zijn het meest effectief als er gebruik wordt gemaakt van actieve leertechnieken bij beoordelaars. In plaats van alleen te lezen over het genderbeleid zouden commissieleden een korte training kunnen volgen waarin zij op een (inter)actieve manier leren over impliciete bias, en defensieve reacties vermeden kunnen worden. Deze training kan voor verschillende doelgroepen (voorzitters, commissieleden, ambtelijk secretarissen) in verschillende varianten worden aangeboden, opdat deze ingepast kan worden in de huidige procedures zonder al te veel extra investering van commissieleden te vragen. Als onderdeel van een dergelijke training is het (in het kader van accountability) belangrijk informatie te tonen over de feitelijke honoreringspercentages voor mannelijke en vrouwelijke aanvragers (bijvoorbeeld in een vorige subsidieronde of in een vorige beoordelingsstap). In een ander onderdeel van de training kan er expliciet aandacht besteed worden aan de implicaties van de kwaliteitslabels voor mannelijke en vrouwelijke aanvragers (zie hierboven). Daar externe referenten door NWO niet geïnformeerd worden over het genderbeleid terwijl hun oordeel een belangrijke rol speelt bij de beoordeling van aanvragen, is het aan te bevelen de externe referenten beter in te lichten over het genderbeleid en de manieren waarop NWO vrouwelijk potentieel wil bevorderen. Gelijke kansen voor mannen en vrouwen creëren 5. Meer nadruk leggen op het onderzoeksvoorstel in plaats van op de persoon van de onderzoeker. De impliciete bias in het nadeel van vrouwen uit zich vooral in systematisch minder gunstige beoordelingen voor hun kwaliteiten als onderzoeker. De kwaliteit van de voorstellen van mannen en vrouwen wordt gelijk gewaardeerd: de onderzoeksideeën van vrouwen worden even gunstig gewaardeerd en als maatschappelijk relevant erkend als die van mannen. Meer nadruk leggen op (een zwaardere weging toekennen aan) de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel zou dus tot minder biased honoreringsbeslissingen moeten leiden, daar impliciete bias vooral betrekking heeft op de waargenomen kwaliteiten van mannen en vrouwen als onderzoekers. In het licht van verschillende loopbaantrajecten die onderzoekers volgen, kan de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel ook worden gezien als een valide indicator van de kwaliteiten van de aanvrager als onderzoeker; dit hoeft niet alleen te worden afgemeten aan eerdere prestaties zoals zichtbaar op het CV. 6. Aanvraagdruk tussen de wetenschapsgebieden gelijk trekken. Er zijn aanzienlijke verschillen in de honoreringskansen tussen de verschillende wetenschapsgebieden. Dit staat in relatie tot de aanvraagdruk: in de gebieden met een grote aanvraagdruk en waar veel vrouwelijk potentieel is, zijn de gemiddelde a priori honoreringskansen over de hele linie het laagst (en vooral bij eerste aanvragen veel lager voor vrouwen dan voor mannen). Dit zijn tevens de gebieden die vanwege het grote aantal aanvragen een extra beoordelingsstap gebruiken, namelijk een voorselectieronde. In de voorselectieronde wordt binnen kort tijdsbestek en op basis van een relatief oppervlakkig oordeel een eerste schifting gemaakt tussen kansrijke en minder kansrijke aanvragen. Het blijkt dat dit een stap in de beoordelingsprocedure is waar de succeskansen voor vrouwen duidelijk kleiner zijn dan voor mannen. Het rechttrekken van de aanvraagdruk, waardoor het bijvoorbeeld niet langer nodig is een voorselectie te hanteren, zou ervoor kunnen zorgen dat de gebieden met veel vrouwelijke aanvragers er beter in slagen gelijke kansen voor vrouwen en mannen te realiseren. Deze aanbevelingen zijn gebaseerd op de huidige onderzoeksresultaten en op relevante inzichten uit wetenschappelijk onderzoek. Als laatste, meer algemene, aanbeveling geldt dat het van belang is dit soort inzichten meer systematisch te gebruiken en reeds beschikbare kennis te benutten. Het verdient 10
9 aanbeveling om nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar diversiteitsbevorderende maatregelen systematisch bij te houden, onderzoekers die deskundig zijn op dit gebied periodiek te raadplegen, of NWO-medewerkers regelmatig te laten bijscholen op dit gebied. Daar evidentie voor de effectiviteit van veel diversiteitsmaatregelen nog ontbreekt, is het nodig verder te investeren in empirisch onderzoek naar de effectiviteit van verschillende maatregelen die binnen de NWO-procedures kunnen worden genomen. Het heeft geen zin te investeren in maatregelen die niet effectief blijken, en het is niet verantwoord om procedurewijzigingen door te voeren die niet op effectiviteit getoetst zijn. Indien een training voor commissieleden of gender-neutrale kwaliteitslabels ontwikkeld worden, dient de effectiviteit hiervan op het verbeteren van het beoordelingsproces eerst op kleine schaal getoetst te worden, voordat deze maatregelen in bredere kring worden ingevoerd. Het is hierbij van belang dat er rekening wordt gehouden met de context en het doel van de interventie. Hierbij dient zo concreet mogelijk aangegeven te worden wanneer een bepaalde maatregel als succesvol kan worden beschouwd. Alleen op basis van empirische evidentie kunnen er op maat gemaakte interventies geïmplementeerd worden die daadwerkelijk bijdragen aan gelijke kansen voor vrouwen in de wetenschap. 11
10
Honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de NWO-competitie
Rapport Honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de NWO-competitie Dr. Romy van der Lee Prof. dr. Naomi Ellemers Instituut Psychologie, Universiteit Leiden Bij ons leer je de wereld kennen Acknowledgements
Nadere informatieDit is een samenvatting van het onderzoek naar effectieve interventies om de kwaliteit van de beoordelingen in de NWO-procedures te waarborgen.
Dit is een samenvatting van het onderzoek naar effectieve interventies om de kwaliteit van de beoordelingen in de NWO-procedures te waarborgen. Voor het volledige onderzoeksrapport kan, wegens het vertrouwelijke
Nadere informatieTalent Proof: Selectieprocessen in onderzoeksfinanciering en -loopbanen
132 Talent Proof: Selection Processes in Research Funding and Careers Nederlandse samenvatting Talent Proof: Selectieprocessen in onderzoeksfinanciering en -loopbanen Focus op talent en excellente prestaties
Nadere informatieInstroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1
Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is
Nadere informatieSamenvattting nationale conferentie aanvraagdruk. 4 april Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Samenvattting nationale conferentie aanvraagdruk 4 april 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Samenvattting nationale conferentie aanvraagdruk 4 april 2017 Inleiding Samen met
Nadere informatieJane in de universitaire jungle
Jane in de universitaire jungle INLEIDING Nog los van een basisprincipe van gelijke rechten, wordt het belang van diversiteit binnen een organisatie tegenwoordig breed erkend. Diversiteit draagt bij aan
Nadere informatieVOORBEELD. Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom
4 Uitstroom Instroom 1 3 Inclusie 2 Doorstroom Rapportage 2019 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 5 Managementsamenvatting 6 Algemeen 8 Hoe
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 9
Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen
Nadere informatieHebben mannen en vrouwen gelijke kansen. bij selectieproeven met intelligentietests? Samenvatting
FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT PSYCHOLOGIE ONDERZOEKSGROEP HOGERE COGNITIE EN INDIVIDUELE VERSCHILLEN CENTRUM VOOR ORGANISATIE- EN PERSONEELSPSYCHOLOGIE TIENSESTRAAT 102
Nadere informatiedr. Marieke van den Brink Jong talent in de academische wereld
dr. Marieke van den Brink Jong talent in de academische wereld Aandacht voor vrouwelijk talent nog nodig? Aandeel vrouwen daalt naarmate functie stijgt: > 50 masterstudenten, 12% vrouwelijke hoogleraren
Nadere informatieAspasia. Call for proposals. Rondes Vidi en Vici met besluitvorming in 2016
Call for proposals Aspasia Rondes Vidi en Vici met besluitvorming in 2016 Den Haag, april 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar
Nadere informatieNWO-Spinozapremie. Den Haag, juni 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
1 2019 Den Haag, juni 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 2 Inleiding en doel De is een persoonsgerichte onderzoeksfinanciering die zich richt op de hoogste categorie in de onderzoekerspiramide.
Nadere informatieMatchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel
Matchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel Uitvoering lange termijn onderzoek call for proposals cyber security research NWO 2012 Jan Piet Barthel (NWO) Programma coördinator
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7944 14 februari 2018 Call for proposals Aspasia, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Rondes Vidi
Nadere informatieCall for proposals MEERVOUD. Aard- en Levenswetenschappen. Meer Vrouwelijke Onderzoekers als UD
Aard- en Levenswetenschappen Call for proposals MEERVOUD Meer Vrouwelijke Onderzoekers als UD 2013 Den Haag, maart 2013 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1
Nadere informatieKootstra Talent Fellowship 2015
Kootstra Talent Fellowship 2015 Inleiding De Raad van Bestuur Maastricht UMC + heeft voor 2015 middelen ter beschikking gesteld voor talentontwikkeling onder jong wetenschappelijk talent. Deze middelen
Nadere informatieSamenvatting. Adviesaanvraag
Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende
Nadere informatieLeraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten
Exacte Wetenschappen Leraar in onderzoek Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Den Haag, mei 2010 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 2 Doel 4 3
Nadere informatieValidatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep
Validatie schattingsmethodiek Defensie Rapportage Klankbordgroep 21 december 2011 Rapportage Klankbordgroep Inleiding / Samenvatting De Klankbordgroep heeft op verzoek van het ministerie van Defensie toezicht
Nadere informatieChinese borden Universiteiten in en uit balans
Chinese borden Universiteiten in en uit balans 15-03-2016, Science in Transition conferentie Barend van der Meulen, Elizabeth Koier, Edwin Horlings 2 Universiteiten uit en in balans Barend van der Meulen
Nadere informatieProgramma: bewegen en cognitie. Call voor onderzoek naar effecten van bewegen op het cognitief functioneren bij ouderen met een mobiliteitsbeperking
Programma: bewegen en cognitie Call voor onderzoek naar effecten van bewegen op het cognitief functioneren bij ouderen met een mobiliteitsbeperking 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en positie van het programma
Nadere informatieKootstra Talent Fellowship 2011
Kootstra Talent Fellowship 2011 Inleiding De Raad van Bestuur Maastricht UMC + heeft voor 2011 middelen ter beschikking gesteld voor talentontwikkeling onder jong wetenschappelijk talent. Deze middelen
Nadere informatieSamenvatting Docentenhandleiding
Samenvatting Docentenhandleiding Cursus Selecteren zonder vooroordelen: Voor de beste match! Module 1 Discriminatie in relatie tot stereotypen Dit opleidingsaanbod is tot stand gekomen met financiële steun
Nadere informatie' * ^ ļ t. .. ' ' - v. - '.. - e 2015/2016. Den Haag, mei 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
' * ^ ļ t.. ' ' - v. - '.. - e Call for p r o p o s a l s I n v e s t e r i n g e n N W O - m i d d e l g r o o t 2015/2016 Den Haag, mei 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek I
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatiePatiëntenparticipatie bij de ontwikkeling en evaluatie van E-health zorgontwikkelingen
Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling en evaluatie van E-health zorgontwikkelingen Aanbevelingen Projectgroepleden Onderzoekers Andrea Evers Henriët van Middendorp Maaike Ferwerda Onderzoekspartners
Nadere informatieNWO-Spinozapremie. Den Haag, juli 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
NWO-Spinozapremie 1 NWO-Spinozapremie 2017 Den Haag, juli 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 1 Inleiding en doel De NWO-Spinozapremie is een persoonsgerichte onderzoeksfinanciering
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende
Nadere informatieVeel gestelde vragen Vernieuwingsimpuls 2015
Veel gestelde vragen Vernieuwingsimpuls 2015 1. Is er een leeftijdsgrens of andere grens voor Veni, Vidi, Vici aanvragers? 2. Mogen buitenlandse onderzoekers indienen? 3. Is het mogelijk vanuit het buitenland
Nadere informatieHet LOVS rekenen-wiskunde van het Cito
Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum
Nadere informatieHet LOVS rekenen-wiskunde van het Cito
cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode
Nadere informatieNWO-Spinozapremie 2020
NWO-Spinozapremie 2020 1 Inleiding en doel De NWO-Spinozapremie is een persoonsgerichte onderzoeksfinanciering die zich richt op de hoogste categorie in de onderzoekerspiramide. De premie is een eerbewijs
Nadere informatieAdviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP
Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2
Nadere informatieWerkend leren in de jeugdhulpverlening
Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003
Nadere informatieY Meerwaarde Plus Programma voor bevordering van kennisbenutting in de Maatschappij-en Gedragswetenschappen
Maatschappij- en Gedragswetenschappen Call for proposals Y Meerwaarde Plus Programma voor bevordering van kennisbenutting in de Maatschappij-en Gedragswetenschappen 2012 Den Haag, september 2012 Nederlandse
Nadere informatieVoorkeursbeleid: de (on)mogelijkheden
Voorkeursbeleid Voorkeursbeleid: de (on)mogelijkheden Als een werkgever een diverse samenstelling van zijn personeelsbestand nastreeft, heeft hij daarvoor enkele instrumenten ter beschikking. Te denken
Nadere informatierendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies
de jonge akademie rendement van talent aanbevelingen voor motiverend en stimulerend loopbaanbeleid advies samenvatting De afgelopen jaren hebben de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW),
Nadere informatieEffectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu
Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK. BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE RANK School : De Rank Plaats : Schoonhoven BRIN-nummer : 11LX Onderzoeksnummer : 94542 Datum schoolbezoek : 4 en 5 juni 2007 Datum vaststelling : 14 september 2007
Nadere informatieThe Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands
The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)
Nadere informatie1. Wetenschappers in Nederland M/V
1. Wetenschappers in Nederland M/V 14,8 procent vrouwelijke hoogleraren in 2011 In 2011 studeerden meer vrouwen (53,6%) dan mannen af aan de Nederlandse universiteiten. Het aandeel vrouwen in wetenschappelijke
Nadere informatie4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS. Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718
4?^ ' \/ Lr- Ö RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL BERG EN BOS QLIOOO Z^ School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Basisschool Berg en Bos Apeldoorn 17NG 94718 Datum schoolbezoek Datum vaststelling
Nadere informatieSubsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek
Subsidiebesteding wetenschappelijk onderzoek Informatie voor onderzoekers en andere betrokkenen Aids Fonds Keizersgracht 392 1016 GB Amsterdam Contactpersoon Marein de Jong, Irene Keizer Titel Beleidsadvies
Nadere informatieReglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden
Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden 1 Inhoudsopgave 1. Begripsbepalingen 2. Taakopdracht 3. Samenstelling commissie, benoeming en zittingduur 4. Werkwijze en besluitvorming 5. Taken
Nadere informatiePersoonlijke subsidie junior onderzoekers
Persoonlijke subsidie junior onderzoekers Achtergrond en doel In de toekomst wil het Longfonds op het gebied van wetenschappelijk onderzoek het volgende bereiken: voorkómen van longziekten, vroege opsporing
Nadere informatieProgramma beschrijving
Programma beschrijving Achtergrond Al 1 op de 16 Nederlanders heeft diabetes en elke week komen daar 1.000 mensen bij. Daarmee is diabetes een gezondheidsprobleem voor veel Nederlanders, en een groeiend
Nadere informatieHet gaat om een daling van 6 procentpunt, van 26 procent in 2006 naar 19 procent in 2016 (zie paragraaf 2). 2
Samenvatting De efficiëntie van het selectieproces voor de toekenning van onderzoeksbeurzen in de wetenschap staat onder druk. Het verdient aanbeveling om experimenten uit te voeren met maatregelen die
Nadere informatieHoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers
Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen
Nadere informatiehoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste
Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieAspasia. Aspasia is gekoppeld aan de rondes Vidi en Vici Call for proposals
Aspasia Aspasia is gekoppeld aan de rondes Vidi en Vici 2018 Call for proposals Den Haag, februari 2019 2018 Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3 Geldigheidsduur call for
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'T LOO School : Basisschool 't Loo Plaats : 't Loo BRIN-nummer : 09CR Onderzoeksnummer : 94545 Datum schoolbezoek : 8 mei 2007 Datum vaststelling : 17 september
Nadere informatieRichtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015
Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net
Nadere informatieSAMENVATTING EINDRAPPORTAGE DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I
DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I 2 0 1 7 Reinier Hoogendorp Evert Smit Simone van Houten BASIS & BELEID ORGANISATIEADVISEURS 16094/10/WWB/samenvatting/170616 INLEIDING Duurzame inzetbaarheid
Nadere informatieVOORBIJ DUURZAME INZETBAARHEID! Verantwoord aan de slag met oudere werknemers Dr. Annet de Lange. Official sponsor: Partners: WWW.OVERDI.
VOORBIJ DUURZAME INZETBAARHEID! Verantwoord aan de slag met oudere werknemers Dr. Annet de Lange Official sponsor: Partners: Agenda 1. Ouder worden op het werk: wat denkt u zelf? 2. Ouder worden op het
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams
Nadere informatieEvaluatie Vernieuwingsimpuls Bijlagen
Evaluatie Vernieuwingsimpuls 2002 Bijlagen BIJLAGE I Overzicht interviews partners Universiteiten Dhr. Gerritsen Dhr. E. Drenthe Dhr. van der Lans Dhr. R. Timmer Mw. van den Heuvel Mw. J. de Ranitz Mw.
Nadere informatieHOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE
HOOFDSTUK 7. SAMENVATTING & DISCUSSIE Inleiding Dit proefschrift staat in het teken van de professionaliteit van de jeugdzorgwerker in de Provinciale residentiële Jeugdzorg, de Justitiële residentiële
Nadere informatieArgos: Correspondentie tussen Argos en ZonMw over belangenverstrengeling bij toekenning subsidies. Beste Cassandra,
Correspondentie tussen Argos en ZonMw over belangenverstrengeling bij toekenning subsidies Beste Cassandra, Zoals beloofd, volgen hieronder de belangrijkste vragen van Argos aan ZonMw-directeur Henk Smid:
Nadere informatieMedewerker mobiliteit
Medewerker mobiliteit Doel (Mede)ontwikkelen van mobiliteitsbeleid, uitvoeren van mobiliteitstrajecten en geven van individueel loopbaanadvies, uitgaande van het mobiliteits-/ personeelsbeleid op instellings-
Nadere informatieStrategisch Talentmanagement. Boudewijn Overduin
Strategisch Talentmanagement Boudewijn Overduin Even voorstellen Boudewijn Overduin Oprichter en voormalig CEO van Vergouwen Overduin Passie voor strategisch HR met als centrale thema s: Resultaatgerichtheid
Nadere informatieNatuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)
BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen
Nadere informatieBELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986
BELEIDSPLAN Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN STICHTING OPEN 1 1. INLEIDING Voor u ligt het beleidsplan
Nadere informatieAdvies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak
Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren
Nadere informatiePresentatie 9 april KCVG. Het cliëntperspectief: vertrekpunt voor onderzoek
Presentatie 9 april 2019 - KCVG Het cliëntperspectief: vertrekpunt voor onderzoek Presentatie Nienke van Doesburg en Femke Reijenga: Participatiebeleid bij ZonMw Voordelen en randvoorwaarden Rollen en
Nadere informatieRapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron
Rapportage Cliëntraadpleging Novadic-Kentron April 2018 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen... 3 1 Inleiding... 4 2 Werkwijze... 5 2.1 Opzet... 5 2.2 Coördinatie en uitvoering... 5
Nadere informatieSamenwerking China (NSFC) - Reis- en verblijfkosten
1 Samenwerking China (NSFC) Call for proposals Samenwerking China (NSFC) - Reis- en verblijfkosten 2016 Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 2 Inleiding en doel
Nadere informatieAssessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken
Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken Assessment Wanneer wel Wanneer niet? Jo Verbeken 8 december 2011 2 Overzicht De assessment center methode Gedragsgerichte functieclassificatie
Nadere informatieStrategische personeelsplanning & HR-analytics
Strategische personeelsplanning & HR-analytics Mini-masterclass Conferentie Dynamiek op de academische arbeidsmarkt 2018 5 maart 2018 Niketa Mukherjee, Frank Nienhuis, Ferry Koolen SPP Goede strategische
Nadere informatieValorisation Grant. Richtlijnen voor het aanvragen van financiering voor Valorisation Grant fase-1 en fase-2 projecten
Valorisation Grant Richtlijnen voor het aanvragen van financiering voor Valorisation Grant fase-1 en fase-2 projecten Versie: augustus 2012 Pagina 1 / 7 Inhoud Indienen van projectvoorstellen... 2 Doel
Nadere informatieDeze dag wordt tweerichtingsverkeer
1 2 Deze dag wordt tweerichtingsverkeer Comeniusprogramma 2018: voor het eerst dat we alle beurzen kunnen toekennen. U bent allemaal pioniers! Met elkaar gedachten uitwisselen om uw (en onze!) gedachten
Nadere informatieSamenwerking China (NSFC) - Joint seminars
1 Samenwerking China (NSFC) Call for proposals Samenwerking China (NSFC) - Joint seminars 2016 Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek 2 Inleiding en doel NWO heeft
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE JOHANNES BOGERMANSCHOOL
RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE DE JOHANNES BOGERMANSCHOOL School : de Johannes Bogermanschool Plaats : Leeuwarden BRIN-nummer : 06EC Onderzoeksnummer : 94577 Datum schoolbezoek : 21 en 22 mei Datum
Nadere informatieEvolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013
Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij
Nadere informatieDE GOUDEN KIEM Prijs voor de beste chemische start-up 2014. Oproep voor het nomineren van kandidaten voor
1 Chemische Wetenschappen TKI Nieuwe Chemische Innovaties 14 NCI 45A Oproep voor nominaties Gouden KIEM-competitie versie 13-6-20 Oproep voor het nomineren van kandidaten voor DE GOUDEN KIEM Prijs voor
Nadere informatieOBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014
OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en
Nadere informatieScheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid
Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren
Nadere informatieBELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES
BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van
Nadere informatieGeen tekort aan technisch opgeleiden
Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen
Nadere informatieKlantonderzoek: de laatste inzichten!
: de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden
Nadere informatieBeoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning
Beoordelingskader aanvraag Noloc-erkenning Richtlijnen voor kandidaten, mentoren en beoordelaars 16 mei 2018 CURRICULUM VITAE (CV) CV, algemeen Het cv is beroepsgericht van aard -> geeft een goed beeld
Nadere informatieD-PAC feedback op organisatieniveau
12/10/2017 D-PAC feedback op organisatieniveau Hoe D-PAC kwaliteitszorg en organisatie-ontwikkeling kan ondersteunen Roos Van Gasse Roos.VanGasse@uantwerpen.be Nut van assessment feedback op organisatieniveau
Nadere informatieVrouwen, macht en leiderschap: balanceren op het slappe koord. Prof. dr. Janka Stoker Faculteit Economie en Bedrijfskunde Nijenrode, 1 juni 2015
1 1 Vrouwen, macht en leiderschap: balanceren op het slappe koord Prof. dr. Janka Stoker Faculteit Economie en Bedrijfskunde Nijenrode, 1 juni 2015 2 3 Opzet college 1. Hoe kijken anderen naar vrouwen
Nadere informatieResultaten onderzoek: Redenen waarom mensen niet-presteren
Resultaten onderzoek: Redenen waarom mensen niet-presteren 305 respondenten hebben deelgenomen aan de enquête rond redenen waarom mensen niet-presteren. De resultaten van deze enquête worden o.a. gebruikt
Nadere informatie4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden. 4.3 Het toepassingsgebied van het milieumanagementsystee m vaststellen
4 Context van de organisatie 4 Milieumanagementsysteemeisen 4.1 Inzicht in de organisatie en haar context 4.2 Inzichten in de behoeften en verwachtingen van de belanghebbenden 4.3 Het toepassingsgebied
Nadere informatieAstronomie, Informatica en Wiskunde TOP- Subsidies voor vrij onderzoek
Call for proposals Astronomie, Informatica en Wiskunde TOP- Subsidies voor vrij onderzoek 2017-2018 Den Haag, oktober 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatie10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij
10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.
Nadere informatieBrochure Vernieuwingsimpuls
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Brochure Subsidieronde 2002 VENI VIDI VICI 1 Inhoudsopgave 1 nieuwe stijl 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Doelgroep 3 1.4 Drie subsidievormen: VENI,
Nadere informatieSuccesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers
Succesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen in de omgeving door nieuwe technologie, maatschappelijke ontwikkelingen
Nadere informatieEvaluatie subsidieronde kortlopend onderwijsonderzoek PPO
1 Evaluatie subsidieronde kortlopend onderwijsonderzoek PPO Inleiding In 2012 is het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) van start gegaan. Het NRO kent vier NROprogrammaraden die elk verantwoordelijk
Nadere informatieProcesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof
Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel
Nadere informatieAppraisal. Datum:
Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.
Nadere informatieStichting Empowerment centre EVC
I N V E N T A R I S A T I E 1. Inleiding Een inventarisatie van EVC trajecten voor hoog opgeleide buitenlanders in Nederland 1.1. Aanleiding De Nuffic heeft de erkenning van verworven competenties (EVC)
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieRapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University
Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE School : basisschool 't Mêêtje Plaats : Ellemeet BRIN-nummer : 05ZJ Onderzoeksnummer : 112723 Datum schoolbezoek : 28
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale
Nadere informatie