Toelichting. 3 Beleidskader Europees en Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid...

Transcriptie

1

2 Inhou 1 Inleiing Algemeen Ligging, begrenzing en juriische status van het plangebie Bij het plan behorene stukken Leeswijzer Gebiesbeschrijving en bouwplan Ruimtelijke en functionele structuur Bouwprogramma Ruimtelijke hoofopzet Lanschapsplan Beleiskaer Europees en Rijksbelei Provinciaal belei Regionaal belei Gemeentelijk belei Planuitgangspunten Milieu Externe veilighei Waterhuishouing Archeologie Flora en fauna Overige milieutechnische ranvoorwaaren Kabels en leiingen Planopzet Feitelijke planopzet Juriische planopzet Uitvoerbaarhei Economische uitvoerbaarhei en Grexwet Maatschappelijke uitvoerbaarhei Bijlage 1 beantwooring zienswijzen P.M Bijlage 2 Aanvraag herbegrenzing EHS P.M Separate bijlagen: Heukelom Verbeek Lanschapsarchitectuur, Verkennen natuurwaarenonerzoek Waterval 14, Meerssen, ME , 11 juli 2011; Heukelom Verbeek lanschapsarchitectuur, Ontwikkeling Waterval 14, Watertoets, ME , 11 januari 2013; Bureau Verbeek, Lanschapsplan Waterval 14, Waterval/Ulestraten, gemeente Meerssen, rapportnummer ME , ; BKK Boemavies bv, Verkennen boemonerzoek locatie Waterval 14 te Ulestraten, BKK, ; RAAP Archeologisch Aviesbureau B.V.,Waterval 14 te Meerssen, gemeente Meerssen; archeologisch vooronerzoek: een bureauonerzoek en verkennen velonerzoek, juli pagina 2 -

3 1 Inleiing 1.1 Algemeen De familie Van Engelen - Ribbers is voornemens tot een integrale opwaarering van e locatie Waterval 14 te geraken. Het voor eze locatie ontwikkele plan behelst het slopen van enkele ontsierene schuren en loosen. De voormalige boererijwoning met stal zal woren omgevorm tot een Brea & Breakfast en thuiskantoor. Deze functies zullen onergeschikt zijn aan e woonfunctie. Daarnaast zal er ten zuien van eze voormalige boererijwoning een nieuw woonhuis woren gerealiseer. De Brea & Breakfast en het thuiskantoor zullen in samenhang met het nieuwe woonhuis een open carré vormen. Het plangebie zal woren ontsloten oor een nieuw aan te leggen toegangsweg en e toegenomen parkeerbehoefte zal woren opgevangen oor een nieuwe parkeervoorziening. Het geheel zal op een zorgvulige wijze ecologisch en lanschappelijk woren ingepast miels het aanbrengen van iverse bomengroepen en solitaire bomen, het creëren van een natte zone (ontkluizing Watervalerbeek), aanleg van poelen en anere kleine lanschapselementen en een nieuwe toegangsbrug tot het perceel. Een belemmering voor e realisatie van it plan wort gevorm oor e juriische regeling van het vigerene bestemmingsplan Buitengebie van e gemeente Meerssen. De regels behorene bij it bestemmingsplan staan een eel van e gewenste planontwikkeling niet toe. Het voorliggene bestemmingsplan is erhalve primair opgestel om e realisatie van het plan integraal mogelijk te maken. 1.2 Ligging, begrenzing en juriische status van het plangebie Ligging Het plangebie is gelegen in het buurtschap Waterval. Dit buurtschap behoort tot e kern Ulestraten en is gelegen tussen e kernen Meerssen en Ulestraten in het oostelijk geeelte van e gemeente Meerssen. Het perceel Waterval 14 is gelegen in het zuielijke eel van het buurtschap Waterval en is gelegen nabij het kruispunt van Waterval en het Watervalerpa. Ter plekke van het plangebie buigt het buurtschap Waterval in noorelijke richting af. Begrenzing Het plangebie grenst in het nooren aan e weg Waterval en aan e Watervalerbeek. Daarnaast grenst het plangebie in het nooren aan het gronen behorene tot het ares Waterval 13. De Watervalerbeek vormt ook e westelijke begrenzing van het plangebie. In het zuien grenst het plangebie aan e agrarische gronen welke e groene buffer vormen tussen e buurtschappen Waterval en Raar. Dit gebie wort ook wel aangeui als het Raarvel. De oostelijke begrenzing wort gevorm oor het Raarvoetpa. Het plangebie betreft een veelhoekig perceel met een totale oppervlakte van plusminus 2,5 hectare. Op e navolgene topografische kaart is e ligging van het plangebie aangeui. - pagina 3 -

4 Juriische status plangebie Het plangebie is thans planologisch-juriisch geregel in het bestemmingsplan Buitengebie van e gemeente Meerssen. Dit bestemmingsplan is oor e raa van e gemeente Meerssen vastgestel. De gronen waarop het voorliggene plan is geprojecteer zijn groteneels bestem tot Agrarisch berijf en Agrarisch met waaren. Het plangebie bevat aarnaast e bestemming Water alsmee e ubbelbestemming Beekal. Op e onerstaane afbeeling is een uitsnee van e bij het bestemmingsplan behorene verbeeling weergegeven: Anere uitsnee invoegen? Voor onerhavig plan is met name e bestemming Agrarisch berijf en Agrarisch met waaren van belang aangezien hierbinnen e realisatie het plan is voorzien. De tot Agrarisch berijf besteme gronen zijn oner anere bestem voor volwaarige agrarische berijven met een grongebonen agrarische berijfsvoering en één berijfswoning ter plaatse van e aanuiing berijfswoning. Op e als zoanig besteme gronen mogen geen woningen of anere gebouwen ie niet gerelateer zijn aan agrarische berijfsvoering woren opgericht. - pagina 4 -

5 De tot Agrarisch met waaren besteme gronen zijn oner anere bestem voor een uurzaam agrarisch gebruik en kleinschalige hobbymatige agrarische activiteiten en het voorkomen van wateroverlast en boemerosie (het plangebie is gelegen in erosiezone 1 en 2). Daarnaast zijn e gronen bestem voor e instanhouing en ontwikkeling van e aanwezige natuurlijke, lanschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waaren en e bescherming van aangrenzen natuurgebie. De gronen waarop e te slopen (voormalige) agrarische opstallen zijn gelegen zijn bestem tot Agrarisch berijf. Deze als zoanig besteme gronen zijn bestem voor agrarische oeleinen ten behoeve van agrarische berijven. De geplane sloop van e opstallen sec is niet strijig met e bij e bestemming Agrarisch berijf behorene voorschriften. De beëiniging van e agrarische berijfsvoering, waarbij in ieer geval een geeelte van e vrijkomene gronen zal woren ingezet ten behoeve van e ontsluiting van het perceel en het parkeren voor het te realiseren woonhuis, vereist evenwel een anere niet-agrarische bestemming. Geconclueer moet woren at onerhavig plan niet binnen e vigerene planologisch juriische regeling kan woren gerealiseer. Het opstellen van een nieuw bestemmingsplan is an ook noozakelijk. Dit bestemmingsplan ligt thans voor. 1.3 Bij het plan behorene stukken De structuur van bestemmingsplannen ient conform artikel van het Bro te voloen aan e Stanaar Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Dit hout in at e verschijningsvorm van een bestemmingsplan en een aantal begrippen zijn gestanaariseer. Het bestemmingsplan bestaat formeel uit twee juriische onerelen: - een verbeeling (een igitaal GML-bestan met een specifiek nummer, in it geval NL.IMRO.0938.BP05003-ON02; - regels; eze regels zijn in e SVBP 2008 zoveel mogelijk gestanaariseer (o.a. volgore, ineling, benaming, begripsbepalingen, overgangsbepalingen en e slotbepaling). Op e verbeeling zijn, met bijbehorene verklaringen, e bestemmingen van e in het plan begrepen gronen aangegeven. De verklaringen leggen een verbining tussen e op e verbeeling aangegeven bestemmingen en e regels. De verbeeling is opgebouw volgens e lanelijke richtlijn SVBP2008 en is geteken op schaal 1:1000. De regels bevatten e regeling inzake het gebruik van e gronen, ie in het plan zijn begrepen en e zich aarop geprojecteere opstallen. De regels zijn ingeeel in vier hoofstukken: e inleiene regels, e bestemmingsregels, e algemene regels en e overgangs- en slotregels. Een bestemmingsplan gaat voorts vergezel van een toelichting, waarin een onerbouwing is opgenomen van e gemaakte beleiskeuzen inzake het bestemmingsplan. Onerhavige toelichting maakt juriisch geen eel uit van het bestemmingsplan. Onereel van e toelichting zijn e ten behoeve van het bestemmingsplan vervaarige onerzoeken; eze zijn als separate bijlage bij eze toelichting opgenomen. - pagina 5 -

6 1.4 Leeswijzer De toelichting bij it bestemmingsplan bestaat uit zes hoofstukken, waarvan e ineling groteneels heeft plaatsgevonen conform het Hanboek gebiesgerichte besluiten van e gemeente Meerssen (versie 1, 19 november 2010). Na it inleiene eerste hoofstuk wort in hoofstuk 2 een beschrijving van het plangebie gegeven met e huiige ruimtelijke, functionele of anere structuren ie aarbinnen aanwezig zijn. Daarnaast woren e programmatische en ruimtelijke uitgangspunten van het woningbouwplan behanelt. In hoofstuk 3 woren e beleiskaers op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau weergegeven en wort afgewogen of e voorliggene ontwikkeling van e locatie Waterval 14 aarbinnen inpasbaar is. In hoofstuk 4 komen e milieuplanologische aspecten aan e ore en woren oner anere e resultaten van uitgevoere onerzoeken besproken. Hoofstuk 5 hanelt over e opbouw van e regels in it bestemmingsplan en voorziet oner meer in een artikelsgewijze bespreking van e bestemmingsregels. In hoofstuk 6 komt e economische uitvoerbaarhei aan e ore en wort aangegeven welk communicatietraject is oorlopen. Tevens wort ingegaan op e maatschappelijke uitvoerbaarhei van het plan. Hierbinnen komen e resultaten van het wettelijk vooroverleg ex artikel Bro en e ingekomen zienswijzen en e beantwooring aarvan oor e gemeente aan e ore. - pagina 6 -

7 2 Gebiesbeschrijving en bouwplan 2.1 Ruimtelijke en functionele structuur Waterval is één van e veertien gehuchten/buurtschappen ie e gemeente Meerssen rijk is. Waterval wort gereken tot e woonkern Ulestraten. Behalve Ulestraten telt e gemeente Meerssen nog vier anere kernen, te weten: Bune, Geulle, Rothem en Meerssen. Waterval ligt in een al in het oosten van e gemeente Meerssen tussen e kern Ulestraten en het buurtschap Raar en is omring oor lintbossen. De naam Waterval verwijst naar een van alle kanten oor het vallene water uitgehol al. Ten noorwesten van Waterval bevint zich e Wijngaarsberg, een steile hellingwan waarop een markante monumentale kasteelboererij is gelegen. Waterval ligt ten oosten van e verbiningsweg tussen Meerssen en Ulestraten en vormt voor wat betreft het vrijwel onbebouwe zuielijk geeelte een scheislijn tussen e beboste Wijngaarsberg en het open weiegebie richting Raar. Nabij het punt waar Waterval in noorelijke en vervolgens in oostelijke richting afbuigt kenmerkt Waterval zich oor lintbebouwing met een ruime opzet in een gebie met een zeer hoge lanschappelijke waare. De bebouwing in it lint bestaat overwegen uit royale vrijstaane woningen op ruime kavels. De stijl van e bebouwing varieert maar heeft overwegen een agrarisch karakter. Steenbouwkunig gezien is sprake van zogenaame ecenniuminbreiingen maar het originele historische karakter is goe bewaar gebleven. De rooilijn van e gebouwen is op relatief grote afstan van e weg gelegen en e onerlinge afstan is groot zoat er sprake is van een open structuur. In 1840 omvatte het buurtschap Waterval nog circa 24 huizen met 85 inwoners. Thans telt Waterval circa 25 huizen en ruim 50 inwoners. De Watervalerbeek is een zijbeek van e Geul en vint zijn oorsprong in Waterval. De beek is van grote invloe geweest op e vorming van het lanschap in en ronom Waterval alsmee e historische ontwikkeling van Waterval zelf. Alvorens e Watervalerbeek oor het centrum van Meerssen naar e Geul stroomt, voegt zich ter hoogte van het buurtschap Vliek e Vlieker Waterlossing bij e Watervalerbeek. In het centrum van Meerssen bevint zich een bypass ie wort gevoe met water uit e Watervalerbeek. Het gebie ronom Waterval kenmerkt zich oor relatief grote hoogteverschillen. Waterval en met name onerhavig plangebie behoren tot e laagste elen van het Watervalerbeekal. Ten nooren van het plangebie bevint zich e hoger gelegen Wijngaarsberg en ten zuien van het plangebie loopt e hoogte van het terrein eveneens op in e richting van het buurtschap Raar. Het Watervalerbeekal geniet met name oor zijn belevingswaare en ecologische waaren een grote populariteit oner wanelaars. Het plangebie ligt aan e zuiran van Waterval nabij e kruising van Waterval en het Watervalerpa. Ter hoogte van het plangebie begint e aawerkelijke lintbebouwing van Waterval. Dit lint buigt ter hoogte van het plangebie in noorelijke en vervolgens oostelijke richting af. Op e navolgene afbeeling is e ligging van het plangebie ten opzichte van e overige bebouwing in Waterval weergegeven. - pagina 7 -

8 Binnen het bebouwe cluster van Waterval overheerst e woonfunctie. Waterval kent, naast Waterval 14, twee percelen met een agrarische berijfsbestemming alsmee in het nooren van het bebouwe cluster een perceel met een recreatieve functie. De oostelijk beboste ran strekt zich uit tot aan het bebouwe cluster en heeft e functie van een natuurgebie. Overige functies gerelateer aan e functionele structuur van Waterval zijn niet aanwezig. Het plangebie, groot circa 2,5 ha, bevat in e huiige situatie iverse opstallen. Het meest markante gebouw betreft een omstreeks 1850 gebouwe woonboererij met binnenplaats welke te bereiken is via een poort aan e voorzije van het gebouw. Deze woonboererij wort aan rie zijen omsloten oor stallen, schuren en bergruimtes van meer recente atum. Daarnaast is op het perceel een van het hoofgebouw losstaane garage, een losstaane stal (17 x 36 meter) en een losstaane open schuur (11 x 7 meter) gelegen. Het terrein ten westen van e bebouwing is begroei met loofbos. Dit loofbosje is een uitloper van het loofbos at zich ten westen van het plangebie uitstrekt langs e Watervalerbeek en e bovengelegen alhelling. Aan e voorzije van het perceel bevint zich het buiten het plangebie gelegen woonhuis Waterval 13. Op onerstaane afbeeling is e huiige opbouw van het perceel weergegeven. woonboererij schuren en stallen Waterval 13 garage watervalerbeek - pagina 8 -

9 Aan e voorzije van het perceel stroomt e Watervalerbeek in een groteneels onnatuurlijke being. Ter plekke van het plangebie is eze Watervalerbeek geeeltelijk overkluis en wort erhalve aan het zicht onttrokken. Westelijk van e open velschuur komt e beek weer aan e oppervlakte en heeft vervolgens het karakter van een natuurlijk kronkelen bosbeekje. De afbeeling ter linkerzije toont e Watervalerbeek op e overgang van het open naar het overkluise geeelte ter hoogte van e inrit van het perceel. De Watervalerbeek is een beek met een specifieke ecologische functie (zie hiertoe eveneens 5.2). Het tracé van e Watervalerbeek is via het Watervalerpa te volgen. Een aner voetpa in e nabijhei van het plangebie betreft het aan e oostelijke zije aansluitene Raarvoetpa. Via it voetpa woren e buurtschappen Raar en Waterval met elkaar verbonen. Ten oosten van het plangebie bevint zich een poel welke omgeven is oor moeras en bos. Samenhangen met e aanwezighei van eze poel gelt at het plangebie voor een groot geeelte is aangeui als belangrijke bron / kwelgebie. Het hoogteverloop is niet enkel ronom Waterval aanzienlijk; ook binnen het plangebie is sprake van een groot hoogteverschil. Zo beraagt het hoogteverschil tussen straatzije en achterzije van het perceel ruim 12 meter. Op e navolgene afbeeling is uielijk te zien at het terrein in zuielijke richting een stijgen verloop kent. Het is in eze helling at het geplane woonhuis zal woren gerealiseer. Op e achtergron van e afbeeling is e beboste Wijngaarsberg ten nooren van het plangebie te zien. - pagina 9 -

10 2.2 Bouwprogramma De herstructurering van het plangebie wort vormgegeven miels meerere (bouw)werkzaamheen: sloop van enkele ontsierene schuren en stallen; omvorming van e voormalige boererijwoning met stal tot Brea & Breakfast en thuiskantoor; realisatie van een woonhuis tegenover e oubouw; e aanleg van iverse bomengroepen en solitaire bomen; het creëren van een natte zone oor het ontkluizen van een geeelte van e Watervalerbeek, e aanleg van poelen en het aanleggen van een nieuwe toegangsbrug tot het perceel; het geeeltelijk herbestemmen van e agrarische gronen tot Wonen en Natuur. Op e onerstaane afbeeling is het plangebie in e huiige situatie weergegeven: Carport Schuur Boererijwoning (woongeeelte) Boererijwoning (woongeeelte) Stal Mestbak - pagina 10 -

11 Op e navolgene afbeeling is het einbeel van e ontwikkeling van het plangebie weergegeven: Schuur Brug Voetgangersbrug Kantoor Be & Breakfast Woonhuis Zwemba Op e onerstaane afbeeling is een 3D-moel van het plangebie in e toekomstige situatie weergegeven. Hierop is het woonhuis, het thuiskantoor, e Brea & Breakfast en e schuur zichtbaar. De afbeeling geeft het plangebie vanuit noorelijke richting weer. - pagina 11 -

12 2.3 Ruimtelijke hoofopzet Sloop bestaane (voormalige) agrarische opstallen De thans op het perceel aanwezige (voormalige) agrarische opstallen beslaan in totaal een oppervlakte van plusminus m² en bestaan uit een woonboererij en iverse hierbij behorene stallen, schuren en bergruimtes. Een groot geeelte van e bestaane bebouwing zal woren gesloopt. De in e huiige situatie aanwezige woning zal woren verbouw en ten mien van het plangebie zal een nieuw woonhuis woren gerealiseer. De in het plangebie aanwezige verharing zal woren verwijer. Realisatie woonhuis Het nieuwe woonhuis zal woren gerealiseer ten mien van het plangebie. Het gehele gebouw bestaat uit twee bouwlagen met kap. Het westelijke geeelte van het gebouw heeft een goothoogte van 4,90 meter en een totale bouwhoogte van 8,60 meter. Het oostelijke bouweel, at in een hoek van 90 graen ten opzichte westelijke bouweel wort gesitueer, heeft een goothoogte van 3,60 meter en een totale bouwhoogte van 6,40 meter. Beie bouwelen woren voorzien van een zaelak. Aan e voorzije van het woonhuis (noorzije) zal een verharing woren aangebracht. Per salo zal er geen nieuwe woning woren toegevoeg. Het nieuwe woonhuis betreft immers e verplaatsing van e thans bestaane woonfunctie in het nooren van het plangebie. Op e navolgene afbeelingen is e ligging van het nieuwe woonhuis en e relatie met het aanwezige reliëf weergegeven. Het nieuwe woonhuis vanuit westelijke richting bezien, met op e achtergron e helling waarop het woonhuis is gesitueer. - pagina 12 -

13 Het woonhuis vanuit oostelijke richting bezien, eels verscholen achter e helling waarop het woonhuis is gesitueer. Be & Breakfast en kantoor aan huis De in e huiige situatie aanwezige woonboererij met stal in het noorelijke eel van het plangebie zal woren omgevorm tot een be & Breakfast. Daarnaast zal in het gebouw een kantoor woren gerealiseer ten behoeve van het uitoefenen van een aan-huis-verbonen-beroep. De voormalige stal wort gesloopt. De bebouwing ie gehanhaaf wort vormt, na e sloop van eze aangrenzene stal, in samenhang met het nieuwe woonhuis, een open carré. Het westelijke bouweel is voorzien van een lessenaarsak en heeft een totale bouwhoogte van 5,60 meter. Het noorelijke bouweel heeft een goothoogte van 5,60 meter en een nokhoogte van 8,60 meter en is voorzien van een zaelak. Ook bij it gebouw zal een verharing woren aangebracht. Op e onerstaane afbeelingen zijn e oostgevel en e westgevel van het gebouw weergegeven: P= 8600 P= 5600 P= Peil = 0 P= 8600 P= 5600 P= pagina 13 - Peil = 0

14 Op e onerstaane afbeeling is een oorsnee van e huiige en nieuwe hoofbouw weergegeven. De relatie tussen het lanschapsreliëf en e bebouwing is hierop uielijk zichtbaar: Nieuwe Hoofbouw Oue Hoofbouw Nieuwe schuur In het westelijke eel van het plangebie wort een nieuwe schuur met een aangrenzen zwemba gerealiseer. Het zwemba wort niet overekt. De schuur bestaat uit één bouwlaag met kap. Conform e regels behorene bij it bestemmingsplan mag e bouwhoogte van het gebouw maximaal 5 meter beragen. Het gebouw wort voorzien van een zaelak. Ten nooren van het gebouw wort een verharing aangebracht. Op e onerstaane afbeeling is e schuur (links) en het woonhuis (rechts) weergegeven: Schuur Woning - pagina 14 -

15 Opwaarering Watervalerbeek De Watervalerbeek is aangeui als een beek met een specifieke ecologische functie (SEF). Deze aanuiing heeft betrekking op e ecologische ontwikkelpotentie van e beek. Een specifieke ecologische functie is toegeken aan watersystemen waarin op korte of langere termijn levensgemeenschappen aanwezig zijn of zich kunnen ontwikkelen, ie overeenkomen met e potentieel aanwezige levensgemeenschappen, of eze in samenstelling benaeren. De natuurgerichte belangen zijn binnen ergelijke watersystemen omvangrijker en/of belangrijker an e mensgerichte belangen. De Watervalerbeek is op basis van beleiskaarten van het Waterschap Roer en Overmaas voorzien van een herinrichtingszone. Voor wat betreft e Watervalerbeek betreft it een zogenaame categorie 1 zone variëren van 3 tot 5 meter aan weerszijen van e beek. Het feit at e beek is voorzien van een herinrichtingszone betekent at e watergang nog niet is ingericht conform het aan e watergang toegekene an wel nog op te stellen streefbeel. De precieze begrenzing en e feitelijk benoige strookbreete wort pas bij e aawerkelijke planvoorbereiing in beel gebracht. Initiatiefnemer staat positief tegenover een herinrichting van e Watervalerbeek ter plaatse van het plangebie en is graag berei in samenspraak met het Waterschap e planvoorbereiing vorm te geven teneine e ecologische ontwikkelingspotentie van e Watervalerbeek ten volle te benutten. Het plangebie zal ten nooren woren ontsloten miels een brug over e Watervalerbeek. Parkeren Om te voloen aan e algemeen erkene parkeerkencijfers van het CROW (kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) ient e parkeerbehoefte welke voortvloeit uit onerhavig plan volleig op eigen terrein te woren opgevangen. Het bouwplan voorziet in e realisering van één woning De parkeerkencijfers van het CROW schrijven 1,7 parkeerplaatsen per woning voor in een niet-steelijk gebie. Daarnaast wort voor een Be & Breakfast 1 parkeerplaats per kamer voorgeschreven. In e regels behorene bij het bestemmingsplan is vastgeleg at be & Breakfast aan maximaal 8 personen mag woren aangeboen. Dit komt neer op 4 kamers, ofwel 4 parkeerplaatsen. In totaal resulteert it in een parkeernorm van 5, 7 parkeerplaatsen. Afgeron komt it neer op 6 parkeerplaatsen. Het plangebie voorziet in genoeg ruimte om hier invulling aan te geven. Bij e gebouwen woren verharingen aangebracht (zie afbeeling lanschapsplan, paragraaf 2.4). Het plan voloet aarmee ruimschoots aan e parkeernormen van het CROW. Herbestemmen gronen De gronen in het plangebie bezitten thans een agrarische functie en zijn voorzien van e bestemming agrarische gebie met lanschappelijke en natuurlijke waaren en agrarische berijfsoeleinen. Onerhavig plan voorziet in het herbestemmen van eze gronen waarbij het noorwestelijke eel van het plangebie zal woren voorzien van e bestemming Wonen. Het geeelte tussen e Watervalerbeek en e straat krijgt eveneens e bestemming Wonen. Binnen eze bestemming zal tevens e ontsluiting van het plangebie woren geregel. Het gaat hierbij om e gronen ter plaatse van het woonhuis, e gronen ter plaatse van het bijgebouw waarin e Be & Breakfast en het thuiskantoor woren gesitueer en e gronen ter plaatse van e schuur. De gronen ten oosten en ten westen van e woonbestemming zullen woren voorzien van e bestemming Natuur. Dit biet e mogelijkhei om e EHS ter plekke uit te breien en zo te geraken tot een versterking van e natuurlijke, lanschappelijke en ecologische waaren in het gebie in en ronom Waterval. De Waltervalerbeek zal ter plaatse van het plangebie woren ontkluist en voorzien van e bestemming Water. De overige in het plangebie gelegen gronen woren voorzien van e bestemming Natuur. De gronen ten zuien van eze natuurbestemming zullen bestem woren tot Agrarisch met waaren. - pagina 15 -

16 2.4 Lanschapsplan Als uitvloeisel van met name het provinciaal belei (zie paragraaf 3.2) ient een kleinschalige herbegrenzing van e EHS plaats te vinen. Daarnaast ient op basis van e Structuurvisie Buitengebie van e gemeente Meerssen (zie paragraaf 3.4) te woren voorzien in een goee lanschappelijke inpassing van het onerhavige plan. Ten behoeve van eze EHS-herbegrenzing en lanschappelijke inpassing is een lanschapsplan opgestel (Bureau Verbeek, Lanschapsplan Waterval 14, Waterval/Ulestraten, gemeente Meerssen, rapportnummer ME , ). Voor het opstellen van it lanschapsplan is behalve het rees eerer beschreven belei tevens het Provinciaal Natuurbeheerplan van belang. Dit Natuurbeheerplan vormt een gebiesgerichte uitwerking van e EHS en het POG waarbij per gebie is aangegeven welke natuuroeltypen ontwikkel kunnen woren. Het plangebie ligt in het Provinciaal Natuurbeheerplan binnen het gebie ZLZ 2.46 Gb Waterval. De hieraan toegekene natuuroeltypen zijn: Heuvellanbeek, Vochtig kruienrijk graslan, Droog kruienrijk graslan, Graften, Bermen en greppels langs wegen en Perceelranen. Aan het lanschapsplan ligt een programma van wensen ten gronslag. Deze wensen laten zich als volgt omschrijven: Het creëren van een unieke woonlocatie in een serene omgeving; Het amoveren van een groot eel van e bestaane bebouwing, het verbouwen van e huiige woning en het bouwen van een nieuwe woning en loos/schuur; Het verwijeren van e in het plan aanwezige verharing; Uitgangspunt is at het lanschap en bebouwing als één harmonieus geheel woren vormgegeven, waarbij een nieuw lanschap ontstaat at past binnen e in e omgeving aanwezige structuren; Herstel van het agrarisch cultuurlanschap en e natuurlijke waaren; Het optimaal benutten en niet verstoren van e in het plangebie aanwezige structuur (reliëf) en het creëren van subruimtes in het plangebie; Het in het lanschap opnemen van mien- en hoogstamfruitbomen; Het verplaatsen van e hooftoegang van e woning en loos/schuur, vanaf e huiige inrit, naar een meer westelijk gelegen nieuwe toegang; Het plangebie is zeer reliëfrijk, als gevolg van e ligging op e overgang tussen beekal en helling. Dit hout in at er relatief weinig functionele buitenruimte overblijft. De oprachtgever heeft aangegeven at het relatief vlakke eel gebruikt moet kunnen woren als tuin/speelvel. Tijens voorbesprekingen met het Waterschap Roer en Overmaas zijn oner anere e volgene aanachtspunten meegegeven: Verbreing van het profiel van e Watervalerbeek nabij het bosgebie is ongewenst. Ron e huiige uiker en bovenstrooms hiervan zou profielverbreing oner voorwaaren wel mogelijk zijn en zelfs een kwaliteitsverbetering kunnen betekenen; De omgeving ronom e beek in het westelijk planeel is in een zeer natuurlijke toestan. Grootschalig rooien van begroeiing is hier ongewenst. Naar verwachting zal het wel mogelijk zijn om, in overleg met het waterschap, selectief en lokaal een eel van e onergroei te verwijeren; Voorts zijn oor het waterschap enkele aanachtspunten meegegeven voor het realiseren van poelen ten behoeve van e hemelwaterberging. Twijfels bestaan over e locatie ten behoeve van berging en infiltratie. - pagina 16 -

17 De navolgene afbeeling toont het ontwerp van het lanschapsplan: De lanschappelijke en ecologische waaren van het plangebie woren behouen en versterkt oor e uitvoering van het lanschapsplan. Het lanschapsplan voorziet hiertoe in e aanplanting van iverse bomengroepen en solitaire bomen in het plangebie. Zo wort het plangebie ten zuien en ten oosten begrens oor een nieuwe Limburgse haag. Daarnaast woren in het zuielijke eel van het plangebie iverse bomengroepen aangeplant. De westelijke plangrens wort gevorm oor een lint van bomen at reikt tot het in het plangebie gelegen eel van e Watervalerbeek. Dit eel van e Watervalerbeek zal aarnaast ontkluis woren om e relatie met e omgeving te versterken. Ook woren enkele poelen aangeleg nabij e nieuwe toegangsbrug over e Watervalerbeek. Alle huiige verharingen in het plangebie zullen woren geamoveer. Het reliëf en het glooiene lanschap blijven onaangetast. Voor een meer uitvoerige beschrijving van het lanschapsplan wort verwezen naar het als separate bijlage bij e regels bijgevoege lanschapsplan. - pagina 17 -

18 3 Beleiskaer 3.1 Europees en Rijksbelei Vogel- en habitatrichtlijn Vanuit Europa is e bescherming van soorten en gebieen geregel in e Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De Europese Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG) en e Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/33/EEG) hebben e bescherming van soorten en hun natuurlijke habitats tot oel. Elke listaat is verplicht om speciale beschermingszones aan te wijzen, ie samen één Europees netwerk van natuurgebieen vormen: Natura Tot voor kort speele e Vogel- en Habitatrichtlijn een belangrijk rol in het Neerlanse rechtssysteem. Het beschermingsregime van artikel 6 van e Habitatrichtlijn ha namelijk een rechtstreekse werking. Dit gol ook voor e Vogelrichtlijn. Met e implementatie van e bepalingen uit e Vogel- en Habitatrichtlijn in e Neerlanse wetgeving is een eine gekomen aan e rechtstreekse werking van eze richtlijnen. De soortenbescherming is thans veranker in e Flora- en faunawet en e gebiesbescherming in e Natuurbeschermingswet Oner werking van e Natuurbeschermingswet vallen: Natura 2000-gebieen (Vogel- en Habitatrichtlijngebieen); Bescherme Natuurmonumenten; Gebieen oor e minister aangewezen ter uitvoering van verragen of anere internationale verplichtingen. Het Natura 2000 netwerk bevat us e gebieen ie zijn aangewezen oner e Vogel- en Habitatrichtlijn en zijn aarmee geselecteer op gron van het voorkomen van soorten en habitattypen ie vanuit Europees oogpunt bescherming noig hebben. Voor ie gebieen gelt at aanwijzingsbesluiten zijn opgestel waarin staat voor welke soorten en habitats het betreffene gebie is aangewezen en welke instanhouingoelstellingen er gelen voor eze soorten en habitats. Plangebie Natura 2000-gebie Geulal Het plangebie is gelegen op een afstan van ruim 800 meter ten opzichte van het Natura gebie Geulal. Dit gebie vint zijn oorsprong in het gelijknamige Habitat-richtlijngebie. Deze afstan wort als usanig groot beschouw at het plan geen negatief effect kan hebben op e kwalificerene soorten of habitats in it gebie. Op e afbeeling ter linkerzije is e ligging van het Natura gebie Geulal (geel) ten opzichte van het plangebie (roo) weergegeven. Ten behoeve van onerhavig plan is een verkennen natuurwaarenonerzoek uitgevoer. De conclusie van it onerzoek is opgenomen in paragraaf 4.5 van eze toelichting. - pagina 18 -

19 Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR) De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeel van het huiige ruimtelijke en mobiliteitsbelei op Rijksniveau. Centrale oel van e SVIR is Neerlan concurreren, bereikbaar, leefbaar en veilig te houen voor e miellange termijn (2028). Dit gebeurt aan e han van rie eeloelen waaraan 13 nationale belangen zijn gekoppel. Het Rijk is verantwoorelijk voor het veiligstellen van e eze 13 nationale belangen. Doel Het vergroten van e concurrentiekracht van Neerlan oor het versterken van e ruimtelijk- economische structuur van Neerlan Nationaal belang - een excellente ruimtelijk-economische structuur van Neerlan oor een aantrekkelijke vestigingsklimaat in een goee internationale bereikbaarhei van e steelijke regio s met een concentratie van ruimte voor het hoofnetwerk voor (uurzame) energievoorziening en e energietransitie; - ruimte voor het hoofnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleiingen; - efficiënt gebruik van e onergron. Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van e bereikbaarhei waarbij e gebruiker voorop staat Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke en cultuurhistorische waaren behouen zijn - een robuust hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen ronom en tussen e belangrijkste steelijke regio s inclusief e achterlanverbiningen; - betere benutting van e capaciteit van het bestaane mobiliteitssysteem; - het in stan houen van het hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen. - verbeteren van e milieukwaliteit (lucht, boem, water) en bescherming tegen geluisoverlast en externe veiligheisrisico s, ruimte voor waterveilighei, een uurzame zoetwatervoorziening en kaers voor klimaatbestenige steelijke (her)ontwikkeling; - ruimte voor behou en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; - ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten; - ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; - zorgvulige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. - pagina 19 -

20 De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang e aanpak is uitgewerkt op basis van lopene en voorziene projecten. Voor het juriisch borgen van e nationale belangen uit e SVIR heeft het Rijk, op basis van e Wro, twee besluiten waarmee at mogelijk is: a. het Besluit algemene regels ruimtelijke orening (Barro); het Barro geeft e juriische kaers ie noig zijn om het vigerene ruimtelijk rijksbelei te borgen, met aarin vooralsnog opgenomen e volgene nationale belangen: 1. Rijksvaarwegen; 2. Project Mainportontwikkeling Rotteram; 3. Kustfunament; 4. Grote rivieren; 5. Waenzee en waengebie; 6. Defensie; 7. Hoofwegen en lanelijke spoorwegen; 8. Elektriciteitsvoorzieningen; 9. Buisleiingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen; 10. Ecologische hoofstructuur; 11. Primaire waterkeringen buiten het kustfunament; 12. Ijsselmeergebie (uitbreiingsruimte); 13. Erfgoeeren van uitzonerlijke universele waare. b. het Besluit ruimtelijke orening (Bro): het Bro stelt vanuit e rijksverantwoorelijkhei voor een goe systeem van ruimtelijke orening juriische kaers aan e processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij e verschillene overheen. De SVIR bepaalt welke kaerstellene uitspraken zoanig zijn geformuleer at eze beoel zijn om beperkingen te stellen aan e ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheen op lokaal niveau. Deze zullen woren opgenomen in het Barro. Van e provincies en e gemeenten wort gevraag e inhou aarvan te laten oorwerken in e ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn us concreet normstellen beoel en woren geacht irect of inirect (at wil zeggen oor tussenkomst van e provincie), oor te werken tot op het niveau van e lokale besluitvorming, zoals e vaststelling van bestemmingsplannen. Er zijn ten behoeve van onerhavig bouwplan geen onerwerpen van Rijksbelang uit het Barro ie in het kaer van e voorliggene bestemmingsplan ienen te woren beschouw. Nota Belvéère In e Nota Belvéère (1999) is een visie op e samenhang tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting opgenomen. In het rapport woren vanuit e cultuurhistorie e meest waarevolle gebieen van Neerlan geselecteer: e zogenaame Belvéère gebieen. Voor elk van eze gebieen wort aangegeven wat e cultuurhistorische ientiteit is, woren beleiskansen geïnventariseer en wort een beleisstrategie voorgestel. De nota is een aanwijzing en voorzet hoe gemeenten met e inrichting van hun grongebie moeten omgaan. Het gebie waarin het plangebie gelegen is, is aangemerkt als cultuurhistorisch belangrijk gebie. Het gebie, gelegen tussen Sittar/Geleen, Maastricht en Heerlen is aangemerkt als Belveèregebie Heuvellan. De cultuurhistorische waaren ienen vroegtijig te woren meegenomen in nieuwe planvorming. Het plan voorziet in een aantal elementen ie gezamenlijk zorgvulig woren ingepast in e natuurlijke omgeving. Er woren enkele ecologische aanpassingen geaan, waaroner het ontkluizen van een geeelte van e Watervalerbeek, het aanbrengen van bomengroepen en solitaire bomen en e aanleg van anere kleine lanschapselementen. Hieroor wort e waarevolle natuurlijke uitstraling van het plangebie behouen en versterkt. Daarnaast wort e in het plangebie gelegen woonboererij groteneels behouen. Hieroor wort een markant gebouw uit 1850 behouen. Het plan sluit an ook aan bij e oelstellingen welke in e Nota Belvéère zijn geformuleer. - pagina 20 -

21 Europese Kaerrichtlijn Water In het jaar 2000 is e nieuwe Europese Kaerrichtlijn water in werking getreen. Het oel van eze richtlijn is e vaststelling van een kaer voor e bescherming van lanoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en gronwater in e Europese Gemeenschap, waarmee: - aquatische ecosystemen en e hiervan afhankelijke wetlans en terrestrische ecosystemen voor verere achteruitgang woren behoe en bescherm en verbeter woren; - uurzaam gebruik van water wort bevorer, op basis van bescherming van e beschikbare waterbronnen op lange termijn; - er wort bijgeragen tot afzwakking van e gevolgen van overstromingen en perioen van roogte. Verschillene oelstellingen uit e Kaerrichtlijn zijn ook opgenomen in aner waterbelei. Aspecten betreffene uurzaam gebruik maken bijvoorbeel een belangrijk onereel uit van e Nota Waterbelei in e 21 e eeuw (WB21). Ook in e Viere Nota Waterhuishouing (NW4) zijn al vergaane oelstellingen ten aanzien van e waterkwaliteit opgenomen. Voor het onerhavige plangebie zijn vanuit e Kaerrichtlijn geen gevolgen te verwachten, ie niet ook vanuit anere wet- en regelgeving voortkomen. Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in e Ecologische hoofstructuur (EHS) (Beleiskaer voor compensatiebeginsel, EHS-salobenaering en Herbegrenzing EHS) Het oel van e Spelregels EHS is om enerzijs een ontwikkelingsgerichte omgang met e EHS mogelijk te maken en anerzijs te komen tot een betere ruimtelijke bescherming van e EHS. Om e natuur in Neerlan weer tot een goe functioneren netwerk te maken wort e Ecologische Hoofstructuur (EHS) aangeleg, als netwerk van bestaane en nieuwe natuur. De Ecologische hoofstructuur omvat bestaane bos- en natuurgebieen, te ontwikkelen nieuwe natuur- en beheersgebieen, ecologisch water en beken met een specifieke ecologische functie. De EHS maakt onereel uit van e Ruimtelijke hoofstructuur volgen uit e Nota Ruimte. In e EHS gelt het nee, tenzij -principe. Dit hout in at ruimtelijke ingrepen niet zijn toegestaan, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang. De effecten van een ingreep zullen in at geval wel gecompenseer moeten woren. Om tot meer maatwerk te geraken en een ontwikkelingsgerichte aanpak in e EHS mogelijk te maken, kan gebruik woren gemaakt van twee instrumenten: e EHS-salobenaering en het herbegrenzen van e EHS. Het oel van eze instrumenten is om binnen een uielijk kaer ruimtelijke ontwikkelingen in e EHS mogelijk te maken mits eze leien tot een netto-winst voor e EHS. Nee, tenzij -regime en compensatiebeginsel Het ruimtelijk belei voor e EHS is gericht op behou en ontwikkeling van e wezenlijke kenmerken en waaren. Inien een voorgenomen ingreep e nee, tenzij -afweging met positief gevolg oorloopt kan e ingreep plaatsvinen, mits e eventuele naelige gevolgen woren gemitigeer en resterene schae wort gecompenseer. Ruimtelijke ingrepen in e EHS met significant negatieve effecten op e wezenlijke kenmerken en waaren van het gebie zijn in beginsel niet toegestaan. Een ergelijk project kan alleen oorgaan als er geen reële alternatieven mogelijk zijn en er sprake is van groot openbaar belang. Een initiatiefnemer moet in at geval e negatieve effecten mitigeren (beperken van e negatieve effecten oor aanvullene maatregelen te treffen) en overblijvene negatieve effecten ienen te woren gecompenseer. - pagina 21 -

22 Inien compensatie aan e ore is woren hieraan oner anere e volgene voorwaaren gestel: geen nettoverlies aan waaren, voor wat betreft areaal, kwaliteit en samenhang; compensatie aansluiten of nabij het gebie; inien zowel fysieke compensatie als compensatie oor kwalitatief gelijkwaarige waaren reelijkerwijs onmogelijk is, wort financiële compensatie geboen. Om te bepalen of e wezenlijke kenmerken en waaren van een gebie significant woren aangetast ient e ingreep te woren afgezet tegen e in het Provinciaal Natuurbeheerplan beschreven EHS- natuuroelen en -kwaliteiten voor het betreffene gebie. Herbegrenzen EHS Een herbegrenzing van e EHS kan om ecologische en niet-ecologische reenen aan e ore zijn. Inien een ingreep niet voloet aan e voorwaaren van het nee, tenzij -regime kan een herbegrenzing om anere an ecologische reenen aan e ore zijn. Een herbegrenzing om anere an ecologische reenen is van toepassing inien provincies met behou van e oorspronkelijke kwantitatieve en kwalitatieve ambitie e begrenzing van e EHS om anere an ecologische reenen wensen aan te passen om een (kleinschalige) ruimtelijke ingreep mogelijk te maken. Hiervoor gelen wel strikte voorwaaren. Zo moet e herbegrenzing leien tot een versterking van e EHS in het betreffene gebie. Kleinschalig herbegrenzen van e EHS om anere an ecologische reenen ient in elk geval aan e volgene voorwaaren te voloen: er vint oor e ingreep slechts een beperkte aantasting plaats van e wezenlijke kenmerken en waaren van e EHS en van e samenhang van e EHS; het initiatief moet uiteinelijk leien tot een kwalitatieve en/of kwantitatieve versterking van e EHS; ter plekke moeten zoanige maatregelen woren genomen at er sprake is van een goee lanschappelijke en natuurlijke inpassing. EHS-salobenaering In ie gevallen waarbij e EHS-salobenaering van toepassing is hoeft het nee, tenzij - afwegingskaer niet te woren oorlopen en is er ook geen sprake van compensatie. Bij e EHSsalobenaering woren projecten of hanelingen niet afzonerlijk, maar in combinatie beooreel. De projecten of hanelingen moeten an wel mee tot oel hebben e kwaliteit en/of e kwantiteit van e EHS op gebiesniveau per salo te verbeteren. Een en aner ient te woren vastgeleg in een gebiesvisie. Voor een beooreling van effecten van een ingreep op e EHS zijn e volgene aanachtspunten ten aanzien van e natuurkwaliteit van belang: zowel e actuele als het vastgelege natuuroel zijn relevant; natuurwaaren woren in e EHS primair afgemeten aan oelsoorten en natuurlijkhei; significant negatieve effecten betreffen zowel natuurwaaren als hun ranvoorwaaren (ontwikkeling van natuurwaaren is oner anere afhankelijk van e boemgestelhei, waterkwaliteit, processen in e omgeving, minimumoppervlak en beheer); Onerhavig plan kan niet woren gerealiseer op basis van het Nee, tenzij -regime aangezien er geen sprake is van een groot maatschappelijk belang. Een (kleinschalige) herbegrenzing van e EHS is evenwel mogelijk. Het gebie waarin het plan wort gerealiseer is aangewezen als Beheersgebie. Het Beheersgebie is één van e gebiescategorieën van e EHS. Beheersgebieen zijn begrens in e Stimuleringsplannen Natuur- Bos- en Lanschap op basis van e Subsiieregeling agrarisch natuurbeheer. Beheersgebieen gelen als e lichtste categorie EHSgebieen en hierbinnen is uitbreiing van e grongebonen lanbouw mogelijk inien at bijraagt aan e natuurbeheerstaak in een ergelijk gebie. Uitvoering van het plan biet e - pagina 22 -

23 mogelijkhei om e EHS ter plekke te versterken onanks het feit at e realisatie van het plan in e EHS plaatsvint: e gronen waarop e te slopen (voormalige) agrarische opstallen zijn gesitueer zijn in termen van het POL aangeui als POG en hebben bestemmingsplantechnisch e bestemming Agrarische berijfsoeleinen. De sloop van eze opstallen en het opheffen van e agrarische berijfsvoering maakt e weg vrij voor het herbestemmen van eze gronen tot gronen met e bestemming Wonen ; het nieuwe woonhuis zal woren gerealiseer binnen e EHS. Dit leit in eerste instantie tot een afname van het areaal EHS ter grootte van circa m². it verlies aan areaal wort gecompenseer oor ten oosten van eze woonbestemming een stuk gron van m² te bestemmen tot Natuur. Binnen eze bestemming staat het behou en verere ontwikkeling van natuurlijke en lanschappelijke waaren centraal. Ook ten westen van e woonbestemming wort een stuk gron van maar liefst m² tot Natuur bestem. Hier wort ook e instanhouing van e Watervalerbeek, een lanschappelijk en ecologisch belangrijk element in het plangebie, veranker miels een ubbelbestemming. Deze herbestemming tot Natuur maakt e weg vrij om eze gronen formeel aan te wijzen tot EHS of waar zover e status EHS rees aanwezig is, e toekenning van een zwaarere categorie EHS an thans op basis van e onerliggene bestemming mogelijk is. e overige in het plangebie gelegen gronen vormen rees onereel van e EHS en zijn hierbinnen aangeui als Beheersgebie. Gezien e agrarische bestemming van e onerliggene gronen ligt it ook voor e han. Na realisatie van onerhavig plan zullen e gronen evenwel woren voorzien van e bestemming Agrarisch met waaren. Binnen eze bestemming staat een uurzaam agrarisch gebruik centraal; e sloop van e (voormalige) agrarische opstallen leit sec tot een sterke kwaliteitsverbetering voor het plangebie en e omgeving, waarbij e binnen het POG an wel e EHS na te streven oeleinen (zie paragraaf 3.2) makkelijker kunnen woren vormgegeven; e realisatie van het plan leit in eerste instantie tot een afname van het EHS-areaal, maar it verlies wort in meer an voloene mate gecompenseer oor toekenning van e natuurbestemming aan e gronen ten oosten en ten westen van e voormalige agrarische opstallen. De toekenning van eze natuurbestemming biet e mogelijkhei tot het omvormen van e POG-gronen tot EHS-gronen. Daarnaast wort het verlies aan areaal in meer an voloene mate gecompenseer oor e mogelijkhei van het toekennen van een zwaarere categorie EHS an thans op basis van e onerliggene bestemming mogelijk is; e realisatie van het plan wort usanig vormgegeven at sprake is van een goee lanschappelijke en natuurlijke inpassing (zie hiertoe eveneens paragraaf 5.3); voor e formele aanvraag tot herbegrenzing tot EHS wort verwezen naar bijlage 2 van eze toelichting. - pagina 23 -

24 Op e onerstaane afbeelingen is te zien in welk eel van het plangebie e EHS komt te vervallen (linker afbeeling) en welke elen van het plangebie tot Natuur woren bestem om zo e EHS mogelijk te maken (rechter afbeeling). 3.2 Provinciaal belei Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), actualisatie januari 2011 Op 22 september 2006 is het POL 2006 vastgestel oor Provinciale Staten van Limburg. Net als het eerste POL (uit 2001) is het POL 2006 een integraal plan at bestaane, verschillene plannen voor e fysieke omgeving op e beleisterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat e provinciale visie op e ontwikkeling van Limburg en beschrijft voor onerwerpen waar e provincie een rol heeft e ambities, e context en e hooflijnen van e aanpak. POL 2006 is het beleiskaer voor e toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio, ie zich bewust is van e unieke kwaliteit van e leefomgeving en e eigen ientiteit. Ten behoeve van e kwaliteitsregio Limburg wort ingezet op uurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling ie tegemoetkomt aan e behoeften van e huiige generatie zoner e mogelijkheen van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. Meio 2008, 2009 en voor het laatst in 2010 zijn beperkte elen van het POL aangevul op basis van gewijzige beleisstukken, waaroner POL-aanvullingen. - pagina 24 -

25 Op e onerstaane afbeeling is een uitsnee van e kaart Groene waaren weergegeven. Het plangebie is hierop met e kleur roo omlijn. Op e afbeeling is te zien at een groot eel van het plangebie is aangeui als EHS-beheersgebie. Het noorwestelijke eel van het plangebie is aangeui als Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG). In het centrale eel van het plangebie (zie linker afbeeling op voorgaane pagina) komt e EHS status te vervallen. Ter compensatie wort in het westen en het oosten van het plangebie e bestemming Natuur teruggebracht. Hiermee kan op eze gronen e EHS status woren geëffectueer. Het westelijke eel heeft thans een POG status. Het oostelijke eel heeft weliswaar rees e status van EHS-beheersgebie. Door e bestemming Natuur aan it oostelijke eel toe te kennen, kan eze EHS status ook aawerkelijk woren geëffectueer. Op 'Kaart 1 Perspectieven' van het POL is het plangebie aangeui als Provinciale Ontwikkelingszone Groen (Perspectief 2) en als Ecologische Hoofstructuur (Perspectief 1). Op e navolgene afbeeling is e ligging van het plangebie (roo omlijn kaer) ten opzichte van e perspectieven weergegeven. - pagina 25 -

26 Uit e bij het POL behorene kaarten Blauwe Waaren, Groene Waaren en Kristallen Waaren blijkt aarnaast at het plangebie onereel vormt van het Boembeschermingsgebie Mergellan en het gronwaterbeschermingsgebie Waterval. Daarnaast is het plangebie voor een groot geeelte als belangrijke bron/kwelgebie. De tot Ecologische Hoofstructuur aangewezen gronen zijn groteneels naer aangeui als beheersgebie en geeeltelijk als bos- en natuurgebie en nieuw natuurgebie. Daarnaast is het plangebie nabij e Watervalerbeek geeeltelijk aangewezen als hyrologisch gevoelige natuur. Perspectief 1: EHS De Ecologische hoofstructuur omvat bestaane bos- en natuurgebieen, te ontwikkelen nieuwe natuur- en beheersgebieen, ecologisch water en beken met een specifieke ecologische functie (SEF-beken). De EHS maakt onereel uit van e Ruimtelijke hoofstructuur volgens e Nota Ruimte. De EHS binnen het plangebie is naer aangeui als Beheersgebie. De EHS-gronen ten westen van het plangebie zijn aangeui als Nieuwe natuur en e EHS-gronen ten nooren van het plangebie betreffen e categorie Bos- en natuurgebie. Het provinciaal belei voor e EHS is gericht op het beschermen en realiseren van eze samenhangene robuuste structuur van grotere natuur- en bosgebieen en verbiningen aartussen. Voor ontwikkelingen ie e wezenlijke kenmerken van eze gebieen aantasten of e nagestreefe natuurontwikkeling belemmeren gelt het nee, tenzij regime. Oner strikte conities kunnen voor knelpuntsituaties oplossingen woren gecreëer mits it tevens leit tot een versterking van e ecologische structuur. Bij het niet kunnen voloen aan e voorwaaren van het nee, tenzij -regime kan een herbegrenzing van e EHS an wel e EHS-salo-benaering eveneens aan e ore zijn. Zie hiertoe paragraaf 3.1 van it ocument. Perspectief 2: Provinciale Ontwikkelingszone Groen De Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) vormt samen met e EHS e ecologische structuur in Limburg. Aners an e EHS omvat e POG vooral lanbouwgebieen. Binnen e POG gelt een ontwikkelingsgerichte basisbescherming. Behou en ontwikkeling van natuur- en lanschapswaaren alsmee het vasthouen en bergen van water in e beekalen zijn richtinggeven voor ontwikkelingen in e POG waarbij gestreef wort naar een bebouwingsarm karakter. De POG omvat vooral lanbouwgebieen als buffer ron e EHS, elen van steile hellingen met veel natuur en lanschapselementen, ecologische verbiningszones, e beken met een specifieke ecologische functie enz.. Het belei in e POG is gericht op het versterken en ontwikkelen van natuur- en lanschapswaaren. Binnen e POG wort tevens zorg geragen voor het vasthouen en bergen van water in e beekalen in combinatie met ecologisch herstel van e SEF-beken, waterconservering ten behoeve van e gronwaterafhankelijke natuurgebieen en het voorkomen van erosie op e steilere hellingen. Voor e borging van e kwaliteit ten aanzien van roe ontwikkelingen is een belangrijke rol weggeleg voor het Limburg Kwaliteitsmenu (zie hiertoe e volgene paragraaf). Het POG in het plangebie bevat e te slopen opstallen. Overige waaren In Limburg zijn speciale gebieen aanwezig met een bijzonere milieukwaliteit of met een bijzonere gevoelige functie. Hierbij moet geacht woren aan stiltegebieen, boembeschermingsgebieen, e boringsvrije zone Roeralslenk, gronwaterbeschermingsgebieen en waterwingebieen. Het plangebie vormt onereel van het boembeschermingsgebie Mergellan. Binnen it gebie wort gestreef naar een kwaliteit van boem, gronwater en lanschap ie voloet aan e eisen ie e aanwezige bijzonere biotische, abiotische en cultuurhistorische waaren stellen. Dit betekent een extra bescherming van het gronwater en lanschapselementen waarbij e concrete regelgeving is vastgeleg in e Omgevingsverorening Limburg. Het plangebie vormt tevens onereel van het gronwaterbeschermingsgebie Waterval. Gronwaterbeschermingsgebieen zijn aangewezen ter bescherming van e (gron)waterkwaliteit ten behoeve van e openbare rinkwatervoorziening. De bescherming is er op gericht at e - pagina 26 -