Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking. Een verkenning van ervaringen en meningen van verpleegkundigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking. Een verkenning van ervaringen en meningen van verpleegkundigen"

Transcriptie

1 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking Een verkenning van ervaringen en meningen van verpleegkundigen ARTIKEL A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet 1 Inleiding begeleiding van mensen met een verstandelijke Eind 2003 verschenen in dit tijdschrift twee handicap. Zij hebben echter in hun opleiding artikelen over palliatieve zorg voor mensen weinig of niets geleerd over kanker en andere met een verstandelijke beperking (Nuy, 2003; ziekten die kunnen leiden tot de dood, en over Schrijnemaekers et al., 2003). Een vrijwel onontgonnen terrein, concludeerden Schrijne- Schrijnemaekers et al., 2003). Van verpleeg- de zorg die daarbij nodig is (Ng et al., 2003; maekers et al. (2003) in hun literatuuroverzicht. meer kennis en vaardigheden hebben over kundigen zou verwacht kunnen worden dat zij In de gehandicaptenzorg (in het algemeen) (verpleegtechnische of lichamelijke) zorgaspecten, die van belang zijn in de zorg rondom het bestaat ongeveer een kwart van het zorgpersoneel uit verpleegkundigen. De rest heeft een levenseinde. Echter de meeste verpleegkundigen hebben een mbo-opleiding (92%) en heb- agogische opleiding (Van der Windt et al., 2003). De zorgverleners met een agogische ben de oude in-service Z-opleiding gevolgd. In achtergrond weten veel over de psychosociale de Z-opleiding werden leerling-verpleegkundi- Voor Beleid en Praktijk Verpleegkundigen kunnen door hun specifieke competenties een belangrijke rol vervullen in de ondersteuning rond het levenseinde van mensen met verstandelijke beperkingen. Een enquête onder 113 verpleegkundigen, werkzaam in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen, laat zien dat de helft van hen in de afgelopen twee jaren te maken heeft gehad met verpleegkundige zorg rond het levenseinde. Naast directe zorg aan de cliënt betreft het ook zorg aan naasten en zorg na het overlijden. De kwaliteit van de zorg rond het levenseinde werd op grond van hun ervaringen door de respondenten overwegend als voldoende tot zeer goed beoordeeld. Een kwart van de respondenten was betrokken bij beslissingen rond het levenseinde. Er is bij verpleegkundigen een grote behoefte aan bijscholing, in het bijzonder met betrekking tot het bieden van ondersteuning aan de cliënt bij het omgaan met het naderend overlijden. Het artikel illustreert de ondersteunende rol die verpleegkundigen kunnen hebben rond het levenseinde van mensen met verstandelijke beperkingen. Ook worden thema s voor bijscholing en voor nader onderzoek geïdentificeerd. W.B. 110 NTZ

2 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking gen exclusief opgeleid voor het werken met mensen met een verstandelijke beperking. Binnen die opleiding leerden ook deze zorgverleners daarom veel over de psychosociale begeleiding van deze cliënten, en relatief weinig over lichamelijke ziekten en verpleegtechnische aspecten van zorg. In het nieuwe opleidingsstelsel, dat vanaf 1997 geldt, worden verpleegkundigen breder opgeleid op mbo- of hboniveau (ofwel kwalificatieniveau 4 of 5). Door hun brede opleiding zouden deze verpleegkundigen mogelijk goed toegerust zijn voor zorg rond het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking. De eerste verpleegkundigen van de nieuwe opleidingen zijn echter pas vanaf 2000/2001 afgestudeerd en vormen dus in de praktijk nog een kleine groep. Verpleegkundige zorg rond het levenseinde omvat een breed scala aan taken, waaronder verpleegtechnische handelingen (zoals het toedienen van medicijnen), psychosociale begeleiding en voorlichting. Het kan ook betekenen dat de verpleegkundige betrokken is bij discussies over medische beslissingen rond het levenseinde, zoals het al dan niet voortzetten of starten van een medische behandeling of het al dan niet geven van kunstmatige vocht en/of voeding als de cliënt zelf niet meer drinkt of eet. Ook moeten soms beslissingen genomen worden over het al dan niet verder ophogen van pijnmedicatie die mogelijk het leven bekort. Een verzoek van de cliënt tot levensbeëindiging door de arts of een verzoek om hulp bij zelfdoding, behoort eveneens tot de mogelijke medische beslissingen rondom het levenseinde. De procedure die dan gevolgd moet worden ligt juridisch vast en gaat er vanuit dat uitsluitend de persoon in kwestie een verzoek tot levensbeëindiging kan indienen. De wet veronderstelt mondige en bekwame burgers, die de informatie van de arts kunnen begrijpen en daar voor zichzelf weloverwogen conclusies aan kunnen verbinden. Een belangrijk deel van de mensen met een verstandelijke beperking is echter wilsonbekwaam. Er is nauwelijks informatie over hoe verpleegkundigen of andere zorgverleners handelen in geval van betrokkenheid bij dergelijke medische beslissingen rond het levenseinde bij mensen die wilsonbekwaam zijn als gevolg van een verstandelijke beperking (Schrijnemaekers et al., 2003). Medische beslissingen rond het levenseinde vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van de arts. Maar omdat verpleegkundigen vaak nauw betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging, kunnen zij wel een rol spelen in deze beslissingen (KNMG/NU 91, 1999). Van Thiel et al. (1997a) vonden dat in 41% van de sterfgevallen in de intramurale zorg voor mensen met een verstandelijke beperking een dergelijke beslissing genomen was, veelal over wel of niet behandelen. Dit percentage komt redelijk overeen met dat in de gehele Nederlandse populatie, Onwuteaka-Philipsen et al., Er zijn aanwijzingen dat verpleegkundigen in veel gevallen betrokken worden bij beslissingen rond het levenseinde: negentig procent van de ondervraagde artsen geeft aan bij het nemen van een dergelijke beslissing bij iemand met een verstandelijke beperking overleg te hebben gehad met de verpleegkundige staf (Van Thiel et al., 1997b). NTZ

3 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet Omdat er weinig bekend is over de rol van verpleegkundigen in de zorg rondom het levenseinde, besloten het Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging (LEVV) en het NIVEL bij wijze van eerste verkenning over dit onderwerp een vragenlijstonderzoek te houden onder het zogenaamde Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden (zie Onderzoeksgroep ). In dit artikel beschrijven we de ervaringen met en meningen over zorg rondom het levenseinde die leven bij verpleegkundigen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de scholingsbehoeften die verpleegkundigen op dit vlak hebben en aan hun rol bij medische beslissingen rond het levenseinde. Vraagstellingen: In dit artikel gaan we in op de volgende vragen: 1. Hoe vaak krijgen verpleegkundigen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking te maken met cliënten die overlijden? 2. Welke zorg geven deze verpleegkundigen dan? 3. Hoe beoordelen ze de kwaliteit van deze zorg en hoe belastend is deze zorg voor verpleegkundigen? 4. Hoe vaak krijgen ze te maken met beslissingen rond het levenseinde en willen ze dat de arts hen bij dergelijke beslissingen betrekt? 5. Hebben deze verpleegkundigen bijscholing gevolgd en aan welke scholing is behoefte? 2 Methode 2.1 Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep bestaat uit de groep verpleegkundigen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, die eind 2002 deel uitmaakt van het Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden. Dit Panel is in 2000 opgericht en bestaat uit ongeveer 400 verpleegkundigen en 300 verzorgenden die directe zorg aan cliënten geven (zie Welling et al., 2002).Ten behoeve van dit artikel is er één groep uitgelicht: verpleegkundigen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Naar 125 verpleegkundigen uit deze sector is een vragenlijst gestuurd. Na twee herinneringen zijn er 113 vragenlijsten ingevuld geretourneerd (respons 90%). De meeste respondenten zijn vrouwen (91%) in de leeftijd van 26 tot 45 jaar (78%). Daarmee zijn vrouwelijke respondenten iets oververtegenwoordigd in vergelijking met het steekproefkader van de uitkeringsinstantie UWV (n= verpleegkundigen, 85% vrouwen). Tevens zijn de respondenten wat ouder dan het steekproefkader (62% jaar). Driekwart (74%) van de verpleegkundigen is werkzaam in een intramurale setting en de gemiddelde werkervaring is 13,5 jaar (standaarddeviatie 7,0 jaar). Het percentage verpleegkundigen met een mbo-opleiding is 89%. Elf procent heeft een hbo-opleiding, wat redelijk overeen komt met de 8% in de totale populatie (Van der Windt et al., 2003). De gemiddelde aanstellingsomvang is bijna 25 uur per week (standdaarddeviatie 8,6 uur). 112 NTZ

4 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking 2.2 Vragenlijst De vragenlijst bestond voornamelijk uit gesloten vragen. Voorafgaand aan de ontwikkeling van de vragenlijst is een literatuuronderzoek uitgevoerd op basis waarvan de vragen geformuleerd zijn. De inhoudsvaliditeit is beoordeeld door acht inhoudsdeskundigen die zich bezig houden met onderzoek rondom het levenseinde (werkzaam op universiteiten) en acht inhoudsdeskundigen uit de praktijk (veelal werkzaam in Centra voor Palliatieve Zorg (COPZ-en). De vragen gingen over: Ervaringen met cliënten die overlijden. Eerst werd gevraagd of de verpleegkundige de afgelopen twee jaren zorg gaf rondom het overlijden van één of meerdere cliënten. Indien de respondent bevestigend antwoordde werd gevraagd naar de omstandigheden bij overlijden: a. overlijden na een langer durend ziekbed als gevolg van een chronische lichamelijke aandoening of door ouderdom, b. vrij plotseling overlijden als gevolg van een acute lichamelijke aandoening (zoals hartinfarct of acute infectie), c. vrij plotseling overlijden als gevolg van een ongeval (zoals een verkeersongeval of ongeval in huis), d. overlijden door zelfdoding. Voor elke situatie werd gevraagd hoe vaak het de voorafgaande twee jaren was voorgekomen. Zorgaanbod. Vervolgens werd geïnventariseerd welk soort zorg de verpleegkundigen meestal boden bij elk van de vier situaties. Per situatie is gevraagd is naar: a. zorg voor de cliënt, b. zorg voor de naasten, en c. zorg nadat de cliënt overleden is. Er werden verschillende aspecten van zorg genoemd, waarbij de respondent aangaf of hij/zij dat bij de meerderheid van de cliënten in betreffende situatie deed (ja/nee). Er werd onder andere gevraagd naar lichamelijke en huishoudelijke zorg, verpleegtechnische zorg, complementaire zorg (zoals massage), emotionele ondersteuning, praktische hulp, en het bespreken van beslissingen rond het levenseinde. Ervaren kwaliteit van zorg. De vraag luidde: Wat vindt u in het algemeen van de kwaliteit van de zorg van verpleegkundigen of verzorgenden binnen uw afdeling of team rondom het overlijden van een cliënt? Er waren zes antwoordmogelijkheden: zeer goed, goed, voldoende, matig, slecht en komt niet voor binnen onze afdeling of team. Ervaren belasting. Degenen die de afgelopen twee jaren zorg gaven aan iemand die overleed vroegen we hoe vaak zij de zorg lichamelijk erg belastend vonden en hoe vaak geestelijk/emotioneel erg belastend (5 puntsschaal: niet, nauwelijks, soms, regelmatig,vaak). Beslissingen rond het levenseinde. In de vragenlijst zijn vijf beslissingen onderscheiden: a. beslissingen over het afzien of stoppen van het toedienen van vocht of voeding als de cliënt niet zelf meer drinkt of eet; b. beslissingen over het afzien of stoppen van een potentieel levensverlengende medische handeling; c. beslissingen over het ophogen van morfine of morfine-achtige middelen; NTZ

5 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet d. beslissingen over levensbeëindiging op verzoek van de cliënt, waarbij de arts de dodelijke middelen toedient (euthanasie); e. beslissingen over hulp bij zelfdoding (levensbeëindiging op verzoek van de cliënt, waarbij de cliënt zelf de dodelijke middelen toedient). Voor elk type beslissing is gevraagd of de verpleegkundigen gedurende de afgelopen twee jaar betrokken was bij het beslissingsproces, en met wie ze dan gesproken hebben (cliënt, naasten, arts, anders namelijk). Daarnaast is per type beslissing een stelling voorgelegd waarin gesteld wordt dat de verpleegkundige wil dat de arts haar of hem betrekt bij het beslissingsproces (vijfpuntsschaal van zeer mee oneens naar zeer mee eens). Bijscholing. Gevraagd is of de verpleegkundige in de afgelopen twee jaren bij- en nascholing heeft gehad op het gebied van zorg rondom overlijden (ja/nee) en of men daarin bijgeschoold wil worden (ja/nee). Degenen die bijgeschoold wilden worden, gaven vervolgens op een lijst van 14 mogelijke onderwerpen aan waarover ze bijscholing wensten. 3 Resultaten 3.1 Ervaringen met zorg rond een overlijden De helft van de verpleegkundigen (50%) uit deze sector is in de voorafgaande twee jaren betrokken geweest bij de zorg rond het levenseinde. Het gaat daarbij om gemiddeld twee tot drie sterfgevallen in twee jaar (minimum 1, maximum 13). Deze cliënten met een verstandelijke beperking overleden veelal na een langer durend terminaal ziekbed (39% van de verpleegkundigen is daarbij betrokken geweest) of vrij plotseling als gevolg van een acute lichamelijk aandoening (30%). Drie procent van de verpleegkundigen was betrokken bij de zorg voor een cliënt met een verstandelijke beperking die als gevolg van een ongeval overleed. Niemand had te maken gehad met zelfdoding. De verpleegkundigen die de afgelopen twee jaar niet direct te maken hadden met een overlijden werkten meestal (90%) in settings waar cliënten zelden overlijden. De overigen gaven aan dat het toeval is dat zij er de afgelopen twee jaar niet mee te maken hebben gehad. 3.2 Zorg rond levenseinde Tabel 1 laat zien welke zorg verpleegkundigen van cliënten met een verstandelijke beperking geven bij een terminaal ziekbed en bij overlijden na een acute lichamelijke ziekte (zorg na een fataal ongeval en bij zelfdoding wordt buiten beschouwing gelaten vanwege het geringe aantal respondenten dat hiermee te maken kreeg). In de tabel hebben we ons beperkt tot de zorgactiviteiten die door minimaal 30% van de verpleegkundigen genoemd worden als gebruikelijk in zo n situatie. De zorgactiviteiten van de verpleegkundigen in de twee onderscheiden situaties komen grotendeels overeen. Centraal staat de lichamelijke verzorging van de cliënt en de verpleegtechnische zorg zoals het toedienen van medicijnen. Verpleegkundigen geven ook complementaire zorg zoals massage. Met de naasten 114 NTZ

6 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking Tabel 3 Meest genoemde zorgactiviteiten bij cliënten met een terminaal ziekbed en cliënten die vrij plotseling overlijden als gevolg van een acute lichamelijke aandoening (minimaal door 30% van de verpleegkundigen genoemd). Terminaal ziekbed (n=44 respondenten) Percentages: Vrij plotseling overlijden als gevolg van een acute lichamelijke aandoening (n=34 respondenten) Percentages: Zorg voor cliënt in periode direct 91% 68% voor het overlijden Lichamelijke verzorging (zoals hulp bij wassen, eten, kleden) Technische, instrumentele zorg 82% 65% (zoals katheter- of stomaverzorging, wondverzorging, toedienen medicatie) Cliënt ondersteunen bij omgaan met 46% naderend overlijden, afscheid nemen van familie e.d. Complementaire zorg (zoals massage, 41% 32% warmtetoediening) Zorg aan naasten in periode direct voor het overlijden Gesproken over de lichamelijke 59% 38% problemen en benodigde zorg Naasten ondersteunen bij omgaan 57% met naderend overlijden, afscheid nemen van cliënt e.d. Met naasten gesproken over 48% beslissingen rond levenseinde Naasten ondersteunen bij het 41% 35% regelen van praktische zaken (zoals rondom herdenkingsdienst) Naasten ingelicht over wat de cliënt is overkomen n.v.t. 38% Zorg in de periode na het overlijden Lichamelijke verzorging van overledene 59% 47% (eventueel samen met nabestaanden) Nabestaanden ondersteunen bij 55% 59% praktische zaken Nabestaanden ondersteunen bij 48% 56% rouwverwerking Nabestaanden ingelicht over 41% 47% het overlijden NTZ

7 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet van de cliënt wordt gesproken over de problemen van de cliënt en de benodigde zorg. Ook ondersteunen verpleegkundigen de naasten bij het regelen van praktische zaken. Bij een terminaal ziekbed geeft iets minder dan de helft aan dat ze de cliënt en/of de naasten ondersteuning geven bij het omgaan met het naderend overlijden. De helft van de verpleegkundigen praat in zo n situatie met de naasten over beslissingen rond het levenseinde, veel minder verpleegkundigen spreken daarover met de cliënt (niet in tabel). Ook nadat een cliënt is overleden hebben verpleegkundigen een rol in de zorg. Meest genoemde activiteiten zijn het inlichten van de nabestaanden over het overlijden, de lichamelijke verzorging van de overledene, ondersteuning van de nabestaanden bij praktische zaken en rouwverwerking. 3.3 Kwaliteit van zorg en ervaren belasting Over het algemeen vinden verpleegkundigen de zorg rondom het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking binnen het eigen team tenminste van voldoende kwaliteit (figuur 1). Vier procent van de verpleegkundigen vindt dit soort zorg maar matig van kwaliteit (berekend over de groep die een oordeel heeft gegeven 7%). Verpleegkundigen vinden de zorg rondom het overlijden vooral geestelijk belastend (figuur 2). Bijna de helft van de verpleegkundigen vindt deze zorg regelmatig of vaak geestelijk erg belastend. Bijna een kwart van de verpleegkundigen vindt de zorg regelmatig of vaak lichamelijk erg belastend. Figuur 1 De mening van verpleegkundigen over de kwaliteit van de zorg rondom het levenseinde in de afgelopen twee jaar (percentages, n=113) zeer goed goed voldoende matig slecht komt niet voor 116 NTZ

8 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking Figuur 2 De mate waarin verpleegkundigen de zorg rond een sterfgeval lichamelijk of geestelijk erg belastend vinden (percentages, n=57) lichamelijk erg belastend geestelijk erg belastend niet of nauwelijks soms regelmatig vaak 3.4 Medische beslissingen rond het levenseinde Ruim een kwart van de verpleegkundigen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is de afgelopen twee jaren betrokken geweest bij het nemen van een medische beslissing rondom het levenseinde (tabel 2). Het gaat meestal om beslissingen over het toedienen van vocht of voeding als een cliënt niet zelf meer drinkt of eet. Slechts een enkeling heeft te maken gehad met een verzoek van een cliënt om levensbeëindiging door toediening van dodelijke medicatie door de arts. Die betrokkenheid bestaat er veelal uit dat de verpleegkundige met de behandelend arts en met de naasten van de cliënt overlegt over het Tabel 2 Feitelijke betrokkenheid in de afgelopen twee jaren bij medische beslissingen rond levenseinde (percentage verpleegkundigen dat ermee te maken heeft gehad)(n=113). Betrokkenheid bij: % Het afzien of stoppen van het toedienen van vocht of voeding als een 19% cliënt niet zelf meer drinkt of eet Het afzien of stoppen van een potentieel levensverlengende behandeling 14% Het ophogen van morfine of morfine-achtige middelen 14% Levensbeëindiging op verzoek door arts 2% Hulp bij zelfdoding 0% Totaal, ongeacht type beslissing 28% NTZ

9 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet verzoek tot levensbeëindiging. Niemand heeft te maken gehad met een verzoek tot hulp bij zelfdoding Als er bij een cliënt een medische beslissing rond het levenseinde genomen moet worden, dan willen de verpleegkundigen meestal dat de behandelend arts hen daarbij betrekt (figuur 3). Het hangt wel af van het type beslissing dat er genomen wordt. De wens om mee te praten over een verzoek tot levensbeëindiging door de arts of over een verzoek tot hulp bij zelfdoding is kleiner. 3.5 Bij- en nascholing Negen procent van de verpleegkundigen van mensen met een verstandelijke beperking heeft de afgelopen twee jaar een na- of bijscholing gehad over de zorg rond overlijden. Meest genoemd worden stervensbegeleiding (4 keer) en het afleggen van een overledene (3 keer). Veel verpleegkundigen hebben behoefte aan na- en bijscholing over zorg rondom het levenseinde: 81%. Zij willen vooral leren hoe ze ondersteuning kunnen bieden bij het naderend overlijden en afscheid nemen (zie tabel 3). Eenderde van de verpleegkundigen heeft behoefte aan scholing over beslissingen rond het levenseinde. 4 Beschouwing Veel verpleegkundigen die zorgen voor mensen met een verstandelijke beperking krijgen vroeg of laat te maken met zorg rondom het levenseinde. Dit blijkt uit het feit dat de helft Figuur 3 Antwoorden op vijf stellingen Als ik aan een cliënt zorg geef, dan wil ik dat een arts mij betrekt bij beslissingen over resp. wel/niet kunstmatige vocht- en voedingtoediening, wel/niet behandelen, ophogen morfine(achtige) middelen, levensbeëindiging op verzoek door arts, hulp bij zelfdoding (n=113) 100% 90% 80% % 60% (zeer) mee oneens 50% 40% neutraal (zeer) mee eens 30% 20% 10% 0% wel/niet kunstmatig toedienen vocht en voeding wel/niet behandelen ophogen morfine of morfineachtige middelen levensbeëndiging op verzoek door arts hulp bij zelfdoding 118 NTZ

10 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking Tabel 3 Percentage verpleegkundigen dat behoefte heeft aan bij- of nascholing, uitgesplitst naar onderwerp (n=113) Steun bij omgaan met overlijden, afscheid nemen 58% Beslissingen rond levenseinde 35% Voeren van slecht nieuws gesprekken 32% Overlijden in andere culturen 27% Lichamelijke verzorging van een overledene 24% Technische, instrumentele zorg (zoals stomazorg) 21% Eigen omgaan met overlijden, rouw 20% Complementaire zorg (zoals massage) 19% Praten over lichamelijke conditie en nodige zorg 14% Praten over zingeving 13% Praktische zaken bij een overlijden 13% van de ondervraagde verpleegkundigen uit deze sector in de voorafgaande twee jaren een cliënt heeft verzorgd die overleed. Verpleegkundigen bieden dan een breed scala aan zorg, niet alleen aan de cliënten zelf, maar ook aan hun naasten. Meestal geven zij lichamelijke en verpleegtechnische zorg. Opvallend is dat de helft van de verpleegkundigen een terminale cliënt doorgaans weinig ondersteunt bij het omgaan met het naderend overlijden. Dit onderzoek heeft een verkennend karakter en het is onbekend waarom niet meer verpleegkundigen dit doen. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met de cliënten (zoals het niveau, de aard van de terminale aandoening), de taakverdeling tussen betrokken zorgverleners, tijdgebrek, of met de vaardigheden van verpleegkundigen om deze ondersteuning te geven. De grote behoefte aan bij- en nascholing op dit terrein wijst erop dat verpleegkundigen zich op dit vlak verder willen bekwamen. Dit onderzoek beperkte zich tot verpleegkundigen in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De ervaringen en meningen van zorgverleners met een agogische achtergrond komen daardoor niet aan bod. Deze beperking hangt samen met het feit dat dit onderzoek plaatsvond binnen de kaders van het bestaande Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden en is uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging. Dat neemt niet weg dat de meeste zorgverleners in deze sector een agogische opleiding hebben (van der Windt et al., 2003), en ook te maken zullen hebben met de zorg rondom het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking. Meer kennis over de rol van agogisch opgeleide zorgverleners in de zorg rond het levenseinde, hun na- en bijscholingsbehoeften, en de samenwerking met verpleegkundigen is gewenst en kan bijdragen tot een beter beeld over hoe deze zorg georganiseerd kan worden. NTZ

11 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet Allereerst zou echter de vraag beantwoord moeten worden wat terminale cliënten en naasten belangrijk vinden in het kader van de zorg rond het levenseinde. Inmiddels is er wel het een en ander bekend over de behoeften in de algemene populatie van terminale cliënten (zonder verstandelijke beperking) en hun directe naasten. Francke et al. (2000) interviewden 19 terminale cliënten en 23 naasten. Naast goede pijn- en symptoombestrijding willen cliënten en naasten emotionele, spirituele en praktische ondersteuning. Daarnaast blijkt beschikbaarheid, snelheid en flexibiliteit van zorg essentieel voor palliatieve zorg. Verder gaven de geïnterviewden aan dat het in het kader van continuïteit van zorg en een goede bejegening belangrijk is dat zij zo veel mogelijk vaste, vertrouwde zorgverleners hebben. Andere kenmerken van een goede bejegening zijn volgens de onderzochten: ruime aandacht voor comfort, een persoonlijke benadering en respect voor autonomie en menswaardigheid. Dit zijn zorgbehoeften die in grote lijnen ook gelden voor cliënten met een verstandelijke beperking en hun naasten, al worden deze behoeften soms anders geuit en moet er ook wel eens op een andere manier ingespeeld worden op die behoeften. Mensen met een verstandelijke beperking hebben bijvoorbeeld vaak problemen bij het formuleren van hun zorgbehoeften en specifieke zorgvragen. De mogelijkheden tot communicatie over bijvoorbeeld pijn of andere klachten kunnen bemoeilijkt worden door de verstandelijke beperking. Soms is geheel geen communicatie hierover mogelijk. Ook komt het gedrag van mensen met een verstandelijke beperking niet altijd overeen met de plaats of oorzaak van de klacht (Van Thiel et al., 1997b). Daardoor is onderzoek naar de zorgbehoeften specifiek gericht op deze doelgroep nodig. Op grond van een dergelijk behoeftenonderzoek zouden kwaliteitscriteria ontwikkeld kunnen worden voor de zorg rond het levenseinde. Deze kwaliteitscriteria kunnen onder andere dienen als referentiekader voor het ontwikkelen van richtlijnen en bij- en nascholingen en voor het opsporen van knelpunten bij het organiseren en bieden van terminale zorg. Daarnaast zouden dergelijke kwaliteitscriteria gebruikt kunnen worden als toetsinstrument voor het meten van de kwaliteit van zorg in de laatste levensfase van mensen met een verstandelijke beperking. Een apart onderwerp vormen de medische beslissingen rond het levenseinde. Dit onderzoek laat, evenals dat van Van Thiel et al. (1997a), zien dat dergelijke beslissingen ook bij mensen met verstandelijke beperkingen soms aan de orde zijn. Bij de besluitvorming over wel/niet kunstmatige vocht- en voedingtoediening, wel/niet stoppen of afzien van behandelingen die mogelijk het leven verlengen, willen verpleegkundigen graag betrokken zijn. Ook over het eventueel ophogen van morfine(achtige) middelen willen vrijwel alle verpleegkundigen meepraten. Bij verzoeken van cliënten om levensbeëindiging door de arts of verzoeken om hulp bij zelfdoding, willen minder verpleegkundigen bij de besluitvorming betrokken zijn. Mogelijk hangt dat samen met het feit dat veel mensen 120 NTZ

12 Verpleegkundige zorg rondom het overlijden van mensen met een verstandelijke beperking met een verstandelijke beperking wilsonbekwaam zijn en dat er in de wet en in de professionele literatuur over medische beslissingen rond het levenseinde vrijwel uitsluitend wordt uitgegaan van wilsbekwame mensen. Vervolgonderzoek onder een bredere groep zorgverleners, kan mogelijk inzichten opleveren die verpleegkundigen en ook agogische zorgverleners kunnen gebruiken als zij betrokken zijn bij dergelijke medische beslissingen. Auteurs Anke J.E. de Veer, Anneke L. Francke en Marieke Speet zijn verbonden aan het NIVEL, Nederlands instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg en Ernst-Paul Poortvliet is verbonden aan het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV). Correspondentieadres: Anke de Veer, NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht, tel , Samenvatting In dit verkennend onderzoek wordt inzicht gegeven in de verpleegkundige zorg rondom het levenseinde. Een schriftelijke voorgestructureerde vragenlijst werd ingevuld door 113 verpleegkundigen werkzaam in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De helft van hen had in de voorafgaande twee jaren een cliënt verzorgd die overleed. Zij geven dan een breed scala aan zorg en vrijwel allen vinden zij die zorg van voldoende of (zeer) goede kwaliteit. Als verpleegkundigen worden zij ook betrokken bij medische beslissingen rond het levenseinde. De behoefte aan bijen nascholing over de zorg rondom het overlijden is echter groot. Gepleit wordt voor meer onderzoek op dit terrein. Summary This article offers an overview of the role nurses play in terminal care for people with intellectual disabilities. Data were collected from a questionnaire filled in by 113 nurses. Half of the respondents had been involved in offering terminal care in the past two years. The terminal care comprised of a broad range of tasks. Almost all nurses judge the quality of their care to be sufficient, good or very good. The nurses are also involved in discussions about medical end-of-life decisions. Many nurses would like to receive extra training in terminal care. Further research on terminal care and end-of-life decisions is needed. NTZ

13 A.J.E. de Veer, A.L. Francke, M. Speet en E.P. Poortvliet Literatuur Francke, A.L., & Willems, D.L. (2000). Palliatieve zorg vandaag en morgen: feiten, opvattingen en scenario s. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. KNMG/NU 91 (1999). Euthanasierichtlijnen arts-verpleegkundige. Richtlijn samenwerking en taakafbakening arts en verpleegkundige bij de procedure rond euthanasie. Utrecht: KNMG/NU 91. Ng, J., & Li, S. (2003). A survey exploring the educational needs of care practitioners in learning disability (LD) settings in relation to death, dying and people with learning disabilities. European Journal of Cancer Care, 12(1), Nuy, M. (2003). Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Een verkenning van een nieuw aandachtsgebied. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan verstandelijk gehandicapten, 29(4), Onwuteaka-Philipsen, B.D., Heide, A. van der, Koper, D., Keij-Deerenberg, I., Rietjens, J.A.C., Rurup, M.L., Vrakking, A.M., Georges, J.J., Muller, M.T., Wal, G. van der, Maas, P. van der (2003). Euthanasia and other endof-life decisions in the Netherlands in 1990, 1995, and The Lancet, online gepubliceerd 17 juni 2003, Schrijnemaekers, V.J.J., Courtens, A.M., van Schrojenstein Lantman-de Valk, H.M.J., Widdershoven, G.A.M., & Curfs L.M.G. (2003). Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Een schets van het terrein. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan verstandelijk gehandicapten, 29(4), Thiel, G.J.M.W. van, Delden, J.J.M. van, Haan, K. de, & Huibers, A.K. (1997b). Retrospective study of doctors end of life decisions in caring for mentally handicapped people in institutions in the Netherlands. BMJ, 315, Thiel, G. van, Huibers, A., & Haan, K. de (1997b). Met zorg besluiten. Beslissingen rond het levenseinde in de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Assen: Van Gorcum. Welling, B.J.M., Hutten, J.N.F., & Francke, A.L. (2002). De opzet van een Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden. Haalbaarheidsstudie. Utrecht: NIVEL. Windt, W. van der, Calsbeek, H., Talma, H., & Hingstman, L. (2003). Feiten over verpleegkundige en verzorgende beroepen in Nederland Maarssen/Utrecht: Elsevier gezondheidszorg/levv. 122 NTZ

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2 Nog steeds veel behoefte aan extra scholing levenseindezorg In 2002 is het landelijke Panel

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Wat is palliatieve zorg? Waar denk je aan bij palliatieve zorg?

Wat is palliatieve zorg? Waar denk je aan bij palliatieve zorg? Wat is palliatieve zorg? Waar denk je aan bij palliatieve zorg? 2 Definitie Palliatieve zorg (WHO 2002) Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten,

Nadere informatie

Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 Vierenveertig procent van de verpleegkundigen

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010) worden gebruikt.

Nadere informatie

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6 SCEN v&v: telefonisch advies bij euthanasie SCEN v&v biedt verpleegkundigen en verzorgenden

Nadere informatie

Advance care planning, rol verzorgenden en verpleegkundigen

Advance care planning, rol verzorgenden en verpleegkundigen Advance care planning, rol verzorgenden en verpleegkundigen Annemieke Wagemans EPZ MUMC+ Polikliniek MUMC+ Koraal Waar wil ik het over hebben Wat is advance care planning en voor wie Wie van jullie wordt

Nadere informatie

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke CONTACT NIVEL K. de Groot, MSc RN Postbus 1568 3500

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 199

Samenvatting. Samenvatting 199 Samenvatting Samenvatting 199 Goede zorg aan het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking is niet vanzelfsprekend, bijvoorbeeld omdat de verstandelijke beperking mensen belemmert in het

Nadere informatie

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgings Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 Tien procent

Nadere informatie

Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement

Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2013, nr. 2 Bijbehorende tabellen zijn te vinden in: tabellenboek bij artikel over verpleegkundigen

Nadere informatie

Dag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie

Dag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie Dag van de Dementiezorg 2016 Palliatieve zorg bij dementie Workshop Paul Vogelaar, verpleegkundig expert palliatieve zorg en pijn Lux Nova, palliatieve zorg & training 2 Work-shoppen 3 Dementie Combinatie

Nadere informatie

Kunnen wij ook het laatste stuk van ons levenspad in eigen regie afleggen?

Kunnen wij ook het laatste stuk van ons levenspad in eigen regie afleggen? Kunnen wij ook het laatste stuk van ons levenspad in eigen regie afleggen? Maaike Veldhuizen Arts palliatieve zorg in het Elkerliek ziekenhuis, palliatief consulent en SCEN arts Ingrid van Asseldonk, verpleegkundige

Nadere informatie

SAMENVATTING INTRODUCTIE

SAMENVATTING INTRODUCTIE SAMENVATTING INTRODUCTIE Zorg rond het levenseinde Wanneer patiënten en hun familie worden geconfronteerd met een levensbedreigende aandoening wordt verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt

Nadere informatie

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017. Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 07. CONTACTADRES NIVEL Dr. Anke J.E. de Veer Postbus 568 500 BN Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 196 Beleid en richtlijnen

Nadere informatie

Wat als ik niet meer beter word

Wat als ik niet meer beter word Wat als ik niet meer beter word moeilijke keuzes & beslissingen rondom levenseinde Manon Boddaert Arts palliatieve geneeskunde Consulent en adviseur IKNL Antoon van Dijck Palliatieve zorg is integrale

Nadere informatie

Basisscholing Palliatieve Zorg voor artsen 2 november 2006 Nationaal Congres Palliatieve Zorg Sasja Mulder Onderwijs in palliatieve zorg in de medische specialisten opleiding 2001 2003 COPZ project ontwikkeling

Nadere informatie

Zorg in de laatste levensfase. Agnes van der Heide Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC

Zorg in de laatste levensfase. Agnes van der Heide Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Zorg in de laatste levensfase Agnes van der Heide Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Verschillen Nederland buitenland Palliatieve zorg is geen specialisme Palliatieve zorg is in principe

Nadere informatie

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) Disclosure belangen Agnes van der Heide Agnes van der Heide Erasmus MC Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg 13 maart 2015 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Scholingen Najaar 2015

Scholingen Najaar 2015 Scholingen Najaar 2015 verpleegkundigen en verzorgenden Expertisecentrum Palliatieve Zorg Basiscursus Palliatieve Zorg verpleegkundigen De basistraining Palliatieve Zorg voor verpleegkundigen besteedt

Nadere informatie

Tijd voor de dood. Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen. Beleidsnotitie Palliatieve Zorg

Tijd voor de dood. Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen. Beleidsnotitie Palliatieve Zorg Beleidsnotitie Palliatieve Zorg Tijd voor de dood Stilstaan bij en tijd nemen voor de dood Oprecht en stap voor stap afscheid nemen Beleidsnotitie Tijd voor de dood Auteur(s) A.Trienekens Datum September

Nadere informatie

PALLIATIEVE ZORG In de tjongerschans

PALLIATIEVE ZORG In de tjongerschans PALLIATIEVE ZORG In de tjongerschans Alie Timmer Marieke van Harskamp Disclosure sheet Palliatieve zorg in de Tjongerschans Inleiding Palliatieve zorg: definitie en meer. Markering Behoeften Kenmerken

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Wat zou jij willen? Voor je dierbaren? Voor jezelf?

Wat zou jij willen? Voor je dierbaren? Voor jezelf? 21 juni 2016 Franca Horstink; Specialist Ouderen Geneeskunde, SCEN arts Laetitia Schillemans;Gespecialiseerd verpleegkundige oncologie en palliatieve zorg Beide Consulent; Palliatie Team Midden Nederland

Nadere informatie

Projectplan: Inzet van VPTZ vrijwilligers en deskundigheid bij palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking

Projectplan: Inzet van VPTZ vrijwilligers en deskundigheid bij palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Projectplan: Inzet van VPTZ vrijwilligers en deskundigheid bij palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Inleiding Mensen met een verstandelijke beperking die ongeneeslijk ziek zijn,

Nadere informatie

List of publications. List of publications 213

List of publications. List of publications 213 List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29740 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Booij, Suzanne José Title: Wishes for the end of life in Huntington's Disease.

Nadere informatie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie

Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek. Publieksversie Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek Publieksversie Waarom nadenken en praten over uw levenseinde? Misschien denkt u wel eens na over uw levenseinde. In dat laatste deel van uw leven kan uw dokter

Nadere informatie

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek De laatste levensfase Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek In gesprek In de laatste levensfase krijgen mensen te maken met allerlei vragen. Misschien ziet u op tegen de pijn en benauwdheid die

Nadere informatie

Bijlage B 2.1 Leidraad bij de kwalitatieve interviews 1

Bijlage B 2.1 Leidraad bij de kwalitatieve interviews 1 Bijlage B 2.1 Leidraad bij de kwalitatieve interviews 1 Toelichting (leidraad) bij de wijze waarop tekst is afgedrukt: CAPS Vet Normaal Cursief aanduiding van onderdelen de vraag zo stellen aspecten die

Nadere informatie

Vragenlijst. KOPPEL-studie: Kennis en Opvattingen van Publiek en Professionals over Einde Leven beslissingen

Vragenlijst. KOPPEL-studie: Kennis en Opvattingen van Publiek en Professionals over Einde Leven beslissingen Vragenlijst KOPPEL-studie: Kennis en Opvattingen van Publiek en Professionals over Einde Leven beslissingen 2 Inleiding op de vragenlijst Deze vragenlijst is onderdeel van een onderzoek naar medische beslissingen

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zo uniek als mensen Moeilijke beslissingen rond de laatste levensfase Met deze folder willen wij u informeren over het levenseindebeleid van Vivantes Zorggroep.

Nadere informatie

Het levenstestament. De regie zelf in handen houden. Wat is een levenstestament? Wat is het verschil met een gewoon testament?

Het levenstestament. De regie zelf in handen houden. Wat is een levenstestament? Wat is het verschil met een gewoon testament? Pagina 1 Het levenstestament De regie zelf in handen houden Wellicht heeft u wel eens nagedacht over wat er gebeurt wanneer u een zwaar ongeluk krijgt, ernstig ziek wordt of gaat dementeren? Wie kan dan

Nadere informatie

Preventie bij roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik Activiteiten van verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en

Preventie bij roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik Activiteiten van verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en Preventie bij roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik Activiteiten van verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners Preventie bij roken, overgewicht en problematisch

Nadere informatie

Ongeneeslijk ziek. Samen uw zorg tijdig plannen

Ongeneeslijk ziek. Samen uw zorg tijdig plannen Ongeneeslijk ziek Samen uw zorg tijdig plannen Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Een naaste die met u meedenkt...3 1.2 Gespreksonderwerpen...3 2. Belangrijke vragen...3 2.1 Lichamelijke veranderingen...3

Nadere informatie

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5 Panel V&V 50-plussers in de zorg: loopbaanbegeleiding en maatwerk Werken in de zorg is interessant,

Nadere informatie

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM???

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM??? Ik wil niet leven zoals een plant Als ik mijn familie niet meer ken, wil ik liever dood Ik wil niet afzien! Mijn broer denkt zus, en ik zo, wat moeten we nu doen? Hebben wij nu wel de juiste keuzes gemaakt?

Nadere informatie

Nienke Bekkema (NIVEL) Anke J.E. de Veer (NIVEL) Cees M.P.M. Hertogh (EMGO + /VUmc) Anneke L. Francke (NIVEL en EMGO + /VUmc)

Nienke Bekkema (NIVEL) Anke J.E. de Veer (NIVEL) Cees M.P.M. Hertogh (EMGO + /VUmc) Anneke L. Francke (NIVEL en EMGO + /VUmc) Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Onderzoek naar kenmerkende aspecten vanuit de perspectieven van nabestaanden, zorgverleners en leidinggevenden Nienke Bekkema (NIVEL) Anke

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De cliënt centraal, maar hoe? Samenwerking tussen zorgmedewerkers, de cliënt en diens naasten in de ouderenzorg.

De cliënt centraal, maar hoe? Samenwerking tussen zorgmedewerkers, de cliënt en diens naasten in de ouderenzorg. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Koopmans, L., Damen, N., Wagner, C. De cliënt centraal, maar hoe? Samenwerking tussen zorgmedewerkers, de cliënt en diens

Nadere informatie

Familietevredenheidsonderzoek op de Intensive Care: FS-ICU 24R

Familietevredenheidsonderzoek op de Intensive Care: FS-ICU 24R Familieheidsonderzoek op de Intensive Care: FS-ICU 24R Wat vindt u van ons? Wij horen graag uw mening over de opname van uw naaste op de Intensive Care (IC) Uw familielid, gezinslid, partner of naaste

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Euthanasie en hulp bij zelfdoding Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn bespreking voor verpleegkundigen. Irene Bas, verpleegkundige Astrid Hofstra, verpleegkundige Marian Zuure, specialist ouderengeneeskunde en SCEN arts. www.netwerkpalliatievezorg.nl/rotterdam

Nadere informatie

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017

Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Onderzoeksvragen vanuit de praktijk 17/10/2017 Deze lijst van onderzoeksvragen kwam tot stand na een bevraging bij de coördinatoren van de regionale netwerken voor palliatieve zorg en de voorzitters van

Nadere informatie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Zorg en behandeling rondom het levenseinde Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Inleiding In deze folder kunt u de visie en het beleid van

Nadere informatie

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl

Nadere informatie

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl

Nadere informatie

Gesprekshulp Palliatieve Zorg

Gesprekshulp Palliatieve Zorg Gesprekshulp Palliatieve Zorg Deze vragenlijst voor het gesprek met het Palliatief Advies Team bestaat uit twee delen. Het invullen kost tussen de 5 en 20 minuten. Pagina 1: Lijst met veel voorkomende

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht \ Thuiszorg Zorg en hulp bij u thuis BrabantZorg, met aandacht 2 Alle aandacht en zorg bij u thuis \ Thuiszorg Thuis wonen in uw vertrouwde omgeving met alle hulp en zorg die u nodig heeft. BrabantZorg

Nadere informatie

Vragenlijst kwaliteit van sterven

Vragenlijst kwaliteit van sterven Vragenlijst kwaliteit van sterven Registratienummer Vertaling van de Quality of Death and Dying Questionnaire J Randall Curtis 2010; vertaling door de Kenniscentra Palliatieve Zorg (www.kenniscentrapalliatievezorg.nl).

Nadere informatie

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma en Roland Friele. Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

Euthanasie en andere medische beslissingen aan het levenseinde (MBL) vóór en na euthanasiewet in België. Betrokkenheid van verpleegkundigen

Euthanasie en andere medische beslissingen aan het levenseinde (MBL) vóór en na euthanasiewet in België. Betrokkenheid van verpleegkundigen Euthanasie en andere medische beslissingen aan het levenseinde (MBL) vóór en na euthanasiewet in België Betrokkenheid van verpleegkundigen Prof Dr. Johan Bilsen 1,2 1 Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidszorg,

Nadere informatie

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Dienstverlening Amsterdam-Noord Dienstverlening Amsterdam-Noord tweede meting bewonerspanel Projectnummer: 9151 In opdracht van stadsdeel Amsterdam-Noord Rogier van der Groep Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Algemeen. Euthanasie.

Algemeen. Euthanasie. Algemeen Euthanasie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG051 / Euthanasie / 09-11-2018 2 Euthanasie Artsen kunnen in bijzondere omstandigheden

Nadere informatie

Zorg rondom het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking

Zorg rondom het levenseinde van mensen met een verstandelijke beperking Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2006. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Speet, A.L. Francke, A. Courtens, L.M.G. Curfs, Zorg rondom het levenseinde van mensen met een verstandelijke

Nadere informatie

verstandelijke beperking

verstandelijke beperking Besluitvorming in de palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Over verhuizingen & medische interventies Informatie voor familie en andere naasten Wat is palliatieve zorg? Palliatieve

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

Praten over behandelwensen en -grenzen

Praten over behandelwensen en -grenzen Praten over behandelwensen en -grenzen Praten over behandelwensen en -grenzen Informatie voor patiënten en familie Inleiding Als patiënt komt u in het UMC Utrecht met een bepaalde behandelwens. Meestal

Nadere informatie

Achtergrondinformatie

Achtergrondinformatie Onderdeel van de patiëntenbrochure Spreek tijdig over het levenseinde. - www.knmg.nl/spreken-over-levenseinde Achtergrondinformatie Hieronder leest u achtergrondinformatie die u kan helpen om het gesprek

Nadere informatie

Pakket 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatiefterminale

Pakket 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatiefterminale BESCHRIJVING VAN DE ZORGZWAARTEPAKKETTEN Pakket 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatiefterminale zorg Pakket 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg is voor mensen die een

Nadere informatie

administratie en ruim

administratie en ruim Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen mett bronvermelding (A.J.E. de Veer, K. de Groot, M. Brinkman, A.L. Francke. Administratieve druk: méér dan kwestie k van tijd. Utrecht: NIVEL,

Nadere informatie

Ongeneeslijk ziek en dan.? Kennis delen, betere zorg

Ongeneeslijk ziek en dan.? Kennis delen, betere zorg Ongeneeslijk ziek en dan.? Kennis delen, betere zorg Deventer 26-03-2013 Inhoud presentatie doel van de avond wat is palliatieve zorg? Cijfers overeenkomsten en verschillen knelpunten palliatieve zorg

Nadere informatie

De terminale patiënt: Inleiding. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Universitair Ziekenhuis Gent PUO VZA 6 november 2007

De terminale patiënt: Inleiding. Prof Dr Nele Van Den Noortgate Universitair Ziekenhuis Gent PUO VZA 6 november 2007 De terminale patiënt: Inleiding Prof Dr Nele Van Den Noortgate Universitair Ziekenhuis Gent PUO VZA 6 november 2007 Medische beslissingen bij levenseinde Type of deaths 1998 % of all death 2001 Intention

Nadere informatie

Islam, cultuur en kanker; Zorg aan een moslim patiënt. Fatma Katirci Moslim geestelijk verzorger Farida Ilahi Medisch maatschappelijk werker

Islam, cultuur en kanker; Zorg aan een moslim patiënt. Fatma Katirci Moslim geestelijk verzorger Farida Ilahi Medisch maatschappelijk werker Islam, cultuur en kanker; Zorg aan een moslim patiënt Fatma Katirci Moslim geestelijk verzorger Farida Ilahi Medisch maatschappelijk werker Programma Welkom Voorstellen Fatma: religieuze aspecten v/e moslim

Nadere informatie

Als genezing niet meer mogelijk is

Als genezing niet meer mogelijk is Algemeen Als genezing niet meer mogelijk is www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG043 / Als genezing niet meer mogelijk is / 06-10-2015 2 Als

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS

Subsidiënt: Ministerie van VWS De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Ruim de helft van de interne oproepkrachten in de verpleging en verzorging vindt voordelen van flexibel

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

HET LEVENSTESTAMENT. Wat is een levenstestament?

HET LEVENSTESTAMENT. Wat is een levenstestament? HET LEVENSTESTAMENT U heeft er waarschijnlijk al over gehoord of iets over gelezen: het maken van een levenstestament. Maar wat is een levenstestament nu precies? En wanneer is het maken van een levenstestament

Nadere informatie

Veel bij- en nascholing in de verpleging en verzorging

Veel bij- en nascholing in de verpleging en verzorging Postprint Version 1.0 Journal website http://www.tvzdirect.nl/home/index.php Pubmed link DOI Veel bij- en nascholing in de verpleging en verzorging RENATE VERKAIK, ANKE J.E. DE VEER & ANNEKE L. FRANCKE

Nadere informatie

Het organiseren van palliatieve zorg voor kinderen met kanker: wensen en ervaringen van ouders

Het organiseren van palliatieve zorg voor kinderen met kanker: wensen en ervaringen van ouders Het organiseren van palliatieve zorg voor kinderen met kanker: wensen en ervaringen van ouders De afgelopen vijf jaar is, mede door de inzet van de VOKK, meer kennis opgebouwd en beschikbaar gemaakt over

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede Waar staat je gemeente Gemeente Enschede Inhoudsopgave Sheetnummer Samenvatting 3 Burgerpeiling Waar staat je gemeente & respons 4 Woon & leefomgeving Waardering & sociale samenhang 5 Veiligheid en overlast

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival 1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over

Nadere informatie

HET PALLIATIEF ZORGBELEID. Alles wat nog gedaan moet worden als men denkt dat er niets meer kan gedaan worden

HET PALLIATIEF ZORGBELEID. Alles wat nog gedaan moet worden als men denkt dat er niets meer kan gedaan worden HET PALLIATIEF ZORGBELEID Alles wat nog gedaan moet worden als men denkt dat er niets meer kan gedaan worden Palliatieve zorg is totaalzorg De term palliatie is afgeleid van het latijnse woord: pallium

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

INFORMATIEFOLDER. BASISSCHOLING PALLIATIEVE ZORG Regio Walcheren. Voorbeeld Informatiefolder, versie 2010 IKNL locatie Rotterdam

INFORMATIEFOLDER. BASISSCHOLING PALLIATIEVE ZORG Regio Walcheren. Voorbeeld Informatiefolder, versie 2010 IKNL locatie Rotterdam INFORMATIEFOLDER BASISSCHOLING PALLIATIEVE ZORG Regio Walcheren Inleiding Het netwerk palliatieve zorg Zeeland is opgericht in 2009, met als doel de toegankelijkheid en de kwaliteit van palliatieve zorgverlening

Nadere informatie

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg Jeroen Janssens Specialist Ouderengeneeskunde, commissielid 8-12-2016 Opbouw Workshop 1. Vragen

Nadere informatie

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC Ethische vragen Dick Willems Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC d.l.willems@amc willems@amc.uva.nl Voorbeelden van ethische vragen in de palliatieve zorg Toegankelijkheid van zorg Cognitieve problemen

Nadere informatie

Zorg rond het levenseinde

Zorg rond het levenseinde Groeningelaan 7 8500 Kortrijk Tel.nr. 056/24 52 71 Faxnr. 056/24.52.64 Zorg rond het levenseinde Zorg rond het levenseinde 12 Voor meer informatie over voorgaande onderwerpen, kan u contact opnemen met

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Samenwerking in de zorg kan beter denken zowel zorggebruikers als artsen

Samenwerking in de zorg kan beter denken zowel zorggebruikers als artsen Deze publicatie is een uitgave van het IVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen, Lode Wigersma & Judith D. de Jong. Samenwerking in de zorg kan beter

Nadere informatie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Zorg en behandeling rondom het levenseinde Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Inleiding In deze folder leest u de visie en het beleid van

Nadere informatie

rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014

rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014 rouw, verliesverwerking en spiritualiteit Oncologiedagen 2014 Jacqueline van Meurs: geestelijk verzorger/consulent spirituele zorg Gerda Bronkhorst: oncologieverpleegkundige/verpleegkundig consulent palliatieve

Nadere informatie

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen

Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde 39 5 Conclusies, aanbevelingen en vervolgstappen In dit hoofdstuk wordt puntsgewijs een opsomming gegeven van de conclusies over de rol, de verantwoordelijkheden,

Nadere informatie

Palliative care in an aging society Palliatieve zorg in een ouder wordende samenleving. 3rd Amsterdam Symposium on Palliative Care

Palliative care in an aging society Palliatieve zorg in een ouder wordende samenleving. 3rd Amsterdam Symposium on Palliative Care 3rd Amsterdam Symposium on Palliative Care Palliative care in an aging society Palliatieve zorg in een ouder wordende samenleving Dinsdag 8 oktober 2013 Auditorium Vrije Universiteit Amsterdam Palliative

Nadere informatie

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Auteurs: Kathleen Leemans, Joachim Cohen Contact: kleemans@vub.ac.be 02/477.47.64 De indicatorenset is ontwikkeld

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Zorg en behandeling rondom het levenseinde Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie Inleiding In deze folder kunt u het beleid van de Frankelandgroep

Nadere informatie

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam

Zorgpad Stervensfase. Lia van Zuylen, internist-oncoloog. Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Zorgpad Stervensfase Lia van Zuylen, internist-oncoloog Kenniscentrum Palliatieve Zorg Erasmus MC, Rotterdam Inhoud Herkenning stervensfase Inhoud van Zorgpad Stervensfase Onderzoeksresultaten Zorgpad

Nadere informatie

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE 1. INLEIDING De beslissing nemen om te verhuizen naar een WZC is niet vanzelfsprekend. Vele zaken worden afgewogen vooraleer de beslissing valt. Dit ook voor wat het

Nadere informatie

U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie

U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie Palliatieve sedatie U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie inhoudt. Heeft u na het lezen nog

Nadere informatie

Medische beslissingen rond het levenseinde

Medische beslissingen rond het levenseinde Medische beslissingen rond het levenseinde Adri Jobse, huisarts, kaderarts, consulent PTMN Gon Uyttewaal, gesp. vpk pz, consulent PTMN 26 juni 2014 1. Wet geneeskundige op de behandelingsovereenkomst 2.

Nadere informatie