Ouderenbeleid: een stand van zaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ouderenbeleid: een stand van zaken"

Transcriptie

1 Ouderenbeleid: een stand van zaken Eindverhandeling tot licentiaat in de Sociale en culturele agogiek Student: Marjan Vanderhoven Promotor: Dominique Verté Organisatie: S-Plus vzw Academiejaar

2 Samenvatting VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL FACULTEIT VOOR PSYCHOLOGIE EN EDUCATIEWETENSCHAPPEN EINDVERHANDELING acad.jaar 2006/2007 Naam: Marjan Vanderhoven Richting: Sociale & Culturele Agogiek Titel verhandeling & promotor: Ouderenbeleid: een stand van zaken Professor Dr. Dominique Verté Samenvatting: Vanuit de literatuur merken we dat het ouderenbeleid steeds evolueert. Met dit onderzoek willen we komen tot een eerste inventarisatie van het huidige gemeentelijk seniorenbeleid in Vlaanderen. Via dit onderzoek gaan we na of lokale besturen een planmatig beleid hanteren inzake het ouderenbeleid in de gemeente. Hiertoe bevragen we hoe ze een invulling geven aan het lokaal ouderenbeleid. Tevens peilen we naar de personele omkadering en de bevoegdheden die terug te vinden zijn in het lokaal ouderenbeleid. Eveneens bevragen we verschillende beleidsinitiatieven die het lokale bestuur neemt met betrekking tot de senioren in de gemeente. Initiatieven rond wonen, zorg, dienstverlening, vrijwilligers, veiligheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid komen aan bod. Verder wordt er nagegaan of er sprake is van burgerlijke participatie. Er wordt gepeild naar de aandacht voor het beleid in samenspraak met de doelgroep. Het onderzoek is noodzakelijk om een overzicht te krijgen van wat er juist reilt en zeilt binnen het Vlaamse ouderenbeleid. Dit overzicht kan als leidraad gebruikt worden bij het formuleren van beleidsdoelstellingen, of in het geval van de opdrachtgever, een belangenbehartiger, als basis om te komen tot eisen naar het huidige beleid toe. Eveneens kan dit onderzoek de aanleiding vormen om te komen tot een evaluatie van het huidige seniorenbeleid. Het doel van het onderzoek is om bij te dragen aan de optimalisering van wat we vandaag kennen als het Vlaamse ouderenbeleid. 1

3 Beknopte inhoud VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL FACULTEIT VOOR PSYCHOLOGIE EN EDUCATIEWETENSCHAPPEN EINDVERHANDELING acad.jaar 2006/2007 Naam: Marjan Vanderhoven Richting: Sociale & Culturele Agogiek Titel verhandeling & promotor: Ouderenbeleid: een stand van zaken Professor Dr. Dominique Verté Beknopte inhoud: In deel 1 geven we een overzicht van de literatuur op het vlak van het Vlaams ouderenbeleid. Eerst schetsen we het fenomeen van de vergrijzing binnen Vlaanderen. Verder bespreken we het lokaal sociaal beleid en het decreet Lokaal Sociaal Beleid. Vervolgens kijken we naar het Vlaams ouderenbeleid. In punt vier gaan we dieper in op de politieke participatie, als onmisbaar gegeven binnen het ouderenbeleid. In het verlengde hiervan schenken we aandacht aan het bestaan en de werking van seniorenadviesraden in de gemeenten. In deel 2 gaan we meer specifiek in op de gevolgde methode. In deel 3 presenteren en bespreken we per thema de antwoorden die resulteerden uit onze vragenlijst. Deel 4 omsluit een korte discussie over het verloop van het onderzoek. In deel 5 zetten we onze belangrijkste bevindingen op een rij en doen we suggesties naar verder onderzoek. 2

4 Dankwoord Bij het schrijven van deze thesis heb ik mogen rekenen op de hulp en steun van verschillende mensen. Op de eerste plaats wil ik mijn ouders bedanken om mij de mogelijkheid te geven om verder te studeren, mijn eigen weg te laten zoeken en er steeds voor mij te zijn. Uiteraard wil ik alle gemeenten bedanken die de moeite hebben genomen de vragenlijst die ik hen stuurde ter harte te nemen. Zonder hen zou er van een eindwerk geen sprake zijn. Daarnaast ben ik veel dank verschuldigd aan de personeelsleden van S-Plus die mij geholpen hebben bij het schrijven van dit eindwerk en altijd klaarstonden voor de vragen die ik had. Een speciale vermelding gaat naar Irene Van Humbeeck en Steven Vandenbroucke die mij het afgelopen jaar enorm gesteund en geholpen hebben. Ik wil eveneens mijn promotor Dr. Dominique Verté bedanken voor de hulp, goede raad en ondersteuning die nodig waren om dit eindwerk tot een goed resultaat te brengen. Ook ben ik Prof. Dr. Ponjaert - Kristoffersen zeer erkentelijk voor het kritisch lezen van deze eindverhandeling. Natuurlijk doet het tijdens dit werk van lange adem altijd eens deugd om met collega s te overleggen die in hetzelfde schuitje zitten. Greet, Marieke, Ilona, Ine, Karen, en alle anderen: bedankt voor de fijne babbels, de hulp tijdens de examens en dit eindwerk, de notities en samenvattingen en vooral de goede vriendschap van de afgelopen vier jaar. Zonder jullie zou mijn studiecarrière een pak zwaarder geweest zijn. Lachen, praten, luisteren, aanmoedigen, opvangen van paniekaanvallen, zorgen voor een leefbare ruimte, je engelengeduld Kris, woorden schieten tekort om te beschrijven hoeveel jij voor mij betekent. 3

5 Inhoudsopgave Samenvatting... 1 Beknopte inhoud... 2 Dankwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Inleiding... 7 Deel 1: Literatuurstudie Vergrijzing Decreten met betrekking tot ouderenbeleid Lokaal Sociaal Beleid Decreet Lokaal Sociaal Beleid Vlaams ouderenbeleid Decreet ouderenparticipatie Politieke participatie Seniorenadviesraden...16 Deel 2: Onderzoeksmethode Probleemstelling Onderzoeksdoelstellingen Planmatig beleid Personele omkadering en bevoegdheden Beleidsinitiatieven

6 2.2. Burgerlijke participatie Onderzoekstype Onderzoeksopzet Algemeen verloop Vragenlijst Onderzoekspopulatie Verwerking van de gegevens...21 Deel 3: Onderzoeksresultaten Invulling ouderenbeleid door lokaal bestuur: een planmatig beleid Personele ondersteuning en bevoegdheden Beleidsinitiatieven Wonen en omgeving Zorg Dienstverlening Veiligheid Toegankelijkheid Bereikbaarheid en mobiliteit Vrijwilligers Vrijetijd Burgerlijke participatie Beleidsparticipatie Seniorenadviesraad

7 Deel 4: Discussie Deel 5: Conclusie Literatuurlijst Bijlagen Bijlage Bijlage

8 Inleiding De ouderen van nu zijn niet meer de ouderen van vroeger (De Bruyn, 2004). Dit is de conclusie die getrokken kan worden uit de recente studie van Schoenmaekers en Breda (2004) waarin ze een overzicht geven van de evolutie van de leefsituatie van ouderen op tal van terreinen. Ouderen zijn gemiddeld gezonder dan vroeger. Ze leven steeds langer, zijn beter gehuisvest en opgeleid en hebben meer vrije tijd (Schoenmaekers & Breda, 2004). Dit heeft uiteraard ook implicaties op het beleid (De Bruyn, 2004). Het Vlaamse parlement keurde op 21 april 2004 het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen goed. Via dit decreet wil men de participatie van ouderen aan het lokale beleid stimuleren. Gemeenten op hun beurt worden gestimuleerd om een ouderenbeleidsplan op te stellen en om initiatieven te bevorderen, die inspraak van ouderen aan het beleid realiseren, zoals de seniorenadviesraden (Vlaamse regering, 2004). Via dit onderzoek willen we achterhalen wat er op dit moment voorhanden is aan ouderenbeleid in Vlaanderen. In deel 1 geven we een overzicht van de literatuur op het vlak van het Vlaams ouderenbeleid. We hebben getracht een duidelijk en overzichtelijk beeld te creëren van wat het ouderenbeleid kan inhouden. In deel 2 zetten we de gevolgde methode uiteen en in deel 3 presenteren en bespreken we de onderzoeksresultaten. Deel 4 omsluit een korte discussie over het verloop van het onderzoek en deel 5 ten slotte is de samenvattende conclusie. 7

9 Deel 1: Literatuurstudie In dit eerste deel proberen we de literatuur op vlak van ouderenbeleid op een overzichtelijke manier weer te geven. Eerst schetsen we het fenomeen van de vergrijzing binnen Vlaanderen. Met het oog op het uitstippelen van een ouderenbeleid zijn demografische gegevens immers van uitzonderlijk belang (Dooghe, Vanderleyden, & Van Mechelen, 1985). Onze aandacht gaat zowel uit naar de gegevens van de actuele situatie als naar prognoses voor de toekomst. In punt twee bespreken we twee decreten die betrekking hebben op het lokaal ouderenbeleid. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid en het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie. In punt drie gaan we dieper in op de politieke participatie, als onmisbaar gegeven binnen het ouderenbeleid. Hierbij omvat politieke of beleidsparticipatie zowel het rechtstreeks deelnemen aan de politiek, als het deelnemen aan activiteiten die gericht zijn op het beïnvloeden van de politieke besluitvorming (Schuyt, 1990). In het verlengde hiervan schenken we vervolgens aandacht aan het bestaan en de werking van seniorenadviesraden in de gemeenten. 1. Vergrijzing Vergrijzing is het fenomeen dat het aantal ouderen in onze samenleving voortdurend toeneemt, zowel in absolute cijfers, als in verhouding tot de rest van de bevolking (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, 2006). Het stijgend aantal ouderen houdt in dat mensen steeds langer leven. In 2000 telde Vlaanderen mensen van 65 jaar en ouder. Uit de voorspellingen van de Federale Overheidsdienst (FOD) blijkt dat dit aantal zal stijgen tot (+10.7%) in 2010, tot (+32.0%) in 2020 en tot (+58.7%) in 2030 (FOD, 2003). Tabel 1 geeft een overzicht weer van de veroudering van de bevolking in de periode Tabel 1: Bevolkings-vooruitzichten : veroudering van de bevolking, per leeftijdsgroep (FOD, 2003). Leeftijdscategorie Evolutie % % % % 100 en ouder % Er komen niet alleen meer oudere mensen, ze vormen ook een steeds groter aandeel van de bevolking. De oorzaak is eenvoudig: het aantal geboorten is in vergelijking met enkele decennia geleden fors teruggelopen (VVSG, 2006). 8

10 Dat ouderen een steeds groter aandeel vormen binnen de totale bevolking blijkt duidelijk uit de onderstaande bevolkings piramide. Het model heeft een zware top en een relatief smalle basis. Figuur 1: Structuur van de bevolking van het Vlaamse Gewest op 1 januari 2005, per leeftijdsgroep van 5 jaar (FOD, 2005). Begin 2005 maakten de 65-plussers 17,8% deel uit van de Vlaamse bevolking en volgens de ramingen zal hun aandeel in 2030 oplopen tot 25.9%. In 2030 zal dus meer dan één op vier Vlamingen 65 jaar of ouder zijn. Tabel 2: Bevolkingsvooruitzichten , per leeftijdsgroep, van het Vlaamse Gewest (FOD, 2003). Leeftijdscategorie jaar 22.9% 21.3% 20.1% 19.8% jaar 54.9% 54.3% 51.1% 47.4% jaar 5.3% 6.2% 7.0% 6.7% 65 jaar en ouder 16.9% 18.5% 21.6% 25.9% Tabel 2 toont aan dat de categorie ouderen in onze samenleving stelselmatig toeneemt en het aandeel jongeren daalt. We kunnen dus stellen dat de samenleving vergrijst en ontgroent (De Bruyn, 2004). Steeds meer mensen worden oud, zeer oud zelfs en tegelijk telt de globale bevolking steeds minder jongeren. Naast de ontgroening en de veroudering doet zich nog een ander fenomeen voor, met name de veroudering binnen de veroudering, of de sterke demografische toename van de vierde leeftijd. Grosso modo kunnen we stellen dat de levensverwachting van onze bevolking per jaar gemiddeld met een seizoen toeneemt (Demeester-De Meyer, 1994). Deze vergrijzing binnen de vergrijzing tekent zich almaar duidelijker af. Demografen hebben berekend dat het aantal 85-plussers verder zal stijgen tot In 1996 waren er in België plussers, in 2020 zullen er zijn, in (Vogels, 2004). Deze demografische verschuivingen kan men niet negeren en dienen door het beleid goed te worden opgevangen. Om een adequaat beleid te kunnen voeren is inzicht in de voortschrijdende vergrijzing noodzakelijk. Beleidsmaatregelen die nu worden getroffen hebben niet enkel repercussies op korte termijn, maar ook op middellange en lange termijn (Demeester-De Meyer, 1994). 9

11 2. Decreten met betrekking tot ouderenbeleid In België is de gemeente het bestuursniveau dat het dichtst bij de bevolking staat. Een gemeentebestuur kan veel doen om het leven van zijn inwoners, in het bijzonder ouderen, te veraangenamen. Er zijn een aantal decreten die de gemeente hierbij op weg kunnen helpen. Twee hiervan, met name het decreet Lokaal Sociaal Beleid en het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen, worden achtereenvolgens verder besproken Lokaal Sociaal Beleid Sedert 1994 vermeldt de Grondwet in artikel 23 de sociale grondrechten. Maar reeds veel vroeger, in 1976, werd de basis gelegd voor een actief lokaal beleid door de creatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, beter gekend als de OCMW s (De Rynck, 2000). Deze oprichting introduceerde een dubbele vernieuwing. Ten eerste werd er overgeschakeld van gunsten naar een afdwingbaar recht op dienstverlening en ten tweede werd de focus op armenzorg open getrokken naar een breder welzijnsperspectief voor elke burger. De beoogde hulp zou niet alleen van curatieve, maar ook van preventieve aard zijn en zowel materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aspecten betreffen (Baert, 1997). Artikel 1 van de OCMW-wet stelt de missie duidelijk: het recht op maatschappelijke dienstverlening, teneinde eenieder in staat te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (Belgisch Staatsblad, 1976). Uit deze twee artikelen (artikel 23 uit de Grondwet en artikel 1 van de OCMW-wet) vloeit de strategische missie van een lokaal sociaal beleid voort: aan iedere burger de mogelijkheid bieden tot een menswaardig bestaan, gekaderd binnen erkende grondrechten in onze samenleving en uitgewerkt op basis van een regelmatig bijgesteld inzicht in de basisbehoeften door een coherent lokaal beleid dat gebruik maakt van de meest aangepaste methodes en met oog voor de kerntaken van alle betrokken actoren (De Rynck, 2000, p 181). Onder alle betrokken actoren verstaan we het OCMW, de gemeente en de particuliere initiatieven. Lokaal sociaal beleid is zeer onderhevig aan tijd-ruimtelijke omstandigheden waarin het tot stand komt en gebruikt wordt (Lammertyn, 1990). Als het veld wijzigt, als problemen veranderen, als manieren van aanpakken wijzigen, dan is het niet zo eigenaardig dat de hele bestuurlijke organisatie ook tegen het licht wordt gehouden (De Rynck, in Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur, 2002). Lokaal sociaal beleid moet kunnen inspelen op een veranderende samenleving. Die veranderingen kunnen de uiting zijn van een autonoom proces, zoals de eerder beschreven demografische verschuivingen. Dit impliceert dat de spankracht van het lokaal sociaal beleid telkens opnieuw op de proef wordt gesteld en dat de uitgangspunten steeds opnieuw inhoud en vorm moeten worden gegeven (Sprinkhuizen, Vlaar, Engbersen & de Wild, 1998). 10

12 Decreet Lokaal Sociaal Beleid Op 3 maart 2004 keurde de Vlaamse Regering het decreet Lokaal Sociaal Beleid goed. Het decreet biedt een degelijk kader voor het uitbouwen van een geïntegreerd lokaal sociaal beleid. Dit lokaal sociaal beleid omvat alle acties die lokale actoren en besturen opzetten om de toegang van elke burger tot de economische, sociale en culturele rechten, zoals deze zijn vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, te verzekeren (Vlaamse Regering, 2004). De sociale dienst- en hulpverlening is vaak ondoorzichtig voor de burger en in het bijzonder voor de zwakkere burger die er vaak het meeste nood aan heeft. Dat maakt dat vele burgers hun weg niet meer vinden in het aanbod (VVSG, n.d.). Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid wil de Vlaamse Regering een samenhangend, efficiënt en democratisch sociaal beleid mogelijk maken (Van Braeckel, 2004). In een lokaal sociaal beleidsplan verklaren lokale besturen wat zij de volgende 6 jaar in hun sociaal beleid willen bereiken en welke concrete acties ze hiervoor zullen ondernemen. Gemeente en OCMW maken samen één beleidsplan op dat het lokaal sociaal beleid omvat. De visie die men formuleert moet geïntegreerd te zijn. Dit betekent dat het gaat om een visie op het gehele sociale beleid dat beide besturen voeren (VVSG, 2004). De Vlaamse Regering (2004) stelt samenwerking, planning, coördinatie en participatie als basisprincipes voor elke gemeente die een lokaal sociaal beleid wil voeren. Vervotte (2006), Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, somt de doelstellingen van het lokaal sociaal beleidsplan op, waarin deze vier principes verwerkt zijn. Vooreerst wil de Vlaamse Regering dat de verschillende vormen van dienstverlening meer op elkaar afgestemd worden. Op de tweede plaats tracht ze via het lokaal sociaal beleidsplan de lokale besturen een sterkere coördinerende rol te geven. Ten derde wil ze organisaties, doelgroepen en burgers meer kans tot participatie geven bij de ontwikkeling van het Lokaal Sociaal Beleid. Tenslotte, maar zeker niet in het minst, stelt de Vlaamse Regering zich tot doel om via het lokaal sociaal beleidsplan de burger vlotter zijn weg te laten vinden in een toegankelijke, klantvriendelijke en sociale dienstverlening. Om de beoogde doelgroep zo goed mogelijk te bereiken, voorziet het decreet de opening van een sociaal huis in elke Vlaamse gemeente. Hier kan elke burger terecht voor alle informatie in verband met welzijn, dienstverlening en de bestaande voorzieningen. De informatiefunctie zorgt ervoor dat alle info op één plaats samengebracht wordt (Van Braeckel, 2004). Begin 2006 maakte de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (2006) een analyse van het lokaal sociaal beleidsplan van 105 gemeenten. Hieruit kon geconcludeerd worden dat ouderenbeleid en ouderenzorg als beleidsthema het meest prominent aanwezig was. 11

13 2.2. Vlaams ouderenbeleid Vlaanderen heeft een sterk ontwikkelde welzijnssector die vooral vanaf de jaren zestig een hoge vlucht nam. De ambities van de (toen nog federale) overheid waren tijdens de golden sixties torenhoog, namelijk België ontwikkelen tot een verzorgingsstaat. In die periode werd de basis gelegd voor de huidige ouderenzorg. In Vogels, 2004, p13. De zorg voor het welzijn van de burgers, in het bijzonder van de meest kwetsbare groepen in de samenleving, behoort tot de wezenlijke taak van de overheid, zo stellen Dooghe et al. (1985). Ze merken op dat met het oog op een volwaardige integratie van de ouderen in de samenleving de voorkeur veeleer uit gaat naar een algemeen welzijnsbeleid, dat zich richt op de gehele bevolking, dan naar een specifiek categoriaal beleid, dat gericht is op één bepaalde doelgroep van de bevolking. Een categoriaal beleid, zo stellen Dooghe et al., houdt immers het gevaar in dat de groep tot wie men zich richt, geïsoleerd en gestigmatiseerd wordt waardoor het integratieproces in de maatschappij wordt tegengegaan. De overheid heeft als doel het ouderenbeleid op een meer planmatige wijze uit te bouwen om tot een coherent geheel en een grotere coördinatie te komen van de verschillende vormen van verzorging en dienstverlening. Een samenhangend en overzichtelijk geheel van maatregelen en dienstverleningsvormen komt uiteindelijk ook de gebruiker ervan ten goede. Versnippering leidt veelal tot onwetendheid bij degene die nood heeft aan hulp en heeft tot gevolg dat voorzieningen inadequaat op de behoeften zijn afgestemd (Dooghe et al, 1985). Dooghe et al. (1985) voegen daarbij dat samenwerking veronderstelt dat alle betrokken instanties die instaan voor verzorging en dienstverlening bereid zijn om mee te werken. Een eerste pijnpunt dat hierbij kan aangehaald worden is dat deze bereidheid veelal het opgeven van een stuk autonomie tot gevolg heeft. Een tweede pijnpunt is dat men al te vaak afhankelijk is van de vrijwillige medewerking van een aantal instellingen en verenigingen. Volgens Dooghe et al. beperken die vrijblijvendheid overleg en samenwerking. Dit kan funeste gevolgen hebben voor ouderen, bijvoorbeeld wanneer een verwijzing naar andere hulpverleningsdiensten nodig is. Met het decreet Lokaal Sociaal Beleid en het introduceren van het concept sociaal huis tracht de Vlaamse Regering hier aan tegemoet te komen Decreet ouderenparticipatie Net zoals op de andere beleidsniveaus of voor ander doelgroepenbeleid volstaat het niet een schepen van ouderenbeleid te hebben die enkel op zichzelf functioneert, maar gaat het erom dat er met senioren rekening gehouden wordt in alle thema s die door een lokaal bestuur behartigd worden. Het ouderenbeleid is in de eerste plaats een inclusief beleid, zo stellen Demeester (1994) en Vogels (2004). Dit houdt in dat het ouderenbeleid doorheen alle maatschappelijke instituties en voorzieningen loopt: huisvesting, gezondheid, arbeid, inkomen, openbaar vervoer, verkeer, milieu, ruimtelijke ordening, cultuur en ontspanning (Demeester, 1994). Immers, de evolutie van (hulpbehoevende) ouderen naar actieve jong-senioren en het inzicht dat een effectief beleid kan 12

14 worden ontwikkeld in samenspraak met en mits een actieve participatie van de betrokkenen, dwingen tot een actief ouderenbeleid ( Wetgeving in kortbestek, 2005). Idealiter houdt een inclusief ouderenbeleid in dat er op alle terreinen rekening gehouden wordt met de ouderen en derhalve niet enkel met ouderen die in een probleemsituatie verkeren ( Wetgeving in kortbestek, 2005). Op 21 april 2004 keurde het Vlaams parlement het decreet goed houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie. Via dit decreet wil de Vlaamse Regering onder andere de lokale participatie van ouderen aan het lokaal beleid stimuleren. Het lokaal bestuur (in het decreet omschreven als de gemeente) kan subsidies ontvangen voor het opstellen van een ouderenbeleidsplan en voor de initiatieven die de inspraak van ouderen aan het beleid realiseren (Verlinden, 2004). Om in aanmerking te komen voor deze subsidies moet het lokaal bestuur aan verschillende voorwaarden voldoen (Belgisch Staatsblad, 2004). - Het lokaal bestuur moet tweemaal per legislatuur een ouderenbeleidsplan opstellen en laten goedkeuren door de gemeenteraad. In dit ouderenbeleidsplan moet onder meer worden aangegeven welke initiatieven genomen worden om de inspraak van ouderen in het beleid te realiseren. Het ouderenbeleidsplan moet tevens deel uitmaken van het lokaal sociaal beleidsplan. Uit het onderzoek van de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten blijkt dat er in slechts 21% van de lokale besturen een seniorenbeleidsplan aanwezig of in opmaak is. Uit de bevraging bleek deze tendens zelfs significant. Dit betekent dat naarmate de gemeente groter is, de kans hoger is dat de gemeente een seniorenbeleidsplan heeft (Verlinden, 2004). - Er dient een schepen bevoegd te zijn voor ouderenbeleid. - Het lokaal bestuur moet een ouderenbeleidscoördinator aanduiden. Deze persoon wordt door het decreet omschreven als een terzake kundige en gevormde consulent die of personeelslid dat de ontwikkeling van een kwalitatief ouderenbeleid ondersteunt. Uit dezelfde bevraging van VVSG (2004) blijkt dat in bijna 33% van de gemeenten een seniorenconsulent of een ouderenbeleidscoördinator aanwezig is. Seniorenconsulenten combineren hun taak vaak met andere verantwoordelijkheden binnen het lokaal bestuur. Slechts 21% van de personen is voltijds tewerkgesteld als seniorenconsulent (Verlinden, 2004). Het takenpakket van de seniorenconsulent omvat bij de meerderheid van de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de agendabepaling en het verslag van de seniorenraad, alsook de inhoudelijke ondersteuning van de seniorenadviesraad. Daarbij vormt hij of zij het individueel aanspreekpunt voor het lokaal ouderenbeleid. - Verder moet het lokaal bestuur tijdens eenzelfde legislatuur tweemaal een voortgangsrapport bij de Vlaamse Regering indienen, over hoe de situatie evolueert, hoe groot de effecten zijn van bestaande maatregelen, de eventuele noodzakelijkheid van nieuwe maatregelen, enzoverder. 13

15 - Een volgende voorwaarde is de aanwezigheid van een ouderenadviesraad in de gemeente, die wat samenstelling betreft, een pluralistische afspiegeling is van de lokale ouderenbevolking. Op de werking van de seniorenadviesraden zal in een volgend punt verder worden ingegaan. - Het lokaal bestuur wordt geacht de deelname van ouderen aan andere lokale advies- en beheerraden van ouderenvoorzieningen te stimuleren. - Van het lokaal bestuur wordt ook verwacht dat het een afsprakennota opstelt en deze minstens eenmaal per legislatuur laat goedkeuren door de gemeenteraad. Een afsprakennota is een geschreven akkoord tussen gemeentebesturen en adviesraden waarin de inspraak- en participatieprocedures tussen het lokaal bestuur en de betrokken ouderen, instellingen en adviesraden worden vastgelegd. - Als laatste voorwaarde geldt dat particuliere verenigingen en instellingen dienen ondersteund te worden door het lokaal bestuur. Dit kan ofwel via een subsidiereglement voor een totaalbedrag dat minstens gelijk is aan 1 euro per oudere inwoner (60-plusser) ofwel via het gratis ter beschikking stellen van de gemeentelijke infrastructuur of andere instrumenten voor een tegenwaarde van minstens 1 euro per oudere inwoner. 1 Verlinden (2004) stelt dat dit een zware opdracht is. Door het gebrek aan voldoende subsidies, maar ook door de contradicties tussen het decreet lokaal sociaal beleid en het decreet ouderenparticipatie is het niet mogelijk om een lokaal ouderenbeleid op deze manier uit te werken. Zo verschillen de decreten onder andere door hun definitie van lokaal bestuur: waar in het decreet lokaal sociaal beleid gesproken wordt over gemeente én OCMW als lokaal bestuur, geldt in het decreet omtrent ouderenparticipatie enkel de gemeente als lokaal bestuur. Verlinden merkt wel op dat dit niet betekent dat er binnen de lokale besturen (gemeenten en OCMW s) geen ouderenbeleid aanwezig zou zijn. Ook beleidsnota s inzake ouderen onderkennen ondertussen het belang van de participatiegedachte. Er wordt gewezen op het belang om de ouderen op een actieve wijze in te schakelen in het maatschappelijke leven (Geerts & Messelis, 2000). Ook Delanghe (1994) stelt dat het beleid een volwaardig burgerschap voor alle ouderen moet nastreven, met name op vlak van arbeidsparticipatie, sociale participatie en beleidsparticipatie. Voor het lokale bestuur is participatie als interactief beleidsinstrument een manier om tot goede beleidsvoering te komen. Het verhoogt de effectiviteit, de efficiëntie en de kwaliteit van het beleid (Engelen & Sie Dhian Ho, 2004). Omdat dit eindwerk specifiek gaat over ouderenbeleid willen we ons beperken tot participatie aan het beleid. Het zou ons te ver leiden om binnen dit kader ook fenomenen als arbeidsparticipatie en sociale participatie van ouderen te bespreken. 1 De inwerkingtreding van het decreet omtrent ouderenparticipatie is verdaagd naar Lokale besturen zullen voor die datum geen subsidies krijgen voor het stimuleren van beleidsparticipatie van ouderen (VVSG, 2004). 14

16 3. Politieke participatie Gemeenten bevorderen burgerschap en participatie van mensen in politiek en bestuur. Mensen zien dat hun eigen belangen moeten afgewogen worden tegen het belang van de hele gemeenschap. [ ] In gemeenten zijn veel verenigingen actief rond allerlei lokale thema s. Zij dragen bij tot het sociaal kapitaal in onze samenleving: individuen worden burgers in een gemeenschap. In De Rynck, 2000, Inleiding. Literatuur wijst uit dat politieke participatie of beleidsparticipatie een ruim begrip is. Woerdman (1999) omschrijft politieke participatie als deelname aan besluitvorming, als activiteiten die burgers in staat stellen om besluitvormingsprocessen te beïnvloeden waar overheidsoptreden in het geding is of zou moeten zijn. Verschillende vormen zijn mogelijk, gaande van stemmen bij verkiezingen, actie voeren (bijvoorbeeld demonstreren, een belangengroep oprichten) tot het persoonlijk benaderen van politici (De Bruyn, 2004). Schuyt (1990) maakt hierbij nog een onderverdeling tussen het rechtstreeks deelnemen aan de politiek (waaronder het stemgedrag, lidmaatschap van een politieke partij en/ of het vervullen van een politiek mandaat) en het deelnemen aan activiteiten buiten het politiek apparaat die gericht zijn op het beïnvloeden van de politieke besluitvorming (zoals deelname aan belangenorganisaties, acties en demonstraties en deelname aan inspraak- een overlegorganen). Politieke beleidsparticipatie van senioren veronderstelt dat de twee belangrijkste actoren in het beleidsproces, met name de ouderen en de beleidsvoerders, voldoen aan een aantal vereisten. Zo moeten de beleidsvoerders bereid zijn om een burgergericht beleid te voeren (Verté, 2002, p 129). Verder verbinden Toelen en Decoster (1988) drie voorwaarden aan de politieke bereidheid om een dergelijk burgergericht beleid te voeren (Verté, 2002). - Op de eerste plaats moet er de wil zijn om als bestuur open te zijn en uit eigen beweging de hele bevolking systematisch in te lichten over wat het bestuur doet en wat het niet doet. - Ten tweede moet er de wil zijn om de burger ruime kansen te bieden om zijn ideeën en wensen over bestuurlijke plannen kenbaar te maken vóór de beslissingen genomen worden, evenals de bereidheid om daar in de uiteindelijke beslissing en uitvoering ernstig rekening mee te houden. - Als derde voorwaarde halen Toelen en Decoster (1988) aan dat er de wil moet zijn om de voorlichting niet uit te bouwen als een public relations of propaganda - voor dit bestuur en de inspraakinitiatieven niet politiek te misbruiken. Ook aan de burgers die politiek wensen te participeren worden zekere eisen gesteld. Zij moeten maatschappelijk bewust zijn en op een actieve en rationele wijze deelnemen aan het politieke leven (Delmartino en Wuyts, 1977). Het belang van ouderen en politiek is wederzijds. Enerzijds is politieke besluitvorming voor ouderen van belang. Heel wat beleidsbeslissingen hebben immers een impact op het leven van senioren (De Bruyn, 2004). Iecovich (2001) stelt zelfs dat de betrokkenheid en participatie van ouderen in de politiek de mate weerspiegelt waarin ouderen geïntegreerd zijn in de samenleving. 15

17 Anderzijds zijn ouderen van belang voor de politiek. Ze vormen een omvangrijke en groeiende groep, wat maakt dat men hen niet links kan laten liggen. Doordat ze een steeds groter deel uitmaken van het electoraat, vertegenwoordigen ze heel wat stemmen bij verkiezingen (De Bruyn, 2004) Seniorenadviesraden Senioren vormen een steeds grotere groep in de bevolking. Louter om kwantitatieve redenen is het dus al belangrijk deze groep inspraak in het gemeentelijk beleid te geven. In Westvlaams Overleg Adviesraden van Senioren, 1995, p13. Verté (2002) stelt dat de belangenverdediging van senioren vooral op het lokale niveau een vernieuwde dynamiek kent. Zo wordt het voor sommige beleidsvoerders duidelijk dat in de toekomst meer aandacht moet besteed worden aan de specifieke wensen en noden van ouderen. Ook organisaties van ouderen drukken de wens uit om bij de politieke besluitvormingsprocessen gehoord te worden. In vele gevallen zijn gemeentebesturen, daarbij gesteund door de lokale organisaties van ouderen, overgegaan tot het oprichten van een adviesraad voor senioren (Verté, 2002). Volgens Messelis (2004) hebben deze adviesraden vijf belangrijke functies. In de eerste plaats brengen ze advies uit aan het lokaal bestuur over alles wat tot hun werkterrein behoort. Een seniorenadviesraad adviseert over heel wat beleidsterreinen. Huisvesting, milieu, cultuur, verkeer ze hebben immers allen gevolgen voor het dagelijks leven van de senioren in de gemeente. Aangezien het adviseren de belangrijkste taak is van de seniorenadviesraad, mag er van de politici verwacht worden dat zij deze raad informeren over het gevolg dat aan het advies gegeven werd. Zeker indien het niet gevolgd werd, moet men dat motiveren (WOAS, 1995). Daarnaast vormt de adviesraad een spreekbuis en klankbord voor senioren. Hij zorgt voor informatie en voorlichting bij de andere senioren en staat in voor hun belangenbehartiging. Ten slotte vormt hij een overkoepeling van de verschillende ouderenorganisaties werkzaam in de gemeente. Uit een recente bevraging van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) is gebleken dat in reeds 80% van de gemeenten een seniorenraad aanwezig is. In de meeste Vlaamse gemeenten is er dus reeds enige vorm van participatie van ouderen aan het lokaal beleid. Bijna alle seniorenraden hebben meer dan één seniorenvereniging in de raad. In de meeste seniorenraden zetelen vertegenwoordigers van een organisatie of een groep van personen. Van de seniorenadviesraden die met vertegenwoordiging werken blijkt het grootste deel van de senioren lid te zijn van de KBG, het huidige OKRA. De tweede grootste groep van senioren in de seniorenadviesraad wordt gevormd door ouderen die als onafhankelijke zetelen (Verlinden, 2004). Het bestaan van een seniorenadviesraad of een analoog inspraakorgaan vormt echter nog geen garantie voor een effectieve belangenverdediging van ouderen in het gemeentelijk beleid (Verté, 1996). 16

18 Uit de bevraging van VVSG bleek het lokaal bestuur in de meeste gemeenten vertegenwoordigd in de raad. Slechts in 7% van de situaties is er niemand van het lokaal bestuur aanwezig (Verlinden, 2004). Het feit dat politici burgemeester, schepenen, OCMW-voorzitter, gemeente- of OCMWraadsleden rechtstreeks aanwezig zijn op de vergadering van de seniorenadviesraden heeft zowel voor- als nadelen (WOAS, 1995). Eén van de voordelen is dat men gemakkelijker toegang krijgt tot allerhande (actuele) informatie en op de hoogte wordt gehouden van alles wat de doelgroep aanbelangt. Een ander voordeel is dat het sneller duidelijk is welke weg een advies moet afleggen, wie men kan aanspreken, enzoverder. Bovendien maakt de aanwezigheid van politici dat de geformuleerde adviezen meer gewicht in de schaal leggen. Het Westvlaams Overleg Adviesraden van Senioren (WOAS, 1995) wijst echter ook op een aantal gevaren die verbonden zijn aan de directe aanwezigheid van politici. Zo bestaat het gevaar dat de seniorenadviesraad geassocieerd wordt met de politieke kleur van de beleidsmensen. Hierdoor kan wantrouwen ontstaan tegenover de raad. Ook kan een politieke vertegenwoordiger overwicht uitoefenen op de raad. Hij (of zij) heeft immers veel informatie en kent het reilen en zeilen van de gemeente. Het gevaar is dan ook niet denkbeeldig dat door zijn of haar loutere aanwezigheid de adviezen al in een bepaalde richting worden gestuurd. Op deze manier kan de raad minder gemakkelijk nagaan wat de eigen overtuiging is. Veel gemeenten hebben de goede gewoonte het werk van een adviesraad te ondersteunen. Dit kan door het geven van financiële middelen, maar heel wat raden worden ook ondersteund door een ambtenaar (WOAS, 1995). Uit de studie van VVSG bleek immers dat in 91% van de situaties de seniorenraad begeleid wordt door een ambtenaar van de gemeente of het OCMW (Verlinden, 2004). Naast het zorgen voor de continuïteit in de werking, is de ambtenaar vaak belast met de secretariaatswerkzaamheden (WOAS, 1995). In 1992 voerden Verté en Ponjaert-Kristoffersen een onderzoek uit omtrent het fenomeen van de seniorenadviesraden. Uit dit onderzoek blijken seniorenraden hoofdzakelijk samengesteld uit leden van gepensioneerdenorganisaties. Leden van andere organisaties werden bijna niet teruggevonden. En hoewel de seniorenpopulatie in hoofdzaak uit vrouwen bestaat, blijkt uit het onderzoek verder dat vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn. Als vrouwen lid zijn dan oefenen ze zelden een bestuursfunctie uit. Hieruit kan men concluderen dat politieke participatie in het lokale beleid voornamelijk een mannenaangelenheid is. Ook de beroepen die traditioneel uitgeoefend worden door personen met een hogere opleiding, werden zelden teruggevonden. Als algemeen besluit stellen Verté en Ponjaert-Kristoffersen (1992) dat ouderenadviesraden er tot op heden niet in slagen om belangrijke groepen in hun plaatselijk project van belangenverdediging te betrekken. 17

19 Deel 2: Onderzoeksmethode 1. Probleemstelling De samenleving vergrijst en ontgroent. Steeds meer mensen worden oud, zeer oud zelfs en tegelijk telt de globale bevolking steeds minder jongeren. Deze demografische verschuiving dient door het beleid goed opgevangen te worden. In België bestaan er verschillende beleidsniveaus. Het ouderenbeleid is geen federale bevoegdheid, maar is een materie waarvoor de Gemeenschappen bevoegd zijn. Op dit moment is er geen Vlaams minister voor ouderenbeleid, maar de portefeuille is wel aanwezig bij de welzijnsminister. Ook gemeenten zijn bevoegd voor het ouderenbeleid. Echter, indien hogere overheden iets regelen dan is een gemeentelijke verordening hieraan ondergeschikt. Een gemeente kan in dat geval enkel een aanvullend beleid organiseren. De gemeente is het bestuursniveau dat het dichtst bij de mensen staat. Ze kan veel doen om het leven van haar inwoners, in het bijzonder ouderen, te veraangenamen. 2. Onderzoeksdoelstellingen Vanuit de literatuur merken we dat het ouderenbeleid steeds evolueert. In dit onderzoek kunnen we echter niet alle tendensen met betrekking tot lokaal ouderenbeleid opsporen, en beperkten we ons tot onderstaande onderzoeksvragen Planmatig beleid Hoe geven de lokale besturen een invulling aan het lokaal ouderenbeleid? Voeren ze hierbij een planmatig beleid? Personele omkadering en bevoegdheden Welke personele ondersteuning met betrekking tot het ouderenbeleid bestaan er in de gemeente? Beleidsinitiatieven Welke beleidsinitiatieven neemt het lokale bestuur met betrekking tot de senioren in de gemeente? 2.2. Burgerlijke participatie Is er aandacht voor het beleid in samenspraak met de doelgroep? Is er met andere woorden sprake van burgerlijke participatie in de gemeente? Met dit onderzoek willen we via een wetenschappelijke vragenlijst komen tot een eerste inventarisatie van het gemeentelijk seniorenbeleid in Vlaanderen. 18

20 3. Onderzoekstype Dit onderzoek kunnen we categoriseren onder de noemer beschrijvend onderzoek (Baarda & De Goede, 2001). Het hoofddoel is immers te komen tot een beschrijving van kenmerken van het ouderenbeleid in de Vlaamse steden en gemeenten. Via beschrijvend onderzoek proberen we antwoord te krijgen op de open frequentieonderzoeksvragen die bevraagd werden door middel van een vragenlijst. 4. Onderzoeksopzet 4.1. Algemeen verloop In samenspraak met S-Plus vzw, seniorenvereniging van de Socialistische Mutualiteit en tevens de aanvrager van dit onderzoek, de Wetenschapswinkel en Dr. Dominique Verté werd de vraag van de opdrachtgever van dit onderzoek vertaald naar een wetenschappelijke vraagstelling en werden de probleemstelling en de onderzoeksopzet besproken. Nadien werden een aantal thema s gekozen waarvan we getracht hebben ze zo breed mogelijk te bevragen. Voor de keuze van deze thema s hebben we ons voornamelijk gebaseerd op de zes thema s die de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) op de voorgrond plaatst als belangrijke aandachtspunten voor een vitaal ouderenbeleid. We hebben gekozen voor het gebruik van postenquêtes. Zo is er geen vertekening van de interviewer, de sociale wenselijkheid wordt zo laag mogelijk gehouden en op deze manier hebben we op een goedkope wijze een zo groot mogelijk bereik. De antwoorden zijn eveneens onderling vergelijkbaar en lenen zich voor statistische verwerking (Billiet, 2003). Veel mensen blijken een hekel te hebben aan open vragen: ze slaan ze over of beantwoorden ze slechts kort (Baarda en De Goede, 2001). Dit was voor ons een reden om het aantal open vragen in de vragenlijst te minimaliseren. Bijkomend voordeel is, dat verkeerde interpretaties van de antwoorden beperkt blijven. Aangezien de respons bij postenquêtes lager ligt dan bij andere vormen van interviews, hebben we gebruik gemaakt van een variant op de Total Design Method (TDM) van Dillman om de respons te optimaliseren. Bij deze methode in zijn geheel worden er drie follow-up mailings voorzien: (1) na één week voor iedereen een voorgedrukte briefkaart met dank voor wie al geantwoord heeft en met een herinnering voor de anderen; (2) na drie tot vier weken een brief met een nieuwe vragenlijst ingesloten voor al degenen die nog niet antwoordden; (3) een aangetekende brief na zeven weken. (Billiet, 2003). Zoals vermeld kozen wij voor een variant op deze methode. Zo vond de eerste zending plaats op 22 november dagen later, op 6 december 2006 werd er een bedanking annex herinnering verstuurd en tenslotte volgde op 8 januari 2007 een tweede zending met een nieuwe vragenlijst ingesloten. De aangetekende brief lieten we vallen aangezien dat deze in sommige situaties een omgekeerd effect kan hebben (Billiet, 2003). Alle verzendingskosten (ook die van de respondenten) werden gedragen door S-Plus vzw. 19

21 4.2. Vragenlijst De volledige vragenlijst bevatte 59 vragen. Deze vindt u eveneens in bijlage (bijlage 2). De vragenlijst is opgesteld aan de hand van een aantal thema s die de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten naar voor schuift als belangrijke bouwstenen voor een lokaal seniorenbeleid. We stelden een gestandaardiseerde vragenlijst op om zo de antwoorden te bekomen op de onderzoeksvragen. Voor de onderzoeksvraag rond het planmatig beleid werd er enerzijds gepeild naar de personele ondersteuning van het ouderenbeleid vanuit het lokaal bestuur (vragen 2-14). Anderzijds werden er thema s in verband met beleidsinitiatieven bevraagd. Wonen (vragen 18-23), zorg (vraag 24), dienstverlening (vragen 25-27), veiligheid (vragen 28-31), toegankelijkheid (vraag 32), bereikbaarheid (vragen 33-34), vrijwilligers (vragen 36-39) en vrijetijd (vragen 40-43) kwamen aan bod. Voor de onderzoeksvraag rond burgerlijke participatie werd er gepeild naar beleidsparticipatie (vragen 15-17, 58-59) en het bestaan en de werking van de seniorenadviesraden in de gemeente (vragen 44-57). Per Vlaamse gemeente contacteerden we één persoon die het meest bevoegd is voor het ouderenbeleid van zijn gemeentebestuur om de vragenlijst in te vullen Onderzoekspopulatie Bij dit onderzoek werd geen steekproef getrokken. De onderzoekspopulatie omsluit de 308 Vlaamse gemeenten. Elke gemeente ontving een exemplaar van de postenquête. In totaal antwoordden 248 gemeentebesturen op de vragenlijst. Dit is maar liefst 80.5% van de Vlaamse gemeenten. Tabel 3 geeft weer hoeveel gemeenten de ingevulde vragenlijst terugstuurden, ingedeeld volgens het bewonersaantal in de gemeente per 1 juli Een lijst van gemeenten die deelnamen aan het onderzoek vindt u terug in bijlage (bijlage 1). Tabel 3: bewonersaantal in de gemeente per 1 juli 2006 Frequentie Procent Minder dan inwoners Van tot inwoners Van tot inwoners Meer dan inwoners Totaal

22 5. Verwerking van de gegevens De gegevensanalyse werd uitgevoerd met behulp van het softwareprogramma SPSS 14.0 (Statistical Package Social Sciences). De verzamelde data werden rechtstreeks ingevoerd in het programma. Als we uitspraken willen doen over de populatie, moeten we eerst weten hoe groot de kans is dat een gevonden verschil op toeval berust. Bij de verwerking van onze resultaten hebben we hiervoor gebruik gemaakt van de Chi-kwadraatprocedure. In deze procedure worden de celfrequenties (f cel ) vergeleken met de frequenties die gevonden worden op basis van toeval (e cel ). Een verschil is significant als de waarschijnlijkheid dat de verdeling op toeval berust, kleiner is dan 5% (Baarda en De Goede, 2001). 21

23 Deel 3: Onderzoeksresultaten In dit deel bespreken we de antwoorden die resulteerden uit de vragenlijsten. 248 van de 308 gemeenten antwoordden op de vragenlijst. Dit is een percentage van 80.2%. De bespreking van de resultaten gebeurt aan de hand van de onderzoeksvragen. Hoe vullen de lokale besturen het ouderenbeleid in? In welke mate wordt er een planmatig beleid gevoerd, wat bestaat er aan personele ondersteuning en bevoegdheden met betrekking tot ouderenbeleid? Welke beleidsinitiatieven worden er genomen? Hoe zit het met de burgerlijke participatie bij de lokale besturen? Is er aandacht voor het beleid in samenspraak met de doelgroep? 1. Invulling ouderenbeleid door lokaal bestuur: een planmatig beleid 1.1. Personele omkadering en bevoegdheden Uit een enquête van de Vlaamse Federatie van Socialistisch Gepensioneerden (V.F.S.G.) naar gemeentelijk seniorenbeleid bleek in 1996 nog maar 49.0% van de Vlaamse gemeenten te beschikken over een schepen specifiek voor ouderenbeleid. 10 jaar later geeft 62.9% van de bevraagde gemeenten aan een schepen specifiek bevoegd voor seniorenbeleid te hebben aangesteld. In de gemeenten waar er geen schepen specifiek bevoegd is voor het ouderenbeleid is deze taak veelal weggelegd voor de schepen van Welzijn/ Sociale Zaken (72.9%) of de burgemeester (13.5%). Eveneens stelden we vast dat het al dan niet beschikken over een schepen specifiek bevoegd voor seniorenbeleid niet afhangt van de grootte van de gemeente (Chi²=.187; df=3; p=.98). In 68.4% van de gemeenten is een seniorenambtenaar tewerkgesteld. Dit is een grote toename vergeleken bij de enquête die V.F.S.G. in 1996 hield. Toen zei 24.2% van de gemeenten een seniorenambtenaar in dienst te hebben. In 13.7% van de gemeenten waar geen seniorenambtenaar aanwezig is, zijn er plannen voor het creëren van deze functie in Maar liefst 83.3% van de gemeenten met meer dan inwoners hebben een seniorenambtenaar in dienst. Ook in de gemeenten met tot inwoners zegt 81.6% te beschikken over een seniorenambtenaar. In slechts 11.2% van alle gemeenten zijn seniorentaken de enige opdracht van deze ambtenaar. Hoe groter de gemeente, hoe vaker de ambtenaar enkel met seniorenzaken belast wordt (Chi²=32.02; df=3; p<.001). Iets meer dan de helft van de gemeenten met minder dan inwoners (52.3%) geeft aan (nog) niet te beschikken over een ambtenaar specifiek belast met seniorentaken. Het al dan niet aanwezig zijn van een seniorenambtenaar is afhankelijk van de grootte van de gemeente (Chi²=18.32; df=3; p<.001). Hoe groter de gemeente, hoe groter de kans dat er een seniorenambtenaar tewerkgesteld is. De gemeenten met minder dan inwoners hebben minder vaak dan verwacht een seniorenambtenaar in dienst. Uit onze resultaten blijkt dat er in 24.1% van de lokale besturen reeds een seniorenbeleidsplan aanwezig is. Dit percentage ligt niet beduidend hoger dan het percentage dat V.F.S.G. bekwam 22

24 met zijn enquête tien jaar geleden. Toen antwoordde 20.0% positief op de vraag naar het bestaan van een seniorenbeleidsplan in de gemeente (V.F.S.G., 1996). Voornamelijk de grotere gemeenten hebben vaker een seniorenbeleidsplan (58.3% van de gemeenten met meer dan inwoners). Verder stellen we vast dat naarmate een gemeente groter is, de kans groter is dat er een seniorenbeleidsplan opgesteld werd (Chi²=14.42; df=3; p=.002). Opvallend is dat de gemeenten met minder dan inwoners minder vaak dan verwacht over een seniorenbeleidsplan beschikken. 45.8% van de gemeenten hield bij de opstelling van het seniorenbeleidsplan rekening met het decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen. Iets meer dan de helft (51.1%) van de gemeenten waar nog geen seniorenbeleidsplan aanwezig is, heeft concrete plannen om er een op te stellen. Van de gemeentebesturen met minder dan inwoners geeft 12.5% aan dat er een seniorenbeleidsplan aanwezig is. 28.2% van de lokale besturen geeft aan dat een sociaal huis in de gemeente aanwezig is. 38.6% heeft concrete plannen voor het oprichten van een sociaal huis. Bijna allen (96.3%) geven aan deze plannen te willen realiseren voor eind In 50.0% van de gemeenten met meer dan inwoners is een sociaal huis aanwezig. Ook van de gemeenten met een inwonersaantal tussen en beschikt 45.0% over een sociaal huis. In de kleinste gemeenten wat inwonersaantallen betreft bestaat er in slechts 18.8% een sociaal huis. Toch merken we op dat de grootte van de gemeente geen invloed heeft op de aanwezigheid van een sociaal huis (Chi²=10.42; df=3; p=.108). In de gemeenten waar vooralsnog geen sociaal huis aanwezig is (71.8%), beschikt 53.5% wel over een dienst, een aanspreekpunt of een buurtloket waar senioren terecht kunnen met hun vragen. 35.2% van de gemeenten geeft een seniorengids uit. Deze gids kan aangewend worden om senioren te informeren over alles wat hen aanbelangt in de gemeente. 83.3% van de gemeenten met meer dan inwoners geven een seniorengids uit. Van de gemeenten met minder dan inwoners is dit 16.9%. Ook hier bestaat een significant verband tussen het al dan niet uitgeven van een seniorengids en het aantal inwoners per gemeente (Chi²=19.68; df=3; p<.001). Voornamelijk de grotere gemeentes (meer dan inwoners) geven vaker dan verwacht een seniorengids uit. 56.5% van de gemeenten voerde een seniorenbehoefteonderzoek uit. Op deze manier kan de gemeente te weten komen wat er leeft bij de ouderen in de gemeente. De behoefteonderzoeken werden het vaakst uitgevoerd in de grotere gemeenten. 85.7% van de gemeenten met aantal inwoners tussen de en voerden een behoefteonderzoek uit. Van de gemeenten met meer dan inwoners zegt 83.3% een seniorenbehoefteonderzoek te hebben uitgevoerd. In de kleinste gemeenten (minder dan inwoners) zegt 43.1% een seniorenbehoefteonderzoek te hebben uitgevoerd. Hoe meer inwoners een gemeente heeft, hoe groter de kans dat ze een seniorenbehoefteonderzoek opstartte (Chi²=18.73; df=3; p<.001). In 55.4% van de gemeenten heeft dit behoefteonderzoek de lokale overheid naar andere inzichten gebracht inzake de behoeften 23

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR?

LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR? LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR? WAT? Cijfers Aandachtspunten Wat kan je doen als lokaal bestuur? Regelgeving en initiatieven Project lokaal ouderenbeleid Cijfers Aantal 60-plussers

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN Januari 2010 Els Messelis & Gaby Jennes GEMEENTE:........................... PROVINCIE:........................... Inleiding en

Nadere informatie

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

3. Inspraak - Participatie aan het beleid kwaad berokkenen. Vaak is de zorgverlener zich dus niet bewust van de gevolgen van zijn handelingen (vandaar de be tussen haakjes). Voor Vlaanderen bestaat er een Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling.

Nadere informatie

Seniorenadviesraad Galmaarden

Seniorenadviesraad Galmaarden Seniorenadviesraad Galmaarden DE GEMEENTERAAD Gelet op het decreet van 7 december 2012 van de Vlaamse Regering houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang Titel I. Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2015-2020 Vlaamse Ouderenraad vzw 5 november 2014 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel Advies 2014/3 naar aanleiding

Nadere informatie

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Seniorenadviesraad Kampenhout 1 Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Structureren in 4 stappen : -Oprichting adviesraad - Behoefteonderzoek - Opmaak beleidsplan - Opvolging van het beleid Structureren

Nadere informatie

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN ARTIKEL 1: oprichting Op datum van 27 juni 1968 werd de Stedelijke Raad voor de Derde Leeftijd te Sint-Niklaas opgericht. Er is een hernieuwing van de statuten

Nadere informatie

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Dominique Verté, Nico De Witte, Liesbeth De Donder, Sarah Dury, An-Sofie Smetcoren, Dorien Brosens, Emily Verté, Sofie Van Regenmortel, Deborah

Nadere informatie

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker,

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker, Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL Uden, 1 februari 2012 Betreft: offerte interactief gemeentelijk ouderenbeleid Geachte meneer De Bekker, Naar aanleiding van

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

STATUTEN CULTUURRAAD

STATUTEN CULTUURRAAD STATUTEN CULTUURRAAD 1. DOELSTELLING Art.1 Het Decreet op het lokaal en geïntegreerd Cultuurbeleid van 12 juli 2001 bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak voor het cultuurbeleid een bevoegdheid

Nadere informatie

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Vergrijzing Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Robert Petit Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor de gemeentelijke beleidsvoerders die

Nadere informatie

Trefdag 6 mei 2019 Ouderen en lokaal beleid - inzetten op participatie Leeftijdsvriendelijke stad als project voor een ouderenraad in transitie

Trefdag 6 mei 2019 Ouderen en lokaal beleid - inzetten op participatie Leeftijdsvriendelijke stad als project voor een ouderenraad in transitie Trefdag 6 mei 2019 Ouderen en lokaal beleid - inzetten op participatie Leeftijdsvriendelijke stad als project voor een ouderenraad in transitie Agenda Stad in transitie Studie leeftijdsvriendelijke stad

Nadere informatie

Dienstencentra & ouderenverenigingen Van samenspraak naar samenwerking!

Dienstencentra & ouderenverenigingen Van samenspraak naar samenwerking! Dienstencentra & ouderenverenigingen Van samenspraak naar samenwerking! Doelstelling: Deze nota heeft als doel om het overleg en de samenwerking op gemeentelijk niveau tussen de lokale dienstencentra en

Nadere informatie

STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 :

STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 : STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 : Algemeen : Art. 1 : De zetel van de gemeentelijke ouderenadviesraad is gevestigd in het gemeentehuis. Doelstellingen : Art. 2 : De gemeentelijke

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD. Vlaamse Ouderenraad vzw 24 november 2010 Koloniënstraat bus Brussel

VLAAMSE OUDERENRAAD. Vlaamse Ouderenraad vzw 24 november 2010 Koloniënstraat bus Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2010/4 over de participatie van ouderen aan het lokaal ouderenbeleid met het oog op een in het vooruitzicht gestelde aanpassing van het decreet Vlaamse Ouderenraad vzw 24 november

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 januari 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 9/1 Welzijn. Ouderen. Vernieuwing van de statuten,

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) STATUTEN

GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) STATUTEN GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) Art. 1 - Taakomschrijving STATUTEN De Raad heeft een adviserende en een sensibiliserende taak. De adviserende taak omvat het verstrekken van advies

Nadere informatie

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Artikel 1 - Doelstellingen De stedelijke Ouderenadviesraad van Gent, hierna kortweg Seniorenraad genoemd en opgericht door de Gemeenteraad op 20 oktober 1992, is als

Nadere informatie

Seniorenadviesraad Gemeente Moorslede. STATUTEN

Seniorenadviesraad Gemeente Moorslede. STATUTEN Seniorenadviesraad Gemeente Moorslede. STATUTEN Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1 Bij elke legislatuur wordt er een gemeentelijke seniorenadviesraad samengesteld en erkend door het gemeentebestuur. De seniorenadviesraad

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad

14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad 14. Over de evaluatie van de werking van de ouderenadviesraad Elke gezonde organisatie of structuur stelt op regelmatige basis zichzelf de vraag: Zijn wij in feite wel goed bezig? Ook voor ouderenadviesraden

Nadere informatie

Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente

Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente VVSG internationaal Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente Arctic Circle Line Date International Tropic of Cancer Equator International

Nadere informatie

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN SPORTRAAD GLABBEEK STATUTEN Gelet op het decreet van 09.03.07 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk sportbeleid wordt te Glabbeek een gemeentelijke sportraad opgericht

Nadere informatie

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG GLABBEEK 2019-2025 Artikel 1 - Oprichting Het lokaal overleg kinderopvang is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van deze gemeentelijke adviesraad lokaal

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus VJR-20100511 Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus Inleiding De Vlaamse regering wil de lokale sectorale en thematische beleidsplannen, waaronder

Nadere informatie

Inspraak van ouderen in de maatschappij?

Inspraak van ouderen in de maatschappij? Inspraak van ouderen in de maatschappij? Cijfers uit de ouderenbehoefteonderzoeken: over ouderen en hun effectieve participatiegraad in lokaal beleid donderdag 19 mei 2011 Prof Dr. D. Verté L. De Donder,

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities BIJLAGE 3 Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) Het Lokaal Sociaal Beleid heeft als doel de sociale grondrechten voor iedereen te realiseren. Via de opmaak

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD. Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen. Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat bus Brussel

VLAAMSE OUDERENRAAD. Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen. Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat bus Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen Vlaamse Ouderenraad 25 maart 2009 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2009/1 Sport en Bewegen voor ouderen

Nadere informatie

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > > DE GEMEENTE: WAT, WAAR, HOE EN WAAROM? Simpel gezegd is een gemeente een stuk grondgebied met een eigen bestuur, dat verkozen is door en verantwoording aflegt

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE 1. Oprichting Art 1. Het lokaal overleg kinderopvang is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van deze gemeentelijke adviesraad

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD TE LICHTERVELDE Gelet op de eerdere oprichting van de gemeentelijke Culturele Raad in uitvoering van het decreet van 24 juli 1991 houdende organisatie van het

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 79 (1972-1973) - N 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1972-1973 1 MAART 1973 VOORSTEL VAN DECREET houdende inrichting en werking van de gemeentelijke culturele raden TOELICHTING

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

De organisatie van inspraak en beleidsadvies via advies- en beheersorganen in de vrijetijdssectoren

De organisatie van inspraak en beleidsadvies via advies- en beheersorganen in de vrijetijdssectoren De organisatie van inspraak en beleidsadvies via advies- en beheersorganen in de vrijetijdssectoren Lerend netwerk vrijetijdscoördinatoren Huis van het Nederlands, 8 november 2018 INHOUD Wettelijke referenties

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

Het Affligemse JeugdraadFundament

Het Affligemse JeugdraadFundament Het Affligemse JeugdraadFundament Statuten van de gemeentelijke jeugdraad Vastgesteld door de gemeenteraad tijdens de zitting van 11 juni 2013. Benaming en zetel Artikel 1. De jeugdraad van Affligem is

Nadere informatie

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij

Convenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. Stichting Welzijn De Meierij Convenant tussen Stichting Seniorenraad Meierijstad en Stichting Welzijn De Meierij 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Doelstelling Seniorenraad 4 A. Een bijdrage leveren aan integraal ouderenbeleid 4 B. Het bewaken

Nadere informatie

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening. De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2008; BESLUIT De Verordening cliëntenparticipatie

Nadere informatie

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013 Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013 Hoofdstuk 1: ERKENNING - ZETEL - DOEL Artikel 1: Het gemeentebestuur van Moorslede bevestigt de erkenning van de gemeentelijke jeugdraad Moorslede in uitvoering

Nadere informatie

Subsidie voor jeugdhuizen

Subsidie voor jeugdhuizen Subsidie voor jeugdhuizen Art. 1 De gemeente Pittem verleent binnen de perken van het terzake goedgekeurde begrotingskrediet een subsidie voor jeugdhuizen die voldoen aan de onder artikel 2 omschreven

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

Basistraject lokaal jeugdbeleid

Basistraject lokaal jeugdbeleid Basistraject lokaal jeugdbeleid Inhoud en competenties per basismodule Basismodule Ruimte op 23 september en 23 oktoberi 2014 (Brussel) Kinderen en jongeren mogen er zijn en ruimte innemen, letterlijk:

Nadere informatie

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 1. DOELSTELLING : ADVIES EN INSPRAAK BIJ HET LOKAAL CULTUURBELEID 1.1. Met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het

Nadere informatie

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat Toespraak van Sven Gatz Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat Brussel, Vlaams Parlement, 19 november 2014 Geachte voorzitter,

Nadere informatie

Statuten jeugdraad Glabbeek

Statuten jeugdraad Glabbeek Statuten jeugdraad Glabbeek 2018-2025 Algemeen Art 1. In de gemeente Glabbeek wordt een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en

Nadere informatie

NETWERK THUISZORG JAAROVERZICHT 2016

NETWERK THUISZORG JAAROVERZICHT 2016 NETWERK THUISZORG JAAROVERZICHT 2016 NETWERK THUISZORG De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten is als ledenvereniging van alle gemeente- en OCMW-besturen wellicht een vertrouwde organisatie. De VVSG

Nadere informatie

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling STATUTEN VAN DE SENIORENRAAD Artikel 1 De statuten van de gemeentelijke seniorenraad worden als volgt goedgekeurd : Oprichting zetel - status Artikel 1 Er wordt een gemeentelijke seniorenraad opgericht.

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum DE VLAAMSE

Nadere informatie

Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat.

Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat. BIJLAGE 6 VOORBEELD-STATUTEN Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat. ALGEMEEN Art. 1 Er wordt een gemeentelijke ouderenadviesraad opgericht en erkend onder de naam...

Nadere informatie

Toekomstgericht antwoord geven op de uitdagingen van de vergrijzing

Toekomstgericht antwoord geven op de uitdagingen van de vergrijzing Toekomstgericht antwoord geven op de uitdagingen van de vergrijzing Cijfers en feiten 2011: 1,86 miljoen 65 plussers 2020: 2,22 miljoen De volgende 10 jaar groeit de groep van 80-plussers tot bijna 577.000,

Nadere informatie

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Statuten gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur Verwijzing naar wettelijke basis Het decreet van 05/04/1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en de uitvoeringsreglementering. Doelstellingen In de gemeente is een gemeentelijke adviesraad

Nadere informatie

OKRA geeft Tussengas

OKRA geeft Tussengas ZILVERBOEK TUSSENGAS OKRA geeft Tussengas TUSSENGAS MAXIMAAL OPGEMAAKT DOOR : OKRA TREFPUNT LAARNE OKRA TREFPUNT KALKEN OKRA geeft Tussengas ZILVERBOEK TUSSENGAS Mei 2010 Aan het college van burgemeester

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Nadere informatie

KBO Zeeland. beleidsplan

KBO Zeeland. beleidsplan KBO Zeeland beleidsplan 2014-2018 Vroeger was er ook een jeugd van tegenwoordig. 1 Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3 2 Missie en opdracht 4 3 Strategische koers 5 4 Kerntaken 6 Belangenbehartiging Dienstverlening

Nadere informatie

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Opmaak jeugdbeleidsplan algemene richtlijnen

Opmaak jeugdbeleidsplan algemene richtlijnen Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Arenbergstraat 9 1000 Brussel T 02 553 42 45 F 02 553 42 39 www.sociaalcultureel.be sociaalcultureel@vlaanderen.be Nota aan het college van burgemeester

Nadere informatie

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken.

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken. Vragenlijst Lokaal Drugoverleg Inleiding Binnen de alcohol- en drugpreventiesector weten we dat een dynamisch lokaal drugoverleg een belangrijke basis en voorwaarde vormt om binnen de gemeente een werkbaar

Nadere informatie

Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXX houdende de erkenning en subsidiëring van milieu- en natuurverenigingen

Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXX houdende de erkenning en subsidiëring van milieu- en natuurverenigingen Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXX houdende de erkenning en subsidiëring van milieu- en natuuren Tabel met activiteiten KEUZEWIJZER Deze tabel geeft de invulling van de activiteiten

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN 1.OPRICHTING Er wordt te Kortenaken een lokaal overleg kinderopvang en onderwijs opgericht, dat als adviesgevend orgaan wordt erkend.

Nadere informatie

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN Advies 2018-18 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Modaliteiten

Nadere informatie

Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004

Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004 Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004 Februari 2005 Han Van den Kieboom Seniorenconsulente district Deurne Inhoudstabel Inhoudstabel 2 Inleiding 3 1 Dienstverlening 3 1.1 De aangepaste sociale

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

Statuten Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang 1

Statuten Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang 1 Gemeentelijke statuten Adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang Gemeente Brakel / Horebeke Hoofdstuk 1: oprichting Art.1 Er werd een adviesraad voor kinderopvang opgericht volgens het Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Brussel, 21 juni 2017 Nieuwe thema-analyse van Belfius Research Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting Het is voldoende bekend dat de vergrijzing een grote

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Naam, duur en zetel Artikel 1 1. Op 26 mei 1992 werd in de gemeente Beveren een adviesraad opgericht met als naam "Gemeentelijke Adviesraad voor

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Statuten van de Seniorenraad van de stad Zoutleeuw

Statuten van de Seniorenraad van de stad Zoutleeuw Oprichting Zetel Status Statuten van de Seniorenraad van de stad Zoutleeuw Artikel 1: Er wordt een gemeentelijke seniorenadviesraad opgericht. Hij wordt erkend onder de naam Seniorenraad. Artikel 2: De

Nadere informatie

Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten

Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten Artikel 1 : Oprichting adviesraad Er wordt een stedelijke adviesraad toegankelijkheid opgericht. Deze adviesraad is bevoegd alle materies te behandelen m.b.t.

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Handboek sportraden. Weet raad met je sportraad

Handboek sportraden. Weet raad met je sportraad Weet raad met je sportraad Dat kan eveneens een doorslaggevend argument zijn voor het moeilijk aantrekken van jongeren. Honoreren kan met een vrijwilligersvergoeding: ofwel terugbetaling van de werkelijke

Nadere informatie

STATUTEN. Statuten stedelijke jeugdraad Waregem. Gemeenteraad 14 januari Titel I Een inleidende omschrijving

STATUTEN. Statuten stedelijke jeugdraad Waregem. Gemeenteraad 14 januari Titel I Een inleidende omschrijving STATUTEN Gemeenteraad 14 januari 2014 Statuten stedelijke jeugdraad Waregem Titel I Een inleidende omschrijving De stedelijke jeugdraad van Waregem is het parlement waar jongeren, met interesse voor het

Nadere informatie

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid 25 Integratie OCMWgemeente: bouwen aan vertrouwen en een sterker beleid Ellen Dierckx Coördinator dienstencentrum tewerkstelling den travoo OCMW Balen Achtergrond Aanleiding: KHK-onderzoek 2007 leefomstandigheden

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/039 1 BERAADSLAGING NR. 07/013 VAN 6 MAART 2007, GEWIJZIGD OP 2 OKTOBER 2007, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE INKOMENDE GRENSARBEIDERS DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van het OCMW van MESEN Markt 1 8957 Mesen Geïntegreerd inspectieverslag POD MI Inspectiedienst POD MI MESEN/RMID-SCP/2017 Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag Geachte Voorzitter, Hierbij

Nadere informatie

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP STAD BRUGGE MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDING STATUTEN STEDELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP ARTIKEL 1: De Stedelijke Raad voor Personen met een Handicap heeft als doel: 1. A. op te treden als volwaardig

Nadere informatie

Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg

Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Ipsos Public Affairs 24/06/2013 1 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2015/6 naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van Europa over de rechten van ouderen Vlaamse Ouderenraad vzw 16 december 2015 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

Omzendbrief W/2014/01

Omzendbrief W/2014/01 Omzendbrief W/2014/01 Omzendbrief betreffende de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie Martelaarsplein 7, 1000 Brussel Tel.

Nadere informatie

Organiek reglement voor de stedelijke cultuurraad Beringen ( )

Organiek reglement voor de stedelijke cultuurraad Beringen ( ) Organiek reglement voor de stedelijke cultuurraad Beringen (16-06-2014) 1. DOELSTELLING 1.1. Het Decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak

Nadere informatie

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen die door het gemeentebestuur

Nadere informatie

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? INLEIDING Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd in 1999

Nadere informatie

40 jaar Vlaams parlement

40 jaar Vlaams parlement Hugo Vanderstraeten 40 kaarsjes eenheidsstaat of een unitaire staat: één land met één parlement en één regering. De wetten van dat parlement golden voor alle Belgen. In de loop van de 20ste eeuw hadden

Nadere informatie

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering

Nadere informatie