Emotron VFX 2.0 Frequentieregelaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Emotron VFX 2.0 Frequentieregelaar"

Transcriptie

1 Emotron VFX 2.0 Frequentieregelaar Gebruiksaanwijzing Nederlands

2 Frequentieregelaar VFX2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Software versie 4.0x Documentnummer: Uitgave: r2 Datum van uitgifte: Copyright Emotron AB Emotron behoudt zich het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificaties en illustraties in de tekst te wijzigen. De inhoud van dit document mag niet worden gekopieerd zonder de uitdrukkelijke toestemming van Emotron AB.

3 H

4 Veiligheidsinstructies Gebruiksaanwijzing Lees eerst deze gebruiksaanwijzing door! Werken met de frequentieregelaar (FO) Installatie, inbedrijfstelling, demontage, metingen,etc., van of aan de FO mogen alleen worden uitgevoerd door technisch gekwalificeerd personeel. De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen. Frequentieregelaar (FO) openen WAARSCHUWING: Schakel altijd de netspanning uit voordat u de FO opent en wacht minimaal 5 minuten om de tussenkringcondensatoren de tijd te geven om zich te ontladen. Neem altijd adequate voorzorgsmaatregelen voordat de FO geopend wordt. Hoewel de aansluitingen voor de stuursignalen en de schakelaars geïsoleerd zijn ten opzichte van de netspanning, mag de controlprint niet worden aangeraakt wanneer de FO is ingeschakeld. Te nemen voorzorgsmaatregelen bij een aangesloten motor Als er werkzaamheden aan een aangesloten motor of de aangedreven machine moeten worden uitgevoerd, moet de netspanning altijd eerst afgekoppeld worden van de FO. Wacht minimaal 5 minuten voordat u met de heden begint. Aarding De FO dient altijd te worden geaard via de veiligheidsaarde op de netspanningsingang. Aardlekstroom Deze FO heeft een aardlekstroom die hoger ligt dan 3.5 ma AC of 10 ma DC. De minimale grootte van de veiligheidsaardgeleider moet daarom voldoen aan de lokaal geldende veiligheidsregels voor apparatuur met hoge lekstroom. Compatibiliteit aardlek beveiligingsschakelaar (RCD) De FO veroorzaakt een DC-stroom in de veiligheidsgeleider. Als gebruik wordt gemaakt van een aardlek beveiligingsschakelaar (RCD) als beveiliging bij direct of indirect contact, is alleen een RCD van het type B toegestaan aan de voedingszijde van dit product. Pas minimaal een 300 ma type toe. EMC-voorschriften Om aan de EMC-richtlijnen te voldoen, dienen de installatievoorschriften strikt te worden nageleefd. Alle installatiebeschrijvingen in deze handleiding volgen de EMC-richtlijn. Keuze van de netspanning De FO is geschikt voor gebruik met de onderstaande spanningen. Instellen van de netspanning is niet nodig! V V V V Spanningstest (Megger) Voer geen spanningstests (met een Megger) uit op de motor voordat alle motorkabels zijn losgekoppeld van de FO. Condensvorming Als de FO wordt verplaatst van een koude (opslag-)ruimte naar een ruimte waar deze zal worden geïnstalleerd, kan condensvorming optreden. Hierdoor kunnen gevoelige componenten vochtig worden. Sluit de netspanning niet aan voordat al het zichtbare vocht verdampt is. Onjuiste aansluiting De FO is niet beveiligd tegen onjuiste aansluiting van de netspanning en met name de aansluiting op de motoruitgangen U, V en W. De FO kan hierdoor beschadigd raken. Condensatoren voor blindstroomcompensatie Verwijder alle condensatoren van zowel de motor als de motoruitgang. Voorzorgsmaatregelen tijdens Autoreset Wanneer de automatische reset actief is, zal de motor automatisch herstarten, mits de oorzaak van de trip is opgeheven. Neem indien nodig gepaste voorzorgsmaatregelen. Transport Om beschadigingen te voorkomen, dient u de frequentieregelaar tijdens het transport in zijn originele verpakking te bewaren. Deze verpakking is speciaal ontworpen om schokken tijdens het transport te absorberen. Emotron AB r2

5 IT-netvoeding De FO s kunnen eenvoudig worden aangesloten op ITnetvoeding (niet-geaarde nulleider). Neem voor nadere informatie contact op met uw leverancier. Waarschuwing hete onderdelen Let op: bepaalde onderdelen van de FO worden erg warm. Restpanning tussenkring WAARSCHUWING: Nadat de netvoeding is uitgeschakeld, kan er nog steeds een gevaarlijke spanning in de FO aanwezig zijn. Als u de FO openmaakt bij installatie en/of inbedrijfstelling, wacht dan minimaal 5 minuten. Bij storingen moet u de tussenkring laten controleren door een gekwalificeerd technicus of een uur wachten voordat u de FO voor reparatie opent. Emotron AB r2

6 Inhoud 1. Inleiding Levering en uitpakken Gebruik van deze gebruiks-aanwijzing Typenummer Normen Productnorm voor EMC Ontmanteling en verschrotting Afdanken van oude elektrische en elektronische apparatuur Woordenlijst Afkortingen en symbolen Definities Monteren Hefinstructies Stand-alone apparaten Koeling Montageschema s Montage in kast Koeling Montageschema s Installatie Vóór installatie Kabelaansluitingen Motorkabels Voedingsspanningskabels Kabelspecificaties Striplengtes Grootte van kabels en zekeringen Aandraaimoment voor voedingsspannings- en motorkabels Motor- en voedingsspanningskabels aansluiten Thermische beveiliging op de motor Parallel geschakelde motoren Besturingsaansluitingen Controlprint Stuurstroomaansluitingen Aansluitvoorbeeld Configuratie analoge ingangen op controlprint Aansluiten van de stuursignalen Kabels Typen stuursignalen Afscherming Aansluiting aan één of twee uiteinden? Stroomsignalen ((0)4-20 ma) Getwiste kabels Aansluiten van opties Aan de slag Voedingsspannings- en motorkabels aansluiten Voedingsspanningskabels Motorkabels Stuurkabels aansluiten De functietoetsen gebruiken Externe bediening De netvoeding inschakelen De motorgegevens instellen De FO activeren Lokale bediening De netvoeding inschakelen Handmatige bediening selecteren De motorgegevens instellen Een referentiewaarde invoeren De FO activeren Toepassingen Toepassingsoverzicht Kranen Brekers Molens Mixers Hoofdfuncties Parametersets Eén motor en één parameterset Eén motor en twee parametersets Twee motoren en twee parametersets Autoreset bij trip Referentieprioriteit Preset-referenties Externe bedieningsfuncties Uitvoeren van een Motor ID-Run Gebruik van het bedienpaneelgeheugen Lastmonitor en procesbe-veiliging [400] Lastmonitor [410] EMC- en machinerichtlijn EMC-normen Stopcategorieën en noodstop Bediening via het bedienpaneel Algemeen Het bedienpaneel De display Indicaties op de display LED-indicatoren Bedieningstoetsen De Toggle- en Lokaal/Ext.-toets Functietoetsen De menustructuur Het hoofdmenu Programmeren tijdens bedrijf Waarden in een menu bewerken Programmeervoorbeeld Emotron AB r2 1

7 10. Seriële communicatie Parameterset Motorgegevens Start- and stopcommando s Referentiesignaal Beschrijving van de -formaten Functiebeschrijving Resolutie van instellingen Startvenster [100] e Regel [110] e Regel [120] Hoofdinstellingen [200] Bedrijf [210] Extern signaal Niveau/Flank [21A] Motor Data [220] Motorbeveiliging [230] Parametersetkeuze [240] Autoreset-trips/trip-condities [250] Seriële communicatie [260] Proces- en applicatieparameters [300] Referentiewaarde instellen/bekijken [310] Procesinstellingen [320] Start/Stop-instellingen [330] Mechanische remregeling Toerental [340] Koppels [350] Preset referenties [360] Toerentalregeling PI [370] PID-processturing [380] Pompregeling [390] CRIO-optie [3A0] Lastmonitor en procesbeveiliging [400] Lastmonitor [410] Procesbeveiliging [420] I/O s en virtuele verbindingen [500] Analoge ingangen [510] Digitale ingangen [520] Analoge uitgangen [530] Digitale uitgangen [540] Relais [550] Virtuele verbindingen [560] Logische functies en timers [600] Comparators [610] Logische uitgang Y [620] Logische uitgang Z [630] Timer1 [640] Timer2 [650] Bedrijf/status weergeven [700] Bedrijf [710] Status [720] Opgeslagen waarden [730] Tripgeheugen bekijken [800] Tripmeldingslog [810] Tripmeldingen [820] - [890] Reset tripgeheugen [8A0] System Data [900] Inverter [920] Problemen oplossen, diagnose en onderhoud Trips, waarschuwingen en limieten Triptoestanden, oorzaken en oplossingen Technisch gekwalificeerd personeel Frequentieregelaar openen Te nemen voorzorgsmaatregelen bij een aangesloten motor Autoreset-trip Onderhoud Opties Beschermingsklasse IP Opties voor het bedienpaneel EmoSoftCom Remchopper I/O-print Uitgangsspoelen Seriële communicatie en veldbus Standby-voedingsoptie SafeStop-optie CRIO-optiekaart Encoder PTC/PT Technische gegevens Elektrische specificaties per model Algemene elektrische specificaties Werking bij hogere temperaturen Afmetingen en gewichten Omgevingscondities Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels Stuursignalen Menulijst Index Emotron AB r2

8 1. Inleiding De Emotron VFX is bedoeld voor het regelen van toerental en koppel van standaard asynchrone elektrische 3- fasemotoren. De FO is voorzien van een geavanceerde vectorregeling, die gebruik maakt van ingebouwde DSP, wat de regelaar de mogelijkheid biedt om zelfs bij zeer lage toerentallen hoogdynamische prestaties te leveren zonder feedback-signalen van de motor te gebruiken. Daarom is de FO ontwikkeld voor gebruik in hoogdynamische toepassingen waar een hoog koppel bij lage toerentallen en nauwkeurigheid bij hoge toerentallen vereist zijn. Bij eenvoudigere toepassingen, zoals ventilatoren of pompen, biedt de VFX-vectorregeling een aantal andere grote voordelen, zoals ongevoeligheid voor storingen in de netvoeding of belastingsschokken. LET OP: Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat begonnen wordt met de installatie en aansluiting van of het werken met de FO. De volgende symbolen kunnen in deze gebruiksaanwijzing voorkomen. Lees deze altijd eerst, voordat u doorgaat: LET OP: Extra informatie als ondersteuning om problemen te voorkomen.! VOORZICHTIG: Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot storingen in of schade aan de frequentieregelaar. WAARSCHUWING: Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot ernstig letsel voor de gebruiker en ernstige schade aan de FO. Gebruikers Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor: installateurs onderhoudspersoneel operators reparateurs Motoren De FO is geschikt voor gebruik met standaard asynchrone 3- fasemotoren. Onder bepaalde omstandigheden kunnen andere soorten motoren worden gebruikt. Neem contact op met uw leverancier voor nadere informatie. 1.1 Levering en uitpakken Controleer op zichtbare beschadigingen. Neem in geval van schade onmiddellijk contact op met uw leverancier. Installeer de FO niet als er schade geconstateerd is. De FO s worden afgeleverd met een sjabloon voor het positioneren van de bevestigingsgaten op een plat oppervlak. Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn en of het typenummer correct is. 1.2 Gebruik van deze gebruiksaanwijzing Binnen deze gebruiksaanwijzing wordt de afkorting "FO" gebruikt om de complete frequentieregelaar als zodanig aan te duiden. Controleer of het softwareversienummer op de eerste pagina van deze gebruiksaanwijzing overeenkomt met de softwareversie in de FO. Met behulp van de index en de inhoudsopgave kunnen alle functies snel gevonden worden met informatie over het gebruik en de instelling ervan. De Quick Setup Card kan in een deur van de kast worden opgeborgen, zodat deze in geval van nood gemakkelijk toegankelijk is. 1.3 Typenummer Fig. 1 geeft een voorbeeld van de typecode-nummering die wordt toegepast op alle FO s. Met dit codenummer kan het exacte type FO worden bepaald. Deze identificatie is nodig voor type-afhankelijk informatie bij montage en installatie. Het codenummer staat op het productlabel op de voorkant van de eenheid. VFX C E B S T A V C E P N A Fig. 1 Positie Typenummer 1 Type FO 2 Netspanning 3 Configuratie Nominale stroom (A) continu 4 Beschermingsklasse 5 Bedienpaneel 6 EMC-optie FDU VFX 40=400 V netspanning 48=400 V netspanning 50=500 V netspanning -003=2.5 A =1500 A 20=IP20 54=IP54 =Blanco BP C=Standaard BP E=Standaard-EMC F=Uitgebreide EMC I=IT-Net Emotron AB r2 Inleiding 3

9 Positie Configuratie WAARSCHUWING: In een huishoudelijke omgeving kan dit product radiostoring 7 Rem-chopper-optie =Geen Remchopper veroorzaken waartegen wellicht adequate B=Rem maatregelen moeten worden getroffen. D=DC-interface 8 Stand-by-voedingsoptie 9 SafeStop-optie 10 Merklabel 11 Gelakte printen, optie -=Geen SBS S=SBS ingebouwd =Geen SafeStop T=SafeStop ingeb. =Geen lak V=Gelakte printen 12 Optiepositie 1 N=Geen optie 13 Optiepositie 2 C=Kraan I/O E=Encoder 14 Optiepositie 3 P=PTC/PT100 I=Uitgebreide I/O 15 Optiepositie, communicatie 16 Softwaretype N=Geen optie D=DeviceNet P=Profibus S=RS232/485!! VOORZICHTIG: De standaard FO voldoet aan categorie C3 en is niet bedoeld voor gebruikt in een openbaar laagspanningsnetwerk dat huishoudens bedient. In dergelijke netwerken valt radiostoring te verwachten. Neem voor aanvullende maatregelen contact op met uw leverancier. VOORZICHTIG: Om volledig te voldoen aan de normen die genoemd worden in de Verklaring van de Fabrikant (ANNEX IIB verklaring), moeten de installatieaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing letterlijk worden opgevolgd. 1.4 Normen De FO s die in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven, voldoen aan de normen zoals genoemd in Tabel 1. Met betrekking tot de verklaringen van overeenstemming en de fabrikantenverklaring kunt u voor meer informatie contact opnemen met uw leverancier of kijken op Productnorm voor EMC Productnorm EN(IEC) , tweede editie uit 2004 definieert de: De 2e omgeving (Standaard-EMC) omvat alle andere ruimten. Categorie C2: Power Drive System (PDS) oftewel regelbaar elektrisch aandrijfsysteem met nominale spanning van<1.000 V dat geen insteekbaar of verplaatsbaar apparaat is en waarvan, bij gebruik in de eerste omgeving, de instalatie en inbedrijfstelling alleen door technisch gekwalificeerd personeel mogen worden uitgevoerd. Categorie C3: PDS met nominale spanning van <1.000 V, bedoeld voor gebruik in de tweede omgeving en niet bedoeld voor gebruik in de eerste omgeving. Categorie C4: PDS met nominale spanning van V of hoger of een nominale stroom van 400 A of hoger of bedoeld voor gebruik in complexe systemen in de tweede omgeving. De FO voldoet aan de productnorm EN(IEC) :2004 (Iedere soort kabel met metalen afscherming mag gebruikt worden). De standaard FO voldoet aan de eisen conform categorie C3. 4 Inleiding Emotron AB r2

10 Tabel 1 Normen Europese Alles Markt Norm Beschrijving Machinerichtlijn EMC-richtlijn Laagspanningsrichtlijn AEEA-richtlijn EN EN A11 2e omgeving EN50178 (<90 A) EN ( 90 A) IEC /37/EEG 89/336/EEG (amendementen 91/263/EEG, 92/31/EEG, 93/68/EEG) 73/23/EEG (amendement 93/68/EEG) 2002/96/EG Russisch GOST R Voor alle modellen. Veiligheid van machines - Elektrische uitrusting van machines Deel 1: Algemene vereisten. Machinerichtlijn: Fabrikantenverklaring conform Bijlage IIB Elektrisch aangedreven systemen met regelbaar toerental Deel 3: EMC-eisen en specifieke testmethodes. EMC-richtlijn: Verklaring van overeenstemming en CE-markering Elektronische apparatuur voor gebruik in sterkstroominstallaties. Laagspanningsrichlijn: Verklaring van Conformiteit en CE-markering Elektrisch aangedreven systemen met regelbaar toerental Deel 5-1. Veiligheidseisen Elektrisch, thermisch en energie. Laagspanningsrichtlijn: Verklaring van overeenstemming en CE-markering Classificatie van omgevingscondities. Luchtkwaliteit chemische dampen, tijdens bedrijf. Chemische gassen 3C1, vaste deeltjes 3 S2. Optioneel met gelakte printen Tijdens bedrijf. Chemische gassen Klasse 3C2, vaste deeltjes 3S2. Emotron AB r2 Inleiding 5

11 1.5 Ontmanteling en verschrotting De behuizingen van de FO s zijn gemaakt van recycleerbaar materiaal, zoals aluminium, ijzer en kunststof. Iedere regelaar bevat een aantal componenten waarvoor een speciale behandeling vereist is, bijvoorbeeld elektrolytische condensatoren. De printplaten bevatten kleine hoeveelheden tin en lood. Aan alle plaatselijke of nationale bepalingen die gelden voor de verwijdering en recycling van deze materialen dient te worden voldaan Afdanken van oude elektrische en elektronische apparatuur Deze informatie is van toepassing binnen de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelsystemen. Dit symbool op het product of de verpakking ervan geeft aan dat het product moet worden verwerkt conform de AEEA-richtlijn. Het moet naar het juiste inzamelpunt worden gebracht voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Door ervoor te zorgen dat het product op correcte wijze wordt afgedankt, draagt u bij aan het voorkomen van potentieel negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid, die zouden voortvloeien uit een onjuiste afvalverwerking van dit product. De recycling van materiaal draagt bij aan het in stand houden van natuurlijke hulpbronnen. Neem voor nadere informatie over de recycling van dit product contact op met uw lokale distributeur van het product of ga naar onze homepage: Woordenlijst Afkortingen en symbolen In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende afkortingen gebruikt: Tabel 2 DSP FO BP Int Lang Afkorting/ symbool Afkortingen Beschrijving Digitale signaalprocessor Frequentieregelaar Bedienpaneel, de programmeer- en presentatie-eenheid van de FO Communicatieformaat Communicatieformaat Communicatieformaat Communicatieformaat Functies kunnen tijdens de Run-modus niet gewijzigd worden Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities voor stroom, koppel en frequentie gebruikt: Tabel 3 Definities Naam Beschrijving Eenheid I IN Nominale ingangsstroom van FO A, RMS I NOM Nominale uitgangsstroom van FO A, RMS I MOT Nominale motorstroom A, RMS P NOM Nominaal vermogen van FO kw P MOT Motorvermogen kw T NOM Nominaal motorkoppel Nm T MOT Motorkoppel Nm f OUT Uitgangsfrequentie van FO Hz f MOT Nominale motorfrequentie Hz n MOT Nominaal motortoerental rpm I CL Maximale uitgangsstroom gedurende 60 s A, RMS Toerental Actueel motortoerental rpm Koppel Werkelijk motorkoppel Nm Sync-toerental Synchroon toerental van de motor rpm 6 Inleiding Emotron AB r2

12 2. Monteren In dit hoofdstuk wordt de montage van de FO beschreven. Wij adviseren om vóór de montage eerst de installatie te ontwerpen. Zorg ervoor dat de FO geschikt is voor de montagelocatie. De montageplaats moet het gewicht van de FO kunnen dragen. Wordt de FO doorlopend blootgesteld aan trillingen en/ of schokken? Overweeg dan het gebruik van een trillingsdemper. Controleer de omgevingscondities, vermogens, benodigde koellucht, compatibiliteit van de motor enz. Bepaal hoe de FO wordt gehesen en vervoerd. Aanbevolen voor FO-modellen -300 tot en met-1500 * * * 2.1 Hefinstructies Let op: Om persoonlijk letsel en schade aan de eenheid tijdens het heffen te voorkomen, adviseren wij om de hieronder beschreven hefmethodes te gebruiken. Aanbevolen voor FO-modellen -090 tot en met -250 Last: 56 t/m 74 kg Fig. 3 Verwijder de dakplaat (G t/m K). * A DETAIL A Fig. 4 Verwijder dakunit Fig. 2 Hijsen FO-model -090 tot en met -250 (E en F) Emotron AB r2 Monteren 7

13 2.2 Stand-alone apparaten De FO moet in verticale positie worden gemonteerd tegen een vlak oppervlak. Gebruik het (bij de FO geleverde) sjabloon om de plaats van de bevestigingsgaten af te tekenen. Fig. 6 Montage FO modellen 003 t/m 250 (X1 t/m F) Koeling Fig. 6 toont de minimale vrije ruimte die rond de FO voor de modellen 003 t/m 250 vereist is om een adequate koeling te kunnen garanderen. Omdat de ventilatoren de lucht van onder naar boven blazen, verdient het geen aanbeveling een luchtinlaat direct boven een luchtuitlaat te plaatsen. De volgende minimale afstanden dienen te worden aangehouden tussen twee FO s, een FO en een wand zonder afvoer: Fig. 5 Lifting VSD model -300 to Tabel 4 FO-FO (mm) FOwand (mm) Montage en koeling a b c d a b c d LET OP: Als een model (G t/m K) tussen twee muren wordt geplaatst, moet aan beide zijden een minimale afstand van 200 mm worden aangehouden. 8 Monteren Emotron AB r2

14 2.2.2 Montageschema s ,75 128,5 10 Ø 13 (2x) 7,5 Ø 13 (2x) Ø 7 (4x) ,5 273 Ø 7 (4x) 176 Fig. 7 FO-modellen (X1) Fig. 9 FO-modellen (S2) Externe interface Wartels M20 Wartels M20 Externe interface Wartels M32 M25 M32 Fig. 8 Kabelinterface voor netvoeding, motor en communicatie, FO-modellen (X1) Fig. 10 Kabelinterface voor netvoeding, motor en communicatie, FO-modellen (S2). Emotron AB r2 Monteren 9

15 Ø 7 (4x) Ø 13 (2x) Wartels M60 22, Ø9(6x) 284, ,50 922, Ø16(3) Fig. 13 FO-modellen inclusief kabelinterface voor netvoeding, motor en communicatie (E) Fig. 11 FO-modellen (X2) Wartels M20 Externe interface Wartels M40 Fig. 12 Kabelinterface voor netvoeding, motor en communicatie, FO-modellen (X2). 10 Monteren Emotron AB r2

16 Kabelafmetingen mm LET OP: Voor modellen (J t/m K) moet de genoemde hoeveelheid luchtstroom gelijk worden verdeeld over de twee kasten Montageschema s Ø9(x6) 344, ,50 922,50 Ø16(3x) Fig. 14 FO-modellen inclusief kabelinterface voor netvoeding, motor en communicatie (F) 2.3 Montage in kast Koeling Als de FO in een kast wordt gemonteerd, moet rekening worden gehouden met de snelheid van de luchtstroom die wordt geleverd door de koelventilatoren Fig. 15 FO-modellen 300 t/m 500 (G en H) Tabel 5 Luchstroomsnelheden koelventilatoren VFX Model Luchtstroomsnelheid [m 3 /uur] k Emotron AB r2 Monteren 11

17 Fig. 16 FO-modellen 600 t/m 750 (I) Fig. 17 FO-modellen 860 t/m 1000 (J) Monteren Emotron AB r2

18 Fig. 18 FO-modellen 120 t/m 1500 (K) 600 Emotron AB r2 Monteren 13

19 14 Monteren Emotron AB r2

20 3. Installatie De beschrijving van de installatie in dit hoofdstuk voldoet aan de EMC-normen en de machinerichtlijn. Selecteer kabeltype en -afscherming conform de EMCvoorschriften zoals die van toepassing zijn voor de omgeving waarin de FO wordt geïnstalleerd. 3.1 Vóór installatie Lees voorafgaand aan de installatie de volgende checklijst door en denk goed na over uw toepassing. Externe of interne besturing. Lange motorkabels (>100 m). Parallel geschakelde motoren. Functies. Geschikt FO-formaat in verhouding tot de motor/ toepassing. Monteer apart geleverde optieprints volgens de instructies in de betreffende optiehandleiding. Als de FO vóór aansluiting tijdelijk wordt opgeslagen, dient u de technische gegevens te raadplegen voor de omgevingscondities. Als de FO wordt verplaatst van een koude opslagruimte naar de ruimte waar hij geïnstalleerd moet worden, kan zich condens op de FO vormen. Laat de FO volledig acclimatiseren en wacht tot alle zichtbare condens is verdampt alvorens de netspanning aan te sluiten. 3.2 Kabelaansluitingen Motorkabels Om te voldoen aan de EMC-emissienormen is de FO voorzien van een RFI-netspanningsfilter. De motorkabels moeten ook zijn afgeschermd en aangesloten aan beide zijden. Op deze wijze wordt een zogenaamde "Kooi van Faraday" gevormd rond de FO, de motorkabels en de motor. De RFI-stromen worden nu teruggeleid naar hun bron (de IGBT s), zodat het systeem binnen de emissienormen blijft. Aanbevelingen voor het kiezen van motorkabels Gebruik afgeschermde kabels volgens de specificatie in Tabel 7. Gebruik een symmetrische, afgeschermde kabel; drie fasegeleiders en een concentrische of anderszins symmetrische PE-geleider en een afscherming. Als de conductiviteit van de kabelafscherming <50% bedraagt van de conductiviteit van de fasegeleider, is een aparte PE-geleider nodig. Gebruik hittebestendige kabels, +60 C of hoger. Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel 42, pagina 160. Houd de motorkabel tussen FO en de motor zo kort mogelijk. De afscherming moet met een groot contactoppervlak van liefst 360 zijn aangesloten en altijd aan beide uiteinden, op de motorbehuizing en de FO-behuizing. Wanneer er gelakte bevestigingsplaten worden gebruikt, kan de lak worden weggehaald om een zo groot mogelijk contactoppervlak te verkrijgen op alle bevestigingspunten, zoals zadelklemmen en de blootgelegde kabelafscherming. Het is niet voldoende om alleen te vertrouwen op de verbinding die door middel van de schroefdraad wordt gemaakt. LET OP: Het is belangrijk dat de motorbehuizing hetzelfde aardpotentiaal heeft als andere onderdelen van de machine. De litze-draadverbinding is alleen nodig als de bevestigingsplaat is voorzien van een laklaag. Alle FO s hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom geschikt voor montage op een ongelakte bevestigingsplaat. Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en W - W. L1 L2 L3 PE DC DC R U V W - + Fig. 19 OPTIE Schakelaars tussen de motor en de FO Als de motorkabels moeten worden onderbroken door werkschakelaars, uitgangsspoelen etc., is het noodzakelijk dat de afscherming wordt voortgezet door middel van een metalen behuizing, metalen bevestigingsplaten etc., zoals getoond in Fig. 21. Fig. 22 toont een voorbeeld zonder gebruik van een metalen bevestigingsplaat (bijvoorbeeld als IP54-FO s worden gebruikt). Het is belangrijk om de "stroomkring" gesloten te houden door gebruik te maken van een metalen behuizing en wartels. Emotron AB r2 Installatie 15

21 FO ingebouwd in kast RFI-Filter (optie) Netvoeding FO Motor Metalen wartels Litze Uitgangsspoel (optie) Afgeschermde kabels Afschermen van signaalkabels Afschermen van motorkabel Fig. 20 Afschermen van kabels voor modellen Let met name op de volgende punten: Indien er lak moet worden verwijderd, moeten er maatregelen worden genomen om latere corrosie te voorkomen. Breng, nadat de verbindingen zijn gemaakt, opnieuw lak aan! De bevestiging van de gehele behuizing van de FO dient over een zo groot mogelijk oppervlak elektrisch te worden verbonden met de bevestigingsplaat. Hiertoe dient de lak te worden verwijderd. Een andere methode is het verbinden van de behuizing van de FO met de bevestigingsplaat door middel van een zo kort mogelijk stuk litze-draad. Probeer onderbrekingen in de afscherming zoveel mogelijk te vermijden. Als de frequentieregelaar in een standaardkast wordt geplaatst, moet de interne bedrading voldoen aan de EMC-norm. Fig. 21 toont een voorbeeld van een FO die in een kast is ingebouwd. Netvoeding (L1,L2,L3,PE) Metalen wartel Remweerstand (optie) Fig. 21 FO op een bevestigingsplaat in een kast Metalen connectorbehuizing Motor Fig. 22 toont een voorbeeld zonder gebruik van een metalen bevestigingsplaat (bijvoorbeeld als IP54-FO s worden gebruikt). Het is belangrijk om de "stroomkring" gesloten te houden door gebruik te maken van een metalen behuizing en wartels. RFI-Filter Netvoeding FO Motor Metalen wartels Afgeschermde kabels Metalen behuizing Rem weerstand (optie) Ongelakte bevestigingsplaat Uitgangsspoelen (optie) Metalen connectorbehuizing Metalen wartel Motor Netvoeding Fig. 22 Frequentieregelaar als stand-alone 16 Installatie Emotron AB r2

22 Plaatsing van motorkabels Houd de motorkabels zo ver mogelijk uit de buurt van andere kabels, met name stuursignalen. De minimale afstand tussen motorkabels en besturingskabels is 30 cm. Laat de motorkabels niet parallel lopen aan andere kabels. De stuurstroomkabels moeten andere kabels kruisen onder een hoek van 90. Lange motorkabels Als de verbinding naar de motor langer is dan 100 m (40 m voor modellen ), is het mogelijk dat de capacitieve stroompieken bij overstroom een trip veroorzaken. Het gebruik van uitgangsspoelen kan dit voorkomen. Neem contact op met uw leverancier voor de juiste spoelen. Het gebruik van schakelaars in motorkabels Het verdient geen aanbeveling schakelaars in de motoraansluitingen te gebruiken. Wanneer dit echter onvermijdelijk is (bijv. bij noodschakelaars of werkschakelaars), dient u de schakelaar alleen te gebruiken als de stroom nul is. Als dit niet gedaan wordt, kan de FO trippen als gevolg van stroompieken Voedingsspanningskabels Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen. Aanbevelingen voor het kiezen van voedingsspanningskabels Om aan EMC te voldoen, moeten afgeschermde voedingsspanningskabels worden gebruikt. Gebruik hittebestendige kabels, +60 C of hoger. Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig de lokale voorschriften en de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel 42, pagina 160. De litze-draadverbinding is alleen nodig als de bevestigingsplaat is voorzien van een laklaag. Alle FO s hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom geschikt voor montage op een ongelakte bevestigingsplaat. Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 23. De Frequentieregelaar is standaard voorzien van een ingebouwd EMC netfilter volgens Categorie C3 en voldoet voor de 2de omgeving. Fig. 23 Netspannings- en motoraansluitingen Tabel 6 L1,L2,L3 PE U, V, W (DC-),DC+,R OPTIE L1 L2 L3 PE DC DC R U V W - + Netspannings- en motoraansluiting Netvoeding, 3-fase Veiligheidsaarde (beveiligde aarde) Motoraarde Motoruitgang, 3-fase Remweerstand, tussenkringaansluitingen (optioneel) LET OP: De aansluitklemmen voor remweerstanden en tussenkringaansluitingen worden alleen gemonteerd als de remchopper-optie is ingebouwd. WAARSCHUWING: De remweerstand moet zijn aangesloten tussen aansluitklemmen DC+ en R. WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen werken, moet de aarde van de netvoeding worden verbonden met PE en de aarde van de motor met. Emotron AB r2 Installatie 17

23 3.3 Kabelspecificaties Tabel 7 Kabelspecificaties Kabel Kabelspecificatie Grootte van kabels en zekeringen Raadpleeg het hoofdstuk Technische gegevens, sectie 14.6, pagina 160 Netvoeding Motor Stuur Stroomkabel, geschikt voor vaste installatie voor de gebruikte spanning. Symmetrische, drieaderige kabel met concentrische beschermingsdraad (PE) of een vieraderige kabel met compacte laagimpedante concentrische afscherming voor de gebruikte spanning. Besturingskabel met laagimpedante afscherming, afgeschermd Aandraaimoment voor voedingsspannings- en motorkabels Tabel 9 Model 003 t/m Aandraaimoment, Nm 0, ,5 3,2 3.4 Striplengtes Fig. 24 toont de aanbevolen striplengtes voor motor- en voedingsspanningskabels. Tabel 8 Model Striplengtes voor voedingsspannings- en motorkabels Voedingsspanningskabel a (mm) b (mm) a (mm) Motorkabel b (mm) c (mm) Tabel 10 Model 090 t/m 109 Remchopper Voeding/motor Blok, mm Kabeldiameter, mm Aandraaimoment, Nm Tabel 11 Model 146 t/m 175 Remchopper Voeding/motor Blok, mm Kabeldiameter, mm Aandraaimoment, Nm Tabel 12 Model 210 t/m 250 Remchopper Voeding/motor Blok, mm Kabeldiameter, mm Aandraaimoment, Nm Voedingsspannning Motor Fig. 24 Striplengtes voor kabels (06-F45-cables only) 18 Installatie Emotron AB r2

24 3.5 Motor- en voedingsspanningskabels aansluiten FO-modellen 090 t/m 250 Om de aansluiting van grote of stugge motor- en voedingsspanningskabels op FO-model te vereenvoudigen, kan de kabelinterface worden verwijderd. L1 L2 L3 PE PE U V W Kabelinterface Fig. 25 Aansluiting van motor- en voedingsspanningskabels 1. Verwijder de kabelinterface van de behuizing. 2. Leid de kabels door de wartels. 3. Strip de kabel volgens Tabel Sluit de kabel aan en zet deze vast in de klem. 5. Plaats de kabelinterface terug en zet deze vast met de bouten. FO-modellen 300 t/m 1500 Fig. 26 Aansluiting van motor- en voedingsspanningskabels De FO types 300 tot en met 1500 zijn voorzien van Klöckner Moeller K3x240/4 vermogensklemmen. Voor alle type bedrading die wordt aangesloten bedraagt de striplengte 32 mm. Emotron AB r2 Installatie 19

25 3.6 Thermische beveiliging op de motor Standaardmotoren zijn normaal uitgerust met een interne ventilator. De koelingscapaciteit van deze ingebouwde ventilator is afhankelijk van de frequentie van de motor. Bij een lage frequentie zal de koelingscapaciteit voor nominale belastingen onvoldoende zijn. Neem contact op met de leverancier van de motor voor de koelingseigenschappen van de motor bij lage frequentie. WAARSCHUWING: Afhankelijk van de koelingseigenschappen, de toepassing, het toerental en de belasting kan het noodzakelijk zijn om geforceerde koeling voor de motor toe te passen. Motorthermistoren bieden een betere thermische beveiliging voor de motor. Afhankelijk van het ingebouwde type motorthermistor kan de optionele PTC-ingang worden gebruikt. De motorthermistor geeft een thermische beveiliging onafhankelijk van het toerental van de motor, en daarmee ook van het toerental van de motorventilator. Zie de functies, Motor I 2 t Type [231] en Motor I 2 t I [232]. 3.7 Parallel geschakelde motoren Het parallel schakelen van motoren is alleen mogelijk zolang de totale stroom de nominale waarde van de FO niet overschrijdt. Bij het instellen van de motorgegevens moet met het volgende rekening worden gehouden: Menu [221] Motor Spann: Menu [222] Motor Freq: Menu [223] Motor Verm: Menu [224] Motor Stroom: Menu [225] Motor RPM: Menu [227] Motor Cos PHI: De parallel geschakelde motoren moeten dezelfde motorspanning hebben. De parallel geschakelde motoren moeten dezelfde motorfrequentie hebben. Voer de totale motorvermogenswaarden in voor de parallel geschakelde motoren. Voer de totale stoom in voor de parallel geschakelde motoren. Voer het gemiddelde toerental in voor de parallel geschakelde motoren. Voer de gemiddelde Cos PHI-waarde in voor de parallel geschakelde motoren. LET OP: De assen van de parallelle motoren moeten fysiek zijn verbonden voor de juiste koppel- en toerentalregeling. 20 Installatie Emotron AB r2

26 4. Besturingsaansluitingen 4.1 Controlprint Fig. 27 toont de indeling van de controlprint waarop zich de onderdelen bevinden die voor de gebruiker het meest van belang zijn. Hoewel de controlprint galvanisch geïsoleerd is ten opzichte van de netvoeding, is het uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan om veranderingen aan te brengen terwijl de netvoeding aan staat! WAARSCHUWING: Schakel voordat u de stuursignalen aansluit of de stand van de schakelaars verandert altijd de netspanning uit en wacht minimaal 5 minuten om de tussenkringcondensatoren te laten ontladen. X5 X6 X7 X4 Opties Communicatie X8 Stuursignalen Bedienpaneel Schakelaars S1 S2 S3 S4 I U I U I U I U Relaisuitgangen X X X3 Fig. 27 Indeling controlprint Emotron AB r2 Besturingsaansluitingen 21

27 4.2 Stuurstroomaansluitingen De klemmenstrook voor het aansluiten van de stuursignalen is bereikbaar na het openen van het frontpaneel. In de tabel vindt u de standaardfuncties van de signalen. De in- en uitgangen zijn programmeerbaar voor andere functies, zoals beschreven in hoofdstuk 11. pagina 53. Zie voor signaalspecificaties hoofdstuk 14. pagina 155. Tabel 13 Aansluitklem Aansluitklem Stuursignalen 41 N/C 2 Naam 42 COM 2 43 N/O 2 Functie (standaard) Relais 1-uitgang Run, actief als FO is gestart LET OP: De maximale gecombineerde belasting voor de uitgangen 11, 20 en 21 is 100 ma. 51 COM 3 Relais 3-uitgang 52 N/O 3 Uit Tabel 13 Stuursignalen Naam Functie (standaard) LET OP: N/C is geopend als het relais actief is en N/O is gesloten als het relais actief is. Uitgangen V +10 VDC voedingsspanning 6-10 V -10 VDC voedingsspanning 7 Massa Signaalaarde V +24 VDC voedingsspanning 12 Massa Signaalaarde 15 Massa Signaalaarde Digitale ingangen 8 DigIn 1 RunL (linksom) 9 DigIn 2 RunR (rechtsom) 10 DigIn 3 Uit 16 DigIn 4 Uit 17 DigIn 5 Uit 18 DigIn 6 Uit 19 DigIn 7 Uit 22 DigIn 8 RESET Digitale uitgangen 20 DigOut 1 Bereid 21 DigOut 2 Rem Analoge ingangen 2 AnIn 1 Proces Ref 3 AnIn 2 Uit 4 AnIn 3 Uit 5 AnIn 4 Uit Analoge uitgangen 13 Toerental Van min toeren naar max toeren 14 Koppel Van 0 tot max. koppel Relaisuitgangen 31 N/C 1 Relais 2-uitgang 32 COM 1 Trip, geactiveerd als de FO in een 33 N/O 1 TRIP-toestand is 22 Besturingsaansluitingen Emotron AB r2

28 4.3 Aansluitvoorbeeld Fig. 28 geeft een totaaloverzicht van een FOaansluitvoorbeeld. Alternatief voor Potentiometer sturing V 4-20 ma L1 L2 L3 PE RFIfilter Optie +10 VDC AnIn 1 AnIn 2 AnIn 3 Massa AnIn 4 AnOut 1-10 VDC AnOut 2 Massa DigOut 1 DigIn 1:RunL* DigOut 2 DigIn 2:RunR* DigIn3 +24 VDC Relais1 Massa DigIn 4 DigIn 5 DigIn 6 Relais2 DigIn 7 DigIn 8:Reset* U V W DC+ R Motor Relais RESET LOC/ REM PREV NEXT ESC PC/FBO Opties ENTER Veldbusoptie of pc Optieprint *Standaard Fig. 28 Aansluitvoorbeeld NG_06-F27 Emotron AB r2 Besturingsaansluitingen 23

29 4.4 Configuratie analoge ingangen op controlprint Schakelaars S1 t/m S4 worden gebruikt voor het instellen van de ingangsconfiguratie voor de 4 analoge ingangen AnIn1, AnIn2, AnIn3 en AnIn4 volgens Tabel 14. Zie Fig. 27 voor de plaatsing van de schakelaars. Tabel 14 Schakelaarinstellingen 4.5 Aansluiten van de stuursignalen Kabels De standaard stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor flexibele draad tot 1,5 mm 2 en voor massieve draad tot 2,5 mm 2. Ingang Type Schakelaar Spanning S1 AnIn1 Stroom (standaard) S1 I U I U AnIn2 Spanning Stroom (standaard) S2 S2 I I U U AnIn3 Spanning Stroom (standaard) S3 S3 I I U U AnIn4 Spanning Stroom (standaard) S4 S4 I I U U LET OP: Schaling en offset van AnIn1 - AnIn4 kan via de software geconfigureerd worden. Zie menu s [512], [515], [518] en [51B] in sectie 11.6, pagina 112. LET OP: De 2 analoge uitgangen AnOut1 en AnOut 2 kunnen via de software geconfigureerd worden. Zie menu [530] sectie , pagina 112 Control signals Fig. 29 Aansluiten van de stuursignalen LET OP: De afscherming van stuursignaalkabels is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de niveaus voor immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn (beperkt het stoorniveau). LET OP: Besturingskabels moeten worden gescheiden van motor- en voedingsspanningskabels. 24 Besturingsaansluitingen Emotron AB r2

30 4.5.2 Typen stuursignalen Maak altijd een onderscheid tussen de verschillende typen signalen. Gebruik, omdat de verschillende typen signalen elkaar kunnen beïnvloeden, een aparte kabel voor elk type. Dit is vaak praktischer, omdat bijvoorbeeld de kabel van een druksensor direct verbonden kan zijn met de FO. De volgende typen stuursignalen kunnen worden onderscheiden: Analoge ingangen Spannings- of stroomsignalen, (0-10 V, 0/4-20 ma) normaal gesproken gebruikt als stuursignalen voor toerental, koppel en PID-feedbacksignalen. Analoge uitgangen Spannings- of stroomsignalen (0-10 V, 0/4-20 ma) die langzaam of slechts sporadisch van waarde veranderen. Over het algemeen zijn dit stuur- of meetsignalen. Digitaal Spannings- of stroomsignalen (0-10 V, V, 0/4-20 ma) die slechts twee waarden kunnen hebben (hoog of laag) en slechts sporadisch van waarde veranderen. Data Gewoonlijk spanningssignalen (0-5 V, 0-10 V) die snel en met een hoge frequentie veranderen, over het algemeen gegevenssignalen zoals RS232, RS485, Profibus etc. Relais Relaiscontacten (0-250 VAC) kunnen hooginductieve belastingen schakelen (hulprelais, lamp, klep, rem, etc.) Afscherming Voor alle signaalkabels geldt dat de beste resultaten worden verkregen als de afscherming aan beide uiteinden aangesloten is. aan de kant van de FO en bij de bron (bijv. PLC of computer). Zie Fig. 30. Wij adviseren met nadruk om de signaalkabels met netvoedings- en motorkabels te laten kruisen in een hoek van 90. Laat de signaalkabel niet parallel lopen aan de netvoedings- en motorkabel Aansluiting aan één of twee uiteinden? In principe moeten de maatregelen voor de motorkabels ook worden toegepast op alle stuursignaalkabels, in overeenstemming met de EMC-richtlijnen. Voor alle signaalkabels genoemd in sectie geldt dat de beste resultaten worden verkregen als de afscherming aan beide uiteinden aangesloten is. Zie Fig. 30. LET OP: Elke installatie moet zorgvuldig worden gecontroleerd vóór het treffen van de juiste EMCmaatregelen. Controlprint Druksen sor (voorbeeld ) Signaaltype Maximale kabelgrootte Aandraaimoment Kabeltype Analoog Digitaal Data Relais Vaste kabel: 0,14-2,5 mm 2 Flexibele kabel: 0,14-1,5 mm 2 Kabel met adereindhuls: 0,25-1,5 mm Nm Afgeschermd Afgeschermd Afgeschermd Niet afgeschermd Voorbeeld: De relaisuitgang van een FO die een hulprelais aanstuurt, kan op het moment van schakelen een bron van interferentie (emissie) vormen voor een meetsignaal van bijvoorbeeld een druksensor. Daarom is het raadzaam om bedrading en afscherming van elkaar te scheiden om storingen te beperken. Externe besturing (bijv. in metalen behuizing) Bedieningsconsole Fig. 30 Elektromagnetische (EM) afscherming van stuursignaalkabels. Emotron AB r2 Besturingsaansluitingen 25

31 4.5.5 Stroomsignalen ((0)4-20 ma) Een stroomsignaal zoals (0)4-20 ma is minder gevoelig voor storingen dan een signaal van 0-10 V, omdat het is aangesloten op een ingang met een lagere impedantie (250 Ω) dan een spanningssignaal (20 kω). Wij adviseren daarom met klem om stroomstuursignalen te gebruiken wanneer de kabels langer zijn dan een paar meter Getwiste kabels Analoge en digitale signalen zijn minder gevoelig voor interferentie als de kabels waarover ze lopen "getwist" zijn. Dit is zeker aan te bevelen als er geen afscherming gebruikt kan worden. Door het twisten van de draden worden de blootgestelde oppervlakken geminimaliseerd. Dit betekent dat er in de stroomkring voor geen enkel hoogfrequent (HF) interferentieveld een spanning kan worden opgewekt. Voor een PLC is het daarom belangrijk dat de retourleiding in de nabijheid van de signaaldraad blijft. Het is belangrijk dat het dradenpaar volledig over 360 getwist is. 4.6 Aansluiten van opties De optieprints worden verbonden met behulp van de optionele connectoren X4 of X5 op de controlprint, zie Fig. 27, pagina 21 en gemonteerd boven de controlprint. De ingangen en uitgangen van de optiekaarten worden op dezelfde manier aangesloten als andere stuursignalen. 26 Besturingsaansluitingen Emotron AB r2

32 5. Aan de slag Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien hoe u de motoras het snelst aan het draaien krijgt. Wij zullen u twee voorbeelden laten zien: externe bediening en handbediening. We gaan ervan uit dat de FO is gemonteerd op een wand of in een kast volgens de beschrijving in het hoofdstuk 2. page 7. Eerst krijgt u algemene informatie over het aansluiten van netspannings-, motor- en besturingskabels. In de volgende sectie wordt het gebruik van de functietoetsen op het bedienpaneel beschreven. De daaropvolgende voorbeelden m.b.t. externe bediening en handmatige bediening beschrijven het programmeren/instellen van de motorgegevens en het laten werken van de FO en de motor. 5.1 Voedingsspannings- en motorkabels aansluiten Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen. WAARSCHUWING: Om veilig te kunnen werken, moet de netspanningsaarde worden verbonden met de PE en de aarde van de motor met. 5.2 Stuurkabels aansluiten Hier bepaalt u de minimale bedrading voor het starten. In dit voorbeeld is sprake van rotatie rechtsom door motor/fo. Om te voldoen aan de EMC-norm dient u gebruik te maken van gevlochten, afgeschermde besturingskabels met flexibele draad tot maximaal 1.5 mm 2 of massieve draad tot maximaal 2.5 mm Sluit een referentiewaarde aan tussen klemmen 7 (massa) en 2 (AnIn 1) als in Fig Sluit een externe startknop aan tussen klem 11 (+24 VDC) en 8 (DigIn1, RUNR) als infig Voedingsspanningskabels 1. Sluit de voedingsspanningskabels aan volgens Fig. 31. De Frequentieregelaar is standaard voorzien van een ingebouwd EMC netfilter volgens Categorie C3 en voldoet voor de 2de omgeving Motorkabels 2. Sluit de motorkabels aan volgens Fig. 31. Om te voldoen aan de EMC-richtlijn moet u gebruik maken van afgeschermde kabels en moet de motorkabelafscherming aan beide uiteinden worden aangesloten: op de behuizing van de motor en de behuizing van de FO. Referentie 4-20 ma Start (RunR) X X L1 L2 L3 PE DC DC R U V W - + X Fig. 31 Aansluiting van voedingsspannings- en motorkabels Fig. 32 Bedrading Tabel 15 L1,L2,L3 PE U, V, W Netspannings- en motoraansluiting Netvoeding, 3-fase Veiligheidsaarde Motoraarde Motoruitgang, 3-fase Emotron AB r2 Aan de slag 27

33 5.3 De functietoetsen gebruiken Fig. 33 Voorbeeld van menunavigatie bij invoeren van motorspanning ENTER ESC NEXT PREV NEXT ENTER 210 PREV NEXT ENTER ENTER ga naar onderliggend menuniveau of bevestig gewijzigde instelling ga naar bovenliggend menuniveau of negeer gewijzigde instelling ga naar volgend menu op hetzelfde niveau ga naar vorig menu op hetzelfde niveau verhoog waarde of wijzig keuze verlaag waarde of wijzig keuze 5.4 Externe bediening In dit voorbeeld gebruiken we externe signalen om de FO/ motor te bedienen. We maken gebruik van een standaard 4-polige motor voor 400 V, een externe startknop en een referentiewaarde. ESC 1. Druk op NEXT om menu [200], Hoofdinstellingen, weer te geven. 2. Druk op en vervolgens op om menu [220], ENTER NEXT Motorgegevens, weer te geven. 3. Druk op om menu [221] weer te geven en stel de ENTER motorspanning in. 4. Verander de waarde met de toetsen en. Bevestig met. ENTER 5. Stel motorfrequentie in [222] 6. Stel motervermogen in [223] 7. Stel motorstroom in [224]. 8. Stel motortoerental in [225]. 9. Stel arbeidsfactor in (cos ϕ) [227]. 10. [229] Motor ID-run: kies voor Kort, bevestig met ENTER en geef startcommando. De FO zal nu enkele motorparameters meten. De motor maakt enkele piepgeluiden maar roteert niet. Als, na ongeveer een minuut, de Motor ID-Run klaar is ( Test Run OK! wordt weergegeven), drukt u op om door RESET te gaan. 11. Gebruik AnIn1 als ingang voor de referentiewaarde. Het standaardbereik is 4-20 ma. Als u een referentiewaarde van 0-10 V nodig hebt, verandert u schakelaar (S1) op de controlprint en stelt u [512] Anln 1 Setup in op 0-10 V/4-20 ma. 12. Schakel de voeding uit. 13. Sluit digitale en analoge ingangen/uitgangen aan volgens Fig Klaar! 15. Schakel de voeding in De FO activeren De installatie is nu klaar en u kunt op de startknop drukken om de motor te starten als de motor draait en de belangrijkste aansluitingen in orde zijn De netvoeding inschakelen Sluit de deur van de FO. Nadat de netvoeding is ingeschakeld, zal de interne ventilator in de FO gedurende 5 seconden draaien De motorgegevens instellen Nu dient u de juiste motorgegevens voor de aangesloten motor in te voeren. De motorgegevens worden gebruikt bij de berekening van volledige operationele gegevens in de FO. U kunt instellingen wijzigen met de toetsen van het bedienpaneel. Zie het hoofdstuk 9. page 43 voor meer informatie over het bedienpaneel en de menustructuur. Menu [100], Startvenster wordt bij het starten weergegeven. 28 Aan de slag Emotron AB r2

34 5.5 Lokale bediening Handmatige bediening via het bedienpaneel kan worden gebruikt om een testrun uit te voeren. Wij zullen hier een 400 V motor en het bedienpaneel gebruiken De netvoeding inschakelen Sluit de deur van de FO. Nadat de netvoeding is ingeschakeld, wordt de FO gestart en zal de interne ventilator gedurende 5 seconden draaien. 16. Gebruik de toetsen en om 10 Hz in te voeren. We kiezen een lage waarde om de rotatierichting te controleren zonder de motor te beschadigen De FO activeren Druk op de toets op het bedienpaneel om de motor te starten. Dit voorbeeld laat zien dat de belangrijkste aansluitingen in orde zijn en dat de motor met de belasting zal draaien Handmatige bediening selecteren Menu [100], Startvenster wordt bij het starten weergegeven. 1. Druk op om menu [200], Hoofdinstellingen, weer te NEXT geven. 2. Druk op om menu [210], Bedrijf, weer te geven. ENTER 3. Druk op om menu [211], Taal, weer te geven. ENTER 4. Druk op om menu [214], Referentiesignaal, weer te NEXT geven. 5. Selecteer Toetsen met de toets en druk op om te ENTER bevestigen. 6. Druk op om naar menu [215], Run/Stp-signaal te NEXT gaan. 7. Selecteer Toetsen met de toets en druk op om te ENTER bevestigen. 8. Druk op om naar het vorige menuniveau te gaan en ESC vervolgens op om menu [220], Motor Data, weer te NEXT geven De motorgegevens instellen Nu dient u de juiste motorgegevens voor de aangesloten motor in te voeren. 9. Druk op om menu [221] weer te geven. ENTER 10. Verander de waarde met de toetsen en. Bevestig met. ENTER 11. Druk op om menu [222] weer te geven. NEXT 12. Herhaal stap 9 en 10 totdat alle motorgegevens zijn ingevoerd. 13. Druk twee keer op en vervolgens op om menu ESC PREV [100], Preferred View, weer te geven Een referentiewaarde invoeren Nu gaan we een referentiewaarde invoeren. 14. Druk op NEXT totdat menu [300], Proces, wordt weergegeven. 15. Druk op om menu [310], Ref inst/kyk weer te ENTER geven. Emotron AB r2 Aan de slag 29

Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar

Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.2X Emotron FDU 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Software versie 4.2x Documentnummer: 01-4428-03 Uitgave: r2 Datum van uitgifte:

Nadere informatie

Emotron FDU en VFX 2.0

Emotron FDU en VFX 2.0 Emotron FDU en VFX 2.0 Frequentieregelaars met beschermingsklasse IP20 en IP21 7.5-132 kw Addendum voor Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.3X Addendum geldig voor Frequentieregelaars Emotron

Nadere informatie

Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar

Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar Emotron FDU 2.0 Frequentieregelaar Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.3X Emotron FDU 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Software versie 4.3x Documentnummer: 01-5325-03 Uitgave: r0 Datum van uitgifte:

Nadere informatie

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Emotron I/O-board 2.0 Optie Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar en Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar

Nadere informatie

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Emotron I/O-board 2.0 Optie Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar Emotron VFXR/FDUL Emotron FlowDrive Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron

Nadere informatie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing - Nederlands Documentnummer: 01-5920-03 Uitgave: r0 Datum van uitgifte: 01-03-2012

Nadere informatie

RTC- Print real-time klok Optie

RTC- Print real-time klok Optie RTC- Print real-time klok Optie Voor Emotron FlowDrive type IP54 en IP20/21 Montage-instructies Nederlands RTC-print Optie- Voor Emotron FlowDrive type IP54 en IP20/21 Montage-instructies - Nederlands

Nadere informatie

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y PTC/RTC-optieprint Voor Emotron FlowDrive-IP2Y Gebruiksaanwijzing Nederlands PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU

Nadere informatie

Geldt voor Emotron VFX 2.0 en FDU 2.0 frequentieregelaar

Geldt voor Emotron VFX 2.0 en FDU 2.0 frequentieregelaar ddendum Geldt voor Emotron VFX 2.0 en FDU 2.0 frequentieregelaar Nieuwe softwareversie 4.21 Dit addendum behoort bij de gebruiksaanwijzingen met documentnummer: 01-4428-03r2 voor Emotron FDU 2.0 softwareversie

Nadere informatie

Frequentieregelaar VFX 2.0. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands

Frequentieregelaar VFX 2.0. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands Frequentieregelaar VFX 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands Frequentieregelaar VFX2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Software versie 4.0x Documentnummer: 01-3695-03 Uitgave: r1a Datum van uitgifte: 25-08-2006 Copyright

Nadere informatie

Frequentieregelaar FDU 2.0. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands

Frequentieregelaar FDU 2.0. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands Frequentieregelaar FDU 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands Frequentieregelaar FDU 2.0 GEBRUIKSAANWIJZING Software versie 4.0x Documentnummer: 01-3694-03 Uitgave: r1a Datum van uitgifte: 25-08-2006 Copyright

Nadere informatie

Geoptimaliseerd voor lage vermogens

Geoptimaliseerd voor lage vermogens Geoptimaliseerd voor lage vermogens Nieuw! Emotron VS10 / VS30 In omvang en prijs geoptimaliseerd voor lage vermogens De nieuwe Emotron-frequentieregelaars VS10 en VS30 zijn klein van formaat, maar voorzien

Nadere informatie

RTC- Print real-time klok Optie

RTC- Print real-time klok Optie RTC- Print real-time klok Optie Voor Emotron FlowDrive type IP54 en IP20/21 Montage-instructies Nederlands RTC-print Optie Voor Emotron FlowDrive type IP54 en IP20/21 Montage-instructies - Nederlands

Nadere informatie

PTC/PT100 board 2.0 Optie

PTC/PT100 board 2.0 Optie PTC/PT100 board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar en Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands PTC/PT100 board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar

Nadere informatie

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding Verkorte handleiding PumpDrive 4070.801/2--51 Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar Montagevarianten: Motormontage (MM) Wandmontage (WM) Schakeltkastmontage (CM) Verkorte handleiding 1 Over

Nadere informatie

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Data sheet Nederlands Emotron VSA en VSC Tabel 1 Specificaties per model Model Netspanning Vermogen [kw/hp] Nominale stroom [A] EMC filter 1ste omgeving Beschermingsgraad

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Emotron M20 Asbelastingsmonitor

Emotron M20 Asbelastingsmonitor Emotron M20 Asbelastingsmonitor Data sheet Nederlands Data sheet English De M20 is volledig flexibel wat het type beveiliging voor uw toepassing betreft. U kunt een beveiliging tegen over- en onderbelasting

Nadere informatie

Emotron FDU en VFX Frequentieregelaars

Emotron FDU en VFX Frequentieregelaars Emotron FDU en VFX Frequentieregelaars Emotron VFX/FDU48-2P5-2Y naar 038-2Y Verkorte handleiding Nederlands Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies... 3 1. Algemeen... 6 1.1 Uitleg van het model... 6 1.1.1

Nadere informatie

Emotron Encoder board 2.0 Optie

Emotron Encoder board 2.0 Optie Emotron Encoder board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 Frequentieregelaar Emotron VFXR/FDUL Gebruiksaanwijzing Nederlands Encoder board 2.0 Optie For Emotron VFX/FDU 2.0 Frequentieregelaar Emotron VFXR/FDUL

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

em4 Toebehoren Analoge uitbreidingen

em4 Toebehoren Analoge uitbreidingen em4 Toebehoren en Uitbreidingen voor analoge ingangen en statische uitgangen om een groter aantal sensoren en schakelaars te verbinden aan uw PLC Er kunnen tot twee dezelfde of verschillende uitbreidingen

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Prijs: 762,00 SKU: FLXCNA 015G3 Productcategorie: Geavanceerde Frequentieregelaar Product pagina: https://www.fluxcon.nl/product/frequentieregelaar-400v-15vector-control-fluxcon-10

Nadere informatie

Emotron TSA Softstarter

Emotron TSA Softstarter Emotron TSA Softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 1.0X Emotron TSA softstarter GEBRUIKSAANWIJZING Softwareversie 1.0X Documentnummer: 01-5980-03 Uitgave: R0 Datum van uitgifte: 13-05-2013

Nadere informatie

COMPACT DRIVE CDX. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands

COMPACT DRIVE CDX. GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands COMPACT DRIVE CDX GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands Geldend voor de volgende modellen frequentieregelaars: CDX40-013 tot CDX40-046 Software versie: V3.xx COMPACT DRIVE CDX GEBRUIKSAANWIJZING - Nederlands

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Installatie-instructie

Installatie-instructie Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...

Nadere informatie

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz Handleiding 868 MHz Pyxis zender en Auriga ontvanger Aantal functies: 2, 4, 6 of 8, ON/OFF Toetsfuncties Pyxis zender activeren: houdt de I knop 2 seconden ingedrukt. Pyxis zender deactiveren: houdt de

Nadere informatie

DARE!! Welkom. Afgeschermde kabels: zin of onzin? Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging

DARE!! Welkom. Afgeschermde kabels: zin of onzin? Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging Welkom Afgeschermde kabels: zin of onzin? DARE!! Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging 8 februari 2012 Door: P. Dijkstra Agenda: EMC dag voor de installateur Wat

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem Leerdoelen Na het voltooien van deze opgave: Ben je bekend met het veilig opbouwen van een servomotor systeem Ben je bekend met de basisprincipes van schema

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruikershandleiding Montage- en gebruikershandleiding wapploxx Repeater 1:1 [1] wapploxx Handleiding Repeater - artikelnr. 505273 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Veiligheidsinstructies... 3 1.2 Technische gegevens van de wapploxx

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009) HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009) indic bvba, Molenberglei 21, B-2627 Schelle, tel +32(0)3 451 93 93 - fax +32(0)3 887 30 61 www.indiconline.com 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 CE certificaat... 3

Nadere informatie

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding 3.4 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 5 BEKABELING EN AANSLUITING

Nadere informatie

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023 II 3 G Ex na mc IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies Het AR-023 timerrelais is een explosieveilig product dat geschikt is voor

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 URN 2 Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 Afmetingen / functionele elementen 128,5 169 30,01 (6TE) Fig. 1 A C B MAX 70 C MAX 95 % Fig. 2 2 Legenda A B C 32-polige klemmenstrook LED bedrijf

Nadere informatie

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Meting van de ruimte T en relatieve vochtigheid (rh) Voedingsspanning : AC/DC 24 Volt Bus interface : MODBUS RTU (RS45) Uitgangssignaal T : proportioneel

Nadere informatie

Dynamische regelaars voor kleine AC-motoren

Dynamische regelaars voor kleine AC-motoren Dynamische regelaars voor kleine AC-motoren Emotron VFX/FDU 2.0-2Y 0,75 kw tot 15 kw / 1 pk tot 20 pk IP20 Bespaar energie met frequentieregelaars Energiebesparing tot 50% Kleine regelaar krachtige werking

Nadere informatie

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Table of contents VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 4 BEKABELING EN AANSLUITING 5 WERKINGSSCHEMA

Nadere informatie

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Beschrijving De Remote Monitoring Module (RMM) wordt gebruikt voor de verzameling van sensor-/temperatuurinvoeren

Nadere informatie

Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056

Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056 DamenCNC Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056 DamenCNC Louis Pasteurweg 17 2408 AH Alphen aan den Rijn E-Mail: kpdamen@damencnc.com Homepage: http://www.damencnc.com Veiligheid aanwijzingen De stappenmotor

Nadere informatie

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voedingsspanning 230V 50Hz Nominaal vermogen 200 W Koppel 400 Nm Openingstijd voor 90 14 sec. Thermische veiligheid 140 C Werkingstemperatuur -20 C +70 C Beschermingsfactor IP43

Nadere informatie

Technische Catalogus Softstarters

Technische Catalogus Softstarters Technische Catalogus Softstarters Emotron TSA 4-1800 kw, 200-690 V Emotron MSF 2.0 7.5-1500 kw, 200-690 V EMOTRON TSA Emotron TSA softstarter met ingebouwde bypass 16-56 A 70-100 A 140-200 A 240-450 A

Nadere informatie

EC Vent Installatie-instructies

EC Vent Installatie-instructies -NL 15-03-2011V.A-002 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimte-unit... 3 3.1.2 Beschrijving van de

Nadere informatie

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding FACILA DP091, DP092 Buitenpost opbouw met camera Montage- en gebruikershandleiding Inhoud 1. Voorzorgsmaatregelen... 2 2. Gebruik volgens de voorschriften... 3 3. Omschrijving... 3 4. Installatie... 4

Nadere informatie

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11 Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT Condensaat management waarschuwingssysteem ALGEMENE WERKING 03/11 De WARNER-LT is een condensaat management waarschuwingssysteem. Condensaat management speelt

Nadere informatie

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L Ondanks de grootst mogelijke zorgvuldigheid die Tasseron Electronics B.V. aan haar producten en de bijbehorende handleidingen besteedt, kunnen er onvolkomenheden

Nadere informatie

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller IP2030-NL/QS, Rev AA Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig

Nadere informatie

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems PWM50/3 Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING Touwslagerij 19 4762AT Zevenbergen Nederland www.motion.nl info@motion.nl tel: 00 31 168 325077 fax: 00 31 168 328134 Inhoudsopgave: INHOUDSOPGAVE:...1

Nadere informatie

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -

Nadere informatie

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud VOLT POT 1K 110 0V E+ E- OPEN FOR 60 Hz STAB Deze handleiding is van toepassing op de regelaar van de alternator die u aangekocht hebt. We wensen uw aandacht te vestigen op de inhoud van deze onderhoudshandleiding.

Nadere informatie

BES External Signaling Device

BES External Signaling Device BES External Signaling Device IUI-BES-AO nl Installatie handleiding BES External Signaling Device Inhoud nl 3 Inhoudsopgave 1 Veiligheid 4 2 Beknopte informatie 5 3 Systeemoverzicht 6 4 Installatie 7

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR. MicroMax. Art.nr. F21009201. IBC control Made in Sweden

GEBRUIKSAANWIJZING REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR. MicroMax. Art.nr. F21009201. IBC control Made in Sweden GEBRUIKSAANWIJZING REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR MicroMax Art.nr. F21009201 IBC control Made in Sweden INHOUDSOPGAVE Installatievoorschriften 2 Montage 2 Veiligheidsvoorschriften 3 Conformiteitsverklaring

Nadere informatie

Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON

Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON ADAP-KOOL AKD-LonWorks 1 Copyright 1Copyright 1.1 Copyright 1 1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht Deze publicatie bevat informatie

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL MOVIDRIVE compact Uitgave 04/2002 Systeemhandboek 1053 3877 / NL SEW-EURODRIVE 1 Belangrijke aanwijzingen... 6 1 2 Systeembeschrijving... 8 2 kva f i n P Hz P6.. P60. P600 3 Technische gegevens en afmetingen...

Nadere informatie

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209 ROGER TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN R30 MODELLEN R30/403-404 R30/803-804 R30/1203-1204 R30/1209 Voedingsspanning Nominaal vermogen Duwkracht Openingstijd X90 Thermische veiligheid Werkingstemperatuur Gewicht

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Fabrikant: Gispen Parallelweg West 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: Gispen TM elektrisch hoogte verstelbare tafel (met het bedieningspaneel in het tafelblad)

Nadere informatie

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR MicroMax180 Herzien op 05-07-2005 Versie 1.2 F21018901NL Verklaring van de fabrikant Bevestiging door de fabrikant dat het product

Nadere informatie

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE NL137b LUCHTVERWARMER TYPE TR Duct Kanaal uitvoering DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT

Nadere informatie

MOTEURS LEROY-SOMER ANGOULEME CEDEX-FRANCE E M1482

MOTEURS LEROY-SOMER ANGOULEME CEDEX-FRANCE E M1482 Frequentieregelaar IP 66 71nl - 06.2005/d De moderne industrie vraagt om decentrale plaatsing van regelaars, ongeacht de omgeving, zodat deze zich zo dicht mogelijk bij de motor bevinden. LEROY-SOMER heeft,

Nadere informatie

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR MicroMax180 Verklaring van de fabrikant Bevestiging door de fabrikant dat het product voldoet aan de eisen die staan vermeld in EMC-RICHTLIJN

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Handleiding Softstarter

Handleiding Softstarter Handleiding Softstarter AUCOM CSX en CSXi Aucom CSX(i) v 1.3 juli-2004 PS.doc Electro Drive B.V. Wijzigingen voorbehouden Inhoudsopgave 1. Aandachtspunten... 3 2. Algemene beschrijving... 4 3. De eigenschappen

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies Labkotec Oy Myllyhaantie 6 FI-33960 PIRKKALA FINLAND Tel: +358 29 006 260 Fax: +358 29 006 1260 19.1.2015 Internet: www.labkotec.com 1/11 GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Auteursrecht 2015 Labkotec Oy INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel indicatie van binnen/buiten en eerste oordeel Bestemd voor wand model 9K en 12K Indicatie binnendeel (, 0.5s AAN, No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoge druk Invries Systeem geblokkeerd of koelmiddel lekkage Hoge

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING [1] b c g d f e a [2] 0,5 1 2 NL Gebruiksaanwijzing ALCT 6/24-2 VOORWOORD Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van de ANSM ANN lader ALC T 6-24/2. Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7 1 Introduction... 2 2 Uitzicht... 2 3 Aansluitingen... 3 3.1 Voeding van de module... 4 3.2 LCD aansluiting... 4 3.3 Voeding remsysteem... 4 3.4 relais of generator GND remsysteem... 4 3.5 RPM sensor...

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie

Nadere informatie

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN 1. BESCHRIJVING spanningsindicator voedingsschakelaar AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen ventilator 2. VERBINDINGEN Verbind het rode snoer met de "+" van de batterij (rode aansluiting) en met het

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series

Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series MAKING MODERN LIVING POSSIBLE SOLAR INVERTERS Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series www.danfoss.com/solar Veiligheid Veiligheid Typen veiligheidsmeldingen WAARSCHUWING 'Waarschuwing'

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

Gebruikershandleiding.

Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. Fabrikant: Gispen International BV Parallelweg west 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: IC 2007 Elektrisch Hoogteverstelbare tafel. Bouwjaar: 2013 Versie

Nadere informatie

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

HANDLEIDING. Scheidingstransformatoren. Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR000702000

HANDLEIDING. Scheidingstransformatoren. Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR000702000 HANDLEIDING Scheidingstransformatoren Scheidingstransformator 7000 W 230V/32A Artikel nummer: ITR000702000 Victron Energy B.V. The Netherlands General phone: +31 (0)36 535 97 00 Customer support desk:

Nadere informatie

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter

Gebruikershandleiding 3 fase test adapter Gebruikershandleiding 3 fase test adapter Leverancier: Specificaties van het apparaat Specificaties van de handleiding Nieaf-Smitt B.V. Vrieslantlaan 6 3526 AA Utrecht Postbus 7023 3502 KA Utrecht T: 030-288

Nadere informatie

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4 SILET DESIG L L Fig.3 L L Fig.4 L L Ls Fig.5 L L Ls Fig.6 T (min) Fig.7 SILET CRZ L L Ls Fig.8 L L Fig.9 T (min) Fig.10 HR (%) CT-12/14 12 V 50Hz 230 V 50Hz TIME-DELAY FUSE 125 ma MAX. L SILET-100 CZ

Nadere informatie

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER April 2014 TECHNISCHE GEGEVENS Aansluitspanning 12 tot 24V AC/DC ±20% Stroomverbruik in rust o bij gelijkspanning 20mA DC o bij wisselspanning 80mA AC Maximaal stroomverbruik

Nadere informatie