Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)
|
|
- Pieter Kuiper
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober ,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk 1 Par 1.1 Microniveau = naar de productie van één bedrijf of het inkomen van één huishouden Macroniveau = naar de productie en het inkomen van een heel land In de loop der tijd ontstond arbeidsverdeling. Mensen gingen zich specialiseren in bepaalde producties. Ze waren ook zelfvoorzienend. Ze maakte zelf alle goederen die ze nodig hadden. Toen werd ruil noodzakelijk. Ruil in Natura/Directe ruil = inkomen dat niet uit geld, maar uit goederen bestaat. Je kan hiermee ook sparen (sparen met inkomen in natura) door bijv. een deel van je zaaigoed zelf te houden ipv van op te eten om zo zijn toekomstige inkomen weer te maken. Je kan er ook mee ruilen. Dat was onpraktisch, men ging opzoek naar een nieuw ruilmiddel; geld (edelmetaal; goud en zilver), het was waardevol, makkelijk verdeelbaar, kan niet bederven en iedereen wil het hebben. Indirecte ruil = handel drijven met behulp van een algemeen aanvaard hulpmiddel Komen mechanisering en hulpstoffen bij in de landbouw, steeds minder mensen nodig in de landbouw en dat leidt tot; arbeidsverdeling + specialisatie = verhoging van de arbeidsproductiviteit Primair inkomen = inkomen dat je verdient door mee te helpen met produceren. Je hebt er verschillende vormen van: Loon of salaris: krijg je in ruil voor het leveren van arbeid. Meest voorkomend primair inkomen; Rente: beloning voor het ter beschikking stellen van kapitaal. Met het geld kunnen kapitaalgoederen worden gekocht; Huur: vergoeding voor kapitaal; Pacht: als je een stuk natuur ter beschikking stelt van producenten; Winst: beloning voor ondernemersactiviteit; alles wat te maken heeft met het opzetten en runnen van een bedrijf. Een ondernemer streeft ernaar om arbeid, kapitaal en natuur zo winstgevend mogelijk te combineren. Daarbij worden risico s genomen (bijv faillietheid) waar een beloning tegenover staat. Pagina 1 van 7
2 Veel bedrijven maken gratis gebruik van de natuur (zonlicht, water, klimaat en een gunstige ligging) en dat wordt dan weer gebruikt bij de productie. Maar ook de industrie maakt er gebruik man. Alleen door milieuvervuiling wordt steeds meer de vraag gesteld of het wel gratis moet blijven. Productiefactoren: Arbeid; Kapitaal; Natuur en Ondernemersactiviteit Het inkomen dat je overhoudt na betaling van belastingen en premies noemen we het netto-inkomen. Netto-inkomen = Salaris (primair inkomen) Belastingen en premies. Van de belastingen en premies worden oa de sociale uitkeringen betaald, zoals de AOW, WAO, WW en de Bijstand. Ook wel overdrachtinkomens genoemd. Deze ontvang je zonder een bijdrage te leveren aan productie. Overdrachtsinkomen is meestal bedoeld om een tekort aan primair inkomen te compenseren. Inkomen uit kapitaal = rente over spaargelden en aan huur die ontvangen wordt voor het verhuren van gebouwen. Par. 1.2 Omzet = de optelsom van de toegevoegde waarde en de waarde van de ingekochte grond- en hulpstoffen Toegevoegde waarde = omzet loon, rente, huur en pacht en inkoopwaarde van de omzet Wat dan overblijft is de Winst = de beloning voor zijn ondernemersschap De toegevoegde waarde van een bedrijf gaat dus in zijn geheel op aan degenen die productiefactoren hebben geleverd. Toegevoegde waarde bestaat uit verdiende inkomens (loon, pacht, rente, huur, winst). Toegevoegde waarde leidt dus niet alleen tot het ontstaan van productiewaarde maar ook tot het ontstaan van inkomens. Productiewaarde = Inkomen Toegevoegde waarde van de overheid = ambtenarensalarissen. Omzet -> Inkoopwaarde grond- en hulpstoffen + Productiewaarde. Productiewaarde = Toegevoegde waarde Toegevoegde waarde -> Inkomen = Loon, Pacht, Huur, Winst, Rente Par. 1.3 Belangrijke gegevens om de productiewaarde vast te stellen doe je in een boekhouding of bij de administratie van een bedrijf. Het is wettelijk verplicht om een financiële administratie te verzorgen volgens bepaalde boekhoudkundige regels. Belangrijkste onderdelen van administratie: balans en resultatenrekening (ook winst- en verliesrekening genoemd). Balans = een momentopname van de bezittingen van een bedrijf en de vermogensbronnen waarmede de bezittingen zijn betaald. Pagina 2 van 7
3 Links op de balans: bezittingen of activa. Geeft aan waarin de middelen van de rechterkant zijn geïnvesteerd. Rechts op de balans: vermogen of passiva. Geeft aan hoe de bezittingen zijn betaald. Balans is altijd in evenwicht. Balans van Onderneming x op 1 januari 2001 Bezittingen of Activa Vermogen of Passiva We onderscheiden verschillende soorten bezittingen; (Links) Vaste kapitaalgoederen of vaste activa; de grond, de gebouwen en de machines. Kenmerk van vaste kapitaalgoederen is dat ze bij meerdere productieprocessen kunnen worden gebruikt. Kapitaalgoederen of vlottende activa; kenmerk is dat ze slechts één productieproces meegaan. Het zijn vaak de voorraden (qua voedsel) en de vorderingen op afnemers, debiteuren genaamd. Liquide middelen of liquide activa; dit is het geld in de kas of op een lopende rekening bij een bank. Het zijn betaalmiddelen die direct kunnen worden gebruikt om iets te kopen. (Rechts) Passiva of het vermogen; hier kun je zien hoe de bezittingen worden gefinancierd, maw je kunt zien waar de middelen vandaan komen waarmee de bezittingen worden betaald. Eigen vermogen; vermogen dat door de eigenaar of eigenaren in het bedrijf is gestoken en waarover het bedrijf blijven kan beschikken. (bezittingen schulden) Overige vermogen of vreemd vermogen; ook wel schulden genoemd. Over dit vermogen kan het bedrijf tijdelijk beschikken, het moet na kortere of langere tijd worden terugbetaald. Lang vreemd vermogen: de leningen die pas na jaren hoeven worden afgelost. Kort vreemd vermogen: als het geleende geld binnen een jaar moet worden terugbetaald; crediteuren (schuldeisers) Activa Balans fabriek (naam) op Passiva Vaste activa: Eigen vermogen: Vlottende activa: Lang vreemd vermogen: Liquide activa: Kort vreemd vermogen: Totaal: Totaal: (Moet altijd in evenwicht zijn) Resultatenrekening = hierop staan alle opbrengsten en kosten over een bepaald tijdvak. Je ziet dus of een bedrijf winst of verlies heeft gemaakt. Kosten Resultatenrekening fabriek Opbrengsten Inkoopwaarde grond- en hulpstoffen: Omzet: Pagina 3 van 7
4 Loon: Huur: Pacht: Rente: (saldo) (saldo) Totaal: Totaal: Saldo = het verschil tussen de opbrengsten en de kosten. Linkerkant resultatenrekening = winstsaldo (loon en grondstoffen) Rechterkant = eventueel verliessaldo Par. 1.4 Nationaal product = waarde van de productie van een heel land. Om nationaal product te bepalen wordt eerst gekeken naar elke bedrijfskolom (alle bedrijven waarin de opeenvolgende productiestadia worden doorlopen). De geledingen in de bedrijfskolom bestaan uit bedrijven die hetzelfde soort productieactiviteit verrichten: de bedrijfstak. Totale productie van een bedrijfskolom: productiewaarde van afzonderlijke bedrijven optellen. Productiewaarde = omzet ingekochte grond- en hulpstoffen + diensten. Nationaal product = de toegevoegde waarde van alle bedrijven in een heel land bij elkaar optellen; de productie van een heel land. Nationaal inkomen = primaire inkomens van alle gezinnen in een heel land optellen of alle inkomenscategorieën loon, winst, huur, pacht en rente bij elkaar optellen. Waarde productie = waarde inkomen, dan is nationaal product = nationaal inkomen. BNP = Bruto Nationaal Product. BBP = Bruto Binnenlands Product. Hoofdstuk 2 Par 2.1 Inkomen in natura betekende vroeger stijging van het inkomen zodat mensen meer konden consumeren. Nu niet meer, door prijsstijgingen. Geldinkomen = stijging van het inkomen, maar niet altijd de koopkracht vanwege die prijsstijgingen Nominaal inkomen = het inkomen gemeten in geld Reëel inkomen (koopkracht) = het inkomen gemeten in goederen Om de verandering van een reëel inkomen te berekenen maken we gebruik van indexcijfers. Basisjaar = 100 Verandering reëel inkomen berekenen meestal aan de hand van indexcijfers: Indexcijfer nominaal inkomen = nieuw inkomen : oud inkomen Indexcijfer prijzen = nieuwe prijs : oude prijs Pagina 4 van 7
5 Het reële inkomen kan je ook via een formule berekenen; RIC = NIC : PIC x 100 RIC = indexcijfer reëel inkomen PIC = prijsindexcijfer NIC = indexcijfer nominaal inkomen CPI = consumentenprijsindex CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek Als je totale koopkrachtverandering wilt berekenen (dus van alle producten samen) moet je met prijzen van alle producten rekening houden en bovendien wegen sommige producten zwaarder mee. De CPI wordt door het CBS (verzamelt gegevens en publiceert veel statistisch materiaal) berekend om de inflatie te bepalen. CPI geeft namelijk aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen. Par. 2.2 Budgetonderzoek = een onderzoek naar het bestedingsgedrag van gezinnen Wegingsfactor geeft dus aan hoe zwaar een prijsverandering van een bepaalde productgroep meetelt bij het berekenen van de CPI. Ook wordt gekeken naar de veranderingen in het bestedingspatroon. We hebben ook een berekening om het CPI te berekenen. Omdat er rekening wordt gehouden met wegingsfactoren noemen we dit een gewogen prijsindexcijfer. Gewogen indexcijfer = Som van wegingsfactor x indexcijfer : som van de wegingsfactoren (meestal 1000) Par. 2.3 Productiecapaciteit = de hoeveelheid goederen die een land in een jaar maximaal kan maken Overbesteding = wanneer de bestedingen zo hoog zijn dat de producenten de vraag niet of nauwelijks meer kunnen bijhouden. Dan is productiecapaciteit bijna of helemaal bezet Als er zo n situatie plaatsvindt dan zullen de prijzen stijgen. Deze inflatie heet bestedingsinflatie (hoge bestedingen, prijzen stijgen, hierdoor inflatie). Het kan ook door een overspannen arbeidsmarkt komen. Onderbesteding = de bestedingen zijn dan zo laag dat de productiecapaciteit bij lange na niet bezet is. Die zorgen dan voor een lage productie, dat zorgt dan weer voor een overschot aan arbeid, en daardoor komt er weer werkloosheid. Dat leidt tot inflatie of zelfs deflatie = daling van het algemeen prijspeil. Dit lijkt gunstig voor de consument, maar kan nadelige gevolgen hebben voor economie. Omdat consumenten verwachten dat de prijzen zullen dalen stellen zij hun aankopen uit. Er zijn nog andere oorzaken waardoor de prijzen stijgen; Kosteninflatie; de kostprijs van de producenten stijgt en producenten rekenen deze hogere productiekosten door in de prijzen Loonkosteninflatie; als de lonen de oorzaak zijn van hogere productiekosten (kan hardnekkig zijn door sneeuwbaleffect) (Geïmporteerde kosteninflatie; als de inflatie veroorzaakt wordt door de hogere prijzen van Pagina 5 van 7
6 geïmporteerde producten) (Overheid; door de prijzen van de huur te verhogen of de BTW-tarieven of de accijns op sigaretten te verhogen) Winstinflatie; dan verhogen de producenten hun prijzen om de winst te laten stijgen Loon-prijsspiraal = een opeenvolging van hogere lonen en hogere prijzen (werknemers eisen prijscompensatie. Werkgevers betalen dit, winsten dalen. Werkgevers willen dit niet en verhogen hun prijzen. Werknemers willen opnieuw prijscompensatie) Hoge inflatie wordt als ongewenst gezien, er zitten namelijk nadelen aan; hoge inflatie zorgt voor minder waarde van het reële geld. Met dezelfde hoeveelheid koop je minder. Dit heet geldontwaardiging. De koopkracht daalt en de inkomensverdeling kan aangetast worden. Inkomensverschillen worden groter Inflatie beïnvloed het leen- en spaarbedrag. Leven van geld wordt gestimuleerd, sparen wordt afgeremd. Voor consumenten die lenen is dit aantrekkelijk, voor banken die het geld uitlenen uiteraard niet. Het sparen wordt ook ontmoedigd Wanneer de Nederlandse inflatie hoger is dan in het buitenland verslechterd de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. Exportproductie daalt hier dus door. Ook een daling van de werkgelegenheid Bij hyperinflatie neemt het vertrouwen in geld af. Wanneer je veel bankbiljetten nodig hebt om een ding te betalen, gaan mensen in natura ruilen of soms zelfs met een andere muntsoort betalen. Bestedingen zo groot Reële waarde geld dat de productiecapaciteit daalt volledig bezet is (bestedingsinflatie) Lenen wordt gestimuleerd Kostenstijging Inflatie (kosteninflatie) Concurrentiepositie Nederlandse winststijging bedrijfsleven (winst(marge)inflatie) verslechterd vertrouwen in geld neemt af Par. 2.4 Functies van geld: ruilmiddel spaarmiddel rekeneenheid Het belangrijkste kenmerk van geld is dat je er overal mee kan betalen. Geld is een algemeen aanvaard Pagina 6 van 7
7 ruilmiddel. Munten en bankbiljetten zijn chartaal geld. Ze zijn stoffelijk. Giraal geld zijn direct opvraagbare tegoeden die op een rekening bij de bank staan. Het is onstoffelijk geld. (lopende rekening, rekening-courant of salarisrekening creditcard, pinpas, chipcard of overschrijfkaart) Tegoeden op spaarrekeningen rekenen economen niet tot de geldhoeveelheid. Banken voor betalingsverkeer hebben verschillende functies in de economie: ze beheren betaalrekeningen en spaarrekeningen van klanten; het girale betalingsverkeer verzorgen; ze lenen ook geld uit (krediet verstrekken) Institutionele beleggers = financiële instellingen die vermogen beheren: Pensioenfondsen; beheren geld dat mensen hebben vast gezet tot na hun 65e Verzekeringsmaatschappijen; ontvangen premies Beleggingsinstellingen; beleggen het geld van hun klanten in aandelen of obligaties Banken zijn er in soorten en maten. We delen ze in verschillende soorten groepen in; Algemene banken; hier kun je een rekening hebben, pinnen, sparen, een hypothecaire lening afsluiten (lening met onderpand, meestal een huis) of een persoonlijk krediet nemen. Ook kan je hier vaak vakanties boeken, verzekeringen afsluiten. En dat noem je dan branchevervaging (parallellisatie) in het bankwezen. Voorbeelden van algemene banken zijn: ABN-AMRO, RABO, ING, SNS en VSB. Een belangrijk kenmerk van dezen banken is dat ze geld kunnen scheppen; ze schrijven een bedrag bij op een rekening en er is meer giraal geld in omloop gekomen. Kredietverlening: door geld te scheppen of door geld uit te lenen dat door anderen is gespaard. Hypotheekbanken: verstrekken hypothecaire leningen. Als de geldlener zijn lening niet kan aflossen kan de bank beslag leggen op het onderpand en het verkopen Primaire banken; degene die geld kunnen scheppen Secundaire banken; degene die geen geld kunnen scheppen DNB; De Nederlandse Bank. Zij is zelfstandig, maar ook onderdeel van het Europese Stelsel van Centrale Banken. DNB is circulatiebank: zij brengt bankbiljetten in omloop. Zij doet dit namens de ECB die geldhoeveelheid in Euroland in de gaten houdt. Via algemene banken belanden bankbiljetten bij de burgers. Pagina 7 van 7
Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2112 woorden 10 maart 2004 5,5 28 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Microniveau= de
Nadere informatie8,2. Begrippen. Theorie. Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen
Samenvatting door een scholier 1293 woorden 26 juni 2003 8,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De vorming van inkomen Inkomen in natura: een inkomen dat uit goederen bestaat. Zelfvoorzienend:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1953 woorden 30 oktober 2004 7,3 19 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Een
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieSchoolexamen 2005 Inkomen H1
Samenvatting door een scholier 1974 woorden 25 oktober 2005 6 1 keer beoordeeld Vak Economie Schoolexamen 2005 Inkomen H1 - Microniveau: 1 bedrijf of 1 huishouden - Macroniveau: heel land - Arbeidsverdeling:
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen
Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting door een scholier 2237 woorden 22 juni 2003 7,6 68 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Lesbrief Inkomen Economie. Hoofdstuk 1 Microniveau= De productie
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland
Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieH2 Te veel geld maakt ongelukkig
Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatie6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieBegrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping
Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieDoor arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel.
LESBRIEF INKOMEN EN GROEI Hst. 1 De vorming van inkomen Door arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel. Directe ruil: Indirecte ruil: ruil van goed tegen goed. ruil
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni 2012 5,7 25 keer beoordeeld Vak Economie KREDIETCRISIS Bankencrisis Omdat Amerikaanse banken op grote schaal hypotheekleningen verstrekken aan mensen
Nadere informatieWerkstuk Economie Lesbrief inkomen
Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieWAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!
GELDZAKEN havo 4 WAT IS GELD? Een betaalmiddel Chartaal geld: alle bankbiljetten en munten Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! Giraal geld: digitaal geld = onstoffelijk (niet tastbaar) Giraal
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen Samenvatting door Daphne 1906 woorden 3 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Europese Centrale bank (ECB) In de Eurolanden heeft maar één
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieDeelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?
Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,
Nadere informatie7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december 2005 7,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H5 Paragraaf 1 Geld = ongedifferentieerde koopkracht die door iedereen wordt geaccepteerd
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 3342 woorden 4 mei 2004 8,3 161 keer beoordeeld Vak Economie INKOMEN COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 7 Hoofdstuk 1.) Vroeger hadden
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 3273 woorden 17 april 2008 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen De belangrijkste dingen van economie, per hoofdstuk.
Nadere informatie6.5. Boekverslag door X woorden 24 maart keer beoordeeld. Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld
Boekverslag door X. 1374 woorden 24 maart 2004 6.5 65 keer beoordeeld Vak Economie Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld - directe ruil = goederen tegen goederen ruilen. o nadelen: waarde moeilijk
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen
Samenvatting Economie Inkomen Samenvatting door een scholier 2656 woorden 28 maart 2007 8 42 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen: H 1: De vorming van inkomen. 1.1 De vorming van primair inkomen:
Nadere informatieEconomie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 & h4 samengevat 3 h5 & h6 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6,7 & 8 Links
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari 2006 3,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieH2 HET ONTSTAAN VAN GELD
Samenvatting door S. 2413 woorden 30 juli 2012 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 GELD Hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie (koopkracht neemt af en vermogen wordt
Nadere informatie17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid
Samenvatting door een scholier 2137 woorden 18 juni 2008 7 8 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: Geldschepping H17 17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid De maatschappelijke geldhoeveelheid
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 7, Inkomen
Savatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 7, Inko Savatting door een scholier 3626 woorden 27 juni 2005 7,3 36 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE INKOMEN, HOOFDSTUK 1 T/M 7. Hoofdstuk 1: de vorming van inko
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 4316 woorden 26 mei keer beoordeeld INKOMEN. 1.1 Soorten inkomen.
Samenvatting door een scholier 4316 woorden 26 mei 2001 7,8 153 keer beoordeeld Vak Economie INKOMEN. 1.1 Soorten inkomen. Bij economie gaat het over inkomen van gezinnen. Rente uit vermogen is bijvoorbeeld;
Nadere informatieWat kun je verwachten?
Wat kun je verwachten? Urenverdeling V4: 3 uur per week V5: 3 uur per week V6: 3 uur per week Overhoringen Minimaal 2 overhoringen per periode (weging varieert) Weging Proefwerk: 3-4x (in april: 6x!) SO:
Nadere informatieDeze specialisatie leidde niet alleen tot een hogere arbeidsproductiviteit, maar maakte ook ruil noodzakelijk.
Recensie door een scholier 3677 woorden 2 november 2006 5 7 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief inkomen. Hoofdstuk 1: Inkomen in natura: inkomen dat niet uit geld, maar uit goederen bestaat. Hoe steeg
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieRuilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieUIT geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieDe CPI geeft aan hoeveel de kosten van levensonderhoud in een jaar stijgen en is daarmee een maatstaaf voor de inflatie.
Samenvatting door een scholier 1662 woorden 22 maart 2004 6,7 30 keer beoordeeld Vak Economie Economie Inkomen H2 t/m H7 (havo-4) H2 Inkomen en Inflatie 1 Nominaal inkomen: inkomen gemeten in geld Reëel
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieMeso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke
Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatie4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst
4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten
Nadere informatieDe koopkracht van je inkomen bepaald hoeveel goederen of diensten je kunt kopen, de koopkracht hangt af van je inkomen en van de prijzen.
Boekverslag door Y. 2663 woorden 10 november 2014 3.2 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Crisis! Hoofdstuk 1 Kredietcrisis Kennen: Bestedingen: De uitgaven aan goederen en diensten Koopkracht:
Nadere informatie4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: Lesbrief Welvaart Samenvatting door L. 1524 woorden 11 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie H1 t/m H5: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie
Nadere informatieGeeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november keer beoordeeld. Economie - Percent
Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november 2010 6,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie - Percent H.11 moderne productie wordt gekenmerkt door arbeidsverdeling/specialisatie.
Nadere informatieUIT VWO geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatie