=================================================================== 1. Definitiebepalingen. Artikel 1

Transcriptie

1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 14 januari 1988, ter uitvoering van de artikelen 5, derde lid, 14, tweede lid, 17 en 18 van de Landsverordening schatkistpapier (AB 1987 no. 3) Citeertitel: Landsbesluit schatkistpapier Vindplaats : AB 1988 no. 6 Wijzigingen: Geen 1. Definitiebepalingen Artikel 1 In dit landsbesluit wordt verstaan onder: de Minister : de minister van Financiën; het Land : de rechtspersoon Aruba; de Bank : de Centrale Bank van Aruba; schatkistpapier : voor een ieder verkrijgbare en verhandelbare schuldbewijzen van het Land hetzij aan toonder, hetzij aan order van nemer, hetzij op naam, in de vorm van schatkistpromessen of staatsobligaties; schatkistpromesse : schatkistpapier, hetzij aan toonder hetzij aan order van nemer, met een waarde van tienduizend florin of een veelvoud van dit bedrag, en een looptijd van drie maanden tot een jaar; staatsobligatie uitgifte emissie plaatsing uitgiftebesluit : schatkistpapier, hetzij aan toonder, hetzij aan order van nemer, hetzij op naam, met een waarde van duizend florin of een veelvoud van dit bedrag, en een looptijd van een jaar tot twintig jaren; : de beslissing van de regering tot het aangaan van een geldlening door middel van emissie van schatkistpapier; : alle handelingen verbonden aan de uitvoering van een uitgifte; : het toewijzen van schatkistpapier op basis van een openbare inschrijving; : een landsbesluit, als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Landsverordening schatkistpapier (A.B. 1987, 3); het register : het register, bedoeld in artikel Algemene bepalingen Artikel 2 1. De Bank is bevoegd bij het uitoefenen van haar taak als emissiebank iedere handelsbank als haar agent aan te stellen met betrekking tot de emissie, het beheer en de aflossing van schatkistpapier. 2. De Bank is bevoegd na overleg met de Minister aan de in het eerste lid genoemde banken ten laste van het Land vergoedingen te verstrekken voor de door hen verrichte diensten.

2 Artikel 3 1. De Bank is verplicht gedurende een periode van ten minste vijf jaren na de laatste aflossing en rentebetaling alle schriftelijke bescheiden, verband houdende met een emissie, in duplo te bewaren. 2. De Bank geeft aan alle personen, die daartoe gemachtigd zijn door de Minister, inzage in alle bescheiden, bedoeld in het eerste lid, tenzij die bescheiden tot individuele personen of rechtspersonen herleidbare gegevens bevatten. Artikel 4 1. De Bank is verplicht bij het uitoefenen van haar taak als emissiebank materiaal te gebruiken van behoorlijke en, wat de te drukken bewijzen van eigendom van schatkistpapier betreft, voldoende falsificatievoorkomende kwaliteit. 2. Staatsobligaties aan toonder of aan order van nemer worden door de Bank voorzien van een met de obligatie verbonden strook rentecoupons, vermeldende de datum waarop de rente op de desbetreffende geldlening opeisbaar wordt. Artikel 5 Aan de rechthebbende op een staatsobligatie op naam wordt steeds terstond na inschrijving in het register een certificaat daarvan verstrekt. Artikel 6 Indien de mogelijkheid hiertoe is geopend in het desbetreffende uitgiftebesluit, verwisselt de Bank op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de rechthebbende een staatsobligatie op naam in een staatsobligatie aan toonder of aan order van nemer en omgekeerd. Het verzoek tot inwisseling dient vergezeld te zijn van het in te wisselen schatkistpapier of het in artikel 5 bedoelde certificaat. Artikel 7 1. Een verzoek tot het verrichten van rechtshandelingen met betrekking tot staatsobligaties op naam dient te worden gedaan met gebruikmaking van een door de Bank vast te stellen formulier en dient vergezeld te zijn van het certificaat, bedoeld in artikel De in het eerste lid bedoelde formulieren worden kosteloos door de Bank verstrekt. 3. De Bank is gerechtigd een verzoek, bedoeld in het eerste lid, te weigeren, indien zij een verschil constateert tussen de gegevens in het verzoek en die in het register. 4. Onverminderd het in andere wettelijke regelingen bepaalde is de Bank gehouden de rechtshandelingen te verrichten, verzocht door een persoon, welke in het register niet als rechthebbende op een staatsobligatie op naam is aangeduid, indien de verzoeker aan de Bank overhandigt een verklaring van erfrecht, opgesteld door een binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigde notaris en bevattende de naam van de erflater, als de rechthebbende op de staatsobligatie op naam, en de naam van de verzoeker, al diens erfgenaam. 2

3 Artikel 8 Bij het verrichten van rechtshandelingen op verzoek van de aanbieder van schatkistpapier of van een certificaat daarvan is de Bank met betrekking tot het onderzoek naar de identiteit en mogelijke bevoegdheidsbeperkingen van die aanbieder gehouden de in het rechtsverkeer ter zake gebruikelijke zorgvuldigheid te betrachten. 3. Inschrijving op en plaatsing van schatkistpapier Artikel 9 1. Binnen een in overleg tussen de Bank en de Minister te bepalen termijn na de vaststelling van een uitgiftebesluit zal de Bank na overleg met de Minister op een door haar te bepalen wijze de informatie met betrekking tot de desbetreffende geldlening bekend te maken. 2. Wat schatkistpromessen betreft, bevat de informatie, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval gegevens met betrekking tot de wijze van plaatsing, de denominaties, de looptijd, het minimumbedrag, waarvoor moet worden ingeschreven en het courant, waarin de lening wordt gesloten en afgelost. 3. Wat staatsobligaties betreft, bevat de informatie, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval gegevens met betrekking tot de reden, waarom de regering tot het aangaan van de desbetreffende geldlening heeft besloten, de wijze van plaatsing, het rentepercentage, de denominaties, de looptijd en het courant, waarin de lening wordt gesloten en afgelost en de rente wordt uitbetaald. Artikel Iedere inschrijving dient te geschieden op een volledig ingevuld en ondertekend inschrijvingsformulier. 2. De inhoud en de vorm van de inschrijvingsformulieren worden door de Bank vastgesteld, met dien verstande dat het inschrijvingsformulier voor een geldlening in de vorm van schatkistpromessen in ieder geval bevat het bedrag, dat de inschrijver wenst te geven voor het nominale bedrag van iedere afzonderlijke schatkistpromesse, alsmede het totaal aantal promessen, terwijl het inschrijvingsformulier voor een geldlening in de vorm van staatsobligaties ten minste bevat het totaalbedrag waarvoor de inschrijver in de geldlening wenst te participeren. 3. De inschrijvingsformulieren worden op verzoek van belangstellenden door de Bank kosteloos verstrekt. Artikel 11 De Bank is bevoegd een inschrijving te weigeren, indien daarin niet voldaan wordt aan de vereisten, genoemd in artikel 10, eerste lid, en indien het gestelde op dat inschrijvingsformulier niet overeenstemt met hetgeen in het landsbesluit, bedoeld in artikel 9, eerste lid, is vermeld of met de informatie, die met betrekking tot de betreffende geldlening is verstrekt. Artikel Bij overtekening van een lening in de vorm van schatkistpromessen is de Bank verplicht de gunstigste inschrijvingen te accepteren. 3

4 Indien een lening of een gedeelte daarvan dient te worden verkregen uit inschrijvingen, die alle gelijke voorwaarden bevatten, is de Bank verplicht die inschrijvingen te verminderen met een voor ieder gelijk percentage. 2. Bij overtekening van een lening in de vorm van staatsobligaties is de Bank verplicht de inschrijvingen te verminderen met een voor ieder gelijk percentage. Inschrijvingen voor de minimum-denominatie worden niet verminderd, tenzij slechts inschrijvingen voor de minimumdenominatie zijn ingekomen; in zodanig geval beslist het lot over de plaatsing. Artikel Na afloop van de voor de inschrijving vastgestelde periode gaat de Bank over tot de plaatsing van het desbetreffende schatkistpapier, overeenkomstig het gestelde in de bekendmaking, bedoeld in artikel De Bank geeft de inschrijvers terstond schriftelijk bericht omtrent de plaatsing, voor zover die hen betreft. 3. Het schrijven van de Bank, bedoeld in het tweede lid, geldt als bewijs van eigendom van schatkistpapier en wel indien het schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer betreft, tot het tijdstip, waarop het schatkistpapier daadwerkelijk wordt uitgereikt en tot het tijdstip van inschrijving in het register, indien het staatsobligaties op naam betreft. Artikel De Bank is gehouden zo spoedig mogelijk na de plaatsing: a. aan de eigenaren van schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer het betreffende schatkistpapier uit te reiken of aangetekend toe te zenden; b. zorg te dragen voor de inschrijving van staatsobligaties op naam in het register. 2. De Bank is bevoegd om na de plaatsing van schatkistpapier op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de rechthebbende op schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer tegen inlevering van het oude schatkistpapier, en tot het nominale bedrag daarvan, nieuw schatkistpapier van een andere denominatie of van andere denominaties te verstrekken, in zoverre deze bij de Bank voorradig zijn. Artikel De Bank beheert op een haar te bepalen wijze een register, inhoudende gegevens per geldlening met betrekking tot staatsobligaties op naam. 2. Tot de in het eerste lid bedoelde gegevens behoren in ieder geval de navolgende gegevens met betrekking tot de eigenaar van of rechthebbende op staatsobligaties op naam: - indien de eigenaar een natuurlijk persoon is, diens naam, voorna(a)m(en), geboortedatum en adres; - indien de eigenaar een rechtspersoon is, deszelver firmanaam en adres. 3. Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de in het register aangegeven eigenaar van een staatsobligatie op naam wijzigt de Bank de gegevens in het register met betrekking tot die staatsobligatie. 4

5 4. Betaling van rente Artikel De rente op staatsobligaties aan toonder of aan order van nemer wordt door de Bank uitbetaald aan degene, die op of na een vervaldatum van rente het op die datum betrekking hebbende rentecoupon bij de Bank ter fine van uitbetaling aanbiedt. 2. Ieder aan de Bank aangeboden rentecoupon wordt, na uitbetaling aan de aanbieder, voorzien van het stempel van de Bank en van een handtekening van een daartoe door de President van de Bank gemachtigde werknemer van de Bank. 3. Het overeenkomstig het tweede lid gestempelde en ondertekende rentecoupon geldt als bewijs van kwijting met betrekking tot de betalingsverplichting van de Bank jegens de eigenaar van de desbetreffende staatsobligatie. Artikel De rente op staatsobligaties op naam wordt door de Bank uitbetaald aan degene die op de desbetreffende vervaldatum in het register als eigenaar van de staatsobligatie vermeld staat. 2. De uitbetaling van de rente geschiedt: a. hetzij a contant tegen kwitantie, b. hetzij in de vorm van een wissel of cheque ten laste van de Bank, c. hetzij door een overschrijving op de vervaldatum naar een door de eigenaar aangewezen bank. Artikel 18 De kwitantie, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder a, of het stempel van de Bank op een aan haar ter fine van uitbetaling aangeboden wissel of cheque, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder b, of de aantekening in de boekhouding van de Bank van een overmaking, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onder c, gelden als bewijs van kwijting met betrekking tot de betalingsverplichting van de Bank jegens de eigenaar van de desbetreffende staatsobligatie. Artikel 19 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van artikel 16 met betrekking tot aanbieding van een rentecoupon aan de Bank kan een dergelijke coupon ook ter fine van verzilvering worden aangeboden aan een overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 door de Bank als zodanig aangewezen agent. Een dergelijke aanwijzing dient ofwel te zijn opgenomen in de bekendmaking, bedoeld in artikel 9, eerste lid, ofwel ten minste 20 dagen voor de vervaldatum voor een rentecoupon te zijn bekendgemaakt in de Landscourant van Aruba en in een of meer lokale dagbladen. 5. Aflossing Artikel De aflossing van schatkistpromessen en staatsobligaties aan toonder of aan order van nemer geschiedt door aanbieding van het desbetreffende schatkistpapier aan de Bank op of na de vervaldatum daarvan. 5

6 2. De uitbetaling van de nominale waarde van het schatkistpapier, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op één van de in artikel 17, tweede lid, voorgeschreven wijzen. Artikel De aflossing van staatsobligaties op naam geschiedt na ontvangst door de Bank van een schriftelijk daartoe strekkend verzoek van degene, die als eigenaar wordt vermeld in het register. Het verzoek dient vergezeld te zijn van het certificaat, bedoeld in artikel De uitbetaling van de nominale waarde van staatsobligatie op naam, om welker aflossing verzocht is op de wijze, genoemd in het eerste lid, geschiedt op dezelfde wijze als voor de uitbetaling van rente staat voorgeschreven in het tweede lid van artikel Na uitbetaling van de nominale waarde van een afgeloste staatsobligatie op naam wordt in het register de desbetreffende inschrijving doorgehaald door een daartoe door de president van de Bank aangewezen werknemer van de Bank. Artikel In afwijking van het bepaalde in de eerste leden van de artikelen 20 en 21 kan de aflossing van staatsobligaties in termijnen plaatsvinden, indien zulks is bepaald in het uitgiftebesluit. 2. In het geval, bedoeld in het eerste lid,geschiedt de emissie in de vorm van staatsobligaties die: a. hetzij op verschillende tijdstippen als geheel aflosbaar zijn gesteld; b. hetzij zijn voorzien van een met de staatsobligaties verbonden strook kapitaalcoupons, vermeldende de verschillende tijdstippen, waarop de desbetreffende delen van de hoofdsom opeisbaar worden. Artikel Een uitgiftebesluit, dat bepaalt dat bij een geldlening in de vorm van staatsobligaties vervroegde aflossing mogelijk zal zijn, bevat tevens: a. de naam van de instantie of de person die tot de vervroegde aflossing kan besluiten; b. de datum, waarop of waarna de vervroegde aflossing kan geschieden; c. de wijze, waarop vervroegde aflossing zal geschieden. 2. De datum, bedoeld in het eerste lid, onder b, zal niet eerder liggen, dan nadat één-vierde van de looptijd van de lening verstreken is en niet later, dan nadat negen-tiende van de looptijd verstreken is, in beide gevallen met een minimum van één jaar. Artikel Indien een uitgiftebesluit bepaalt, dat de regering of de Minister tot de vervroegde aflossing van staatsobligaties kan overgaan en door een dezer een besluit daartoe wordt genomen, stelt de Bank de rechthebbenden op staatsobligaties ten minste twee weken vóór de datum, waarop de vervroegde aflossing zal plaatsvinden, door middel van een bekendmaking in de Landscourant van Aruba en in een of meer lokale dagbladen in kennis van de datum van de vervroegde aflossing. Eigenaren van staatsobligaties op naam worden daarenboven ieder afzonderlijk aangeschreven met inachtneming van dezelfde termijn. 2. Een vervroegde aflossing, welke de vorm heeft van een willekeu- 6

7 rige uitloting van een tevoren bepaald aantal staatsobligaties op een of meer tevoren bepaalde tijdstippen, zal geschieden door de Bank op een door de Bank te bepalen wijze. De Bank maakt de nummers van de uitgelote staatsobligaties bekend op de wijze, bepaald in het eerste lid. Artikel 25 Indien een uitgiftebesluit bepaalt, dat de rechthebbende tot vervroegde aflossing van de staatsobligaties ten aanzien waarvan hij rechten heeft, kan overgaan en betrokkene daartoe besluit, is de Bank verplicht om binnen 15 dagen na ontvangst van de schriftelijke bevestiging daarvan door de rechthebbende tot uitbetaling van de nominale waarde over te gaan. Artikel 26 Artikel 18 is van overeenkomstige toepassing bij de aflossing en vervroegde aflossing van schatkistpapier. 6. Verstrekking van duplicaten Artikel De Bank is verplicht voor ieder onbruikbaar geworden schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer, indien het nar haar oordeel voldoende letters en cijfers bevat om met stelligheid de aard, het nummer en het nominale bedrag te kunnen identificeren, onvoorwaardelijk een duplicaat van het betreffende schatkistpapier te verstrekken. 2. Indien onbruikbaar geworden schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer naar het oordeel van de Bank alleen een identificeerbaar nominaal bedrag vertoont doch het door haar overigens als origineel wordt beschouwd, kan de Bank een duplicaat van het betreffende schatkistpapier verstrekken, mits de aanbieder de Bank zekerheid stelt, op een wijze en tot een hoogte door de Bank te bepalen. 3. Geen duplicaat wordt verstrekt van schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer, dat is gestolen of verloren. 4. Onder schatkistpapier aan toonder of aan order van nemer worden in dit artikel tevens begrepen de rentecoupons, bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, onder b. Artikel Een verzoek tot verstrekking van een duplicaat, als bedoeld in artikel 27 dient op een door de Bank te bepalen wijze schriftelijk te worden ingediend onder bijvoeging van het onbruikbaar geworden stuk of de resterende delen daarvan. 2. Ieder duplicaat zal door de Bank worden voorzien van een stempelafdruk van het woord "Duplicaat", de datum van afgifte van het duplicaat en na de handtekening van een daartoe door de President van de Bank gemachtigde werknemer van de Bank. Artikel 29 In afwijking van het ten aanzien van de bewaartermijn bepaalde in artikel 3, eerste lid, is de Bank gerechtigd de resterende delen van een document, als bedoeld in artikel 27, na verloop van ten minste één jaar na uitreiking van het desbetreffende duplicaat te vernietigen. 7

8 Artikel Van een certificaat, als bedoeld in artikel 5, dat als verloren of gestolen wordt aangegeven, kan de Bank een duplicaat verschaffen, mits ten genoegen van de Bank wordt aangetond, dat de aanbieder recht op het certificaat had, en deze de Bank zekerheid stelt op een wijze en tot een hoogte door de Bank te bepalen. 2. Onder certificaat wordt in dit artikel mede begrepen de wissels en cheques, betrekking hebbende op de uitbetaling van zover de aflossing van schatkistpapier als de rente op staatsobligaties. 3. Op de verstrekking van duplicaten van certificaten is het bepaalde in artikel 28 van overeenkomstige toepassing. Artikel Indien in het geval, bedoeld in artikel 30, het verloren of gestolen certificaat wordt teruggevonden door, of anderszins in handen komt van de eigenaar, is deze gehouden het originele certificaat van de Bank terug te geven. Op het moment van teruggave vervalt de verplichting tot zekerheidsstelling. 2. Op het teruggegeven certificaat is het bepaalde in artikel 29 van overeenkomstige toepassing. 7. Slotbepalingen Artikel Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot en met 16 juli Het kan worden aangehaald als Landsbesluit schatkistpapier. 8