Evaluatieplan Leraar24

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatieplan Leraar24"

Transcriptie

1 Evaluatieplan Leraar24

2

3 Evaluatieplan Leraar24 Rob Martens Kees de Brabander Henk Vinken Jos Claessen Leraar24 rapportenreeks, nummer 1 april 2010 Ruud de Moor Centrum Open Universiteit

4 Bibliografische gegevens Martens, Rob Brabander, Kees de Vinken, Henk Claessen, Jos Evaluatieplan Leraar24 / Rob Martens, Kees de Brabander, Henk Vinken, Jos Claessen; Leraar24 rapportenreeks, nummer 1. Druk: Ruud de Moor Centrum, Open Unversiteit Copyright 2010, Ruud de Moor Centrum, Open Universiteit, Heerlen, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.

5 Inhoud Voorwoord...iii Leeswijzer...iv Evaluatieplan Leraar Uitgangspunten van Leraar Uitgangspunten onderzoek Leraar Eerste verkenning: vragen vanuit de projectteams...2 Centrale vraagstelling...3 Sterke behoefte aan professionalisering van docenten...3 Deelonderzoeken...5 Bekendheidsonderzoek...6 Gebruiksonderzoek...7 Kwaliteitsindex...7 Kengetallen gebruik...7 Gebruikersonderzoek...8 Motivatieonderzoek...9 Onderzoek professionaliseringseffecten...11 Vraagstelling: ontwikkelvragen...13 Hoe moet het beeldmateriaal zijn?...13 Hoe moet de inhoud opgezet zijn?...14 Hoe moet het materiaal georganiseerd worden aangeboden?...14 Onderzoek Leraar 24 Community...15 Effectief onderzoeken van ontwikkelvragen...16 Financieel-organisatorische kaders...18 Werkplan...18 Literatuur...20 Bijlage

6 ii

7 Voorwoord Voor u ligt een onderzoeksrapport uit de Leraar24 rapportenreeks. Deze reeks is eind 2009 opgezet om de opbrengsten, conclusies en resultaten uit het aan de Leraar24 gekoppelde onderzoek op een systematische en inhoudelijk onafhankelijke wijze naar buiten te brengen. Deze rapportenreeks wordt uitgebracht onder auspiciën van het Ruud de Moor Centrum, maar met nadruk moet erop gewezen worden dat hierin onderzoek wordt gepresenteerd dat weliswaar vaak onder projectleiding van het Ruud de Moor Centrum valt, maar dat zeker ook bij één van de andere partijen die participeren in Leraar24, belegd kan zijn. Het gaat hierbij om verschillende organisaties in een samenwerkingsverband, namelijk Kennisnet, Ruud de Moor Centrum, SBL en Teleac. Leraar24 is een internetplatform van, voor en door leraren. Het doel van Leraar24 is leraren te ondersteunen bij hun eigen professionalisering. Leraar24 richt zich op leraren in het PO, VO en de MBO sector. Leraar24 richt zich daarbij nadrukkelijk op álle leraren, beginners en meer ervaren leraren, vernieuwers en meer behoudende leraren. Leraar24 is een audiovisueel internet platform. Het bevat thematisch gerangschikte filmpjes en themadossiers met achtergrondinformatie, verdieping en verhalen uit de praktijk, samengesteld door groepen leraren en experts Het onderzoeken van de effecten van het materiaal dat in Leraar24 ontwikkeld is en dat wordt aangeboden via de website Leraar24.nl, op de professionalisering van leraren is bepaald niet eenvoudig. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is of en hoe Leraar24 een bijdrage kan leveren aan de breed gesignaleerde, grote noodzaak tot professionalisering bij docenten. Zelfs het interpreteren van tamelijk voor de hand liggende gegevens zoals de gebruikersstatistieken blijkt vaak al een bron van misverstanden en verwarring te zijn. De belangrijkste functie van deze rapportenreeks is daarom op een systematische wijze verzamelde kennis en inzichten naar buiten te brengen, voorzien van een "leeswijzer" waarin zo duidelijk en beknopt mogelijk wordt uitgelegd hoe de resultaten het beste geïnterpreteerd kunnen worden en wat ze betekenen voor Leraar24. Steeds wordt daarbij nagegaan hoe de beschreven resultaten passen in het Leraar24 onderzoeksprogramma. In dat programma wordt gedetailleerd beschreven wat mogelijke effecten kunnen zijn van Leraar24 en hoe deze onderzocht worden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat er verschillende voorwaardelijkheden zijn. Deze hebben we omschreven als een dominostenen-effect. We vatten dat heel kort samen hier: Wil Leraar24 een beklijvend effect hebben op de professionalisering van Nederlandse onderwijsgevenden, dan is een eerste voorwaarde dat de

8 iv naamsbekendheid van Leraar24 zodanig is dat ook een behoorlijk percentage van Nederlandse onderwijsgevenden weet dat zij gebruik kunnen maken van de multimediale database. De volgende logische stap (of dominosteen) is dan logischerwijs of naamsbekendheid ook leidt tot waardering en tot bezoek van de website Leraar24.nl. Vervolgens kan onderzocht worden welke delen het meest bekeken worden of welke dossiers het meest worden opgevraagd. Ook kan worden nagegaan wat de professionaliseringseffecten zijn van het gebruik van het materiaal in Leraar24. Omdat dit materiaal zeer divers is, is het echter lastig om te zeggen dat Leraar24 tot een bepaald percentage toename van professionalisering leidt. Het gaat altijd erom om bij specifieke delen te kijken wat de effecten zijn. Het bepalen van het effect op professionalisering is ook niet eenvoudig. Wanneer docenten bepaald beeldmateriaal gebruiken en/of erover discussiëren, verwachten wij dat dit met name een invloed zal hebben op hun professionaliseringsintentie. Met andere woorden: het gebruik van Leraar24 uur zal aanzetten tot professionaliseringsgedrag. Ook deze effecten worden onderzocht waarbij met name vanuit een motivatietheoretisch perspectief gekeken wordt. Tot slot zal ook op beperkte schaal geëxperimenteerd worden met het beeldmateriaal uit de Leraar24, in die zin dat in specifieke contexten gekeken wordt wat het effect van het materiaal is op professionaliseringsgedrag van docenten. Dit alles maakt dat het onderzoek rondom Leraar24 complex is. Dat is onvermijdelijk. Maar dat maakt het ook interessant. Deze rapportenreeks probeert dit te laten zien en zal ook steeds mogelijke conclusies aangeven van het geschetste onderzoek. Die conclusies kunnen consequenties hebben voor de verdere ontwikkeling van Leraar24 en ze kunnen worden gebruikt om een algemeen beeld te krijgen van de effecten van dit interessante initiatief. Rob Martens, programmaleider Onderzoek Leraar24. Leeswijzer Het voorliggende rapport is het startdocument in deze rapportenreeks. Het behelst een samenhangend plan voor de evaluatie van Leraar24. Dit plan omvat een reeks deelonderzoeken die zicht opleveren op de bekendheid van Leraar24.nl, het gebruik en de effecten op de professionalisering. In dit rapport wordt elk deelonderzoek kort toegelicht. Waar nodig, zullen meer complexe deelonderzoeken in een aparte publicaties worden uitgewerkt.

9 Evaluatieplan Leraar24 Uitgangspunten van Leraar24 Leraar24 is een samenwerkingsverband tussen Kennisnet, Ruud de Moor Centrum, SBL en Teleac/NOT. Volgens het goedgekeurde projectplan (Vlonk, 2008) is het centrale idee als volgt te omschrijven: Leraar24 is een internetplatform van, voor en door leraren. Het doel van Leraar24 is leraren te ondersteunen bij hun eigen professionalisering. Leraar24 richt zich op leraren in het primaire onderwijs (PO), het voortgezet onderwijs (VO) en het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Leraar24 richt zich daarbij nadrukkelijk op alle leraren, beginners en meer ervaren leraren, vernieuwers en meer behoudende leraren. Leraar24 is een audiovisueel internet platform. Het bevat thematisch gerangschikte filmpjes en themadossiers met achtergrondinformatie, verdieping en verhalen uit de praktijk, samengesteld door groepen leraren en experts. Zie In 2008 is het programma opgestart en zijn werkprocessen ingericht. Met de ervaring die daarmee is opgedaan wordt in 2009 voortgebouwd, waarbij met name gewerkt wordt aan een grotere content. Het uitbreiden en verdiepen van Leraar24 staat centraal. Belangrijk hierbij is met name de realisatie van 75 uur beeldmateriaal, en het uitwerken van 50 thema s. Daarnaast vinden er aanpassingen plaats aan het platform, waardoor dit veel meer social software kenmerken krijgt en sterker op doelgroep en user content genereren gericht zal worden. Dit uit zich concreet in het uitbreiden van doelgroep van PO en VO met MBO; het inrichten van communities van leraren; het inrichten van klankbordgroepen en lerarenpanels. Daarbij behoort de (technische) functionaliteit die wel eens als web 2.0 functionaliteit wordt aangeduid zoals identity-management, community-techniek, plaatsen van user generated content. Er vindt dus enerzijds een forse inhoudelijke (content) slag plaats, met veel vragen omtrent optimalisering van didactische inhoud, scripts en benadering en anderzijds functionaliteit waarbij een sterk toegenomen userinteractie centraal staat. Uitgangspunten onderzoek Leraar24 Volgens het goedgekeurde projectplan staat een drietal vragen centraal :

10 2 1. Hoe effectief is leren via Leraar24? 2. Hoe kan een leraar het meeste rendement uit Leraar24 halen? 3. Wat vindt de gebruiker van Leraar24? Deze vragen geven een duidelijke inperking van het in dit programma te beschrijven onderzoek. Het gaat niet om de organisatorische opzet van het project, noch om de technische realisatie ervan. Het is dus geen auditachtig onderzoek van de efficiency van het project. Ook betreft het geen marketingonderzoek, bijvoorbeeld naar de naamsbekendheid van Leraar24. Het gaat primair om onderwijskundig en onderwijspsychologisch onderzoek, met als centrale actor de docent en als centrale thematiek zijn professionalisering. Hierbij sluit het nauw aan bij het Onderzoeksprogramma van het Ruud de Moor Centrum (Martens, 2009). Het Ruud de Moor Centrum heeft de projectleiding van het Leraar24 onderzoeksprogramma. De hierboven genoemde vragen uit het algemene projectplan geven verder aan dat het onderzoek primair gericht moet zijn op de effecten en rendementen in termen van professionalisering van docenten (vragen 1 en 3). Ontwikkelvragen, die ook interessant zijn, zullen wel worden meegenomen maar zullen relatief minder aandacht krijgen (deels gerelateerd aan vraag 2 en 3). Hieronder werken we de vraagstelling verder uit. Hierbij is ook gebruik gemaakt van een verkennende oriëntatie onder de Leraar24-projectteams. Eerste verkenning: vragen vanuit de project teams Nadat medio januari duidelijk werd dat aan Lerarar24 een vervolg kon worden gegeven met een nadrukkelijk onderzoekscomponent, is begonnen met een verkenning van de onderzoekvragen zoals die nu leven bij de betrokken partijen, met name de projectleiders. Dit geeft vooral een interessant inzicht in de ontwikkelvragen die er zijn. Daarnaast is er een ook een zogeheten versnellingskamer sessie geweest. Deze kan vanuit onderzoeksperspectief worden opgevat als een vraagverheldering: wat willen we ontwikkelen en wat verwachten we dat daar de effecten van zullen zijn? Uit dit verslag (McDaniel, Pot, & Schmidt, 2009) distilleren we een overzicht (Bijlage I) waarin wordt weergegeven hoe ontwikkelaars en projectleiders in Leraar24 denken over de belangrijkste opbrengsten van het project. Rijp en groen door elkaar. Het gaat hierbij om een relatief ongestructureerde weergave van een brainstorm sessie. De opbrengsten staan in volgorde van belangrijkheid genoemd. We zien in dit overzicht duidelijk dat er veel verschillende opbrengsten verwacht worden. Leraar24 moet duurzaam effect hebben waarbij de motivatie en het gebruik docenten erg belangrijk zijn. Bovendien moet Leraar24 leiden tot community-vorming en duidelijke effecten op de professionalisering van docenten hebben.

11 Deze veelvoud aan verwachte effecten en mogelijke opbrengsten zien we terug in de tamelijk open geformuleerde centrale vraagstellingen uit het initiële project plan. Op het eerst gezicht is de set verzamelde vragen en de in de versnellingskamer benoemde mogelijke opbrengsten erg uitgebreid en onmogelijk volledig te beantwoorden of te onderzoeken binnen het huidige onderzoeksbudget. Maar nadere beschouwing laat zien dat er het nodige te ordenen en structureren valt. Voor wat betreft de verzamelde vragen blijken deze grofweg uiteen te vallen in het eerder gemaakte onderscheid tussen enerzijds effecten en rendementen in termen van professionalisering van docenten en anderzijds ontwikkelvragen. Zoals al aangegeven zullen deze laatste (voor ontwikkelaars en projectleiders natuurlijk belangrijke en interessante) vragen ook aandacht krijgen, maar op grond van de centrale vraagstelling in het goedgekeurde overkoepelende projectplan relatief minder gewicht krijgen. Centrale vraagstelling 3 Sterke behoefte aan professionalisering van docenten Een professionele school met gemotiveerde, levenslang lerende docenten, die zo kwantitatief en kwalitatief het docentenkorps vormen dat Nederland nodig heeft, is van groot belang en een punt van aanhoudende zorg (bijvoorbeeld Hendriks, 2008). Een niet onbelangrijk punt is dat de uitdagingen aan het onderwijs toenemen in termen van internationale competitie (Zie HBO raad, 2009), lerarentekort (HBO Raad, 2009; Vermeulen, 2003), toename nieuwe Nederlanders in het onderwijs, ICT revolutie (Coonen, 2005; Martens, 2007; Zwaneveld, 2005), gepercipieerde onaantrekkelijkheid van het lerarenberoep (Bastiaens, 2007; Coonen, 2005; Vermeulen, 2003), steeds snellere innovatiesnelheid in de samenleving (Coonen, 2005) en de sterke toename van de maatschappelijke druk (bijvoorbeeld zorgtaken) voor scholen (Onderwijsraad, 2008a). Daarbij wordt momenteel de druk op het onderwijs in termen van opbrengstgerichtheid fors verhoogd (Onderwijsraad, 2008b, 2008c) al dan niet terecht gebaseerd op twijfels over bijvoorbeeld de basisvaardigheden die leerlingen in het onderwijs op doen. Kortom, uitdagingen genoeg maar het is de vraag of het beroepsveld op dit moment is staat is deze goed op te pakken. Coonen (2005) waarschuwt zelfs voor een deprofessionalisering van de docent in het onderwijs en het fuikkarakter dat het beroep volgens sommigen heeft. Waar een enorm beroep wordt gedaan op een toenemende professionalisering, lijkt de praktijk soms zelfs de andere kant op te bewegen. Talentvolle leraren zouden hierdoor als eersten afhaken (cf. Vermeulen, 2003). Hier ligt dus een enorme uitdaging

12 4 en zelfs noodzaak tot expertiseontwikkeling op het gebied van professionalisering van docenten. Systematisch onderzoek naar het professionaliseren van leraren is schaars. Daarmee is de relevantie van het onderzoeksthema van dit onderzoeksproject in onze ogen hoog (cf. o.a. Bastiaens, 2007; Bergen & Vermunt, 2008; Coonen, 2005; Gerrichhauzen, 2007; Vermeulen, 2003). Onderzoek naar professionalisering is anderzijds een problematisch gebied. Professionaliseren is als begrip tamelijk moeilijk te definiëren, niet in de laatste plaats omdat het vaak informeel of zelfs onbewust verloopt (Reynders, 2008). Het gaat in ieder geval om het al dan niet bewust up to date houden van alle noodzakelijke vaardigheden die een onderwijsgevende nodig heeft om leerlingen of studenten optimaal voor te bereiden voor beroep of vervolgopleiding. Er zijn veel manieren om docenten te professionaliseren. Leraar24 is een van die mogelijkheden. Het is een audiovisueel internetplatform van, voor en door leraren met als doel dezen te ondersteunen bij hun eigen professionalisering. Leraar24 bevat thematisch gerangschikte filmpjes en themadossiers met achtergrondinformatie, verdieping en verhalen uit de praktijk, samengesteld door groepen leraren en experts. De kern van de ingreep die Leraar24 feitelijk vormt is enerzijds het gebruik van beeldmateriaal (bijvoorbeeld in de vorm van casussen) en het stimuleren van community-vorming. Op beide gebieden is al het nodige onderzoek gedaan. Onderzoek op het gebruik van beeldmateriaal in de opleiding van docenten of bij het professionaliseren van docenten laat zien dat de effecten hiervan overwegend positief zijn. Hetzelfde geldt voor het stimuleren van communities en netwerken van samenwerkende docenten om op die manier de professionalisering te bevorderen. Het gebruik van beeldmateriaal verdiept de discussie over les situaties, helpt bij het herkennen van patronen, en helpt het verbeteren van het inzicht tussen theorie en praktijk (Brophy, 2004; Seago, 2004; Sherin & van Es, 2005). Deels omdat deze technieken relatief nieuw zijn stellen Koc, Peker, & Osmanoglu (in press), echter vast dat Despite the promising findings reported above, research on the effectiveness of video and multi-media cases in teacher education is still in its infancy (p. 2). Voor het gebruiken van communities en netwerken geldt ongeveer hetzelfde. De ontwikkelingen op dit gebied gaan erg snel en er zijn duidelijke aanwijzingen in de literatuur dat er potentieel positieve effecten verwacht mogen worden op professionalisering door het gebruik van communities van docenten. Waar communities in het verleden over het algemeen beperkt bleven tot de school grenzen maakt met name nieuwe technologie het mogelijk om geografische verschillen te overbruggen en communities te vormen die de fysieke grenzen van scholen overschrijden. De kracht van de huidige commu-

13 nities is aldus onderzoekers met name gelegen in het stimuleren van professionalisering en het uit het relatieve isolement te stappen dat het docentschap vaak met zich meebrengt (bijvoorbeeld Dalgarno & Colgan, 2007; Lawson, 1997; Lave & Wenger, 1991). Zoals gezegd geldt echter ook hier dat er nog relatief weinig inzicht is in het effect van dergelijke (op technologie gebaseerde) communities, mede door de snelle ontwikkelingen op technologisch gebied (Dalgarno & Colgan, 2007). Op grond van het voorgaande concluderen we dat de overkoepelende probleemstelling van dit onderzoek dient te zijn in hoeverre en hoe Leraar24 een bijdrage kan leveren aan de breed gesignaleerde sterke noodzaak tot professionalisering bij docenten. Deelonderzoeken In de volgende subparagrafen werken we deze probleemstelling uit naar deelvragen/-onderzoeken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een eenvoudig verspreidingsmodel van het Leraar24-initiatief waarin 5 fasen worden onderscheiden. De achterliggende gedacht is dat de werking van Leraar24 in opeenvolgende fasen verloopt, waarbij elke voorgaande fase tenminste in enigermate voorwaardelijk is voor de daaropvolgende fase. In principe kunnen de volgende fasen worden onderscheiden: 1. Bekendheid 2. Gebruik 3. Professionalisering 4. Inwerking op onderwijs 5. Inwerking op het leerproces Onderzoek in alle fasen van dit model zou minstens een tienjarenplan vereisen. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. Om die reden is besloten dat het onderzoeksprogramma gericht zal zijn op de eerste drie fasen van dit model. Een eerste noodzakelijke stap is dat Leraar24 bekendheid verwerft onder docenten in primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroeps-onderwijs. Het is een open deur maar toch: als niemand Leraar24 kent, zal ook niemand er iets van opsteken. Anderzijds levert bekendheid op zich ook niets op. Naarmate Leraar24 meer bekendheid geniet, kan en moet deze vervolgens ook als bron van informatie gebruikt worden door leraren. De informatie die zo wordt verworven, moet vervolgens door leraren verwerkt worden tot kennis en vaardigheden. Daarbij veronderstellen we dat leraren zich bekwaamheden eigen maken in en door uiteenlopende professionaliseringsactiviteiten zoals zich verder in het onderwerp verdiepen, in de klas experimenteren, met collega s discussiëren, enzovoorts. Dit zal tevens gepaard gaan met gemeenschapsvorming waartoe Leraar24 mogelijkheden biedt. Feitelijk kan men de gemeenschapsvorming opvatten als 5

14 6 één van de mogelijke professionaliseringsactiviteiten. Vervolgens is het noodzakelijk dat de nieuwe kennis en vaardigheden ook daadwerkelijk tot uitdrukking wordt gebracht in de dagelijkse onderwijspraktijk. En tenslotte zullen deze veranderingen in het onderwijs effect moeten sorteren op het leren van de leerlingen. Dit effect behelst een verbetering van het leerproces, waarbij zowel efficiëntie als effectiviteit in het geding is. De onderscheiden fasen lopen vloeiend in elkaar over. Men kan ze uiteraard niet opvatten als strikt onderscheiden stappen die in hun geheel gerealiseerd moeten zijn vooraleer de volgende stap gezet kan worden. Echter een enkele keer een video bekijken is nog geen bewijs van betekenisvol gebruik van Leraar24. En in de eigen lessen een keertje iets uitproberen wat men in Leraar24 was tegengekomen, kan niet opgevat worden als een teken van toegenomen professionaliseringsgedrag. Wil men kunnen spreken van effectiviteit van Leraar24 dan moet in elke stap een zeker momentum tot ontwikkeling komen, zowel bezien vanuit de leraar individueel als vanuit groepen van leraren, voordat datzelfde moment in een volgende stap kan worden bereikt. Daarom moet in het onderzoek elke stap ook belicht worden om aan te kunnen geven in welk stadium Leraar24 op een bepaald tijdstip hoofdzakelijk functioneert en waar in dat proces zich knelpunten voordoen. De zin van de onderscheiden fasen is dat de inzichten die in deelonderzoeken wordt verworven, bijdragen aan de interpretatie van de resultaten naar de overkoepelende vraag. Achterwege blijven van een duidelijk professionaliserings-effect kan verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de intensiteit waarmee Leraar24 wordt gebruikt. Op grond van de geformuleerde centrale vraagstelling zal het onderzoek beperkt blijven tot de eerste drie fasen. Naar de doorwerking in het onderwijs en de effecten op de leerling zal geen systematisch onderzoek worden verricht. Een eenduidige toeschrijving van eventuele effecten aan Leraar24 is vrijwel onbereikbaar. Hooguit kan getracht worden in een kwalitatieve opzet de mogelijkheid van invloed van Leraar24 op onderwijs en leren te peilen. Als zodanig kan het promotie-onderzoek van W. M. M. Beurskens aangemerkt worden, waarin gepoogd zal worden om in exemplarische zin de invloed van Leraar24 bij leraren en leerlingen van een praktijkschool te verhelderen. Bekendheidsonderzoek In de eerste fase draait het onderzoek om een eenvoudige vraag: hoeveel leraren op verschillende niveaus zijn bekend met Leraar24.nl. Voor het onderzoek maken we gebruik van de jaarlijkse peiling die door Kennisnet wordt uitgevoerd. In deze peiling wordt leraren de vraag gesteld in hoeverre zij de website van Leraar24 kennen. Zij kunnen als antwoord kiezen uit

15 vier alternatieven: a) nooit van gehoord, b) wel eens van gehoord, maar niet echt bekend mee, c) wel bekend mee, maar nooit gebruikt, en d) mee bekend en gebruikt. Uit de verdeling van antwoorden per categorie van leraren kan worden afgeleid in hoeverre Leraar24 bekendheid geniet. Alternatieven a en b kunnen als negatief antwoord worden beschouwd en c en d als positief antwoord. Men zou kunnen denken dat de vraag slechts eenmalig gesteld kan worden, omdat vervolgens Leraar24 q.q. bekend is. Hoe Leraar24 bekend wordt, doet echter niet ter zake, alleen of Leraar24 bekend is. Bovendien is het zo dat het effect van het onderzoek op de bekendwording hooguit kan bestaan in een verschuiving van a naar b. Bekendheid zal worden uitgesplitst naar onderwijssector, en naar soort gebruikers (docenten en management). Bekendheid komt ook in ander onderzoek (onder meer panelonderzoek) aan de orde, waarover afzonderlijk zal worden gerapporteerd. 7 Gebruiksonderzoek Aan het gebruik van Leraar24 zijn vele aspecten verbonden, zoals de omvang, tevredenheid, type, hanteerbaarheid, enzovoort. De opzet van het onderzoek naar het gebruik weerspiegelt deze complexiteit. Verschillende aspecten worden in verschillende onderzoekingen aan de orde gesteld en verschillende onderzoekingen overlappen elkaar gedeeltelijk. Kwaliteitsindex Het bekendheidsonderzoek gaat niet alleen over de vraag naar de bekendheid. Er wordt ook gevraagd naar de kwaliteit die men aan de site toekent in de vorm van een rapportcijfer (tussen 1 en 10). Voorwaarde is uiteraard wel dat men de site in enige mate kent. Aan de hand van deze antwoorden wordt een globale kwaliteitsindex geconstrueerd. Deze behelst het percentage c en d antwoorden vermeerderd met 10 maal het gemiddelde rapportcijfer. De schaal van deze index loopt van 10 tot 200. Kennisnet gebruikt deze index in al haar onderzoek naar gebruik van webtoepassingen. Zij kent daardoor een zekere standaardisatie die de interpretatie sterk ondersteunt. Ruwweg kan daarbij gesteld worden dat een score lager dan 100 in het algemeen op problemen wijst. De index kan worden uitgesplitst naar onderwijssector. Kengetallen gebruik Webstatistieken zoals Kennisnet die verzamelt, maken het in principe mogelijk over een heel breed spectrum allerlei cijfers te verzamelen. Het spreekwoordelijk gevaar daarbij is dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Voor de evaluatie van Leraar24 zijn de volgende keuzes gemaakt:

16 8 de tijdseenheid voor dataverzameling is per maand het bezoek aan Leraar24 wordt gevolgd op drie kerndimensies: ο het aantal unieke bezoekers per maand; ο de duur per bezoek (ingedeeld naar minuten) en ο de gemiddelde duur per bezoek (uitgedrukt in seconden). Deze data worden tijdens de hele duur van Leraar24 permanent verzameld en eens per drie maanden ook in perspectief gerapporteerd. Naast deze maandelijkse dataverzameling is er de mogelijkheid om voor specifieke vraagstellingen (bijvoorbeeld welke zoektermen hanteren potentiële gebruikers? Aantal en aard inschrijvingen op Nieuwsbrieven etc.) twee maal per jaar meer de diepte in te gaan en in te zomen op andere bezoekcijfers van Leraar24. Gebruikersonderzoek Gebruikersonderzoek vindt tenminste op twee manieren plaats, te weten via de diepte- en via de breedtepanelonderzoeken van SBL. Het dieptepanel bestaat uit docenten die in verschillende regio s van SBL regelmatig bijeenkomen. Het gaat om ongeveer 10 docenten in 8 regio s die dekkend zijn voor heel Nederland en de sectoren po, vo en mbo. Deze docenten bezoeken doorgaans scholen om informatie te werven en collegiale uitleg te geven over bekwaamheidseisen en andere kwaliteitsinstrumenten in het onderwijs. Zij geven in het kader van het gebruiksonderzoek deels in groepsbijeenkomsten oordelen over Leraar24 in zijn geheel en de videofilms en dossiers op de site van Leraar24 in het bijzonder. De keuze voor de te beoordelen videofilms en dossiers kan vooraf gegeven zijn (bijvoorbeeld omdat contentontwikkelaars zoals de redacties bij SBL, Teleac of het Ruud de Moor Centrum, specifieke vragen over bepaalde films of dossiers hebben), maar hoeft dat niet te zijn. De docenten kunnen ook content naar eigen keuze beoordelen, bijvoorbeeld content op een onderwerp waar zij zich zelf in wensen te professionaliseren. Behalve in groepsbijeenkomsten worden de docenten gevraagd via online vragenlijsten hun oordeel te geven. Ook worden ze uitgenodigd om het invullen van online enquêtes te vragen aan een klein groepje collega s op de scholen waar zij werken of die zij bezoeken. Op die manier ontstaat een sneeuwbaleffect en kan de respons worden vergroot. In het voorjaar van 2009, het startjaar van Leraar24, is zowel een dieptepanelonderzoek geweest naar de functionaliteiten van Leraar24 (werkt alles technisch gezien op de site, is de opzet efficiënt en prettig, etc.), naar de bekendheid en relevantie (van onderdelen van) Leraar24 en naar de kwaliteit van dossiers (zelfgekozen). In de zomer van 2009 zijn nog eens 2 panelonderzoeken gedaan naar de kwaliteit van het videomateriaal, zowel voorgeselecteerde als zelfgekozen video s. In het najaar van 2009 volgde nog een panelbijeenkomst over de kwaliteit van de dossiers (ditmaal voor-

17 geselecteerd). In 2010 ligt het plan voor om nog 2 panelbijeenkomsten te houden over Leraar24 en 2 online vragenlijsten bij deze groep. Er moet gewaakt worden voor de kans dat de doelgroep overvraagd wordt en zij onbetrouwbare antwoorden geven op vragenlijsten die als een last worden ervaren. De thema s voor deze panelbijeenkomsten en vragenlijsten worden door SBL in samenspraak met de partners in Leraar24 bepaald. We gaan er hier vanuit dat in 2011 ook weer maximaal 4 dieptepanelonderzoeken plaatsvinden. Het breedtepanel is een panel van ongeveer 3000 docenten die bij SBL als zodanig bekend zijn (uit een relatiebestand van ongeveer 8000 contacten). Het ligt in de rede het breedtepanel mede vanwege enquêtemoeheid onder onderwijsgevenden slechts enkele malen per jaar gericht in te zetten. In het startjaar 2009 is eerst en vooral ingezet op de dieptepanels om zo bij kernvertegenwoordigers van de beroepsgroep de nodige (ook kwalitatieve) informatie te verkrijgen die het opzetten van een vragenlijst voor het breedtepanel faciliteerde. Na intensieve voorbereidingen in het najaar van 2009 is begin 2010 een eerste breedtepanelmeting verricht. Hierin is met name nagegaan hoe Leraar24 gebruikt is (bijvoorbeeld individueel of in de klas) en wat de ervaringen en waardering zijn van verschillende onderdelen van Leraar24 (bijvoorbeeld video s en dossiers). Ook is een directe link gelegd tussen Leraar24-gebruik en de inzet op competentieontwikkeling. Hiertoe zijn docenten een aantal uitspraken over het nut van Leraar24 voor de verschillende competenties voorgelegd. Een en ander is af te zetten tegen onderwijssector, aantal jaren onderwijservaring en de generieke mate van leerbereidheid. De resultaten van dit panel worden in het voorjaar van 2010 verwacht. In het voorjaar van 2010 wordt opnieuw een breedtepanelonderzoek uitgevoerd. In het onderzoek wordt ingezoomd op de ontwikkeling van bekwaamheidseisen en de rol die Leraar24 hierin kan spelen. Een tweede breedtepanelonderzoek staat gepland voor het najaar Ook hier geldt dat de thematiek wordt bepaald door SBL in nauwe samenspraak met de partners in Leraar24. Voorlopig kan worden uitgegaan van een zelfde aantal breedtepanelonderzoeken in Motivatieonderzoek Om uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van het gebruik van Leraar24 is het van groot belang om inzicht te verwerven in de sterkte en de aard van de motivatie waarmee leraren de informatie binnen Leraar24 tot zich nemen. In het onderzoeksplan ten aanzien van het gebruiksonderzoek neemt motivatie ook een centrale plaats in. De twee kernvariabelen in dit onderzoek zijn de mate waarin de gebruikers geïnteresseerd zijn in de verschillende onderwerpen (interesse) en de waarde die leraren toekennen aan de uitkomsten van hun exploratieactiviteiten (persoonlijke waarde, maar

18 10 ook de waarde voor het onderwijs en de school). De conceptualisering van motivatie die we in dit onderzoek als uitgangspunt nemen, is gebaseerd op een integratie van meerdere motivatie-theorieën. De argumentatie en verdere uitwerking ervan wordt in detail beschreven in een afzonderlijke, interne publicatie. Het heeft weinig zin om de motivatie met betrekking tot het materiaal van Leraar24 in globale zin te onderzoeken, dat wil zeggen zonder aandacht te hebben voor de spreiding die verbonden is met de grote variëteit aan onderwerpen. Om die reden moet de motivatie in specifieke zin bevraagd worden. We onderzoeken dus de motivatie met betrekking tot specifiek onderwerpen die in Leraar24 wordt aangesneden en niet de motivatie voor Leraar24 als geheel. Uiteraard kunnen motivatiegegevens achteraf geaggregeerd worden, maar de interpretatie daarvan is steeds mede gebaseerd op gegevens over spreiding. De opzet van dit onderzoek behelst dat leraren na kennisneming van een video een beperkt aantal vragen krijgen voorgelegd, onder meer in hoeverre ze de video als interessant hebben ervaren en of datgene wat ze ervan hebben opgestoken waardevol was. In dit onderzoek wordt voorts ook een poging ondernomen om de beantwoording te koppelen aan anonieme, maar niettemin individuele personen door hen aan de hand van vier eenvoudig herhaalbare standaardvragen te voorzien van een vrijwel unieke individuele code. Het nut van deze opzet is dat herhaalde bezoeken en herhaalde responsies van dezelfde persoon zo geheel anoniem aan individuele bezoekers verbonden blijven. In onderzoekstechnische zin is dit van belang omdat hiermee observaties, afkomstig zijn dezelfde persoon, niet ten onrechte als onafhankelijk worden behandeld. Een additioneel voordeel van deze opzet is dat een beperkt aantal biografische en situatiegegevens van docenten in het onderzoek betrokken kunnen worden omdat ze, gekoppeld aan dezelfde code, slechts eenmalig ingevoerd hoeven te worden. De webtoepassing waarmee de motivatieaspecten bevraagd worden, kan aan de hand van de gevormde code gemakkelijk de bijbehorende gegevens uit het bestand opdiepen en ter correctie aanbieden. Een interpretatie van de uitkomsten van deze gegevens dient plaats te vinden op basis van patronen in de verdeling van scores over (categorieën van) leraren en (categorieën van) onderwerpen. Uiteraard is daarbij mede de aandacht gericht op ontwikkelingen in de tijd. Er is namelijk geen eenduidig criterium op grond waarvan effectiviteit bepaald kan worden. Op basis van patronen van waardering bij verschillende onderwerpen, verschillende groepen leraren en het verloop daarvan in de tijd moet dan een interpretatie ontwikkeld worden over de het niveau van motivatie dat het materiaal op Leraar24 weet op te roepen.

19 Over motivatie wordt tweejaarlijks gerapporteerd. Aan het eind van de onderzoeksperiode wordt een samenvattend overzicht geproduceerd. 11 Onderzoek professionaliseringseffecten Onderzoek naar het professionaliseringseffect is de laatste centrale schakel in het evaluatieplanleraar24. Professionalisering behelst het ontwikkelen van beroepsgerichte competenties, competenties om de eigen professionele ontwikkeling te sturen en het streven naar kwaliteitsverbetering en vernieuwing. Gegeven de veelheid van onderwerpen is het een onmogelijke opgave om systematisch te onderzoeken welke specifieke competenties leraren ontwikkelen en verfijnen en in welke mate. In het onderzoek naar professionaliseringseffecten wordt gezocht naar een evenwichtige balans tussen ideaal en haalbaarheid. Langs vier wegen zal onderzocht worden in hoeverre leraren inhoudelijk profiteren van Leraar24. In globale zin zal het gevoel van competentie van leraren onderzocht worden ten aanzien van een reeks omvattende categorieën van taken. Deze inschattingen kunnen in verband worden gebracht met de mate waarin gebruik wordt gemaakt van Leraar24. Daarnaast worden indicaties verzameld over de mate waarin Leraar24 leidt tot het verwerven of verder ontwikkelen van specifieke competenties. Vanwege de variatie in het aanbod van Leraar24 zal dit deel van het onderzoek een tentatief karakter hebben. Voor dit onderzoek maken we gebruik van een zeer oud instrument dat door De Groot (1974; Van Kesteren, 1993)) is ontwikkeld: het zogenaamde leerverslag. Dit instrument is een poging om enigszins greep te krijgen op idiosyncratische leerervaringen. Het instrument behelst in zijn eenvoudigste vorm slechts de vraag om zoveel mogelijk leerervaringen te beschrijven. Na uitvoering van een bepaalde leeractiviteit krijgt de respondent de vraag voorgelegd om voor elke leerervaring waarvan hij zich bewust is, de openingszin Ik heb geleerd. aan te vullen. Op dit stramien kan gevariëerd worden door de openingszin bij voorbaat op te splitsen in verschillende categorieën en de respondent naar leerervaringen per categorie te bevragen. De categorieën die daarvoor in dit onderzoek in aanmerking komen zijn de vijf leerfuncties die Kessels (Kessels, 1998; Kessels, Verdonschot, Kwakman, & Keursten, 2004) onderscheidt: leerervaringen met betrekking tot inhoudelijke kennis en vaardigheden, probleemoplossings-vaardigheden, reflectieve vaardigheden, samenwerken en zelfregulatie van affecten en emoties. Een belangrijk aspect van professionalisering is het streven naar kwaliteits-verbetering en vernieuwing. Behalve een inventarisatie van wat de leraar opsteekt van Leraar24 zal daarom in het onderzoek ook en vooral aandacht besteed worden aan de mate waarin Leraar24 bijdraagt aan het streven naar verbetering en vernieuwing van de eigen onderwijspraktijk. Op de eerste plaats wordt onderzocht in hoeverre Leraar24 leidt tot verdere pro-

20 12 fessionaliserings-activiteiten. Gepoogd zal worden te achterhalen in hoeverre Leraar24 bijdraagt aan het ontwikkelen van verdere activiteiten zoals raadplegen van nadere literatuur, experimenteeractiviteiten in de eigen onderwijspraktijk, reflectie en zelfevaluatie en samenwerkend leren (Kwakman, 2003). De gemeenschapsvorming waartoe Leraar24.nl de mogelijkheid biedt, neemt onder deze activiteiten een bijzondere plaats neemt in. Daarnaast zal worden onderzocht in hoeverre het gebruik van Leraar24 bijdraagt aan een positieve houding van de onderwijsgevenden ten opzichte van professionaliseringsactiviteiten. Dit onderzoek naar het effect op verbetering en vernieuwing zal in theoretisch opzicht vooral gebaseerd worden op de theorie van gepland handelen van Ajzen en Fishbein ( theory of planned behavior, zie bijvoorbeeld Ajzen, 2001). Belangrijke constructen in deze theorie hebben betrekking op de houding (in engere zin), geldende normen in de werkcontext en competenties. Deze drie factoren bepalen de gedragsintentie en in aansluiting daarop het daadwerkelijke gedrag. Al deze constructen hebben uiteraard betrekking op professionaliseringsactiviteiten. Het onderzoek naar gevoel van competentie in globale zin en naar professionaliserings-activiteiten wordt uitgevoerd als een systematische sondering waarin in een steekproef van scholen een aantal docenten gevraagd wordt aan de hand van een gesloten vragenlijst om hun gevoel van competentie en de diversiteit en intensiteit van hun professionaliseringsactiviteiten te beschrijven. Daarnaast wordt eveneens de diversiteit en de intensiteit van hun Leraar24-gebruik vastgesteld. Door ook in dit onderzoek gebruik te maken van de bij het motivatieonderzoek beschreven unieke anonieme code zal het mogelijk zijn om de daar verkregen gegevens te koppen aan het onderzoek naar professionaliseringshouding en -gedrag. Het aantal scholen dat in dit onderzoek wordt betrokken is gelijk verdeeld over verschillende onderwijsniveaus. Het aantal scholen moet daarbij van dien aard zijn dat verwacht mag worden, dat de groep docenten die daarmee verworven wordt, per niveau representatief is. Deze opzet is gekozen omdat vermoed mag worden dat de impact van Leraar24 gemodereerd wordt door de school. De schoolcultuur kan daarbij versterkend of verzwakkend werken. Met behulp van meerniveau-analyse zal deze veronderstelling dan nader getoetst worden. De relatie tussen Leraar24 en effectmaten zal uiteraard geen sluitende conclusies kunnen toestaan over oorzakelijke verbanden, maar de mogelijkheid daarvan wordt verder geëxploreerd door steekproefsgewijze interviews met docenten om de volgtijdelijkheid van professionaliseringsactiviteiten en gebruik van Leraar24 te exploreren. In hoeverre was in de beleving van de respondenten het gebruik van Leraar24 het gevolg van het niveau van professionaliseringsactiviteit dan wel andersom? Het onderzoek naar meer specifieke competenties, dat wil zeggen naar wat men concreet opsteekt uit Leraar24, zal worden gekoppeld aan het mo-

Leraar24 in de eerste vier maanden van Bezoekcijfers in het licht van aanbod en publiciteit

Leraar24 in de eerste vier maanden van Bezoekcijfers in het licht van aanbod en publiciteit Leraar24 in de eerste vier maanden van 2010 Bezoekcijfers in het licht van aanbod en publiciteit Leraar24 in de eerste vier maanden van 2010 Bezoekcijfers in het licht van aanbod en publiciteit Henk Vinken

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017 Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn 28 juni 2017 Inleiding Vier in balans-monitor 2017 Hoe is het gesteld met de inzet van ict in het onderwijs? Kennisnet vraagt scholen hiernaar en bundelt de resultaten

Nadere informatie

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3 N W Fase B O Z Entree Leerstijlen Versie 0.1: januari 20]3 2013 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 Inleiding 2 Indeling 4 Strategie 6 Leerstijl Ieder mens heeft zijn eigen leerstijl. Deze natuurlijke

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A. Betreft: Bij: Auteur(s): Najim Belkadi Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.1 2018 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017 2016 PQR, all rights reserved. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, op geautomatiseerde wijze opgeslagen of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze,

Nadere informatie

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig. Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Rapportage voor Koning Willem I. College Opleiding Manager/ondernemer horeca van de Middelbare Horecaschool (MHS) HOGESCHOOL UTRECHT Wenja Heusdens, MSc

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Opgaven Niveau 5 MBA Peter Kuppen Frans van Luit Bedrijfsadministratie MBA Niveau 5 Opgaven Opgaven Bedrijfsadminstratie MBA Niveau 5 P. Kuppen F. van Luit Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Students Voices (verkorte versie)

Students Voices (verkorte versie) Lectoraat elearning Students Voices (verkorte versie) Onderzoek naar de verwachtingen en de ervaringen van studenten, leerlingen en jonge, startende leraren met betrekking tot het leren met ICT in het

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Helder &Wijzer Mijn opdrachten In een kort, blended programma In het kort Voor wie docenten/trainers die blended opdrachten willen leren ontwerpen en ontwikkelen

Nadere informatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt

Nadere informatie

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel

SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel 3/10/2012 TRIO SMC SYLLABUS SECURITY AWARENESS WORKSHOP Personeel Pagina 1 van 9 Verantwoording 2012 Uniformboard te Vianen en 2012 Trio SMC te Almere. Copyright 2012 voor de cursusinhoud Trio SMC te Almere

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen * 1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen begeleiding/organisatie * Studentonderzoek? Eigen onderzoek?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 vormt de algemene inleiding van het proefschrift. In dit hoofdstuk beschrijven wij de achtergronden, het doel, de relevantie en de context van het onderzoek, en de

Nadere informatie

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek Prof. dr. Perry den Brok Betrokkenen Connect College (opdrachtgever) Kennisnet (subsidie onderzoek) Technische Universiteit Eindhoven

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands

MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Basisstudie in het boekhouden

Basisstudie in het boekhouden OPGAVEN Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren, P. Kuppen, E. Rijswijk Zevende druk Basisstudie in het boekhouden Opgavenboek Opgavenboek Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Grafentheorie voor bouwkundigen

Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen Grafentheorie voor bouwkundigen A.J. van Zanten Delft University Press CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Zanten, A.J. van Grafentheorie voor bouwkundigen /

Nadere informatie

Wordt Lesson Study lessenstudie? Onderzoek naar de effectiviteit en bruikbaarheid van Lesson Study in de Nederlandse context

Wordt Lesson Study lessenstudie? Onderzoek naar de effectiviteit en bruikbaarheid van Lesson Study in de Nederlandse context Wordt Lesson Study lessenstudie? Onderzoek naar de effectiviteit en bruikbaarheid van Lesson Study in de Nederlandse context Siebrich de Vries, Gerrit Roorda & Klaas van Veen 9 mei 2017 Professionaliseringsaanbod

Nadere informatie

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten Samenvatting 142 Samenvatting Leerlingen van nu zullen hun werk in steeds veranderende omstandigheden gaan doen, met daarbij horende eisen van werkgevers. Het onderwijs kan daarom niet voorbijgaan aan

Nadere informatie

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016 Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016 Eerste inzichten v Rotterdam, december 2016 Inleiding tot deze eerste inzichten Inleiding tot ons onderzoek FinTouch doet 2-jaarlijks onderzoek

Nadere informatie

Taal en Taalwetenschap

Taal en Taalwetenschap Taal en Taalwetenschap Antwoorden bij de opdrachten René Appel, Anne Baker, Kees Hengeveld, Folkert Kuiken en Pieter Muysken (redactie) Blackwell Publishers 2002 by Blackwell Publishers Ltd a Blackwell

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

PASSEND ONDERWIJSONDERZOEK SAMEN ONDERZOEKEND LEREN. José van Loo

PASSEND ONDERWIJSONDERZOEK SAMEN ONDERZOEKEND LEREN. José van Loo PASSEND ONDERWIJSONDERZOEK SAMEN ONDERZOEKEND LEREN José van Loo CNV Schoolleiders 6 november 2014 Onderzoek? Onderzoekende houding Onderzoeksmatig leiderschap Onderzoekende schoolcultuur Onderzoekende

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De datateam methode. Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen. Succesexpo School aan Zet , Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp

De datateam methode. Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen. Succesexpo School aan Zet , Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp De datateam methode Onderzoeksbevindingen en praktijkervaringen Succesexpo School aan Zet 01-10-2015, Eindhoven Lisa Moonen en Kim Schildkamp Contactpersoon: Kim Schildkamp, k.schildkamp@utwente.nl Inleiding

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Leraar24 in Onderzoek, nummer 2, februari 2011. bekijken of het onderzoeksprogramma

Leraar24 in Onderzoek, nummer 2, februari 2011. bekijken of het onderzoeksprogramma Leraar24 in Onderzoek, nummer 2, februari 2011 Introductie Bij de start van Leraar24 is uit de vier partnerorganisaties een groep samengesteld die onderzoek doet naar de bekendheid, het gebruik en de effecten

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL Hoe het drieslagmodel kan worden ingezet ter ondersteuning van het getalbegrip in de realistische rekenles. Het belangrijkste doel van school is niet

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende

Nadere informatie

Auteurs boek: Vera Lukassen en René Valster Titel boek: Basis Computergebruik Versies: Windows 7 & Windows 8

Auteurs boek: Vera Lukassen en René Valster Titel boek: Basis Computergebruik Versies: Windows 7 & Windows 8 Auteurs boek: Vera Lukassen en René Valster Titel boek: Basis Computergebruik Versies: Windows 7 & Windows 8 2014, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl Eerste druk: Augustus 2014 ISBN: 978-94-91998-03-4

Nadere informatie

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs Inhoudsopgave: Het belang van volgens kabinet Balkenende IV Het belang van volgens kabinet Balkenende IV 1 Bramediawijs als onderdeel van het lokaal

Nadere informatie

SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs"

SAMENVATTING ONDERZOEK Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs" Doel- en probleemstelling SLO speelt als het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling een belangrijke rol in het vertalen

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse

Nadere informatie

Handleiding Sprintkompas. Een instrument voor reflectie op het bètatechniekbeleid van hogescholen en universiteiten

Handleiding Sprintkompas. Een instrument voor reflectie op het bètatechniekbeleid van hogescholen en universiteiten Handleiding Sprintkompas Een instrument voor reflectie op het bètatechniekbeleid van hogescholen en universiteiten Colofon Titel Handleiding Sprintkompas Auteur Hester Smulders, Marga de Weerd Versie 1

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Inhoudsopgave Schoolondersteuningsprofiel 04NS00 Christelijke Montessorischool Toelichting... 3! DEEL I! INVENTARISATIE... 6! 1! Typering van de school... 7! 2! Kwaliteit basisondersteuning... 7! 3! Basisondersteuning...

Nadere informatie

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 8, 9 en 0 juni 017 te Antwerpen Melline Huiskamp (Iselinge Hogeschool), Emmy Vrieling (Open Universiteit) en Iwan Wopereis (Open Universiteit) Titel: Waardevol

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs Tijdschrift voor Didactiek der β-wetenschappen 22 (2005) nr. 1 & 2 53 Oratie, uitgesproken op 11 maart 2005, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Professionalisering in het bijzonder in het onderwijs

Nadere informatie

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding Mark Hoogenboezem, ROC Midden Nederland (met aanvullingen vanuit de docenten opleiding rekenen mbo: Vincent Jonker, Fokke Munk, Rinske Stelwagen, Monica

Nadere informatie

spoorzoeken en wegwijzen

spoorzoeken en wegwijzen spoorzoeken en wegwijzen OVERZICHT OPLEIDINGEN OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht leiderschap Opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap zijn termen die de afgelopen jaren veelvuldig

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten Do-mi-le 15 mei 2014 Carlos van Kan Onderzoeker carlos.vankan@ecbo.nl Mijn professionele interesse Het helpen ontwikkelen van een kritisch onderzoeksmatige

Nadere informatie

Functioneel beheer in Nederland

Functioneel beheer in Nederland Functioneel beheer in Nederland Achtergrond Op initiatief van Marjet Smits (ad Matres), Martijn Buurman (Functioneel-beheerder.com) en Günther Nijmeijer (inmezzo) is eind 2012 de eerste verkiezing voor

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs

Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs VELON/VELOV CONFERENTIE Brussel, 4-5 februari 2016 Omgaan met Bumpy Moments in de context van Technisch Beroepsonderwijs Fontys Hogescholen, Eindhoven Dr. E. Klatter, Dr. K. Vloet, Dr. S. Janssen & MEd

Nadere informatie

Analyserapport. Kennismonitor Dementie Intramuraal. Afdeling Groep 6

Analyserapport. Kennismonitor Dementie Intramuraal. Afdeling Groep 6 Analyserapport Kennismonitor Dementie Intramuraal Organisatie Zorginstelling A Afdeling Groep 6 Kennismonitor Kennismonitor Dementie Intramuraal Deelnemers met account 37 Deelnemers gestart 37 Deelnemers

Nadere informatie

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Expert 2013. 2013, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl Eerste druk: November 2013

Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Expert 2013. 2013, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl Eerste druk: November 2013 Auteur boek: Vera Lukassen Titel boek: Excel Expert 2013 2013, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl Eerste druk: November 2013 ISBN: 978-90-820856-4-8 Dit boek is gedrukt op een papiersoort

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip Schoolondersteuningsprofiel 11BF00 De Mienskip Inhoudsopgave Inhoud Toelichting... 4 DEEL I INVENTARISATIE... 7 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 8 3 Basisondersteuning...

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Opinies van gebruikers over Leraar24. SBL-lerarenpanel januari - februari 2010

Opinies van gebruikers over Leraar24. SBL-lerarenpanel januari - februari 2010 Opinies van gebruikers over Leraar24 SBL-lerarenpanel januari - februari 2010 Opinies van gebruikers over Leraar24 SBL-lerarenpanel januari - februari 2010 Bibi van Wolput Henk Vinken Leraar24 rapportenreeks,

Nadere informatie

Financiële rapportage en analyse MBA

Financiële rapportage en analyse MBA Financiële rapportage en analyse MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! > WAAROM? > WIE WE ZIJN INHOUD > WAAR WE IN GELOVEN > WAT WE BEOGEN 6 THEMA S 1. DE BEDOELING VOOROP > 2. LEER-WERK-LEEF > 3. LIEFDE VOOR LEREN > 4.

Nadere informatie

Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie. Rapportage. Mei, s-hertogenbosch

Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie. Rapportage. Mei, s-hertogenbosch Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie Rapportage Mei, 2016 s-hertogenbosch Inhoud Introductie... 2 Opzet van het onderzoek... 2 Resultaten... 2 Conclusies, interpretaties en aanbevelingen... 2

Nadere informatie

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere Paper 1 Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere Plan van aanpak profielproduct Inleiding Leerlingen die het vak M&O hebben gekozen

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007 Aan de slag in beroep en bedrijf februari 2007 Branche Uitgevers 1 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Gepersonaliseerd Leren

Gepersonaliseerd Leren Gepersonaliseerd Leren Afsluiting 2013/2014 Knelpuntregio IJssel/Veluwe 24/6/2014 Isendoorn College Onderzoek Ontwerpgericht onderzoek: aanpak gebaseerd op de principes van ontwerponderzoek (Van den Akker,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Bedrijfsarts. DOCUMENT Gebruikershandleiding Bedrijfsarts, versie 1.02

Gebruikershandleiding. Bedrijfsarts. DOCUMENT Gebruikershandleiding Bedrijfsarts, versie 1.02 Gebruikershandleiding Bedrijfsarts DOCUMENT, versie 1.02 DATUM 6-8-2014 AUTEUR I-Signaal Copyright 2014 i-signaal B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie)

Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo. Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Dr. Harm van Lieshout (redactie) Co-makership rond Leven Lang Leren in het hbo Januari 2012 Hanzehogeschool Groningen Colofon Titel Co-makership rond Leven

Nadere informatie