SUBSIDIEBELEID KUNST EN CULTUUR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SUBSIDIEBELEID KUNST EN CULTUUR"

Transcriptie

1 Gelet op artikel 5 lid 2 van de algemene subsidieverordening stelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel het volgende beleid vast voor de subsidiebegrotingspost kunst en cultuur. Artikel 1 1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die de actieve of passieve kunstdeelname van inwoners van de gemeente Boxtel bevorderen. De activiteiten moeten betrekking hebben op amateurkunst. Er wordt geen subsidie verstrekt voor het in stand houden van de organisatie. 2. Subsidie voor activiteiten die niet worden georganiseerd door kunstenaars/organisaties uit Boxtel, komen alleen voor subsidie in aanmerking indien het een kunstvorm betreft die Boxtel niet kent. Bovendien dient een dergelijke activiteit gericht te zijn op het Boxtelse publiek. 3. Voor een bepaalde activiteit wordt slechts maximaal vijfmaal subsidie verstrekt. Artikel 2 1. Onder amateurkunst wordt verstaan het niet beroepsmatig op een creatieve manier tot uiting of voorstelling brengen van gedachten of gevoelens. 2. Alleen activiteiten die in collectief verband worden beoefend kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling van het individu zoals filmen, fotografie, beeldende kunst, naaldkunst, pantomime etc. komen niet voor subsidie in aanmerking ook al worden die in groepsverband uitgeoefend. Artikel 3 1. De activiteiten en/of de organisatie dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen: - de begroting is reëel en sluitend, indien aan de hand van het toe te kennen subsidiebedrag de begroting wordt aangepast, dient de aangepaste begroting reëel en sluitend te zijn; - de aanvrager heeft over het betrokken jaar voor eenzelfde of andere activiteit nog geen subsidie gehad op basis van dit beleid; - de organisatie beschikt over voldoende organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteit; - als de aanvrager een gesubsidieerde instelling is, dient de activiteit niet te behoren tot de normaal door aanvrager te ontplooien activiteiten; - de activiteit kan zonder subsidie niet gerealiseerd worden hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden hetzij uit een combinatie daarvan. 2. Commerciële activiteiten worden niet gesubsidieerd. Artikel 4 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 25% van de begrote kosten van de activiteit. Indien de daadwerkelijke kosten lager zijn, bedraagt de subsidie 25% van de daadwerkelijke kosten. Vindt het optreden plaats in het Podium Boxtel, dan wordt een extra subsidie verstrekt van maximaal 500,-- als gedeeltelijke compensatie voor de huur van de ruimte. De hoogte van de totale subsidie is nooit hoger dan 5000, Per jaar is voor subsidie een bedrag van ,-- beschikbaar. De aanvragen worden vier keer per jaar in behandeling genomen en afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Bij onvolledige aanvragen wordt de aanvraag geacht te zijn binnengekomen op de datum dat de aanvraag volledig is. Indien er meerdere volledige aanvragen zijn van dezelfde datum en deze binnen het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd, vindt prioritering plaats aan de hand van de omvang van het publieksbereik, ongeacht de aard van de activiteit.

2 Artikel 5 1. Het college kan voor activiteiten die hebben plaatsgevonden maar waarvoor geen subsidie is verstrekt, een waarderingssubsidie toekennen. 2. Onder een waarderingssubsidie wordt verstaan een waardering van het college voor een activiteit, zonder dat de hoogte daarvan afhankelijk is van de aan de activiteit verbonden lasten, baten, uitgaven en inkomsten. Artikel 6 Het college kan voorwaarden verbinden aan de subsidie. Artikel 7 De subsidie kan worden geweigerd als er andere al dan niet gemeentelijke subsidieregelingen zijn waar een beroep op kan worden gedaan.` Artikel 8 Alle aanvragen worden viermaal per jaar behandeld. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, de burgemeester de secretaris de heer F.J.H.M. van Beers de heer J.K. Fraanje

3 TOELICHTING In het beleidsprogramma is door de raad vastgelegd dat hoge prioriteit moest worden gegeven aan het begrip sociale duurzaamheid. Naar aanleiding van deze beleidspijler is de notitie Boxtel geboeid door kunst tot stand gekomen. Sociale duurzaamheid kan namelijk op verschillende manieren worden beïnvloed en een van die manieren is kunst en cultuur. Kunst en cultuur spelen een belangrijke rol bij sociale duurzaamheid omdat het mensen met elkaar verbindt. Uitgangspunten van het beleid Boxtel geboeid door kunst zijn: - het bevorderen van actieve en passieve kunst- en cultuurdeelname; - het ontwikkelen en in stand houden van kunst en culturele waarden; - toegankelijk maken van kunstobjecten. Het bevorderen van actieve en passieve kunstdeelname is het uitgangspunt bij deze subsidieregels. Budget Kunst & Cultuur Beleidsdoelstellingen zijn doorgaans alleen maar te verwezenlijken als er ook budget voor wordt vrijgemaakt. Jaarlijks wordt er dan ook een budget vrijgemaakt voor kunst en cultuur. Met ingang van 2007 is dit een structureel budget geworden en is de hoogte vastgesteld op ,--. Door diverse organisatie en voor diverse activiteiten wordt jaarlijks een beroep op dit budget gedaan. Omdat er geen criteria ontwikkeld zijn aan de hand waarvan bepaald kan worden of een bepaalde activiteit voor subsidie in aanmerking komt is het lastig om de aanvragen te beoordelen. Nu het budget structureel is geworden nijpt dit probleem meer en is het nog belangrijker om te komen tot subsidieregels zodat het budget op consistente en transparante wijze wordt verdeeld. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Algemeen Dit beleid regelt de subsidie voor activiteiten op het gebied van kunst. Het gaat om de materiële bepalingen (met materiele bepalingen wordt bedoeld regels die aangeven aan wie en waarvoor subsidie wordt verstrekt) want de algemene regels (procedure, intrekking, weigeringsgronden etc.) zijn geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Abw) en de daarop gebaseerde Algemene Subsidieverordening (ASV). De Algemene wet bestuursrecht en Algemene subsidieverordening geven samen een gedetailleerde regeling van het proces van subsidieverstrekking. Naast het onderhavige beleid dient dus altijd de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening geraadpleegd te worden. Artikel 1 In dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat voor wat betreft de te subsidiëren activiteiten aangesloten wordt bij het beleid Boxtel geboeid door kunst, door uit te drukken dat de activiteiten gericht moeten zijn op actieve of passieve kunstdeelname. Dit artikel maakt ook duidelijk dat slechts activiteiten worden gesubsidieerd. Kosten voor het in stand houden van de organisatie worden niet gesubsidieerd. Een evenement op het gebied van amateurkunst valt ook onder artikel 1 en kan ook voor subsidie in aanmerking komen.

4 Verder regelt dit artikel dat voor een bepaalde activiteit die periodiek plaatsvindt, maximaal vijfmaal subsidie wordt verstrekt. Achtergrond is dat het budget niet bedoeld is voor structurele activiteiten. Voor structurele activiteiten gelden andere subsidievormen en toetsingscriteria.. Artikel 2 In dit artikel wordt amateurkunst gedefinieerd. Het mag niet gaan om beroepsmatige of semiberoepsmatige activiteiten. Het moet gaan om activiteiten die in vrije tijd worden ontplooid. Evenmin mag het gaan om activiteiten die weliswaar in de vrije tijd worden ontplooid maar met het doel daar een beroepsmatige activiteit van te maken. Kunst is een breed begrip en kan op vele manieren gestalte krijgen. Dat wordt uitgedrukt door de woorden op een creatieve manier tot uiting of voorstelling brengen van gedachten of gevoelens. Muziek, toneel, cabaret, etc. zijn voorbeelden van activiteiten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Het tweede lid brengt tot uitdrukking dat alleen activiteiten die in collectief verband worden uitgeoefend voor subsidie in aanmerking komen. Binnen de doelstelling van het subsidiebeleid; het bevorderen van sociale duurzaamheid door deelname aan actieve en passieve kunst, past niet de individuele ontwikkeling. Vandaar dat primair individuele kunstvormen niet voor subsidie in aanmerking komen, ook al worden die in groepsverband beoefend. Gezamenlijk een product tot stand brengen staat voorop. Het moet gaan om een activiteit van een groep samenwerkende personen. Overigens hoeft het daarbij niet om een grote groep te gaan. Ook kleinere groepen komen voor subsidie in aanmerking. Artikel 3 Subsidie vindt niet plaats als de aanvrager al subsidie heeft gehad in het betrokken jaar op basis van dit beleid. Achterliggende gedachte hiervan is dat de subsidie over zoveel mogelijk verschillende organisaties moet worden verdeeld. Voorkomen moet worden dat een organisatie voor meerdere activiteiten subsidie krijgt waardoor een andere organisatie achter het net vist. Ook moet er voldoende organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteit zijn. Organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteit is belangrijk om de activiteit tot een succes te maken. Overigens dient inhoudelijke kwaliteit wel beoordeeld te worden in het licht van het gegeven dat het om amateurs gaat. Er worden dan ook andere eisen gesteld dan aan professionele kunst. De subsidie is echter niet bedoeld voor vrijblijvend gehobby in de marge. Dat een reeds gesubsidieerde instelling slechts subsidie krijgt voor activiteiten die niet tot de normale activiteiten behoren spreekt voor zich. Daar wordt namelijk al subsidie voor verstrekt. Subsidie wordt in ieder geval nooit verstrekt als uit eigen of andere middelen de activiteit kan worden bekostigd. Tot slot regelt deze bepaling dat commerciële activiteiten niet worden gesubsidieerd. Artikel 4 In dit artikel is de hoogte van de subsidie en het subsidieplafond vastgesteld en het aantal keren waarop de aanvragen worden behandeld. Het subsidieplafond is een instrument waarmee het bestuursorgaan de uitgaven op grond van de subsidieregeling binnen de vastgestelde begroting kan houden. Het subsidieplafond biedt uitkomst als sprake is van een potentieel zeer ruime kring van subsidieontvangers. Aanvragen die binnenkomen nadat het subsidieplafond bereikt is, komen niet meer voor subsidie in aanmerking. Er is dus gekozen voor het systeem wie het eerst komt, het eerst maalt. Gesubsidieerd wordt maximaal 25% van de daadwerkelijke kosten van de activiteit. Uitgangspunt is dat de organisatie zich inzet om op andere manieren geld bij elkaar te krijgen. Daarbij kan gedacht worden aan een bijdrage van de deelnemers maar ook aan sponsering en entreegelden. In geld uitgedrukt bedraagt de subsidie nooit meer dan 5.000,--. Dit om te voorkomen dat het budget opgaat aan een of enkele activiteiten. Wordt gebruik gemaakt van Podium Boxtel dan vindt extra subsidie plaats. Dit om gebruik van het podium te stimuleren. Om het zoeken van sponsors te stimuleren mag sponsering in natura tegen een reëel bedrag in de begroting worden opgenomen.

5 Artikel 5 De waarderingssubsidie is een subsidievorm waarin de waardering voor een activiteit of instelling voor Boxtel tot uitdrukking wordt gebracht, zonder dat de gemeente erop wil sturen. Het begrip waarderingssubsidie zegt al veel over het karakter ervan. De gemeente kan hiermee nieuwe of bestaande initiatieven die van belang zijn voor de Boxtelse bevolking stimuleren en aanmoedigen. Het gaat vaak om een beperkte bijdrage in de totale kosten van de instelling. De instelling moet zelf het grootste deel van de exploitatie bekostigen. Het betreffen kleine subsidies voor activiteiten die men graag in stand wil houden. Artikel 6 Het college kan voorwaarden aan de subsidie verbinden. Deze voorwaarden moeten wel betrekking hebben op een doelmatige uitvoering van dit beleid. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een voorwaarde die de verplichting tot samenwerking met een andere organisatie oplegt of een voorwaarde met betrekking tot het verwerven van andere middelen. Artikel 7 Indien er andere subsidieregelingen zijn, kan subsidie geweigerd worden. Een weigering kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als er met de andere subsidie(s) en eventuele eigen middelen of middelen uit sponsoring, voldoende financiële mogelijkheden -kunnen- zijn om de activiteit plaats te laten vinden.