DEEL IV STEENACHTIGE MATERIALEN: Beton, Metselwerk, Glas en Bodemmaterialen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL IV STEENACHTIGE MATERIALEN: Beton, Metselwerk, Glas en Bodemmaterialen"

Transcriptie

1 DEEL IV STEENACHTIGE MATERIALEN: Beton, Metselwerk, Glas en Bodemmaterialen 233

2 "Ceramics hierarchy" Uit: Open University, England. Cursus Materials 234

3 6 BETON 6.1) 6.1 Inleiding Algemeen: Beton is één van de belangrijkste constructiematerialen in de bouw en in de civiele techniek. Per jaar wordt in Nederland zo'n 15 miljoen m 3 beton gemaakt. Hiervoor wordt circa kg cement gebruikt en circa kg toeslagmateriaal. Beton is er voor vloeren, plafonds, kolommen, straatbedekking, bruggen, tunnels, rioolbuizen, waterzuiveringinstallaties, elektriciteitscentrales, opslagplaatsen van chemisch afval, inbedmateriaal voor radioactief afval, etc. Het is er van een lage druksterkte van 10 MPa tot een hoge druksterkte van 120 MPa. Zonder staal zou beton echter een veel minder prominente plaats innemen in constructieland". Het is het verbond tussen staal en beton (gewapend beton) dat beton zijn vooraanstaande positie heeft gebracht. Beton is een materiaal met een hoge druksterkte maar een relatief lage treksterkte. Bij het construeren in beton wordt zelfs aangenomen dat beton helemaal geen treksterkte heeft. Staal in het beton zorgt ervoor dat gewapend beton trekkrachten kan opnemen. Het beton blijkt daarbij staal perfect te beschermen tegen corrosie. Een slimme uitbreiding van de mogelijkheden van gewapend beton is in deze eeuw de vinding van het voorgespannen beton geweest. Het beton wordt hier door het voorspanstaal onder druk gezet. Bij trekbelastingen moet nu eerst de drukspanning worden afgebouwd voordat het beton onder trekspanning komt. Voorgespannen beton vindt in nog steeds toenemende mate een belangrijke plaats in bruggenbouw, in vloeren, in reservoirs, in spoorwegliggers, etc. Samenstelling: 6.2) Beton bestaat uit cementsteen, (cementpasta), toeslagmateriaal (Engels: aggregates), (vrij) water en lucht (air). Passen we betonstaal toe, dan spreken we van gewapend beton. Cementsteen wordt gevormd uit de reactie van cement met water. Bij deze reactie ontstaat een vaste stof, de cementsteen. Deze vaste stof kit het toeslagmateriaal aaneen. Het woord cement betekent dan ook "kit". Niet al het water in beton blijkt met cement te reageren. Het niet gereageerde water blijft dan achter als zogenaamd vrij water. Het bevindt zich in de poriën. De reactie van cement met water en de zich vormende microstructuur komen aan de orde in paragraaf Naast cement kunnen ook reactieve vulstoffen (Engels: additives) mede tot het bindmiddel behoren. Het zijn stoffen die door cement geactiveerd worden en soms met cementreactie- producten reageren. Ze worden besproken in paragraaf Een belangrijke grondstof van beton is water; het is één van de reactiecomponenten, samen met cement geeft het de cementsteen. Het grootste deel van beton bestaat uit toeslagmateriaal. Van 250 μm (wordt in de toekomst 125 μm) tot 4 mm spreken we over fijn toeslagmateriaal (zand). Vanaf 4 mm is er het grof toeslagmateriaal. In Nederland is de maximale korrel in beton, zoals die genormeerd is, 31,5 mm. Heel belangrijk is de korrelopbouw. De verschillende soorten toeslagmateriaal en de korrelopbouw komen in paragraaf ) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", Hoofdstuk 15, blz. 421 e.v. Verver & Fraaij, "Materiaalkunde", Hoofdstuk 7, blz ) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", : t/m

4 Een onvermijdelijk bestanddeel van beton is lucht. Bij het vervaardigen van beton wordt in het algemeen veel aandacht besteed aan het uitdrijven van lucht. Echter ook na zeer goed verdichten blijven er altijd wel wat luchtinsluitsels in het beton achter. Deze hebben een verzwakkend effect op het beton. Evenals water heeft lucht geen sterkte. Soms wordt lucht echter moedwillig ingebracht, met name als het gaat om het verhogen van de vorstdooi(zout)bestandheid. Kleine luchtbelletjes, die homogeen verdeeld zijn in beton met afstanden kleiner dan enige tienden van mm's, blijken als expansievaatjes" voor vormend ijs te kunnen functioneren en daarmee de vorstdooibestandheid te verbeteren. Deze luchtbelletjes worden verkregen met zogenaamde luchtbelvormers; dit zijn middelen die kleine luchtbelletjes stabiliseren. Deze luchtbelvormers behoren tot de hulpstoffen. Er zijn meer hulpstoffen (admixtures), die in beton worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld plastificeermiddelen die de verwerkbaarheid verbeteren, maar ook gebruikt kunnen worden om de watercementfactor (= water/cement in kg/kg) te verlagen. Er zijn er middelen die de cementreacties kunnen versnellen of vertragen. In paragraaf zullen deze en vele andere hulpstoffen nader aan de orde komen. Terminologie: 3) De nomenclatuur van de verschillende combinaties van materialen die samen beton vormen, is weergegeven in tabel Tabel Nomenclatuur. Materialen Onverhard (Engels: non-set) Verhard (Engels: set) cement + water cementpasta (of cementlijm) Engels: cement paste cementsteen (inclusief micro poriën). Engels: hardened cement cement + water + zand cement + water + zand + grind b) mortelspecie (dus cementpasta + zand) Engles: mortar betonspecie (dus mortelspecie + grind) Engels: fresh mortar paste) mortel a) Engels: hardened mortar beton (dus mortel + grind) Engels: concrete a) Soms wordt ook wel het woord "mortel" of "betonmortel"gebruikt voor betonspecie (bijvoorbeeld bij het woord betonmortelleverancier). b) Meestal wordt als grove fractie riviergrind gebruikt, maar niet altijd. Men maakt ook wel gebruik van gebroken steenslag, zeegrind dan wel korrels van gebroken (gerecycled) beton. In dit hoofdstuk wordt aan de betontechnologie (grondstoffen, betonvervaardiging) meer aandacht besteed dan bij de meeste andere materialen, omdat beton veelal ter plaatse wordt gemaakt en niet altijd in gerede vorm (betonproduct) de bouwplaats bereikt. 6.3) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz

5 6.2 Grondstoffen Cement Onder cement verstaan we een bindmiddel welk met water reageert tot niet wateroplosbare vaste verbindingen. We noemen dit soort bindmiddelen "hydraulische bindmiddelen". Soorten: 6.4) De drie belangrijkste cementsoorten voor Nederland zijn hoogovencement (CEM III/A en B, Engels: "blast furnace slag cement"), portlandcement (CEM I) en portlandvliegascement (CEM II/B-V, Engels:"Portland fly ash cement"). Eisen voor deze cementen waren vroeger opgenomen in de Nederlandse norm NEN 3550 en tegenwoordig in de Europese norm ENV Cement (die nu voor heel Europa is vastgesteld). Mondiaal gezien is portlandcement verreweg het meest belangrijke cement. In Nederland heeft echter hoogovencement het grootste marktaandeel. Samenstelling cement: Portlandcement wordt vervaardigd uit kalksteen, aluminiumoxide-, siliciumoxide- en ijzeroxidehoudende verbindingen. In Nederland wordt portlandklinker gemaakt in Maastricht. De grondstoffen zijn onder andere mergel, zwavel (leem), poederkoolvliegas, leisteen en hoogovenslak. Deze grondstoffen gaan in poedervorm in een oven en worden gesinterd tot een klinker. De klinker bevat kristallijne verbindingen (mineralen) die met water kunnen reageren tot cementsteen. De belangrijkste mineralen zijn aliet (3CaO).SiO 2 (tricalciumsilicaat), beliet (2CaO).SiO 2 (bicalciumsilicaat), (3CaO).Al 2 O 3 (tricalciumaluminaat) en celiet (4CaO).Al 2 O 3.Fe 2 O 3 (tetracalciumaluminaatferriet. In de cementchemie kort men deze mineralen af als resp. C 3 S, C 2 S, C 3 A en C 4 AF. De portlandklinker wordt vervolgens samen met gips (CaSO 4.2H 2 O calciumsulfaat-dihydraat) en/of anhydriet (calciumsulfaat CaSO 4 ) gemalen tot cement. Hoogovencement (blast furnace slag cement), bestaat uit een mengsel van gemalen portlandklinker, anhydriet (calciumsulfaat) en gegranuleerde hoogovenslak. In Nederland zijn hoogovencement en portlandvliegascement erg populair. Hoogovencement heeft ongeveer een marktaandeel van 60%. De oorzaken van dit hoge marktaandeel van deze ten dele op reststoffen gebaseerde cementen ten opzichte van portlandcement zijn enerzijds de productiekosten die lager zijn. Anderzijds ook de ten opzichte van portlandcement op sommige punten betere eigenschappen (zie verderop in dit hoofdstuk). Er zijn ook nog enkele andere specifieke cementtypen in omloop in Nederland zoals trasportlandcement, waarbij in de plaats van vliegas tras uit de Eifel, een vulkanisch gesteente wordt gebruikt. Ook wordt witte portlandcement gebruikt voor "schoon beton" toepassingen; dit is een portlandcement waarin geen ijzerhoudende verbindingen aanwezig zijn. Verder werd in het verleden ook aluminiumcement gebruikt, een cement op basis van calciumaluminaten. Figuur 6.2.1a geeft schematisch de procesgang van de cementfabricage aan in de stappen: vervaardiging portlandklinker (figuur a1) vervaardiging portland cement (figuur a2). Figuur 6.2.1b geeft de vervaardiging van hoogovencement en figuur 6.2.1c geeft de vervaardiging van portlandvliegascement. Tabel geeft de voor Nederland belangrijkste cementsoorten en hun samenstelling. De coderingen A, B of C geven een indicatie van het portlandklinker gehalte. 6.4 ) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 428 t/m 470 ( ). Verver & Fraaij, "Materiaalkunde", paragraaf 5.3, blz. 269 e.v. 237

6 Heeft men een CEM II waarbij een andere letter dan "V" is aangegeven, dan heeft men te maken met een andere reactieve toevoeging dan vliegas. De letter P staat voor natuurlijke puzzolanen, Q staat voor gebrande natuurlijke puzzolanen, D slaat op microsilica, S slaat op hoogovenslak, W slaat op calciumhoudende vliegas (de class-c vliegas afkomstig van bruinkoolverbranding). De letter T slaat op leisteen en L op kalksteen. De letter V slaat op vliegas afkomstig van de verbranding van antracietkolen (class-f vliegas). De ze vliegas bevat veel minder calcium dan een class- C vliegas. a1) van: portlandklinker a2) naar: portland cement b) hoogovencement c) portlandvliegascement Figuur Procesgang cementfabricage portland cement (a), hoogovencement (b) en portlandvliegascement (c). 238

7 Tabel De voor Nederland belangrijkste cementsoorten en samenstelling, aangeduid conform NEN-EN a) Benaming Aanduiding % Portlandklinker Andere hoofdbestanddelen in % portlandcement CEM I portlandvliegascement CEM II/A-V CEM II/B-V vliegas (class F: siliciumhoudend) vliegas (class F: siliciumhoudend) hoogovencement CEM III/A CEM III/B CEM III/C gemalen gegranuleerde hoogovenslak gemalen gegranuleerde hoogovenslak gemalen gegranuleerde hoogovenslak a) Alle cementen mogen naast de hoofdbestanddelen tot 5% (m/m) overige bestanddelen bevatten (bijvoorbeeld vulstoffen). Daarnaast bevatten de cementen tot ongeveer 5% gips of anhydriet. Cementklassen: De Europese norm NEN-EN (vroeger de Nederlandse norm NEN 3550) deelt cement naast in samenstelling ook in sterkteklassen in, zie tabel De getallen 32,5; 42,5 en 52,5 slaan op de normdruksterkte in MPa bepaald volgens NEN-EN 146-1, na 28 dagen verharden in een geconditioneerd waterbad met kalkwater (dus bij constante temperatuur van ongeveer 21 o C). De normdruksterkte is nu de gemiddelde sterkte van de mortel na het uitvoeren van een aantal druksterkteproeven (met een samenstelling van 1 deel cement : 3 delen normzand : 0,5 deel water). Men maakt prisma's 4x4x16 cm van deze mortels en kan dan twee druksterke metingen per prisma uivoeren (na de bepaling van de buigtreksterkte houdt men immers twee helften over). In wezen bepaalt men dus de kubusdruksterkte van een kubusje 4x4x4 cm 3. Maakt men drie prisma's, dan kan men dus 6 drukproeven uitvoeren (met de mallen die men gebruikt om de prisma's te maken, kan men in één keer drie prisma's maken). Bij de cementfabriek wordt dagelijks de sterkte van het cement gemeten. In elke sterkteklasse kan een onderscheid worden genoemd in een lage, een normale of een hoge beginsterkte. In het laatste geval wordt de letter R (van "rapid") gebruikt. Cement met een lage beginsterkte krijgt de toevoeging L. Een cement met een normale beginsterkte krijgt de toevoeging N. Tabel Mechanische en fysische eigenschappen (c.q. eisen) op hoofdlijnen volgens NEN-EN en NEN Sterkteklasse Druksterkte in N/mm 2 (gemiddelde sterkte) Beginsterkte na: Normsterkte na 28 dagen 2 dagen 7 dagen 32,5 L ,5 N ,5 en 52,5 32,5 R 10-42,5 L ,5 N 10-42,5 en 62,5 42,5 R 20-52,5 L 10-52,5 N 20-52,5 52,5 R 30 - Bij portlandcement is het verschil tussen de verschillende sterkteklassen voor en belangrijk deel te wijten aan de fijnheid van het cement. De fijnheid van cement wordt uitgedrukt in het specifiek oppervlak; dit is het oppervlak van alle cementdeeltjes per eenheid van massa, bijvoorbeeld 300 m 2 /kg (voor een normaal portlandcement). Hoe fijner gemalen hoe sneller de reactie optreedt. Snelhardende cement kan van nut zijn wanneer het uit economische redenen aanbevelingswaar- 239

8 dig is om zo snel mogelijk te ontkisten, voor te spannen, etc. Anderzijds geeft een snelhardende cement een snelle warmte-ontwikkeling. De reactie tussen cement en water is namelijk exothermisch, dat wil zeggen dat er warmte vrij komt. Hoe sneller de reactie verloop des te sneller de warmte vrijkomt. Als gevolg hiervan kan de temperatuur oplopen en neemt de kans op scheurvorming toe, met name bij afkoelen, zie paragraaf Eigenschappen: De drie meest gebruikte cementen verschillen aanzienlijk in eigenschappen. In het algemeen blijkt beton dat vervaardigd is met de mengcementen, hoogovencement of portlandvliegascement, dichter te zijn dan beton vervaardigd met portlandcement. De poriën in beton, via welke agressieve stoffen kunnen binnendringen, zijn bij hoogovencement en ook bij portlandvliegascement fijner dan bij portlandcement (op de lange duur). Dit leidt ertoe dat de duurzaamheid in het algemeen beter is, zoals een betere weerstand tegen sulfaten, een hogere weerstand tegen indringing van chloride-ionen, minder gevoelig voor alkali-silica-reactie e.d. Kortom met betrekking tot duurzaamheid zijn in het algemeen hoogoven- en portlandvliegascement te prefereren. Hier komen we nog op terug in paragraaf 6.7 over duurzaamheid. Deze cementen ontwikkelen ook minder snel warmte dan portlandcement. Figuur laat de warmte-afwikkeling van portlandcement en hoogovencement zien. De gevoeligheid voor scheurvorming bij hoogovencement als gevolg van warmteontwikkeling en afkoelen is daardoor in het algemeen minder. Hier tegenover staat dat de sterkte-ontwikkeling minder snel verkoopt, waardoor de ontkisting minder snel kan geschieden en er ook een grotere gevoeligheid is voor de kwaliteit van de nabehandeling. Op dit laatste aspect komen we verderop in dit hoofdstuk nog terug. In de figuur zijn weergegeven: Hoogovencement CEM III/A 42,5 (met minder dan 65% hoogovenslak), CEM III/B 42,5 met meer dan 65% hoogovenslak) en portlandcement CEM I 32,5 R (vroeger pc A genoemd), CEM I 42,5 R (vroeger pc B genoemd) en CEM I 52,5 R (vroeger pc C genoemd). Figuur Vrijkomende warmte bij hydratatie onder isotherme omstandigheden bij diverse cementen. 240

9 Met betrekking tot portlandvliegascement kan men stellen dat de warmte-ontwikkeling van het cement mm of meer tussen dat van portlandcement en hoogovencement in ligt. In tabel is een overzicht gegeven van verschillen in eigenschappen tussen portlandcement en hoogovencement. Tabel Enkele verschillen tussen portlandcement en hoogovencement. Eigenschap Portlandcement (pc) Hoogovencement (hoc) vrije kalk ontwikkeling (zie hydratatie) veel minder en daardoor i.h.a beter bestand tegen aantasting hydratatie warmte snellere warmte-ontwikkeling dan bij hoc.vooral voordeel in de wintertijd eventueel hoc met een fijnere maling gebruiken (in koude omstandigheden) temperatuurinvloed kleiner dan hoc op hydratatie hier wat groter, voordeel bij stomen van beton (in de wintertijd); tussen 5 en 10 o C enige sulfaatweerstand meer sulfaatgevoelige bestanddelen (zoals vrije kalk) dan in hoc en op de lange duur minder dichte cementsteenstructuur minder door minder dichte cement- vertraging groter dan bij pc, vooral bij hoog percentage slak weerstand tegen chlorideindringinsteenstructuur beter door dichte cementsteenstructuur (op de lange duur) gevoeligheid voor nabehandeling minder door snellere hydratatie slechter door langzame hydratatie kleur van een vers breukvlak grijs donkerblauw, verdwijnt na enige tijd als gevolg van oxidatie van ijzersulfide Carbonatatie (ook wel carbonatie genoemd) langzaam (als het beton goed gemaakt en verdicht is) gevoeliger voor carbonatatie dan pc (hoc moet goed nabehandeld worden) Milieuprofiel: 6.5) Het gebruik van reststoffen uit andere kringlopen dan die van cement en beton, maakt de milieubelasting van portlandvliegascement en vooral hoogovencement belangrijk geringer dan die van portlandcement, zie figuur van het milieuprofiel tot en met de cementproductie. Door gebruik van reststoffen worden de benodigde energie en grondstoffen verminderd; sterk vermindert ook de CO 2 uitstoot. De nieuwe richtlijnen ten aanzien van CO 2 uitstoot zullen naar alle waarschijnlijkheid gevolgen hebben voor de kosten van o.a. cement. 6.5) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 424 t/m 427 van het boek ( : t/m ). 241

10 pc hoc grondstoffenbehoefte energie (MJ) emissies afval Figuur Relatieve milieumaten portlandcement (a) en hoogovencement (b) van winning tot en met de productie ( from cradle to gravel'). Portlandcement is op 100% gesteld en hoogovencement wordt daarmee vergeleken Toeslagmaterialen 6.6) Soorten: Grof toeslagmateriaal kan men onderscheiden naar herkomst en naar volumieke massa. Naar herkomst onderscheiden we natuurlijk toeslagmateriaal en kunstmatig toeslagmateriaal. Natuurlijk materiaal kan via natte winning (riviergrind en zeegrind) dan wel via droge winning (gebroken natuursteen en bergzand) verkregen worden. Kunstmatig toeslagmateriaal is bijvoorbeeld betonen menggranulaat (combinatie van betongranulaat en metselwerkgranulaat) alsmede lichtgewichttoeslagmateriaal (geëxpandeerde klei c.q. mijnsteen, gesinterde vliegas e.d.). In Nederland kennen we een aantal typen toeslagmateriaal welke veel in beton worden toegepast. De toeslagmaterialenmarkt in Nederland is daarbij nogal aan veranderingen onderhevig. Vroeger werden uitsluitend riviergrind en zand (engels: rivergravel' resp. riversand') gebruikt. Nu komen, doordat geen nieuwe concessies meer worden gegund, andere materialen op de markt. Enerzijds gaat dit om import van grind uit het buitenland, maar het betreft ook andere toeslagmaterialen dan riviergrind, zoals zeegrind, gebroken kalksteen, gebroken graniet, lava, etc. Bovendien wordt het hergebruik van bouw- en sloopafval sterk bevorderd: "Beton uit beton"! Het sluiten van stofkringlopen is één van de hoofdthema's van het Nederlands Nationaal Milieubeleidsplan. 6.6) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 423, 424, 435 t/m 436 ( : en Verver & Fraaij, "Materiaalkunde", paragraaf 6.10, blz. 315 e.v. 242

11 Voor al deze toeslagmaterialen geldt dat zij moeten voldoen aan normen. Zo kennen we de Nedelandse norm NEN 5905 voor riviergrind en zand. Inmiddels geldt de Europese norm NEN-EN (voor alle harde dichte toeslagmaterialen). Grove lichte toeslagmaterialen moeten voldoen aan NEN-EN en NEN Tevens zijn toegestaan beton- en menggranulaat. Hiervoor zijn speciale CUR-Aanbevelingen (Civieltechnisch Centrum voor de Uitvoering van Research en Regelgeving -CUR, te Gouda-) opgesteld terwijl ook NEN 5905 ingaat op deze materialen. De CUR heeft ook Aanbevelingen gepubliceerd voor gebroken kalksteen, gebroken graniet en lichte toeslagmaterialen vervaardigd uit poederkoolvliegas (Lytag en Aardelite ). In vele landen is overigens het gebruik van andere toeslagmaterialen dan riviergrind ook voor de hoogste sterkteklassen gebruikelijk. Voor zeer hogesterktebeton is het aan te bevelen om met sterkere materialen dan grind te werken. Indeling naar gewicht: Toeslagmaterialen worden behalve naar vorm ook ingedeeld naar gewicht. Normale toeslagmaterialen hebben een schijnbare volumieke massa van 2000 tot 2800 kg/m 3, en zware één die groter is dan 2800 kg/m 3. Lichtgewicht toeslag heeft een volumieke massa kleiner dan 2000 kg/m 3. Tabel geeft een overzicht van verschillende typen toeslagmateriaal. Tabel Eigenschappen van een aantal gangbare grove toeslagmaterialen. Waterabsorptie na 30 Grof toeslagmateriaal Volumieke massa (na Korrelsterkte (N/mm 2 ) drogen) in kg/m 3 minuten onder water (% m/m) Lichte toeslagmaterialen (dus sterk poreus) vallend onder NEN-EN en NEN 3543: Argex ,7-9,9 EXclay ,5 Liapor ,2-17 Normaal dicht toeslagmateriaal vallend onder NEN-EN en NEN 5905: Riviergrind ,8-1, Porfier ,4-0, Gabbro/dioriet ,0-1, Harde kalksteen ,9-1, Zandsteen/kwartsiet ,2-1, Basalt gering Graniet ,5-0, Zware toeslagmaterialen (andere voorbeelden zijn bariet en ferrosilicium) vallend onder NEN-EN en NEN 5905: Hematiet Magnetiet Korrelverdeling: De korrelopbouw van toeslagmateriaal in beton is van groot belang. Hoe beter de korrelopbouw, des te minder cement en water nodig zijn. Dit is niet alleen van belang voor de prijs van beton, maar ook voor allerlei eigenschappen, zoals de mate van droogkrimp, de kruip en de effecten op het milieu. In het algemeen wordt met een continue korrelverdeling gewerkt. Een continue korrelverdeling vraagt overigens wel wat meer cement en water dan wanneer een discontinue korrelverdeling wordt gekozen. In dat laatste geval kunnen de korrels nog dichter bij elkaar worden gebracht, zodat de ruimte ertussen, die moet worden opgevuld met cement en water, kleiner is. Het nadeel is echter dat discontinue mengsels zich moeilijker laten verdichten en bovendien bij transport eerder ontmengen. Verder komt in de natuur in het algemeen materiaal met een continue 243

12 verdeling voor; afzeven tot een discontinue verdeling zou verspilling van materiaal betekenen. In figuur is een continue en een discontinue korrelverdeling van een toeslagmateriaal te zien. In de Nederlandse Voorschriften Betontechnologie zijn grenswaarden voor de korrelverdeling van toeslagmateriaalmengsel in beton aangegeven; zie voor een nominale korrel van 11,2 mm respectievelijk van 31,5 mm figuur (nominale korrel 31,5 mm is de korrel die nog juist door een zeef van 31,5 mm heen gaat; dus in wezen de grootste korrel in het aggregaatmengsel). De korrelgebieden I zijn te prefereren boven de gebieden II. In ieder geval dient de mengselcurve tussen de bovenste en de onderste lijn te liggen. Figuur Continue en discontinue korrelverdelingen. In de voormalige Nederlandse betonnorm werden in het geval van gebied II dan ook iets andere eisen gesteld aan de betonsamenstelling; o.a. een hoger minimum cementgehalte. Hoe groter de nominale korrel die gebruikt wordt, des te minder fijn materiaal kleiner dan 250 μm nodig is om de ruimte tussen de toeslagmateriaalkorrels op te vullen. Dat betekent dat dan des te minder cement en vulstoffen nodig zijn, zie figuur 4.6. In de nieuwe Europese betonvoorschriften vinden we alleen nog een eis terug ten aanzien van het luchtgehalte als men luchtbelvormers moet toepassen, waarbij het luchtgehalte dan afhangt van de grootste korrel in het mengsel(tabel E in NEN 8005). In de huidige betonvoorschriften is het minimum cementgehalte een functie van het milieu waarin het beton geplaatst wordt (dezelfde tabel E in NEN 8005). Overigens moet benadrukt worden dat de in figuur gegeven grenslijnen voor de korrelverdeling gemaakt zijn voor riviergrind. Wanneer we te maken hebben met andere toeslagmaterialen zoals lichte, dan moet een correctie plaatsvinden voor de lagere volumieke massa. 244

13 a) Ontwerpgebied voor korrelgroep 0/11 mm In de huidige van toepassing zijnde normen NEN-EN en NEN 8005 zijn geen eisen opgenomen ten aanzien van de korrelopbouw van het toeslagmaterialenmengsel. Het verdient wel aanbeveling om het mengselontwerp af te stemmen op de curven zoals hier zijn aangegeven. Men onderscheidt grafieken voor de nominale korrels van 8, 11, 16, 22, 32 en 64 mm. b) Ontwerpgebied voor korrelgroep 0/32 mm Figuur Grenslijnen voor korrelgroep 0-11,2 en 0-31,5 mm (Vroeger was dit volgens de Nederlandse Betonvoorschriften NEN5950). 245

14 ' Figuur Fullerkrommen voor drie nominale korrelverdelingen: Hoe groter de nominale korrel, des te minder materiaal < 0,250 mm nodig is. Korrelvorm: Ook maken we onderscheid naar de vorm van de toeslagmateriaaldeeltjes, zoals rond en gebroken materiaal. In de norm komt men begrippen tegen als "kubiciteit" en gehalte aan platte stukken. De beproevingmethoden voor de korrelvorm vindt men terug in NEN-EN 933. Gebroken materialen met een onregelmatig oppervlak blijken in het algemeen meer cement en water te vragen dan ronde toeslagmaterialen. Dit is ook wel begrijpelijk doordat de weerstand tussen de korrels bij verwerken uiteraard groter zal zijn. Er is dus meer "smeermiddel" nodig om een goede verwerkbaarheid te krijgen. Vooral de korrelvorm van het fijne toeslagmateriaal (<4 mm) is daarbij van belang. Anderzijds leidt een onregelmatig oppervlak tot betere aanhechtingmogelijkheden van de cementsteen zodat de treksterkte van beton in dat geval veelal wat beter is bij eenzelfde druksterkte. Voor het constructieve ontwerp heeft dat echter geen gevolgen, omdat de treksterkte van beton bij de berekening van gewapende betonconstructies niet mag worden meegenomen. Verontreinigingen: 6.7) Toeslagmaterialen moeten vrij zijn van storende verontreinigingen. De verschillende normen en richtlijnen geven hier allerlei eisen voor. Zo moet voor riviergrind en -zand het humusgehalte en het gehalte aan kleideeltjes beperkt blijven. Voor zeegrind stelt men met name stringente eisen aan het chloridegehalte. Immers dat kan corrosie van wapening veroorzaken, zoals we nog zullen zien. Bij bouw- en sloopafvalgranulaat zijn er eisen met betrekking tot de hoeveelheid nevenbestanddelen, zoals glas en dergelijke. Belangrijk is ook dat in sommige materialen alkali-reactieve bestanddelen kunnen voorkomen. Dit zijn meestal glasachtige bestanddelen die via een vrij ingewikkeld proces tot een destructieve zwelling kunnen leiden waardoor het beton scheurt. Deze verontreinigingen moeten worden vermeden. Meestal kan men niet van verontreiniging spreken, maar betreft het een integraal bestanddeel van het betreffende gesteente. Bij gebruik van hoogovencement en ook portlandvliegascement blijkt de kans op een dergelijke reactie overigens klein, zie verder paragraaf 6.7 over duurzaamheid. 6.7) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials"; blz. 435, :

15 Eigenschappen: Voor de gebruikelijke betonklassen blijkt dat voor de natuurlijke gesteenten, zoals grind en graniet e.d., de sterkte van het toeslagmateriaal niet zo belangrijk is voor de druksterkte van beton. De zwakste schakel betreft de cementsteen en deze bepaalt grotendeels de eigenschappen. Bij lichte toeslagmaterialen kan dit anders worden. Bij hogere betonsterkten kan blijken dat deze minder sterk worden dan de cementsteen. Toeslagmaterialen hebben in het algemeen een hogere elasticiteitmodulus en verhogen daardoor de elasticiteitmodulus van beton ten opzichte van die van cementsteen. Dat verkleint de vervormingen bij belasting, waaronder externe belastingen, maar ook die bij droogkrimp van de cementsteen, zie verder de paragrafen en Lichte toeslagmaterialen hebben uiteraard het voordeel dat ze tot lichter beton leiden. Met name bij toepassingen waar het eigen gewicht van groot belang is, kan dit van groot belang zijn. Toeslagmaterialen kunnen ook worden gebruikt om specifieke doeleinden te bereiken. Zo zal bijvoorbeeld bij uitgewassen beton voor zogenaamde schoonbeton-toepassingen de kleur van het toeslagmateriaal van belang zijn. Bij betontoepassingen waar de slijtvastheid van belang is, zal een slijtvast toeslagmateriaal zinvol kunnen blijken. Dit geldt ook bij toepassingen van beton in de wegenbouw waar de polijstweerstand van belang is. In de deklagen wordt daarom met gebroken grind gewerkt, wat een goede polijstweerstand heeft. Bij gebruik van lichte toeslagmaterialen zal de porositeit van het beton groter zijn dan bij natuurlijke toeslagmaterialen, omdat uiteraard de korrel zelf poreus is. Nochtans hoeft dit niet te leiden tot een directe toename van de permeabiliteit. De ruimten waarin de lichte poreuze toeslagmateriaalkorrels zich bevinden, zijn niet rechtstreeks met elkaar verbonden. Bovendien blijken lichte toeslagmaterialen vaak een zeer goede binding met de cementsteen te hebben, terwijl bij materialen als grind er een vrij poreuze overganglaag aanwezig is, via welke transport van water, zouten, etc. kan plaatsvinden, zie paragraaf Hulpstoffen 6.8) Bij de samenstelling van beton kunnen ook hulpstoffen worden gebruikt. Hulpstoffen kunnen als doel hebben om de eigenschappen van de betonspecie en/of van het verharde beton te verbeteren. Het zijn stoffen die als regel in hoeveelheden kleiner dan 5% m/m van de cementhoeveelheid worden toegevoegd aan de betonspecie. De meest gebruikte hulpstoffen zijn plastificeermiddelen (Engels: plasticizers), luchtbelvormers (Engels: air entrainers agents -AEA-), vertragers (engels: retarders) en versnellers (Engels: accelerators). In NEN-EN 480 worden eisen gesteld aan de hoofdwerking in relatie tot een referentiebetonspecie. De norm voor hulpstoffen voor beton is de Europese norm NEN-EN Plastificeermiddelen: De naam plastificeren geeft al aan dat door toevoeging van deze hulpstof het mengsel plastischer wordt. De verwerkbaarheid neemt toe; het mengsel wordt als het ware vloeibaarder. Wanneer men de vloeibaarheid c.q. verwerkbaarheid gelijk houdt, kan men deze hulpstof gebruiken om minder water toe te voegen. Dit leidt er bij eenzelfde cementgehalte toe dat de watercement verhouding, de water/cementfactor, wordt verlaagd. Zoals we in paragraaf 6.6 zullen zien, is dit van groot belang voor de sterkteontwikkeling en dat is het ook voor de duurzaamheid. Minder water 6.8) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 436 t/m 438 ( :15.2.7). Verver & Fraaij, "Materiaalkunde", paragraaf , blz. 323 e.v. 247

16 betekent ook minder krimp, zie paragraaf Kortom, de eigenschappen van het beton worden verbeterd. Bij gewone plastificeermiddelen bedraagt de waterreductie 5 tot 10%. Naast gewone plastificeermiddelen zijn de zogenaamde superplastificeermiddelen (Engels: superplasticizers, high-range-waterreducers) sterk opgekomen. Hiermee kan zelfs 15 tot 30% water bespaard worden. Het percentage water, dat bespaard kan worden, is afhankelijk van het type hulpstof, maar ook van de soort cement, de temperatuur van de specie en het tijdstip van verwerking na de menging. De werking van de plastificeerders is schematisch voorgesteld in figuur afzonderlijke deeltjes groepjes deeltjes omringd door water "uitgevlokte" pasta "gedispergeerde" pasta Figuur Schematische voorstelling van de werking van een superplastificeerder. Het plastificeermiddel wordt aan het oppervlak van de cementdeeltjes geadsorbeerd. De cementdeeltjes hebben oorspronkelijk een gevarieerde lading waardoor ze elkaar aantrekken. Als gevolg van dat aantrekken, ballen ze samen en vormen conglomeraten, welke veel water vasthouden. Water dat niet meer als vloeimiddel kan functioneren. Plastificeermiddelen geven nu de cementdeeltjes allemaal eenzelfde lading. De cement- deeltjes stoten elkaar daardoor af. We krijgen dan een veel betere dispersie van de vaste stofdeeltjes, waarbij het water beschikbaar blijft als vloeimiddel. Luchtbelvormers: Voor de milieuklassen XF2 (niet-volledig verzadigd met water in combinatie met dooizouten voor verticale oppervlakken van wegconstructies blootgesteld aan vorst en verstoven dooizouten) en XF4 (verzadigd met water met dooizouten of zeewater, wegen, brugdekken, spatzones van constructies in zee blootgesteld aan vorst) van NEN-EN wordt vereist dat het luchtgehalte bij een nominale korrelgrootte van 31,5 mm tenminste 3,5% moet zijn (te verkrijgen via een luchtbelvormer). In de Nederlandse norm NEN 5950 wordt gesteld dat wanneer de watercementfactor kleiner is dan 0,45 is, er geen luchtbelvormer behoeft te worden toegepast (omdat er in het Nederlandse klimaat bij ervaring gesteld kan worden dat dan geen vorstschade op zal treden bij zo'n lage watercementfactor). In de Europese norm komt deze uitsluitingregel echter niet voor. Nu kan bij slecht verdichten gemakkelijk 3,5% lucht of meer in het beton achterblijven. De kunstmatig ingebrachte luchtbelletjes door de luchtbelvormer dienen echter zo klein mogelijk te 248

17 zijn. In het algemeen moeten het belletjes zijn van 0,05 tot 0,1 mm. De Duitse norm DIN 1045 stelt dat er tenminste 1,5% luchtbellen kleiner dan 0,3 mm moeten zijn (men kan dit overigens alleen bepalen via visuele metingen aan geslepen oppervlakken met behulp van "image analysing technieken", zie figuur De luchtbelletjes dienen om de vorstdooibestandheid te verhogen. Ze werken als het ware als expansievaatjes. We komen daar in paragraaf over duurzaamheid nog op terug. Ze hebben echter ook een smerend effect en verbeteren daarmee de verwerkbaarheid. Ze werken als het ware als een plastificeermiddel (kogellagereffect), hoewel de aard daarvan heel anders is dan van de middelen die hiervoor besproken zijn. De luchtbelvormende hulpstof zorgt er voor dat de luchtbelletjes stabiel blijven. Normaal wordt immers bij het vervaardigen van beton alle mogelijke moeite gedaan om lucht uit te drijven. Overigens moeten we wel beseffen dat iedere procent lucht tot ruwweg 5% druksterkteverlies leidt! In buitenlandse normen wordt naast het luchtgehalte nog een eis gesteld aan de afstand tussen de luchtbelletjes. Gebleken is namelijk dat, wil de functie als expansievaatje aanwezig zijn, de afstand tussen de luchtbelletjes kleiner dan 0,2 mm moet zijn. Men gebruikt daarvoor de "afstandsfactor". In figuur is het begrip afstandsfactor door middel van een illustratie gedefinieerd. Figuur Afstandsfactor; dit is de maximale afstand van een willekeurig punt in de cementsteen tot een luchtbel. Vertragers: Een andere hulpstof voor cement zijn vertragers. Met name als het warm is, of als de specie van ver moet komen en lang verwerkbaar moet blijven, kan het gebruik van vertragers noodzakelijk zijn. Vertragers worden ook gebruikt in metselspecies, de zogenaamde natte prefab species. Daar komen we in het volgende hoofdstuk nog op terug. Goede vertragers moeten alleen de bindtijd vertragen; dat wil zeggen de verwerkbaarheidsperiode wordt verlengd, daarna verloopt de cement-reactie relatief snel. Figuur geeft aan wat voor effecten bereikt kunnen worden met een vertrager op basis van een lignine sulfonaat. Dit is zowel een vertrager als een plastificeerder. 249

18 1. Goed verwerkbaar. 2. Nog net verwerkbaar. 3. Kan niet meer getrild worden. 4: Sterkte is 10 N/mm 2 (druksterkte nodig voor ontkisten). 5: Tijdstip waarop dezelfde sterkte als die van het blanco beton bereikt is. Figuur Effect van vertrager (lignosulfonaat) op een aantal eigenschappen. Versnellers: Tegenover de vertragers vindt men de versnellers. Deze worden vooral gebruikt wanneer een hoge productiesnelheid gewenst is. In het verleden, tot ongeveer begin zeventiger jaren, zijn op grote schaal chloriden gebruikt. Calciumchloriden en natriumchloride blijken de cementreactie flink te kunnen versnellen; bijvoorbeeld om een druksterkte van beton te bereiken van 6 MPa was zonder calciumchloride 50 uur benodigd bij 5 C, respectievelijk 15 uur bij 25 C, met 1% calciumchloriden bij 5 C: 32 uur, bij 25 C: 11 uur. Echter, bij te hoge chlorideconcentraties kan corrosie optreden van wapening. Hiermee zijn grote problemen ontstaan, zie paragraaf over duurzaamheid. Daarom is tegenwoordig nog maar een laag chloridegehalte in gewapend beton toegestaan, terwijl bij voorgespannen beton het gebruik geheel verboden is. Er bestaan ook versnellers die niet op chloridebasis zijn; bijvoorbeeld die op basis van natriumforminaat en -thiocyanaat. Sommige van die hulpstoffen blijken echter ook corrosie te kunnen initiëren en dienen daarom met voorzichtigheid toegepast te worden. Andere hulpstoffen: Er zijn nog verschillende andere hulpstoffen; bijvoorbeeld middelen die gebruikt kunnen worden om de verdamping van water tegen te gaan, de zogenaamde "curing compounds". Deze worden op het vochtige beton gespoten en vormen als het ware een film die verdamping tegen gaat. Wij komen hier in paragraaf op terug. Verder zijn er stoffen die ertoe leiden dat beton waterafstotend (hydrophobic agents) wordt Vulstoffen 6.9) Vulstoffen worden als regel toegepast in percentages groter dan 5% op de cementmassa. In Nederland worden veel anorganische reststoffen als vulstof gebruikt. Een veel gebruikte reststof is poederkoolvliegas. Hiervoor is er een CUR-Aanbeveling 94: Poederkoolvliegas voor mortel en beton. Zie ook de Europese norm NEN-EN ) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 438 ( :15.2.8). 250

19 Poederkoolvliegas is een puzzolane stof, dat wil zeggen dat ze met kalk en water kan reageren tot watervaste cementerende verbindingen. Naast de puzzolane werking verbetert vliegas ook de korrelopbouw in het fijne gebied (1-100 μm). Poederkoolvliegas mag tot zekere hoogte in rekening gebracht worden op de water/cementfactor en het minimum cementgehalte. Daarmee wordt als het ware de bijdrage van deze toevoegingen tot de sterkte-ontwikkeling erkend. Aan poederkoolvliegas worden stringente eisen gesteld, zoals aan de fijnheid, korrelverdeling, het glasgehalte (moet > 60% zijn), de hoeveelheid resterende koolstof (maximaal 5%) en andere. Van vliegas, welke hieraan voldoet, mag de hoeveelheid vliegas voor 0,2 deel als cement worden beschouwd in geval van combinatie van vliegas met portlandcement; dat wil zeggen cement cement + 0,2 vliegas. Men stelt dat er een zekere "bindmiddelfunctie" aan het vliegas mag worden toegekend onder bepaalde condities, zie tabel Men mag vervolgens rekenen met een cementgehalte van c + k.v en een waterbindmiddelfactor van w/(c+k.v) waar v de hoeveelheid vliegas betekent. De volumieke massa van vliegas (class-f vliegas afkomstig van antracietkolen) is 2250 kg/m 3 en het specifiek oppervlak is in de range m 2 /kg. Tabel Bindmiddelfactor k voor poederkoolvliegas (NEN-EN en NEN-EN 450). Toegepaste cement CEM I 32,5 N en 32,5 R CEM I 42,5 R en hogere cementsterkteklassen CEM III/A voor alle cementsterkteklassen CEM III/B voor alle cementsterkteklassen Bindmiddelfactor k 0,2 0,4 0,2 0,2 Een andere toevoeging voor beton is silica fume, ook wel microsilica genoemd; eveneens een reststof, in dit geval van de siliciumbereiding. Dit is een bijzonder reactief puzzolaan. Het wordt vooral gebruikt voor het maken van hoogwaardig zeer sterk of zeer dicht beton. Evenals vliegas reageert het met kalk tot calciumsilicaathydraten; dat wil zeggen cementerende verbindingen. Doordat het bovendien een verbeterde korrelopbouw geeft in het zeer fijne deeltjesgebied, dat wil zeggen kleiner dan 10 μm, kan een grote mate van verdichting worden bereikt. Het aantal capillaire poriën neemt daardoor af, zie paragraaf Voor offshore constructies, welke van een zeer duurzaam beton gemaakt moeten worden, en voor zeer sterk beton, bijvoorbeeld met een druksterkte van 100 MPa wordt vaak silica fume gebruikt! Deze toevoegingen kunnen uiteraard ook worden gebruikt als bestanddeel van cement. Portlandvliegascement en hoogovencement zijn hier voorbeelden van. Een ander soort toevoeging is die van een polymeer in de vorm van in water gedispergeerde polymeerdeeltjes, de zogenaamde latex. (Ook veel gebruikt als bindmiddel voor verf!) Deze latex wordt gebruikt ter verlaging van de permeabiliteit van beton en kan ook de hechting verbeteren. De fijnheid van de polymeerbolletjes in de latex is van dezelfde grootte-orde als die van silica fume. Na de verdamping en reactie van het vrije water met het cement vloeien de polymeerbolletjes ineen tot een film, waardoor er naast cementsteen ook polymeervorming plaatsvindt. Het polymeer functioneert als toegevoegd bindmiddel. Toepassingen zijn onder andere bij reparatiemortels, bij het maken van dicht beton tegen chloride-indringing in onder andere brugdekken, voor glasvezelversterkt cement en voor geluidsarm zeer open beton als wegdek (in ontwikkeling). 251

20 6.2.5 Water 6.10) De hoeveelheid water in de specie wordt meestal opgegeven in verhouding tot de hoeveelheid cement in kg. Deze verhouding noemt men de water/cementfactor (w/c). Ze wordt uitgedrukt als massa per massa. Is de watercementfactor = 0,4 dan is er op iedere kg cement dus 0,4 kg water. Omdat een cementkorrel ongeveer 3 x zo zwaar is als eenzelfde volume water, is in beton met een watercementfactor = 0,4 een groter volume aan water dan aan cement aanwezig. Het is de taak van het water om: a) De korrels cement en toeslagmateriaal te omhullen met een laagje waardoor de verwerkbaarheid (mengen, transporteren, verdichten en afwerken) wordt bevorderd. b) Met het cement te reageren tot hydraten die de zand- en grindkorrels aan elkaar kitten. Op beide functies willen we wat nader ingaan. Veronderstel dat alle korrels cement en toeslagmateriaal zich met eenzelfde laagdikte water zouden omhullen en dat de korrels van het onverhard cement een gezamenlijk oppervlak bezitten van 300 m 2 /kg (specifiek oppervlak). Als de water/cementfactor van een pasta = 0,4 dan zou 0,4 liter water zich moeten verspreiden over 300 m 2. Als dit gelijkmatig is, wordt de laagdikte dus: 3 0,0004 m 2 = 1,3 μm 300 m De cementkorrels zelf hebben diameters van 1 tot 100 μm. Als niet de pasta, maar het beton een water/cementfactor van 0,4 bezit, moet bij het oppervlak van het cement ook het oppervlak van het zand en grind worden opgeteld. Omdat echter zand en grind geen groot oppervlak bezitten (de korrels zijn veel groter), is de water/cementfactor hoofdzakelijk bepalend voor de dikte van het gemiddelde waterlaagje. Het is dus te begrijpen dat men het watergehalte van een specie uitdrukt in de water/cementfactor. Als cement met water reageert tot hydraten zal op de lange duur een hoeveelheid water kunnen reageren die 25% van het cementgewicht bedraagt. Daarvoor moet het materiaal dan wel jaren nat blijven. Als de oorspronkelijke water/cementfactor 0,4 bedroeg, is dus: 0,25/0,40 deel van het oorspronkelijk water vast geworden. Het water dat in het beton achterblijft, bevindt zich in de poriën. Poriën verzwakken het beton, laten stoffen door die beton of wapening kunnen aantasten, veroorzaken bij uitdrogen droogkrimp, en kunnen tot schade leiden door bevriezing van het water in de poriën bij vorst. Een belangrijke doelstelling van de betontechnologie is dan ook een betonmengsel samen te stellen dat zo weinig mogelijk water nodig heeft, maar toch goed verwerkbaar is. Als water geschikt is om te drinken (Engels: "potable water") is het zeker geschikt om in beton te gebruiken. Veel betoncentrales pompen hun aanmaakwater uit de kanalen (waaraan ze gesitueerd zijn) en besparen zo in aanzienlijke mate op gebruik van drinkwater. Dit oppervlaktewater wordt dan wel geregeld gecontroleerd op vervuiling en verzilting. 6.10) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 439 ( :15.2.9) en blz. 434, :

21 6.3 Cementsteen en microstructuur Verharding van cement 6.11) Reacties bij portlandcement: De reactie van cement begin zodra het in aanraking komt met water. Het eerste mineraal dat reageert, is het 3CaOAl 2 O 3 (afgekort in cementchemienotatie: C 3 A). Dit reageert zo snel met water dat het cement al direct zou opstijven. De verwerkbaarheidsperiode zou dan veel te kort zijn om er in de praktijk wat mee te kunnen. Door gips (CaSO 4.2H 2 O) en/of anhydriet (CaSO 4 ) toe te voegen, wordt de verwerkbaarheidsperiode aanzienlijk verlengd. Gips reageert met het 3CaOAl 2 O 3 tot een verbinding, ettringiet genaamd, dat een laagje vormt om de cementdeeltjes en deze enige tijd afschermt van verdere reactie met water. Figuur illustreert dit proces. De reactie tot ettringiet is als volgt: 3CaOAl 2 O 3 + 3CaSO H 2 0 3CaOAl 2 O 3.3CaSO 4.32H 2 O (6.3.1) ettringiet met gips zonder gips Figuur Effect van gips op de cementsteenvorming bij de aanvang van de reactie. Na verloop van tijd vindt het water toch zijn weg naar de cementdeeltjes en valt het laagje ettringiet uit elkaar. De calciumsilicaten (3CaO.SiO 2 en 2CaO.SiO 2 ) reageren dan met water en vormen een calciumsilicaathydraatgel, afgekort CSH-gel. Voor het cementmineraal alite 3CaO.SiO 2 (C 3 S) geldt ongeveer de reactievergelijking: 2(3Ca0.Si0 2 ) + 6H 2 O 3CaO.2SiO 2.3H 2 O + 3Ca(OH) 2 + warmte (6.3.2) Het reactieproduct 3CaO 2.SiO 2.3H 2 O komt qua samenstelling (stochiometrisch) ongeveer overeen met het in gesteenten voorkomend mineraal tobermoriet. In werkelijkheid is er geen kristalvorm, zoals bij mineralen het geval is, maar een gelachtig materiaal, CSH-gel. Dat wil zeggen een wanordelijke structuur, waarbij alleen op microschaal enige orde aanwezig is. Die CSH-gel is de belangrijkste cementerende verbinding. Naast de CSH-gel wordt ook vrije kalk gevormd, Ca(OH) 2. Bij portlandcement bestaat circa 25% van het gereageerde cement uit deze kalk. De 6.11) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 440 en 441 ( : ). Verver & Fraaij, "Materiaalkunde", paragraaf 5.3.3, blz.275 e.v. 253

22 kalk heeft op zich niet zo'n bindende functie zoals de CSH-gel, maar is wel in kristallijne vorm aanwezig. Fasen in de verharding: 6.12) De verharding van cement laat zich in de volgende fases opdelen: a) Het mengen, waarbij het cement in water wordt gedispergeerd. Dit dispergeren kan worden verbeterd door het toevoegen van een plastificeermiddel, zoals besproken in paragraaf b) Het water reageert met het 3CaO.Al 2 O 3 en gips tot ettringiet. Gedurende enige uren daalt de verwerkbaarheid, maar het storten en verdichten van beton blijft mogelijk. De oplossing (het water) raakt verzadigd aan Ca(OH) 2. De ph stijgt tot boven de 12. De eerste CSH-gel wordt aan het eind van de verwerkbaarheidperiode gevormd. Men stelt dat de afbinding dan in treedt. c) De CSH-gel zet zich af op de oorspronkelijke cementdeeltjes. Deze deeltjes worden dus als het ware dikker en groeien zo naar elkaar toe, zie figuur Uiteindelijk raken ze elkaar en ontstaat de vaste stof: "cementsteen". Naarmate de afstand tussen de deeltjes groter is, duurt het langer voordat de groeiende deeltjes elkaar raken. De afstand is groter naarmate de water/cementfactor en/of de deeltjesgrootte groter is, en dus het specifiek oppervlak kleiner is, zie figuur Vooral op korte termijn leidt dit tot een veel grotere sterkte voor beton met een lage watercementfactor. Tijdens het reactieproces neemt de alkaliteit van het water in de poriën toe tot een ph van 13 à 14, door het in oplossing gaan van NaOH en KOH. Andere cementen: Bij hoogovencement verloopt aanvankelijk de reactie net zoals bij portlandcement. De portlandklinkerdeeltjes reageren eerst en vormen CSH-gel + kalk. Nadat de ph een niveau van ongeveer 12 bereikt heeft, beginnen de hoogovencementdeeltjes op te lossen en reageren de opgeloste delen (ook met de vrije kalk afkomstig van de Portlandklinkerdeeltjes) tot een vorm van CSH-gel: gegranuleerde hoogovenslak + water anhydriet als catalysator CSH-gel + warmte (6.3.3) De hoeveelheid ontwikkelde warmte is op korte termijn duidelijk minder dan de reactie In hoogovencementsteen is meer CSH-gel aanwezig en veel minder vrije kalk dan in portlandcement. Het capillaire poriënvolume is daardoor kleiner en dat van de gelporiën groter, waardoor de cementsteen c.q. het beton minder permeabel is, (in :6.3.2 wordt verder ingegaan op de microstructuur van beton en cementsteen). Bij portlandvliegascement of bij toevoeging van poederkoolvliegas aan beton, ontleedt de vliegas boven een ph van 13; dat wil zeggen, enige dagen nadat het cement met water gemengd is, zal het vliegas gaan reageren met water en de vrije kalk afkomstig van het portlandcement. De ontlede vliegas ontwikkelt een vorm van CSH-gel. De hoeveelheid vrije kalk neemt dus af en de cementsteen wordt verdicht door de naderhand gevormde CSH-gel. De reactie is volgens formule 6.3.4, ware het niet dat de vliegasreactie veel trager is dan die van hoogovenslak en pas na enige weken merkbaar wordt door de afname van de hoeveelheid vrije kalk in de verharde cementsteen. vliegas + Ca(OH) 2 + water bij hogere ph CSH-gel (6.3.4) ) Hendriks "Durable and Sustainable Construction Materials", blz. 440 ( : ). 254

23 Figuur Vorming van vaste stof door het uitgroeien van cementdeeltjes, resulterend in cementgel. Invloedsfactoren op de reactiesnelheid van de hydraterende cementkorrels: De reactiesnelheid hangt af van: - de temperatuur; - de fijnheid van het cement; - de hoeveelheid C 3 S (= cementchemische codering voor (3CaO)SiO 2 ten opzichte van C 2 S (= cementchemische codering voor (2CaO)SiO 2 ); - de watercementfactor (= wcf = w/c in liter/kg, dus in kg/kg met w= water en c = cement); - de tijdsduur dat het beton vochtig blijft. Bij de eerste drie factoren gaat hoge reactiesnelheid samen met een snelle stijging van de sterkte. Bij een hoge watercementfactor is de hydratatiesnelheid wel groot, maar blijft de sterkte lager als gevolg van het ontstaan van meer capillaire poriën, zie volgende paragraaf. 255

24 Figuur Gemiddelde afstand tussen de cementdeeltjes in cementsteen als functie van de specifieke oppervlakte van cement en de wcf. De gemiddelde deeltjesafstand is 2 keer de waterlaagdikte om elk deeltje. W/C = wcf = watercementfactor. Ook de cementsoort is van belang voor de soort sterkte-ontwikkeling. Door de cementfabrikant zijn de cementen zo ontworpen, dat deze na 28 dagen verharden bij 20 C volgens de normbeproeving dezelfde sterkte hebben, bijvoorbeeld klasse 42,5. In de periode tot 28 dagen en daarna kan de sterkte-ontwikkeling nogal verschillen, zie figuur Hoogovencement ontwikkelt zich trager dan portlandcement, ondanks de hogere maalfijnheid (300 m 2 /kg respectievelijk 400 m 2 /kg). Bij portlandvliegascement is dat verschil gering (een CEM II 32,5 heeft een zodanige maalfijnheid dat na 28 dagen voldaan wordt aan de normsterkte van 32,5 N/mm 2 ). Figuur De druksterkte ontwikkeling van (norm)mortels als functie van de tijd voor drie cementen. Een normmortel bestaat uit cement, zand en water met wcf = 0,50. CEM I = portland cement. CEM III = hoogovencement. De verharding is bij 20 C bij 95% R.V. 256

5 Aanvulling hoofdstuk 5 Anorganische bindmiddelen

5 Aanvulling hoofdstuk 5 Anorganische bindmiddelen 5 Aanvulling hoofdstuk 5 Anorganische bindmiddelen 5.1 De productie van portlandcement 5.2 Opnamen elektronenmicroscoop 5.3 De productie van hoogovencement 5.4 De productie van portlandvliegascement 5.5

Nadere informatie

Bijscholing betontechnologie 7 november 2014. Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V.

Bijscholing betontechnologie 7 november 2014. Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V. Bijscholing betontechnologie Jaap van Eldik, Senior Betontechnologisch Adviseur Mebin B.V. Onderwerpen Beton Regelgeving Sterkteklassen Milieuklassen Rekenvoorbeeld Sterkteontwikkeling Krimpgedrag Beton

Nadere informatie

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) Oefening vakcode 226073 Let op: Kies voor iedere vraag slechts één antwoord. Kies het beste of enig juiste antwoord. Antwoorden aankruisen op het

Nadere informatie

Cement en water vormen cementlijm

Cement en water vormen cementlijm Nabehandelen De nazorg van vers gestort betonwerk wordt nabehandelen genoemd. Doel van het nabehandelen is om het water in het verhardende beton vast te houden en niet te laten verdampen. De kwaliteit

Nadere informatie

11.3 Inerte vulstoffen (type I)

11.3 Inerte vulstoffen (type I) 11 Vulstoffen 11.1 Definitie Een vulstof is een inerte dan wel puzzolane of (latent) hydraulische stof, meestal fijner dan 63 µm, die aan betonspecie kan worden toegevoegd ter aanvulling van de hoeveelheid

Nadere informatie

12.1 Indeling volgens NEN-EN 1008

12.1 Indeling volgens NEN-EN 1008 12 Aanmaakwater 12 Aanmaakwater is een essentiële grondstof voor beton; zonder water geen hydratatie. Het is daarom belangrijk dat het aanmaakwater geen verontreinigingen bevat die: het hydratatieproces

Nadere informatie

Editie september 2009 Memento verpakt cement

Editie september 2009 Memento verpakt cement Editie september 2009 Memento verpakt cement tv@enci.nl - www.enci.nl Overzicht ENCI verpakt cement Cementbenaming Portlandcement 42,5 N Portlandcement 52,5 R Wit portlandcement Wit portlandkalksteencement

Nadere informatie

Beton. HST 8 verharding.

Beton. HST 8 verharding. HST 8. 1. Wat is het verschil tussen bindingstijd en verhardingstijd van beton? Bindingstijd: de tijd die nodig is om de boel te binden (dat alles aan elkaar hecht en dat het nog verwerkbaar is). Verhardingstijd:

Nadere informatie

beton voor bedrijfsvloeren

beton voor bedrijfsvloeren ABT staat voor voegloze bedrijfsvloeren, zonder beperkingen. In het principe van voegloos ontwerpen (zie ook de flyer voegloze vloeren ) is het beperken van de krimp één van de belangrijkste aspecten.

Nadere informatie

Beton. Marjo de Baere Bas Vrencken Thomas Kleppe Robin Hamers Olaf Steenhuis Ruud Kemper. Kees Kampfraath Jan de Gruijter. Lerarenopleiding Tilburg

Beton. Marjo de Baere Bas Vrencken Thomas Kleppe Robin Hamers Olaf Steenhuis Ruud Kemper. Kees Kampfraath Jan de Gruijter. Lerarenopleiding Tilburg Beton Studenten: Begeleiders: Opleiding: Maarten van Luffelen Marjo de Baere Bas Vrencken Thomas Kleppe Robin Hamers Olaf Steenhuis Ruud Kemper Guido Mollen Kees Kampfraath Jan de Gruijter Lerarenopleiding

Nadere informatie

CEM III voor betonverhardingen

CEM III voor betonverhardingen Duurzaamheid II CEM III voor betonverhardingen Werner Remarque CEMEX Keuze van Cement De Europese cementnorm EN 197-1 kent 27 cementtypes. In Nederland zijn volgens NEN 8005 (Nederlandse invulling van

Nadere informatie

10 Hulpstoffen en toevoegingen

10 Hulpstoffen en toevoegingen 10 Hulpstoffen en toevoegingen 10.1 Definitie Een hulpstof is een stof die, als regel bij een toevoeging in hoeveelheden gelijk aan of minder dan 5% (m/m) van de cementhoeveelheid, een significante wijziging

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Berekenen van betonsamenstellingen

Hoofdstuk 2: Berekenen van betonsamenstellingen Hoofdstuk 2: Berekenen van betonsamenstellingen 1 Berekenen van betonsamenstellingen A: Inventarisatie van de eisen B: Keuze van de materialen Geldt voor alle betontypen, zie dictaat BBT C: Ontwerpen van:

Nadere informatie

Vervormingseigenschappen

Vervormingseigenschappen Vervormingseigenschappen Betonconstructies kunnen niet uitsluitend worden ontworpen op druk- en treksterkte. Vervormingen spelen ook een belangrijke rol, vooral doorbuiging. Beheersing van de vervorming

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Krimparme gietmortel Five Star 190 voor het ondergieten van staalconstructies en betonelementen. Deze mortel voldoet aan CUR-Aanbeveling 24 en waar van toepassing aan NEN-EN 206-1. Unieke formule, bouwt

Nadere informatie

Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen 2012/2013

Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen 2012/2013 Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen /3 De betontechnoloog is vanouds de functionaris die bij de betoncentrale en de betonproductenindustrie verantwoordelijk is voor de selectie

Nadere informatie

Examen Betontechnoloog BV

Examen Betontechnoloog BV Examen Betontechnoloog BV Vragen en antwoorden cursusseizoen 2013/2014 Vraag 1 (14 scorepunten) Een betonsamenstelling met cement CEM III/B 42,5 N moet voldoen aan de volgende eisen: - sterkteklasse C30/37;

Nadere informatie

Materiaalkunde tentamen

Materiaalkunde tentamen Materiaalkunde tentamen Dit tentamen is met veel moeite een keertje uitgetypt door mij. Waarschijnlijk heb je er wel iets aan. Mocht je nu ook een keer zo gek zijn om een tentamen een keer uit te typen;

Nadere informatie

MIX DESIGN MIX PROPORTIONING. BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING. Peter Minne

MIX DESIGN MIX PROPORTIONING. BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING. Peter Minne BEKISTINGEN ONTWERP EN UITVOERING partim BETONSAMENSTELLING Peter Minne INHOUD - Eisen gesteld aan het beton - Samenstelling van de betonstructuur - Van eisen naar samenstelling - Het gebruik van software

Nadere informatie

Tentamens 2,5% Beton

Tentamens 2,5% Beton Tentamens Beton is beter bestand tegen erosie bij lage WCF Beton is beter bestand tegen erosie bij laag cementgehalte Vorst wordt beperkt door gebruik van lage WCF en luchtbelvormer Betonsterkte wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Beton met specifieke eisen of bijzondere samenstellingen. 3.2 Beton met bijzondere specificaties. 3.3 Bijzondere uitvoeringsmethoden

Hoofdstuk 3. Beton met specifieke eisen of bijzondere samenstellingen. 3.2 Beton met bijzondere specificaties. 3.3 Bijzondere uitvoeringsmethoden Hoofdstuk 3 Beton met specifieke eisen of bijzondere samenstellingen 3.2 Beton met bijzondere specificaties 3.3 Bijzondere uitvoeringsmethoden 1 Beton met bijzondere specificaties Beton met verhoogde sterkte

Nadere informatie

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek 1 Inhoud Autogene krimp Typen krimp Definitie Autogene krimp Wat is autogene krimp Definitie autogene

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad Krimparme Ondersabelings- en Troffelmortel Five Star 180 voor het onderstoppen van staalconstructies en betonelementen. Deze mortel voldoet aan CUR-Aanbeveling 24 en waar van toepassing aan NEN-EN 206-1.

Nadere informatie

Beton. college Utrecht maart 2010 HKU. Beton Tadao Ando

Beton. college Utrecht maart 2010 HKU. Beton Tadao Ando Beton college Utrecht maart 2010 HKU Beton Tadao Ando 1 14-03-2011 Lengte: 2460 meter Breed: 32 meter Hoogte: 343 4 meter beton gieten in 3 dagen Glijbekisting Architect: Norman Foster 127.000 m3 beton

Nadere informatie

Eero Saarinen, JFK airport

Eero Saarinen, JFK airport Eero Saarinen, JFK airport Beto college Utrecht maart 2010 HKU Beton Tadao Ando Beton Beton Lengte: 2460 meter Breed: 32 meter Hoogte: 343 4 meter beton gieten in 3 dagen Glijbekisting Architect: Norman

Nadere informatie

AEC-granulaat als toeslagmateriaal voor beton. Nieuwe CUR-Aanbeveling 116

AEC-granulaat als toeslagmateriaal voor beton. Nieuwe CUR-Aanbeveling 116 1 Nieuwe CUR-Aanbeveling 116 CUR-Aanbeveling 116 CUR-Aanbeveling 116: 12 AEC-granulaat als toeslagmateriaal voor beton is te raadplegen of te bestellen (digitaal en op papier) op www.cur-aanbevelingen.nl

Nadere informatie

Vorst en dooizouten. Figuur 1 Invloed van de verzadigingsgraad van beton op de bestandheid tegen vorst (A.M. Neville)

Vorst en dooizouten. Figuur 1 Invloed van de verzadigingsgraad van beton op de bestandheid tegen vorst (A.M. Neville) Vorst en dooizouten Beton wordt veel gebruikt als materiaal voor bestratingen (stenen, blokken, tegels), terreinverhardingen en wegverhardingen (gesloten betonverhardingen). Vorst en dooizouten zijn dan

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Uiterlijk van beton. De kleur van beton. Uiterlijk van beton in voorschriften. Veel voorkomende onvolkomenheden

Hoofdstuk 5. Uiterlijk van beton. De kleur van beton. Uiterlijk van beton in voorschriften. Veel voorkomende onvolkomenheden Hoofdstuk 5 Uiterlijk van beton De kleur van beton Uiterlijk van beton in voorschriften Veel voorkomende onvolkomenheden 1 De kleur van beton Uiterlijk van beton kleur van beton is som van kleur van kleine

Nadere informatie

Deelexamen : BETONTECHNOLOOG Datum : 26 mei 2015. : 14.00 tot 17.00 uur (180 minuten)

Deelexamen : BETONTECHNOLOOG Datum : 26 mei 2015. : 14.00 tot 17.00 uur (180 minuten) Deelexamen : BETONTECHNOLOOG Datum : 26 mei 21 Tijd : 14. tot 17. uur (18 minuten) Het deelexamen bestaat uit 9 open vragen. Indien een open vraag volledig juist is beantwoord, zal dit worden gewaardeerd

Nadere informatie

Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar

Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar Cementgebonden afstandhouders in een betonconstructie met een ontwerplevensduur van 100 jaar Bedrijf: Researcher: Stoter Beton B.V. Dhr. R. Beumer Spoorstraat 29 8084 HW 't Harde Ing. H.W. Corporaal, MICT

Nadere informatie

VII. Calciumsulfaatgebonden dekvloeren

VII. Calciumsulfaatgebonden dekvloeren VII Calciumsulfaatgebonden dekvloeren 1 Algemeen 60 1.1 Definitie, toepassing en soorten Een dekvloer is volgens NEN-EN 13813 een bouwdeel dat vervaardigd wordt op een dragende constructie of op een daarop

Nadere informatie

Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden

Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden Vorst-dooiweerstand van betonverhardingen: theorie en praktische voorbeelden ir. Luc Rens FEBELCEM Raadgevend ingenieur l.rens@febelcem.be dr. ir. Anne Beeldens OCW Onderzoeker a.beeldens@brrc.be CONCRETE

Nadere informatie

Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte?

Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte? Alkali-silica-reactie (A.S.R.) een exotische ziekte? 1. Wat is A.S.R.? A.S.R. is een expansieve reactie tussen alkaliën in het beton, water en reactief silica (mineraal) dat in het toeslagmateriaal voorkomt.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Beton in de kist

Hoofdstuk 4: Beton in de kist Hoofdstuk 4: Beton in de kist Horizontale speciedruk Gewogen rijpheid Temperatuurbeheersing Nabehandeling Ontkisten 1 Horizontale speciedruk op bekisting Hydrostatisch drukverloop Reactie cement met water

Nadere informatie

Plus zuurbestendig beton

Plus zuurbestendig beton Plus zuurbestendig beton Het cementvrije beton dat hoge weerstand biedt tegen zuren, zouten en sulfaten De plussen van zuurbestendig beton Economisch alternatief PLUS zuurbestendig beton is een economisch

Nadere informatie

100% Circulair beton Slimbreken voor beter granulaat en minder CO2

100% Circulair beton Slimbreken voor beter granulaat en minder CO2 2016-05-09 100% Circulair beton Slimbreken voor beter granulaat en minder CO2 Koos Schenk Alef Schippers smartcrushers.com Inhoud Wat is Slimbreken? Zand en grind, beter dan nieuw Toepassing in betonwaren

Nadere informatie

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) Oefening vakcode 226073 Let op: Kies voor iedere vraag slechts één antwoord. Kies het beste of enig juiste antwoord. Antwoorden aankruisen op het

Nadere informatie

aantasting van beton door vorst en dooizouten

aantasting van beton door vorst en dooizouten aantasting van beton door vorst en dooizouten Kenmerkend voor de Belgische winters zijn de veelvuldige afwisselingen van vriezen en dooien. Deze cyclische temperatuurschommelingen zijn zeer belastend voor

Nadere informatie

Contopp Versneller 10 Compound 6

Contopp Versneller 10 Compound 6 DIN EN 13813 Screed material and floor screeds - Screed materials - Properties and requirements Contopp Versneller 10 To e p a s s i n g s g e b i e d e n Contopp Versneller 10 is een pasteuze hulpstof,

Nadere informatie

Leidraad warenkennis cement

Leidraad warenkennis cement 1 Leidraad warenkennis cement 2 3 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave... 2 Voorwoord... 3 ENCI... 4 Cement is een universeel bouwmateriaal... 5 Productie en grondstoffen... 6 Cementsoorten en sterkteklassen...

Nadere informatie

De SmartCrusher Groeve 2020

De SmartCrusher Groeve 2020 De SmartCrusher Groeve 2020 Marc Ottelé / Koos Schenk www.slimbreker.nl 1 De SmartCrusher Groeve 2020 Betonpuin als de nieuwe CO2 vrije groeve voor cementen productie Inleiding De cementindustrie was in

Nadere informatie

Alkali-silicareactie (ASR)

Alkali-silicareactie (ASR) Alkali-silicareactie (ASR) Alkali-silicareactie (ASR) is een in Nederland jarenlang nauwelijks onderkend schademechanisme. Bij de reactie van alkaliën, water en reactief silica uit toeslagmateriaal wordt

Nadere informatie

Aantasting door sulfaten

Aantasting door sulfaten Aantasting door sulfaten Een typische vorm van chemische aantasting van beton is de inwerking van sulfaten. De aantasting wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door de vorming van expansief ettringiet,

Nadere informatie

Nederlandse NEN Inhoud

Nederlandse NEN Inhoud Nederlandse NEN 3532 Hulpstoffen voor mortel en beton Definities, eisen en keuring Admixtures for mortar and concrete. Definitions, requirements and inspection 4e druk, december 1995 UDC 666.96/.98.014/.017:691.53/54:001.4

Nadere informatie

Duurzaam construeren met. Frans van Herwijnen

Duurzaam construeren met. Frans van Herwijnen Duurzaam construeren met Frans van Herwijnen 1 Duurzaam construeren 1. Ontwerpen op levensduur (flexibel, aanpasbaar, demontabel) 2. Inzet massa als warmteaccumulator (BKA) 3. Hergebruik van bestaande

Nadere informatie

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Stap 1: Uitwerking van de waardeketen... 4 2.1 Grondstoffen... 4 2.2 Transport naar betoncentrale... 4 2.3 Prefab betoncentrale... 4 2.4 Transport naar het project... 5 2.5 Gebruikersfase

Nadere informatie

Examen : BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] Datum : dinsdag 3 april 2018 Tijd : tot uur (90 minuten)

Examen : BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] Datum : dinsdag 3 april 2018 Tijd : tot uur (90 minuten) Examen : SISKENNIS ETON LGEMEEN [bba] atum : dinsdag 3 april 2018 Tijd : 19.30 tot 21.00 uur (90 minuten) Het examen bestaat uit 60 meerkeuze vragen. Gebruik van het cursusboek of andere literatuur is

Nadere informatie

BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN

BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN BETON MET GERECYCLEERDE GRANULATEN EVOLUTIES & VOORBEELDEN Ir. Jeroen Vrijders Labo Duurzame Ontwikkeling 2009-2011 100% vervanging 2014 EN 206 2016 (?) NBN B15-001 1988 Berendrechtsluis 1999 RecyHouse

Nadere informatie

Duurzame ontwikkelingen in cement en beton. Milieubelasting woningbouw (NIBE, 2010) Nederlandse ambities voor bouwmarkt

Duurzame ontwikkelingen in cement en beton. Milieubelasting woningbouw (NIBE, 2010) Nederlandse ambities voor bouwmarkt Cement & BetonCentrum Praktijkseminar Duurzaam Bouwen met Beton Duurzame ontwikkelingen in cement en beton Jeroen Frenay en Peter de Vries ENCI Technische Marketing Groningen, 9 april 2014 Nederlandse

Nadere informatie

Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon. Ronald Diele

Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon. Ronald Diele Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon Ronald Diele Schagen Infra MIO Asfaltcentrale Schagen Infra BCH Betoncentrale Schagen Infra Terug naar Pioneering bijeenkomst op 26 april jl. Sessie over hergebruik

Nadere informatie

Samenstellen van beton 2 SAMENSTELLEN VAN BETON

Samenstellen van beton 2 SAMENSTELLEN VAN BETON Samenstellen van beton 2 SAMENSTELLEN VAN BETON In de Basiscursus BetonTechnologie [BBT] is aan de hand van een stappenplan behandeld hoe relatief eenvoudige traditionele betonsamenstellingen kunnen worden

Nadere informatie

KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON. Het belang van recycling beton. Ir. Willy Goossens

KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON. Het belang van recycling beton. Ir. Willy Goossens KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON Het belang van recycling beton Ir. Willy Goossens Wat is beton en hoe is het geëvolueerd door de eeuwen heen - In de oudheid (Egypte, Babylonië,

Nadere informatie

De weg naar de circulaire economie is de betonweg.

De weg naar de circulaire economie is de betonweg. De weg naar de circulaire economie is de betonweg. Dick Eerland ZOCO Innovations BV Samenvatting De bijdrage van de wegenbouw aan de circulaire economie staat volop in de belangstelling. Asfaltbetongranulaat

Nadere informatie

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN GEMALEN GEGRANULEERDE HOOGOVENSLAK, POEDERKOOLVLIEGAS EN PORTLANDCEMENT VOOR TOEPASSING ALS BINDMIDDEL IN BETON

NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN GEMALEN GEGRANULEERDE HOOGOVENSLAK, POEDERKOOLVLIEGAS EN PORTLANDCEMENT VOOR TOEPASSING ALS BINDMIDDEL IN BETON BRL 9340 d.d. 2007-01-10 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO ATTEST VOOR EEN COMBINATIE VAN GEMALEN GEGRANULEERDE HOOGOVENSLAK, POEDERKOOLVLIEGAS EN PORTLANDCEMENT VOOR TOEPASSING ALS BINDMIDDEL

Nadere informatie

BASISKENNIS BETON ALGEMEEN. [bba]

BASISKENNIS BETON ALGEMEEN. [bba] BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] De Betonvereniging en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken van de in deze publicatie

Nadere informatie

Bestekomschrijving - Chateaubanden - Saxum

Bestekomschrijving - Chateaubanden - Saxum Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze lijnvormige elementen verwijzen we naar de volgende pagina s. De vervaardiging van de lijnvormige elementen gebeurt volgens het principe van de

Nadere informatie

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL)

TENTAMEN CIVIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) TENTAMEN CIIELTECHNISCHE MATERIAALKUNDE (NIEUWE STIJL) Antoorden vakcode 226073 1 MEERKEUZERAGEN raag 01 Asfalt a) is een composiet. Want bestaat uit een polymeer (bitumen) en steenachtige materialen (steenslag,

Nadere informatie

PROEFPROJECT MET GROEN BETON

PROEFPROJECT MET GROEN BETON PROEFPROJECT MET GROEN BETON Hoogwaardig betonpuingranulaat in hoogwaardige toepassingen Filip Props, kwaliteitscontrole, Oosterzeelse Breek- & Betoncentrale (O.B.B.C. nv) OOSTERZEELSE BREEK- & BETONCENTRALE

Nadere informatie

thema Op zoek naar cement van de toekomst met betere carbon-footprint Kan cement zonder klinker?

thema Op zoek naar cement van de toekomst met betere carbon-footprint Kan cement zonder klinker? thema 1 Op zoek naar cement van de toekomst met betere carbon-footprint Kan cement zonder klinker? 12 7 213 Kan cement zonder klinker? ing. Peter de Vries FICT ENCI BV 1 Klinkeroven 2 Beoordelingscriteria

Nadere informatie

Metselcement MC12,5. Samenstelling De samenstelling van de hoofdbestanddelen van MC 12,5 is conform NEN-EN 413-1

Metselcement MC12,5. Samenstelling De samenstelling van de hoofdbestanddelen van MC 12,5 is conform NEN-EN 413-1 Metselcement MC12,5 Productomschrijving Metselcement MC12,5 is een hydraulisch bindmiddel op basis van portlandcementklinker. Bij de fabricage wordt aan de portlandcementklinker een zeer fijne fractie

Nadere informatie

VABOR-ledenvergadering Almere, 21 juni XF4 moet luchtiger! Ing. Peter de Vries FICT, ENCI BV

VABOR-ledenvergadering Almere, 21 juni XF4 moet luchtiger! Ing. Peter de Vries FICT, ENCI BV VABOR-ledenvergadering Almere, 21 juni 2012 XF4 moet luchtiger! Ing. Peter de Vries FICT, ENCI BV BETON is een materiaal op trots op te zijn! Maar dit is ook heel mooi. Mooie plaatjes hebben een keerzijde

Nadere informatie

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s.

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. Deze betonstraatstenen zijn conform aan de PTV 122 Bestratingen van Beton voor waterdoorlatende

Nadere informatie

Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB)

Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB) Uitvoering van betonconstructies: NBN EN 13670 en prnbn B 15-400 (ANB) Betonstorten en nabehandeling ir. Bram Dooms Uitvoering van betonconstructies - 06/11/2013 - Pagina 1 Betonstorten en nabehandeling

Nadere informatie

Vliegas in beton. Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie van voorspanstaai

Vliegas in beton. Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie van voorspanstaai C U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 96-2 Vliegas in beton Verhoging van de water-cementfactor Carbonatatieresultaten Verlaging van het minimale cementgehalte Corrosie

Nadere informatie

LM310 Tegelmortel. wit. Productomschrijving. Toepassing. Speciale eigenschappen. Leveringsvorm. Houdbaarheid/opslag.

LM310 Tegelmortel. wit. Productomschrijving. Toepassing. Speciale eigenschappen. Leveringsvorm. Houdbaarheid/opslag. LM310 Tegelmortel wit Productomschrijving Witte tegelmortel met kalk en dichte toeslagmiddelen en additieven welke stabiliteit, sterkte en de verwerkingsstabiliteit bevorderen. Toepassing Tegelmortel LM310

Nadere informatie

Productinformatieblad

Productinformatieblad webermix 6 in 1 is een kant-en-klare mortel geschikt voor diverse toepassingen Metselen, voegen, stucadoren, vloersmeren, tegels leggen Ook geschikt voor metselen glazen bouwstenen Veelzijdig inzetbare

Nadere informatie

ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN, WHAT S NEW? Sessie 3. Technologie: Men vraagt en wij draaien? Of gewoon: Fusion Cooking? Marcel Bruin, 25 juni 2015

ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN, WHAT S NEW? Sessie 3. Technologie: Men vraagt en wij draaien? Of gewoon: Fusion Cooking? Marcel Bruin, 25 juni 2015 ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN, WHAT S NEW? Sessie 3. Technologie: Men vraagt en wij draaien? Of gewoon: Fusion Cooking? Marcel Bruin, 25 juni 2015 What s New? CO 2 uitstoot vanuit cement Belangrijke aspecten:

Nadere informatie

01 kwaliteitscontrole beton

01 kwaliteitscontrole beton RAPPORT 01 kwaliteitscontrole beton kwaliteit en samenstelling schatting sterkte specie-analysemethoden STICHTING COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN INGESTELD DOOR DE BETON VER E N IGI N G RESEARCH ONDERZOEKINGSCOMMISSIES

Nadere informatie

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s.

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. De vervaardiging van de stenen en tegels gebeurt volgens het principe van de voorverdichting.

Nadere informatie

Richtlijn voor specificaties van recyclinggranulaten voor beton

Richtlijn voor specificaties van recyclinggranulaten voor beton Informatieblad Richtlijn voor specificaties van recyclinggranulaten voor beton Inleiding Het informatieblad Richtlijn voor specificaties van recyclinggranulaten voor beton bevat materiaalspecificaties

Nadere informatie

De minimale nabehandelingsduur kan bepaald worden aan de hand van volgende criteria

De minimale nabehandelingsduur kan bepaald worden aan de hand van volgende criteria Het nabehandelen van jong beton is een beschermingsmaatregel tegen de vroegtijdige uitdroging ervan. Het bestaat erin het beton af te schermen tegen atmosferische invloeden. Dit is noodzakelijk opdat het

Nadere informatie

Bestekomschrijving - Stootbanden 20 - Saxum

Bestekomschrijving - Stootbanden 20 - Saxum Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze lijnvormige elementen verwijzen we naar de volgende pagina s. De vervaardiging van de lijnvormige elementen gebeurt volgens het principe van de

Nadere informatie

100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten

100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten 2016-06-21 100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten Koos Schenk Alef Schippers smartcrushers.com Inhoud Wat is Slimbreken? 100% circulair beton Zand en grind, beter dan nieuw Toepassing

Nadere informatie

100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten

100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten 2016-06-21 100% Circulair beton Slimbreken voor minder CO2 en lagere kosten Koos Schenk Alef Schippers smartcrushers.com Inhoud Wat is Slimbreken? 100% circulair beton Zand en grind, beter dan nieuw Toepassing

Nadere informatie

Betonsterkte vs. Duurzaamheid

Betonsterkte vs. Duurzaamheid Oorzaak en gevolg vs. Duurzaamheid De aanleiding : Vaste commissie in situ Cur vc12 voorschriftenbetontechnologie Stufib en Stutech Stufib rapport 20 (studiecel 18) te downloaden www.stufib.nl Ab van den

Nadere informatie

Bijscholing docenten 7 nov. 14

Bijscholing docenten 7 nov. 14 Bijscholing docenten 7 nov. 14 Zelfverdichtend beton (ZVB) Zelfverdichtend beton is zo vloeibaar dat het zonder verdichten een bekisting, met een dicht wapeningsnet volledig kan vullen en ontluchten. De

Nadere informatie

De technologie van waterdicht beton

De technologie van waterdicht beton 1 Waterdichtheid afhankelijk van materiaaleigenschappen, scheuren en voegen De technologie van waterdicht beton Is beton waterdicht? In de praktijk wel, zo bewijzen vele woonarken met betonnen casco in

Nadere informatie

Bestekomschrijving - Grasbetontegels - Saxum

Bestekomschrijving - Grasbetontegels - Saxum Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. De vervaardiging van de stenen en tegels gebeurt volgens het principe van de voorverdichting.

Nadere informatie

Betonwijzer volgens NEN EN 206-1 en NEN 8005

Betonwijzer volgens NEN EN 206-1 en NEN 8005 Betonwijzer volgens NEN EN 206-1 en NEN 8005 2013 Uw bestelling in 6 stappen 1 Bepaal de sterkteklasse De sterkteklasse is een maat voor de sterkte van het beton, gebaseerd op de 28-daagse karakteristieke

Nadere informatie

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite: Wegen, opritten, parkings in asfalt Op volgende pagina een korte samenvatting vanwege het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw aangaande de soorten asfalt, de samenstelling van asfaltverhardingen, de verwerking

Nadere informatie

Bestekomschrijving - Fietspadtegels - Saxum

Bestekomschrijving - Fietspadtegels - Saxum Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. De vervaardiging van de stenen en tegels gebeurt volgens het principe van de voorverdichting.

Nadere informatie

TOEPASSING VAN GERECYCLEERDE GRANULATEN. Kwaliteitsborging bij de productie van hoogwaardig beton met gerecycleerde granulaten. Dirk Vandecappelle

TOEPASSING VAN GERECYCLEERDE GRANULATEN. Kwaliteitsborging bij de productie van hoogwaardig beton met gerecycleerde granulaten. Dirk Vandecappelle TOEPASSING VAN GERECYCLEERDE GRANULATEN Kwaliteitsborging bij de productie van hoogwaardig beton met gerecycleerde granulaten Dirk Vandecappelle 1. Inhoud - Eisen gesteld aan de granulaten - Acceptatiebeleid

Nadere informatie

Examen : BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] Datum : dinsdag 4 april 2017 Tijd : tot uur (90 minuten)

Examen : BASISKENNIS BETON ALGEMEEN [bba] Datum : dinsdag 4 april 2017 Tijd : tot uur (90 minuten) Examen : SISKENNIS ETON LGEMEEN [bba] atum : dinsdag 4 april 2017 Tijd : 19.30 tot 21.00 uur (90 minuten) Het examen bestaat uit 60 meerkeuze vragen. Gebruik van het cursusboek of andere literatuur is

Nadere informatie

Wijzer met CEM III. Hoogovencement, een robuust recept! Cement&BetonCentrum. brochure wijzer met CEM III.indd 1 28-10-10 14:44

Wijzer met CEM III. Hoogovencement, een robuust recept! Cement&BetonCentrum. brochure wijzer met CEM III.indd 1 28-10-10 14:44 Wijzer met CEM III Hoogovencement, een robuust recept! Cement&BetonCentrum 1 brochure wijzer met CEM III.indd 1 28-10-10 14:44 2 brochure wijzer met CEM III.indd 2 28-10-10 14:44 Hoogovencement Hoogovencement

Nadere informatie

4. Fysische en mechanische eigenschappen

4. Fysische en mechanische eigenschappen 4.1 Uiterlijk en structuur De structuur van cellenbeton wordt bepaald door de aanwezigheid van een groot aantal uiterst kleine cellen. Cellenbeton wordt in verschillende volumemassa s vervaardigd, variërend

Nadere informatie

Nederlandse NEN Inhoud

Nederlandse NEN Inhoud Nederlandse NEN 5905 Materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m 3 Aggregates for concrete. Materials with a density of at least 2000 kg/m 3 2e druk, juni 1997 ICS 91.100.30 Vervangt NEN

Nadere informatie

Participanten Werkgroep. Aannemingsbedrijf Platenkamp BV (E. Veldkamp) Betoncentrale Twenthe (J. Dekker, D. Wintels)

Participanten Werkgroep. Aannemingsbedrijf Platenkamp BV (E. Veldkamp) Betoncentrale Twenthe (J. Dekker, D. Wintels) Participanten Werkgroep Aannemingsbedrijf Platenkamp BV (E. Veldkamp) Betoncentrale Twenthe (J. Dekker, D. Wintels) Cemex Cement Duitsland (W. Remarque) Twentse Recyclings Maatschappij TRM (W. Ekkelenkamp)

Nadere informatie

sneller eenvoudiger uniek

sneller eenvoudiger uniek Rapid Set Cement Technologie sneller eenvoudiger uniek CEMENT ALL Universele reparatiemortel MORTAR MIX Sneldrogende reparatiemortel CONCRETE MIX Snelhardend reparatiebeton KORODUR and CTS Cement Twee

Nadere informatie

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s.

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. Bestekomschrijving Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s. De karteltegel wordt aan twee kopse zijden van een gekarteld patroon voorzien. De vervaardiging

Nadere informatie

Invloed van afstandhouders op het chloride indringingsprofiel.

Invloed van afstandhouders op het chloride indringingsprofiel. Studies & Development Toegepast Cement- en Betononderzoek Invloed van afstandhouders op het chloride indringingsprofiel. Onderzoek uitgevoerd voor: naam: Stoter Beton adres: postcode: telefoon: Projectnummer

Nadere informatie

3D-Computersimulatie van het verhardingsproces

3D-Computersimulatie van het verhardingsproces 3D-Computersimulatie van het verhardingsproces ir.r.j. van Eijk en dr.ir.h.j.h. Brouwers, Universiteit Twente, afdeling Civiele Technologie en Management De ontwikkeling van geavanceerde meettechnieken

Nadere informatie

Duurzaamheidstabellen betontechnologie

Duurzaamheidstabellen betontechnologie Duurzaamheidstabellen betontechnologie Milieuklassen Klasseaanduiding Beschrijving van de omgeving Informatieve voorbeelden waar de betreffende milieuklasse zich kan voordoen 1. Geen risico op corrosie

Nadere informatie

NAAR EEN OPTIMALE SAMENSTELLING VAN WEGENBETON

NAAR EEN OPTIMALE SAMENSTELLING VAN WEGENBETON NAAR EEN OPTIMALE SAMENSTELLING VAN WEGENBETON KENMERKEN VAN WEGENBETON KENMERKEN VAN MATERIALEN OPPERVLAKKENMERKEN VAN WEGVERHARDINGEN SAMENSTELLING VAN WEGENBETON ENKELE BIJZONDERE TOEPASSINGEN 1 NAAR

Nadere informatie

Visie op duurzaamheid

Visie op duurzaamheid Beton goed op weg Trends en visies Visie op duurzaamheid André Burger Cement&BetonCentrum Bouw bewust, bouw gerust, bouw met beton. Betonwegendag, 11 oktober 2011 Door: André Burger Directeur Cement&BetonCentrum

Nadere informatie

Plus betonmortel. Bouw er iets mooi mee!

Plus betonmortel. Bouw er iets mooi mee! Plus betonmortel Bouw er iets mooi mee! De plussen van Van Nieuwpoort Betonmortel Kennis, ervaring en assortiment Van Nieuwpoort Betonmortel is al meer dan 50 jaar expert in de productie van mortelproducten

Nadere informatie

Technische bepalingen

Technische bepalingen III. Technische bepalingen Art. 1: Stortklaar beton (wegenbouw) 1. : In vrachtwagen >= 5m² geleverd 2. : In vrachtwagen 3m³ < 5m³ geleverd 3. : In vrachtwagen < 1m³ < 3m³ geleverd 4. : Afgehaald Hoeveelheid:

Nadere informatie

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02)

beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Tel. (02) Fax (02) PROBETON Vereniging zonder winstoogmerk beheersorganisme voor de controle van de betonproducten Aarlenstraat 53 - B9 1040 BRUSSEL Tel. (02) 237.60.20 Fax (02) 735.63.56 e-mail : mail@probeton.be website

Nadere informatie

8 Cement. 8.1 Definitie. 8.2 Terminologie 8.3 NEN-EN 197-1

8 Cement. 8.1 Definitie. 8.2 Terminologie 8.3 NEN-EN 197-1 8 Cement 8.1 Definitie Cement is een fijngemalen, anorganische stof die na mengen met water een pasta vormt, die zowel boven als onder water verhardt. Het reactieproduct behoudt na verharding zijn sterkte

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Olivier van Noortweg 10 5928 LX enlo Nederland Locatie Afkorting Olivier van Noortweg 10 5928 LX enlo Nederland errichting

Nadere informatie