WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL HET KLOKHUIS

Transcriptie

1 WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL HET KLOKHUIS DRUTEN versie september 2014 Irenestraat XK Druten. Tel Leidsters: Mathilde van Kessel Marleen Aalders Editha Koppe ma-ocht/di-midd/donderdag di-midd/woe-midd/do-ocht/vrij-ochtend ma-midd/di-ocht/woe-ocht/vrijd-ochtend Karin Toonen Dekkers ma-midd/dins-ocht/woensdag/vrijdag Rita Hijmans ma-ocht/do-middag Fidan Kenan te Nijmegen, voor eventuele ondersteuning van allochtone peuters. Zij is aanwezig bij de groep indien er allochtone kinderen begeleiding nodig hebben. Vrijwilligsters: Rita Hijmans ma-middag Stagiaires en vrijwilligers: Van een stagiaire wordt verwacht dat zij onder begeleiding van de leidster activiteiten uitvoert die passen binnen zijn/ haar leerproces en competenties conform het pedagogische beleid van de peuterspeelzaal. Van de vrijwilligster wordt verwacht dat zij onder begeleiding van de leidster activiteiten uitvoert die passen binnen zijn/ haar competenties conform het pedagogische beleid van de peuterspeelzaal. Leidinggevende: Ingeborg Kruytzer Tel Speelzaaluren: Van maandag tot en met vrijdag van uur tot uur en van uur tot uur.

2 Iedere groep heeft twee dagdelen te weten: Maandagochtend en donderdagmiddag. Dinsdagochtend en vrijdagmiddag, Woensdagochtend en maandagmiddag. Donderdagochtend en dinsdagmiddag. Vrijdagochtend en woensdagmiddag. Aanmelding: Uw peuter kan vanaf 2 jaar en 6 maanden geplaatst worden. Er worden niet meer dan 16 peuters per groep geplaatst. Er is een aanmeldformulier op de peuterspeelzaal en op de website. Activiteiten - indeling per dagdeel Ochtend 8.45 Namen + voorlezen 9.15 Vrij spelen + individuele activiteiten met de kinderen Opruimen eten drinken buiten spelen, gymzaal activiteit Puk, evt. verjaardag Middag namen + voorlezen vrij spelen + individuele opdrachten met kinderen opruimen + drinken buiten spelen gymzaal of evt. verjaardag De bedoeling van deze activiteiten zijn: Uitgangspunten voor het opzetten van alle activiteiten zijn en blijven: De peuter een zo groot mogelijke vrijheid te laten; de peuter zelf laten ontdekken, ontplooiing van eigen initiatief; Bevorderen en het stimuleren van eigen keuzen;

3 de zelfstandigheid bevorderen door bijv. de kinderen te stimuleren zelf naar de W.C. te gaan. Zichzelf aan en uit te kleden, zelf ruzietjes op te lossen, hulp eerder bij leeftijdsgenootjes dan bij volwassenen te zoeken, zelf materialen te pakken en op te ruimen. Om dit zo goed mogelijk te realiseren wordt veel tijd besteed aan het vrij spelen: de peuters kunnen dan zelf bepalen waar ze graag mee bezig willen zijn. De taak van de leidsters kan dan vooral bestaan uit het observeren van de peuters en hen helpen waar nodig is. Wat gezamenlijke activiteiten betreft als kleien, plakken, verven etc. is het wel de bedoeling dat de peuters er zoveel mogelijk aan meedoen, maar ze worden hiertoe nooit gedwongen. De peuters, die er geen zin in hebben, worden wel weer zoveel mogelijk gestimuleerd door de leidsters. Op grond van de doelstelling en op basis van het hiervoor beschreven uitgangspunt ontstaat de volgende globale dagdeelindeling: vrij spelen, observatie/begeleiding door de leidsters; een appel eten, vrij spelen, kringspel; melk drinken, kringgesprek, liedjes zingen, verhaal vertellen e.d.; gerichte activiteiten: verven, kleien, plakken e.d.; afhalen door de ouders. Het stimuleren van de ontwikkeling van de peuters doen we zo: Met de activiteiten in de peuterspeelzaal willen wij vooral de hiernavolgende ontwikkelingskanten bevorderen. De sociale ontwikkeling De kinderen zitten in een vaste groep, twee dagdelen per week. Hierdoor leren ze elkaar goed kennen. Ze reageren op elkaar, houden rekening met elkaar en leren zo zichzelf kennen. Nog later ervaren de peuters zich als een deel van de groep en wordt het contact met de andere peuters steeds hechter. De ruimte moet daarom groot en veilig genoeg zijn voor groepsactiviteiten van de kinderen, terwijl toch individueel spel mogelijk is. Het materiaal moet daarom uitnodigen tot samenspel, bijv. klei en verf lenen zich hier erg goed voor. Het materiaal stimuleert ook tot overleg, bijv. wie gebruikt de

4 fietsjes? Is er niet voor iedereen een fiets, dan is overleg over het bezit ervan noodzakelijk. Voor de houding van de leidsters betekent het, dat ze de kinderen zelf de meeste moeilijkheden moeten laten oplossen, en stimuleren tot elkaar troosten en helpen. De emotionele ontwikkeling Het kind dient vrij te zijn om zijn emoties te uiten en te ervaren. Zo kan het kind ze leren te hanteren,ermee leren om te gaan. Dit geldt voor de eigen gevoelens, maar ook voor die van de andere peuters en/of volwassenen. Het erkennen van gevoelens, ook negatieve, en het accepteren ervan, maakt het mogelijk erover te praten. Daardoor kunnen de gevoelens beter worden verwerkt. De ruimte moet daarom verdeeld zijn in verschillende hoeken, waar verwerking van gevoelens een kans kan krijgen, bijv. een poppenhoek, een gedeelte waar gehold kan worden etc. Poppen zijn vertrouwd; een kind projecteert gemakkelijk zijn gevoelens op een pop, hetgeen de verwerking vergemakkelijkt Knoeien en klodderen met bijv. klei, verf, modder is een primaire behoefte. voor jonge kinderen, net als eten en slapen. Het in aanraking komen met dit materiaal stimuleert de zintuigen en het gebruik ervan. De leidsters moeten daarom het kind de mogelijkheid geven zijn gevoelens te uiten en te laten ervaren. Gevoelens kunnen hanteren is afhankelijk van de verwerking ervan. Uitgelaten en boos zijn, ook tegen volwassenen, moet mogelijk zijn. De belangstelling van de volwassene voor de gevoelens van het kind maakt het mogelijk deze te uiten, te verwerken en te hanteren De psychomotorische ontwikkeling Een gezond lichaam en een goede psychomotorische ontwikkeling stimuleren het verstandelijk vermogen, het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van de peuter. Daarom moet er ruimte zijn om te hollen, te sjouwen, te fietsen, etc. Slechts 1/3 van het vloeroppervlak mag door meubilair en materiaal in beslag genomen worden, wil een kind voldoende uit de voeten kunnen. In de onze beschikbare ruimte kunnen we dit niet geheel realiseren. Het materiaal moet het gebruik van het lichaam stimuleren en grote variatie bieden in hoogte, gewicht, verplaatsbaarheid etc. Het moet het ontdekken van allerlei materialen stimuleren, zoals harde, zachte, ronde, hoekige, vaste, vloeibare etc.

5 Het materiaal moet leren dat deze vormen verschillende mogelijkheden kunnen bieden. Bijv. ronde voorwerpen kunnen rollen en met klei kun je dingen doen die met hout niet kunnen. Het materiaal moet uitnodigen tot het ontwikkelen van de fijne motoriek (bijv. tekenen) en de grove motoriek (bijv. fietsen, dansen). Bij motorische bezigheden is lawaai en drukte onvermijdelijk. De leidsters mogen de kinderen dan ook niet beknotten door zachtjes te moeten doen. De cognitieve ontwikkeling Door een goede sociale, emotionele en lichamelijke ontwikkeling ontwikkelt zich tevens het verstandelijke vermogen van de peuter. Door het stimuleren van de verschillende ontwikkelingskanten wordt ook de cognitieve ontwikkeling bevorderd. Puzzels, boekjes, verhaaltjes, groepsgesprekjes etc. worden dan ook niet zozeer gedaan voor de verstandelijke ontwikkeling, maar veel meer voor de andere gebieden, welke de basis vormen voor een optimale verstandelijke ontwikkeling. Actief werken aan de cognitieve ontwikkeling gebeurt, wanneer de leidsters: de taalontwikkeling stimuleren, zowel passief als actief. Het zingen van liedjes, het voorlezen, maar ook als de kinderen zelf iets vertellen. Ze leren meer woorden verstaan en zeggen; de creativiteit stimuleren. De kinderen ontdekken dat ze iets kunnen maken, scheppen. Ze zien dat ze door het tekenen iets voort kunnen brengen en datje met verschillend materiaal figuren kunt maken; het gebruik van de zintuigen stimuleren. De omgeving met al haar mooie dingen als de natuur, waarin de bomen, de bloemen, de dieren. Maar ook dat al deze mooie dingen waardevol zijn, en dat je er soms leuke dingen mee kunt doen. Het stimuleren van de ontwikkeling van de peuters doen we zo: Begeleiden: De leidster is de vertrouwde achtergrondfiguur, die persoonlijke gevoelens mag tonen naar de peuters en mee moet kunnen delen in de activiteiten van het kind. Haar houding is erop gericht de kinderen zoveel mogelijk dingen met elkaar te laten doen en te laten

6 ontdekken en proberen op te laten lossen. Ze biedt materiaal aan, maar laat de mogelijkheden open. Ze grijpt in als een kind belemmerd wordt in zijn ontwikkeling door andere kinderen of door het materiaal. Signaleren, stimuleren en reguleren doen we zo: Signaleren: De leidster heeft zeker ook tot taak vroegtijdig ontsporingen in de ontwikkeling of het gedrag van het kind te signaleren. Het doorgeven van de signalen aan de ouders en het eventueel doorverwijzen naar derden, is daarbij eveneens van belang. De leidinggevende wordt bij eventuele doorverwijzing betrokken. Stimuleren: Voor kinderen van 2 tot 4 jaar is het erg van belang dat ze op allerlei manieren bezig zijn. De leidster stimuleert de kinderen tot allerlei activiteiten, zonder de peuters te forceren of ze activiteiten op te dringen. Reguleren: De leidster reguleert het spel van de peuters als dat nodig is. Ze bouwt een rustpunt in, laat alle kinderen in dat rustpunt delen, zorgt dat kinderen niet "doordraaien", laat kinderen als het nodig is "uitrazen", let erop dat alle kinderen voldoende aan hun trekken komen, vangt nieuwe kinderen goed op etc. Puk en Co Op peuterspeelzaal de Biebelebons wordt vanaf 2010 gewerkt met het VVE programma Puk en Ko. Vanaf 2012 is de leidster officieel VVE gecertificeerd in dit programma. Puk & Ko is een totaalprogramma dat zich richt op de brede ontwikkeling van peuters. Taalontwikkeling staat daarbij voorop: spreken, luisteren en uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast is er in Puk & Ko aandacht voor sociaalcommunicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen.

7 Het programma houdt rekening met verschillen in (taal)ontwikkeling binnen een groep. Daardoor is de uitgave niet alleen geschikt voor peuters met een taalachterstand, maar krijgen ook taalvaardige peuters voldoende uitdaging. Puk & Ko biedt peuters tal van uitdagende activiteiten. De kinderen leren spelenderwijs en doen zelf ontdekkingen. Puk & Ko werkt met thema's die aansluiten bij de belevingswereld van peuters. De speelse activiteiten lokken interactie uit, waardoor een rijk taalaanbod ontstaat. Zo kunt u gericht inspelen op de taalontwikkeling. De activiteiten passen perfect in het dagritme van een peuterspeelzaal. Puk & Ko kent geen vaste volgorde waarin de thema's aan bod moeten komen Beroepskrachten worden ondersteund in de kwaliteit van hun werk door middel van: Bijscholing, jaarvergaderingen, functioneringsgesprekken en studiedagen Bij een constatering van een ontwikkelingsachterstand wordt in overleg met ouders besproken wat de leidsters kunnen bieden, eventueel wordt er externe hulp aangevraagd of wordt door de leidsters doorverwezen naar externe hulpverlening. Prietpraatgroepjes: Op peuterspeelzaal de Biebelebons worden tevens VVE groepen begeleid, de zogenaamde prietpraatgroepjes. Deze groepjes zijn speciaal bedoeld voor peuters die extra taalstimulering nodig hebben. De indicatie hiervoor is afgegeven door het consultatiebureau, een andere externe hulpverleningsinstelling en / of de leidsters. Het prietpraatgroepje is gratis. Kinderen van het klokhuis kunnen ook gebruik maken van deze taalstimulering op de peuterspeelzaal de biebelebons. De Gemeente Druten subsidieert de groepjes in het kader van het taalachterstandsbeleid. Activiteiten door het jaar. Elk jaar vinden er activiteiten plaats, welke min of meer in samenwerking met leden van de locatiecommissie en/of ouders worden georganiseerd. Sinterklaasviering Kerstviering Carnaval Pasen Jaarlijks schoolreisje De collecte voor Jantje Beton

8 (De opbrengst is voor 50% voor de peuterspeelzaal zelf). Verjaardagen. Op de verjaardag van uw kind mag er getrakteerd worden. Wij verzoeken U echter om traktaties mee te geven die niet schadelijk zijn voor het gebit. Ouders zijn ook van harte welkom om de verjaardag van uw peuter mee te vieren. Wanneer een kind de verjaardag van papa of mama gaat vieren (of een andere bijzondere gelegenheid) dan wordt er samen met een leidster iets moois gemaakt. De kinderen vinden dit altijd heel erg leuk om te doen en zijn altijd erg trots op het geen ze gemaakt hebben. Veiligheid en gezondheid en Schoonmaak Jaarlijks wordt er een screening gedaan op veiligheid en gezondheid. (Risico-inventarisaties) Op basis van deze inventarisatie wordt een actieplan gemaakt en uitgevoerd. Afhankelijk van de grootte van het risico wordt een tijdspad uitgezet. Het beschikbare bedrag aan schoonmaakkosten is zeer beperkt. Daarom is besloten een schoonmaaksysteem op te zetten, waarbij ouders worden betrokken. Er wordt een keer per maand grote schoonmaak gehouden. Concreet betekent dit dat voor iedere peuter een van de ouders een keer per jaar een avond van tot uur aan de beurt is om mee te poetsen. Op de peuterspeelzaal hangt een lijst met namen van de ouders die aan de beurt zijn. Mocht U die avond verhinderd zijn dan is het uw verantwoording dat U bijtijds met iemand ruilt. Infobrief. Eens per 6 tot 8 weken verschijnt er een infobrief waarin de laatste nieuwtjes vermeld staan, deze wordt aan de peuters meegegeven. Personeel De groep van maximaal 16 kinderen wordt begeleid door twee SPW 3 opgeleide beroepskrachten of door leidsters met een EVC gelijkgestelde kwalificering. De leidsters worden ondersteund in de kwaliteit van hun werk door middel van: Bijscholing, jaarvergaderingen, functioneringsgesprekken en studiedagen. De visie en werkwijze zoals beschreven in dit pedagogisch plan, dienen als leidraad voor de leidsters in het werken met de aan hen toevertrouwde kinderen. Steeds opnieuw zal er kritisch gekeken moeten worden naar de eigen beroepshouding. Dit kan door middel van deskundigheidsbevordering en reflectie. Alle leidsters binnen de SPOM peuterspeelzalen hebben aanvullende opleiding genoten in VVE en zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag. De groep van maximaal 16 kinderen wordt begeleid door een SPW 3 opgeleide beroepskracht en een vaste vrijwilligster.

9 Scholieren die de opleiding Helpende Welzijn en SPW volgen kunnen - in principe- stage lopen bij de SPOM peuterspeelzalen. Alle speelzalen beschikken over een kwalificatie voor leerbedrijf SPW3. Stagiaires worden boventallig ingezet. Naast stagiaires zijn er ook vaste vrijwilligers die bij de SPOM peuterspeelzalen werkzaamheden verrichten. Zij voeren taken uit onder toezicht van de reguliere pedagogisch medewerkers. De stagiaires en vaste vrijwilligers draaien mee met het programma op de peuterspeelzaal en ondersteunen de pedagogisch medewerkers daar waar nodig. Zij helpen bijvoorbeeld om het eten en drinken klaar te maken of klaar te zetten, bij het naar buiten gaan, bij het spelen, en bij het verschonen van kinderen. In het vrijwilligersbeleid is vastgelegd wat er van de vrijwilligers wordt verwacht en wat het verschil in taken is van een vrijwilliger en een vaste kracht Huisregels peuterspeelzaal t klokhuis Voor ouders/verzorger en kinderen: Niet rennen en duwen Geen spelletjes of plagerijen bij de ruiten Niet klimmen Respect voor elkaar Sociaal gedrag Huisregels voor ouders/verzorger. Wij vragen van iedere ouder de peuter een stukje schoongemaakt fruit mee te geven, vooral geen koek,snoep of chocolade met daarbij een beker melk, ook liever geen zoete drankjes. Peuters mogen een knuffel meenemen. Bij voorkeur geen ander speelgoed De ouders dienen zelf hun luier mee te geven bij niet zindelijk zijn. (graag in tas met naam erop) Mocht u kind ziek/afwezig zijn, zou het fijn zijn als u dit even laat weten. Als er een besmettelijke ziekte geconstateerd is door de arts, moeten de ouders de peuterspeelzaal inlichten en het kind thuishouden op doktersadvies. De ouder is verantwoordelijk voor het welbevinden van de peuter alvorens de peuter de peuterspeelzaal betreedt en na het verlaten van de peuterspeelzaal. Om 9.00 uur start het programma en worden ouders verzocht de peuterspeelzaal te verlaten. Bij het ophalen wachten de ouders in het halletje tot de deur open gaat Hulpouders en vrijwilligers vallen onder de verantwoordelijkheid van de leidsters en dienen de aanwijzingen te volgen van de leidster. Er staat altijd een leidster bij de deur bij het binnenkomen en ophalen van de kinderen. De reden is om te begroeten en afscheid te nemen. Tevens is er zicht op wie er in en uit gaat en wie het kind ophaalt. Ouder zijn op dat moment verantwoordelijk voor hun eigen kind.

10 Bij ziekte of afwezigheid van de leidster zal een vervanging worden geregeld die gekwalificeerd is Bij signalering van een ontwikkelingsachterstand heeft de leidster de verplichting de ouders hierover te informeren en te bespreken wat de peuterspeelzaal kan bieden om hier iets mee/aan te doen. De mogelijkheid bestaat dat uw kind wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een intensiever taal programma. (Prietpraatgroepje) De Leidster zal een op het kind afgestemde begeleiding aanbieden om de achterstand te verminderen. Doorverwijzing naar een passende instantie behoort ook tot de taak van de leidster. Bij plaatsing kunnen ouders hun voorkeur opgeven voor bepaalde dagdelen. Daar wordt zoveel mogelijk rekening mee gehouden. Bij verhuizing kan het kind meestal voorrang krijgen op de wachtlijst. De speelzaal kan geen verantwoordelijkheid dragen voor het zoekraken of beschadigen van kleding of meegebrachte spullen. De huisregels worden gehandhaafd door deze zichtbaar op te hangen in de hal voor zowel ouders/verzorgers leidsters, vrijwilligers en stagiaires. Huisregels/leefregels leidsters / vrijwilligers peuterspeelzaal t klokhuis zorg voor geen losse onderdelen op de vloer bij de entree bij natte vloer een waarschuwingsbord neerzetten of meteen droogmaken. Kinderen leren niet te rennen in gang en speelzaal Zorg te allen tijde voor genoeg loopruimte in de speelzaal zodat kinderen minder kans hebben op vallen/ botsen. Kinderen mogen niet op de hoge leidsterstoel klimmen Regelmatig controleren van speelgoed,wat stuk of versleten is vervangen. Kinderen leren het speelgoed in de daarvoor behoorde hoeken laten Kinderen rustig laten eten aan de tafel Tijdens de gym altijd bij de klimtoestellen staan voor toezicht en genoeg matten eronder leggen. Tijdens de gym klimtoestellen controleren op beschadigingen De buitenspeelplaats altijd van te voren controleren op beschadigingen, poortjes die open staan en zwerfvuil met name in de zandbak Tijdens het buiten spelen constant alert blijven kijken naar de kinderen en zorgen dat ze niet klimmen of gevaarlijke dingen doen. Speelplaats regelmatig controleren op oneffenheden/gevaarlijke of kapotte dingen, mocht dit het geval zijn dan de conciërge waarschuwen. Bij veel kinderen op de speelplaats de fietsen of los speelgoed weghalen om vallen en botsingen te voorkomen. Tijdens het verschonen van het kind op de commode altijd bij het kind blijven. Nooit het kind allen achterlaten, heb je hulp nodig roep je collega In het afvalbakje van de kindertoilet mogen alleen de papieren doekjesvoor het afdrogen in. Luiers moeten in de grote afvalemmer,of meteen buiten in de container. Kinderen mogen niet aan de grote afvalbak komen in de speelzaal

11 Deze peuterspeelzaal is uniek / speciaal vanwege: Het kind mag kind zijn in leeftijd, ontwikkelingsniveau en zelfontplooiing. Er is deskundige begeleiding. Aandacht is er voor omgang met kind en ouders. Zorgen worden gedeeld met ouders en instanties. Er is een goede onderlinge sfeer. Goede werkruimte en speelplaats.