Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag Pedagogisch werkplan PSZ Koningin Julianaschool

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag Pedagogisch werkplan PSZ Koningin Julianaschool"

Transcriptie

1 Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag Pedagogisch werkplan PSZ Koningin Julianaschool PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

2 Pedagogisch werkplan PSZ (peuterspeelzaal) Voorwoord Met dit pedagogisch werkplan willen wij aangeven hoe het pedagogisch beleid in de praktijk wordt uitgevoerd op de peuterspeelzaal. Het geeft richting aan keuzes die we maken in het omgaan met kinderen, het vastleggen van afspraken en het vertalen van pedagogische doelen naar pedagogisch handelen op de peuterspeelzaal. In het pedagogisch beleid van Stichting Christelijke Kindcentra De Drieslag staan de pedagogische doelstelling en uitgangspunten vermeld. Het vastleggen van een pedagogisch werkplan vinden we belangrijk om de volgende redenen: Een eenduidige en continue pedagogische kwaliteit ontwikkelen. De pedagogische kwaliteit bewaken, bespreekbaar maken en eventueel bijstellen. Het biedt steun bij het werken met de kinderen en geeft handvatten aan de werkzaamheden van de pedagogisch medewerker. Duidelijk maken aan ouders en derden hoe we werken op de peuterspeelzaal. (profileren van peuterspeelzaalwerk) Dit pedagogisch werkplan is opgesteld in samenwerking met de pedagogische medewerkers van de peuterspeelzaal. In de praktijk zal er een verfijning moeten plaats vinden van het pedagogisch handelen. Deze verfijning kan plaatsvinden in de teamvergaderingen en de groepsoverleggen. Gedurende de komende tijd komen verschillende onderdelen van dit werkplan aan de orde. Op deze wijze hopen we dat het pedagogisch werkplan geïmplementeerd wordt en een basis vormt voor het pedagogisch handelen. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

3 Hoofdstuk 1 De onderbouwing van de navolgende competenties zijn uitgebreid omschreven in ons beleidsplan. Hieronder gaan we in op de praktische uitwerking hiervan. 1.1 Emotionele competenties Uitgangspunt: KIJK, IK MAG ER ZIJN! Wij stimuleren de kinderen zelf problemen op te lossen en helpen het kind hier eventueel bij, zodat ze meer zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Wij benaderen het kind vanuit onze Christelijke normen en waarden. De leidsters laten dit blijken in hun houding en benadering naar de kinderen toe, zodat de kinderen zich veilig voelen. We laten de kinderen zoveel mogelijk hun eigen keuzes maken. Dit komt vooral tot uitdrukking in de volgende punten: o Zelf kiezen welk fruit je zin in hebt o Zelf laten kiezen met welk materiaal je wilt spelen, binnen of buiten o Zelf kiezen waar en naast wie je wilt zitten 1.2 Sociale competenties Uitgangspunt: KIJK, WE DOEN HET SAMEN! Wij begroeten altijd de kinderen als ze bij ons komen. De kinderen worden altijd gebracht en opgehaald. Bij het verlaten van de speelzaal zegt de leidster het kind gedag. In de speelzaal scheppen wij een gezellige sfeer, waar aandacht is voor elkaar. Wij hebben verschillende hoeken ingericht dat het kind de gelegenheid geeft om alleen of samen te spelen. De leiding stimuleert de kinderen om elkaar en ook de leiding te helpen. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen naar elkaar leren luisteren. Wij bieden gevarieerd spelmateriaal/activiteiten aan, welke zijn afgestemd op de leeftijd en de behoefte van het kind, zodat de kinderen gestimuleerd worden om samen te spelen en te delen. Er is een verscheidenheid aan speelgoed (eenvoudige puzzels, vormendoos, grote rijgkralen), speelauto, bouwmaterialen, creatieve materialen, buitenspeelgoed, speeltoestel, zandbak en glijbaan. De leidsters nodigen de kinderen, door hun positieve gedrag, uit om hen te imiteren. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

4 1.3 Motorisch-zintuiglijke competenties Uitgangspunt: KIJK, IK KAN T ZELF, HET LUKT ME! Wij bieden materiaal aan dat zowel de grove- als fijne motoriek stimuleert. De zelfredzaamheid vinden wij heel belangrijk. Wij stimuleren de kinderen zoveel mogelijk de dingen zelf te doen. Wij nemen het kind serieus en stimuleren eigen inbreng. Wij bieden het kind de mogelijkheid om zowel binnen als buiten te spelen. Wij observeren het kind en bieden materialen aan passend bij de ontwikkelingsfase van het kind. Wij beschikken onder andere over de volgende materialen: Materialen voor de grove motoriek: Glijbaan Zandbak Fietsen Voetbal Klimmateriaal Knutsel, plak en verfmateriaal Watertafel Klei Materialen voor de fijne motoriek: puzzels blokken duplo huishoek gezelschapsspelletjes knutselmateriaal rijgen vormendoos 1.4 Cognitieve competenties Uitgangspunt: KIJK, IK VOEL, DENK EN ONTDEK! Wij benoemen de gevoelens van een kind. Het kind mag zijn emoties tonen en zijn gevoelens uiten. Wij stimuleren het kind om af te maken waar het mee bezig is. Om het gebruik van alle zintuigen te stimuleren maken wij gebruik van verschillende materialen, zoals o.a. hierboven omschreven. Wij stimuleren de woordenschat van de kinderen door de volgende materialen aan te bieden: o Prentenboeken o Praatplaten o Flanelbord o Methode Uk en Puk o Thematafel/themahoek 1.5 Taal en communicatieve competenties Uitgangspunt: LUISTER, IK KAN HET ZELF ZEGGEN! Wij spreken allemaal algemeen beschaafd Nederlands. Wij stimuleren het kind zoveel mogelijk zich in taal uit te drukken. Wij spreken de kinderen aan met hun eigen naam. Wij benoemen dingen/gebeurtenissen/emoties. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

5 1.6 Morele competenties Uitgangspunt: KIJK, IS BER ER VOOR JOU EN JIJ BENT ER VOOR MIJ! Wij stimuleren de kinderen om conflicten samen op te lossen. Wij leren de kinderen duidelijk hun eigen grenzen aan te geven. Bijvoorbeeld o.a. met de slogan: Stop, hou op! Wij stimuleren de kinderen om verantwoording te nemen voor hun eigen daden. 1.7 expressieve en beeldende competenties Uitgangspunt: KIJK, IK KAN DANSEN, ZINGEN EN IETS MAKEN! We zingen liedjes met de kinderen en gebruiken hierbij regelmatig muziekinstrumenten en gebaren. We laten de kinderen bewegen door hen zoveel mogelijk binnen en buiten te laten spelen, bewegingsspelletjes te doen en korte momenten kringactiviteiten in te zetten in verband met de korte spanningsboog van peuters. We knutselen met de kinderen. Dit doen we altijd rond onze thema s. Een thema duurt zo n 4 á 5 weken. We gebruiken hierbij de methode Uk en Puk. Kinderen mogen meedenken en zelf spulletjes gerelateerd aan het thema meebrengen voor de thematafel, themahoek. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

6 Hoofdstuk 2: De peuterspeelzaal 2.1 Onze peuterspeelzaal De peuterspeelzaal is standaard op werkdagen geopend van uur. Tijdens de schoolvakanties, 12 weken per jaar, is de peuterspeelzaal gesloten. We houden de vakantieregeling van de regio aan (in overleg met de Julianaschool). De kinderen worden opgevangen in één peutergroep. We gebruiken dezelfde ruimte als onze BSO. Nooit gelijktijdig, maar altijd na elkaar. De peuterspeelzaal is gevestigd in het bijgebouw van de Koningin Julianaschool aan de Iepenhof. We ontvangen de peuters s morgens tussen uur. Er staat altijd één leidster bij de deur (traphekje) om de kinderen welkom te heten. De ouder(s) mogen ook even binnen komen en heel even met hun peuter spelen/opstarten. Om 8.45 uur starten we de ochtend. Het teken hiervan is dat de deur gesloten wordt en de ouder(s) naar huis gaan. De peuters mogen eerst vrij spelen. Daarna volgt het programma. We werken met thema s van Uk en Puk. Meestal werken we in een blok van 4 of 5 weken aan een thema. Het thema sluit altijd aan bij de methode die we daarbij hanteren: Uk en Puk. Bij het ophalen staat er ook weer één leidster bij de deur om de peuters gedag te zeggen. Tijdens het halen van de kinderen zijn er contacten met de ouders over het verloop van de ochtend. Als ouders daarnaast nog behoefte hebben aan een uitgebreider gesprek of vragen hebben over de ontwikkeling kan daarvoor een afspraak worden gemaakt. De peuterspeelzaal werkt met gekwalificeerde pedagogische medewerkers. Zij zijn allemaal gediplomeerd volgens de eisen zoals genoemd in de CAO-Kinderopvang. De groep heeft dagelijks vaste groepsleidsters, zodat het kind gewend raakt aan zijn of haar begeleider. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is hangt af van de aantallen kinderen die komen. De groepsgrootte per dagdeel is maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. We hanteren hierbij de Wet Kinderopvang 1:8, één leidster per 8 peuters. Daarnaast wordt er gewerkt met vaste gekwalificeerde oproepmedewerkers bij ziekte en maken we zoveel mogelijk gebruik van stagiaires. Deze laatste groep wordt altijd boventallig ingezet. Het kan voorkomen dat er slechts één leidster in de speelzaal aanwezig is. Hierbij gelden de volgende regels: In geval van nood werken we met een achterwacht. Wij kunnen terecht bij de personeelsleden van de Koningin Julianaschool. In verband met het vier-ogenbeleid wordt er altijd gewerkt met een stagiaire als er slechts één leidster aanwezig is (zie kopje 2.2) PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

7 Contacten met de ouders vinden wij erg belangrijk. Ouders vullen digitaal een inschrijfformulier in. Telefonisch wordt er altijd contact opgenomen over de plaatsing van de peuter. Aan de hand daarvan ontvangen ouders de nodige extra informatie (praktische informatie). Ook kan de informatie van de site gehaald worden. Indien wenselijk kan de ouder met het kind een keer komen kijken voordat peuterspeelzaal wordt gestart. Bij kinderen met een VVE-indicatie (verwijzing) nodigen wij deze ouder(s) uit voor een intakegesprek. De ouders krijgen vooraf aan het intakegesprek een intakeformulier. Alle peuters worden geobserveerd (minimaal 2 keer in de periode dat ze op de peuterspeelzaal komen, VVE-peuters 3 keer). Hiervoor gebruiken we de methode KIJK. Peuters met een indicatie voor VVE (voor- en vroegschoolse educatie) komen 10,5 uur per week op onze peuterspeelzaal. Dat betekent dat ze 3 ochtenden aanwezig zijn per week. Op alle dagdelen werken we met de methode Uk en Puk. Deze methode is een stimuleringsprogramma voor kinderen met een (dreigende) achterstand in de ontwikkeling. Deze peuters worden individueel en/of in kleine groepjes door een gekwalificeerde leidster apart genomen om te werken aan hun ontwikkelingsachterstand. Dit kan zijn op het gebied van taal, woordenschatontwikkeling, motoriek, sociaal emotionele en/of cognitieve ontwikkeling. VVE-peuters worden minimaal 3 keer per plaatsingsperiode geobserveerd. Van alle informatie, zorgaanvragen en zorgplannen ontwikkelen we per kind een kind dossier. Voordat een peuter de peuterspeelzaal verlaat, volgt er een afspraak met de ouder(s)/verzorger(s) om samen het observatieformulier door te spreken. Inhoudelijk gaat dat over hoe de ontwikkeling van de peuter verlopen is. Met goedkeuring van de ouders volgt er een warme overdracht met de basisschool. Het kinddossier/observatieformulier) wordt dan overgedragen en zo nodig toegelicht. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de algemene informatie van onze Stichting. Deze kunt u vinden in onze informatiemap of op onze website Vierogen principe Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen hanteert Chr. Kindcentra De Drieslag het vier-ogen principe. Dit houdt in dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gehoord of gezien kan worden door een andere volwassene. Alle locaties beschikken over veel ramen wat zorgt voor overzichtelijkheid, hierdoor kunnen leidsters en aanwezige ouders goed overzicht houden op de open omgeving. Er zijn altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig, zodat er altijd vier ogen zijn. Stagiaires staan altijd boventallig maar gelden wel als een paar extra ogen als het nodig is. Denk hierbij aan een situatie waarbij maar één leidster op de groep staat. Met dit principe willen wij de risico s proberen uit te sluiten al is dit nooit helemaal mogelijk. 2.3 Wennen Wij vinden het belangrijk dat de peuters een goede start maken. Voor de start is er de mogelijkheid voor ouder en kind om kennis te maken met de groep. We laten de ouders dan zien hoe we werken op de peuterspeelzaal. Op de eerste dag laten we de peuter iets later komen zodat het kind in alle rust kan wennen aan de leidsters en andere kinderen op de groep. Wij adviseren ouders om maar heel even te blijven en daarna afscheid te nemen. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

8 De peuters wennen er dan vanaf het begin aan dat er afscheid genomen wordt en ze later weer worden opgehaald. Mocht het zo zijn dat het kind erg verdrietig blijft, dan neemt de groepsleiding contact op met de ouder. Ze kijken dan gezamenlijk wat het beste is voor het kind. Zo kan verstandig zijn het kind eerder op te halen en het de volgende keer weer te proberen. Het kan ook een idee zijn om de ouder samen met het kind op de groep te laten spelen, zodat het kind een positiever beeld krijgt van de groep. Wij doen dit altijd in overleg met de ouders. De groepsleidsters geven aan wanneer dit nodig is. 2.4 Dagindeling De ochtenden hebben dezelfde programma-indeling. Voor kinderen die meerdere malen op de peuterspeelzaal komen geeft het duidelijkheid en structuur. Het programma ziet er als volgt uit: Ochtend uur: binnenkomst peuters en vrij spelen uur: vrij spelen uur: kring (Bijbelverhaal, zingen en bidden) uur: vrij spelen / werkje / kleine kring met VVE kinderen (10 minuten) uur: opruimen uur: eten en drinken aan de tafels (eerst drinken, ondertussen fruit eten) uur: buiten spelen (bij regen kleien/knutselen, bewegingsspelletjes) uur: opruimen buiten speelgoed, naar binnen uur: Uk en Puk activiteit in de grote kring bij het thema, algemene liedjes en opzegversjes, prentenboek, aandacht aan het thema (spel of opdracht uit de methode Uk en Puk, kringgesprek en aandacht aan de thematafel) uur: kinderen worden opgehaald door de ouders 2.5 Ouderbetrokkenheid Drie keer per jaar is er een liedjeskwartier. De ouders/verzorgers mogen het laatste kwartier van de ochtend/middag op de opspeelzaal komen. We laten dan horen wat de peuters hebben geleerd. Dit kan gaan om liedjes, themalied, handspel met Puk, prentenboek, korte vertelling of een andere thematische activiteit. Deze vinden plaats in de week voor de kerstvakantie, Pasen, zomervakantie. Ook organiseren wij weleens uitjes op de ochtenden. Dit kan een uitje naar het bos zijn (herfstwandeling) of een bezoek aan de (kinder)boerderij. Wij informeren de ouders/verzorgers door middel van een brief en vragen dan om hulp voor het vervoer en begeleiding op de locatie. Een uitje valt altijd binnen de tijden van de peuteropvang. Ouders worden ook geïnformeerd over het thema waar we op dat moment mee werken. Elk kwartaal ontvangen zij onze digitale nieuwsbrief. Ouders van VVE-peuters krijgen per thema een themabrief mee zodat zij thuis ook kunnen werken aan de woordenschat (nieuwe woorden), taal- en motoriekspelletjes, versjes. Deze brief wordt aan het begin van een nieuw thema toegelicht door de leidsters op de speelzaal. De ouders worden voor dit ontmoetingsmoment uitgenodigd. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

9 2.6 Observeren Wij willen graag met de ouders de ontwikkeling van de kinderen volgen. In de periode dat de kinderen bij ons op de Peuterspeelzaal zijn maken wij gebruik van het observatiesysteem KIJK!. Dit is een breed gestructureerd observatie-instrument, dat wij gebruiken om de ontwikkeling van jonge kinderen van 0 4 jaar over een langere periode te volgen en om opvallende verschillen met de gangbare ontwikkeling inzichtelijk te maken. Hiervoor gebruiken wij de volgende gegevens: Achtergronden van het kind Basisgegevens Ontwikkelingslijnen Dieper kijken Van ieder kind hebben wij een volgboekje. Hierin houden wij de ontwikkelingen bij. Wij observeren de kinderen in hun dagelijkse bezigheden. Eén maal per jaar worden ouders in de gelegenheid gesteld om een oudergesprek met ons te hebben. In dit gesprek zullen we onze bevindingen samen met de ouders bekijken. Mochten wij tussentijds opvallende verschillen met de gangbare ontwikkeling opmerken, dan zullen wij de ouders hiervan op de hoogte stellen. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

10 Hoofdstuk 3 Huisregels 3.1 Verzorging en hygiëne Kinderen worden gestimuleerd om naar de wc te gaan Als ouders bezig zijn met zindelijkheidstraining dan wordt dat door de leidsters voortgezet en gestimuleerd Kinderen worden gestimuleerd om zichzelf aan en uit te kleden Kinderen met een luier worden op tijd verschoond Na het verschonen wassen de leidsters hun handen Het aankleedkussen wordt regelmatig schoongemaakt Kinderen die naar het toilet zijn geweest, wassen hun handen Aan het eind van de dag worden de toiletten schoongemaakt Schoonmaakartikelen worden in een afgesloten ruimte bewaard Etenswaren worden droog en schoon bewaard Speelgoed wat regelmatig wordt gebruikt, wordt minimaal 1 keer per maand schoongemaakt Speelgoed dat minder vaak wordt gebruikt, wordt minimaal 1 keer per kwartaal schoongemaakt Eén keer per twee jaar komt er nieuw zand in de zandbak Voor kinderen met medicatie is een medicijnprotocol, deze moet worden ondertekend door de ouders en de leidsters Jaarlijks wordt door ons een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Deze ligt ter inzage bij ons op de peuteropvang. 3.2 Kinderen en voeding Drinken en fruit wordt door de kinderen zelf meegenomen Voor het eten van het fruit worden de handen van de kinderen gewassen, zo nodig worden de gezichten schoongemaakt. Na het fruit eten worden de handen schoongemaakt met een snoetenpoetser. Voor kinderen met een dieet of speciale voeding, wordt het bakje van het kind met de meegenomen etenswaren gegeven 3.3 Huisregels Bij het eten en drinken mogen de kinderen pas gaan eten als iedereen iets heeft en we het liedje dat erbij hoort is gezongen, we drinken eerst, daarna eten we fruit Tijdens het eten en drinken of een groepsactiviteit aan tafel, blijven de kinderen aan tafel zitten Er worden christelijke- en gewone liedjes gezongen De christelijke feesten worden gevierd vanuit de identiteit van de Stichting Verjaardagen van de kinderen worden via een standaard ritueel gevierd. Er wordt een hoed voor het kind gemaakt. De kinderen zingen voor de jarige, daarna mag het kind trakteren. Ouders mogen een fototoestel meegeven. De jarige krijgt een kaart van de groep. Voor de verjaardagen van vaders/moeder, opa s en oma s wordt iets leuks geknutseld en meegegeven. Ouders kunnen dit invullen op de dagkalender. Er wordt aandacht besteed aan vader- en moederdag. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

11 We besteden ook aandacht aan het sinterklaasfeest d.m.v. eenvoudige activiteiten Eén keer per jaar vieren een juffenfeest. De juffen vieren dan gezamenlijk hun verjaardagen. Bij de geboorte van een broertje of zusje mag het kind trakteren. Het kind krijgt een hoed en ook een kaart mee. Bij het verlaten van de peuterspeelzaal mag het kind trakteren. De peuter krijgt een afscheidsmuts en een kaart/peuterdiploma/afscheidsboekje. Het overdrachtsformulier wordt na een oudergesprek dan in een dichtgevouwen envelop doorgegeven aan de leerkracht. Wat betreft de implementatie van de (huis)regels: We bespreken de (huis)regels regelmatig met de peuters in de kring en met de leidsters op de vergaderingen. 3.4 Voor- en Vroegschoolse Educatie De ouders krijgen bij een verwijzing een intake gesprek Er wordt een afspraak gemaakt wanneer de peuter mag komen De peuter komt 3 ochtenden, minimaal 10 uur De peuter krijgt een kind-dossier / ouders vullen in vragenformulier in / daarna volgt een intakegesprek met de mentor van het kind. Bij zorgen over de ontwikkeling van de peuter kunnen we hulp inroepen van Integrale Vroeghulp, MEE of een andere geschikte organisatie. Deze verlopen altijd via onze vaste contactpersoon van het CJG (Centrum Jeugd en Gezin). Zij bespreekt met de leidster welke hulpvragen er zijn en welke persoon het beste kan komen voor een observatie op de groep of een evt. onderzoek. Voordat we deze contactpersoon inschakelen vragen we altijd eerst aan de ouders om instemming. Het verdere verloop is afhankelijk van het advies van een pedagoog, kinderpsycholoog of orthopedagoog. De ouders worden altijd in dit proces betrokken. Voor verwijzingen en inschakeling van hulp door bijvoorbeeld een pedagoog, maken we gebruik van het signaleringsprotocol van de gemeente Barneveld. Dit is een stappenplan om tot een goede keus van hulp te komen. Op de groep zijn de oudercontacten. De ouders worden bij ieder thema ingelicht over de thuisopdrachten. Ieder VVE-kind heeft een mentor. Deze is de contactpersoon van het kind en onderhoudt oudercontacten en contact met evt. hulpverleners. Bij het verlaten van de speelzaal krijgt de ouder een afrondend gesprek. Het observatieformulier wordt besproken en het formulier wordt doorgegeven aan de leerkracht van groep Ouders/verzorgers Ouders/verzorgers kunnen s morgens even met de leidsters praten over hoe het gaat met hun peuter en melden als er bijzonderheden zijn. Daarna kunnen zij afscheid nemen van hun kind. Ouders/verzorgers van nieuwe peuters komen de eerste keer wat later op de morgen. Zij worden welkom geheten, krijgen informatie over de gang van zaken. Op het bord in de gang van de peuterspeelzaal staat informatie voor ouders PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI

12 In de gang hangt een lijn met daaraan voor iedere peuter een knijper. Als de peuters een knutsel hebben gemaakt of er is een brief mee te geven dan hangt dat aan de knijper met de naam van het kind en mag dat meegenomen worden. De nieuwsbrieven ontvangen de ouders elk kwartaal digitaal Om te zorgen voor een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind, werken wij met overdrachtsformulieren. Wij gebruiken de observatiemethode KIJK. In de tijd dat de peuter op de peuterspeelzaal verblijft zijn er twee (bij VVE 3) momenten waarop dit formulier wordt ingevuld. Als de leidster een ontwikkelingsachterstand o.i.d. ontdekt, wordt dat besproken met de ouders/verzorgers Als wij hulp en /of advies in willen schakelen wordt er altijd eerst om toestemming van de ouders gevraagd. 3.6 Scholing Wij zijn een peuterspeelzaal waar wij kinderen kunnen en mogen begeleiden met een taalachterstand. Vanuit de regering is besloten dat alle leidsters die VVE mogen geven een taaltoets moeten doen. Alle leidsters zijn in november 2014 gestart met deze toetsen. In juli 2015 hebben alle leidsters die deelgenomen hebben aan deze taaltoetsen hun certificaat behaald. Wij vinden veiligheid van de kinderen heel belangrijk. Alle beroepskrachten hebben een EHBO-diploma. Jaarlijks zorgen wij dat alle beroepskrachten een nascholing krijgen. Ter bevordering van het (interactief) voorlezen volgen onze leidsters in het najaar van 2015 een workshop i.s.m. de Gemeente en de bibliotheek. PEDAGOGISCH WERKPLAN CHR. KINDCENTRUM DE DRIESLAG JUNI