Pedagogisch Beleidsplan SNO De Mini s

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Pedagogisch Beleidsplan SNO De Mini s"

Transcriptie

1 Pedagogisch Beleidsplan SNO De Mini s 1 1 Versie augustus

2 Inhoudsopgave Pedagogisch Beleidsplan SNO De Mini s... 1 Organisatiebeschrijving... 3 Missie Waarom zijn wij er?... 4 Visie Hoe doen we dit?... 4 Pedagogisch beleid... 4 Ontwikkeling van kinderen... 4 Veiligheid en welbevinden... 5 Ontwikkelingsstimulering... 5 Verschillen in ontwikkeling... 8 Waarden en normen... 9 Verzorging Ouders en verzorgers Achterwacht wie komt er in geval van nood/afwezigheid In geval van nood Geplande afwezigheid Externe contacten

3 Organisatiebeschrijving SNO De Mini s is een op zichzelf staande peuterspeelzaal, een dochteronderneming van SNO Woudenberg. Om te weten waar we vandaan komen, vertellen we eerst iets over SNO Woudenberg. SNO Woudenberg SNO staat voor Sportieve Naschoolse Opvang. Naschoolse variant (NSO) is een variant binnen de BSO. SNO Woudenberg kunt u zien als een sport-bso. SNO biedt een compleet programma aan gericht op duurzame verbetering, een gezonde en plezierige leefstijl voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Kinderen zitten de hele dag op school en willen vervolgens ' ontladen'. Ze willen hun energie kwijt. SNO Woudenberg gelooft dat dit heel goed kan door het aanbieden van sport en spel. Naast ontlading bieden sport en spel ook een bijdrage aan de ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden. Lichamelijk, cognitief, sociaal en emotioneel kunnen kinderen volgens SNO veel leren door middel van sport. SNO De Mini s Hoewel SNO De Mini s onderdeel is van SNO Woudenberg, is het geen opvangorganisatie. Het is een volwaardige peuterspeelzaal. Wij zijn er voor kinderen vanaf twee jaar en drie maanden tot vier jaar. Kinderen komen bij ons om te spelen en te leren. Wij zijn er om kinderen optimaal te ondersteunen in hun ontwikkeling. Dit gaat niet alleen om het aanleren van nieuwe woorden of het spelen met andere kinderen. Wij werken met de kinderen aan acht ontwikkelingsgebieden: persoonlijkheidsontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, motorische ontwikkeling, kunstzinnige ontwikkeling, ontwikkeling van de waarneming, taalontwikkeling, denkontwikkeling en oriëntatie op de ruimte en tijd. Wij leren kinderen nieuwe dingen in een veilige en vertrouwde omgeving. Groepen Op onze peuterspeelzaal hebben we vier stamgroepen, deze worden bepaald aan de hand van de dagdelen waarop kinderen komen, dus als volgt: de maandag- en woensdagochtend, de maandag- en woensdagmiddag, de dinsdag- en donderdagochtend en de dinsdag- en donderdagmiddag. Hierbij zijn de ochtendgroepen voor de jongste peuters. De kinderen komen in één van deze twee groepen binnen als ze twee jaar en drie maanden de zijn. 2 De middaggroepen zijn voor de kinderen van drie jaar en ouder. Uw kind gaat naar deze groep wanneer het drie jaar is en wanneer er plek is. Dit hoort u van de leidsters. Voor alle groepen geldt dat er nooit meer dan 16 kinderen in één groep zitten. Op onze peuterspeelzaal hebben we vier stamgroepen, deze worden bepaald aan de hand van de dagdelen waarop kinderen komen, dus als volgt: de maandag- en woensdagochtend, de maandag- en woensdagmiddag, de dinsdag- en donderdagochtend en de dinsdag- en donderdagmiddag. Hierbij zijn de ochtendgroepen voor de jongste peuters. De kinderen komen in één van deze twee groepen binnen als ze twee jaar en drie maanden de zijn. 3 De middaggroepen zijn voor de kinderen van drie jaar en ouder. Uw kind gaat naar deze groep wanneer het drie jaar is en wanneer er plek is. Dit hoort u van de leidsters. Voor alle groepen geldt dat er nooit meer dan 16 kinderen in één groep zitten. 2 Uitzondering hierop zijn de kinderen met een VVE-indicatie. Deze komen vier dagdelen en hebben dus geen stamgroep 3 Uitzondering hierop zijn de kinderen met een VVE-indicatie. Deze komen vier dagdelen en hebben dus geen stamgroep 3

4 Missie Waarom zijn wij er? Wij zijn er voor alle kinderen in de leeftijd van twee jaar en drie maanden tot vier jaar om hen te helpen zich in een brede zin optimaal te ontwikkelen. We hebben onze VVE-bevoegdheid, wat inhoudt dat we geschoold in Vroege Voorschoolse Educatie. Sommige kinderen hebben op een of meerdere gebieden een ontwikkelingsachterstand. Deze kinderen krijgen van het consultatiebureau een zogenaamde VVE-indicatie. Het doel is om deze achterstand zoveel mogelijk in te lopen door de activiteiten op onze peuterspeelzaal. Visie Hoe doen we dit? We werken met de VVE-methode Piramide. Hierdoor werken we door middel van thema s aan bepaalde ontwikkelingsdoelen. Elk thema passen we het lokaal en de hoeken aan. Hiermee zorgen we ervoor dat er voor de kinderen altijd een uitdagende omgeving is en dat kinderen zowel in de activiteiten als in het lokaal herinnerd worden aan het thema. De indeling in hoeken zorgt ervoor dat kinderen in de sfeer van het thema kunnen (leren) spelen. Een ander onderdeel van Piramide is het werken met woordpakketten. Per thema staan een aantal woordpakketten centraal, waardoor we bewust omgaan met de woorden die we aanbieden en kinderen aanleren. Pedagogisch beleid Start op de peuterspeelzaal Voor kinderen bij ons op de peuterspeelzaal komen, plannen we altijd een intakegesprek. Tijdens dit gesprek horen we graag meer over uw zoon of dochter en vertellen wij graag iets meer over de peuterspeelzaal. Tijdens dit gesprek mag uw kind gewoon mee naar de peuterspeelzaal. We plannen dit gesprek op een van de dagen dat hij/zij bij ons komt, zodat er vast kennis gemaakt kan worden met de kinderen in de groep. In principe komen kinderen vanaf de start het hele dagdeel. Sommige kinderen vinden dit lastig. In zo n geval bouwen we de lengte van het peuterspeelzaalbezoek steeds een beetje op. Ontwikkeling van kinderen De peuterspeelzaal is voor veel kinderen de eerste stap de buitenwereld in, zonder papa of mama. Bij SNO De Mini s leren kinderen omgaan met elkaar door samen te spelen, te eten, te drinken, te werken en te luisteren in de kring. Dit is voor de meeste kinderen nieuw, het is daarom extra belangrijk dat alle kinderen de aandacht krijgen die ze verdienen. We scheppen een veilige omgeving waarin de kinderen de wereld om hen heen kunnen ontdekken. Door het contact met elkaar leren kinderen wat voor invloed hun gedrag heeft op anderen, hoe ze kunnen delen, hoe je elkaar kunt helpen, hoe je ruzies soms al zelf op kunt lossen en dat je voor jezelf op mag komen. 4

5 Veiligheid en welbevinden We vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij ons. In een veilige omgeving ontwikkel je immers het beste. We scheppen een veilig klimaat op basis van drie pijlers, namelijk relatie, competentie en autonomie. - Relatie houdt in dat we kinderen het gevoel geven dat ze er mogen zijn. Je bent altijd welkom bij ons. - Competentie betekent voor ons dat we kinderen het gevoel geven dat ze het kunnen. Dit strekt zich uit over veel verschillende gebieden, van een rondje fietsen tot een stukje papier opplakken. Jij kan het en anders helpen wij je tot je het kunt. - Autonomie is dat jij de baas bent over jezelf. Je mag het zelf doen. Vind je dit spannend? Dan helpen wij je tot je het zelf kunt. Wanneer aan alle bovenstaande pijlers wordt voldaan, voelt een kind zich veilig en prettig. Van deze drie pijlers is relatie voor ons het belangrijkst. Onderzoek vanuit de hechtingstheorie toont aan dat jonge kinderen zich aan de beroepskrachten van de peuterspeelzaal gaan hechten. Zij gebruiken hen als veilige basis om de wereld om hen heen te verkennen en zoeken wanneer dat nodig is bescherming en troost. Een warme, vertrouwde relatie tussen de beroepskrachten en het kind zorgt ervoor dat het kind weet dat er goed voor hem of haar gezorgd wordt. Deze vertrouwensband willen we zo sterk mogelijk maken door zo min mogelijk verschillende leidsters op de groep te hebben. De kinderen hebben zo altijd vaste gezichten waar ze op terug kunnen vallen. Mocht één van de leidsters ziek zijn, dan werken we met een vaste invaller. Daarnaast geven vertrouwde handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen. De dagritmes maken we voor de kinderen inzichtelijk door middel van dagritmekaarten. De kinderen kunnen zo zelf zien wat we nog gaan doen en op welk moment papa of mama hen weer op komt halen. Vier-ogenprincipe We werken bij de Mini s met het zogenaamde vier-ogenprincipe. Dit houdt in dat iemand die bij ons werkt nooit buiten gehoor en/of zichtafstand is van een andere volwassene. We communiceren wie op welk moment welke handeling uitvoert (bijv. het verschonen van kinderen). Hierdoor weet de ander waar alle collega s op welk moment zijn. Als een van ons in de badkamer is, staat de deur naar de groep open. We maken verder gebruik van de gymzaal in de basisschool bij ons op het terrein. Mocht het zo zijn dat daar maar één van ons naartoe gaat, bijvoorbeeld voor een kleine kring met betrekking tot de motorische ontwikkeling, dan kan een van de kleuterjuffen als tweede paar ogen dienen. Deze klassen zitten namelijk in de directe omgeving van de gymzaal. Ontwikkelingsstimulering Bij SNO De Mini s komen kinderen niet alleen voor een gezellige middag of ochtend. We vinden het ook belangrijk dat de ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd word op verschillende gebieden. Hieronder kunt meer lezen over de verschillende ontwikkelingsgebieden en hoe wij deze ontwikkeling stimuleren. 5

6 Cognitieve ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling is de ontwikkeling van de taal, spreken luisteren en begrijpen, en het denken. Kinderen krijgen meer begrip en inzicht in situaties door de informatie uit hun omgeving te ordenen, te rangschikken, te ordenen, onthouden, toe te passen en misschien al combineren met nieuwe situaties. Door te spelen leert een kind, maar ook voorbeelden en nabootsing zijn leermogelijkheden voor kinderen. Door dagelijkse gebeurtenissen te bespreken kan een kind een ordening aanbrengen in zijn of haar wereld. Bij SNO De Mini s heeft ieder dagdeel een vast ritme van activiteiten, zodat de kinderen weten wat er gaat gebeuren. Deze worden inzichtelijk gemaakt door middel van dagritmekaarten. Daarnaast vinden we het belangrijk om de kinderen dingen uit te leggen en benoemen, maar kinderen zeker ook zelf de kans te geven om zelf hun ervaringen of ideeën te verwoorden. In de kring bespreken we onderwerpen die de kinderen in hun wereld tegenkomen. In de kringgesprekken proberen we zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Samen geven we betekenis aan de dingen die om ons heen gebeuren. Door binnen een thema te werken kunnen de werkjes die we maken de opgedane kennis ondersteunen. Daarnaast bieden we veel verschillend ontwikkelmateriaal aan, waardoor kinderen ook in de vrije momenten in aanraking komen met het maken van kleine opdrachten, het zoeken naar oplossingen voor kleine problemen en met verschillende thema s. Spraak-taalontwikkeling Spraak-taalontwikkeling is de ontwikkeling van taal, zowel het spreken als begrijpen van de taal. Taal helpt ons om de wereld om ons heen te begrijpen en om sociaal actief te zijn. Je kunt door taal te gebruiken uitleg vragen of aangeven wat je zelf al weet en of je hulp nodig hebt. Bij SNO De Mini s vinden we het belangrijk om veel met de kinderen te praten. Zowel in geplande situaties, zoals in de kring, maar ook op taaluitingen van het kind in de vrije situaties. Door middel van een echo, het correct herhalen van eventuele taalfouten die kinderen maken, leert het kind hoe het moet, zonder het gevoel te hebben dat wat het net zei fout was. Bijvoorbeeld: Dit pen is kapot Ja, dat klopt. Deze pen is kapot. Om de taalontwikkeling te stimuleren zingen we liedjes, spelen we taalspelletjes en lezen we verhalen. Motorische ontwikkeling Motorische ontwikkeling is te verdelen in grove en fijne motoriek. Grove motoriek omvat bijvoorbeeld dingen als lopen, rennen en een bal schieten. Onder fijne motoriek verstaan we de bewegingen waarvoor meer aandacht of concentratie nodig is, zoals bijvoorbeeld knippen of iets kleins oppakken van de grond. Vanuit onze achtergrond bij SNO Woudenberg vinden ook wij bewegen erg belangrijk. Door samen met de kinderen te bewegen stimuleren we de motorische ontwikkeling van kinderen. Dit doen we door samen buiten te spelen en samen te gymmen 4. Deze activiteiten richten zich hoofdzakelijk op de grove motoriek. De ontwikkeling van de fijne motoriek stimuleren we in de werkjes die de kinderen maken. Verder is er ook materiaal aanwezig, zoals constructiemateriaal en puzzels, waarmee kinderen hun fijne motoriek in vrije situaties kunnen trainen. 4 Peutergym doen we met de kinderen van 3 jaar en ouder. 6

7 Sociaal-emotionele ontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling is lastig in een kader te plaatsen, omdat het een groot en complex gebied binnen de algehele ontwikkeling van een kind omvat. Het ontwikkelen van emoties, het zelfbeeld, temperament, motivatie en de hechting van het kind, spelen allemaal een rol in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast hangt de ontwikkeling nauw samen met andere ontwikkelingsgebieden zoals de motorische-, biologische- en cognitieve ontwikkeling. Om deze vorm van ontwikkeling de stimuleren is het belangrijk om de gevoelens van een kind te herkennen en serieus te nemen. Dit betekent niet dat alles mag, je moet je immers wel aan de regels houden. De beroepskrachten proberen de gevoelens van het kind te verwoorden, zodat het kind zijn eigen gevoelens kan herkennen en ermee om leert gaan. Dit helpt het kind ook in het herkennen van emoties bij andere kinderen. Kinderen uiten hun gevoelens nog veel door het gebruik van spel. De beroepskrachten observeren het spel van de kinderen en spelen hier op in. Sociaal-emotionele ontwikkeling gaat ook over het vergroten van de sociale competenties. Door samen te spelen met andere kinderen, deel te zijn van een groep en het deelnemen aan groepsactiviteiten kan een kind oefenen met zijn sociale competenties. Creatieve ontwikkeling Kinderen hebben niet alleen een frisse kijk op de wereld, ze barsten ook nog eens van de fantasie en creativiteit. Vooral jonge kinderen worden daarbij (nog) niet tegengehouden door het idee dat iets niet mooi kan zijn of dat het niet goed is. Om hier op in te spelen bieden we allerlei materialen aan om mee te werken, zoals verf, klein, lijm en zand, en om mee te spelen, zoals verkleedkleren en muziekinstrumenten. In het begin is het omgaan met de materialen al één grote ontdekkingstocht. Later leren kinderen wat de eigenschappen zijn van materialen en wat je ermee kunt doen. 7

8 Verschillen in ontwikkeling Leeftijdsindeling Vanaf twee jaar en drie maanden mogen de kinderen bij SNO De Mini s komen. De meeste kinderen komen twee keer per week. We werken met leeftijdsgroepen om zo beter op de ontwikkelingsfases van de kinderen in te kunnen spelen. In de ochtendgroepen zitten kinderen van twee jaar en drie maanden, in de middaggroepen zitten kinderen vanaf drie jaar tot ze naar school gaan. De kinderen van de ochtendgroep stromen door naar de middaggroep, zodra ze daarvoor de leeftijd bereikt hebben en er plek is in deze groepen. Als een kind vier jaar wordt mag het naar de basisschool. Wanneer uw kind niet direct geplaatst kan worden op de school van uw keuze, dan bieden we u de mogelijkheid om het kind bij SNO De Mini s te laten komen tot het wel geplaatst kan worden. Methodes en observatie We werken bij SNO De Mini s met de methode Piramide. Piramide biedt een speelse educatieve aanpak voor alle kinderen. Deze aanpak is toegesneden op alle kinderen, variërend van kinderen met een ontwikkelingsachterstand tot en met kinderen die voorop lopen. De werkwijze stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkeling. Door een slimme combinatie van activiteiten krijgen ze in een veilige omgeving grip op de wereld. Zo biedt Piramide elke kind de kans om zich optimaal de ontwikkelen. (CITO Onderwijs) Deze methode heeft voor elk jaar observatieformulieren. Deze gebruiken wij om te kijken waar uw kind zit in zijn ontwikkeling. Daarnaast gebruiken we de CITO-toetsen rekenen en taal en ook de observatielijst van het CITO. Verder vullen we gedurende periode dat uw kind op de peuterspeelzaal zit twee keer een overdrachtsformulier in. Een keer wanneer uw kind drie jaar wordt en één keer wanneer uw kind vier jaar wordt. Dit formulier gaat samen met de andere gegevens naar de basisschool van uw keuze, mits u daar toestemming voor geeft. Verder werken we met Bosos2tot4 om de ontwikkeling van de kinderen te kunnen monitoren en waar nodig extra te ondersteunen of meer uitdaging te bieden. Vroege Voorschoolse Educatie (VVE) Vroege Voorschoolse Educatie (VVE) is onderwijs voor zeer jonge kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling. Hiermee kunnen kinderen spelenderwijs hun achterstand inhalen, zodat zij een goede start kunnen maken op de basisschool. Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters van twee tot en met drie jaar en vindt plaats op de peuterspeelzaal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie en bepalen zelf welke kinderen in aanmerking komen, meestal met behulp van de gewichtenregeling. Bij SNO De Mini s werken we met het VVE-programme Piramide.Het consultatiebureau geeft een indicatie af voor VVE. Aan de hand hiervan nemen ouders/verzorgers contact op met de peuterspeelzaal. Kinderen met een VVE-indicatie zijn verplicht om vier dagdelen te komen op de peuterspeelzaal en krijgen extra ondersteuning in hun ontwikkeling door middel van tutoractiviteiten. Afwijkende ontwikkeling Onze leidsters zijn bekend met de ontwikkeling die peuters doormaken. Elke peuter wordt zorgvuldig en objectief geobserveerd, door middel van het observatie- en overdrachtsformulier. We proberen ook bij alle kinderen de CITO-toetsen taal en rekenen af te nemen. Op basis van deze gegevens kunnen we een afwijkende ontwikkeling objectief signaleren en de peuter hierin begeleiden. Ouders 8

9 en/of verzorgers worden hiervan altijd op de hoogte gebracht. Samen met de leidsters wordt gekeken waar de ontwikkeling afwijkt van de normale curve en hoe we de peuter kunnen ondersteunen. Wanneer de leidsters advies geven om een externe partij, bijvoorbeeld een logopedist, erbij te betrekken moeten ouders zelf initiatief nemen. SNO De Mini s kan alleen adviseren, niet doorverwijzen. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen hebben we nauw contact met onder andere het consultatiebureau, verschillende logopediepraktijken, een kinderfysiotherapeut en het sociaal team van de gemeente Woudenberg. De houder van de peuterspeelzaal ondersteunt hierin door regelmatig te overleggen in de werkgroep VVE. Hierbij zijn onder andere vertegenwoordigers van het consultatiebureau, schoolbesturen, intern begeleiders vanuit scholen, het sociaal team en de gemeente Woudenberg aanwezig. Waarden en normen Onze identiteit We worden allemaal gevormd door onze omgang met anderen. Wat vinden we belangrijk en hoe uiten we dit in regels en voorschriften. Bij SNO De Mini s vinden we het belangrijk dat er een, fysiek en mentaal, veilig klimaat is. Wanneer dit er is, kunnen kinderen zich optimaal ontwikkelen. Dit veilige klimaat creëren we door de drie basisbehoeften van kinderen te vervullen, deze steunen op de volgende punten: relatie, competentie en autonomie. Relatie houdt in dat alle kinderen welkom zijn en dat alle kinderen mogen zijn zoals ze zijn. We werken aan de basisbehoefte competentie door kinderen voor vol aan te zien en te geloven in het eigen kunnen van de kinderen. Hierin is het ook belangrijk dat de peuter plezier heeft in het eigen kunnen. Autonomie: je kunt het zelf. Waar mogelijk, mogen peuters hun eigen keuzes maken. Waar wil je mee spelen en met wie? Als deze drie basisbehoeften vervuld zijn, kunnen kinderen zich optimaal ontwikkelen. En dat is wat we willen bij SNO De Mini s. Regels en afspraken Kinderen krijgen de ruimte en de structuur om zich te ontplooien. Bij structuur horen regels en afspraken. Onze regels zijn gericht op structuur en het behouden van het veilige klimaat. Zo zitten we op onze stoel in de kring en pakken we geen speelgoed van elkaar af. Wanneer de peuters onderling een conflict hebben, ondersteunen we de kinderen in het zelf oplossen van hun conflict. De kinderen leren hoe zij met elkaar om kunnen gaan en hoe ze rekening met elkaar kunnen houden. Belonen en straffen Positief gedrag van de kinderen wordt zoveel mogelijk, verbaal of non-verbaal, beloond. Hierdoor kunnen we kinderen al vroeg het verschil leren tussen gewenst en ongewenst gedrag. Peuters willen beloond worden, dus als zij zien welk gedrag van een andere peuter beloond wordt zullen zij dit gedrag ook gaan vertonen. We willen hierdoor positief gedrag bevorderen. Wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont, bespreekt de leidster dit met de peuter. Hierdoor leert een peuter wat wel of niet mag ten opzichte van de andere kinderen of de leidsters. Soms is het nodig dat kinderen even apart worden gezet, hierdoor leren kinderen dat het vertoonde gedrag niet past binnen de groep. Wij vinden het belangrijk dat er na een overtreding van de regels of vertoning van ongewenst gedrag weer ruimte is voor de relatie. De leidster en de peuter maken het weer goed. Hierdoor wordt de relatie niet verstoord. 9

10 Verzorging Leidsters en invallers Op een groep zijn altijd twee beroepskrachten aanwezig. Momenteel zijn dat twee fulltime leidsters, beiden zijn elke dag op beide groepen aanwezig. De kinderen hebben hierdoor altijd twee vaste gezichten op de groep. In geval van nood komt er een andere beroepskracht invallen, in principe is dit de vaste invalster. In het uiterste geval doen we een beroep op vrijwilligers. Alle personen die werken bij onze peuterspeelzaal moeten in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag (VOG) met betrekking tot het werken op de peuterspeelzaal en bekend zijn met de visie van De Mini s. Veiligheid Werken met kinderen maakt het noodzakelijk dat het materiaal en de inrichting van de ruimte voldoet aan strenge veiligheidseisen. De ruimte en materialen worden daarom regelmatig gecontroleerd door de leidsters. Onder andere door middel van voorzorgsmaatregelen, bijvoorbeeld alleen een koude kraan in de toiletten, strippen op de deur en het afsluiten van de buitendeur, zorgen we voor de fysieke veiligheid. Onze leidsters letten goed op de veiligheid van de ruimte en het materiaal. Ook de GGD komt elk jaar langs voor een inspectie. Dit rapport kunt u nalezen op de locatie en op de website. Hoe we aan de mentale veiligheid werken kunt u teruglezen onder het kopje onze identiteit. Hygiëne De peuterspeelzaal wordt elke dag schoongemaakt. Daarnaast is de ruimte zo stofvrij mogelijk ingericht. De toiletten worden op een dag regelmatig gecontroleert door de leidster, zodat elke peuter gebruik kan maken van een schoon toilet. Naast de ruimte worden ook de materialen die we gebruiken regelmatig schoongemaakt. Wanneer peuters nog materiaal in hun mond steken, wijzen we hen erop dit niet te doen. Het betreffende materiaal wordt door de leidsters schoongemaakt. Eten en drinken Elk dagdeel eten en drinken we samen met de peuters aan tafel. Wij vinden het belangrijk dat kinderen gezond eten, daarom nemen alle kinderen een stuk fruit mee naar de peuterspeelzaal in een trommel of doosje. Dit verzamelen we op onze fruittafel. Wanneer we aan tafel zitten krijgen alle kinderen hun eigen fruit. Regelmatig zorgen wij voor een stuk fruit, meestal iets wat je niet zo gauw eet, en proeven we dat met zijn allen. Mocht uw kind ergens allergisch voor zijn, dan horen wij dit zo snel mogelijk. Dan kunnen we er zo goed mogelijk rekening mee houden. Ouders en verzorgers Communicatie Ouders en/of verzorgers zijn een belangrijke partner. Wij vinden het dan ook erg belangrijk om u op de hoogte te houden van de gang van zaken rondom de peuterspeelzaal. Dit doen wij op verschillende manieren, namelijk door middel van: - Ons informatieboekje. Hierin vind u praktische informatie rondom de peuterspeelzaal, bijvoorbeeld de openingstijden, vakanties en praktische tips. 10

11 - Gesprekjes bij de deur. Bij het brengen en halen van de kinderen wisselen we kleine, praktische dingen uit. Misschien heeft u kind slecht geslapen of is ons opgevallen dat hij of zij erg rustig was op het dagdeel. Heeft u zelf vragen, dan mag u deze ook altijd stellen. - De digitale nieuwsbrief. Na afloop van elk thema krijgt u een nieuwsbrief, waarin u kunt lezen wat we de afgelopen weken hebben gedaan. Hierin staan ook de belangrijke data van de komende tijd. - Observatieformulier en tien-minutengesprek. Alle peuters worden rond het derde en vierde jaar geobserveerd aan de hand van een observatieformulier. Het ingevulde formulier wordt overlegd aan de ouders en waar nodig besproken in een tien-minutengesprek. Doel van de observatie is het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. Het gesprek is bedoeld als een verduidelijking van het formulier. - Gesprek. Wanneer u zelf een gesprek wilt met een van onze leidsters kunt dit met de betreffende leidster(s) bespreken. Opvoeding Wij kunnen ouders en verzorgers ondersteunen bij vragen rondom de opvoeding. Kleine vragen waar ouders mee zitten kunnen in gesprekjes bij de deur besproken worden. Wanneer het een meer uitgebreide vraag betreft, verwijzen we ouders door naar het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Woudenberg. Tijdens onze jaarvergadering nodigen we een spreker uit die ingaat op een aspect van de opvoeding van peuters, waardoor onze leidster uw peuter nog beter kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling. Invloed Zoals al eerder gezegd zijn ouders een belangrijke partner van de peuterspeelzaal. Wij vinden hun mening belangrijk en vinden het dan ook fijn als ouders meedenken. Alle ouders kunnen het jaarverslag inzien, de rapporten van de GGD en onze nieuwsbrieven. Ouders kunnen ook helpen door bijvoorbeeld de leidsters te helpen met het schoonmaken van al het materiaal of door het doen van kleine klusjes. Achterwacht wie komt er in geval van nood/afwezigheid In geval van nood Wanneer er iemand onverwachts weg moet, dan komt Sjoerd Versteeg of Jonathan Riezebosch naar de groep. Zij kunnen er als snelste zijn. Geplande afwezigheid Wanneer het om geplande afwezigheid gaat, dan komt Liselotte van Koote. Zij is onze vaste invaller. Zo hebben de kinderen ook bij afwezigheid een vast gezicht. Wanneer zij niet kan, dan valt een van de andere pedagogisch medewerkers van SNO Woudenberg in. 11

12 Externe contacten Consultatiebureau We onderhouden nauw contact met het consultatiebureau. Dit is noodzakelijk voor de doorverwijzing van VVE-kinderen naar de peuterspeelzaal, maar ook met vragen kunnen we terecht bij het consultatiebureau. Basisscholen Ook onderhouden we contact met de basisscholen in Woudenberg, en indien nodig ook met scholen buiten Woudenberg. Wanneer uw kind naar de basisschool gaat, leveren wij een overdrachtformulier af bij de basisschool van uw keuze. Indien nodig, wordt dit besproken met de leerkracht van de groep. We gaan minimaal een keer per jaar langs bij de basisscholen om te bespreken hoe onze samenwerking loopt en hoe we dit kunnen verbeteren. Naschoolse Opvang Wij zijn een dochterorganisatie van SNO Woudenberg, een Sportieve Naschoolse Opvang. Hier hebben we nauw contact mee. Wanneer uw kind naar de basisschool gaat en u wilt gebruik maken van de opvang van SNO, dan krijgt u hier voorrang op wanneer uw kind naar SNO De Mini s is gegaan. Wij kunnen uw kind namelijk op de wachtlijst zetten, zodra uw kind bij ons is ingeschreven. Hierdoor kan SNO uw kind sneller plaatsen dan wanneer uw kind niet bij SNO De Mini s zit. Door de nauwe contact met SNO kunnen we ook informatie over uw kind uitwisselen. SNO Woudenberg weet dan waar uw kind zich wel of niet prettig bij voelt. Jeugdoverleg De gemeente Woudenberg geeft in haar toekomstvisie aan dat het de onderlinge samenwerking tussen voorzieningen voor kinderen wil stimuleren. Zij heeft daarvoor het casusoverleg Jeugd en Gezien gestart. Ook SNO De Mini s wil hier graag aan deelenemen. Wij leren hierdoor ook andere instanties kennen en kunnen hierdoor sneller schakelen met externe instanties. Opleidingen Bij SNO De Mini s werken goed geschoolde leidsters met veel plezier en enthousiasme. Dit willen ze graag overbrengen op anderen. Wij bieden stagiaires de mogelijkheid om leer- en praktijkervaring op te doen op de peuterspeelzaal. 12