De comparitie voor grieven nader beschouwd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De comparitie voor grieven nader beschouwd"

Transcriptie

1 De comparitie voor grieven nader beschouwd Reactie op de bijdrage van mr. R.A. Dozy, TCR 2012, p. 43 e.v. M r. M. M. S t o l p * 1 Inleiding In haar interessante bijdrage van afgelopen mei voor dit tijdschrift behandelt mevrouw mr. R.A. Dozy de comparitie voor grieven. 1 Deze comparitie vormt een instrument voor de appèlrechter om de procedure in hoger beroep te versnellen en te optimaliseren door ambtshalve een verschijning van partijen te gelasten nog voordat schriftelijke rondes hebben plaatsgevonden. 2 De versnelling of optimalisering van appèlprocedures kan ten eerste plaatsvinden doordat de comparitie gebruikt kan worden om een minnelijke regeling te beproeven. Volgens Dozy leert de ervaring dat (maar liefst) circa de helft van de gevallen na de comparitie wordt doorgehaald op de rol. 3 Dat is een indrukwekkend resultaat. Maar het is niet alleen uit het oogpunt van een mogelijke schikking dat de comparitie voor grieven een versnelling kan opleveren. Zo biedt de comparitie ook de mogelijkheid om (in een vroeg stadium) te bespreken hoe de appèlprocedure het best kan worden ingekleed (nadere instructie van de zaak). In dat kader kunnen termijnen voor het indienen van schriftelijke stukken aan de orde komen, de bewijsmogelijkheden (bestaat er behoefte aan het horen van getuigen en/of rapportage door deskundigen?), maar ook de vraag of er behoefte is aan een beslissing op deelonderwerpen. Door reeds vanaf het (prille) begin regie te voeren over de pro- * Mr. M.M. Stolp is advocaat bij Houthoff Buruma te Amsterdam. Met dank aan mr. P. Memelink voor haar commentaar op een eerdere versie van deze bijdrage. 1. R.A. Dozy, De comparitie voor grieven, TCR 2012, nr. 2, p In dit verband wordt doorgaans gesproken van de 'comparitie na aanbrengen' in hoger beroep, waarbij aanbrengen ziet op het aanbrengen van de appèldagvaarding. Omwille van de duidelijkheid zal ik in navolging van mevrouw Dozy spreken van de comparitie voor grieven. Deze comparitie vindt haar wettelijke basis in art. 353 lid 1 jo. art en 20 en 22 Rv. 3. Dozy 2012, p. 46. Vgl. ook de slotalinea van de 'Werkwijze comparitie na aanbrengen' van het Gerechtshof Den Bosch, waar wordt opgemerkt dat het percentage zaken dat door een comparitie voor grieven met een schikking tot een einde wordt gebracht op ongeveer 50 procent ligt. cedure kan de voortgang worden gediend en kunnen zowel tijd als kosten worden bespaard. 4 Zoals Dozy schrijft, is de comparitie voor grieven in 2004 begonnen als een experiment bij het Hof Arnhem; inmiddels heeft deze mogelijkheid bij alle (vijf) gerechtshoven een vaste plaats in de procedure gekregen. Zo wordt bij alle hoven in civiele dagvaardingszaken, direct na het aanbrengen van de zaak in hoger beroep, (standaard) bezien of de zaak kan worden geselecteerd voor een (ambtshalve gelaste) comparitie nog voordat schriftelijke rondes plaatsvinden. Dozy stelt, op basis van uitwisseling met collegae van andere hoven, dat de selectie- en werkwijzen van de hoven niet heel wezenlijk van elkaar lijken af te wijken. 5 In deze bijdrage wordt ingegaan op de regels die de hoven met betrekking tot de comparitie voor grieven hanteren (te vinden op < 6 hierna: de werkwijze). 7 Vergelijking van deze werkwijzen toont aan dat er onderling wel degelijk verschillen en ook onduidelijkheden bestaan ten aanzien van (1) de selectiecriteria (welke zaken zijn geschikt voor een com- 4. Reden waarom invoering van de 'comparitie na aanbrengen' inmiddels ook wel wordt bepleit voor de eerste instantie. Zie R.P.M. de Laat & A.W. Jongbloed, Comparitie na aanbrengen: ook in eerste aanleg!, Advocatenblad 2012, nr. 2, p. 2-3 en dezelfden, Verhoging van griffierechten: comparitie na aanbrengen ook in eerste aanleg?, Tijdschrift voor de Procespraktijk 2012, nr. 1, p Daartoe stellen zij (o.m.) dat invoering van de comparitie na aanbrengen in de huidige tijdgeest past. In dat verband wijzen zij erop dat ook de recentelijk ingevoerde mogelijkheid voor de feitenrechter om een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad te stellen, erop is gericht dat partijen snel weten hoe iets juridisch geduid moet worden, waardoor verdere procedures kunnen worden voorkomen. Zie uitvoerig over deze nieuwe mogelijkheid M.M. Stolp & J.F. de Groot, Een nieuwe procesvorm: het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad (art nieuw Rv), MvV 2012, nr. 6, p Dozy 2012, p. 44 (voetnoot 12). 6. De toepasselijke procedureregels zijn bij elk hof afzonderlijk te vinden onder het kopje 'Regels en procedures' en dan 'Werkwijze comparitie na aanbrengen'. 7. In art. 2.8 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven wordt bepaald dat het hof direct na aanbrengen een comparitie kan bepalen en dat de comparitie niet gehouden wordt voordat beide partijen het griffierecht hebben betaald. Voor nadere informatie omtrent de procedure wordt vervolgens verwezen naar de websites van de afzonderlijke hoven. 186 T C R , n u m m e r 4

2 paritie voor grieven?), (2) de (organisatorische) gang van zaken en (3) de vraag naar de keuzevrijheid van partijen indien hun zaak is geselecteerd voor een comparitie (hebben zij de keuze om van de comparitie af te zien?). Hieronder wordt per hof uiteengezet wat het beleid is ten aanzien van genoemde drie onderwerpen. Daartoe is de werkwijze van elk hof geraadpleegd en, waar nodig, bij (de griffie van) het hof nadere informatie ingewonnen. Het overzicht wordt afgesloten met een conclusie waarin de aanbeveling wordt gedaan om te komen tot nadere harmonisering van de selectie- en werkwijzen. 2 Selectiecriteria Werkwijze Hof Arnhem Volgens de werkwijze van het Hof Arnhem wordt een zaak bij de selectie door een raadsheer beoordeeld aan de hand van het criterium of de zaak zich leent voor het beproeven van een minnelijke regeling of voor instructie van de zaak. Uit de bijdrage van Dozy blijkt dat bij de selectie deels objectieve criteria worden gehanteerd en deels wordt afgegaan op de intuïtie of ervaring van de selecteur. 8 Verder merkt zij op dat de door het hof gehanteerde selectiecriteria in de loop der tijd (na ervaring te hebben opgedaan met de comparitiezittingen) wat ruimer zijn geworden. 9 Tegenwoordig vindt in de Arnhemse praktijk selectie plaats van zowel reguliere als kortgedingzaken. Geschikt voor de comparitie voor grieven worden geacht: zaken met vorderingen tot circa ; (qua aard en omvang) overzichtelijke zaken, bijvoorbeeld een geschil binnen de familiekring en een burengeschil; zaken die in eerste aanleg al volledig uitgeprocedeerd zijn: de getuigen zijn gehoord en/of de deskundigen zijn benoemd, dan wel meerdere zittingen en tussenvonnissen hebben plaatsgevonden; zaken waarvan de raadsheer-commissaris (op basis van ervaring en intuïtie) meent dat deze geschikt zijn voor comparitie. Werkwijze Hof Leeuwarden De werkwijze van het Hof Leeuwarden is gelijkluidend aan die van het Hof Arnhem. Zoals hierboven al is opgemerkt, wordt daarin (slechts) vermeld dat voor selectie voor comparitie in aanmerking komen die reguliere en kortgedingzaken, die zich lenen voor het beproeven van een minnelijke schikking of voor instructie. In hoeverre de overeenstemming in tekst van de werkwijzen betekent dat de meer concrete invulling die het Arnhemse hof (blijkens de bijdrage van Dozy) aan deze criteria geeft, ook door het Hof Leeuwarden wordt gehanteerd, is niet duidelijk. 8. Dozy 2012, p Dozy 2012, p. 44. Bij het Hof Amsterdam wordt, blijkens de werkwijze, geselecteerd uit reguliere en kortgedingzaken, waarin: geen grieven in de dagvaarding zijn opgenomen; geen van beide partijen in het buitenland wonen; de wederpartij (geïntimeerde) zich heeft gesteld dan wel het verstek is gezuiverd. Deze zaken worden volgens de werkwijze voor comparitie geselecteerd aan de hand van criteria die zien op: de inhoud van het conflict; de hoogte van het belang; de wijze waarop de procedure in eerste aanleg is gevoerd. Op welke wijze het Amsterdamse hof nadere invulling geeft aan laatstgenoemde drie criteria is verder niet toegelicht. In de werkwijze van het Hof Den Haag valt te lezen dat selectie door een raadsheer plaatsvindt uit de voorraad van: alle civiele dagvaardingszaken, 10 waaronder ook zaken waarin reeds grieven zijn geformuleerd; zaken die door de Hoge Raad naar het hof zijn verwezen. In deze zaken wordt volgens de werkwijze een comparitie gelast als de zaak geschikt is voor comparitie. Welke (nadere) selectiecriteria door de raadsheer worden gehanteerd bij de vraag of de zaak geschikt is voor comparitie, wordt niet vermeld. De werkwijze van het Hof Den Bosch stelt dat selectie voor comparitie plaatsvindt uit reguliere en kortgedingzaken: waarin geen grieven in de dagvaarding zijn opgenomen; waarin een of beide partijen niet in het (verre) buitenland wonen; die geen verwijzingszaken zijn van de Hoge Raad; die juridisch niet te ingewikkeld zijn (genoemd worden met name huurzaken, arbeidszaken, burenrechtkwesties en incasso s); die niet principieel juridisch van aard zijn; waarbij in eerste aanleg iets mis is gegaan; waarbij het financieel belang niet hoger is dan De selectiecriteria verschillen dus op nogal wat punten. Opvallend is dat door het Hof Den Haag zaken waarin reeds grieven in de dagvaarding zijn opgenomen, geschikt worden geacht voor een comparitie, terwijl dat in Amsterdam en Den Bosch juist niet zo is. De werkwijzen van de hoven Arnhem en Leeuwarden geven hierover geen informatie, zodat onduidelijk is in hoeverre daar een comparitie mogelijk wordt geacht als de grieven reeds in de dagvaarding zijn geformuleerd. 10. In hoeverre alleen reguliere dan wel ook kortgedingzaken voor selectie in aanmerking komen, is niet duidelijk. T C R , n u m m e r 4 187

3 Evenzo komen zaken die zijn verwezen door de Hoge Raad wel in aanmerking voor een comparitie in Den Haag, terwijl dit in Den Bosch weer expliciet niet zo is. Onduidelijk is in hoeverre verwijzingszaken van de Hoge Raad in Amsterdam, Arnhem en Leeuwarden geselecteerd (kunnen) worden voor een comparitie voor grieven. Daarnaast blijkt dat in Arnhem, Amsterdam en Den Bosch geselecteerd wordt op grond van (onder meer) de hoogte van de vordering. Het Hof Arnhem hanteert daarbij als grens een belang tot en het Hof Den Bosch tot Welk bedrag bij het Hof Amsterdam wordt gehanteerd, is niet duidelijk. Opvallend is verder dat de hoogte van de vordering in de werkwijzen van het Hof Den Haag en het Hof Leeuwarden niet als selectiecriterium wordt genoemd. Verder worden in Amsterdam en Arnhem met name (ook) uitgeprocedeerde zaken in eerste aanleg geselecteerd voor een comparitie; in hoeverre dergelijke zaken bij de andere hoven in aanmerking komen voor een comparitie is niet duidelijk. Evenzeer onduidelijk is in hoeverre de omstandigheid dat (een van) beide partijen in het buitenland woonachtig zijn of het feit dat het een verstekzaak betreft, bij de selectie een rol speelt. In Amsterdam en Den Bosch zijn deze omstandigheden reden om geen comparitie te gelasten; of dit ook zo geldt in Arnhem, Den Haag en Leeuwarden is de vraag. 3 Praktische gang van zaken Als een zaak eenmaal is geselecteerd voor een comparitie voor grieven, dan wordt door de hoven vervolgens verschillend omgesprongen met de organisatie van de daaropvolgende gang van zaken. Werkwijze Hof Arnhem en Hof Leeuwarden Bij de hoven Arnhem en Leeuwarden wordt na selectie aan partijen via de rol gevraagd om binnen twee weken opgave te doen van de verhinderdata voor de comparitie. Na opgave van de verhinderdata wordt via de rol mededeling gedaan over de termijn waarop het arrest wordt gewezen, waarin de comparitie wordt bepaald. De rol zal naast die termijn ook de beoogde comparitiedatum vermelden, zodat de advocaten die dag alvast kunnen reserveren in afwachting van het arrest. De hoven Arnhem en Leeuwarden streven ernaar om binnen drie maanden na het aanbrengen van de zaak een comparitiezitting te bepalen, zo valt in de werkwijze te lezen. In hoeverre uitstel van de eenmaal gelaste comparitie mogelijk is, wordt niet vermeld. In Amsterdam wordt in de voor comparitie geselecteerde zaken na één week bij arrest een comparitie bepaald. In dat arrest wordt een aantal keuzemogelijkheden voor de zitting aangegeven, waaruit partijen binnen één week een bij voorkeur gezamenlijke keuze kunnen maken. Daarna wordt met inachtneming van de keuze een datum bepaald. Is er geen keuze gemaakt, dan stelt het hof de datum ambtshalve vast. De zitting vindt, aldus de werkwijze, in beginsel binnen vier tot zes weken na aanbrengen plaats. Uitstel van de comparitie is niet mogelijk, tenzij er klemmende redenen bestaan. Als de zaak geschikt is geacht voor een comparitie krijgen partijen van het Haagse hof schriftelijk bericht door middel van een arrest, waarin datum en tijdstip van de comparitie staan aangegeven. Uitstel van de datum kan eenmaal worden gevraagd en verleend wanneer daarom, onder opgave van verhinderdata van beide partijen, binnen twee weken na het arrest schriftelijk wordt verzocht. De Haagse werkwijze bepaalt verder dat de comparitie meestal wordt geleid door één raadsheer, maar dat in sommige zaken de comparitie voor een meervoudige kamer van drie raadsheren kan worden gehouden. Een termijn waarbinnen de comparitie moet plaatsvinden, wordt blijkens de werkwijze niet nagestreefd. In zaken die in Den Bosch in aanmerking komen voor een comparitie voor grieven ontvangen de advocaten een brief. Daarin staat dat de zaak ambtshalve is verwezen naar de rol (in reguliere zaken in week 5 na aanbrengen en in kortgedingzaken in week 3) voor de dagbepaling van het arrest/de vaststelling van de comparitie. Gedurende twee weken krijgen partijen de gelegenheid om verhinderdata op te geven. Op de rol van de dag waarop oorspronkelijk de memorie van grieven had moeten worden genomen, wordt het arrest uitgesproken, waarin de comparitie wordt bepaald en de datum daarvan wordt vermeld. Uitstel van de geplande comparitie is niet mogelijk, tenzij er klemmende redenen van bijzondere aard zijn. Een termijn waarbinnen gestreefd wordt de comparitie te laten plaatsvinden, wordt op grond van de werkwijze niet aangehouden. Conclusie: ook de praktische gang van zaken verschilt van hof tot hof en advocaten doen er op dit moment verstandig aan informatie in te winnen over de plaatselijke gang van zaken. 4 Keuzevrijheid partijen Ten slotte bestaan er onderlinge verschillen en onduidelijkheden ten aanzien van de vraag of partijen de keuze hebben om van de (ambtshalve gelaste) comparitie voor grieven af te zien Dit merkt Dozy overigens ook op, zie p. 45 (voetnoot 16). 188 T C R , n u m m e r 4

4 Werkwijze Hof Arnhem en Hof Leeuwarden Volgens de werkwijze van de hoven Arnhem en Leeuwarden zal de comparitie geen doorgang vinden als beide partijen de raadsheer-commissaris gemotiveerd verzoeken om van de comparitie af te zien. In dat geval bepaalt het hof een nieuwe roldatum voor de memorie van grieven. In aanvulling hierop schrijft Dozy dat volgens het Arnhemse beleid geldt dat als (slechts) één partij gemotiveerd aangeeft niets voor de comparitie te voelen, het aan de raadsheer-commissaris is om te beslissen of de comparitie al dan niet zal doorgaan. Navraag bij het Hof Leeuwarden leerde dat dit laatste ook daar beleid is. Een comparitie tegen de zin van beide partijen lijkt in Arnhem en Leeuwarden dan ook uitgesloten, terwijl ook gemotiveerd bezwaar door een van de partijen vruchtbaar kan zijn. De werkwijze van het Hof Amsterdam bepaalt daarentegen dat het doorgaan van de comparitie niet afhankelijk is van de instemming van (een van de) partijen. De Amsterdamse werkwijze stelt expliciet dat het wel of niet verschijnen op de comparitiezitting niet vrijblijvend is en dat het hof daaraan gevolgen kan verbinden, ook ten aanzien van de kosten. 12 Dit neemt niet weg dat een of beide partijen de raadsheercommissaris kunnen benaderen met het verzoek de comparitie niet te laten plaatsvinden. Zo stelt de werkwijze dat als er een bijzondere reden is waarom de comparitie niet zinvol is, dan wel als er een andere reden is dat de comparitie niet zou moeten plaatsvinden, dit schriftelijk aan de raadsheer-commissaris kan worden voorgelegd. Of de comparitie gelet op de aangevoerde (bijzondere) reden al dan niet doorgang zal vinden, is aan de raadsheer overgelaten. Beslist de raadsheer dat de comparitie doorgaat, dan zijn partijen, zoals gezegd, volgens de werkwijze verplicht te verschijnen. Bij het Hof Den Bosch lijkt de gang van zaken juist omgekeerd. De comparitie voor grieven vindt blijkens de werkwijze van het Hof Den Bosch steeds doorgang als een van de partijen de uitnodiging tot compareren aanvaardt, althans geen bezwaar maakt. Als beide partijen aangeven af te willen zien 12. Vgl. in dit verband art. 88 lid 4 en/of 87 jo. art. 22 Rv, dat bepaalt dat de rechter aan het niet-verschijnen de gevolgtrekking kan verbinden die hij geraden acht. Hierbij moet vooral worden gedacht aan 'processuele' sancties, zoals in de sfeer van de kostenveroordeling, aldus T&C Rv, art. 88 (Van de Hel-Koedoot), aant. 7. Het aannemen van een processueel vermoeden ten nadele van de weigerachtige partij, die alsdan tegenbewijs moet leveren, dan wel een omkering van de bewijslast, lijkt mij niet snel een passende, proportionele sanctie voor het niet-verschijnen bij een comparitie voor grieven. Het komt mij voor dat er dan bijzondere omstandigheden moeten zijn die deze sanctie kunnen rechtvaardigen. Het hof zal zijn gevolgtrekking bovendien afdoende moeten motiveren, zo volgt uit HR 9 juni 2006, NJ 2006, 327. Zie over de verhindering om te verschijnen: HR 16 maart 2007, NJ 2007, 637 m.nt. HJS. van een comparitie, dan gaat de zaak naar de rol voor memorie van grieven. In de werkwijze van het Hof Den Haag is over de keuzevrijheid van partijen niets terug te vinden. Navraag bij het Haagse hof maakte duidelijk dat in principe geldt dat een comparitie voor grieven niet afhankelijk is van de instemming van partijen, maar dat het een partij vrijstaat om per brief haar bezwaren tegen de comparitie naar voren te brengen, waarna de raadsheer-commissaris beslist. Kortom, ook op het punt van de keuzevrijheid bestaat verschil in beleid tussen de vijf hoven. 5 Conclusie Vergelijking van de werkwijzen en het beleid van de hoven maakt derhalve duidelijk dat de hoven bij de selectie van zaken voor een comparitie voor grieven verschillende criteria aanleggen. Hierdoor ontstaan er niet alleen daadwerkelijk verschillende uitkomsten bij de selectie, bijvoorbeeld wel of geen comparitie gelasten indien grieven in de dagvaarding zijn opgenomen of als het verwijzingszaken van de Hoge Raad betreft, maar rijzen er ook onduidelijkheden. Het is namelijk maar de vraag in hoeverre een bepaald criterium dat het ene hof blijkens zijn werkwijze bepalend acht bij de selectie, ook door de andere hoven, die dit criterium niet expliciet in hun werkwijze vermelden, gehanteerd wordt en tot welke uitkomst dit dan leidt. Zoals bijvoorbeeld wanneer partijen in het (verre) buitenland wonen, de zaak op een principiële juridische kwestie ziet, het een (gezuiverde) verstekzaak betreft, dan wel de zaak in eerste aanleg (al dan niet) volledig is uitgeprocedeerd. Ook de organisatie van de gang van zaken verschilt nogal per hof. Het meest in het oog springend is de termijn die gehanteerd wordt voor het laten plaatsvinden van de comparitie; deze verschilt van vier tot zes weken na het aanbrengen van de zaak (Hof Amsterdam) tot meer dan drie maanden na aanbrengen (Hof Arnhem en Hof Leeuwarden). De omstandigheid dat alleen bij het Hof Den Haag eenmaal zonder meer om uitstel van de comparitie kan worden gevraagd, is minder opmerkelijk dan wellicht op het eerste gezicht lijkt. Deze mogelijkheid lijkt namelijk te zijn ingegeven doordat (alleen) dit hof bij de bepaling van de comparitiezitting in eerste instantie geen rekening houdt met verhinderdata of voorkeuren van partijen. Onduidelijk is verder in hoeverre het mogelijk is dat de comparitie voor een meervoudige kamer van drie raadsheren plaatsvindt, zoals het Hof Den Haag in zijn werkwijze heeft vastgesteld. Van belang is ten slotte dat er bij de hoven verschillen bestaan ten aanzien van de mogelijkheid voor partijen om van een comparitie af te zien. T C R , n u m m e r 4 189

5 Of deze verschillen bij de selectie en werkwijze van de hoven al dan niet als heel wezenlijk moeten worden aangemerkt, laat ik in het midden. Het komt mij voor dat de genoemde verschillen en ook de bestaande onduidelijkheden in ieder geval dusdanig zijn dat het aanbeveling verdient de selectiecriteria en procedure (nader) te harmoniseren. Een landelijk beleid lijkt me hier temeer wenselijk nu de comparitie voor grieven inmiddels bij alle hoven een vaste plaats kent in de appèlprocedure en zij in veel gevallen bovendien een doeltreffend instrument blijkt te zijn om de procedure te versnellen en te optimaliseren. 190 T C R , n u m m e r 4

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN VRAGEN EN ANTWOORDEN Welke zaken? 1 Alleen nieuwe zaken (aangebracht vanaf 1

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 200.163.502/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON

AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Rolreglement gerechtshof Leeuwarden

Rolreglement gerechtshof Leeuwarden RECHTSWEZEN Rolreglement gerechtshof Leeuwarden Dit reglement is gelijkluidend aan het uniform rolreglement dat ook bij de andere gerechtshoven in Nederland geldt, onder toevoeging van enkele aanvullingen,

Nadere informatie

.p

.p NEDERLANDSE VERENIGING V R R_ECHTSPRAAK...,.p.1111111 111111111111 1111 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Ci;) Datum juli 2014 Uw kenmerk 510914 Contactpersoon

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013

COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com

Nadere informatie

20 mei 2005 TRIP Advocaten (Mr. J. Bal) uit Groningen brengt een dagvaarding uit tegen zowel de heer als mevr. Van Loenen uit Beilen.

20 mei 2005 TRIP Advocaten (Mr. J. Bal) uit Groningen brengt een dagvaarding uit tegen zowel de heer als mevr. Van Loenen uit Beilen. Overzicht data civielrechtelijke procedure Altink-Affaire II Periode: 30 januari 2003 tot 20 maart 2013 De grootste kunstfraude aller tijden Rechtbank Assen Eerste enkelvoudige Kamer Zaak: Meijering/Van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 1

Inhoudsopgave. Inleiding 1 Inhoudsopgave Inleiding 1 1 Het appel 5 1.1 Van appeldagvaarding naar arrest 6 1.1.1 De aanvang 6 1.1.2 In te dienen stukken 9 1.1.3 De behandeling van de zaak 10 1.1.4 Conclusie 11 1.2 De beoordeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2012:BW0838

ECLI:NL:RBROT:2012:BW0838 ECLI:NL:RBROT:2012:BW0838 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-03-2012 Datum publicatie 04-04-2012 Zaaknummer 362605/ HA ZA 10-2760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Procesreglement Project De Wijkrechter

Procesreglement Project De Wijkrechter Procesreglement Project De Wijkrechter Considerans Bijgaand treft u aan het Procesreglement dat geldt tijdens de pilot die de Rechtbank Den Haag (RDH) houdt met een procedure onder de naam 'De Wijkrechter'.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

In werking getreden op 1 april 2002. Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004.

In werking getreden op 1 april 2002. Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004. Procesreglement alimentatieprocedure In werking getreden op 1 april 2002. Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004. 1. Algemeen 1.1. Van alle berichten aan de rechtbank dient tegelijkertijd een

Nadere informatie

ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 16-280 ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 16-280 Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 5 september 2016 in de zaak

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad

Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad Indicatietarieven in IE-zaken Hoge Raad Versie 1 april 2017 Voorwoord Artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueleeigendomsrechten (PbEU 2004, L 157/45; hierna: de Handhavingsrichtlijn)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van:

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van: Informatie voor advocaten die meedoen aan de pre-pilot vrijwillig digitaal procederen Civiel 1.0 De nieuwe civiele vorderingsprocedure De komende tijd gaat u ervaring opdoen met de nieuwe civiele procedure,

Nadere informatie

Advocaten en notarissen

Advocaten en notarissen Advocaten en notarissen Inhoud & Betekenis KEI voor verzekeraars I. Wat is KEI? (1) Kwaliteit en Innovatie rechtspraak Verzekeraar als procederende partij Beroepsaansprakelijkheid advocatuur Doelen: Vereenvoudigen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

Handleiding Comparitie na antwoord in AR-zaken Gerecht in eerste aanleg Curaçao

Handleiding Comparitie na antwoord in AR-zaken Gerecht in eerste aanleg Curaçao Handleiding Comparitie na antwoord in AR-zaken Gerecht in eerste aanleg Curaçao VOORWOORD In het Gerecht in eerste aanleg Curaçao wordt in een civiele zaak waarin een conclusie van antwoord is ontvangen,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift, gedateerd 29 mei 2018, ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2018-063 d.d. 30 oktober 2018 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. F.R. Salomons, mr. E.E. van Tuyll van Serooskerken- Röell, mr. A. Bus en F.R. Valkenburg AAG RBA, leden, en

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5

Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5 Aan de advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden Aan advocaten die voor 1 juli 2014 een lopende civiele zaak in cassatie aanhangig hebben gemaakt Datum 26 juni 2014 Kenmerk Pagina 1 van 5 Betreft: civiele

Nadere informatie

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 oktober 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Afdeling civielrecht nieuwsbrief

Afdeling civielrecht nieuwsbrief Afdeling civielrecht nieuwsbrief Nummer 2017/1 April 2017 Amsterdam, april 2017 Geachte heer/mevrouw, In deze elfde nieuwsbrief vindt u informatie over ontwikkelingen binnen de afdeling civielrecht die

Nadere informatie

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM

PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM Aanpassing van het landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven Inleiding Vanaf 1 januari 2013 is voor civiele dagvaardingszaken bij het gerechtshof

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545 EJEA 16-006 ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak03-11-2015 Datum publicatie08-01-2016 ZaaknummerC/09/497838 / KG ZA 15/1545 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam. ja onrechtmatige daad KEULEN/GEMEENTE DORDRECHT. Hierbij zend ik u de beschikking/het vonnis in bovenvermelde zaak.

Rechtbank Rotterdam. ja onrechtmatige daad KEULEN/GEMEENTE DORDRECHT. Hierbij zend ik u de beschikking/het vonnis in bovenvermelde zaak. de Rechtspr aak Rechtbank Rotterdam 1r,Itil211P!!1 IJ GR1 18.07.2014 0275 mr. A.C.G. Kaijen Postbus 619 3300 AP Dordrecht Afdeling privaatrecht bezoekadres Steegoversloot 36 3311 PP Dordrecht datum contactpersoon

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Dit reglement geldt in aanvulling op het bepaalde in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 c.q. in aanvulling op de Wet Dieren (nadat de daarin

Nadere informatie

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Invoerrechten en accijnzen over de periode Raad voor Cultuur Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen p/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM 's-gravenhage Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein

Nadere informatie

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken

Benoeming deskundige in merken- en reclamezaken 3. Een andere mogelijkheid is dat in het kader van een kort geding een deskundige wordt benoemd, die aan de hand van een bureaustudie vóór de zitting de door partijen in het geding gebrachte partijmarktonderzoeken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep.

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep. 15 Civiel recht «JIN» Jurisprudentie in Nederland januari 2014, afl. 1 76 15 Hoge Raad 15 november 2013, nr. 12/04150 ECLI:NL:HR:2013:1245 (mr. Numann, mr. Loth, mr. Drion, mr. De Groot, mr. Polak) (concl.

Nadere informatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie (7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220

ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220 ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220 Instantie Datum uitspraak 30-12-2008 Datum publicatie 06-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 105.007.173/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:7953

ECLI:NL:GHARL:2015:7953 ECLI:NL:GHARL:2015:7953 Instantie Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 11-01-2016 Zaaknummer 200.160.545 Rechtsgebied Bijzondere kmerk Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuward Person- familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven

Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven RECHTSWEZEN Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de Considerans Voor u ligt het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de. Dit procesreglement (hierna ook:

Nadere informatie

De papieren versie van het verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag.

De papieren versie van het verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag. De papieren versie van het verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag. 2Se OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissement Faillissementsnummer Surseancedatum : Faillissementsdatum Rechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:8884

ECLI:NL:GHARL:2016:8884 ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Procederen in familiezaken 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Introductie Doel van de middag: leren van elkaar! Uw sprekers Familierechtelijke conflict Bijzondere aard van het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2011:BP9690 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2011 Datum publicatie 30-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.040.300/01OK Civiel

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake

beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: /01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake beschikking GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer: 200.166.448/01 0K beschikking van de Ondernemingskamer van 13juli 2015 inzake HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN STICHTING FIDARDA, gevestigd te

Nadere informatie

Proc sko$t n. Inhoud. Het perspectief van de advocaat 16-10-2014

Proc sko$t n. Inhoud. Het perspectief van de advocaat 16-10-2014 Proc sko$t n Het perspectief van de advocaat 14 oktober 2014 1 Inhoud 1. 1019h Rv 2. Desgevorderd 3. Welke procedures? 4. Wie? 5. Welke kosten? 6. Uurtarieven 7. Redelijk/evenredig/billijk 8. Inrichting

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FUTURECARE WORLDWIDE B.V., tevens handelend onder de naam PG WORLDWIDE,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FUTURECARE WORLDWIDE B.V., tevens handelend onder de naam PG WORLDWIDE, Citeerwijze: Rechtbank Den Haag, IEF 14982 (Hygro tegen Futurecare) www.ie-forum.nl vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: Vonnis in incident van in de zaak

Nadere informatie

Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat. (zoals bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Besluit op het notarisambt)

Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat. (zoals bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Besluit op het notarisambt) Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat (zoals bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Besluit op het notarisambt) AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Leiding van de vergadering

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015

Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015 Reglement Centrale Bezwaarcommissie Sociaal Plan 1 mei 2013 t/m 31 december 2015 1. Doel en werkingssfeer Het Sociaal Plan Rabobank CAO biedt medewerkers die worden geraakt door een wijziging van de organisatie

Nadere informatie

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND

DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft DG HANDEL Werkdocument RICHTSNOEREN INZAKE DE KEUZE VAN HET REFERENTIELAND NL NL I. RECHTSGRONDSLAG 1. In artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie