Hoe leert de hond? Leren door belonen! Spelenderwijs leren! Voorkomen van ongewenst gedrag! Ongewenst gedrag zoveel mogelijk negeren!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe leert de hond? Leren door belonen! Spelenderwijs leren! Voorkomen van ongewenst gedrag! Ongewenst gedrag zoveel mogelijk negeren!"

Transcriptie

1 Hoe leert de hond? Pups leren, net als wij, van hun successen en van hun missers. Als een hond zijn neus brandt aan de kachel, zal hij daar een volgende keer waarschijnlijk met een grote boog omheen lopen. Wanneer de hond blaft om uw aandacht te trekken en u negeert dat, dan zal hij dat op den duur wel laten. Maar als hij per ongeluk op het pedaal van de vuilnisbak stapt en vervolgens al het lekkers daaruit kan gappen, dan zal hij dat zeker vaker proberen. De pup zal het gedrag dat hem succes opleverde willen herhalen en ophouden met gedrag dat hem niets of iets akeligs oplevert. Om de pup iets te leren kunt u simpelweg gebruik maken van deze principes. Oude africhtingsmethodes bestonden voor een groot deel uit straf. Maar straf levert angst en spanning op bij de hond en dat belemmert het leren (ga maar bij uzelf na). Tegenwoordig weten we gelukkig dat een training waarbij alleen maar beloond wordt veel effectiever is. De pup kan dan al zijn energie steken in het leren volbrengen van de taak die u van hem verwacht. Leren door belonen! Honden zijn enorm gevoelig voor een beloning. Goed gedrag moet dan ook veelvuldig beloond worden! De hond zal dit gedrag graag herhalen en het zal uiteindelijk een gewoonte worden. Het kost u daarnaast minder moeite dan straffen en uw pup zal steeds doller op u worden. U kunt als beloning uw vrolijke stem gebruiken, een lekker stukje worst, een aai of een knuffel of even spelen. De beloning moet tijdens of diréct na het gewenste gedrag gegeven worden om een goed effect te hebben. Spelenderwijs leren! Maak vooral ook gebruik van de situatie om uw hond iets te leren. Gaat de hond bijvoorbeeld spontaan liggen, zeg dan snel "Fikkie, AF". Dat was hij toch al van plan, maar doordat u er een commando bij gaf, lijkt het net of het uw idee was. Zo leert de hond al snel wat bepaalde commando's betekenen. Voorkomen van ongewenst gedrag! Ongewenst gedrag moet u zoveel mogelijk proberen te voorkomen. Als u de hond niet in de gaten kunt houden, stop hem dan even in de bench, of elders waar hij geen kattenkwaad kan uithalen. Hij kan dan ook niet ontdekken hoe heerlijk het is om aan uw prachtige leren bank te knagen. Een ander voorbeeld: u kunt het opspringen tegen mensen voorkomen door bij de begroeting zelf snel door de knieën te gaan of door de pup eerst te laten zitten. En hond die zit kan immers niet springen. Ongewenst gedrag zoveel mogelijk negeren! Wanneer de hond toch ongewenst gedrag vertoont, is het vaak het beste om dit te negeren. Want, hoe gek het ook klinkt: straf kan voor de hond vaak een beloning zijn. Negatieve aandacht (staf) is immers ook aandacht! Veel aandacht vragend gedrag is hierop gebaseerd en heel veel probleemgedrag heeft hiermee te maken. Helaas zijn wij mensen erop ingesteld te reageren op ongewenst gedrag door te mopperen en zijn wij veel minder geneigd om ons met de hond te bemoeien als hij lekker rustig is. Hierdoor kan een hond gedrag ontwikkelen om onze aandacht af te dwingen. Piepen, jengelen, blaffen als er bezoek is, blaffen of bijten als de telefoon gaat, steeds voor de tv gaan staan, zelfs onzindelijkheid kan een manier zijn om aandacht te vragen.

2 De enige manier om dit te doorbreken is door het gedrag nooit aandacht te geven en op alle andere (positieve) momenten wél op de hond te reageren. Als gedrag een hond niets oplevert, zal hij het op een bepaald moment immers vanzelf achterwege laten. Ongewenst gedrag doorbreken Sommige slecht gedrag, zoals bijten in je schoen, kun je niet belonen en ook niet negeren. Probeer het gedrag te onderbreken, bijvoorbeeld met een bepaald geluid (in je handen klappen). Het is alleen maar de bedoeling dat de pup stopt / afgeleid wordt. Rijk hem direct een alternatief aan waar hij wél in mag bijten en waarvoor u hem weer kunt belonen. Correcties Pups worden helaas te pas en te onpas gestraft. Ten eerste is dit een slechte oplossing omdat de meeste honden niet beseffen waarom ze worden gestraft. Daardoor raken eigenaar en hond van de regen in de drup. Het grootste nadeel van straffen is dat de pup alleen maar leert wat hij niet mag. Je laat het bij wijze van spreken aan zijn fantasie over wat hij wel mag. Het gevolg is dat hij nodeloos gespannen en angstig wordt. Als u dan toch een keer moet straffen, gebruik hiervoor dan uw stem: NEE of bij ernstigere vergrijpen FOEI. Laat dit laag en boos klinken en kijk de pup daarbij even strak aan. Zodra de pup zich onderdanig gedraagt (laag staartje, oortjes plat, wegkijken), heeft hij uw boodschap begrepen en moet u onmiddellijk ophouden met het bestraffen! Bestraf ook alleen maar op heterdaad. Straf wordt vaak pas achteraf gegeven, omdat je dan pas ontdekt wat de hond heeft 'aangericht'. De hond wordt door deze straf zeer verontrust en brengt het absoluut niet in verband met zijn daad. Achteraf straffen is een zeer slechte zaak voor de relatie tussen baas en hond! Andere manieren van corrigeren komen als dat nodig is tijdens de cursus aan bod. U mag de hond in ieder geval NOOIT bij zijn nekvel pakken en schudden!!! Op die manier doden dieren hun prooi en dat kan nooit uw bedoeling zijn. Uw hond zal alleen maar onnodig bang voor u worden en u niet meer vertrouwen. Het moge duidelijk zijn: Straffen is in de meeste gevallen zinloos. Veel beter is het om gedrag dat we wel willen zien zo aantrekkelijk te maken, dat de hond daar zelf voor kiest. Op de lange duur heeft dat niet alleen een blijvend effect en is het gewenste gedrag onderdeel van het gedragsrepertoire van de hond geworden, maar het voorkomt bovendien dat de relatie tussen baas en hond onder druk komt te staan. Socialisatie van de pup / jonge hond Een pup moet vertrouwd raken met alle zaken waarmee hij mogelijk in zijn latere leven te maken zal krijgen. We noemen dit 'socialiseren'. Hoe plezieriger de pups ervaringen zijn voordat hij 12 weken oud is, hoe stabieler en evenwichtiger hij zal opgroeien. Dit socialiseren moet verder de hele jeugd van de hond worden voortgezet. Als nieuwe eigenaar van de pup vervolgt u de activiteiten die de fokker al met uw pup heeft ondernomen. Probeer te achterhalen wat het tijdschema van de pup per dag was. Hoe laat kreeg hij eten, op welke tijden werden er dingen ondernomen, wanneer ging men naar bed en stond men weer op? Van deze informatie kunt u gebruik maken bij uw dagindeling. De pup kan hier

3 alleen maar positief op reageren. Hij herkent het dagschema en de overgang van zijn vertrouwde nest naar zijn nieuwe roedel wordt daardoor niet onnodig bemoeilijkt. Mogelijk heeft de fokker al aandacht besteed aan: kennismaken met de stofzuiger, wandelen aan een lijntje, meenemen in de auto en dergelijke. Wanneer de fokker hieraan nog maar weinig aandacht heeft besteed, of als de pup ergens achteraf in een schuur of kennel heeft geleefd, moet u een boel inhalen! Als puppyeigenaar gaat u dus op het ingeslagen pad verder. Laat het hondje met steeds meer nieuwe zaken kennismaken. Doe dit wel gedoseerd; denk eraan dat uw pup ook veel rust en slaap nodig heeft! Bij een schuwe pup is het belangrijk zo vroeg mogelijk een heleboel tijd te besteden aan de socialisatie. Als roedelleider rust de taak op u de pup tegen slechte ervaringen te beschermen. Let op de signalen van de hond hoe hij zich voelt in bepaalde situaties. Als de pup zich angstig toont, verzacht de situatie dan zó, dat hij niet langer bang is. Tijdens de cursus komen we nog uitgebreid op de socialisatie terug, maar met twee belangrijke dingen willen we liever niet wachten: 1. Toon geen medelijden als hij angstig wordt. Probeer hem juist op te vrolijken en kijk alsof u geamuseerd bent en zelf helemaal niet bang bent. Als voorbeeld: 's avonds tijdens uw laatste wandelingetje staan er plotseling grote containers buiten. Dat kan enorm schrikken zijn voor uw pup. Uw reactie is dan: doen alsof er niks aan de hand is en loop gewoon door, eventueel op iets grotere afstand van de container (sleep uw pup niet mee, maar probeer hem te lokken met iets lekkers of zijn favoriete speeltje, maar negeer hoe dan ook de container. Daar iets niets bijzonders mee; hij is lucht voor u!) Een volledig verkeerde reactie van de baas zou zijn: naast de pup hurken, hem aanhalen en sussen! In hondentaal betekent dit: "je bent geschrokken, brááf dat je geschrokken bent, daar beloon ik je nu voor. Dan mag je de volgende keer nóg harder schrikken". De hond zal vanaf nu alleen maar angstiger en schrikachtiger worden. Overigens is schrikken een heel gezonde reactie van iedere pup. Zonder schrikken zou een dier niet overleven. Sommige situaties (denk aan het verkeer) zijn nu eenmaal gevaarlijk en daar kan de hond dan ook maar beter voorzichtig mee omgaan! Het is wel belangrijk dat de pup zich snel van zijn schrik herstelt. 2. Houd er rekening mee dat de pup zich eerst aan zijn nieuwe huis hecht en pas later aan zijn nieuwe baas. Schrikt de pup in de beginperiode tijdens zijn wandelingetje van iets, dan zal hij onmiddellijk naar huis rennen (gevaarlijk als er een weg tussen de uitlaatplaats en uw huis zit!). Pas láter rent hij voor bescherming naar zijn baas. Zindelijkheidstraining Een puppy kan, net als een baby, zijn plas en ontlasting nog niet ophouden. Als hij aandrang heeft, moet hij daaraan meteen toegeven. De zindelijkheidstraining heeft - afhankelijk van het ras - zijn tijd nodig. De ene pup vertoont al na vier weken bij zijn nieuwe baas enig zindelijkheidsbesef, bij de andere zal het wat meer tijd vragen. Dat geldt voor overdag. 's Nachts ligt het wat moeilijker. U moet zeker in de beginperiode 's nachts een keer opstaan om de pup een plasje te laten doen in de tuin. Voor het zindelijkheidsgevoel van de hond is het namelijk beter om te voorkómen dat hij zijn behoefte in huis doet.

4 Pups kunnen wel 7 8 maanden oud zijn voordat ze volledig zindelijk zijn. Jonge hondjes die uit een smerige of te kleine kennel komen, hebben meer tijd nodig dan een hondje dat een betere start had. Hoe snel de pup zindelijk wordt, hangt verder af van de energie die u erin steekt. Neem de pup steeds mee naar buiten (bij voorkeur naar hetzelfde plek; een hond is immers een gewoontedier): Na elke maaltijd Na het spelen Na het trainen Na elke opwinding (bijvoorbeeld als er bezoek is gekomen) Direct na het wakker worden 's Morgens vroeg 's Avonds laat Tenminste elk uur. Als u hem wat laat rondlopen en snuffelen, versnelt u het proces. Het is belangrijk dat u ondertussen bij hem blijft. Wees geduldig; pups zijn buiten snel afgeleid. Als er na een paar minuten nog niets is gebeurd, neemt u hem mee naar binnen en probeert u het later nog eens. Zodra hij zijn behoefte doet, beloont u hem vrolijk. Gebruik daarbij steeds dezelfde woorden ("brááf plassen", "brááf hoopje"). Dat is vast handig voor later: u leert uw hond op commando en op een geschikte plek te plassen en een hoopje te doen. Mocht er een ongelukje in huis gebeuren, straf de hond dan niet. Hij kan er niks aan doen. Til de hond snel op. Doordat hij opgetild wordt, krijgt hij een 'plasrem'. Neem hem vervolgens snel mee naar buiten om z'n behoefte te doen. Straf de hond ook nooit als u achteraf iets vindt. Straffen ná de gebeurtenis heeft niet alleen geen enkel nut, maar kan ook nog eens een verkeerde uitwerking hebben. Als de pup bang wordt omdat u plotseling, zonder een voor hem begrijpelijke reden, agressief wordt, zal hij zich onzeker en ongelukkig voelen, wat zijn leervermogen afremt. Bovendien loopt u dan het risico dat uw pup van angst een onderdanigheidsplasje doet... Hoewel de hond een gewoontedier is en graag op dezelfde plaats plast / poept, is het goed hem te leren dat er verschillende plekken zijn waar hij zijn behoefte mag doen. Anders komt u, als u de hond eens meeneemt op visite, in de problemen als zijn eigen plek niet in de buurt is. Maak de eerste weken alleen bij voorkeur geen gebruik van de hondenuitlaatplaatsen. Veel hondenuitlaatplaatsen worden nauwelijks schoongehouden en uw pup is nog niet volledig ingeënt tegen allerlei hondenziektes. Alleen leren zijn Honden zijn sociale dieren en het is niet natuurlijk voor hen om afgezonderd te zijn van anderen. Bijna alle huishonden zullen toch eens alleen gelaten moeten worden. Vooral ook wanneer u normaliter een groot deel van de dag met de hond doorbrengt, moet u veel aandacht besteden aan het alleen-zijn. Leer de pup allereerst, nadat hij een poosje de gelegenheid heeft gekregen om aan zijn nieuwe huis te wennen, dat u in een aangrenzende kamer kunt zijn zonder dat hij mee mag. Op die manier leert u hem wat zelfstandiger te worden. Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat u een

5 hond krijgt die niet alleen kan zijn. De pup moet van het begin af aan leren dat er deuren achter u gesloten worden zonder dat hij meekan. Als de pup slaapt legt u bijvoorbeeld wat lekkers voor hem neer en verlaat u de kamer. U komt snel en vaak terug, zodat de pup leert dat u altijd terugkomt. Dat is de sleutel tot succes. Reageer niet op jammeren, blaffen of aan de deur krabbelen. Vroeger of later zal hij gaan slapen. Kom pas terug als hij stil is. De eerste twee weken kunt u de pup het beste naast uw bed in zijn bench / een doos laten slapen. Daarna kunt u de afstand wat gaan vergroten. Ga ook 's nachts niet naar uw jammerende pup toe; het gejammer zal er alleen maar erger door worden. Beter kunt u met een grote bos bloemen naar uw buren gaan en zeggen dat het gejammer van tijdelijke aard is en dat u er druk mee aan het trainen bent. Als een hond niet rustig kan zijn als u in een aangrenzende kamer bent, is het nog te vroeg om hem alleen thuis te laten. Maar wanneer u dit voorzichtig hebt opgebouwd en alles gaat goed, kunt u rustig een stapje verder gaan en hem even helemaal alleen in huis achterlaten. Dat bouwt u zo op: Begin De pup heeft gegeten, is uit geweest en heeft gespeeld. Hij is op een plaats waar hij geen kattenkwaad kan uithalen (bijvoorbeeld in zijn bench). Hij heeft de beschikking over zijn plaatsje, zijn speeltjes en speciaal voor deze gelegenheden over een heerlijk GROOT bot. Zodra hij tegen zijn slaap aan is, doet u uw jas aan. U verlaat het huis en even later komt u weer terug. Als u thuiskomt laat u hem nog even in zijn kenneltje en gaat gewoon uw eigen gang. Pas daarna laat u hem uit zijn kenneltje (als hij zich daar koest houdt tenminste!). Dit ritueel herhaalt u een aantal malen per dag. Vervolg De tijd en afstand van weggaan kunt u, afhankelijk van de reactie van uw hondje, langzaam opvoeren. Sommige pups hebben er absoluut geen problemen mee wanneer hun baasje een poosje weg is. Voor pups die wél moeite hebben met alleen zijn, is de bovenbeschreven methode met een hoge frequentie van het 'even' weggaan en snel weer terugkomen, de meest vriendelijke. Zorg er ook nu telkens voor dat u alleen terugkomt als hij stil is! Meer honden in huis? Ook als u meerdere honden hebt, is het van belang dat de pup leert om helemaal alleen in huis achter te blijven. De pup zal dat toch al moeten leren; alleen al omdat hij nog niet mee mag tijdens lange wandelingen.