Ook vindt u als bijkomende bijlage meer informatie over de definitie 'bos' en alle mogelijke verplichtingen daarrond.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ook vindt u als bijkomende bijlage meer informatie over de definitie 'bos' en alle mogelijke verplichtingen daarrond."

Transcriptie

1 Sofie Vernaillen Van: De Sterck, Frauke Verzonden: woensdag 25 maart :37 Aan: Sofie Vernaillen Onderwerp: Uw brief d.d. 23/03/2015 met uw kenmerk: Bijlagen: art 91 nota voor notarissen.doc; definitiebos_ontbossing_ doc Urgentie: Hoog Geachte, Uit opzoekingen blijkt het perceel gelegen te Wichelen, 3de afdeling Schellebelle, sectie B, nr. 713/02 niet opgenomen in een bosbeheerplan, noch in een kapmachtiging. Als bijlage vindt u meer informatie rond het Nieuwe Art. 91 van het Bosdecreet en de afspraken met het Agentschap voor Natuur en Bos met betrekking tot het opvragen van de huidige situatie van percelen. Ook vindt u als bijkomende bijlage meer informatie over de definitie 'bos' en alle mogelijke verplichtingen daarrond. U kunt zelf de huidige situatie van het desbetreffende perceel nagaan via volgende website: Een attest met vermelding van de identiteit van de oorspronkelijke en de nieuwe bosbeheerder en de omschrijving van het betreffende onroerend goed wordt naar het Agentschap voor Natuur en Bos verzonden binnen een termijn van zestig dagen na het verlijden van de akte. Gelieve steeds het registratienummer van de machtiging te vermelden, indien er een machtiging verleend werd. Zo kunnen wij het dossier beter opvolgen. Vriendelijke groeten, Frauke De Sterck Administratief Medewerkster Cel Beleidsuitvoering Provinciale Dienst Oost-Vlaanderen Vlaamse Overheid AGENTSCHAP NATUUR & BOS Koningin Maria Hendrikaplein 70 postbus 73, 9000 Gent T , F E frauke.desterck@lne.vlaanderen.be AGENTSCHAP NATUUR & BOS \I\1\1\\\\\I\\\\\\ü\\\\\1l\\\\\\1\\1\\\I\I\\\Uül\\U\\\U\\\\\\\\\\\\\1\\\\\\\\\\\1\\1\1\ \\\\\U\\\\ l I ~ ` Vlaanderen is natuur De inhoud van dit bericht en eventuele bijlage(n) verbinden het Agentschap voor Natuur en Bos niet, zolang niet bevestigd door een geldig ondertekend document. 1

2 De toepassing van art. 91 van het Bosdecreet Aan de notarissen: In deze nota vindt u informatie en praktische richtlijnen toe te passen bij verkoop of vestiging van een zakelijk recht op een onroerend goed dat valt onder de toepassing van het Bosdecreet. 1. art.91, zoals gewijzigd op 19 mei 2006 Bij decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie (B.S. 20 juni 2006) werd het oorspronkelijke artikel 91 vervangen door een volledig nieuw artikel 91: Art. 26. Artikel 91 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: «Artikel9l. 1. Bij een overdracht of vestiging van een zakelijk recht op een onroerend goed waarop dit decreet van toepassing is, of bij een verdeling van dergelijk goed, gaan de rechten en de plichten die voortvloeien uit dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten over op de verwerver, in de mate dat hij daarbij geheel of gedeeltelijk het beheer van het bos verkrijgt. In de mate dat het beheer van het bos geheel of gedeeltelijk overgedragen wordt op enige andere wijze dan bepaald in het vorige lid, en dit voor een duur van meer dan negen jaar, gaan de rechten en de plichten die krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten rusten op het onroerend goed over op de nieuwe bosbeheerder. 2. Bij een overdracht of verdeling van onroerende goederen waarop dit decreet van toepassing is, brengt de overdrager of verdeler de verwerver vóór het sluiten van de overeenkomst op de hoogte van de verplichtingen die op dat goed rusten krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Deze verplichting rust eveneens op degene die het eigendomsrecht van dergelijke onroerende goederen belast met zakelijke rechten in de mate dat daarbij het beheer van het bos wordt overgedragen, en op de persoon die op enige andere wijze het beheer van het bos geheel of gedeeltelijk overdraagt voor meer dan negen jaar. 3. De instrumenterende ambtenaar die een akte verlijdt van overdrachten of verdelingen bedoeld in 1 neemt in de akte in een aparte rubriek "Bosdecreet" de verklaring op van de overdrager of verdeler dat hij zijn informatieplicht, bedoeld in 2, heeft nageleefd en, in voorkomend geval, de nodige stukken heeft overgedragen. Het voorhanden zijn van een bosbeheerplan en de referentiegegevens ervan worden in de akte vermeld. 4. Voormelde instrumenterende ambtenaar deelt binnen zestig dagen na de ondertekening van de akte de wijziging in het beheer van het bos mee aan het Bosbeheer met een attest waarin de identiteit van de oorspronkelijke en de nieuwe bosbeheerder en de omschrijving van het betreffende onroerend goed worden opgenomen. 5. De partij die haar informatieplicht niet nakomt blijft gehouden tot haar verplichtingen die voortvloeien uit dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Deze niet-tegenstelbaarheid kan niet 1

3 worden ingeroepen indien voor het verlijden van de akte van overdrachten of verdelingen, bedoeld in 1, de verwerver op de hoogte is gebracht van de verplichtingen die op het goed rusten krachtens dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten.». Bij het herschrijven van art. 91 is getracht een evenwicht te vinden tussen enerzijds zoveel mogelijk zekerheid dat bij overdracht van boseigendommen er geen gevaar is voor ontbossing en anderzijds de haalbaarheid voor het Agentschap voor Natuur en Bos om de dossiers op te volgen. 1: De persoon die geheel of gedeeltelijk het beheer van een bos verkrijgt op basis van de vestiging of de overdracht van een zakelijk recht, of van een verdeling, neemt automatisch de rechten en de plichten over die voortvloeien uit het Bosdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Immers, het ligt niet steeds voor de hand dat dergelijke rechten en plichten zakelijke werking hebben, zodat het nodig is om een overdracht van die rechten en plichten samen met de overdracht van het beheer uitdrukkelijk te voorzien. Ook iemand die op enige andere wijze het beheer van het bos overneemt, neemt tegelijkertijd de rechten en plichten over. Er anders over beslissen zorgt voor versnippering van rechten en plichten en maakt correct beheer onmogelijk. In de mate dat van de betrokken rechten en plichten op basis van het gemene recht geen zakelijke werking zou uitgaan, betreft het hier een nieuwe bepaling, die echter in overeenstemming is met het doel dat het Bosbeheer voor ogen stond toen artikel 91 Bosdecreet tot stand kwam. 2 : Opdat degene die het beheer verwerft van het bos zou weten welke rechten hij verkrijgt en welke plichten op hem gaan rusten, wordt er een uitdrukkelijke informatieplicht voorzien in hoofde van degene die het beheer van het bos aan hem overdraagt. Op de overdrager rust reeds op basis van het gemene recht een informatieplicht die hier enkel nader ingevuld wordt. 3 : Het expliciet in de akte opnemen van de verplichtingen voortvloeiend uit het Bosdecreet blijkt in de praktijk nagenoeg onuitvoerbaar te zijn. Ook de controle achteraf van de aktes is door de krappe personeelsbezetting niet haalbaar. Het opnemen van zeer concrete verwijzingen naar verleende machtigingen en toegekende subsidies met bijhorende voorwaarden veroorzaakt een stroom van vragen om informatie aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Met de huidige personeelsbezetting blijkt het in de praktijk onmogelijk te zijn om al die vragen correct en volledig te beantwoorden. Om zeker te zijn dat de overdrager zijn informatieplicht wel degelijk vervult, wordt in de akte in een aparte rubriek `Bosdecreet" een verklaring hierover opgenomen. Wanneer een bosbeheersplan voorhanden is, dient het bestaan ervan en de referentiegegevens in de akte opgenomen te worden. 2

4 Hier vindt u een model voor deze verklaring: "BOSDECREET Na voorlezing door ondergetekende notaris van artikel 3 van het Bosdecreet hebben beide partijen hem bevestigd dat de bij deze verkochte grond valt/niet valt onder de bepalingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990, meermaals gewijzigd. De overdrager (of verdeler) verklaart dat hij (zij) zijn (haar) informatieplicht bedoeld in artikel 91, 2 van het Bosdecreet van 13 juni heeft nageleefd en, in voorkomende geval, de nodige stukken heeft overgedragen." en indien een bosbeheerplan voorhanden: 4. "Voor de betrokken percelen is er een goedgekeurd bosbeheerplan met registratienummer..." De instrumenterende ambtenaar bezorgt aan het Agentschap voor Natuur en Bos een attest met de identiteit van de oorspronkelijke en van de nieuwe bosbeheerder en de omschrijving van het betreffend onroerend goed. Dit attest is eenvoudiger te verwerken door het Agentschap en is voor de verwerver goedkoper dan een kopie van de akte. Dit attest kan schriftelijk of elektronisch bezorgd worden aan de provinciale diensten van het Agentschap voor Natuur en Bos. Hier vindt u een model voor dit attest: "ATTEST ARTIKEL 91, 4 BOSDECREET Ik notaris... met standplaats te... meld u met toepassing van artikel 91, 4 van het Bosdecreet dat het goed... (omschrijving) bij de akte dd... Werd verkocht door... (identiteit oorspronkelijke bheerder aan... (identiteit nieuwe bosbeheerder). Na voorlezing door ondergetekende notaris van artikel 3 van het Bosdecreet hebben beide partijen hem bevestigd dat de bij deze verkochte grond valt/niet valt onder de bepalingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990, meermaals gewijzigd." 5. Het miskennen van de informatieplicht kan door het Agentschap voor natuur en Bos niet meer gesanctioneerd worden door de nietigheid van de overeenkomst te vorderen, wat trouwens altijd de tussenkomst van een rechtbank veronderstelt. Deze sanctie is ook onnodig geworden: de automatische overdracht van rechten en plichten aan de nieuwe beheerder en de uitgebreide informatieplicht van de overdrager, zorgen ervoor dat de doelstellingen van artikel 91 verwezenlijkt worden zonder op dergelijke door de KFBN disproportioneel gevonden sanctie een beroep te moeten doen. 3

5 Indien de overdrager de informatieplicht niet nakomt, blijft hij gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit dit decreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Wanneer hij bijvoorbeeld een perceel kaalgekapt heeft met een kapmachtiging in toepassing van art.81, met als voorwaarde de herbebossing van het perceel, wanneer het perceel dan verkocht wordt nog voor het herbebost is, dan blijft de overdrager verantwoordelijk voor het nakomen van die herbebossingsplicht, indien hij het bestaan van die herbebossingsplicht voorafgaand aan de verkoop niet gemeld heeft. De laatste bepaling in 5 is toegevoegd om de mogelijkheid open te laten dat informatie m.b.t. de toepassing van het Bosdecreet die opduikt nog na het sluiten van de koopovereenkomst(compromis), maar voor het verlijden van de akte, toch nog aanleiding kan geven tot het volledig uitvoeren van de informatieverplichting die bij de overeenkomst onvolkomen was, zonder tot een sanctie te moeten leiden. 2. Afspraken voor de samenwerking tussen notaris en Agentschap voor Natuur en Bos 2.1. Hoe weet de notaris of een perceel al dan niet onder de toepassing van het Bosdecreet valt? Bij elke verkoop of overdracht van een onroerend goed moet de notaris onderzoeken of het Bosdecreet al dan niet van toepassing is. In het verleden werd hiertoe heel vaak een eenvoudige vraag naar de voormalige afdeling Bos & Groen (sinds 1 april 2006 Agentschap voor Natuur en Bos, ANB) gestuurd. Dit leidde echter tot een immense stroom vragen, waarbij het bij het ANB aan het nodige personeel ontbreekt om deze allemaal accuraat te behandelen. Voor de meeste percelen, naar schatting ca 95%, kan de notaris echter makkelijk zelf uitmaken of een perceel onder het Bosdecreet valt of niet. Wanneer het aantal vragen van notarissen over het al dan niet van toepassing zijn van het Bosdecreet beperkt wordt tot de 5% resterende twijfelgevallen, dan is het voor het ANB haalbaar om hierover deskundig advies te verstrekken. Hiertoe kan de notaris via diensten> GEO-Vlaanderen de boskartering van het Vlaams Gewest consulteren. Op deze digitale kaarten zijn alle bossen afgebakend die groter dan 0,5ha zijn en die niet gelegen zijn in een sterk verkavelde zone. Van de in de boskartering opgenomen gebieden kan de notaris zeker zijn dat de betreffende percelen op het ogenblik van de boskartering (2000) onder de toepassing van het Bosdecreet vielen. Tenzij de verkoper kan aantonen dat het perceel ondertussen legaal ontbost is, mag men er dus vanuit gaan dat deze percelen op het ogenblik van de verkoop nog steeds onder de toepassing van het Bosdecreet vallen. Voor bosjes van kleiner dan 0,5ha en bossen in sterk verkavelde zones is het mogelijk dat ze niet opgenomen zijn in de boskartering. 4

6 Volgende werkwijze wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos aanbevolen: - Via zoekt de notaris op of het betreffende perceel aangeduid is als bos op de boskartering. (zie beknopte handleiding als bijlage 1) - Zo ja, dan gaat het zeker over een perceel dat onder het Bosdecreet valt. - Zo nee, dan kan een combinatie van de boskartering met luchtfoto's aangeven of er reden is om te twijfelen. De gegroepeerde aanwezigheid van bomen op of onmiddellijk naast het perceel kan een aanwijzing zijn dat het gaat om een klein bos (<0,5ha) of een restant bos in een verkavelde zone. Kleine bosjes en bossen in verkavelde zones zijn immers niet opgenomen in de boskartering. In deze gevallen wordt best uitsluitsel gevraagd aan het ANB. De notaris stuurt hiertoe de kadastrale legger, de naam van de eigenaar en een kopie van een liggingplan, waarop de percelen zijn aangeduid door naar het ANB. Het ANB kan dan via GEO-vlaanderen de juiste ligging achterhalen en via terreincontrole bepalen of het perceel al dan niet onder de toepassing van het Bosdecreet valt. Indien het perceel niet als bos aangeduid is op de boskartering en op de luchtfoto's is geen enkele aanwijzing te zien dat het om bos zou kunnen gaan, dan mag de notaris ervan uitgaan dat het Bosdecreet niet van toepassing is. Bijkomende informatie m.b.t. de interpretatie van art. 3 van het Bosdecreet is te vinden in de nota als bijlage 2 'Definitie bos, ontbossen en open plekken binnen het bos Speciale aandacht wordt gevraagd voor : kaalgekapte of recent gerooide percelen. Ingevolge art is de verkoper verplicht de juiste informatie m.b.t. tot verplichtingen krachtens het Bosdecreet aan de verwerver te bezorgen. Percelen die recent zijn ontbost met een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing zijn slechts ontheven van alle verplichtingen inzake het Bosdecreet, nadat aan alle voorwaarden van de vergunning, o.m. de compensatieplicht voldaan is. Het is zeer belangrijk dat de verwerver hierover de juiste informatie verkrijgt. Op kaalgekapte percelen waarvoor enkel een kapmachtiging in toepassing van art.81 van het Bosdecreet verkregen is rust steeds een herbebossingsplicht. Op deze percelen blijft het Bosdecreet van toepassing. Wanneer een bepaald perceel dus volgens de boskartering als bos is aangeduid, maar de verkoper stelt dat het perceel in werkelijkheid geen bos meer is, dan moet de verkoper dat kunnen aantonen door het voorleggen van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing en het bewijs dat de als voorwaarde 5

7 opgelegde bosbehoudsbijdrage betaald is. Bij onduidelijkheden kan uiteraard contact opgenomen worden met het ANB. verkoop van individuele loten in een verkaveling van beboste grond : De toepassing van art.90 bis Bosdecreet, 5, 3 de lid: "... De in 2, 2, bedoelde verkavelingsvergunning laat slechts vervreemding van een kavel toe nadat volledige compensatie werd gegeven." Voor verkavelingen van geheel of gedeeltelijk beboste percelen en waarvoor de aanvraag werd ingediend na 23 maart 2001 (datum van het in werkingtreden van het decreet van 17 juli 2000, art.2) geldt dat de compensatieplicht gekoppeld is aan de verkavelingsvergunning. De compensatieplicht rust op de verkavelaar en de loten van de verkaveling mogen pas verkocht worden, nadat de volledige compensatieplicht vervuld is. Om dit aan te tonen moet de verkavelaar een attest vragen aan het ANB. De loten in de verkaveling mogen slechts verkocht worden als de verkavelaar dit attest kan voorleggen. Meer informatie over ontbossing en boscompensatie is te vinden op Een brochure over de ontbossingsregeling kan opgevraagd worden bij het ANB Gegevens m.b.t. het bosbeheerplan Art. 43 van het Bosdecreet bepaalt dat er voor elk openbaar bos een beheerplan dient opgesteld te worden. Voor privé-bossen moet enkel voor de bossen groter dan 5 ha verplicht een bosbeheerplan opgesteld worden. Privé-bossen kleiner dan 5 ha kunnen een beheerplan hebben op vrijwillige basis. Eind 2006 waren er voor ca ha bos beheerplannen goedgekeurd. Indien de notaris via de boskartering of uit informatie van de verkoper vaststelt dat het perceel onder het Bosdecreet valt, maar de verkoper heeft geen weet van een bosbeheerplan of weet niet of een bepaalde versie de juiste is: de notaris kan per mail informeren bij het ANB of er voor de betreffende percelen een bosbeheerplan bestaat. Indien conform 2.1 voor de percelen al een vraag gesteld werd over het van toepassing zijn van het Bosdecreet, en uit het antwoord blijkt dat het Bosdecreet inderdaad van toepassing is, dan zal het ANB de informatie m.b.t. het bosbeheerplan automatisch meesturen (met vermelding van het registratienr., datum van goedkeuring en geldigheidstermijn, eventueel ook met verwijzing naar de laatst goedgekeurde versie van het beheerplan). 6

8 Voor meer informatie m.b.t. de toepassing van deze afspraken kan contact opgenomen worden met: KFBN (NR), Chantal Plugers, Bergstraat 30-32, 1000 Brussel, tel 02/ Agentschap voor Natuur en Bos, ir. Annemie Clarysse, cel Beleidsintegratie, afdeling Beleid, Tel op dinsdag, donderdag en vrijdag: 02/ Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel Tel Fax Voor vragen m.b.t. concrete dossiers wordt best rechtstreeks met de provinciale zetels van het Agentschap voor Natuur en Bos gecommuniceerd : ANB - Antwerpen ANB Oost-Vlaanderen Gebouw Anna Bijns Virginie Lovelinggebouw Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Koningin Maria Hendrikaplein 70, postbus 73 - Antwerpen 9000 Gent Tel Fax Tel ant.anb@vlaanderen.be ovl.anb@vlaanderen.be ANB Limburg Koningin Astridlaan 50 bus 5, 3500 Hasselt Tel Fax lim.anb@vlaanderen.be ANB Vlaams-Brabant Diestse poort 6 bus Leuven Tel Fax vbr.anb@vlaanderen.be ANB West-Vlaanderen Zandstraat 255 bus Brugge Tel Fax wvl.anb@vlaanderen.be 7

9 Definitie bos, ontbossen en open plekken binnen het bos. Bijgewerkt 28/03/2011 Inleiding 2 Hoofdstuk I : Wat valt onder de toepassing van het Bosdecreet? Interpretatie van art.3 van het Bosdecreet 3 I.1.I.Wat is een `bos'? 3 I.1.2. Hoe ver mogen de bomen van elkaar staan om nog van een bos te kunnen spreken? 3 I.1.3. `Grondoppervlakten': wat met smalle, langwerpige begroeiingen met bomen? 3 I.1.4. Bomen en houtachtige struikvegetaties 4 I.1.5. Bomen als het belangrijkste bestanddeel: onderscheid bos/weiland met bomen 4 I.1.6. Bomen: ook jonge zaailingen of aangeplante jonge boompjes? 4 I.1.7. `Bestendig bosvrije oppervlakten of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos.' "Eigen fauna en flora" en homogene aanplantingen van cultuurpopulieren 6 I.1.9. Tuinen 6 I Parken 6 I De aanplantingen met kerstbomen "alle tijdelijke aanplantingen met houtachtige gewassen in uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschap voor wat betreft het uit productie nemen van bouwland" 6 I Korte omloop-houtteelt en wissenteelt Welke terreinen kunnen er opgenomen worden in een bosbeheerplan (art.43 Bosdecreet)? 8 Hoofdstuk II: ontbossen 8 II.1. Het begrip `ontbossing' 8 II.1.1. algemeen 8 II.1.2. Ontbossing voor uitvoeren van werken, gevolgd door geheel of gedeeltelijke heraanplanting 9 I1.2. Toepassingsgebied van de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor het ontbossen 9 I1.3. Ontbossingen die niet onder de toepassing van de stedenbouwkundige vergunningsplicht vallen 10 II.3.1. Bossen gelegen in natuurreservaten, conform het Natuurdecreet, wanneer de ontbossing ervan is voorzien in het beheerplan 10 II.3.2. De houtachtige beplanting in agrarisch gebied wanneer er gerooid wordt binnen een termijn van 22 jaar na de aanplanting of 3 jaar na de laatste exploitatie van de houtachtige gewassen of spontane bebossing 10 I1.4. Ontbossingen die niet onderhevig zijn aan de compensatieplicht 11 II.4.1. Ontbossingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing nodig is 11 II.4.2. Ontbossingen in verkavelingen aangevraagd na 23 maart II.4.3. Ontbossing van spontaan beboste gronden 11 II.4.4. Vrijstelling van compensatieplicht om sociale redenen 12 1

10 Inleiding Of een terrein onder de toepassing van het Bosdecreet valt of niet, is een veel gestelde vraag. Iedereen weet intuïtief wel wat bedoeld wordt wanneer men over `bos' spreekt, maar het is niet zo gemakkelijk om een sluitende definitie te geven. Ook op het terrein is het niet altijd eenvoudig het onderscheid te maken tussen een bos, een grote tuin of een park. Nochtans is het nodig om juridisch goed vast te leggen welke terreinen als bos kunnen beschouwd worden. Het Bosdecreet bevat een definitie van het begrip `bos'. Toch zijn met deze definitie niet alle interpretatieproblemen van de baan. Tijdens de behandeling van het ontwerp van Bosdecreet in het Vlaams Parlement werd veel aandacht besteed aan deze definitie. Maar tegelijk besloot de toenmalige verantwoordelijke minister dat een sluitende definitie onmogelijk te geven is. Op basis van verschillende concrete gevallen, heeft de bevoegde administratie zich als taak gesteld een aanvullende interpretatie te geven bij de juridische definitie. De door de jaren heen gegroeide interpretatie wordt in hoofdstuk I van deze nota gebundeld. Een belangrijk onderdeel handelt over de zgn. `open plekken', of meer precies, art.3, 2, 3 van het Bosdecreet (`bestendig bosvrije oppervlaktes of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos'). In deze tekst worden uitsluitend de open plekken in functie van natuurbehoud besproken. Open plekken in functie van bosrecreatie worden niet behandeld. Dit in afwachting van een lopende herziening van een globale visie rond recreatie in bossen. In hoofdstuk II wordt het begrip `ontbossen' verder toegelicht. Dit hoofdstuk somt ook op welke ontbossingen vergunningsplichtig zijn en welke niet. Hoofdstuk I :Wat valt onder de toepassing van het Bosdecreet? Bosdecreet art.31 Art Onder de voorschriften van dit decreet vallen: de bossen, zijnde grondoppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren en die één of meer functies vervullen. 2. Onder de voorschriften van dit decreet vallen eveneens: 1. de kaaivlakten, voorheen met bos bezet, die tot het bos blijven behoren; 2. niet-beboste oppervlakten die nodig zijn voor het behoud van het bos, zoals de boswegen, de brandwegen, de aanpalende of binnen het bos gelegen stapelplaatsen, dienstterreinen en ambtswoningen; 3. bestendig bosvrije oppervlakten of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos; 4. de aanplantingen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de houtvoortbrengst, onder meer die van populier en wilg, uitgezonderd de korte-omloop-houtteelt, waarvan de aanplant plaatsgevonden heeft op gronden die op dat ogenblik gelegen zijn buiten de ruimtelijk kwetsbare gebieden zoals bedoeld in art.146 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening; 5. de grienden. 3. Onder de voorschriften van dit decreet vallen niet: 1. de fruitboomgaarden en fruitaanplantingen; 2. de tuinen, plantsoenen en parken; 3. de lijnbeplantingen en houtkanten, onder meer langs wegen, rivieren en kanalen; 4. de boom- en sierstruikkwekerijen en arboreta die buiten het bos zijn gelegen; 5. de sierbeplantingen; 1 Nieuwe formulering van art.3 van het Bosdecreet, na het van kracht worden van het decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie (B.S. 20 juni 2006). 2

11 6. de aanplantingen met naaldbomen die uitsluitend bestemd zijn voor de verkoop als kerstboom. Een aanplanting wordt geacht niet langer aan deze voorwaarde te voldoen wanneer de gemiddelde hoogte van het bestand 4 meter heeft bereikt; 7. alle tijdelijke aanplantingen met houtachtige gewassen in uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschap voor wat betreft het uit productie nemen van bouwland; 8. de wissenteelt waarvan de bovengrondse massa periodiek tot maximaal drie jaar na de aanplanting of na de vorige oogst, in zijn totaliteit wordt geoogst. I.1. Interpretatie van art.3 van het Bosdecreet I.1.1.Wat is een `bos'? Sinds de inwerkingtreding van het Bosdecreet beschikt men voor het eerst over een wettelijke definitie van het begrip `bos'. Artikel 3, 1, van dit decreet definieert bossen als "grondoppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren en die één of meer functies vervullen". Dit zijn de zgn. bosfuncties waaromtrent art. 5 van het Bosdecreet bepaalt dat het bos er gelijktijdig verschillende kan vervullen, onder meer economische, sociale, educatieve, wetenschappelijke, ecologische, organismebeschermende evenals milieubeschermende functies. Een dergelijke definitie was nodig. De wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw voegde immers wel het begrip ontbossing in, maar gaf geen definitie van wat een bos is. Tijdens de parlementaire voorbereiding van die wet werden geen criteria aangereikt op basis waarvan men een bos van andere vegetaties zou kunnen onderscheiden. I.1.2. Hoe ver mogen de bomen van elkaar staan om nog van een bos te kunnen spreken? We hanteren hier het criterium van de bedekkingsgraad (zijnde de verhouding van de totale oppervlakte van alle kroonprojecties ten opzichte van de totale bosoppervlakte): als die groter dan 50% is, geprojecteerd naar volgroeid stadium, dan spreken we van een bos. Bij een bedekkingsgraad <50% is er sprake van een open vegetatie al dan niet met verspreide bomen (bijv. heide met vliegden), of een open plek binnen het bos (zie I.1.7). De bedekkingsgraad wordt bepaald voor elke min of meer uniforme eenheid op het terrein. Dat is dus ongeveer op bestandsniveau. Hierbij moet wel verondersteld worden dat bestanden niet te groot zijn en een min of meer uniforme samenstelling hebben, anders wordt er beter onderverdeeld. Bijv. bij een bestand van 3 ha met bedekkingsgraad < 50%, maar daarin twee bosjes van 30 are met bedekkingsgraad 100%: dat zijn twee bosjes van 30 are! I.1.3. `Grondoppervlakten': wat met smalle, langwerpige begroeiingen met bomen? De definitie bevat bewust geen minimumoppervlakte, omdat de decreetgever ook kleine stukjes restoppervlakte beschermd wilde zien door het Bosdecreet. Lijnbeplantingen en houtkanten worden uitdrukkelijk uit het toepassingsgebied van het Bosdecreet gesloten (art.3, 3): Lijnbeplantingen onder de vorm van enkele of dubbele bomenrijen, al dan niet langs een (water)weg, zijn duidelijk te onderscheiden van bos. Gelet op de definitie van het begrip `bos' in art. 3, 1, van het Bosdecreet, zou men evenwel kunnen stellen dat langwerpige oppervlakten die in de breedte bestaan uit meer dan twee bomenrijen beschouwd moeten worden als bos i.p.v. als houtkant op voorwaarde dat ze een eigen (bos)fauna en (-) flora hebben en één of meerder bosfuncties vervullen. Het Agentschap voor Natuur en Bos hanteert bijkomend als interne richtlijn dat strookvormige percelen over een breedte van ten minste 10 meter (gemeten aan de buitenkant van de buitenste stammen) dienen begroeid te zijn met bomen opdat men van een bos zou kunnen spreken. 3

12 I.1.4. Bomen en houtachtige struikvegetaties Het woordje `en' uit het tweede element van de definitie: ("(...) waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken (..) ") roept vragen op. In bijv. naaldhoutbossen kunnen struikachtige vegetaties immers schaars zijn of ontbreken. In de rechtsleer wordt gesteld dat `en' hier te interpreteren is als `met of zonder'. Ook de struwelen, waarbij we enkel houtachtige struikvegetaties aantreffen en geen bomen, worden als bos beschouwd en vallen dus onder de toepassing van het Bosdecreet. Ter illustratie wordt verwezen naar het besluit van de Vlaamse regering van 21 november 2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid, waar onder art. 11 een opsomming van boshabitats gegeven wordt, waaronder ook een hele reeks struweeltypes: a) Gagelstruweel (Sm); b) Vochtig Wilgenstruweel op venige of zure grond (So); c) Zuur duinbos (Qd); d) Duindoornstruweel (Sd); e) Brem- en Gaspeldoornstruweel (Sg); Doornstruweel (Sp); g)spontaan struweel van allerlei aard (Sz); h) Vochtig, meso- tot eutroofwilgenstruweel (Sf f); Heide wordt in deze context niet beschouwd als zijnde een struikachtige vegetatie. I.1.5. Bomen als het belangrijkste bestanddeel: onderscheid bos/weiland met bomen Er dienen minstens 3 bomenrijen te zijn opdat men de bomen als belangrijkste bestanddeel zou kunnen beschouwen van de grondoppervlakte in kwestie. Een bijkomend criterium is het maximale plantverband waarbuiten een aanplanting niet als bos kan worden beschouwd. Dit is het plantverband waarbuiten de volwassen bomen niet meer tot kroonsluiting zullen komen. Dit plantverband verschilt naargelang de standplaats en de boomsoort. Voor cultuurpopulier mag men aannemen dat dit maximaal plantverband ca 12 x 12 m bedraagt, alhoewel als meest aangeraden plantafstand door het ANB 9 x 9 m opgegeven wordt. (zie ook onder I.1.1. de bedekkingsgraad) I.1.6. Bomen: ook jonge zaailingen of aangeplante jonge boompjes? Een voorheen niet bebost terrein is te beschouwen als bos zodra het beplant is met jong bosplantsoen of er een voldoende aantal jonge zaailingen is opgeschoten. Het is niet eenvoudig om louter op basis van een vooropgesteld stamtal (gem zaailingen/ha) of bedekkingspercentage (>50%) te gaan beoordelen of een terrein nu effectief naar bos evolueert of niet. Het stamtal varieert zeer sterk van terrein tot terrein. Bovendien is de interne variatie binnen een terrein ook vaak zeer groot: soms komen zowel open plekken voor als dicht verboste stukken. Hetzelfde geldt voor de bedekking van het kronendak. Zelfs op terreinen met een oudere bosbegroeiing, kan de bezetting dus lokaal laag zijn, waardoor het gemiddelde voor het ganse terrein onder de 50% bedekking / 2500 individuen ligt. Het feit dat bepaalde plekken nog gedurende langere tijd open blijven, zorgt voor meer variatie en ongelijkjarigheid in het bos en uiteindelijk zullen deze toch ook dichtgroeien en evolueren naar gesloten bos. Indien de lokale omstandigheden ongunstig zijn (bodemgesteldheid, dichte grasmat,...) kan het voorkomen dat de verbossing helemaal niet of nauwelijks op gang komt. Het vooropgestelde cijfer van 50% bedekking of min zaailingen/ha kan best als een soort van richtwaarde aanzien worden. De uiteindelijke beslissing of een recent verbost terrein onder de toepassing van het Bosdecreet valt, wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos genomen op basis van waarneming van de huidige toestand gecombineerd met kennis van de voorgeschiedenis van het terrein en rekening houdend met de beheersdoelstellingen, inclusief de natuurbehoudsdoelstellingen. 4

13 I.1.7. `Bestendig bosvrije oppervlakten of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos.' De zogenoemde `open plekken binnen het bos' moeten gedefinieerd worden in het kader van het Bosdecreet, art.3, 2,3 `Bestendig bosvrije oppervlakten of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos.'. We maken onderscheid tussen enerzijds bestendig bosvrije oppervlakten of stroken in functie van natuurbehoud of ontwikkeling in het bos en anderzijds bestendig bosvrije oppervlakten of stroken in functie van bosrecreatie en recreatieve uitrustingen binnen het bos. Opdat een open terrein als een open plek binnen het bos in functie van natuurbehoud kan beschouwd worden, moet ze voldoen aan elk van de 4 volgende voorwaarden: 1. Bedekkingsgraad < 50% Halfopen biotopen met verspreid staande bomen kunnen dus ook als open plek binnen het bos beschouwd worden 2. Halfopen en open biotopen die in functie staan van natuurbehoud in het bos, inclusief open waterpartijen zoals vennen, poelen... e.d. Wildakkers, bijv. ingezaaid met maïs kunnen dus niet beschouwd worden als een open plek in functie van natuurbehoud, aangezien deze mono-functioneel enkel als voederplaats voor wild dienen. Open plekken waar wild komt grazen komen wel in aanmerking indien deze daadwerkelijk beheerd worden in functie van natuurbehoud en ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden. 3. Het open terrein is over minstens de helft van de omtrek omgeven door bos. 4. Oppervlakte is maximaal 3 ha `Binnen het bos' wordt geïnterpreteerd als `binnen de invloedssfeer van het omliggende bos'. In de wetenschappelijke literatuur wordt standaard 2 tot 4x de boomhoogte als invloedssfeer van het bosmicroklimaat vermeld. Voor een vlotte toepassing nemen we een standaardboomhoogte van 25 meter als vertrekbasis, waaruit we een maximum breedte van de invloedssfeer van 100m afleiden. Zo komen we voor een open plek tot een maximale breedte van 200m. Een open plek met in alle richtingen een maximale breedte van 200m, leidt tot een cirkel met diameter 200m en oppervlakte van 3,14 ha. Uit pragmatische overwegingen herleiden we dit tot een maximale oppervlakte van 3 ha voor een open plek, los van de vorm ervan. Op een open terrein, voor meer dan de helft omgeven door bos, maar groter dan aha, hebben externe factoren (windwerking,...) te veel impact. Deze terreinen kunnen niet meer als open plek binnen het bos beschouwd worden en vallen dus ook niet onder de toepassing van het Bosdecreet. Pas op: deze definitie dient enkel om te bepalen of iets al dan niet 'een open plek horend bij het bos' is. Voor de beoordeling of een nieuwe open plek mag gecreëerd worden heeft het ANB aparte richtlijnen in het kader van de beoordeling van een ontwerp-bosbeheerplan. De `bestendig bosvrije oppervlaktes in functie van bosrecreatie en de recreatieve uitrustingen binnen het bos worden voorlopig niet verder behandeld, in afwachting van een lopende herziening van een globale visie rond recreatie in bossen. Hierin zal dan een invulling moeten gebeuren van artikel 11 van het Bosdecreet, dat bepaalt:' Het openstellen van het bos mag niet leiden tot enige vermindering van de oppervlakte die effectief met bosbegroeiing bezet is, tenzij de grond wordt gebruikt voor de infrastructuren, andere dan gebouwen, die absoluut vereist zijn om de bezoekers op te vangen'. Voor bestaande bestendig bosvrije oppervlakten of stroken in functie van bos recreatie geldt als voorlopig richtlijn, dat ze onder de toepassing van het Bosdecreet vallen, voor zover ze kunnen beschouwd worden als deel uitmakend van het bos. Het creëren van nieuwe open plekken in functie van recreatie wordt voorlopig niet toegestaan. 5

14 I.1.8. "Eigen fauna en flora" en homogene aanplantingen van cultuurpopulieren Aanplantingen van cultuurpopulieren ook al zou men kunnen betwijfelen of die wel als bos te beschouwen zijn in de zin van het Bosdecreet art. 3, 1, omdat ze geen eigen flora en fauna zouden hebben - worden via 2, 4 van artikel 3 onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet gebracht. I.1.9. Tuinen Een tuin bij een woning in het bos valt niet onder toepassing van het Bosdecreet en kan niet beschouwd worden als een bestendige bosvrije oppervlakte, deel uitmakend van het bos (art. 3, 2, 3 ) Met tuin wordt bedoeld: aangelegde tuin (grasperken, borders, sierplanten). De delen van een bouwperceel die als bos behouden blijven, dienen niet gecompenseerd te worden en blijven dan ook verder onder de toepassing van het Bosdecreet vallen. Aanwijzingen voor de oppervlakte van een bouwperceel die als bos behouden moet blijven en die niet mag worden ingenomen voor het aanleggen van grasperken e.d.m., vindt men soms in de voorschriften van verkavelingsvergunningen als `de als bos te behouden groene ruimtes'. Voor gronden met de bestemming woonparkgebied vindt men die aanwijzingen zelfs in de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen: slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag worden ingenomen door grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. I Parken Beboste parkgedeeltes vallen onder de toepassing van het Bosdecreet. Artikel 3, 3 sluit beboste parkgedeelten niet uit van de toepassing van het Bosdecreet. Eenmaal een park zou zijn aangewezen of erkend overeenkomstig artikel 4 bis, 1, valt een eventueel bosgedeelte van dat park niet meer `gewoon' onder het Bosdecreet, maar enkel in zoverre het uitvoeringsbesluit of het beheerplan de toepassing van het Bosdecreet niet uitsluit. I De aanplantingen met kerstbomen Op grond van art. 3, 3, 6, (gewijzigd bij decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie) van het Bosdecreet worden `aanplantingen met naaldbomen die uitsluitend bestemd zijn voor de verkoop als kerstboom' buiten de toepassing van het Bosdecreet gesteld. `Een aanplanting wordt geacht niet langer aan deze voorwaarde te voldoen wanneer de gemiddelde hoogte van het bestand 4 meter heeft bereikt (Bosdecreet art.3,6. )' Met het begrip `kerstbomen' wordt bedoeld: fijnsparren of andere naaldbomen die bestemd zijn om te dienen als kerstbomen en geteeld worden op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen. Wat aanplantingen betreft waar men de naaldbomen laat uitgroeien tot 4 meter en hoger mag men vanwege de grootte van die bomen aannemen dat ze niet meer dienen om verhandeld te worden als kerstboom. I "alle tijdelijke aanplantingen met houtachtige gewassen in uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschap voor wat betreft het uit productie nemen van bouwland" Artikel 3, 3, 7, bepaalt dat deze beplantingen niet onder toepassing van het Bosdecreet vallen. Zowel aanplantingen in uitvoering van de verordeningen van 1985 tot 1991 als deze in uitvoering van de verordening 2080/92 van 30 juni 1992 worden gerekend tot de tijdelijke aanplantingen in de zin van art. 3, 3, 7. Wat de aanplantingen betreft in uitvoering van de verordening van 1992 heeft dit echter geen betekenis. Het programmadecreet van 6 juli 1994 heeft de Vlaamse Regering immers gemachtigd aan te duiden welke bepalingen van het Bosdecreet, in afwijking van art. 3, 3, 7, op die aanplantingen toch van toepassing zijn. De Vlaamse Regering, bij Besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 1996, heeft vervolgens besloten dat alle bepalingen van het Bosdecreet op die aanplantingen van toepassing zijn. Ook de bossen aangeplant in uitvoering van EG-verordening 1257/1999 zijn aan alle bepalingen van het Bosdecreet onderworpen. De aanplantingen met inheemse bomen, die minstens 25 jaar behouden moeten blijven, worden immers niet meer als tijdelijke beplantingen beschouwd. De populierenaanplantingen worden 6

15 wel nog als tijdelijke beplantingen beschouwd (ze moeten maar 15 jaar behouden blijven), maar hier is nog altijd het programmadecreet van 6 juli 1994 van toepassing, zodat ook hier alle bepalingen van het Bosdecreet van toepassing zijn. I Korte omloop-houtteelt en wissenteelt In het kader van de omschakeling naar alternatieve energiebronnen wordt regelmatig biomassa-productie via hout door middel van korte omloop-houtteelt als één van de mogelijkheden aangebracht. Korte omloop-houtteelt wordt in het Bosdecreet, art. l4bis l (ingevoegd bij decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie) gedefinieerd als : "teelt van snelgroeiende houtachtige gewassen, waarbij de bovengrondse biomassa periodiek tot maximaal 8 jaar na de aanplanting of na de vorige oogst in zijn totaliteit wordt geoogst." Aanplantingen bestemd voor de houtvoortbrengst worden, op grond van artikel 3, 2 punt 4 van het Bosdecreet, als bos beschouwd. Als het echter gaat om aanplantingen van bijvoorbeeld populier en wilg met zeer korte omlooptijden (2 à 5 jaar) en bestemd voor de energiewinning, of om aanplantingen die bijvoorbeeld gericht zijn op toepassingen zoals vezelproductie voor papier of productie van biomassa (met een omlooptijd tot 8 jaar), dan is het weinig wenselijk om deze beplantingen nog als bos te gaan beschouwen. Het heeft in die gevallen immers nog weinig zin om alle beschermingsmaatregelen van het Bosdecreet hierop van toepassing te laten zijn. Deze aanplantingen horen eerder in de landbouwsfeer thuis, waar overigens landbouwmethodes als besproeiing en bemesting gangbaar zijn. Vandaar dat uitzondering gemaakt wordt voor de korte-omloophoutteelt, dit evenwel beperkt tot deze teelten die geplant worden op daartoe geëigende (in principe agrarische) bestemmingen. Soortgelijke teelten worden dus nog steeds als bos beschouwd wanneer ze plaatsgrijpen binnen de zogenaamde. ruimtelijk kwetsbare bestemmingen, in de zin van artikel 1.1.2, 10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. Het gaat dan om volgende bestemmingen: groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde of belang, agrarische gebieden met bijzondere waarde, grote eenheden natuur, grote eenheden natuur in ontwikkeling en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen in ruimtelijke plannen of plannen van aanleg, alsook de beschermde duingebieden en voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden, aangewezen krachtens het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen. Vermits binnen deze bestemmingen de korte-omloop-houtteelt nog steeds als bos beschouwd zal worden, gelden er de beschermingsbepalingen uit bijvoorbeeld artikel 20 van het Bosdecreet. Ook wordt het oogsten van een dergelijke teelt er nog steeds als ontbossing beschouwd, met alle verplichtingen die daaruit voortvloeien. Meteen verzwakt ook de motivatie om er zonder meer van bestaand, volwassen bos over te stappen naar korte-omloop-houtteelt: de huidige situatie blijft er behouden. Als moment van bepaling van de geldende bestemming geldt wel het moment van de aanplanting, zodanig dat een rechtsonderhorige die, met betrekking tot zijn concrete houtteelt van korte omloop, een bestemmingswijziging ondergaat in de richting van `ruimtelijk kwetsbare bestemming', niet met rechtsonzekerheid geconfronteerd wordt wat betreft de behandeling en oogst van de houtachtige gewassen die op het moment van de bestemmingswijziging op het veld staan. Hakhoutculturen vallen niet onder deze definitie van korte omloop-houtteelt en worden dus nog steeds als bos beschouwd. Een vergelijkbare redenering kan gevolgd worden voor de wissenteelt, voor zover de bovengrondse massa ervan periodiek en op korte termijn wordt geoogst. Ook hier wordt met zeer korte rotaties gewerkt en is het hoofddoel productie van wissen. Daarom wordt een dergelijke notie van "wissenteelt" ingevoerd bij de reeks categorieën die niet onder de voorschriften van het decreet vallen, i.e. niet opgevat worden als bos. "Wissenteelt" wordt hierbij opgevat als een uitzondering op de "grienden", een begrip dat in het Bosdecreet wél aangestipt wordt als zijnde "bos", en er aangewend wordt in de spraakgebruikelijke zin van het woord. 7

16 1.2. Welke terreinen kunnen er opgenomen worden in een bosbeheerplan (art.43 Bosdecreet)? Een bosbeheerplan conform art. 43 van het Bosdecreet kan opgesteld worden voor alle terreinen die onder de toepassing van het Bosdecreet vallen (zoals opgesomd in het Bosdecreet art. 3). Hieronder vallen dus ook de open plekken binnen het bos, die beantwoorden aan de definitie zoals bepaald onder I.1.7. Andere bosvrije oppervlaktes, die niet onder de toepassing van het Bosdecreet vallen, kunnen op vraag van de beheerder mee opgenomen worden in het beheerplan indien daar voldoende argumenten voor zijn: bijv. eenheid van beheer, versterking van de natuurwaarden, plannen voor toekomstige bebossing,... Voor deze terreinen kunnen echter nooit dezelfde wettelijke bepalingen gelden als voor de terreinen die wel onder de toepassing van het Bosdecreet vallen. Voor parken met beboste gedeeltes wordt steeds gestreefd naar de opmaak van een parkbeheerplan voor het volledige park, dus ook voor de beboste delen die er deel van uitmaken. Bij de start van de opmaak van een bosbeheerplan zal het ANB steeds streven naar gezamenlijke bosbeheerplannen voor aaneensluitende boscomplexen. De subsidieregeling (BVR 27 juni 2003) is hiertoe een belangrijke stimulans met de subsidie voor het opstellen van een uitgebreid beheerplan. Ook de bosgroepen spelen hier een grote rol. Hoofdstuk II: ontbossen II.1. Het begrip `ontbossing' II.1.1. algemeen De definitie van `ontbossing' (Bosdecreet, art. 4, 15 ) luidt als volgt: "iedere handeling waardoor een bos geheel of gedeeltelijk verdwijnt en aan de grond een andere bestemming of gebruik wordt gegeven". Voorbeelden van ingrepen die als ontbossing beschouwd worden: - Kappen van een bos op de plaats waar men een woning wenst te bouwen. - Rooien van bomen om verharde verbindingswegen aan te leggen tussen verkavelde percelen in een bos. Voorbeelden van ingrepen die niet als ontbossing te beschouwen zijn: - Het kappen in een bos van enkele geïsoleerde bomen om een niet verharde exploitatieweg vrij te maken. Een voldoende aanwezigheid van spontane hergroei (natuurlijk herstel) na de kaalslag van een bos of bosgedeelte is voldoende opdat het niet om een ontbossing zou gaan. Na een kapping, die nog niet onmiddellijk gevolgd wordt door een heraanplanting of eventuele spontane hergroei, dienen `begeleidende omstandigheden' aan te tonen of effectief aan de grond een andere bestemming of gebruik wordt gegeven. Een dergelijke omstandigheid kan zijn: een verklaring van de eigenaar of gebruiker van het perceel dat hij de bedoeling heeft het als weiland te gebruiken of het feit dat de eigenaar of gebruiker er gras inzaait en/of het afspant met prikkeldraad met het oog op het gebruik ervan als weiland. In dit verband dient nog de aandacht gevestigd te worden op de bepaling die is ingevoerd in art. 97, 2, Bosdecreet door het decreet van 18 mei 1999 houdende wijziging van het Bosdecreet. Ingevolge dat decreet is het vanaf 2 augustus '99 verboden om zonder toestemming van de bosbeheerder en machtiging van het Bosbeheer dieren te houden binnen omheiningen, met uitzondering van vee in bestaande graasweiden met aanplantingen van bomen op grote plantafstand. Maar, bovendien wordt bepaald dat omvorming van bestaande bossen tot graasweide wordt gelijkgesteld met ontbossing (art. 97, 2, 9 ). 8

17 I Ontbossing voor uitvoeren van werken, gevolgd door geheel of gedeeltelijke heraanplanting Het onderscheid tussen enerzijds ontbossing en anderzijds kapping gevolgd door heraanplanting of beheer als open plek, in situaties waarin er ter uitvoering van werken bomen moeten gekapt worden, is vaak niet eenvoudig. Of we te maken hebben met een ontbossing of een kapping is afhankelijk van de situatie en moet geval per geval bekeken worden. Als het bos verdwijnt en bijv. als werfzone of voor winning van grind of klei wordt gebruikt, dan is er geen sprake van kapping, maar wel van ontbossing: er wordt immers een ander feitelijk gebruik of andere feitelijke bestemming aan de vrijgekomen grond gegeven dan `bos'. Het feit dat er na de werken opnieuw bos aangeplant wordt (zgn. `tijdelijke ontbossing') verandert niets aan de noodzaak tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing Toepassingsgebied van de stedenbouwkundige vergunningsplicht voor het ontbossen. Het Bosdecreet art. 90bis, 1 bepaalt: "Ontbossing is verboden tenzij mits het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning in toepassing van de wetgeving op de ruimtelijke ordening. Een stedenbouwkundige vergunning voor ontbossing of een verkavelingsvergunning voor geheel of gedeeltelijk beboste terreinen kan niet worden verleend tenzij..." Art. 90 bis heeft het dus enkel over ontbossing, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing of een verkavelingsvergunning vereist is. Wat onderworpen is aan de stedenbouwkundige vergunning tot ontbossen, is vastgelegd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) artikel 4.2.1, 2 : Een stedenbouwkundige vergunning is nodig voor het ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15 van het Bosdecreet, maar enkel "van met bomen begroeide oppervlakten zoals vermeld in artikel 3, I en 2 van het Bosdecreet. Bijgevolg is een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossen wel vereist voor "de aanplantingen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de houtvoortbrengst, onder meer die van populier en wilg (= een met bomen begroeide oppervlakte van art. 3, 2), maar is ze niet vereist voor het `ontbossen' van de oppervlakten van art. 3, 2, punten 1, 2 en 3, aangezien die niet "met bomen begroeid" zijn. Wat betekent deze beperking van de vergunningsplicht voor ontbossing tot de met bomen begroeide oppervlaktes concreet voor kaalvlaktes en `open plekken'? kaaivlakte: hier rust toch een herbebossingsplicht op via het beheerplan of de kapmachtiging. Indien de voorwaarden van de kapmachtiging of het beheerplan niet nageleefd worden, kan men dit beschouwen als een onrechtmatige kap, cf. Bosdecreet art. 95. Indien de beheerder op een kaalvlakte waarop een herbebossingsplicht rust toch een wijziging van de bestemming (bijv. omzetten naar akker) wenst te bekomen, kan men stellen dat de uitgangssituatie van vóór de kaalkap moet beschouwd worden, aangezien de kaalkap slechts toegestaan was als beheermaatregel, gevolgd door herbebossing. In dit geval kan men dus verantwoorden dat hiervoor toch een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing vereist is. open plek: - met bedekkingsgraad <50%: dit wordt beschouwd als een open plek, maar het terrein is wel bezet met bomen en/of struiken en het valt onder de toepassing van het Bosdecreet. Bij kappen van de bomen en het geven van een andere bestemming aan de grond (zodat het terrein dus niet meer als een open plek in het bos kan beschouwd worden), kan men aannemen dat hiervoor een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing nodig is (en dat dus ook de compensatieplicht geldt). - zonder bomen of struiken: het terrein valt wel onder de toepassing van het Bosdecreet, maar is niet met bomen of stuiken begroeid. Bij wijziging van de bestemming (zodat het terrein niet meer als een open plek binnen het bos kan beschouwd worden) is er sprake van ontbossing conform de definitie van ontbossen in het Bosdecreet. Aangezien het terrein echter niet met bomen of struiken bezet is, is voor deze 9

18 ontbossing geen stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing nodig en geldt dus ook de compensatieplicht niet. Men kan er van uit gaan dat bij een duidelijke bestemmingswijziging dan wel een natuurvergunning of een stedenbouwkundige vergunning nodig zal zijn, zodat deze vorm van `ontbossing' toch niet zomaar ongecontroleerd kan plaatsvinden. I1.3. Ontbossingen die niet onder de toepassing van de stedenbouwkundige vergunningsplicht vallen. II.3.1. Bossen gelegen in natuurreservaten, conform het Natuurdecreet, wanneer de ontbossing ervan is voorzien in het beheerplan In afwijking van art van de VCRO is voor bossen die gelegen zijn in natuurreservaten bedoeld in het Natuurdecreet, sinds de inwerkingtreding van dat decreet op 20 januari 1998, geen ontbossingsvergunning meer vereist wanneer de ontbossing voorzien is in het beheerplan dat goedgekeurd is overeenkomstig de wetgeving op het natuurbehoud. Enkel een voorafgaande melding aan "de ambtenaar" is vereist (Bosdecreet art. 47, 2de lid). Van deze melding stelt "de ambtenaar" onverwijld het college van burgemeester en schepenen en de administratie Ruimtelijke Ordening in kennis. `De ambtenaar' is hier een ambtenaar van het ANB. Voor deze ontbossingen wordt door het ANB advies verleend in het kader van de adviesverlening bij erkenningsdossiers voor natuurreservaten. II.3.2. De houtachtige beplanting in agrarisch gebied wanneer er gerooid wordt binnen een termijn van 22 jaar na de aanplanting of 3 jaar na de laatste exploitatie van de houtachtige gewassen of spontane bebossing Art. 87, 5de lid, Bosdecreet, gewijzigd door het BVR van 26 juni 1996, bepaalt het volgende: "Voor de rooiing binnen een termijn van 22 jaar na de aanplanting of 3 jaar na de laatste exploitatie van de in vorig lid bedoelde houtachtige gewassen of spontane bebossing, is in afwijking van artikel 44 van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de Ruimtelijke Ordening en de Stedenbouw (ondertussen gewijzigd naar art van de VCRO), enkel een voorafgaande eenvoudige melding van de rooiing aan de landbouwkundig ingenieur van de Dienst Landbouw (nu afdeling Land) en de ambtenaar vereist. Van deze melding stelt de ambtenaar onverwijld het College van Burgemeester en Schepenen en het Bestuur van Ruimtelijke Ordening in kennis. De hiervoor bedoelde termijn kan door de Vlaamse regering worden aangepast". Dit artikel wordt als volgt geïnterpreteerd: 1. Deze bepaling is enkel van toepassing op privé-bossen, aangezien art. 87 valt onder Hoofdstuk VII van het Bosdecreet: `Bijzondere bepalingen betreffende de privé-bossen' 2. Een privé-bos in agrarisch gebied kan binnen de 22 jaar na de aanplanting of na het ontstaan (indien spontane bebossing) gerooid worden en terug in landbouwgebruik genomen. Dat kan mits eenvoudige melding. 3. Datzelfde privé-bos kan ook binnen de 22 jaar kaalgekapt worden (geëxploiteerd), met een kapmachtiging (conform art. 81). Binnen de 3 jaar na deze exploitatie kan de beheerder nog beslissen om het perceel alsnog terug in landbouwgebruik te nemen. Ook dat is mogelijk mits eenvoudige melding. 4. Bossen die gelegen waren in agrarisch gebied maar op het ogenblik dat men ze wenst te rooien, een andere bestemming hebben, vallen niet meer onder de bijzondere regeling van artikel 87,5de lid van het Bosdecreet. 5. Deze regeling is van toepassing op zowel aangeplante bossen in agrarisch gebied, waarvoor conform art. 87, Ode lid de nodige vergunningen en adviezen zijn afgeleverd, als op spontaan beboste percelen in agrarisch gebied. 10

19 6. Deze regeling is van toepassing op alle aangeplante of spontaan ontstane bossen in agrarisch gebied. Er is dus geen beperking tot de bossen aangeplant of spontaan ontstaan na van kracht worden van het Bosdecreet, aangezien de decreetgever hierover niets uitdrukkelijk heeft bepaald. De nieuwe termijn van 22 jaar na de aanplanting of 3 jaar na de laatste exploitatie (wijziging van de oorspronkelijke termijn van 12 jaar, aangebracht door het BVR van 26 juni 1996) moeten sinds 7 oktober 1996 toegepast worden op alle aangeplante of spontaan ontstane bossen in agrarisch gebied. Ook hier maakt het geen verschil uit of deze bossen aangeplant of ontstaan zijn voor of na 7 oktober 1996, aangezien het besluit daarover niets uitdrukkelijk bepaald heeft. Bekijkt men de voorwaarde "binnen de 22 jaar na aanplanting ", dan betekent dat in 2011, dat bossen niet mogen dateren van vóór Bossen gelegen in agrarisch gebied die aangeplant zijn vóór 1989 en waarbij er ondertussen na kaalkap al een 2de generatie bomen groeit die minder dan 22 jaar oud zijn, komen niet in aanmerking voor ontbossing mits eenvoudige melding. Tijdelijke aanplantingen in uitvoering van EG-verordening 2080/92, d.w.z. aanplantingen waarvan de aanleg gesubsidieerd werd in uitvoering van het BVR van 26 juni 1996, zijn wel aan alle bepalingen van dit decreet, dus ook aan art. 87, onderworpen (zie ook I.1.12). Dit geschiedt dus in afwijking van art. 3, 3, 7, van het Bosdecreet. De rooiing van deze aanplantingen binnen de in art. 87, 5de lid, bedoelde termijn, is bijgevolg onderworpen aan de meldingsplicht van art. 87. Gebeurt de rooiing echter minder dan 20 jaar na de aanplanting, dan dient de reeds uitgekeerde subsidie terugbetaald te worden. Ook de bosaanplantingen in uitvoering van EG-verordening 1257/1999, d.w.z. bossen waarvan de aanleg gesubsidieerd werd in uitvoering van het BVR van 28 maart 2003, zijn aan alle bepalingen van het Bosdecreet, dus ook aan art. 87 onderworpen. Hier is de termijn waarbinnen het bos niet gekapt of gerooid mag worden zonder terugbetalen van de reeds uitgekeerde subsidie vastgelegd op 25 jaar, behalve voor een eerste generatie populier in agrarisch gebied, waarvoor die termijn 15 jaar bedraagt Ontbossingen die niet onderhevig zijn aan de compensatieplicht II.4.1. Ontbossingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing nodig is Artikel 90bis van het Bosdecreet is louter gekoppeld aan de ontbossingen die stedenbouwkundig vergunningsplichtig zijn. Er geldt dus geen compensatieplicht voor werken die niet vallen onder de stedenbouwkundige vergunningsplicht tot ontbossen van art van de VCRO, omdat ze geen met bomen begroeide oppervlakte betreffen of omdat de stedenbouwkundige vergunningsplicht vervangen is door een eenvoudige meldingsplicht aan de woudmeester (zie art. 47 Bosdecreet dat de ontbossingen betreft voorzien in een goedgekeurd beheerplan van een natuurreservaat; zie ook art. 87 dat de rooiing betreft binnen een bepaalde periode van aanplantingen of spontane bebossing in het agrarisch gebied). II.4.2. Ontbossingen in verkavelingen aangevraagd na 23 maart 2001 Alleen in het geval van de verkaveling van beboste grond is de compensatieplicht niet gekoppeld aan een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing, maar dus wel aan de verkavelingsvergunning (voor aanvragen ingediend na 23 maart 2001). De individuele bouwheer in vergunde verkavelingen waarvan de aanvraag ingediend werden na 23 maart 2001 is dus vrijgesteld van de compensatieplicht voor de te ontbossen oppervlakte opgenomen in de verkavelingsvoorschriften en op voorwaarde dat hij een attest kan voorleggen dat de verkavelaar de compensatieplicht heeft vervuld. II.4.3. Ontbossing van spontaan beboste gronden Bosdecreet, art.90bis, 7: De in 2 bedoelde compensatieplicht geldt niet voor gronden die spontaan bebost zijn na het in werking treden van dit decreet, voorzover deze spontane bebossing de leeftijd van tweeëntwintig jaar niet heeft bereikt. 11

20 `Dit decreet' is het Bosdecreet dat in werking trad op 8 oktober 1990.Voor de ontbossing van terreinen, spontaan bebost na 8 oktober 1990 en niet ouder dan 22jaar, moet er niet gecompenseerd worden, maar er is dus wel een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing vereist (tenzij in agrarisch gebied, waar de eenvoudige melding volstaat). II.4.4. Vrijstelling van compensatieplicht om sociale redenen Verder bepaalt art.90 bis 7: Om sociale redenen worden uitzonderingen op de in 2 bedoelde compensatieplicht toegestaan in functie van de woningbouw in zones met de bestemming woongebied in de ruime zin of in zones die volgens de geldende plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen gelijk te stellen zijn met de bestemming woongebied De Vlaamse regering bepaalt de voorwaarden waaronder deze uitzonderingen wordt verleend. Deze voorwaarden worden vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 februari 2001: Art. 17. De aan de stedenbouwkundige vergunningsplicht onderworpen ontbossing wordt vrijgesteld van de compensatieplicht voor de eerste vijf are indien zij uitgevoerd wordt in het licht van de woningbouw op percelen kleiner dan twaalf are in zones met de bestemming woongebied in de ruime zin of in zones met een daarmee gelijk te stellen bestemming. De aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing kan slechts eenmaal de in het eerste lid bedoelde vrijstelling van de compensatieplicht bekomen. Bovendien kan hij deze vrijstelling slechts bekomen indien hij een natuurlijke persoon is en hij op datum van zijn aanvraag niet reeds de volle eigendom heeft van een woning. Meer informatie of vragen bij deze nota kunnen gericht worden aan Agentschap voor Natuur en Bos, Annemie Clarysse, beleidsthemabeheerder, cel Beleidsintegratie, Albert II-laan Brussel annemie.clarysse@lne.vlaanderen.be, telefoon op dinsdag, donderdag en vrijdag : 02/

Definitie bos, ontbossen en open plekken binnen het bos.

Definitie bos, ontbossen en open plekken binnen het bos. Definitie bos, ontbossen en open plekken binnen het bos. Inleiding... 2 Hoofdstuk I :Wat valt onder de toepassing van het Bosdecreet?... 2 I.1. Interpretatie van art.3 van het Bosdecreet... 3 I.1.1.Wat

Nadere informatie

Gent, Spitaalpoortstraat 39

Gent, Spitaalpoortstraat 39 Grootschalig Referentiebestand Identificatie van de geografische coördinaten van Gent, Spitaalpoortstraat 39: Het grootschalig referentiebestand bevat een overzicht van alle gebouwen, percelen, wegen en

Nadere informatie

Wetgeving en beleid van de groene ruimte

Wetgeving en beleid van de groene ruimte C U R S U S Wetgeving en beleid van de groene ruimte Het bos door de bomen Bomen Bomen: verschillende verschijningsvormen Bossen Natuur (vegetatie) Klein landschapselement Erfgoed, beschermd monument,

Nadere informatie

INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen?

INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen? INFOFICHE Bomen rooien of (ver)bouwen in de buurt van bomen? OPMAAK BOMENPLAN 1. WOONGEBIED (en gelijkgestelde gebieden) & KMO-ZONE Moeten er bomen gerooid worden in functie van de bouw van de woning,

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Agentschap voor Natuur en Bos Albert II-laan 20, 1000 BRUSSEL Tel. 02 553 81 02 Fax 02 553 81 05 E-mail: anb@vlaanderen.be ANB-01-20071015

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos ANB-01-160330 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Bomen buiten het bos. Bomen buiten het bos

Bomen buiten het bos. Bomen buiten het bos 7-3-2013 1 Inhoud 1 Wat is buiten het bos? 2 Zakenrecht 3 Ruimtelijke ordening 4 Natuurbehoud 5 Onroerend erfgoed 1 Wat is buiten het bos? Bosdecreet 1990 geeft zeer ruime definitie aan bos : grondoppervlakten

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ ONTBOSSING Formulier, in te vullen door de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing Ik, ondergetekende,...... woon in....... en wens over te gaan tot de

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Agentschap voor Natuur en Bos Tel. 02 553 81 02 Fax 02 553 81 05 E-mail: anb@vlaanderen.be ANB-01-20120910 In te vullen door de behandelende

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN Studiedag Beveren-Waas: agroforestry 2 SEPT 2014 Regelgeving LV inzake agroforestry Regelgeving beleidsdomein Landbouw en Visserij: BVR Agroforestry: BVR van 30 juli

Nadere informatie

Aanvraag van een subsidie voor het opstellen van een beheerplan dat voldoet aan de criteria voor duurzaam bosbeheer

Aanvraag van een subsidie voor het opstellen van een beheerplan dat voldoet aan de criteria voor duurzaam bosbeheer Aanvraag van een subsidie voor het opstellen van een beheerplan dat voldoet aan de criteria voor duurzaam bosbeheer Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553

Nadere informatie

Aanvraag van een subsidie voor de ecologische bosfunctie

Aanvraag van een subsidie voor de ecologische bosfunctie Aanvraag van een subsidie voor de ecologische bosfunctie Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 81 02 - Fax (02)553 81 05 1 CODE VAN DE AFDELING-001 JJMMDD

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning

COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning COMPENSATIEMAATREGELEN BIJ VERKAVELING VAN GEHEEL OF TEN DELE BEBOSTE GROND Formulier, in te vullen door de aanvrager van een verkavelingsvergunning Ik, ondergetekende,...... woon in......en wens over

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het

Nadere informatie

Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos

Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Bos en Groen Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos (artikel 81 4 van het Bosdecreet van 13/6/1990 - gewijzigd

Nadere informatie

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING 1. Ondertekenende partijen Tussen enerzijds : Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel, Rijnkaai 37, 2000 Antwerpen Vertegenwoordigd door: De heer Jan Van Rensbergen,

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 Agroforestry in het juridisch landschap Agroforestry was in Vlaanderen al aanwezig voor 2011 Voorbeelden: populieraanplant met

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen ANB-47-20131016 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum registratienummer Waarvoor dient

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos ANB-86-180730 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79)

Ieper - Poperinge. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79) Ieper - Poperinge 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 14/08/79) 1082 De gebieden die als reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding zijn aangeduid, kunnen worden bestemd

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2005 tot uitvoering van artikel 55ter en 55quater van het Wetboek der Successierechten

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2005 tot uitvoering van artikel 55ter en 55quater van het Wetboek der Successierechten Onderwerp: - vrijstelling van successierechten (SR) voor bossen - vrijstelling van successierechten en onroerende voorheffing voor gronden gelegen in het VEN 1. Rechtsgrond Decreet van 9 mei 2003 (B.S.

Nadere informatie

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Dit bezwaarschrift telt 26 pagina s Bezwaarschrift 07 april 2011 gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen Aangaande het openbaar onderzoek Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan PRUP

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 6 MEI 1999. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium gewijzigd

Nadere informatie

Bomen en het recht. Bomen en het recht

Bomen en het recht. Bomen en het recht Vooraf Wat is een boom? geen juridische definitie Inhoud 1 Bosdecreet 2 Zakenrecht 3 Ruimtelijke ordening 4 Natuurbehoud 5 Onroerend erfgoed 6 Veldwetboek 1 Bosdecreet Indien boom tot bos behoort: indien

Nadere informatie

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be Omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen Vanaf 1 augustus 2018 is de natuurvergunning voor het wijzigen

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990

VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990 Stuk 136 (1995-1996) Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET van mevrouw Vera Dua houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990 TOELICHTING DAMES EN HEREN, Het

Nadere informatie

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 070426 In te vullen door de behandelende overheid ontvangstdatum Waarvoor

Nadere informatie

Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildschade of schade door beschermde soorten

Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildschade of schade door beschermde soorten Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildscde of scde door beschermde soorten ANB-19-091126 ANB Antwerpen Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111/113 bus 63 2018 ANTWERPEN Tel. 03 224 62 62 - Fax

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen Ruimtelijke Ordening - Vergunningen RZK NV Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum 1342 AV notarisinfo@hasselt.be 11-5-2017 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : RZK NV Adres:

Nadere informatie

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Omgeving - Omgevingsvergunningen Omgeving - Omgevingsvergunningen RZK NV Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Wo Kozenstraat 44 Stevoort 6605/AC notarisinfo@hasselt.be 21-1-2019 IDENTIFICATIE VAN DE

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE Boscompensatie - Uitvoering

nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE Boscompensatie - Uitvoering SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 488 van ELISABETH MEULEMAN datum: 9 mei 2018 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Boscompensatie - Uitvoering Als er in Vlaanderen wordt ontbost,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 2 MAART 1999. - Omzendbrief RO 99/01 over de advisering m.b.t. de verenigbaarheid van ' omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen ' zoals

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Koolmijnlaan HEUSDEN-ZOLDER België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Koolmijnlaan HEUSDEN-ZOLDER België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED SWEVERS VASTGOED Koolmijnlaan 38 3550 HEUSDEN-ZOLDER België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Hasselt, Stokrooieweg 26/2 4326/AC notarisinfo@hasselt.be 24-4-2018 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : SWEVERS

Nadere informatie

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 190 van JOHAN DANEN datum: 4 december 2015 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Uitbreidingsplannen transportbedrijf Genk Noord - Stand van zaken

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen Ruimtelijke Ordening - Vergunningen MCA-INVEST BVBA Guido Gezellestraat 17 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum 1834 AV notarisinfo@hasselt.be 6-7-2017 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER

Nadere informatie

Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden

Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of het verkavelen van gronden ANB-39-180727 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw en van de

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen RZK NV Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Muggenstraat 45/6 3371/AV notarisinfo@hasselt.be 17-1-2018 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : RZK NV Adres: Thonissenlaan 96

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Uitspraak beroepsinstantie OVB/2016/43 Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur Boudewijnlaan 30 bus 20

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Schuttershofstraat LANAKEN België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Adres: Schuttershofstraat LANAKEN België IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED EURINVESCO BVBA Schuttershofstraat 19 3620 LANAKEN België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Sint-Truidersteenweg 30 4840/TW notarisinfo@hasselt.be 14-6-2018 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : EURINVESCO

Nadere informatie

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten 9 brochure_leidraad_a5.indd 1 19/02/14 13:26 Stedenbouwkundige voorschriften en plannen die u een vlotte vergunningsverlening

Nadere informatie

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure OE_PR-02-150416 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////T

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen Ruimtelijke Ordening - Vergunningen TROOSTWIJK REAL ESTATE SALES BVBA Klaverbladstraat 19 D 3560 LUMMEN België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum 0835 AC notarisinfo@hasselt.be 10-3-2017 IDENTIFICATIE

Nadere informatie

Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning

Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning Boscompensatievoorstel bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingsvergunning ANB-39-201200813 ANB Antwerpen Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111/113 bus 63 2018 ANTWERPEN

Nadere informatie

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Omgeving - Omgevingsvergunningen Omgeving - Omgevingsvergunningen RZK NV Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Runkstersteenweg 204 5487/TW notarisinfo@hasselt.be 7-9-2018 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure OE_PR-02-150629 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////T

Nadere informatie

ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID

ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID V.U.: Agentschap Wonen-Vlaanderen, Koning Albert II-laan 20 bus 7, 1000 Brussel Vormgeving: Lien Van Cromphaut D/2009/3241/318 4 Inhoud Wat is een woning? 6 Wanneer is een

Nadere informatie

C U R S U S. Natuurmanagement. Natuurwetgeving voor beleidsadviseurs

C U R S U S. Natuurmanagement. Natuurwetgeving voor beleidsadviseurs C U R S U S Natuurmanagement Natuurwetgeving voor beleidsadviseurs Inhoud lestraject Lesdag 1 (25/02/2016): natuurbehoud en de link met RO, de stedenbouwkundige vergunning, cases. Lesdag 2 (3/03/2016):

Nadere informatie

Het planologisch attest

Het planologisch attest Het planologisch attest Een brochure van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed en het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) Stel: Uw bedrijf is deels of volledig zonevreemd

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart

Nadere informatie

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) Kortrijk 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) 1082 De gebieden die als "reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van

Nadere informatie

Uittreksel uit het vergunningenregister

Uittreksel uit het vergunningenregister datum 31 januari 2017 uw kenmerk JBesage33B ons kenmerk bijlage(n) / contactpersoon Christel Belpaeme infonot@oostende.be Uittreksel uit het vergunningenregister Voor zover ons bekend, is er 1 dossier

Nadere informatie

Departement Omgeving Afdeling Beleidsontwikkeling en Juridische Ondersteuning. Datum: 3 juni 2019

Departement Omgeving Afdeling Beleidsontwikkeling en Juridische Ondersteuning. Datum: 3 juni 2019 Arrest Grondwettelijk Hof, nr. 80/2019 van 23 mei 2019 Vernietiging artikel 52, 4 van het Decreet van het Vlaamse Gewest van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke

Nadere informatie

Sint-Truiden - Tongeren

Sint-Truiden - Tongeren Sint-Truiden - Tongeren 1. Reservegebieden voor industriële uitbreiding (KB 5/04/77) 1080 De gebieden die als reservegebieden voor industriële uitbreiding zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de Staat,

Nadere informatie

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( ) dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels (2014-2019) juridisch kader Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd, in het

Nadere informatie

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE BEKENDMAKING MELDINGSAKTE de secretaris de burgemeester Referentie gemeente Referentie omgevingsvergunning Project Ligging Kadastrale ligging O2018-00005ME OMV_2018022780 plaatsen van een veranda Fonteinstraat

Nadere informatie

Artikel 3. Deze overeenkomst beoogt de volgende doelstellingen :

Artikel 3. Deze overeenkomst beoogt de volgende doelstellingen : DE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN EN BOSGROEP VLAAMSE ARDENNEN vzw Tussen enerzijds de Provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de Bestendige Deputatie, waarvoor optreden de heer A. Denys, gouverneur,

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie Directie Leefmilieu dienst Milieu- en natuurvergunningen aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Reliëfwijzigingen in overstromingsgebied. Leiegardens 2014, Your Estate Solution

Reliëfwijzigingen in overstromingsgebied. Leiegardens 2014, Your Estate Solution Reliëfwijzigingen in overstromingsgebied Leiegardens 2014, Your Estate Solution Algemeen deel: Handhaving RO 1. Bevoegde instanties 2. Contactgegevens 3. Handhavingsprioriteiten RO 4. Handhavingstraject

Nadere informatie

1000 Brussel. Bijlagen

1000 Brussel. Bijlagen 0 9 JUNI 2011 rj Pré. - U:>~ I 1-' LG \'-.- os1ly {.!;et f:- D.D. Contactpersoon: Jos Pauwels Functie: adm. medewerker grondgebiedzaken Tel.: 057 45 04 78 Fax: 057 44 56 04 E-mail: jos.pauwels@heuvelland.be

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE 2014-2019 Vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2014 en vervangen bij gemeenteraadsbeslissing

Nadere informatie

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie; Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de vermindering van het verkooprecht en de schenkbelasting

Nadere informatie

Notaris Ines van Opstal

Notaris Ines van Opstal SW/BUR/SV Alle briefwisseling te richten aan Stad Antwerpen - / Stedenbouwkundige vergunningen, Jan Van Rijswijcklaan 162, 2020 Antwerpen Notaris Ines van Opstal Louisalei 60 2660 HOBOKEN uw bericht van

Nadere informatie

Vereenvoudigde aanvraag van hulpmiddelen en aanpassingen

Vereenvoudigde aanvraag van hulpmiddelen en aanpassingen Vereenvoudigde aanvraag van hulpmiddelen en aanpassingen Waarvoor dient dit formulier? Als u in het verleden al een goedkeuring hebt gekregen voor een tegemoetkoming in de kosten van hulpmiddelen en aanpassingen,

Nadere informatie

Notaris Hans Van Overloop

Notaris Hans Van Overloop Nieuwe contactgegevens vanaf 10 maart 2010 Stedenbouwkundige vergunningen Loketadres op afspraak Postadres Grote Markt 1 2000 Antwerpen Tel 03 338 67 45 notaria@stad.antwerpen.be SW/V/SV Alle briefwisseling

Nadere informatie

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning

Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning Aanvraag van een wijziging van een verkavelingsvergunning Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 070426 In te vullen door de behandelende overheid ontvangstdatum Waarvoor

Nadere informatie

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument met overgangszone van domein het Puthof in Leuven (Wilsele) Provincie: Vlaams-Brabant Gemeente:

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

REGELGEVING BIJ ONTBOSSING

REGELGEVING BIJ ONTBOSSING REGELGEVING BIJ ONTBOSSING Inhoudstafel Inleiding 4 1 Principe 1: ontbossing is verboden, tenzij anders is bepaald in het Bosdecreet 5 Ontheffing van het ontbossingsverbod 6 Maar wat is nu precies ontbossen?

Nadere informatie

Kappen, vellen, rooien

Kappen, vellen, rooien Kappen, vellen, rooien Beleid/visie Bomen in diverse beleidplannen (milieu, cultuur, ruimtelijke ordening, sociaal, jeugd ) Bomenplan (beleid en beheer) Beschermingsmaatregelen bouwwerven Bomen plannen:

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen De wetgever geeft zonevreemde woningen en gebouwen ruime mogelijkheden voor onderhoud, verbouwen, en herbouwen. Cruciale

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/lydr. /MV/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (SUPER ABSORBER POLYMEER - SAP), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 600 - HAVEN 725. De bestendige

Nadere informatie

NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET ONROEREND ERFGOEDDECREET VAN 12 JULI 2013

NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET ONROEREND ERFGOEDDECREET VAN 12 JULI 2013 CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent Tel.: 09/222 06 22 Fax: 09/222 28 95 info@cib.be www.cibweb.be NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET

Nadere informatie

Leuven. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (BVR 23/06/98)

Leuven. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (BVR 23/06/98) Leuven 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (BVR 23/06/98) 0912 Agrarische gebieden met ecologisch belang zijn die gebieden die omwille van de belangrijkheid van de fauna en flora die zij herbergen

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen Ruimtelijke Ordening - Vergunningen RZK N.V. Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum 0874 AC notarisinfo@hasselt.be 15-3-2017 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: RZK N.V.

Nadere informatie

Definitief gewestelijk ruimtelijk uiitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Hasselt - Genk

Definitief gewestelijk ruimtelijk uiitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Hasselt - Genk Definitief f gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Hasselt - Genk Bijlage IV: Register van percelen waarop de regelingg van plansch ade, planbaten, kapitaalschade

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen SWEVERS VASTGOED Koolmijnlaan 38 3550 HEUSDEN-ZOLDER België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Hasselt, Kuringersteenweg 112 3224/AC notarisinfo@hasselt.be 21-12-2017 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam:

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen

Ruimtelijke Ordening - Vergunningen RZK NV Thonissenlaan 96 3500 HASSELT België uw kenmerk ons kenmerk e-mail datum Appartement met Garage en keld 3955/av notarisinfo@hasselt.be 16-3-2018 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER : RZK NV Adres: Thonissenlaan

Nadere informatie

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul

Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul STAD LEUVEN Thematisch RUP Mobiliteit 1 Parking en recreatiedomein Den Bruul Ontwerp Deel 4: Register van de percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van

Nadere informatie

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993;

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993; DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993; Overwegende dat een aantal artikels aanleiding geven tot interpretatie.

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014

college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 7 februari 2014 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten [C 2007/37196] 21 NOVEMBER 2007. Ministerieel besluit inzake de opsplitsing van het bestaande besparingsoverschot op laagspanning in het kader van de REG-openbaredienstverplichtingen van de netbeheerders

Nadere informatie

REGELGEVING BIJ HET ONTBOSSEN

REGELGEVING BIJ HET ONTBOSSEN REGELGEVING BIJ HET ONTBOSSEN Inhoudstafel Inleiding............................................................................ 04 1 Principe 1: ontbossing is verboden, tenzij anders is bepaald in het

Nadere informatie