Limburgse Pendel 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Limburgse Pendel 2010"

Transcriptie

1 Limburgse Pendel 2010

2 LIMBURGSE PENDEL 2010

3 LIMBURGSE PENDEL 2010 Pendelstromen op provinciaal en gemeentelijk niveau Maastricht, januari 2011 R.C.M. Vaessens M.A. Projectnummer 2010: 016 E,til Postbus BA Maastricht T F E info@etil.nl I

4 1 VOORWOORD Werknemers wonen niet altijd in de gemeente waar ze werken. Dagelijks pendelt een groot aantal personen van hun woonplaats naar hun werkplek en weer terug. De afstand tot de werkplek hangt samen met de tijd die een werknemer bereid is iedere werkdag te reizen. Sommige mensen reizen wel twee uur heen en twee uur terug om te gaan werken. Anderen geven er de voorkeur aan om in een dorp in de buurt te werken en zijn bijvoorbeeld maar tien minuten onderweg. Daarnaast speelt uiteraard ook de beschikbaarheid van werk een belangrijke rol. Om inzicht te krijgen in de pendelstromen op provinciaal en gemeentelijk niveau heeft Etil in het kader van het Vestigingenregister Limburg (VRL) in 2010 in opdracht van de Provincie Limburg een pendelenquête gehouden onder Limburgse werkgevers en verwerkt in een pendelmatrix. Deze rapportage brengt de pendelstromen op zowel provinciaal als regionaal en gemeentelijk niveau in beeld. Het pendelonderzoek 2010 is daarmee vergelijkbaar met de pendelonderzoeken die Etil in 1999 en 2005 heeft uitgevoerd. Er staan twee probleemstellingen centraal. Deze luiden als volgt: 1. Hoe groot zijn de pendelstromen in Limburg in 2010? 2. Is de Limburgse pendel in 2010 veranderd ten opzichte van 2005? De opbouw van de rapportage is als volgt: in hoofdstuk één wordt ingegaan op de pendelstromen op provinciaal niveau. Achtereenvolgens komt de inkomende pendel, uitgaande pendel en het pendelsaldo aan bod. In hoofdstuk twee worden de regionale pendelstromen geanalyseerd. Hoofdstuk drie gaat in op de pendelstromen op gemeentelijk niveau, waarbij na de toelichting van de pendelmatrix, de pendel op gemeentelijk niveau wordt geanalyseerd. Tot slot wordt in een vijftal bijlagen nog nadere informatie weergegeven over de pendel. Zo wordt in de eerste bijlage de aanpak van het onderzoek beschreven, waarbij tevens wordt ingegaan op de responsverantwoording. In bijlage twee en drie is de pendelmatrix op gemeentelijk en regionaal niveau opgenomen. In bijlage vier is een kaart weergegeven betreffende de grenspendel. In de laatste bijlage (bijlage vijf) komen de pendelstromen van en naar de zeven Limburgse centrumgemeenten aan bod. 1

5 INHOUDSOPGAVE Pagina VOORWOORD 1 SAMENVATTING 3 1 PENDEL OP PROVINCIAAL NIVEAU Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo 7 2 PENDEL OP REGIONAAL NIVEAU Noord-Limburg Midden-Limburg Westelijke Mijnstreek Parkstad Limburg Maastricht & Mergelland 14 3 PENDEL OP GEMEENTELIJK NIVEAU Toelichting pendelmatrix Uitkomsten pendelmatrix BIJLAGEN 18 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording 19 Bijlage 2 Pendelmatrix Limburg Bijlage 3 Samenvattende pendelmatrix Limburgse regio s Bijlage 4 Grenspendel met België en Duitsland Bijlage 5 Centrumgemeenten 34 2

6 SAMENVATTING Op basis van een pendelenquête in het kader van het Vestigingenregister Limburg onder Limburgse bedrijven en instellingen zijn in 2010 (peildatum 1 april) pendelgegevens verzameld. Dit pendelonderzoek resulteert in de inkomende en uitgaande pendel van en naar Limburgse gemeenten. Doordat echter alleen Limburgse vestigingen onderdeel van het onderzoek uitmaken, ontbreken gegevens over de uitgaande pendel naar regio s buiten Limburg. Door de aanvulling van gegevens van het CBS betreffende uitgaande pendel naar regio s buiten Limburg (binnenland en buitenland) wordt een compleet beeld gegenereerd van de pendelstromen 1. Op te merken is dat de meest actuele CBS-gegevens het jaar 2005 betreffen. Ten tijde van publicatie van de voorliggende rapportage zijn er geen alternatieve c.q. actuelere bronnen. Momenteel is het CBS wel bezig met een actualisatie van de pendelgegevens voor de periode , deze statistieken zullen echter pas medio 2011 beschikbaar komen. Om toch een compleet beeld te kunnen geven heeft Etil op basis van de trends in de periode en de ontwikkeling van de beroepsbevolking in de periode een raming gemaakt voor Op basis van het pendelonderzoek 2010 zijn de belangrijkste conclusies als volgt samen te vatten. Pendelsaldo Limburg 2010 Limburg heeft in 2010 een negatief pendelsaldo van ; dit is gelijk aan 4,0% van het totaal aantal arbeidsplaatsen in Limburg. Dit negatieve pendelsaldo komt tot stand door een inkomende pendel van personen en een uitgaande pendel van personen. De oorzaak is met name te vinden in het negatieve pendelsaldo met de rest van Nederland. Limburg heeft met alle provincies een negatief pendelsaldo. Met name met de provincie Noord-Brabant is het pendelsaldo met negatief. Ook met de andere provincies is sprake van een negatief pendelsaldo. Zo staan de Randstad-provincies Zuid-Holland (-4.400), Noord-Holland (-4.100), Utrecht (-3.800) op plaats twee, vier en vijf. De andere buurprovincie Gelderland staat overigens op plaats drie ( ). In totaal ligt het negatieve pendelsaldo met de rest van Nederland bij Dit negatieve pendelsaldo met de rest van Nederland wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door een positief pendelsaldo met België ( ) en Duitsland (+2.500). Inkomende pendel Ruim 8% van het totaal aantal arbeidsplaatsen in Limburg wordt ingenomen door personen die buiten Limburg wonen. De pendelaars komen met name uit België en Noord-Brabant. Uitgaande pendel Bijna 12% van het totaal aantal werkenden in Limburg werkt buiten de provinciegrenzen. De pendelaars gaan met name naar Noord-Brabant en Gelderland. Pendel Tussen 2005 en 2010 is het Limburgse pendelsaldo zowel in absolute zin als in relatieve zin negatiever geworden. In 2005 bedroeg het Limburgse pendelsaldo nog 3,5% ( ); in 2010 is het negatieve pendelsado toegenomen tot 4,0% ( ). Dit komt vooral doordat het pendelsaldo met Noord-Brabant negatiever is geworden. In 2005 bedroeg het pendelsaldo met deze provincie nog , in 2010 is het negatieve saldo opgelopen tot Met de andere Nederlandse provincies is het negatieve pendelsaldo in de afgelopen vijf jaar ook negatiever geworden (van in 2005 naar in 2010). Met België is sprake van een positief pendelsaldo dat in de afgelopen jaren nagenoeg gelijk is gebleven (van in 2005 naar in 2010). Op te merken is dat het negatieve pendelsaldo in 2005 met Duitsland (-800) is omgeslagen in een positief pendelsaldo (+2.500) in Pendel naar het buitenland, CBS-Statline: Archief / Arbeid en sociale zekerheid / Grensarbeid. Pendel naar andere provincies binnen Nederland, CBS-Statline: Arbeid en sociale Zekerheid / Arbeidsmarkt / Banen en lonen / Hoofdbanen; regio, geslacht en leeftijd. 3

7 1 PENDEL OP PROVINCIAAL NIVEAU In dit hoofdstuk worden de pendelstromen op provinciaal niveau van 2010 vergeleken met de pendelstromen van Daarbij wordt achtereenvolgens ingegaan op de inkomende pendel, de uitgaande pendel en het pendelsaldo. Op deze manier wordt antwoord gegeven op de vraag: Is de Limburgse pendel op provinciaal niveau in 2010 veranderd ten opzichte van 2005? 1.1 Inkomende pendel In het volgende overzicht is de inkomende pendel weergegeven. Naast de tweedeling in binnenlandse en buitenlandse inkomende pendel zijn de twee inkomende pendelstromen verder onderverdeeld naar verschillende deelgebieden. Naast absolute aantallen zijn de pendelstromen ook uitgedrukt in percentage van het totaal aantal arbeidsplaatsen in Limburg. Inkomende pendel op provinciaal niveau Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Noord-Brabant , ,7 Gelderland , ,8 Overige provincies , ,6 Subtotaal binnenland , ,1 België , ,8 Duitsland , ,3 Subtotaal buitenland , ,1 Totaal , ,2 Bron: Etil-VRL, Ruim 8% van het totaal aantal arbeidsplaatsen in Limburg wordt ingenomen door personen die buiten Limburg wonen. De inkomende pendel naar Limburg vanuit andere regio s is ten opzichte van 2005 iets toegenomen (+1.100) Relatief gezien (inkomende pendel ten opzichte van het totaal aantal arbeidsplaatsen) is de inkomende pendel, als gevolg van de toename van het aantal arbeidsplaatsen in combinatie met een evenredig toegenomen inkomende pendel, gelijk gebleven op 8,2%. Pendelaars naar Limburg komen in grote mate uit België en Noord-Brabant. De inkomende pendel vanuit België is ten opzichte van 2005 iets afgenomen (-1%). Alhoewel de inkomende buitenlandse pendel uit Duitsland niet erg hoog is in vergelijking met België, is het aantal pendelaars vanuit Duitsland ten opzichte van 2005 relatief sterk toegenomen (+34%). Ook in de periode was er sprake van een sterke toename (+186%). Op te merken is dat de inkomende pendel vanuit het naburige buitenland niet alleen Duitsers of Belgen betreft, maar ook Nederlanders die in Duitsland of België wonen, maar in Limburg werken. De inkomende pendel vanuit de rest van Nederland laat daarentegen een (beperkte) afname zien. Deze afname is het gevolg van een afname van de inkomende pendel vanuit Noord-Brabant (-5%). De toename van de inkomende pendel vanuit de andere buurprovincie (Gelderland) en vanuit de overige Nederlandse provincies met respectievelijk 7 en 3% compenseerde slechts deels de afname van de inkomende pendel vanuit Noord-Brabant. De toename van de inkomende pendel vanuit het buitenland, met name vanuit Duitsland, heeft geleid tot verschuivingen. In 1999 maakte de binnenlandse pendel nog 60% uit van de totale 4

8 inkomende pendel en de buitenlandse pendel 40%. In 2005 waren deze percentages respectievelijk 52 en 48%. In 2010 is de inkomende pendel evenredig verdeeld tussen het binnenland en het buitenland (50/50). Inkomende pendel naar Limburg vanuit andere provincies Noord-Brabant 2010 Gelderland Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Overijssel Drenthe Friesland Groningen Zeeland Flevoland Bron: Etil-VRL, De grenzen van Limburg met het buitenland zijn langer dan de grenzen met andere Nederlandse provincies. In de onderstaande grafiek wordt aan de hand van de inkomende pendelstromen dan ook nader ingegaan op de relatie tussen Limburg en het aangrenzende buitenland. Inkomende pendel naar Limburg vanuit het buitenland in Arrondissement Tongeren 2010 Arrondissement Maaseik Kreis Heinsberg Arrondissement Hasselt Overig Duitsland Overig België Kreis Viersen Kreis Kleve Arrondissement de Liege Kreisfreie Stadt Aachen Kreis Aachen Arrondissement de Verviers Kreisfreie Stadt Mönchengladbach Kreis Neuss Kreis Düren Kreisfreie Stadt Krefeld Arrondissement de Huy Kreis Euskirchen Arrondissement de Waremme Bron: Etil-VRL,

9 1.2 Uitgaande pendel De uitgaande pendel op provinciaal niveau is voor 2010 gebaseerd op externe gegevens. In het kader van het pendelonderzoek zijn alleen Limburgse bedrijven geënquêteerd; dat wil zeggen dat gegevens betreffende uitgaande pendelstromen tussen Limburg en andere regio s niet op basis van het pendelonderzoek geanalyseerd kunnen worden. Om toch een totaalbeeld te kunnen geven, combineert Etil de gegevens van het pendelonderzoek met gegevens uit externe bronnen c.q. CBS-gegevens. De pendelgegevens van het CBS zijn echter slechts beperkt beschikbaar en niet actueel. Op basis van beschikbare CBS-gegevens uit 2005 heeft Etil de pendelgegevens voor 2010 geraamd, rekening houdende met de ontwikkeling van de (werkzame) beroepsbevolking in de periode en de trends betreffende de uitgaande pendelstromen in de periode In de onderstaande tabel is de uitgaande pendel in absolute aantallen alsook in percentage van het totaal aantal werkenden in Limburg weergegeven. Uitgaande pendel op provinciaal niveau Absoluut In % van het aantal werkenden Absoluut In % van het aantal werkenden Noord-Brabant , ,7 Gelderland , ,6 Overige provincies , ,4 Subtotaal binnenland , ,7 België , ,2 Duitsland , ,8 Subtotaal buitenland , ,0 Totaal , ,7 Bron: Etil-CBS, Bijna 12% van het totaal aantal werkenden in Limburg werkt buiten de provinciegrenzen. De totale uitgaande pendel vanuit Limburg naar andere regio s is ten opzichte van 2005 met circa personen oftewel 7% toegenomen. Relatief gezien (uitgaande pendel ten opzichte van het aantal werkenden) is de uitgaande pendel ten opzichte van 2005 (11,3%) iets toegenomen tot 11,7%. Het aantal Limburgse pendelaars dat in Duitsland werkt is verder afgenomen. Het aantal pendelaars dat in België werkt is op een gelijk, laag niveau, gebleven. De uitgaande pendel naar het buitenland laat per saldo een afname zien. Op te merken is dat deze afname een raming betreft op basis van trends in de periode Het grote aantal Limburgers dat in de rest van Nederland werkt, met name in Noord-Brabant, is de laatste jaren met ruim 10% toegenomen. De provincie Noord-Brabant is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitgaande pendel vanuit Limburg (54%). De toename van de uitgaande pendel naar Noord-Brabant, in combinatie met een afname in de uitgaande pendel naar Duitsland heeft geleid tot verschuivingen. In 1999 maakt de binnenlandse pendel 82% uit van de totale uitgaande pendel en de buitenlandse pendel 18%. In 2005 zijn deze 2 Actuele CBS-pendelgegevens zijn momenteel niet beschikbaar. Het CBS is momenteel bezig met het samenstellen van nieuwe pendelstatistieken voor de periode De publicatie van deze statistieken hebben bij het CBS echter vertraging opgelopen. Naar verwachting zullen deze statistieken medio 2011 op Statline gepubliceerd worden. Op te merken is dat uitgaande pendelstromen naar het buitenland buiten het kader van het CBS-pendelonderzoek vallen. Op dit moment is niet bekend of en wanneer de CBS-gegevens betreffende de uitgaande pendel naar het buitenland uit 2005 geactualiseerd worden. 6

10 percentages respectievelijk 87 en 13%. In 2010 is het aandeel van het binnenland in de uitgaande pendel verder toegenomen tot 91% (buitenland: 9%). Uitgaande pendel vanuit Limburg naar andere provincies Noord-Brabant 2010 Gelderland Zuid-Holland Noord-Holland Utrecht Overijssel Flevoland Friesland Groningen Drenthe Zeeland Bron: Etil-CBS, Voor de uitgaande pendel naar het buitenland zijn geen gedetailleerde gegevens weer te geven. In het kader van het pendelonderzoek zijn alleen Limburgse bedrijven geënquêteerd; dit wil zeggen dat gegevens betreffende uitgaande pendelstromen tussen Limburg en andere regio s c.q. buitenland niet op basis van het pendelonderzoek geanalyseerd kunnen worden. De CBSgegevens betreffende pendelstromen naar en vanuit het buitenland zijn alleen op het niveau van België en Duitsland beschikbaar. Uitgaande pendel vanuit Limburg naar het buitenland Duitsland Belgie Bron: Etil-CBS, Pendelsaldo In 2010 is sprake van een negatief pendelsaldo van oftewel -4,0%. Het pendelsaldo van Limburg met de omliggende gebieden is ten opzichte van 2005 negatiever geworden. In 2005 bedroeg het pendelsaldo (-3,5%). Ondanks het feit dat er sprake is van een negatiever pendelsaldo is het saldo in 2010 nog niet zo negatief als in 1999 ( 5,5%). 7

11 Pendelsaldo op provinciaal niveau Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Noord-Brabant , ,3 Gelderland , ,9 Overige provincies , ,8 Subtotaal binnenland , ,0 België , ,5 Duitsland , ,5 Subtotaal buitenland , ,0 Totaal , ,0 Bron: Etil-VRL-CBS, De oorzaak van het negatievere pendelsaldo is met name te vinden in een toename van het negatieve pendelsaldo met Noord-Brabant als gevolg van een toenemende uitgaande pendel in combinatie met een beperktere inkomende pendel. Ook het pendelsaldo met de andere provincies is negatiever geworden, zij het in beperktere mate. Het binnenlands pendelsaldo is als gevolg hiervan negatiever geworden. Het negatieve pendelsaldo met Duitsland is tussen 2005 en 2010 omgeslagen in een positief pendelsaldo. Het pendelsaldo met België is nagenoeg op een zelfde niveau gebleven. Het positieve pendelsaldo met de omliggende buitenlandse regio s is de laatste jaren hierdoor verder toegenomen (van +0,5% in 1999, naar +2,5% in 2005 tot +3,0% in 2010). Het positiever pendelsaldo met het buitenland kon echter het negatievere binnenlandse pendelsaldo niet compenseren. Pendelsaldo Limburg omliggende regio s Noord-Brabant Gelderland Overige Provincies Subtotaal binnenland België Duitsland Subtotaal buitenland Totaal Bron: Etil-VRL-CBS,

12 De mobiliteit tussen Limburg en de overige regio s is tussen 2005 en 2010 toegenomen. De mobiliteit (inkomende en uitgaande pendel) in deze periode is in totaal met 4% toegenomen (periode : +7%); van naar pendelbewegingen. Alleen met België is de mobiliteit iets afgenomen (van naar pendelbewegingen; -3%). Absoluut gezien, is de mobiliteit met pendelbewegingen het grootst tussen Limburg en Noord-Brabant; de toename tussen deze beide regio s was met 4% beperkt. De toename van de mobiliteit tussen Limburg en Gelderland en de overige provincies lag met respectievelijk 9 en 12% daar ruim boven. De mobiliteit tussen Limburg en Duitsland ( pendelbewegingen in 2010) nam met 2% iets toe. Pendelstromen Limburg versus omliggende regio s, 2010 Bron: Etil-VRL-CBS,

13 2 PENDEL OP REGIONAAL NIVEAU In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de pendelstromen vanuit en naar de verschillende Limburgse regio s. Daarbij worden vijf regio s onderscheiden: Noord-Limburg, Midden-Limburg, Westelijke Mijnstreek, Parkstad Limburg en Maastricht & Mergelland. 2.1 Noord-Limburg De regio Noord-Limburg heeft in 2005 een negatief pendelsaldo van circa 7.500, bestaande uit een inkomend pendelsaldo van en een uitgaand pendelsaldo van Dit is met name het gevolg van een negatief pendelsaldo met de overige Nederlandse provincies. Het positieve pendelsaldo met de overige Limburgse regio s en het buitenland compenseert dit slechts gedeeltelijk. Het negatieve pendelsaldo met overige regio s bedroeg de laatste jaren 6,1% (van het aantal arbeidsplaatsen). Het negatieve pendelsaldo is in de afgelopen vijf jaar met de helft toegenomen, in 2005 lag dit percentage nog bij -4,1% (1999: -6,5%). Ten opzichte van 2005 hebben met name verschuivingen plaatsgevonden betreffende de pendel naar en vanuit Noord-Brabant en Duitsland. Het negatieve pendelsaldo met Noord-Brabant is negatiever geworden. Daarnaast is het positieve pendelsaldo met Duitsland verdubbeld. Pendelsaldo Noord-Limburg Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen - Midden-Limburg , ,8 - Westelijke Mijnstreek , ,0 - Parkstad Limburg ,1 0 0,0 - Maastricht & Mergelland -20-0, ,1 Subtotaal Limburg , ,7 - Noord-Brabant , ,4 - Gelderland , ,4 - Overige provincies , ,7 Subtotaal binnenland , ,5 - België , ,1 - Duitsland , ,6 Subtotaal buitenland , ,7 Totaal , ,1 Bron: Etil-VRL-CBS, Circa 17% van de in totaal arbeidsplaatsen (exclusief uitzendkrachten) in de regio wordt ingevuld door personen die buiten de regio zelf wonen. De inkomende pendel is met name afkomstig uit de regio s: - Midden-Limburg Noord-Oost Noord-Brabant Zuid-Oost Noord-Brabant

14 Daartegenover werkt 22% van het aantal werkzame personen dat in de regio woont, buiten de regio. De uitgaande pendel gaat met name naar de regio s: - Noord-Brabant Gelderland Midden-Limburg Midden-Limburg De regio Midden-Limburg heeft in 2010 een negatief pendelsaldo van circa 9.500, bestaande uit een inkomend pendelsaldo van en een uitgaand pendelsaldo van Dit is met name het gevolg van een negatief pendelsaldo met de overige Nederlandse provincies en de overige Limburgse regio s. Pendelsaldo Midden-Limburg Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen - Noord-Limburg , ,0 - Westelijke Mijnstreek , ,5 - Parkstad Limburg , ,9 - Maastricht & Mergelland , ,4 Subtotaal Limburg , ,0 - Noord-Brabant , ,1 - Gelderland , ,6 - Overige provincies , ,8 Subtotaal binnenland , ,5 - België , ,0 - Duitsland , ,2 Subtotaal buitenland , ,2 Totaal , ,3 Bron: Etil-VRL-CBS, In totaal is het negatieve pendelsaldo van de regio ongeveer gelijk gebleven op -9,3%. Ten opzichte van 2005 heeft alleen een verschuiving plaatsgevonden naar en vanuit Duitsland; het negatieve pendelsaldo is de laatste jaren veranderd in een positief saldo. Daarnaast is het relatief grote negatieve pendelsaldo met overige Nederlandse regio s buiten Limburg nog groter geworden. Circa 21% van de in totaal arbeidsplaatsen (exclusief uitzendkrachten) in de regio wordt ingevuld door personen die buiten de regio zelf wonen. De inkomende pendel is met name afkomstig uit de regio s: - Noord-Limburg Westelijke Mijnstreek Zuid-Oost Noord-Brabant Daartegenover werkt bijna 28% van het aantal werkzame personen dat in de regio woont, buiten de regio. De uitgaande pendel gaat met name naar de regio s: - Noord-Brabant Noord-Limburg Westelijke Mijnstreek

15 2.3 Westelijke Mijnstreek De Westelijke Mijnstreek heeft in 2010 een positief pendelsaldo van circa 4.440, bestaande uit een inkomend pendelsaldo van en een uitgaand pendelsaldo van Dit is met name het gevolg van een positief pendelsaldo met de overige Limburgse regio s en het buitenland (met name met België). Daarnaast heeft de regio een negatief pendelsaldo met de overige Nederlandse provincies. In totaal is het positieve pendelsaldo van de regio in de laatste jaren toegenomen tot 6,2% (van het aantal arbeidsplaatsen). Dit was met name het gevolg van een positiever saldo met de rest van Limburg. Zo is het negatieve saldo met de regio Maastricht sterk afgenomen. Ten opzichte van 2005 hebben met name verschuivingen plaatsgevonden betreffende de pendel naar en vanuit Noord-Limburg, het negatieve pendelsaldo met deze regio in 2005 is veranderd in een beperkt positief saldo. Het negatieve pendelsaldo met overige regio s in Nederland nam de laatste jaren daarentegen enigszins toe. Pendelsaldo Westelijke Mijnstreek Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen - Noord-Limburg -90-0, ,1 - Midden-Limburg , ,1 - Parkstad Limburg , ,9 - Maastricht & Mergelland , ,1 Subtotaal Limburg , ,0 - Noord-Brabant , ,9 - Gelderland , ,3 - Overige provincies , ,8 Subtotaal binnenland , ,0 - België , ,3 - Duitsland , ,9 Subtotaal buitenland , ,2 Totaal , ,2 Bron: Etil-VRL-CBS, Circa 42% van de in totaal arbeidsplaatsen (exclusief uitzendkrachten) in de regio wordt ingevuld door personen die buiten de regio zelf wonen. De relatief grote inkomende pendel is met name afkomstig uit de regio s: - Parkstad Limburg Maastricht & Mergelland Midden-Limburg Daartegenover werkt circa 38% van het aantal werkzame personen dat in de regio woont, buiten de regio. De uitgaande pendel gaat met name naar de regio s: - Parkstad Limburg Maastricht & Mergelland Midden-Limburg

16 2.4 Parkstad Limburg Parkstad Limburg heeft in 2010 een negatief pendelsaldo van circa 9.520, bestaande uit een inkomend pendelsaldo van en een uitgaand pendelsaldo van Dit is met name het gevolg van een negatief pendelsaldo met de Limburgse regio s en de Nederlandse provincies. Alleen met België heeft de regio een positief pendelsaldo. In totaal is het negatieve pendelsaldo van de regio in de laatste jaren iets verminderd van -11,8% in 2005 tot -9,5% in Dit was onder andere het gevolg van een afname van het negatieve saldo met Duitsland. Daarnaast is de werkgelegenheidstoename voor een groot deel opgevuld door in de regio woonachtige werkzame personen. Als gevolg hiervan is bij een gelijkblijvend absoluut pendelsaldo het saldopercentage toch afgenomen. Ten opzichte van 2005 hebben met name verschuivingen plaatsgevonden betreffende de pendel tussen Parkstad Limburg en Duitsland. Het negatieve pendelsaldo met deze regio is de laatste jaren relatief sterk afgenomen, zodat het negatieve saldo met het buitenland is veranderd in een positief saldo. Daarnaast is het negatieve saldo met de overige Limburgse regio s en de Nederlandse provincies kleiner geworden. Deze afname (gecombineerd met een toename van het positieve saldo met België) compenseerde de toename van het negatieve pendelsado met Limburgse regio s. Pendelsaldo Parkstad Limburg Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen - Noord-Limburg -90-0,1 0 0,0 - Midden-Limburg , ,9 - Westelijke Mijnstreek , ,4 - Maastricht & Mergelland , ,8 Subtotaal Limburg , ,1 - Noord-Brabant , ,1 - Gelderland , ,4 - Overige provincies , ,6 Subtotaal binnenland , ,1 - België , ,2 - Duitsland , ,5 Subtotaal buitenland , ,7 Totaal , ,5 Bron: Etil-VRL-CBS, Circa 24% van de in totaal arbeidsplaatsen (exclusief uitzendkrachten) in de regio wordt ingevuld door personen die buiten de regio zelf wonen. De inkomende pendel is met name afkomstig uit de regio s: - Maastricht & Mergelland Westelijke Mijnstreek Midden-Limburg Daartegenover werkt circa 30% van het aantal werkzame personen dat in de regio woont, buiten de regio. De uitgaande pendel gaat met name naar de regio s: - Westelijke Mijnstreek Maastricht & Mergelland Midden-Limburg

17 2.5 Maastricht & Mergelland Maastricht & Mergelland heeft in 2010 een positief pendelsaldo van circa 2.570, bestaande uit een inkomend pendelsaldo van en een uitgaand pendelsaldo van Dit is met name het gevolg van een positief pendelsaldo met België en de Limburgse regio s. Daarnaast heeft de regio een negatief pendelsaldo met de overige Nederlandse provincies. In totaal is het positieve pendelsaldo van de regio (in % van het aantal arbeidsplaatsen) in de laatste jaren afgenomen, namelijk van +4,8% in 2005 tot +2,7% in Ten opzichte van 2005 hebben met name verschuivingen plaatsgevonden betreffende de pendel naar en vanuit de Limburgse regio s, het saldo is met deze regio s weliswaar nog positief, maar is in de afgelopen jaren bijna gehalveerd. Daarnaast is het negatieve saldo met de rest van Nederland verder toegenomen. Daarentegen is het saldo met het buitenland toegenomen, zowel als gevolg van een positiever saldo met België alsook de omslag van het negatieve saldo met Duitsland in een positief saldo. Pendelsaldo Maastricht & Mergelland Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen Absoluut In % van het aantal arbeidsplaatsen - Noord-Limburg , ,1 - Midden-Limburg , ,4 - Westelijke Mijnstreek , ,1 - Parkstad Limburg , ,8 Subtotaal Limburg , ,4 - Noord-Brabant , ,3 - Gelderland , ,2 - Overige provincies , ,4 Subtotaal binnenland , ,9 - België , ,1 - Duitsland , ,1 Subtotaal buitenland , ,2 Totaal , ,7 Bron: Etil-VRL-CBS, Circa 31% van de in totaal arbeidsplaatsen (exclusief uitzendkrachten) in de regio wordt ingevuld door personen die buiten de regio zelf wonen. De inkomende pendel is met name afkomstig uit de regio s: - Parkstad Limburg Westelijke Mijnstreek Arr. Tongeren (België) Daartegenover werkt bijna 29% van het aantal werkzame personen dat in de regio woont, buiten de regio. De uitgaande pendel gaat met name naar de regio s: - Parkstad Limburg Westelijke Mijnstreek Noord-Brabant

18 3 PENDEL OP GEMEENTELIJK NIVEAU Na het behandelen van de Limburgse pendel op provinciaal en regionaal niveau komt in dit hoofdstuk de Limburgse pendel op gemeentelijk niveau c.q. de pendelmatrix aan bod. In dit hoofdstuk zal de tweede probleemstelling worden toegelicht, te weten: Hoe groot zijn de pendelstromen per Limburgse gemeente in 2010? Om deze vraag te beantwoorden worden de Limburgse pendelstromen in bijlage 1 op gemeentelijk niveau in een pendelmatrix gepresenteerd. Deze pendelmatrix is meerdere A4 s groot. Voordat ingegaan wordt op de gemeentelijke pendelstromen, wordt eerst een toelichting op de pendelmatrix gegeven. 3.1 Toelichting pendelmatrix De pendelmatrix van 2010 is opgebouwd volgens een bepaalde structuur die hier in het kort besproken wordt. Verticaal staan de woonplaatsen weergegeven en horizontaal de werkplaatsen. Dit resulteert in een pendelmatrix van alle woon- en werkplaatsen. Iedere kolom kan worden opgeteld tot het totaal aantal arbeidsplaatsen in een bepaalde gemeente in Limburg. Naast alle Limburgse gemeenten staan ook overig Nederland, België en Duitsland (alle onderverdeeld naar bepaalde gebieden) in deze verticale kolommen. Deze drie gebieden worden opgeteld en vallen onder de noemer Totaal wonend buiten Limburg. Het totaal aantal arbeidsplaatsen is de (verticale) optelsom van Totaal wonend buiten Limburg en het totaal (per gemeente) van Limburg. De horizontale rijen geven de verschillende werkplaatsen weer en zijn op dezelfde manier opgebouwd als de verticale kolommen. De inkomende pendel van een gemeente wordt bepaald door het totaal aantal arbeidsplaatsen in die gemeente te verminderen met het aantal personen dat in de betreffende gemeente woont en werkt. De uitgaande pendel van een gemeente wordt bepaald door het totaal aantal werkende personen dat in die gemeente woont, te verminderen met het aantal personen dat in de betreffende gemeente woont en werkt. Het inkomende pendelsaldo is de inkomende pendel van een bepaalde gemeente minus de uitgaande pendel van diezelfde gemeente. Om de pendelmatrix in bijlage 1 toe te lichten wordt de gemeente Landgraaf als voorbeeld genomen. Voor de kolom betreffende de gemeente landgraaf, volgend van boven naar beneden, kan het volgende geconstateerd worden. Van het aantal arbeidsplaatsen in de gemeente Landgraaf worden er bijna door inwoners van de eigen gemeente bezet. In Landgraaf werken mensen die in Limburg wonen, waaronder het aantal van dat in de gemeente zelf woont. Er werken ook mensen die afkomstig zijn uit andere delen van Nederland, namelijk bijna 200. Verder werken er 90 personen uit België en 130 personen uit Duitsland in deze gemeente. Het totaal aantal arbeidsplaatsen in Landgraaf is (exclusief uitzendkrachten) 3. Er is dus een inkomende pendel van ( minus 5.090) personen. Voor de regel betreffende de gemeente Landgraaf, volgend van links naar rechts, kan het volgende geconcludeerd worden. Van de inwoners van Landgraaf werken er in Limburg. Verder werken er 980 elders in Nederland buiten Limburg, 20 in België en 200 in Duitsland. In totaal wonen er werkende personen in de gemeente Landgraaf. Er is dus een uitgaande pendel van ( minus 5.090) personen. De inkomende pendel (5.610) minus de uitgaande pendel (12.240) geeft een negatief pendelsaldo van In het kader van het pendelonderzoek zijn uitzendkrachten, conform landelijke afspraken in LISAverband (LISA is het landelijke register waarvan het Vestigingenregister Limburg deel uit maakt) buiten beschouwing gelaten. 15

19 3.2 Uitkomsten pendelmatrix 2010 In het volgende overzicht is per gemeente de inkomende en uitgaande pendel en de resultante hiervan (pendelsaldo) weergegeven, zowel in absolute aantallen alsook in %. Inkomende en uitgaande pendel gemeenten, 2010 Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Verhouding arbeidsplaatsen/ werkenden Abs. In % arbeidsplaatsen Abs. In % werkenden Abs. In % arbeidsplaatsen In % Heerlen , , ,3 141,3 Maastricht , , ,2 133,7 Roermond , , ,2 133,7 Beek , , ,8 123,1 Sittard-Geleen , , ,6 121,3 Venlo , , ,5 121,2 Weert , , ,5 109,2 Venray , , ,6 108,3 Gennep , , ,1 97,0 Kerkrade , , ,1 84,0 Nuth , , ,2 82,5 Valkenburg , , ,5 79,1 Horst aan de Maas , , ,0 76,3 Echt-Susteren , , ,3 76,2 Maasgouw , , ,6 74,9 Stein , , ,4 73,3 Vaals , , ,2 72,4 Peel en Maas , , ,4 70,7 Leudal , , ,1 68,5 Nederweert , , ,6 61,9 Landgraaf , , ,0 61,7 Gulpen-Wittem , , ,6 57,3 Bergen (L) , , ,1 56,5 Eijsden , , ,4 55,4 Brunssum , , ,4 55,1 Meerssen , , ,8 52,7 Margraten , , ,5 50,9 Schinnen , , ,3 50,2 Beesel , , ,1 49,7 Roerdalen , , ,4 47,3 Mook en Middelaar , , ,1 45,0 Simpelveld , , ,6 41,4 Voerendaal , , ,8 39,1 Onderbanken , , ,1 30,3 Limburg totaal , , ,0 96,2 Bron: Etil-VRL-CBS,

20 Uit het vorige overzicht blijkt dat het pendelsaldo bij de grote Limburgse steden over het algemeen positief en bij kleine gemeenten over het algemeen negatief is. Grote steden hebben over het algemeen als gevolg van de grote omvang van het aantal inwoners en het aantal arbeidsplaatsen in absolute aantallen de grootste stromen van inkomende en uitgaande pendel. Relatief zijn de uitgaande stromen van grote steden echter klein. Bij kleinere gemeenten zijn de stromen van inkomende en uitgaande pendel in absolute aantallen klein, maar relatief zijn de uitgaande stromen juist groot. Het relatief grootste positieve pendelsaldo in 2010 heeft de gemeente Heerlen; in de gemeente bevinden zich 41% meer arbeidsplaatsen dan werkzame inwoners. Heerlen vervult dus duidelijk een werkgelegenheidsfunctie voor de omliggende regio. De gemeente Heerlen wordt gevolgd door de gemeenten Maastricht en Roermond met een positief saldo van 25%. Daarnaast hebben ook de gemeenten Beek, Sittard-Geleen en Venlo met respectievelijk 19, 18 en 18% een relatief groot positief pendelsaldo. De overige gemeenten met een positief pendelsaldo zijn Weert en Venray. Het positieve pendelsado in deze gemeenten is echter met 8-9% beperkter. Aan de andere kant hebben de gemeenten Onderbanken, Voerendaal en Simpelveld een relatief groot negatief pendelsaldo. Het volgende overzicht geeft een overzicht van gemeenten met de hoogste en laagste score betreffende inkomende en uitgaande pendelstromen. Gemeentes met hoge en lage score ten aanzien van pendel, 2010 Inkomende pendel Uitgaande pendel Pendelsaldo Absoluut In % arbeidsplaatsen Absoluut In % werkenden Absoluut In % arbeidsplaatsen HOOG HOOG POSITIEF Heerlen Beek Heerlen Onderbanken Maastricht Heerlen Maastricht Heerlen Sittard-Geleen Mook en Middelaar Heerlen Maastricht Sittard-Geleen Stein Maastricht Simpelveld Venlo Roermond LAAG LAAG NEGATIEF Mook en Middelaar Roerdalen Mook en Middelaar Venray Peel en Maas Simpelveld Simpelveld Horst aan de Maas Onderbanken Maastricht Brunssum Voerendaal Onderbanken Peel en Maas Vaals Venlo Landgraaf Onderbanken Bron: Etil-VRL,

21 BIJLAGEN 18

22 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording In deze bijlage wordt de methode van het pendelonderzoek toegelicht. Omtrent pendel is een aantal begrippen van belang, zoals bijvoorbeeld inkomende en uitgaande pendel. In onderdeel 1.1 wordt ingegaan op de definities van deze begrippen. Onderdeel 1.2 behandelt de wijze van het verzamelen van de gegevens, de methodiek van het pendelonderzoek en de responsverantwoording. 1.1 Gehanteerde definities Het pendelonderzoek 2010 heeft, evenals in 1999 en 2005, betrekking op de in de provincie Limburg werkzame personen, zowel fulltime als parttime. Uitzendkrachten zijn in het onderzoek buiten beschouwing gelaten. In het kader van het pendelonderzoek zijn vijf begrippen van belang: inkomende pendel, uitgaande pendel, pendelsaldo, binnenlandse pendel en buitenlandse pendel. Inkomende pendel is het aantal pendelaars dat in een bepaalde plaats komt werken en ergens anders woont. Iemand die bijvoorbeeld in Meerssen woont en in Maastricht werkt is een inkomende pendelaar voor de gemeente Maastricht. Het omgekeerde geldt voor uitgaande pendel. Een uitgaande pendelaar is iemand die in een bepaalde plaats woont en ergens anders werkt. In het geval van de pendelaar die in Meerssen woont en in Maastricht werkt, betreft het een uitgaande pendel voor de gemeente Meerssen. Belangrijk bij deze twee definities is dus vanuit welke gemeente de pendelaar bekeken wordt. Het pendelsaldo is het verschil tussen de inkomende en uitgaande pendel. Op basis van een pendelsaldo is te zeggen of er meer mensen in een bepaalde plaats komen werken (positief inkomend pendelsaldo) of juist ergens anders gaan werken (negatief inkomend pendelsaldo). Zowel inkomende als uitgaande pendel is verder onder te verdelen in binnenlandse en buitenlandse pendel. Binnenlandse pendel is de pendel binnen een bepaald land, bijvoorbeeld Nederland. Deze pendel kun je op verschillende niveaus beschrijven. Binnenlandse pendel kan provincieoverschrijdend zijn (bijvoorbeeld een pendelaar die in Brabant woont en in Limburg werkt) of gemeentegrensoverschrijdend zijn (bijvoorbeeld de pendelaar die in Meerssen woont en in Maastricht werkt). Binnenlandse pendel is dus een onderdeel van inkomende en uitgaande pendel. Buitenlandse pendel is ook een onderdeel van inkomende en uitgaande pendel. Het verschil met binnenlandse pendel is dat buitenlandse pendel niet provincie- of gemeentegrensoverschrijdend is maar landgrensoverschrijdend. Iemand die bijvoorbeeld in België woont en in Nederland werkt valt dus onder de categorie buitenlandse pendel (bijvoorbeeld iemand die in Luik woont en in Maastricht werkt). Merk wederom op dat in dit geval deze pendelaar ook onder de categorie inkomende pendel (voor Maastricht) valt. De vijf begrippen hangen dus als volgt samen: 1) Pendelsaldo = inkomende pendel uitgaande pendel. 2) Inkomende pendel = inkomende binnenlandse pendel + inkomende buitenlandse pendel. 3) Uitgaande pendel = uitgaande binnenlandse pendel + uitgaande buitenlandse pendel. 1.2 Onderzoeksverantwoording Het pendelonderzoek Limburg 2010 is zoals ook in 1999 en 2005 uitgevoerd in het kader van de jaarlijkse werkgelegenheidsenquêtering van het Vestigingenregister Limburg (VRL). In deze enquête onder alle vestigingen van bedrijven en instellingen in Limburg met als peildatum 1 april 19

23 2010 werden de vestigingen net als in 2005 gevraagd naar het aantal werkzame personen per woonplaats. Respons pendel De gegeven antwoorden zijn niet geconcentreerd in één groep van vestigingen. Zowel op basis van de SBI-code, de bedrijfsgrootte en de regio is een betrouwbaar beeld gerealiseerd. Het is dus bijvoorbeeld niet zo dat alle vragenformulieren afkomstig zijn uit een bepaalde branche (met bijvoorbeeld minder dan vijftig personen) die gevestigd zijn in Noord-Limburg. Dat zou namelijk een sterk vertekend beeld weergeven als op basis van deze gegevens een ophoogmodule zou worden toegepast. Bij de huidige pendelenquête is dit dus niet het geval. Met andere woorden, de respons is evenredig over de steekproef verdeeld. Verder geeft het totaal aantal werkzame personen op basis van de enquête een realistisch beeld weer. Van de circa werkzame personen, bevat de respons werkzame personen (45%). In 2005 bedroeg dit responspercentage 49% (1999: 46%). Pendelenquête en respons 2010 Totaal Pendelrespons In % Aantal vestigingen ,3 Aantal werkzame personen ,6 Het responspercentage betreffende het aantal vestigingen is met 18% beduidend lager dan wanneer de respons wordt afgezet tegen het aantal werkzame personen (45%). Dit wil zeggen dat de respons bij grotere vestigingen beduidend hoger ligt dan bij kleinere vestigingen. Het onderstaande overzicht bevestigt dit beeld. Pendelrespons 2010 naar grootte van de vestiging Grootteklasse (op basis van fulltime) Totaal aantal vestigingen Pendelrespons Aantal In % 01 = Geen werkzame personen ,6 02 = 1 werkzame persoon ,4 03 = 2 t/m 4 werkzame personen ,1 04 = 5 t/m 9 werkzame personen ,1 05 = 10 t/m 19 werkzame personen ,7 06 = 20 t/m 49 werkzame personen ,1 07 = 50 t/m 99 werkzame personen ,7 08 = 100 t/m 199 werkzame personen ,7 09 = 200 t/m 499 werkzame personen ,2 10 = 500 t/m 799 werkzame personen ,8 11 = 800 t/m 99 werkzame personen ,8 12 = 1000 en meer werkzame personen ,9 Totaal ,3 Aangezien de pendelenquête van Etil niet wettelijk verplicht is, is een zeer hoge responspercentage niet haalbaar. Dit betekent dat de pendelenquête een gedeeltelijke respons oplevert, die in feite te beschouwen is als een steekproef uit de gehele populatie. Om een volledig woonwerk-patroon van de werknemers uit de responsvestigingen te krijgen, wordt deze respons geprojecteerd op de werknemers uit de non-respons-vestigingen. Door een ophoogmodule wordt 20

24 het mogelijk om uitspraken te doen over de gehele populatie. Dit ophoogproces is op een statistisch verantwoorde manier uitgevoerd. Er is namelijk aan twee belangrijke voorwaarden voldaan. Op de eerste plaats is de steekproef representatief voor de totale populatie en op de tweede plaats is de respons evenredig over de steekproef verdeeld. Op te merken is dat bij de ophoging van eenmanszaken uitgegaan is van de aanname dat de woonplaats gelijk is aan de plaats van de vestiging. Deze aanname wordt bevestigd door de respons bij eenmanszaken. Het overgrote deel betreft namelijk bedrijfsactiviteiten die vanuit het woonadres worden uitgevoerd. Landbouwsector 2010 De landbouwbedrijven zijn in de enquêtering buiten beschouwing gelaten. In het kader van het Vestigingenregister Limburg (VRL) maakt Etil hiervoor gebruik van CBS-gegevens. Dit wil zeggen dat betreffende de landbouwbedrijven geen pendelgegevens voorhanden zijn. Voor het aantal werkzame personen bij landbouwbedrijven (17.800; bijna 4% van het totaal aantal werkzame personen in Limburg) wordt uitgegaan van het feit dat zij in de vestigingsgemeente wonen. CBS-gegevens uitgaande pendelstromen Op basis van de pendelenquête onder de Limburgse bedrijven en instellingen is de inkomende pendel op gemeentelijk niveau samengesteld. De uitgaande pendelstroom voor Limburgse gemeenten naar andere Limburgse gemeenten is daarmee ook bekend. De uitgaande pendel van mensen die in Limburgse gemeenten wonen en in Noord-Brabant, Gelderland en overige Nederlandse provincies (binnenlandse uitgaande pendel) en in België en Duitsland (buitenlandse uitgaande pendel) werken, is echter niet op basis van deze enquête te achterhalen. Om het totale beeld van de Limburgse pendel toch te achterhalen zijn er andere bronnen gebruikt. De uitgaande pendel van Limburgse gemeenten naar de rest van Nederland en naar het buitenland zijn gebaseerd op CBS-cijfers en aanvullende Etil-ramingen. Voor de uitgaande pendel naar de rest van Nederland is gebruik gemaakt van CBS-statistieken betreffende de statistiek Hoofdbanen; woon- en werkregio: provincies, COROP-gebieden en gemeenten. Op te merken is dat de meest actuele gegevens in deze statistiek betrekking hebben op september Op basis van andere bronnen, zoals onder andere de ontwikkeling van de (werkzame) beroepsbevolking , heeft Etil deze gegevens geactualiseerd en voor het jaar 2010 ingeschat. De uitgaande pendel vanuit Limburg naar het buitenland is gebaseerd op de statistiek Grensarbeid van het CBS. De statistiek Grensarbeid geeft inzicht in aantal en kenmerken van de ziekenfondsverzekerde werknemers die werkzaam zijn in Nederland en woonachtig in België of Duitsland (inkomende grensarbeid) en omgekeerd, woonachtig in Nederland en werkzaam in België of Duitsland (uitgaande grensarbeid). Nederland heeft met een aantal landen een verdrag gesloten op het terrein van de sociale zekerheid. Het uitgangspunt tussen Nederland en de verdragslanden is dat de werknemer verzekerd is volgens de sociale wetten van het land waar hij werkt. De statistiek Grensarbeid heeft betrekking op die werknemers die op grond van wederkerigheidsverdragen betreffende de sociale verzekeringen als grensarbeider bij de Nederlandse ziekenfondsen geregistreerd staan. Grensarbeid van personen die niet onder de Ziekenfondswet vallen, bijvoorbeeld werknemers met een inkomen boven de loongrens, zijn niet in de cijfers opgenomen 4. De loongrens is in Duitsland hoger dan in Nederland; voor Doordat bij de uitgaande pendel naar gebieden buiten Limburg wordt uitgegaan van CBS-gegevens tot en met 2005 en doordat toentertijd een ander verzekeringsstelsel ten aanzien van ziektekosten gold, zijn de volgende opmerkingen relevant. Uit de Etil-enquête van 1999 bleek dat het verschil tussen CBSgegevens (ziekenfondsverzekerden) en Etil-gegevens betreffende de inkomende pendel vanuit het buitenland naar Limburg bedroeg. De inkomende pendel op basis van het pendelonderzoek van Etil uit 1999 bedroeg tegenover op basis van CBS-gegevens; daarmee is de inkomende pendel op basis van Etil-gegevens circa een derde hoger dan op basis van CBS-gegevens (alleen ziekenfondsverzekerden). Betreffende de uitgaande pendel vanuit het buitenland naar Limburg zullen de verschillen beduidend kleiner zijn. In de CBS-gegevens zijn namelijk alle grenspendelaars van Limburg 21

25 respectievelijk en per jaar. Dit betekent dat in cijfers van de uitgaande grensarbeid met Duitsland ook werknemers zijn opgenomen die boven de in Nederland gebruikte loongrens vallen. In België is er geen splitsing in een ziekenfonds of particuliere verzekering. Alle in België werkende en in Nederland wonende werknemers worden geacht zich in te schrijven bij een Belgisch ziekenfonds. Dit betekent dat alle uitgaande grensarbeid met België is opgenomen in de cijfers. Niet opgenomen in de gegevens betreffende grensarbeid zijn personen die tijdelijk (in het algemeen voor niet langer dan twaalf maanden) worden uitgezonden naar Duitsland c.q. België. CBS-gegevens betreffende uitgaande pendel naar het buitenland is slechts voor Duitsland en België als geheel beschikbaar. Er wordt geen onderverdeling naar regio s gemaakt. De uitgaande pendel tussen Limburg en overige Nederlandse regio s heeft Etil voor Noord-Brabant, Gelderland en overige provincies in de pendelmatrix geïntegreerd. Op te merken is dat de meest actuele gegevens uit de CBS-pendelstatistieken betrekking hebben op het jaar 2005 en dat deze statistieken op die wijze niet meer worden geactualiseerd. Omdat er momenteel geen alternatieve bronnen voorhanden zijn, heeft Etil een inschatting gemaakt van de pendel naar het buitenland voor 2010 op basis van de trends in de periode Daarbij is sprake van een beperkte afname van de pendel naar België (jaarlijkse afname van 1%) en een grotere afname van de pendel naar Duitsland (jaarlijkse afname van circa 5%). Er is dus ten aanzien van de uitgaande pendel naar andere provincies en het buitenland sprake van een onzekerheidsmarge. Actuele CBS-pendelgegevens zijn momenteel niet beschikbaar. Het CBS is momenteel bezig met het samenstellen van nieuwe pendelstatistieken voor de periode De publicatie van deze statistieken hebben bij het CBS echter vertraging opgelopen. Naar verwachting zullen deze statistieken medio 2011 op Statline gepubliceerd worden. Op te merken is dat uitgaande pendelstromen naar het buitenland buiten het kader van het CBS-pendelonderzoek vallen. Op dit moment is niet bekend of en wanneer de CBS-gegevens betreffende de uitgaande pendel naar het buitenland uit 2005 geactualiseerd worden. De verkregen gegevens worden in bijlage twee in een pendelmatrix op gemeentelijk niveau weergegeven. Overigens is de gebiedsindeling voor de cijfers van de pendelstromen, afhankelijk van het responspercentage, ook tot beneden-gemeentelijk niveau samen te stellen, zoals kernen of bedrijventerreinen. Pendelstromen zijn bovendien samen te stellen per regio, zoals per COROPen WGR-gebied. Deze samenstellingen zijn dus mogelijk, maar zitten niet in deze notitie verwerkt. Hier wordt alleen gekeken naar de pendelstromen op provinciaal- en gemeentelijk niveau. naar België opgenomen en alle grenspendelaars naar Duitsland tot een inkomen van Etil schat dat hierdoor de uitgaande pendel naar Duitsland in werkelijkheid circa 10% hoger is dan de in de voorliggende rapportage gehanteerde CBS-gegevens. 22