Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict. Bijdrage tot de meningsvorming in de Samen op Weg-kerken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict. Bijdrage tot de meningsvorming in de Samen op Weg-kerken"

Transcriptie

1 Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict Bijdrage tot de meningsvorming in de Samen op Weg-kerken Dienstenorganisatie van de Samen op Weg-kerken september 2003

2 Het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict Bijdrage tot de meningsvorming in de Samen op Weg-kerken Voorwoord De Samen op Weg-kerken zien het als hun roeping om vorm te geven aan hun onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël en aan de diaconale opdracht tot het zoeken van gerechtigheid waar onrecht geschiedt. Vanuit deze roeping zoeken de kerken mee naar oplossingen in een spiraal van geweld, waarin het Palestijnse volk en het volk Israël wisselend dader en slachtoffer zijn. Wij blijven geloven, dat Joden in het land Israël / Palestina recht hebben op een veilig nationaal tehuis Palestijnen in het land Palestina / Israël evenzeer recht hebben op een eigen veilig nationaal tehuis een acceptabele oplossing gevonden moet worden ter zake van het recht van Palestijnse vluchtelingen op terugkeer of compensatie (internationaal te financieren) Jeruzalem een stad mag worden van vrede en hoop, waar de bewoners in grote meerderheid behorend tot de drie daar aanwezige religies in vrede en veiligheid kunnen samenwonen terwijl de stad, die door de meeste Joden en Islamieten en zeer veel Christenen als heilig wordt beschouwd, vrij toegankelijk is voor pelgrimage / bezoek van de zogeheten heilige plaatsen; dan is Jeruzalem een stad van vrede en recht in plaats van een stad van haat en uitsluiting. In deze beleidsnotitie willen de Samen op Weg-kerken deze positie uitleggen en zo een handreiking geven voor een afgewogen opstelling van onze kerken inzake het conflict. Gewelddadigheden over en weer De Samen op Weg-kerken uiten hun grote zorg over de voortgaande gewelddadigheden in Israël en de bezette gebieden; de opstelling van verschillende Arabische landen in de regio versterkt deze zorg nog. De haast onvermijdelijke inmenging van de internationale wereld in het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict kan enerzijds helpen een oplossing voor dit conflict naderbij te brengen door meer druk uit te oefenen op de partijen om tot een oplossing te komen. Anderzijds kan inmenging evenzeer als een katalysator werken in negatieve zin. In dit kader denken wij met name aan de politieke opstelling van de Verenigde Staten van Amerika door de jaren heen, die enerzijds de staat Israël als eigen voorpost in de regio ziet, maar anderzijds de Arabische landen niet van zich wil vervreemden. Het is te hopen dat de nu in principe door de Israëlische regering en het Palestijns Gezag aanvaarde Roadmap to Peace een initiatief van de V.S., Rusland, de VN en de EU inderdaad de weg naar vrede zal blijken te worden. Sinds het uitbreken van de tweede intifadah in oktober 2000 is er sprake van steeds weer oplaaiend geweld tussen Israëli s en Palestijnen. Aanvankelijk waren het vooral stenen gooiende Palestijnen waaronder opvallend veel kinderen en jongeren, Israëlische soldaten die schoten op demontrerende en geweld gebruikende burgers, en voorts sluipschutters aan beide zijden, die de aandacht trokken. In toenemende mate is er sprake van zelfmoordaanslagen en steeds grootschaliger vergeldingsacties van Israëlische zijde die er over en weer op gericht lijken te zijn het conflict te laten escaleren. De inzet van de militaire en administratieve overmacht van de staat Israël tegen Palestijnse burgers die o.a. gefrustreerd zijn door het gebrek aan economische vooruitgang en het stokkende vredesproces de uitvoering van de akkoorden van Camp David en Oslo dragen bij aan het voortbestaan van een explosieve situatie. Palestijnse gebieden worden herhaaldelijk van de buitenwereld afgesloten, tussen Israël en de bezette gebieden wordt een muur opgetrokken, identiteitsbewijzen van vele duizenden Palestijnen zijn ingenomen, vele huizen van Palestijnen die van activisme worden verdacht zijn bij eenvoudig militair bevel met de grond gelijk gemaakt. In de volkenrechtelijk bezien onwettige nederzettingen in bezet gebied wordt nog steeds gebouwd; soms 1

3 worden ze nog uitgebreid. Palestijnse organisaties in Oost-Jeruzalem wordt het werken vrijwel onmogelijk gemaakt. Aan Palestijnse zijde ontbreekt het aan een gezaghebbend leiderschap, wat o.a. blijkt in het niet kunnen verhinderen van zelfmoordaanslagen door Palestijnen. Van democratische besluitvorming kan helaas niet gesproken worden, terwijl een goed rechtssysteem ontbreekt. Als voorbeeld daarvan noemen wij standrechtelijke executies binnen de autonome Palestijnse gebieden. Verbeteringen op dit gebied zouden kunnen bijdragen aan de groei van vertrouwen aan Israëlische kant. Groeiende zorg is er over de gevolgen die de al meer dan 30 jaar durende bezetting heeft voor de psychische gesteldheid van zowel degenen die onder deze bezetting leven als degenen die de bezetting in de praktijk van alledag moeten uitvoeren, veelal jonge Israëlische soldaten. Bij hen die onder de bezetting leven, leidt het tot toenemende verbittering en daden van exceptioneel geweld veelal door jongeren uitgevoerd om de bezetter hoe dan ook te treffen. Bij hen die de bezetting uitvoeren, leidt het tot verruwing en gemakkelijk ook tot gevoelens van verachting en superioriteit en eveneens tot daden van exceptioneel tegengeweld. Daarnaast mag, naast de directe gevolgen van de aanslagen voor velen binnen Israël, niet onderschat worden de invloed die de angst voor aanslagen ook in het licht van de historische ervaringen van het Joodse volk heeft op de Israëlische bevolking. De rol van religies Een onvermijdelijk, maar zeer ernstig bijkomend verschijnsel in dit conflict is dat religie door een deel van de Joodse Israëli s en een deel van de Palestijnen gebruikt wordt als rechtvaardiging voor het eigen optreden. Op religieuze overtuigingen gebaseerde claims op het land (zowel van joodse als islamitische zijde, niet meer van RK-zijde) en religieus geladen strijdleuzen over en weer vergroten het fanatisme en belemmeren het zicht op de verbindende en verzoenende rol die Jodendom, Islam en Christendom zouden kunnen spelen in dit conflict. Als voorbeeld van verzoening verwijzen we o.a. naar het initiatief van vooraanstaande Joden en Palestijnse moslims en christenen tot het oprichten van de Coalition for Peace. Een initiatief dat door Joden en moslims in Nederland werd overgenomen en dat o.a. steun heeft gekregen van de Samen op Weg-kerken. Jeruzalem en de Tempelberg Een buitengewoon moeilijk onderwerp binnen de toch al zo complexe problematiek vormt de status van Jeruzalem en in het bijzonder die van de zogeheten Tempelberg. Zo vormt de na het uitbreken van de tweede intifadah uitgesproken claim van de Israëlische regering inzake een soevereiniteitsrecht op de Tempelberg een extra gevaarlijk element in het conflict, juist vanwege de religieuze betekenis van deze plaats in de joodse en islamitische traditie. Datzelfde moet evenzeer gezegd worden van allerlei claims van Arabisch-islamitische zijde. In een overeenkomst waarbij enigerlei vorm van gemeenschappelijk bestuur afgesproken wordt met een grote mate van autonomie voor de respectievelijk door Joden en Palestijnen bewoonde stadswijken, is o.i. een regeling ter zake van soevereiniteit, veiligheid en overgangsrechten van de Tempelberg denkbaar. Wat de Tempelberg betreft lijkt het aanbevelenswaardig om zo dicht mogelijk te blijven bij handhaving van de huidige status quo, namelijk islamitisch beheer ervan vanwege de aanwezigheid van islamitische heiligdommen, met beperkte militair-politionele Joods-Israëlische aanwezigheid met het oog op de bescherming van het plein bij de Westelijke muur (Klaagmuur), als de meest heilige plaats in de Joodse religie. Vluchtelingen De gevolgen van de vorming van de staat Israël en de vestiging van vele Joden deels als vluchteling uit de diaspora in deze staat zijn voor veel Palestijnen hard geweest. De Arabische weigering het verdelingsplan van 1947 en de stichting van de staat Israël te aanvaarden leidde destijds tot een oorlog tussen met name de Israëlische staat in wording en de Arabische buurlanden (1948). Deze in Israël en het Westen als onafhankelijkheidsstrijd bekend staande oorlog en de daarop volgende oorlogen tussen Israël en een of meerdere Arabische buurlanden ( m.n. de oorlog van 1967) hebben geleid tot het ontstaan van het nog steeds niet opgeloste Palestijnse vluchtelingenprobleem. Er is sprake van een groot aantal vluchtelingen. 2

4 De grote meerderheid van de destijds deels gevluchte en deels verdreven Palestijnen en hun nakomelingen, die tot op vandaag buiten Israël leven voornamelijk in de bezette gebieden en in de buurlanden van Israël heeft nog steeds de status van vluchteling. Deels om internationaal politieke redenen van Arabische zijde, maar deels ook niet. In dit kader wijzen wij op de betekenis van het recht op terugkeer of (internationaal te financieren) compensatie voor deze Palestijnen. Mede door het nog niet opgeloste Arabisch-Palestijns-Israëlisch conflict hebben de Palestijnen binnen Israël de facto niet dezelfde rechten als de Joodse staatsburgers. Zij moeten veelal als tweederangs burgers leven. De situatie van de grote Arabische meerderheid onder de oorspronkelijke bewoners en de vluchtelingen in de door Israël bezette gebieden is nog kwetsbaarder, met name omdat zij in sterke mate economisch afhankelijk zijn van de staat Israël. Overigens leidde de stichting van de staat Israël ook tot een veelal gedwongen vlucht van vele Joden uit de Arabische wereld, deels naar Israël en deels naar elders. Een groot verschil met de positie van Palestijnse vluchtelingen is hier dat de Joodse vluchtelingen werden opgenomen en geïntegreerd in Israël en elders in de Westerse wereld. Daarom hoort men er weinig meer over. Twee volken, twee staten Volkenrechtelijk gezien is er sprake van een conflict van rechten tussen de staat Israël en het Palestijnse volk 1. Beide volken claimen heel het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee of een deel daarvan. Het Israëlisch-Palestijns(-Arabisch) conflict kan niet worden opgelost door gebruik van geweld het recht van de sterkste, maar alleen langs de weg van onderhandelingen, die tot een twee-staten-oplossing in enige vorm zal moeten leiden. Daarbij dient enerzijds het recht van Israël op een zelfstandig staatkundig bestaan en op veiligheid en anderzijds het recht van de Palestijnen op zelfbeschikking een zelfstandig staatkundig bestaan en veiligheid erkend te worden, en uitgangspunt te zijn voor verdere onderhandelingen. Daarbij dient steeds voor ogen gehouden te worden dat zowel voor Israël als voor de Palestijnen, maar niet voor de andere direct bij het conflict betrokken partijen, het al of niet bestaan als nationale entiteit op het spel staat. Visie van de Samen op Weg-kerken Deze visie op een aan beide zijden bestaand recht wordt al vele jaren door de Samen op Weg-kerken uitgedragen. Zij werd bijvoorbeeld expliciet uitgesproken in de door de Generale Synode NHK in 1970 aangenomen handreiking voor een theologische bezinning, getiteld: Israël, Land, Volk en Staat 2. Daar staat o.a. het volgende: Het land is aan Israël als woonplaats geschonken; daar mag het zijn staat hebben. Maar de grenzen van deze staat zijn niet uit de bijbel af te lezen. Het gebied dat door het joodse volk in oudtestamentische tijd bewoond is, heeft zeer verschillende grenzen gehad, die nooit samenvielen met die waarover in profetische beloften gesproken werd. Het enige dat voor ons vaststaat is, dat deze grenzen zo moeten zijn dat ze het joodse volk een woonplaats bieden waar het zichzelf kan zijn. Maar het gaat om een woonplaats, niet om een machtsgebied. De noodzaak om de woonplaats te beveiligen mag het joodse volk er niet toe brengen er een nationalistische staat van te maken waarin alleen militaire macht geldt. 3 In een door de Generale Synode GKN van 1986 aanvaard beleidsstuk 4 wordt het conflict als een conflict van rechten getypeerd, dat alleen langs de weg van een door onderhandeling bereikt compromis is op te lossen. In een gelukwens van de NHK bij het 40 jarig bestaan van de staat Israël in 1988 werd de overtuiging uitgesproken dat de Almachtige in het bestaan van de staat Israël een teken van zijn trouw in deze wereld gegeven heeft. Maar tegelijk werden ook de schaduwen over deze verjaardag genoemd: de diepgewortelde jodenhaat, de uitgesproken vijandschap in de internationale gemeenschap, de onopgeloste strijd voor een legitieme plaats voor het Palestijnse volk 1 Zie bijv. de titel van een in 1982 door deputaten voor Kerk en Israël GKN in 1982 uitgegeven brochure: Israël en de Palestijnen. Een conflict van rechten. 2 Boekencentrum Pag Richtlijnen voor het doen van eventuele uitspraken GS GKN 1986 (verkorte titel). 3

5 en de onderlinge tegenstellingen die gepaard gaan met de innerlijke worsteling omtrent het karakter en de toekomst van de staat. 5 Organisaties die uitgaan van een recht dat Israël zou hebben binnen de (veronderstelde) grenzen van het koninkrijk van Israël ten tijde van koning Salomo en die van daaruit het nederzettingenbeleid goedkeuren en zelfs een annexatie door Israël van de bezette Palestijnse gebieden steunen, zoals bijv. de beweging Christenen voor Israël, nemen daarmee een standpunt in dat strijdig is met de visie van de Samen op Weg-kerken. Wie als christen toch voor een dergelijke gedachte meent te kunnen kiezen en deze keuze op bijbels-theologische gronden wil verdedigen loopt het grote gevaar het profetisch visoen met eigen hoop en wens te identificeren en bijbelse beloften tot politieke ideologie te maken. Wij menen dat een dergelijke gedachte niet verbonden kan worden met het bijbelse begrip gerechtigheid en ook niet zomaar afgeleid kan worden uit het bijbels denken over Israël en de volken. 6 De Samen op Weg-kerken zijn zich steeds meer bewust geworden van het gevaar van eenzijdige keuzes, die geen recht doen aan gerechtvaardigde belangen van zowel Joden als Palestijnen. Tegelijk hebben zij weet van de steeds weer terugkerende uitingen van antisemitisme en antizionisme en van de dreiging die daarvan uitgaat. Die dreiging treft zeker psychisch maar veelal ook fysiek de leden van de joodse gemeenschappen in de diaspora, ook in Nederland. Die dreiging treft ook en dan met name in zijn antizionistische vorm het bestaan en voortbestaan van de staat Israël en daarmee de Joodse burgers van die staat. Pleidooi voor een hervatting van het vredesproces In het licht van het bovenstaande zal het niet verwonderen dat de Samen op Weg-kerken zijn blijven aandringen op hervatting van het vredesproces op basis van de akkoorden van Camp David en Oslo (1993), op overleg in plaats van het stellen van geweld tegenover geweld. Zij hopen dan ook vurig dat de recent door beide partijen aanvaarde Roadmap to Peace (mei 2003) niet alleen tot een hervatting van het vredesproces zal leiden maar ook tot daadwerkelijke vrede. Relaties met het volk Israël en met de Palestijnen vanuit de Samen op Weg-kerken Vanuit de Samen op Weg-kerken zijn er langs deels verschillende lijnen relaties zowel met Joden als Palestijnen ter plekke. Naast activiteiten op het gebied van ontmoeting en educatie gaat het hier om Joods-Israelische en Palestijnse organisaties die zich inzetten voor een vreedzame oplossing van het conflict, dat getypeerd kan worden als een conflict van rechten (het gerechtigheidsaspect). Voorts ook om organisaties bij wie het accent meer ligt op humanitaire hulp (het barmhartigheidaspect). De laatste richten hun hulp met name op de Palestijnse gebieden omdat daar de humanitaire nood het grootste is. 1) Het volk Israël In de gedachtevorming binnen de SoW-kerken heeft het belijden van de kerk ten aanzien van Israël en de diaconale roeping gestalte gekregen. In de ontwerpkerkorde voor de Protestantse Kerk in Nederland belijden onze kerken te delen in de aan Israël geschonken verwachting (art. I,1). In de uitleg van dit artikel staat te lezen: de naam Israël duidt op het Israël dat wij ontmoeten in de Schrift en van daaruit in de geschiedenis tot op vandaag. In art. I,7 wordt de verhouding tot Israël nader gepreciseerd: De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Ook hier gaat het om de geschiedenis tot vandaag de dag. Daarbij is de kerk zich ervan bewust, dat het bij Israël gaat om een complexe werkelijkheid die religieuze, etnische en politieke aspecten heeft. De kerk tracht hier de wijze waarop Israël zichzelf verstaat, te respecteren. De verbondenheid met Israël vindt haar fundament in het leven vanuit de Schriften van het Oude en Nieuwe Testament. Zij blijkt o.a. uit de erkenning dat de beloften die aan het volk Israël zijn gegeven blijvend zijn, voorts uit de dankbare constatering dat na bijna 2000 jaar ballingschap velen uit het volk 5 De citaten zijn overgenomen uit: Israël, Volk, Land en Staat. Een Voortgaande bezinning, pag. 7. Het betreft hier een rapport uitgebracht door een speciale commissie ingesteld door de GS NHK en door deze aanvaard en uitgegeven in Zie bijv. Beleidsnota Midden-Oosten van het Werelddiakonaat van de NHK 1987, pag. 76 en 77. 4

6 Israël vanuit de diaspora in de in 1948 opgerichte en internationaal erkende staat Israël opnieuw een nationaal tehuis hebben gevonden. Dat de band met het volk Israël onopgeefbaar wordt genoemd, sluit niet uit dat er ook kritiek mag bestaan op de wijze waarop Israël zich actueel profileert. Verbondenheid impliceert de mogelijkheid van een kritische attitude als één van de kenmerken van een echte relatie. In Nederland onderhouden onze kerken nauwe contacten met de Joodse gemeenschap; met het oog op toerusting van de gemeente voor de ontmoeting met Israël worden een periodiek uitgegeven, studie- en ontmoetingsbijeenkomsten gehouden en ook worden studiereizen naar Israël georganiseerd. Er wordt samengewerkt met Joodse organisaties in Nederland en met Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties en vredesbewegingen, voorts met educatieve instellingen in Israël en de door Israël bezette gebieden. Daarnaast wordt er diaconale steun gegeven aan sociale instellingen o.a. voor kinderen in achterstandswijken, terwijl steun aan slachtoffers van bomaanslagen en aan hun familieleden overwogen wordt. 2) De Palestijnen In dezelfde ontwerpkerkorde lezen we onder art. X, 2: De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen wat haar aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van God waar onrecht geschiedt. De kerken zien hun diaconale roeping ten aanzien van het Palestijnse volk in ballingschap, binnen de staat Israël en in de bezette gebieden, in het opkomen voor de rechten van het Palestijnse volk, met name het recht op een eigen nationaal tehuis en het recht op terugkeer, respectievelijk compensatie. Daarom wordt naast humanitaire en ontwikkelingshulp, veel aandacht gegeven aan het versterken van de civiele samenleving, van democratisch denken en handelen, en aan mensenrechten, belangrijk voor het opbouwen van het volksbestaan en van een eigen staat. Vanzelfsprekend wordt met kerken in het Palestijnse gebied nauw samengewerkt. Neiging tot eenzijdige sympathieën, ook binnen de Samen op Weg-kerken De verbondenheid met en het zich betrokken weten bij het volk Israël enerzijds en het zich betrokken weten bij de geschiedenis en de huidige situatie van het Palestijnse volk en hun recht op een eigen zelfstandig volksbestaan anderzijds, kunnen bij onevenwichtige stellingname op gespannen voet komen met elkaar. Niet alleen buiten maar ook binnen de Samen op Weg-kerken zijn eenzijdige sympathieën en tendensen in de richting van een van de beide het meest direct in het conflict betrokken partijen waar te nemen. Begrijpelijk maar gevaarlijk, omdat eenzijdige keuzen eerder bijdragen aan een bestendiging van het conflict dan aan een oplossing daarvan. Aandacht alleen voor het recht van Joden op een eigen zelfstandig volksbestaan in een land en staat op volkenrechtelijke gronden volgens sommigen bovendien gebaseerd op bijbelse landbeloften, waar anderen dit juist weer ontkennen leidt tot veronachtzaming van de door internationaal recht bevestigde rechten van Palestijnen. Aandacht alleen voor het recht van Palestijnen op een zelfstandig volksbestaan in een eigen land en staat zonder oog voor de veiligheid van Joden en van de staat Israël leidt evenmin tot een evenwichtig beeld en kan moeilijk als een bijdrage aan vrede en verzoening gezien worden. Terugziende op de geschiedenis erkennen de kerken dat zij in het verleden te weinig oog gehad hebben voor het lot en de rechten van de Palestijnen. Factoren die daar een belangrijke rol in gespeeld hebben zijn o.a. de schaamte over het verleden waar het de joodse gemeenschap betreft, de vreugde over het ontstaan van de staat Israël als vluchthaven en als nationaal tehuis voor het Joodse volk, de nieuwe aandacht in theologie en kerk voor de band tussen Kerk en Israël, het vele jaren in zijn existentie bedreigd zijn van de staat Israël en zijn bevolking door de tot voor kort bestaand hebbende oorlogssituatie met alle Arabische buurlanden, terwijl deze met enkele buurlanden nog steeds bestaat, als ook de vele daden van Palestijnse terreur tegen burgers van de staat Israël, maar soms ook tegen Joden elders. 5

7 Dubbele loyaliteit? Toen men in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw zich meer bewust werd van de schrijnende situatie en de rechteloosheid waarin veel Palestijnen verkeerden, kwam omstreeks 1985 vanuit het werelddiaconaat de uitdrukking dubbele loyaliteit op 7. Men wilde daarmee aangeven dat er vanuit onze kerken naast betrokkenheid bij Israël, ook meer betrokkenheid zou moeten komen bij het Palestijnse volk. Met het woord loyaal wilde men aangeven dat de kerk trouw bleef aan de aangegane verbintenissen. Dat was ten aanzien van Israël helder in de kerkorden geformuleerd. Maar ook aan datgene waartoe de kerk verplicht was gezien haar kerk-zijn op het gebied van diaconale betrokkenheid op basis van de bijbelse begrippen gerechtigheid en barmhartigheid. Dit werd dan vooral betrokken op het Palestijnse volk. De term dubbele loyaliteit heeft echter meer verwarring dan duidelijkheid gebracht. Dit om verschillende redenen. Allereerst is het zo, dat de diaconale verplichting van de kerk niet primair op volken is gericht, maar op een ieder individueel of als groep, uit Israël of uit de volken afkomstig, die in nood is. Vervolgens dient bedacht te worden, dat het begrip dubbele loyaliteit voorbijgaat aan het feit dat onze kerken alleen ten aanzien van het volk Israël spreken van een onopgeefbare verbondenheid. Het gaat hier om een unieke relatie, een relatie van geheel eigen aard, die gebaseerd is op de erkenning van Gods blijvende verkiezing van het volk Israël als Zijn volk. De kerk kent verder geen (speciale) banden met volken. Betrokken in de toewending van God tot de wereld ontwikkelt zij zich missionair tot een gemeente uit de volken. Wel kan de kerk opkomen voor het lot en voor de rechten van Palestijnen bijv. op een eigen zelfstandig volksbestaan. Dit opkomen voor wortelt in de diaconale opdracht, maar dat valt niet zonder meer samen met een loyaliteit met het Palestijnse volk als zodanig. Met andere woorden: vergeten werd dat diaconale betrokkenheid van een ander orde is dan de verbondenheid met Israël. Israël en de Palestijnen vallen wel beide onder de ene noemer van het diaconaat, maar niet onder die van het begrip verbondenheid. Daarom is het beter het woord loyaliteit of dubbele loyaliteit niet meer te gebruiken als het gaat om het op zich voluit te rechtvaardigen opkomen voor de rechten van het Palestijnse volk naast het opkomen voor en verdedigen van de rechten van het volk Israël. Sjaloom-Salam In 1998 is, ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan van de staat Israël, in de Samen op Weg-kerken een actie gevoerd onder de titel Sjaloom-Salam voor steun aan Joodse en Palestijnse als ook voor gezamenlijke vredesprojecten. Daarin werd een weg gekozen die het verdient om verder te worden bewandeld, namelijk steun voor hen die aan Joods-Israëlische en aan Palestijnse kant zich blijven inzetten voor vrede en verzoening. Die weg gericht op het bereiken van gerechtigheid voor Israëli s en Palestijnen willen we blijven bewandelen, terwijl we tegelijk ook de daden van barmhartigheid niet mogen vergeten. Beide vloeien immers voort uit de diaconale roeping van de kerk. Bijlage: lijst projecten Dienstenorganisatie afdeling Binnenland en afdeling Buitenland m.b.t. het Midden-Oosten. 7 Zie bijv. Israël. Volk, Land en Staat. Een Voortgaande bezinning, pag

8 Bijlage Projecten Dienstenorganisatie SoW met betrekking tot het Midden-Oosten 1. Projecten Afdeling Buitenland (Kerkinactie) Algemeen Z Z WD Z Z WD WD WD WD Uitwisselingsprogramma s Raad van Kerken in het Midden-Oosten Raad van Kerken Midden-Oosten, hulp aan Palestijnse vluchtelingen Raad van Kerken Midden-Oosten, afdeling Geloof en Eenheid Verband van Evangelische Kerken in het Midden-Oosten Toerisme en lobbyprogramma, onder andere UCP Predikantenreis Midden-Oosten Verband van Evangelische Kerken in het Midden-Oosten Reiskosten adviseurs Israël WD WD WD WD WD WD WD WD WD WD WD WD WD Sociaal ontwikkelingscomité in Haifa Arabische Associatie voor Mensenrechten (HSA) Al Tufula, pedagogisch centrum in Nazareth Friendship s Way, educatief werk in Jaffa Vrouwenwerk in Galilea House of Grace, opvang voor ex-gevangenen en kansarme jongeren in Haifa St. Elah, hulp aan oorlogsslachtoffers in Israël (traumaverwerking) Vrouwenorganisatie voor politieke gevangenen Gush Shalom, vredeswerk Israëlisch en Palestijns alternatief informatiecentrum Association of Forty, lobby voor gelijke rechten van Bedoeïnen Hamoked, juridische bijstand door Israëli s aan Palestijnen Yesh Gvul, vredeswerk Israël en Palestijnse gebieden, gezamenlijke projecten WD Living in the Holy Land, programma om beeldvorming tussen Israëli s en Palestijnen realistischer te maken WD Peace Child Israël, uitwisselingsprogramma tussen Israëlische en Palestijnse jongeren WD Parents Circle, slachtoffer-bemiddeling WD Hand in hand, gezamenlijke Arabische-Joodse scholen Z Dialoog-programma tussen godsdiensten WD Vereniging van Israëlische en Palestijnse artsen WD PCATI, comité tegen martelen Palestijnse gebieden WD Steun aan Palestijnse vluchtelingen in Gaza WD Hulp aan doven en slechthorenden WD Ahli Arab ziekenhuis Z Centrum voor Palestijnse theologie WD Opleiding voor vrouwen en meisjes in Jeruzalem en Westelijke Jordaanoever WD Centrum voor beroepsopleidingen in Jericho WD Diaconaal werk Grieks Orthodoxe Kerk Z Dar Al-Kalima, Evangelisch-Lutherse Kerk in Bethlehem Z Beurs theologische opleiding, Evangelisch-Lutherse Kerk 7

9 WD WD WD WD WD WD WD Vredeswerk Evangelisch-Lutherse Kerk voor joden, christenen en moslims Al Haq, mensenrechtenorganisatie Rehabilitatie- en revalidatieprogramma voor gehandicapten, Gaza Vereniging van gehandicapten in Gaza Ontwikkelingsorganisatie voor inwoners van Golanhoogte Starmountain, school voor verstandelijk gehandicapte kinderen, Ramallah Inrichting computerlaboratorium voor blinden 2. Projecten Afdeling Binnenland In de vorm van projecten wordt inhoud gegeven aan de relatie met Israël door: Het onderhouden van contacten met de Joodse plaatselijke en landelijke gemeenschappen in Nederland en met de diverse landelijke overlegorganen in dezen. Organisatie van studiereizen naar Israël voor predikanten, theologiestudenten en gemeenteleden, met als doel een verdieping van de relatie tussen kerk en synagoge. Uitgave van de periodiek Kerk en Israël Onderweg, in samenwerking met de afdeling Communicatie en Fondsenwerving. Publicatie van studiemateriaal voor gemeenteleden en predikanten. Organisatie van cursussen (o.a. Spiritualiteit in Jodendom en Christendom) Onderhouden van contacten met plaatselijke en regionale Kerk en Israël-werkgroepen Geven van voorlichtingsavonden (30-40 per jaar) Organisatie van jaarlijkse ontmoetingsdag Organisatie van de Israëlzondag (eerste zondag in oktober) Uitgave van de Israëlzondag-brochure, met suggesties voor de viering van de Israëlzondag in de plaatselijke gemeente. 8