Vade Mecum Waterwerk Versie 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vade Mecum Waterwerk Versie 2000"

Transcriptie

1 Vade Mecum Waterwerk Versie

2 van de modules 1. Algemeen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Afgeleide doelstelling voor de watertak 1.4 Kernpunten uit deze doelstelling 2. Organisatie 2.1 Waterwerkgroepen 2.2 Regionaalniveau - Regionale Admiraliteit 2.3 Landelijk niveau Landelijk Bestuur 2.4 Kerntaken van de diverse niveau s 2.5 Zeilschool Scouting Nederland 2.6 Niet scouting organisaties 3. Waterwerk programma 3.1 Dolfijnen 3.2 Junior-zeeverkenners 3.3 Zeeverkenners 3.4 Matrozen der Wilde Vaart 3.5 Loodsen 3.6 Leiding 4. Training 4.1 Inleiding 4.2 Training Leiding 5. Nautisch Technische Richtlijnen 5.1 Inleiding 5.2 Machtiging Boot Leiding (MBL) 5.3 CWO 5.4 CWO en Kwaliteitsborging 5.5 Insignes en CWO 5.6 Vorderingenstaten 5.7 CWO Diploma s, MBL s en insignes behalen 5.8 Aftekenen 5.9 Zeilscholen 5.10 Examens CWO I en CWO II 5.11 Examens CWO III en MBL 5.12 Registratie CWO-diploma en MBL 5.13 CWO-diploma s, MBL s en (beroeps)opleidingen 5.14 Terreinafbakening verenigingen en vaarscholen 5.15 Examens 5.16 Theorie examens 5.17 Praktijk examen 5.18 Anders examen doen 5.20 MBL en CWO 5.22 Vaarbewijzen 5.23 bootuitrustingen 5.24 Aanvraag/bestelformulieren 5.25 Vorderingenstaten 6. Technische normen 6.1 Juniorvlet 6.2 Vlet 6.3 Schouw 6.4 Keuringsformulieren lelievlet 7. Communicatie 8. Veiligheid 8.1 Algemene regels 8.2 Zwemmen 8.3 Kanovaren 8.4 Roeien en veiligheid 8.5 Surfen en veiligheid 8.6 Zeilen en veiligheid 8.7 Varen met jonge scouts 8.8 Reddingsvesten 8.9 Algemene veiligheid tips voor leiding 8.10 Ruim water en veiligheid 8.11 Storm 8.12 Onweer 9. EHBO 10. Meteorologie 10.1 Uitluisteren naar weerberichten 10.2 Het vormen van een weerbeeld door waarnemingen 11. Overige onderwerpen 11.1 Vlootschouw 11.2 De Scheepsartikelen 11.3 Een tocht maken 11.4 Beschrijving wateren 11.5 Noodsituaties 11.6 Verdwalen 11.7 Man over boord 12. Documentatie 13. Huur/bruikleencontracten boten 14. Wachtschepen 14.1 Keuringseisen voor wachtschepen 14.2 Vinkenlijsten t.b.v. keuringen 14.3 Keuringsrayons 15. Legionella 2

3 VERSIEBEHEER MODULES VADEMECUM WATERWERK 2000 Module Onderwerp Versie Datum Status 1 Algemeen 1 Februari 2000 Initiële uitgave 2 Organisatie 1 Februari 2000 Initiële uitgave 3 Waterwerk programma 1 Februari 2000 Initiële uitgave 4 Training 1 Februari 2000 Initiële uitgave 5 Nautisch Technische Richtlijnen 1 Februari 2000 Initiële uitgave 6 Technische normen 1 Februari 2000 Initiële uitgave 7 Communicatie 1 Februari 2000 Initiële uitgave 8 Veiligheid 1 Februari 2000 Initiële uitgave 9 EHBO 1 Februari 2000 Initiële uitgave 10 Meteorologie 1 Februari 2000 Initiële uitgave 11 Overige onderwerpen 1 Februari 2000 Initiële uitgave 12 Documentatie 1 Februari 2000 Initiële uitgave 3

4 1. ALGEMEEN 1.1 Voorwoord In dit vademecum zijn allerlei waterwerk specifieke onderwerpen opgenomen die niet of niet volledig beschreven zijn in het Scouting Vademecum. Dit betekent dus dat naast het Scouting Vademecum er een Waterwerk Vademecum is ontstaan dat voornamelijk als aanvulling is bedoeld maar ook (onbedoeld) een aantal overlappen zal hebben. Het is dus erg verstandig om naast dit boekje het Scouting Vademecum te hanteren. Vragen opmerkingen en suggesties kunnen altijd aan de Landelijke Admiraliteit worden toegezonden. 1.2 Inleiding De doelstelling van Scouting Nederland luidt: Het bevorderen van het spel van verkennen in Nederland op grondslag van de ideeën van Lord Baden Powell om daarmee een plezierige beleving van de vrije tijd te bieden aan jongens en meisjes, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vorming van hun persoonlijkheid. Dit is de doelstelling van de Vereniging Scouting Nederland waarbij moet worden opgemerkt dat de formulering van de doelstelling voorwaardelijk is. Het geven van een plezierige vrijetijdsbesteding wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde of daarmede een bijdrage wordt geleverd tot de vorming van de persoonlijkheid. De doelstelling laat zich beter lezen als hij wordt geformuleerd op de navolgende wijze: Het geven van een plezierige vrijetijdsbesteding op een zodanige wijze dat daardoor een bijdrage wordt geleverd tot de vorming van de persoonlijkheid. Aldus gelezen is het duidelijk dat het geven van een plezierige vrijetijdsbesteding feitelijk een middel is tot het leveren van de bijdrage aan de vorming van de persoonlijkheid. Dit laatste is derhalve primair en feitelijk wordt er in de doelstelling al gekozen voor het middel van het geven van een plezierige vrijetijdsbesteding. Het hierna volgende zal moeten passen binnen en dienstig moeten zijn aan het verwezenlijken van de doelstelling. 1.3 Afgeleide doelstelling voor de watertak Idem als hierboven, maar dan voor (alle in principe alle leeftijdsgroepen) met de uitbreiding dat het spel vooral geconcentreerd zal zijn op en rond het (oppervlakte)water. 1.4 Kernpunten uit deze doelstelling Om aan de doelstellingen te kunnen voldoen, moet aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan: Jeugd om het spel te spelen (leden- en kaderwerving). Een spel om te spelen (programma) Kader om het spel aan de jeugdleden uit te leggen en hen te begeleiden tijdens het spel (kaderwerving, training) Middelen (randvoorwaarden om het spel van verkennen in de huidige maatschappij te kunnen spelen bijv.: contact met subsidie verlenende instanties, overheden, belangenbehartiging, etc.) 2. ORGANISATIE De organisatie van Scouting Nederland is op het moment dat dit vademecum wordt geschreven in beweging. Alleen het organisatiemodel van het (toekomstig) waterwerk binnen Scouting Nederland is hier weergegeven. Ook dit model is nog aan besluitvorming onderhevig. De organisatie van het waterwerk is ingebed in de organisatie van Scouting Nederland. Dit betekent dat het waterwerk een eigen organisatie model kent, welk op ieder niveau een matrix relatie heeft met het organisatiemodel van Scouting Nederland. Door deze matrix is het mogelijk de specifieke waterwerk aspecten in de eigen lijn te waarborgen en tegelijkertijd de belangen van Scouting Nederland te kunnen ondersteunen. 4

5 Organisatie model 2.1 Waterwerkgroepen Binnen het waterwerk wordt in principe voor de indeling van de leeftijdsgroepen de formele leeftijdsindeling van Scouting Nederland gevolgd. Ook binnen het waterwerk zullen programma-aanbod en waterwerk-activiteiten (NaWaKa, zeilwedstrijden) primair ingericht worden op deze leeftijdsindelingen. Groepen die de leeftijdsindeling aanpassen naar lokale omstandigheden, zullen voor het programma aanbod een selectie moeten maken uit diverse programma s. Voor deelname aan activiteiten wordt geadviseerd vooraf te informeren naar de mogelijkheden tot deelname met scouts die niet in bedoelde leeftijdscategorie vallen. Bevers leeftijdsgroep 5-7 jaar WEK / Dolfijnen leeftijdsgroep 7-11 jaar Scouts Waterscouts leeftijdsgroep jaar Wilde Vaart leeftijdsgroep jaar Loodsen leeftijdsgroep (23) jaar Voor het moment van overgaan van de ene naar de andere speltak gelden de volgende vuistregels: * over naar de volgende speltak in het jaar dat een kind de minimum leeftijd voor die speltak bereikt * afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kan gekozen worden voor een moment voor of juist na de verjaardag Deze regels zijn ook goed toepasbaar bij groepen die een afwijkende leeftijdsindeling hanteren. 2.2 Regionaalniveau - Regionale Admiraliteit Regio als ondersteuningsvorm (indien nog van toepassing : districten en gewesten) 2.3 Landelijk niveau Landelijk Bestuur Landelijke Admiraliteit Landelijke Raad Kleine Vlootraad Werkgroep Programma Waterwerk Werkgroep Training Zeilschool Scouting Nederland LNTC 2.4 Kerntaken van de diverse niveau s Groepsniveau Het bieden van een plezierige beleving van de vrije tijd door middel van spelaanbod binnen kaders van het programma aanbod van Scouting Nederland, aan kinderen in diverse leeftijdsgroepen, op grondslag van de ideeën van Lord Baden Powell, om een bijdrage te leveren aan de vorming van de persoonlijkheid van deelnemende kinderen. 5

6 Voor het waterwerk geldt specifiek dat het programma aanbod gerealiseerd wordt aan alle leeftijdsgroepen en waarbij het programma geconcentreerd is op activiteiten op en rond het (oppervlakte)water. Waterwerkgroepen zijn vertegenwoordigd in de Regionale Admiraliteiten. Tevens bestaat er een vertegenwoordigende lijn naar de Regio s (c.q. districten en gewesten) Regionaal niveau De Regionale Admiraliteit heeft een leden die ieder hun eigen taak daarnaast contactpersoon zijn voor hun Admiraliteitsgebied. De RA richten zich op het en/of de regio en kunnen zijn: Bestuurlijk verantwoordelijk voor het Programma, Nautisch Technisch, Communicatie, Regionale externe vertegenwoordiging (buiten vertegenwoordiging (intern De RA heeft via een vaste vertegenwoordiging in de Kleine de belangen van groepen uit de regio, zowel inhoudelijke als borgen. Onder verantwoordelijkheid van de aantal Commissies bestaan, die vanuit de diverse portefeuilles biedt waterwerkgroepen. RA onderhoud met de groepen en tracht zo verzoek van de groepen) de groepsvergaderingen bij te wonen. Voor de bemensing van de RA RA-leden worden voorgedragen via van de leden van de RA. leden moeten worden gekozen door vergadering van de Regionale de Admiraal van de RA wordt de RA aan en benoemd door de Landelijke Admiraliteit. aantal bestuurs hebben en de groepen binnen portefeuilles van de admiraliteitsgebied waterwerk, Training, Activiteiten, scouting) interne scouting). Vlootraad de taak respectievelijke bestuurlijk te RA kunnen een ondersteuning aan de een nauw contact mogelijk (op kunnen aspirant bijvoorbeeld een Voorgedragen RA de leden van de Admiraliteit. Alleen voorgedragen door Regionale Admiraliteiten ondersteunen de groepen binnen de grenzen van de Regionale Admiraliteit op het gebied van programma, training en nautisch technische zaken. Ook hier is belangenbehartiging aan de orde, maar dan op regionaal en lokaal niveau. Belangenbehartiging via de werkgroepen van het KNWV, de lokale overheden. Via de regiovorming hebben RA s een positie in de Regio s (of indien van toepassing bij Districten en/of gewesten) Landelijk niveau Vanuit het landelijk niveau vindt ondersteuning plaats aan Regionale Admiraliteiten binnen de regio s op het gebied van programma, training en nautisch technische zaken en in voorkomende gevallen ook de directe ondersteuning aan het groepsniveau (in samenspraak met de betrokken Regionale Admiraliteit). Naast de directe zichtbare ondersteuning hoort ook de belangenbehartiging van de watertak bij interne en externe overlegstructuren hier bij (via de programmacommissarissen bij het landelijk bestuur, het CWO, de politiek, het watersportberaad, de KNWV, etc.). Om deze taken naar behoren te kunnen uitvoeren en geen discrepantie te laten ontstaan tussen de geboden ondersteuning is een directe invloed van de groepen via de speltak lijn tot op het landelijk bestuursniveau noodzaak. De speltak lijn heeft zichtbaar een plaats in de Landelijke Raad. De Landelijke Admiraliteit heeft een aantal leden die ieder hun eigen taak hebben en daarnaast contactpersoon zijn voor een paar Regionale Admiraliteiten. De portefeuilles van de LA zijn: bestuurlijk verantwoordelijk voor het waterwerk, programma, Nautisch Technisch, Training, Zeilschool, Communicatie, Activiteiten, externe vertegenwoordiging (buiten scouting) interne vertegenwoordiging (intern scouting). De LA heeft via een vaste vertegenwoordiging in het Landelijk bestuur met als taak de speltak belangen te borgen op het landelijke bestuursniveau Onder auspiciën van de LA bestaan een aantal Commissies, die (onder de verantwoordelijkheid van een lid van de Landelijke Admiraliteit) ondersteuning vanuit de diverse portefeuilles vorm geven. Voorbeelden van deze werkgroepen zijn: Werkgroep Programma Landelijk Nautisch Technische Commissie (L.N.T.C.) Training 6

7 LA tracht zoveel mogelijk Regionale Admiraliteit vergaderingen bij te wonen en op grotere ledenactiviteiten op regionaal en landelijk niveau aanwezig te zijn. Voor de bemensing van de LA kunnen aspirant LA-leden worden voorgedragen via een van de leden van de LA. De RA bestuurders kunnen de leden voor de LA voordragen. Voorgedragen LA leden moeten worden gekozen door de leden van de Kleine Vlootraad. Alleen de Admiraal van de LA wordt voorgedragen en benoemd door het bestuur van SN. 2.5 Zeilschool Scouting Nederland De Zeilschool Scouting Nederland is een bijna 30 jaar jonge organisatie met meer dan 100 medewerkers die als doel heeft: De kennis en kunde van leden van de vereniging Scouting Nederland met betrekking tot de zeilsport te verbeteren, te bevorderen en te brengen op een zo hoog mogelijk niveau. Dit vindt plaats door het geven van cursussen / trainingen en ondersteuning door de Landelijke Admiraliteit en de LNTC. Zoals hierboven al beschreven is vallen zowel jeugd- als kaderleden van land- en waterscouting binnen onze doelgroep. Het onderkomen van de ZSN is Het Scoutcentrum Harderhaven Organisatie ZSN Zeilschoolraad De zeilschoolraad is het overlegorgaan voor alle zeilschoolzaken en draagt de verantwoordelijkheid voor de goede gang van zaken binnen de zeilschool. In de zeilschoolraad, als hoogste orgaan van de zeilschool, worden alle besluiten genomen aangaande het zeilschoolbeleid. Alle zeilschoolmedewerkers hebben zitting in de zeilschoolraad, met spreek- en stemrecht. De zeilschoolraad vergadert twee maal per jaar. De notulen van de vergaderingen verschijnen in de zeilschoolkrant die aan elke medewerker wordt toegestuurd. Zeilschoolbestuur (de hoofdinstructeurs) Het zeilschoolbestuur is het dagelijks bestuur van de zeilschoolraad. Het zeilschoolbestuur bestaat uit zeven door de zeilschoolraad benoemde zogenaamde hoofdinstructeurs. De voorzitter van het Zeilschoolbestuur heeft een zetel in de LA. Het zeilschoolbestuur is onder andere verantwoordelijk voor: Het voorbereiden/uitvoeren van het beleid en de zeilschoolraadsvergaderingen; Het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de medewerkers; de dagelijkse gang van zaken binnen de zeilschool; Het representeren van de zeilschool; Het coördineren van activiteiten binnen de zeilschool; Het stimuleren tot deelname aan relevante cursussen, e.d.; Het werven van voldoende medewerkers. De zeilschool kan door Scouting Nederland voor promotionele activiteiten worden gebruikt. Welke organisatie heeft zoiets als een eigen zeilschool? Maar ook extern heeft Scouting iets om mee te pronken. Tevens heeft de zeilschool een signalerende functie. Zowel voor veranderingen in het zeilen (door onder andere contacten met de CWO en andere zeilscholen), als ook voor veranderingen binnen de eigen organisatie. (Onze cursisten komen uit het hele land) De zeilschool is een kweekvijver voor Scouting. Meerdere mensen zijn al vanuit de zeilschool doorgestroomd naar andere functies binnen Scouting Nederland. (LA, LNTC en directie bijvoorbeeld). 2.6 Niet scouting organisaties KNWV/CWO Sinds 1989 is er in Nederland een landelijk samenwerkingsverband van KNWV, ANWB, HISWA en RECRON op het gebied van vaardiplomering en opleidingen: de CWO. In de 'Stichting Commissie Watersport Opleidingen' vertegenwoordigt de ANWB de 'consument' (cursisten, jeugd en hun ouders), het KNWV de (watersport)verenigingen en HISWA en RECRON de bij deze organisaties aangesloten vaar-scholen. De CWO is een overkoepelende organisatie die zich bezighoudt met de kwaliteit en uniforme diplomering van vrijwillige watersportopleidingen, diploma-eisen en examens. Het CWO-systeem bestaat uit diverse diploma'lijnen. Scouting Nederland is als watersportvereniging aangesloten bij het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond (KNWV). Door het integreren van de CWO systematiek binnen Scouting, waarbij de MBL-lijn blijft bestaan, krijgt Scouting Nederland een nationaal erkende diplomalijn tot haar beschikking. 3. WATERWERK PROGRAMMA In het programma van het Waterwerk wordt het spel van verkennen op en rond het water gespeeld, met dit verschil dat veelal een boot of schip gebruikt wordt in plaats van een fiets. De elementen als >samen spelen, >groeiende 7

8 zelfstandigheid komen bijzonder tot uitdrukking in de wijze waarop een schip in het spel wordt betrokken en de verantwoordelijkheden zijn geregeld. Kernelementen die de basis van het waterwerkprogramma zijn vooral : Samen spelen en erop uit - op, rond en in het water, (scheeps) onderhoud en (nautische) opleidingen. Het spel-programma wordt ingevuld door middel van het spelend aanleren en toepassen van basisvaardigheden. Er is sprake van een opbouwende moeilijkheidsgraad. Een reeks vaardigheden kan worden afgesloten met het behalen van een insigne en/of diploma. De structuur van insignes en diploma s loopt als een rode draad door alle leeftijdsgroepen heen. Hoe ouder, hoe hoger het niveau van eisen. Met name de nautische opleidingen kunnen worden afgesloten door het behalen van CWO diploma s en specifiek voor scouting met MBL-insignes voor de diverse soorten vaartuigen (roeien, zeilen, motoren) Binnen het waterwerk, wordt de leeftijdsindeling gehanteerd zoals die is vastgesteld binnen Scouting Nederland. Dit betekent dat ook het spelaanbod dat centraal wordt aangereikt ingericht is op die categorieën. Groepen zijn in principe niet gedwongen zich aan die leeftijdsindeling te houden. Lokale of culturele omstandigheden kunnen een afwijking rechtvaardigen. 3.1 Dolfijnen Het dolfijnenthema is een thema in ontwikkeling, speciaal bedoeld voor de leeftijdsgroep 8-11 jaar bij waterwerkgroepen. Het Dolfijnen thema wordt vervat in een verhaal dat inhoudelijk dezelfde componenten gaat krijgen als het Jungle verhaal, met in twee kinderen (2 Mowgli s) en de diverse leiders die daar een rol in spelen. Tegelijkertijd zullen groepen met het Dolfijnen thema : 1. Gebruik kunnen maken van alle spel- en thema elementen van overige speltak verhalen in deze leeftijdsgroep 2. Voor niet waterwerkgroepen kan het Dolfijnenthema gebruikt worden om met Dolfijnen te reizen naar de andere Thema s. Het Dolfijnen verhaal zal zich afspelen in een grote zee of oceaan, waarin een echt Dolfijnen eiland voorkomt. De Dolfijnen beleven in de slootjes, rivieren, zeeën en oceanen allerlei avonturen. Op die avontuurlijke reizen komen ze bijvoorbeeld ook langs het land van Mowgli, Bambilië en Esta s (?). Het Dolfijnenverhaal wordt ontwikkeld door de werkgroep Programma, in samenwerking met waterwerkgroepen en het landelijke bureau. 3.2 Junior-zeeverkenners Een aantal waterwerkgroepen hebben tussen de welpen horde en de zeeverkennerswacht een categorie junior zeeverkenners toegevoegd. De leeftijd van deze categorie verschilt maar ligt gemiddeld tussen 10 tot en met 12 jaar. De oorzaak van het inrichten van deze tussengroep is om de overgang van welpen, die weinig met nautische activiteiten te maken hebben, naar de zeeverkenners, te vergemakkelijken. Het verschil tussen elementen als : speltechniek, nautische vaardigheden en kennis, alsmede de manier waarop gereisd en gekampeerd wordt, blijken nogal eens een belemmering om over te gaan van welpen naar zeekvernners. Een programma aanbod voor deze tussen-categorie wordt niet ontwikkeld (hoewel juist deze groep de aanleiding is geweest tot het ontwikkelen van een Dolfijnen programma). Om hun programma en nautisch aanbod in te richten, kan gebruik worden gemaakt van onderdelen van het Dolfijnen- en zeeverkenners programma. 3.3 Zeeverkenners Het spel van verkennen wordt binnen het waterwerk voornamelijk gericht op activiteiten op en rond het water. Waar dat zinvol wordt geacht worden elementen van het landelijk scoutingprogramma opgenomen in het dagelijkse programma-aanbod binnen zeeverkenners groepen. Een van de doelen van zeeverkenners groepen is om kinderen in die leeftijdscategorie door middel van aanbod van programma, training en examens bekend en zoveel mogelijk ervaren te maken met het varen in roei/wrik/zeilboten op het binnenwater. Voor dit doel wordt voornamelijk gebruik gemaakt van Lelievletten, een standaard roei/wrik/zeilboot voor Scouting Nederland. Binnen deze speltak worden veelal een organisatievorm en daarbij behorende begrippen gehanteerd. Speltak naam : teamleider : Schipper Zeeverkennerswacht assistenten : Stuurlui (Stuur- (man/vrouw)) Indeling : de zeeverkennerswacht is ingedeeld in Bakken. Een bak is een groep scouts, waarbij één scout een verantwoordelijke functie heeft voor zo n bak ; de Bootsman. Daarbij heeft deze weer de assistentie een ander bakslid ; De Kwartiermeester. Meestal heeft een bak de naam van een dier of het nummer van de zeilboot waar ze mee varen. Binnen deze speltak ligt het accent op het geleid leren omgaan met schip en bemanning, waarbij de inzet van de kinderen gericht is op eigen ontwikkeling. 8

9 3.4 Matrozen der Wilde Vaart Voor de matrozen der Wilde Vaart geldt dat zij een opvolgend traject uitvoeren na de zeeverkenners. Niet alleen wordt geprobeerd de vaardigheden op en rond het water te vergroten, maar juist hier gaat de eigen verantwoordelijkheid van de leden een grotere rol spelen. Minder leiding maar meer begeleiding. Wilde Vaarders zijn zelf medeverantwoordelijk voor de invulling van programma en training van vaardigheden. Er is dus duidelijk sprake van een groeiende zelfstandigheid. 3.5 Loodsen Wat voor de Matrozen der Wilde Vaart van toepassing is, is de essentie voor Loodsen. Er is in zeer beperkte mate sprake van begeleiding. Loodsen zijn volledig zelf verantwoordelijk voor invulling van programma en training, maar daarbij ook voor de uitvoering ervan. Het is een vorm van laatste leerperiode naar het zelfstandig leiding gaan geven in een speltak. Anders gezegd: De speltak Loodsen is de kweekvijver voor leiding binnen het Waterwerk. 3.6 Leiding Logisch gevolg van het scouting traject is dat leden uiteindelijk alles wat zij hun scouting carrière geleerd hebben in de praktijk brengen als leider. Hierdoor zijn zij in staat om basis van hun persoonlijke ervaring Scouting en haar programma over te brengen en aan te bieden aan jonge nieuwe Scouts. Natuurlijk is er meer nodig dan ervaring. Daarvoor biedt Scouting Nederland een trainingslijn. Binnen die trainingslijn zijn specifieke elementen toegevoegd om de kwaliteit van leiding binnen het waterwerk te waarborgen. Overigens sluiten de trainingslijnen ook prima aan bij mensen die geen scouting ervaring hebben maar wel leiding willen geven Erkenningen In elke speltak van elke scoutinggroep moet tenminste iemand van het leidingteam in het bezit zijn van een erkenning. Voor het verwerven van een erkenning moet een start & Programmatraining en gevolgd. Behalve de organisatie van de vereniging, vormt het leidinggeven en het programmeren van het spel van scouting de hoofdmoot van de training. Voor leiding van waterspeltakken geldt als aanvullende eis dat deze in het bezit moet zijn van een machtiging bootleiding (MBL) voordat een erkenning wordt uitgereikt. Doordat waterwerkleiding tijdens de programmatraining de module nautische beoordelingtechnieken volgt, verwerft deze tevens de status van CWO-beoordelingsgemachtigde voor CWO-diploma's op niveau I en II (vaardigheidsinsignes). 4. TRAINING 4.1 Inleiding 4.2 Training Leiding Start & Programma training, Training blauwe lijn, groepsintroductie, regio introductie,4.2.1basis training Training kampeer-erkenning4.2.2training erkenning programma training4.2.3programma training Training opleiding MBL/CWO4.2.4.Training opleiding MBL/CWO Nautisch/technische trainingen, sleeptraining, instructeur 5. NAUTISCH TECHNISCHE RICHTLIJNEN 5.1 Inleiding Nautisch technische richtlijnen (NTR) zijn bedoeld om de veiligheid bij het spel van scouting op het water te bevorderen. In de NTR staan: - de eisen voor nautische vaardigheidsinsignes en de Machtigingen Bootleiding (MBL); - daarmee voor de diploma's van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO); - de keuringseisen voor het varende materiaal; - alle procedures rond keuringen en examens; - adviezen ter bevordering van de veiligheid. De NTR zijn aangepast aan de veranderde eisen van BPR, RPR, de Nederlandse wetgeving (klein vaarbewijs en binnenschepenwet) en de Europese wetgeving (CE-keurmerken), voor zover dit van belang is voor het spel van scouting op het water. CWO-diploma-eisen, zijn geldig zolang de CWO geen nieuwe versie heeft uitgebracht. De diplomalijnen voor Grote motorschepen, Motortechniek en Slepen zijn bij het ter perse gaan van het Vademecum 2000 nog niet door de technische commissie (TC) en het bestuur van de CWO vastgesteld. De CWO verstrekt diploma-eisen van alle lijnen altijd gratis in de nieuwste versie. De nieuwste versie is daardoor altijd beschikbaar via de secretaresse waterwerk en op het internet Veiligheid op het water De activiteiten van het waterwerk van Scouting Nederland brengen risico's met zich mee. Daarom heeft de vereniging Scouting Nederland een uitgebreid veiligheidsbeleid voor het spel van scouting op het water. Dit veiligheidsbeleid heeft zijn waarde bewezen. Als waterscouts verzeilen in situaties waarbij hulpdiensten betrokken 9

10 worden, blijkt telkens dat de betrokken waterscouts onvoldoende weet hebben gehad van, of onvoldoende gehandeld hebben volgens, het veiligheidsbeleid. Een belangrijk deel van het veiligheidsbeleid staat beschreven in dit hoofdstuk NTR Organisatie In het huishoudelijk reglement van de vereniging Scouting Nederland is vastgelegd dat het veiligheidsbeleid voor het waterwerk wordt beschreven in de Nautisch Technische Richtlijnen. Er zijn ongeveer 270 scoutinggroepen met ten minste één waterspeltak. Waterscoutinggroepen werken samen in 20 Regionale Admiraliteiten. De nautische aspecten van het gezamenlijke vaargebied van de watergroepen is een belangrijk aandachtspunt in dat samenwerkingsorgaan. De Nautisch Technische Richtlijnen worden vastgesteld door de besturen van de Regionale Admiraliteiten de Kleine Vlootraad. De Nautisch Technische Richtlijnen worden uitgebracht door de Landelijke Nautisch Technische Commissie. Het toezicht op de naleving en nakoming van de Nautisch Technische Richtlijnen behoort tot de taken van de regionale en landelijke Nautisch Technische Commissies Drie dukdalven Het veiligheidsbeleid voor het waterwerk is afgemeerd aan drie dukdalven Twee daarvan worden geregeld in de Nautisch Technische Richtlijnen. Dat zijn de machtigingen bootleiding en keuringen van het varend materiaal. De derde pijler is het systeem van erkenningen van leiding. Dat geldt voor de hele vereniging Inleiding Machtiging bootleiding (MBL) Elke boot die in scoutingverband vaart moet behoorlijk zijn bemand en onder leiding staan van een lid dat in het bezit is van een MBL voor het type schip waarop gevaren wordt. Om een dergelijke machtiging te verwerven moet het lid een examen afleggen. In dat examen wordt behalve naar de praktische en theoretische kennis en vaardigheden, gekeken naar de leiderschapscapaciteiten en het verantwoordelijkheidsbesef. De eisen hiervoor staan in de Nautisch Technische Richtlijnen aangevuld met de diploma-eisen van de CWO. Voor het toetsen van de kennis en vaardigheden maakt Scouting Nederland per 1 januari 1999 gebruik van de diploma-eisen van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). Tot de bemanningseisen behoort bij de motorschepen vanaf 15 meter dat er een bemanningslid in het bezit moet zijn van een Motordrijverscertificaat. Verder is als eis gesteld dat bemanningsleden voldoende moeten kunnen zwemmen of een reddingsvest dragen. Voor elk bemanningslid moet er een reddingsvest aan boord zijn, dat wordt gedragen als de omstandigheden daarom vragen Botenkeuringen Om te dat het varend materiaal aan veiligheidseisen voldoet, moet dit regelmatig aan een keuring worden onderworpen. Voor vrijwel alle schepen betekent dit dat zij jaarlijks door de Nautisch Technische Commissie worden gekeurd. Hierbij wordt gelet op de aspecten die te maken hebben met de eisen die gelden voor de klasse van het schip, op de onderhoudstoestand en op de inrichting en uitrusting. Uiteraard wordt rekening gehouden met het soort vaartuig, het thuiswater en het beoogde vaarwater. Voor elk goedgekeurd schip wordt jaarlijks een keuringssticker verstrekt. De uitslag van de keuring kan worden aangetekend op het keuringscertificaat en wordt opgenomen in de landelijke registratie. Uiteraard mag met een afgekeurd schip niet worden gevaren en mag niet op een vaarwater worden gevaren bewerkstelligen waarvoor het schip niet geschikt is bevonden Toezicht en waarborg In de eerste plaats is het groepsbestuur, gepersonifieerd in de groepsvoorzitter of de groepsbegeleider, ervoor verantwoordelijk dat aan bovenstaande zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. De Regionale Admiraliteit, met haar regionale Nautisch Technische Commissie, draagt zorg voor de examens en keuringen. Daarnaast heeft de Nautisch Technische Commissie een signalerende en adviserende taak naar de besturen van de Regionale Admiraliteit en de groepen. 5.2 Machtiging Boot Leiding (MBL) Het soort vaartuigen, roei-, zeil- of motorboten en de diverse vaarwateren, van recreatieplassen tot en met het IJsselmeer, vereisen verschillende vaardigheden. De soorten vaartuigen zijn in diverse categorieën ondergebracht en worden door een letter- en cijfercombinatie weergegeven. De Machtigingen Boot Leiding (MBL s) zijn de vaarbewijzen van Scouting Nederland. Gaan waterscouts varen, dan moet er iemand aan boord zijn die een MBL voor het betreffende vaartuig heeft. De MBL s zijn ingesteld om in Scouting veilig en verantwoord te kunnen varen. Voor de theoretische en praktische eisen zijn de MBL s gebaseerd op de CWO-diploma s. Voor de MBL geldt echter dat naast de CWO-eisen omtrent leiderschapskwaliteiten, kunnen schipperen en verantwoordelijkheidsbesef voor boot en bemanning, de kandidaat in al deze opzichten het vertrouwen van het 10

11 leidingteam en daarmee van het groepsbestuur heeft verkregen. Primair geldt dat de teamleider (schipper of speltak-bg) bepaald dat de kandidaat in staat is om leiding te geven aan de bak en de boot. Voor een- of tweemansboten, zoals kano s of Piraatjes, bestaan daarom geen MBL s. In die boten is geen sprake van een wezenlijke leidingsituatie. Om dezelfde reden zijn de diploma s Motordrijver en Slepen geen MBL, maar een certificaat of aantekening. Om binnen Scouting met een boot te mogen varen dient de bootleid(st)er in het bezit te zijn van een relevante MBL en dient het schip een goedgekeurd te zijn. De verantwoordelijkheid voor schip en bemanning, tijdens het varen, ligt bij de bootleid(st)er. De Waterwerkgroep dient, als hoofdverantwoordelijke, de voorwaarden te scheppen waarbij leden in staat worden gesteld om aan de gestelde voorwaarden te voldoen. Dit betekent dat de groep bootleid(st)ers in staat moet stellen om de relevante MBL's te halen. Verder moet de groep er voor zorgen dat de boten in een toestand blijven waarin ze goedgekeurd worden. Om een MBL te verwerven moet het lid een examen afleggen. In dat examen wordt behalve naar de praktische en theoretische kennis en vaardigheden, gekeken naar de leiderschapscapaciteiten en het verantwoordelijkheidsbesef. Voor het behalen van een MBL wordt binnen SN gebruik gemaakt van de CWO-diploma s. Het opleidingstraject voor een MBL wordt opgebouwd uit twee of drie CWO-diploma s. Een CWO-diploma dat kan leiden tot een MBL wordt afgenomen door BG s van de Regionale Admiraliteit of de LNTC. Een MBL wordt alleen afgegeven wanneer de teamleider van de kandidaat (groepsbeoordelingsgemachtigde) of de groepsvoorzitter daarvoor een verklaring afgeeft. MBL s zijn er in verschillende soorten. Ze zijn genoemd naar het soort vaartuig. Bijvoorbeeld MBL Z1 voor Zeilboot korter dan 7 m. De MBL s zijn als volgt ingedeeld: R Roeiboten Z 1 Zeilschepen tot 7 meter Z 2 Zeilschepen langer dan 7 meter, waaronder kajuitzeiljachten en traditioneel zeilende vrachtschepen (bruine vloot) C Navigatie (zeilen, op groot water) M1 Schepen voorzien van een buitenboordmotor M2 Motorschepen met een inbouwmotor, korter dan 15 meter, waaronder slepers, opduwers, kruisers en motorjachten M3 Motorschepen met een inbouwmotor, vanaf 15 meter (wachtschepen),waaronder traditionele vrachtschepen (bruine vloot). 5.3 CWO De CWO is ingesteld om eenheid te krijgen in de diverse vaardiploma's die bij de vaarscholen en verenigingen worden Initiële uitgave. De grote verscheidenheid had tot gevolg dat buiten Scouting niemand eigenlijk wist welk diploma je had, of welk diploma van school A nu overeenkwam met welk diploma van school B of vereniging C of een MBL. In deze situatie is met de invoering van het CWO-diplomasysteem verandering gekomen. Doordat nu bijna alle watersportverenigingen en vaarscholen hun opleidingen afsluiten met een CWO-diploma (als de cursist of het lid daarvoor in aanmerking komt), weet iedereen waar hij aan toe is. Feitelijk betekent dit dat de CWO-lijn de basis vormt en het MBL aanvullend is op het CWO. 5.4 CWO en Kwaliteitsborging Onder verantwoordelijkheid van de RA geven de BG s die samenwerken in de RNTC CWO-diploma s af die de grondslag kunnen zijn voor een MBL. Alleen de RA (en de LNTC) mogen MBL s uitgeven. De groepsraad (het groepsbestuur) is verantwoordelijk voor het afgeven van de meeste CWO-diploma s op niveau I en II. Deze diploma s in bepaalde lijn mogen alleen worden afgeven als aan de betreffende speltak van de groep een BG verbonden is voor die diplomalijn. Toezicht op de kwaliteit gebeurt op vijf manieren: 1. Er is centraal toezicht door de werkgroep CWO van de LNTC op het benoemen van BG's voor het niveau III en de algehele gang van zaken; 2. Regionaal is er toezicht op de benoeming van beoordelingsgemachtigden voor de niveaus I en II. Hierbij wordt opgemerkt dat door de examens op niveau III door de NTC's, in feite de vaaropleiding in de groepen en de speltak- BG's worden mee beoordeeld. De RA houdt zo bijvoorbeeld toezicht op de diplomaverstrekking in de aangesloten groepen. 3. Door uitwisseling van leden van groepen en Admiraliteiten bij de deelname aan regionale en lande-lijke vaar- en wedstrijdactiviteiten ontstaat een redelijk beeld van het vaardigheidsniveau in een groep of Admiraliteit. 4. Alle BG's nemen jaarlijks deel aan verplichte afstemdagen die landelijk of in de regio worden georganiseerd. 5. Zowel door het CWO-secretariaat, door het KNWV, als door de werkgroep CWO van de LNTC kunnen examens steekproefsgewijs worden bezocht. Het doel hiervan is informatief en signalerend, ten behoeve van de onderlinge afstemming en kwaliteitswaarborging. Door iemand namens de CWO en het KNWV op te nemen in de werkgroep, worden de bezoeken in principe maar door één team uitgevoerd. 11

12 Van een waterscoutinggroep of een Regionale Admiraliteit wordt door de CWO verwacht dat deze zich houdt aan de door Scouting Nederland en het KNWV gemaakte afspraken. Elke BG tekent hiervoor een verklaring bij zijn of haar benoeming. Bovendien mag een BG alleen diploma s afgeven zolang deze werkt onder verantwoordelijkheid van een groeps- of admiraliteitsbestuur. 'Het is aan de deelnemende locaties (waterscoutinggroepen en RA s) de taak zich te conformeren aan de democratisch genomen besluiten.' Bij een blijvende deloyale houding ten opzichte van het algemene CWO-belang is uitsluiting van het CWO-systeem mogelijk. 5.5 Insignes en CWO De nautische vaardigheidsinsignes zijn gebaseerd op die van CWO-diploma s op de niveaus I en II. Samen met de MBL's (machtigingen bootleiding) vormen deze de vaaropleiding voor waterscouts. CWO-diploma's kun je niet alleen als insigne bij Scouting Nederland halen, maar ook bij zeil- of vaarscholen en andere watersportverenigingen. Om er voor te zorgen dat die diploma's (insignes) overal in het land op dezelfde manier worden afgenomen, mag alleen een CWO-beoordelingsgemachtigde (afgekort tot BG) of een CWO- (hoofd)instructeur onder verantwoordelijkheid van een CWO-opleider dat doen. De insignes die horen bij CWOniveaus I en II zijn: roeien, zeilen rood, zeilen groen, motortechniek en buitenboordmotorbootvaren. 5.6 Vorderingenstaten Wat ook anders werkt dan bij andere insignes is dat de opdrachten stuk voor stuk worden afgetekend. Dat gebeurt op een vorderingenstaat. Die vorderingenstaten kan elk stafteam los verkrijgen bij de secretaresse waterwerk van het Landelijk Bureau van Scouting Nederland, maar ze staan ook in het monsterboekje. Die vorderingenstaat houdt de kandidaat zelf bij zich, tot die helemaal vol is. Voor de administratie van de schipper zit er achter in het vademecum een speltakvorderingenstaat. Daarop kan de schipper de namen van alle waterscouts invullen en van iedereen bijhouden hoe het ermee staat. Daarnaast kan elke scout natuurlijk zijn eigen vorderingenstaat bij houden in bijvoorbeeld het monsterboekje. Dat aftekenen hoeft niet op een speciaal moment. Het stafteam ziet elke week hoe de bak met de eigen boot bezig is. Zodra ze van een lid hebben gezien dat die de boot een paar keer keurig heeft afgemeerd en opgeruimd, kunnen ze bijvoorbeeld de onderdelen 5 (afmeren) en 7 (klaarmaken voor de nacht) op de vorderingenstaat Roeien voor die scout aftekenen. 5.7 CWO Diploma s, MBL s en insignes behalen Alle erkende leiders en leidsters van binnen het waterwerk zijn tevens erkend als BG voor de CWO. Elk lid van het stafteam (stuurmannen en stuurvrouwen, schippers en schipsters) mogen dus de insignes (CWO-diploma's) afgeven waarvoor die schipper of stuurman zelf een MBL heeft. Dus als de stuurman een MBL roeien heeft, mag hij bij de waterscouts van jullie eigen wacht het insigne roeien afnemen. Wanneer de schipster het MBL zeilen heeft kan zij je helpen om het insigne zeilen rood en daarna zeilen groen te halen. Als bewijs dat je stafteam dat mag, hebben ze bij jullie wacht een CWO-stempel. Tegen inlevering van je volle (losse) vorderingenstaat krijg je een echt CWO-diploma en natuurlijk het vaardigheidsinsigne voor op je mouw. Je schipper moet die vorderingenstaat dan ten minste twee jaar bewaren, om te kunnen bewijzen dat jij het insigne echt hebt verdiend. Intussen kun jij verder met het volgende insigne en een volgende vorderingenstaat. 5.8 Aftekenen Zolang het stafteamlid dat BG is erbij aanwezig is, mag ook iemand anders van de leiding een onderdeel aftekenen. Het diploma, en dus het insigne, mag echter alleen door de BG van het stafteam worden uitgeschreven of afgegeven. Indien geen van de leiding een BG is, is er mogelijk een ander leider binnen de, die wel BG is voor dat CWOdiploma. Wanneer dat niet mogelijk is, kan de hulp de Nautisch Technische Commissie van de Regionale Admiraliteit worden ingeroepen. De meeste leden van die commissie zijn BG voor een of meer CWO-diploma's die een MBL opleveren. Die BG's mogen op verzoek van je eigen leiding natuurlijk ook de CWO-diploma's aftekenen die bij de vaardigheidsinsignes horen. 5.9 Zeilscholen Wat ook kan is om met een lege of nog maar gedeeltelijk ingevulde vorderingenstaat in de zomervakantie een weekje naar een zeilschool te gaan of ook nog lid te worden van een andere watersportvereniging bij jullie in de buurt. Zowel die zeilschool als die vereniging werken met dezelfde CWO-diploma's. Aan de hand van je vorderingenstaat weten ze bij de zeilschool of die vereniging precies wat jij al kan en wat je er nog bij kan leren. Een van die zeilscholen hoort bij Scouting. Bij de Zeilschool Scouting Nederland in Harderhaven werken andere scouts als instructeur en wordt er natuurlijk in lelievletten gevaren. Er zijn heel veel verschillende CWO-diploma's. Het is niet gezegd dat elke watersportvereniging alle diploma's ook gebruikt. Bij een niet Scouting zeilschool zullen ze bijvoorbeeld vaak niets aan roeien of buitenboordmotorbootvaren doen. Het insigne wordt trouwens alleen maar bij jouw scoutinggroep afgegeven. Als je ergens anders een diploma hebt gehaald, moet je daarna je vorderingenstaat of diploma aan je schipper overleggen zodat deze je dan ook het insigne kan uitreiken. 12

13 5.10 Examens CWO I en CWO II In de groep of tijdens cursussen, die door Scouting, een watersportvereniging of een vaarschool worden gegeven, kunnen de vaardigheden voor de CWOI en CWOII worden aangeleerd en geëxamineerd De vaardigheidsinsignes kunnen daarvoor als opstap dienen. Alle CWO-diploma s zijn op de vorderingenstaten verdeeld in onderdelen, die stuk voor stuk kunnen worden afgetekend. Een vorderingenstaat moet in maximaal 18 maanden worden afgewerkt. Het theoriegedeelte blijft de totale periode van 18 maanden geldig. Het praktijkgedeelte moet in zijn geheel binnen èèn vaarseizoen van maximaal 6 maanden worden volgemaakt. Anders moet de kandidaat hiermee het volgende vaarseizoen opnieuw beginnen. Een volledig ingevulde vorderingenstaat moet ook binnen 18 maanden worden omgezet in een CWOdiploma. Daarbij moet de vorderingenstaat worden ingenomen en ten minste 2 jaren bewaard Examens CWO III en MBL In principe zal een kandidaat worden aangemeld voor een examen op CWO III-niveau, wanneer deze in het bezit is van de vaardigheidsinsignes, en dus de CWO-niveaus I en II, van dezelfde diplomalijn beheerst. Dat blijkt onder meer uit de registratie, die de waterscoutinggroep met het computerprogramma Chil verzorgt. Een volledig afgetekende vorderingenstaat of CWO-diploma kan natuurlijk ook als bewijs dienen. Een kandidaat mag bij de RA worden aangemeld voor een CWOIII en MBL, als de teamleider of schipper (speltak- BG) verklaart dat de kandidaat beschikt over voldoende leiderschapskwaliteiten en verantwoordelijkheidsbesef om met boot en bemanning binnen Scoutingverband te kunnen varen. Deze verklaring kan toegevoegd worden op het aanvraagformulier voor een examen op CWO-III-niveau. Als de examinator die mening deelt kan bij het CWOdiploma ook het bijhorende MBL worden uitgereikt. Dit mag natuurlijk alleen indien het examen gehaald wordt. De examens voor MBL s worden dus door een CWO-beoordelingsgemachtigde van de Regionale Admiraliteit of Landelijke Admiraliteit afgenomen aan de hand van de eisen voor een CWO-diploma. Aan leden van Scouting die al in het bezit zijn van een CWO-III-diploma en waarbij een verklaring van de teamleider of schipper (speltak-bg) wordt overlegd waarin staat dat de CWO-gediplomeerde beschikt over voldoende leiderschapskwaliteiten en verantwoordelijkheidsbesef om met boot en bemanning binnen Scouting verband te kunnen varen, kan door de Regionale admiraliteit zonder verder examen het desbetreffende MBL worden uitgereikt. Het probleem kan zich voordoen dat een kandidaat bij het examen voldoende presteert voor CWO III, maar de kandidaat blijkt (ondanks de aanwezigheid van een verklaring van de Schipper) niet de capaciteiten te beschikken om goed en verantwoord boots te zijn. Als examinerend BG kun je de leiding erop wijzen dat zij verantwoordelijk zijn voor de geschiktheid van de kandidaat en dat in de visie van de BG onvoldoende niveau is gebleken op dit onderdeel. De RNTC kan zich in die situatie het recht voorbehouden een MBL niet toe te kennen en alleen over te gaan tot toekenning van een CWO-diploma op niveau III. Zij zullen overleg moeten voeren met de schipper en/of BG van de groep. In dit overleg moeten motivatie van de beslissing en de motieven van de Schipper worden besproken en gewogen. Uiteindelijk moet men consensus kunnen vinden in een oplossing. Bijvoorbeeld: - Alsnog MBL toekennen - In een later stadium een nieuw examen afnemen m.b.t. de verantwoordelijkheid voor boot en bemanning - Alternatieven aangeven, zoals het behalen of afgeven van andere CWO-diploma's en vaardigheidsinsignes (indien de kandidaat deze al niet bezit). - In geval van het ontbreken van een consensus kan de schipper in beroep gaan bij de LNTC en kan bijvoorbeeld een herexamen bij de LNTC of een andere RA worden afgelegd. Het resultaat van dat examen is voor beide partijen bindend Registratie CWO-diploma en MBL De Regionale Admiraliteit registreert het behaalde CWO-diploma (op niveau II of III) en de MBL onder het lidnummer van de kandidaat in het computerprogramma Baloe en doet ten minste eenmaal per jaar hiervan een afschrift van toekomen aan het Team Registratie van het Landelijk Bureau van Scouting Nederland. Een overzicht na elke examenronde wordt op prijs gesteld. Het Team Registratie zorgt er voor dat alle behaalde CWO-diploma s worden aangemeld op het CWO-secretariaat. De CWO registreert de individuele diploma s niet zelf. Elk speciaal nautisch vaardigheidsinsigne, MBL of CWO-diploma wordt geregistreerd bij Scouting Nederland. Daarom moet de scoutinggroep een insigne onder het lidnummer noteren. De groepssecretaris heeft daarvoor de beschikking over het computerprogramma Chil. Daarin is ook terug te zien welk lid van het stafteam als BG voor een bepaald afgegeven vaardigheidsinsigne is opgetreden. De groepssecretaris stuurt het Landelijk Bureau van Scouting Nederland regelmatig een overzicht van alle wijzigingen, zoals behaalde diploma's CWO-diploma s, MBL s en (beroeps)opleidingen Een vrijwilliger beschikt nooit over de opleidingstijd en de ervaring van een beroeps. De bedoeling van een vrijstellingregeling is daarom externe deskundigheid te kunnen betrekken bij het vrijwilligerswerk. Het gaat niet aan om daarvoor allerlei barrières op te werpen. Daarom wordt een volledige vrijstelling voor vergelijkbare diploma s verleend, indien voldoende kennis en vaardigheden kunnen worden verwacht. Als via opleidingen een van de volgende diploma s zijn behaald, is het mogelijk om op vertoon hiervan het overeenkomstige CWO-diploma of MBL bij vrijstelling toegekend te krijgen. 13

14 ***Zo mogelijk nog vervangen door het werkelijke besluit (schema) van de CWO per begin 2000*** Beroepsdiploma Toelichting CWO vrijstelling KOF Zeilbewijs Binnenvaart Groot Vb Zeilschepen geen praktijk, mits 2jr maat op charterschip Vrijstelling Kj III, Zz III, Bb III, Mb III en GMs III Gr. Vb Riv/Kan/Meren (RKM) Vrijstelling Bb III, Mb III en GMs III en Mt III Gr Vb Alle binnenwateren (AB) Vrijstelling Bb III, Mb III en GMs III en Mt III Rijnschipperspatent Opl als matroos + theorie Vrijstelling Bb III, Mb III en GMs III en Mt III Motordrijver Nieuwe CWO diploma Motordrijver (?) = Motortechniek III Mt III Machinist Binnenvaart Oud beroepsdiploma Nieuwe CWO diploma Stuurlied/kapit. MBO/HBO Maritiem Officier (MAROF) Werktuigkundige Andere diploma s Sportpatent NWB Stuurman Snelle Mb geen binnenwater praktijk, geen kennis BPR/RPR Motordrijver (?) Mt III Theorie Zz IV, bij kennis BPR/RPR: Vrijstelling Bb III, Mb III en GMs III Deze zeevaartdiploma s geven geen enkele indicatie dat betrokkene ook inzicht en vaardigheden heeft in het varen en manoeuvreren met binnenschepen, daarom aanvullende eis van BPR/RPR Theorie Zz IV, bij kennis BPR/RPR: Vrijstelling Bb III, Mb III en GMs III en Mt III Deze zeevaartdiploma s geven geen enkele indicatie dat betrokkene ook inzicht en vaardigheden heeft in het varen en manoeuvreren met binnenschepen, daarom aanvullende eis van BPR/RPR Nieuwe CWO diploma Motordrijver (?) Motortechniek III KOF Zeilbewijs GMs III/M3 Mt III/MD Groot vaarbewijs RKM GMs III/M3 Mt III/MD Groot vaarbewijs AB GMs III/M3 Mt III/MD Zz III/C Rijnschipperspatent GMs III/M3 Mt III/MD Motordrijver Mt III/MD Machinist binnenvaart Mt III/MD Stuurlieden en Kapiteins MBO of HBO Zz 14

15 Zeevaartschool III/C Stuurlieden en Kapiteins MBO of HBO Zeevaartschool met aantoonbare kennis BPR en RPR (zoals een MBL) GMs III/M3 Zz III/C MarOf met aantoonbare kennis BPR en RPR GMs III/M3 Mt III/MD Zz III/C WTK Mt III/MD Indien je op grond van een beroepsdiploma of een hier niet genoemd diploma, in aanmerking wilt komen voor vrijstelling van het examen voor een MBL of een CWO-diploma, moet je een verzoek indienen bij de werkgroep CWO van de LNTC. Het verzoek moet vergezeld gaan van een MBL-examenaanvraagformulier, inclusief een getekende verklaring van de teamleider, groepsvoorzitter of speltak-bg. In het verzoek wordt zo mogelijk genoemd welk MBL je wilt verkrijgen. Vergeet niet een fotokopie in te sluiten van de relevante diploma's en het vakkenpakket. De aanvraag moet worden gestuurd aan de secretaresse waterwerk. Ervaring met binnenwater (RPR/BPR) moet blijken uit (klein) vaarbewijs, Machtiging Bootleiding (MBL) van Scouting Nederland of relevant CWO-diploma op ten minste identiek niveau als aangevraagd diploma De aanvraag voor een vrijstelling wordt beoordeeld door een voor het gevraagde diploma deskundige BG en examinator. Het besluit wordt genomen door de werkgroep CWO van de LNTC. Op grond van alle niet genoemde beroepsdiploma's kan een verzoek tot vrijstelling worden ingediend bij de werkgroep CWO van de LNTC Terreinafbakening verenigingen en vaarscholen Regelmatig komen bij het KNWV klachten binnen dat er KNWV-aangesloten verenigingen- en opleidingslocaties, waaronder incidenteel ook scoutinggroepen en Regionale Admiraliteiten, zijn die opleidingen of cursussen aanbieden aan niet-leden. Om met het CWO-systeem te werken, hanteren de stichting CWO en het KNWV voor verenigingen andere voorwaarden dan voor vaarscholen. Vaarscholen werken alleen met gediplomeerde instructeurs die een gegarandeerde kwaliteit van de cursus dienen te waarborgen. Verenigingen, afhankelijk van de inzet van vrijwilligers, werken met beoordelings-gemachtigden door het KNWV benoemd, voor het beoordelen van het CWO-niveau binnen de vereniging. Om concurrentie tussen verenigingen en vaarscholen te vermijden, heeft het KNWV-bestuur de verenigingen verzocht slechts leden tot de lessen toe te laten. Indien men toch personen wil laten kennismaken met de vereniging (in een kennismakings- of introductiecursus) kan men ze een kennismakingslidmaatschap aanbieden dat in de cursusprijs is inbegrepen. In publicaties die verenigingen doen, moet blijken dat het een verenigingsactiviteit is, alleen bedoeld voor leden. Verenigingen, die toch graag op een meer professionele of commerciële manier willen gaan werken, hebben deze mogelijkheid door op basis van de vaarschoolnormen met het CWO-systeem te werken. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de werkgroep CWO van de LNTC of het KNWV Examens Algemeen Alle MBL's worden geëxamineerd aan de hand van de eisen voor de overeenkomstige CWO-diploma's. Elke "CWOlocatie" heeft daarbij het recht om binnen de landelijke CWO-eisen het examen zo in te richten als past bij de eigen tradities en gewoonten. Het waterwerk van Scouting Nederland heeft ervoor gekozen om de examens voor de CWO-diploma's in drie onderdelen te examineren, een theorie-examen, een schiemansexamen en een praktijkexamen. De verantwoordelijke schipper en speltak-bg (eventueel de groepsvoorzitter) moet voor de kandidaat een examen aanvragen bij de RA. Richtlijnen voor toetsing Om een CWO-diploma te verkrijgen, zal men door een door de CWO erkende instructeur c.q. beoordelingsgemachtigde (BG) beoordeeld moeten worden. Voor de beoordeling wordt gebruikgemaakt van een CWO-vorderingenstaat. De beoordelaar mag hiervoor gebruik maken van een groepsvorderingstaat. De op de vorderingstaat aangegeven onderwerpen kunnen in willekeurige volgorde worden afgetekend zodra de kandidaat het betreffende onderdeel beheerst. Een exemplaar van de vorderingenstaat blijft eigendom van de kandidaat totdat alle onderwerpen zijn afgetekend en het diploma wordt uitgereikt. Als extra voorwaarde is gesteld dat de datum waarop het eerste onderwerp is afgetekend en de datum waarop het laatste wordt afgetekend, maximaal 18 maanden uit elkaar mogen liggen. Binnen deze grens moeten de praktijkonderdelen in één vaarseizoen van maximaal 6 maanden worden afgetekend. Na afgifte van het diploma wordt de vorderingenstaat ingenomen. Indien gebruik is gemaakt van een vorderingenstaat in het monsterboekje moet een afschrift om te bewaren worden gemaakt. 15

16 Wel mogen de diverse onderwerpen door verschillende instructeurs of BG's bij verschillende CWO-vaarscholen of KNWV-verenigingen afgetekend worden. Aangeraden wordt in die situatie uitsluitend gebruik te maken van de officiële vorderingenstaat, zoals Initiële uitgave door de CWO. Indien de toetsingsmomenten ver uit elkaar liggen, kunnen eerder afgetekende onderwerpen bij de kandidaat zijn weggezakt. De CWO-instructeur of beoordelingsgemachtigde die dat constateert behoort deze onderwerpen alsnog tot het vereiste niveau te brengen alvorens tot uitreiking van het diploma over te gaan CWO niveau I en II Speltak-BG's en andere stafleden leiden de Scouts op voor CWO niveau I en II. Door middel van de CWO-modules leiden zij de kandidaten zodanig op dat zij een redelijke kans maken om te slagen voor het examen op CWO-IIIniveau. Dit betekent dat de instructeurs (de leiding van de speltak) moeten weten wat er op het examen gevraagd wordt. Door van het begin af aan te werken met de CWO-diplomalijnen is een goede vaaropleiding gewaarborgd. Stafteamleden moeten een grote eigen vaardigheid hebben in de discipline waar ze voor opleiden. Dit betekent echter niet per se dat elk lid van het stafteam zelf in het bezit moet zijn van dat MBL. Aan te bevelen is het echter wel. BG's en dus ook speltak-bg s moeten, in beginsel wel zelf in het bezit zijn van een MBL of een hoger CWOdiploma voor de discipline waarin ze werken. In de spel- en programmatraining voor waterwerkleiding zit een module nautische beoordelingstechnieken. Erkende leiding waterwerk krijgt daardoor de status van beoordelingsgemachtigde voor de CWO-niveaus I en II. Het is niet strikt noodzakelijk dat alle instructeurs in een speltak een beoordelingsmachtiging hebben. De speltak- BG's moeten de kwaliteit en de continuïteit van de examens waarborgen. Onder supervisie van een BG kunnen ook anderen als examinatoren (andere leiding, BG's in opleiding) delen van de vorderingenstaten voor de CWOdiploma's aftekenen. Indien er binnen een groep geen BG aanwezig is, moet voor het volmaken van de vorderingenstaat of het CWOdiploma op niveau I en II een examen aangevraagd worden bij de RA. Dit kan door een BG bij het speltakprogramma uit te nodigen. Door de RA kunnen cursussen worden georganiseerd voor de hele admiraliteit. De LNTC organiseert incidenteel landelijke cursussen. De Zeilschool Scouting Nederland, biedt jaarlijks diverse cursussen voor kielboot I, II en III, instructeur en examinator. In overleg organiseert de ZSN weekeinden voor kielboot IV en V. Verder zijn er de cursus Zeezeilen en navigatie, bijvoorbeeld op de zeeuwse klipper Lichtstraal. Deze cursus wordt op aanvraag bij voldoende belangstelling georganiseerd door de LNTC. Ten minste een maal per jaar wordt een (verplichte) BG-dag georganiseerd door de RNTC, waarop wijzigingen en wet- en regelgeving en opfristhema s kunnen worden aangeboden om ondersteuning te bieden aan het handhaven van de kwaliteit van BG s CWO-niveau III en MBL CWO-examens op niveau III en MBL-examens worden in principe in de 'eigen' Regionale Admiraliteit afgelegd bij de beoordelingsgemachtigden van de RNTC. Binnen de Regionale Admiraliteiten (RA's) worden tot en met niveau CWO III examens af genomen. Indien men een bepaald MBL-examen in de eigen Regionale Admiraliteit niet kan afleggen, kan via overleg tussen de betrokken Regionale Admiraliteitsbesturen het examen worden gedaan bij een beoordelingsgemachtigde van een buur-admiraliteit of iemand uit de Landelijke Admiraliteit. In die situatie controleert de COT of er aan de eisen voldaan is om examen af te mogen leggen. (Zowel administratief als op kennis- en ervarings-niveau) en neemt de COT contact op met de werkgroep CWO van de LNTC. Hij stuurt daarvoor de examenaanvraag op naar de secretaresse waterwerk van het Landelijk Bureau. De werkgroep CWO van de LNTC zal zo snel mogelijk na ontvangst van de papieren contact opnemen met een BG voor de gewenste discipline. Deze BG neemt contact op met de kandidaat om een afspraak te maken voor het afnemen van het gewenste examen. Hierna handelen de kandidaat en de BG-er de zaken verder af. Wanneer de vorderingenstaat geheel is afgestempeld door de beoordelingsgemachtigde, wordt deze ingenomen en het diploma met de handtekening van de beoordelingsgemachtigde verstrekt. De voorzitter van de Regionale Admiraliteit verleent (namens de voorzitter van de LA) de MBL aan de kandidaten, die aan de gestelde eisen voor het overeenkomstige CWO-diploma hebben voldaan en beschikken over een verklaring van de schipper, groepsvoorzitter of speltak-bg. Binnen de opleiding van de kandidaat zal de Schipper zich daarom moeten vergewissen van de kwaliteit met betrekking tot verantwoordelijkheid voor boot en bemanning. Voldoet een examenkandidaat ook daaraan, dan vult de Schipper een verklaring in die wordt bijgevoegd aan de examen aanvraag. Bij klachten over de afname van CWO-examens, zullen deze door de werkgroep CWO van de LNTC samen met de betrokken Regionale Admiraliteit worden onderzocht CWO-niveau IV en hoger Voor de diploma's CWO IV en hoger, kan men zich wenden tot de werkgroep CWO van de LNTC. Deze kunnen op hun beurt een beroep doen op De Zeilschool Scouting Nederland (ZSN), 16

17 Het Koninklijk Nederlands watersport Verbond (KNWV), Het CWO-secretariaat De CWO-vaarscholen Theorie examens CWO-niveau III / MBL Het theorie-examen voor het CWO-diploma dat leidt tot de MBL roeien R, zeilen Z1, kajuitzeilen Z2, buitenboordmotorbootvaren M1, motorbootvaren M2 en wachtschepenvaren M3 bestaat uit 45 meerkeuzevragen. Hiervoor wordt in principe gebruik gemaakt van de standaardexamens van de werkgroep Vragenbank van de LNTC. Indien men ook open vragen wil stellen dan kunnen 5 open vragen aan het examen worden toegevoegd. De vragen die betrekking hebben op het uitrekenen van getijden of stroom kunnen bijvoorbeeld als open vragen worden gesteld. De theorie-examens voor Navigatie en het certificaat Motordrijver bestaan volledig uit open vragen. Meerkeuzevragen zijn toegestaan, maar mogen slechts een klein deel (maximaal 30%) van het examen uitmaken. De kandidaat is geslaagd als ten minste 70% van de vragen goed beantwoord is. Het theorie-examen is als onderdeel van de vorderingenstaat 18 maanden geldig. Dit betekent dat de kandidaat binnen 18 maanden de overige delen van de vorderingenstaat moet af tekenen. Zo niet, dan moet er opnieuw theorie-examen worden gedaan worden. In principe zal een CWO-diploma op niveau III zoveel mogelijk op een dag en achter elkaar door worden afgenomen Inrichting van de vragen De BPR en RPR vragen worden gebaseerd op de nieuwste Almanak voor Watertoerisme deel 1. De vaarreglementen veranderen ieder jaar, gebruik dus steeds het nieuwste boek! Stel jezelf steeds op de hoogte van de wijzigingen Meerkeuzevragen Een meerkeuzevraag is opgebouwd uit een stam, een goed alternatief en (meestal drie) foute alternatieven. Een goede vraag voldoet aan twee kwaliteitseisen: - de vraag moet zo valide mogelijk zijn; - de vraag moet zo betrouwbaar en objectief mogelijk zijn Validiteit Met validiteit wordt bedoeld dat de vraag in werkelijkheid moet meten wat ze zegt te meten. Als men het inzicht in zeilen wil meten, moet men dus niet de taalvaardigheid meten. Een dergelijke vraag is niet valide (geldig). Een valide vraag is leerdoelgericht. Een goede vraag kan zowel gericht zijn op gedragsaspecten (beheersingsvormen) als op de leerstof (inhoudsaspecten). Het totale examen moet in bevredigende mate de hoofdzaken van de stof dekken Betrouwbaarheid We streven ernaar dat een examen zo precies mogelijk aangeeft hoe het op dat moment met de kennis van de kandidaten is gesteld. De betrouwbaarheid van een examen geeft de mate van nauwkeurigheid aan waarmee ze de leerresultaten meet. Wanneer een toets herhaald wordt, moet bij benadering hetzelfde resultaat worden geboekt. Fouten die de betrouwbaarheid van een examen beïnvloeden: - de vraag kan op meerdere manieren worden uitgelegd (formuleer de vragen ondubbelzinnig, zodat er geen misverstand kan ontstaan over het verwachte antwoord); - het examen kent te weinig vragen (maar een examen is altijd een steekproef); - de kandidaten hebben te weinig tijd om het examen te doen; - de kandidaten hebben de mogelijkheid om te spieken; - de nakijkprocedure ligt niet vast (daarom een meerkeuze-examen, dat is objectief na te kijken). Indien dezelfde beoordelingsgemachtigde het examen na een behoorlijk lange tijd nog een keer nakijkt moet de uitkomst van het examen hetzelfde zijn. Een zelfde situatie kan worden verkregen indien twee beoordelingsgemachtigden het examen onafhankelijk van elkaar nakijken. Pas als op beide manieren dezelfde uitkomst wordt verkregen is een examen betrouwbaar. Zorg voor voldoende vragen per examen, de betrouwbaarheid neemt toe met de lengte van het examen. Een examen mag echter ook weer niet te lang zijn, omdat anders vermoeidheidsverschijnselen optreden. Daarom is gekozen voor 45 vragen. Voor 45 vragen is anderhalf uur ruim genoeg. Verder valt op te merken: - het antwoord van de vraag mag niet bij een andere vraag te vinden zijn; - rangschik de vragen zoveel mogelijk per onderwerp; - rangschik de vragen in volgorde van oplopende moeilijkheid; - begin met een makkelijke vraag (binnenkomer); - overtuig je ervan dat de kandidaten enige ervaring hebben met de meerkeuzevragen; - stel de kandidaten vooraf op de hoogte van de beoordeling van het examen; - geef de kandidaten voldoende tijd om het examen te maken; - stel de kandidaten vooraf op de hoogte van de beschikbare tijd; - laat de kandidaten ongestoord werken; - waarschuw wanneer de tijd bijna om is, bijvoorbeeld een kwartier voor het eind; - geef kandidaten de gelegenheid om hun oordeel te geven over de kwaliteit van het examen. 17

18 Vuistregels voor het opstellen van meerkeuzevragen. De belangrijkste vuistregels voor het opstellen van meerkeuzevragen luiden: - formuleer zo eenvoudig en bondig mogelijk; - gebruik geen woorden die kandidaten niet kennen; - laat stam en alternatieven grammaticaal en logisch op elkaar aansluiten; - laat een vraag niet het oplossen van een andere vraag vergemakkelijken; - vermijd strikvragen; - een alternatief moet volledig zijn, de andere moeten onjuist of minder juist zijn; - de onjuiste alternatieven moeten voor kandidaten die de stof niet (goed) beheersen aanlokkelijk zijn; - zorg ervoor dat de vraag met antwoorden op één bladzijde staat; - onderscheid de vragen van elkaar door er voldoende witruimte tussen te laten; - let erop dat de juiste alternatieven in willekeurige volgorde zijn gezet. Pas het examen aan de kandidaten aan. Een groep van 25 jaar en ouder kun je andere vragen stellen dan een groep kandidaten van 12 jaar. De inhoud van de gestelde vraag blijft uiteraard hetzelfde, maar de formulering kan anders zijn. Zo zijn er meer soorten kandidaten te bedenken die een bepaalde formulering van vragen vereisen Zelf oefenen met meerkeuzevragen Ter voorbereiding op het theorie-examen kun je een computeroefenprogramma gebruiken. Een voorbeeld van een computerprogramma om daar mee te werken heet Vr-Theo (vaartheorie) en bevat meerkeuzevragen over alle MBL's, CWO-diploma s en andere vaarexamens zoals Klein Vaarbewijs I en II. Dit DOS-programma wordt niet meer ondersteund, maar is nog her en der onder de scoutinggroepen te verkrijgen. Hiermee kun je alle vragen over een bepaald MBL net zo lang oefenen tot dat je denkt aan het officiële examen toe te zijn. Het programma onthoudt wat je fout gedaan hebt en herhaalt de fout beantwoorde vragen net zo lang tot je alle vragen goed beantwoord hebt. Daarnaast zijn er een aantal pakketten met bijvoorbeeld vaarbewijsvragen op de markt die bruikbaar kunnen zijn als oefenmateriaal. Beoordelingsgemachtigden kunnen een uitgebreider programma verkrijgen waarmee het ook mogelijk is om zelf (proef-)examens samen te stellen. De officiële examens blijven in handen van beoordelingsgemachtigden van de Regionale Admiraliteit en LNTC. De werkgroep Vragenbank beperkt de vragen tot ongeveer opnieuw geselecteerde en verbeterde vierkeuzevragen. Uit deze selectie stellen zij een groot aantal standaardexamens op. Zowel de verbeterde vragenbank als de standaard examens komen beschikbaar via de secretaresse waterwerk op het Landelijk Bureau van Scouting Nederland. Van Regionale Admiraliteiten die deze examens of de verbeterde vragenbank gebruiken wordt verwacht dat ze telkens een kort rapport opmaken van elk afgenomen theorie-examen. In een dergelijk rapport moet staan hoe veel kandidaten het examen gemaakt hebben en per vraag welke antwoordalternatieven de kandidaten gekozen hebben. Met behulp van die informatie kan de werkgroep Vragenbank de examens verder verbeteren Laatste wijzigingen vaarreglementen Iedereen die vragen heeft over de vaarreglementen kan hiermee terecht bij de LNTC. De LNTC is in het bezit van een abonnement op alle vaarreglementen en vakbladen en is deelnemer in allerlei fora waar ontwikkelingen worden besproken. Hierdoor is de LNTC er van verzekerd op de hoogte te zijn van de laatste wijzigingen en ontwikkelingen. Door middel van de nautisch technische deelvergadering van de Kleine Vlootraad, artikelen in de scoutingbladen, nieuwsbrieven en de internetpagina's < wordt deze informatie doorgegeven Praktijk examen Kandidaten die praktijkexamen willen doen dienen reeds geslaagd te zijn voor het theorie-examen en in principe in het bezit te zijn van het voorgaande CWO-diploma in het zelfde discipline of tenminste te kunnen aantonen het onderliggende niveau te beheersen. Dat aantonen kan bijvoorbeeld met een volledig afgetekende vorderingenstaat, waarvan de geldigheid (18 maanden) nog niet is verstreken. De kandidaat vaart in principe af in het schip waarin hij/zij de opleiding heeft gevolgd. Alleen indien de kandidaat niet zelf voor een geschikt schip kan zorgen, kan de Regionale Admiraliteit een ander schip verzorgen. Het schip waarin examen wordt gevaren moet voldoen aan de standaarduitrusting. In veel gevallen zal worden afgevaren in een Lelievlet, maar verplicht is dat niet. Het examen wordt in principe afgenomen op het thuiswater van de groep van de kandidaat of op een vaarwater dat hiermee ten aanzien van de aspecten wind, stroming en drukte van het scheepvaartverkeer en soort scheepvaartverkeer een sterke mate van overeenkomst vertoont Sfeer tijdens een examen Het blijkt dat veel kandidaten, vooral in het begin, zenuwachtig zijn. Onder die omstandigheden is een optimale presentatie van de kandidaat niet te verwachten. Daarom volgen hieronder wat aanwijzingen. - Laat een kwartiertje "invaren" voordat je het examen begint. Doe dat zeker bij een voor de kandidaat vreemde boot, bemanning of vaarwater. - De kandidaat moet de gelegenheid krijgen om aan het schip te wennen. Het is dus onjuist het examen te beginnen met een moeilijke manoeuvre, bijvoorbeeld het wegvaren van lager wal. - Probeer de kandidaat op zijn/haar gemak te stellen, wees vriendelijk en niet al te zakelijk. 18

19 - Houd je nauwkeurig aan de exameneisen. De stof is al uitgebreid genoeg en het is voor de kandidaat zeer verwarrend, wanneer er meer of iets anders gevraagd wordt, dan redelijkerwijs verwacht kan worden. - Geef slechts een opdracht aan de hand van reële omstandigheden. - Treed tijdens het examineren niet in discussie met de kandidaat, maar geef hem/haar de gelegenheid rustig het examen te beëindigen. - Opdrachten moeten zo duidelijk worden gegeven, dat de bedoeling bij de kandidaat overkomt. Het heeft geen zin de kandidaat iets te laten doen om hem/haar hierna mee te delen, dat het uitgevoerde in het geheel niet werd gevraagd. - Vraag de kandidaat beweegredenen te noemen in situaties, die voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. - Houd het tijdschema in de gaten. Blijf over een onderwerp niet Adoorzagen@, omdat in een betrekkelijk korte tijd een beoordeling moet worden gegeven van alle kandidaten Anders examen doen Inleiding Het is belangrijk om aandacht te besteden aan het examineren van scouts met bijzondere problemen, zoals dyslexie of faalangst. Als examinator kun je een positieve invloed hebben op het presteren tijdens het examen Kandidaten die onderpresteren bij het theorie- of praktijkexamen Het probleem van deze kandidaten is dat ze voldoende kennis en vaardigheden bezitten, normaal intelligent zijn, maar door een leerstoornis of een angst wordt het prestatievermogen geblokkeerd. Ze werken hard voor het examen, hebben zich goed voorbereid, maar halen keer op keer een slecht resultaat. Dit frustreert. Deze prestatieblokkade kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld dyslexie en faalangst Dyslexie Van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs heeft 5% dyslexie. Dyslexie is een leerstoornis in de hersenen die het lezen en spellen treft en waarbij de prestatie onder de verwachting blijft (een belangrijk kenmerk) Om een indruk te geven welke denkstapjes we maken bij het lezen: Als de opdracht gegeven wordt: schrijf het woord "Lelievlet", dan zullen de meeste mensen binnen 5 seconden klaar zijn. Het lijkt zo eenvoudig, maar er gebeurt heel veel wanneer we in klanken gehoorde woorden vertalen in lettertekens en deze vervolgens opschrijven Faalangst Iedereen heeft wel eens angst. Angst is nodig voor een goede prestatie. Er bestaat positieve en negatieve angst. Het wordt pas een probleem als het leven door angst beheerst wordt. Het probleem van faalangst is dat niet gepresteerd wordt naar kunnen. Faalangst is de angst voor situaties waarin je beoordeeld wordt of denkt beoordeeld te worden... en die angst werkt belemmerend. Faalangst geldt veelal voor een bepaalde situaties. Waarvoor en wanneer iemand faalangstig is verschilt per persoon, bijvoorbeeld: - cognitief (problemen met theoretisch examen); - sociaal (verlegenheid in nieuwe groep); - motorisch (moeite met de juiste handelingen bij praktijkexamen); - wisselende verhouding is ook mogelijk. Faalangst heeft te maken met het zelfbeeld, er is een negatieve verwachting ten opzichte van eigen presteren (veelal op grond van negatieve ervaringen). Kinderen met faalangst wijten mislukkingen aan gebrek in eigen functioneren, terwijl ze succes wijten aan bijvoorbeeld een gemakkelijke toets. Succes heeft geen/weinig positieve invloed, ze pikken het eigen succes niet op, terwijl elke mislukking blijft hangen. Er is angst voor een negatieve beoordeling bij het leveren van een prestatie. Het denkproces speelt een grote rol bij faalangst. Waaraan kun je als examinator faalangst vaak herkennen: - lichamelijke reacties (zweten, trillen, rode vlekken, veel plassen); - psychische reacties (piekeren, angst als toestand, agressie, verdriet, wanhoop, ongeconcentreerd, laag zelfbeeld); - gedragsreacties (vermijden, weglopen, onredelijk, druk, nerveus, stil, stoer, brutaal); - lichamelijke reactie bij angst: hart sneller, bloed en zuurstof naar ledematen ten koste van keel, maag en darmen en de hersenen (blokkade), soms ademhaling verhoogt (extreem is hyperventilatie of black-out); Mogelijkheden voor de examinator Onderstaande tips maken een examen eigenlijk voor alle kandidaten prettiger. - Als examinator heb je het probleem dat dyslexie of faalangst bij kandidaten niet vooraf bekend is, dus geef in contact met leiding aan dat je graag rekening houdt met kandidaten, maar dat je dan wel geïnformeerd moet worden! - Je ontdekt tijdens het examen dat de kandidaat erg slecht presteert tegen verwachting in, probeer dan de manier van examineren nog bij te stellen. Rol van de examinator: - Een praatje bij binnenkomst om het ijs wat te breken en een stimulerende, positieve houding aan te nemen. - Bemoedigen en positieve verwachting uitspreken. - Heldere uitleg geven met de onderstaande aandachtspunten: 19

20 - kandidaten kunnen eerst rustig doorlezen, zodat ze weten wat gevraagd wordt, - zich blind staren op wat ze niet weten en vervolgens vastlopen. - Er is tijd genoeg, dus rustig werken. - Examen wordt niet op spelling beoordeeld. - Minimum tijd van examen, schept rust (bijvoorbeeld pas na uur mogen vertrekken, dat voorkomt vroegtijdig geloop). - Vragen of alles duidelijk is. - Gelegenheid bieden tot het stellen van vragen. Kandidaat waarvan bekend is dat zij lijden aan faalangst of dyslexie mondeling examineren. Het is hierbij belangrijk uit het team van examinatoren die examinator te kiezen die de meest rustgevende invloed op de kandidaten zal hebben. - Kandidaten niet te dicht op elkaar zetten. - Rust bieden en vermijden van achtergrondlawaai. - Iets te drinken aanbieden. Vuistregels voor het opstellen van een examen (zie ook 5.16): - Goede, logische opbouw (makkelijke vragen eerst en opbouwen naar moeilijker, abstracter). - Heldere en bondige taal gebruiken (niet te moeilijke woorden, geen ontkenningen, zeker geen dubbele ontkenning, opstapelingen van hoofd- en bijzinnen). - Qua vormgeving:. niet teveel tekst op één pagina;. overzichtelijke indeling met tussenkopjes, alinea's;. één lettertype, met schreven (de hier gebruikte Arial is schreefloos) en niet te klein;. gebruik illustraties die kans op begrip vergroten;. goed contrast, dus geen vage grijze vlekkerige gedraaide of golvende kopie;. eventueel tekst vergroten op het kopieerapparaat. - Andere vorm examen: mondeling (multiple choice vraagt om leesvaardigheid, is voor dyslectici juist lastiger, ook al is gokken makkelijker). - Direct na het examen de uitslag geven en snel feedback geven (weten wat wel goed ging). - Nooit scores voorlezen, niet rood strepen, maar verbetering in marge zetten en uitdelen. Andere mogelijkheden - Neem een proefexamen af als dat mogelijk is, geef daarop een beoordeling en bespreek na wat goed ging en wat beter zou kunnen en geef een cijfer. - Nabootsen van de echte examensituatie, dat maakt duidelijk wat verwacht wordt; - Door een proefexamen vermindert angst voor vreemde examinator. - Examinator kan ook alle leiding wijzen op het belang van een goede voorbereiding op het examen, duidelijk maken wat wel en niet verwacht wordt. - Het is een taak van de admiraliteit om leiding te stimuleren eigen scouts voor te bereiden op examen, bijvoorbeeld door een proefexamen te bieden en in geval van behoorlijke faalangst specifiek aandacht te besteden aan het veranderen van niet-helpende gedachten in helpende gedachten. 20

Brevetopleidingen Sloepgast

Brevetopleidingen Sloepgast Brevetopleidingen Sloepgast Sloepgast 2 Sloepgast 1 Meester- Sloepgast INSTRUCTIEBOEK VOOR DE ZEEKADET Brevet Sloepgast 2 Doel: Goed functioneren als bemanningslid van een roei-, wrik-, zeil- en motorvlet

Nadere informatie

Nautisch Technische Richtlijnen NTR 2008

Nautisch Technische Richtlijnen NTR 2008 Nautisch Technische Richtlijnen NTR 2008 0 - Voorwoord... 6 0.1 Voorwoord... 6 0.2 - Veiligheid op het water... 6 0.3 - Organisatie... 7 0.4 - Drie pijlers... 8 Machtiging bootleiding... 8 Botenkeuringen...

Nadere informatie

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009 Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009 Disclaimer: Bijgaande tekst gaat in op de gevolgen van de invoering van de nieuwe Binnenvaartwet voor vaarbewijzen en examinering

Nadere informatie

zeeverkennersgroep Sint Joris Informatieboekje

zeeverkennersgroep Sint Joris Informatieboekje zeeverkennersgroep Sint Joris Informatieboekje Inleiding Dit boekje is samengesteld voor nieuwe leden en hun ouders, zodat zij snel wegwijs kunnen worden in de wereld van scouting, waterwerk en natuurlijk

Nadere informatie

Vaarbewijzen voor de pleziervaart

Vaarbewijzen voor de pleziervaart Wet- en regelgeving Vaarbewijzen voor de pleziervaart Bijgaande tekst gaat in op de gevolgen van de invoering van de nieuwe Binnenvaartwet voor vaarbewijzen en examinering. De wet is van kracht per 1 juli

Nadere informatie

Visie Deskundigheidsontwikkeling 2010

Visie Deskundigheidsontwikkeling 2010 Visie Deskundigheidsontwikkeling 2010 Vastgesteld tijdens landelijke raad van 8 december 2007 B. Voorstel Uitgangspunten deskundigheidsbevordering Inleiding De positionering Modern en zichtbaar Scouting

Nadere informatie

Aftekenkaart Scouting Discovery 2016

Aftekenkaart Scouting Discovery 2016 Aftekenkaart Scouting Discovery 2016 Doelstelling Scouting Nederland: Het bevorderen van het Spel van Verkennen in Nederland, op grondslag van de ideeën van Lord Baden-Powell, om daarmee een plezierige

Nadere informatie

Vaarbewijzen. Vragen:

Vaarbewijzen. Vragen: Vaarbewijzen Binnenvaartwet Hoofdstuk 3. Regels aan boord 4. Vaarbewijs Binnenvaartbesluit Hoofdstuk 3. Regels aan boord 3. Vaarbewijs Binnenvaartregeling Hoofdstuk 7. Vaarbewijzen en radarpatenten 1.

Nadere informatie

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden Op zaterdag 8 en zondag 9 september 2018 organiseert de Admiraliteit 5 Rond Amstel en IJ de Roei- Zeil en. Dit jaar zal er op zaterdag gezeild worden op de Nieuw Meer en zondag geroeid en gewrikt worden

Nadere informatie

AANVRAAG CWO/MBL-EXAMENS

AANVRAAG CWO/MBL-EXAMENS AANVRAAG CWO/MBL-EXAMENS EXAMENPROCEDURE VOOR 2014 Regionale Admiraliteit 13 1. Welke examens neemt de RNTC af? De regionale nautische en technische commissie (RNTC) van onze admiraliteit heeft examinatoren

Nadere informatie

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden Op zaterdag 12 en zondag 13 september 2015 organiseert de Admiraliteit 5 Rond Amstel en IJ de Roei- Zeil en. Dit jaar zal er op zaterdag gezeild worden op de Nieuw Meer en zondag geroeid en gewrikt worden

Nadere informatie

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden

Roei- Zeil- & Wrikwedstrijden Op zaterdag 13 en zondag 14 september 2014 organiseert de Admiraliteit 5 Rond Amstel en IJ de Roei- Zeil en. Dit jaar zal er op zaterdag worden gezeild worden op de Nieuw Meer en zondag geroeid en gewrikt

Nadere informatie

VOORWOORD M juli 1994

VOORWOORD M juli 1994 VOORWOORD M3-20 11 juli 1994 VEILIGHEID is binnen onze vereniging een groot begrip. Per slot van rekening willen we na een dagje varen allemaal gezond weer naar huis. Met z'n allen hebben we hiervoor de

Nadere informatie

Handboek Opleidingen 2004 Hoofdstuk 20. 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A. 1. Algemene bepalingen

Handboek Opleidingen 2004 Hoofdstuk 20. 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A. 1. Algemene bepalingen 1.1 Algemeen opleidings- en examenprogramma instructeur A 1. Algemene bepalingen 1.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is de cursist voor te bereiden op het instructie geven aan beginnende

Nadere informatie

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 31 maart 2008 Ons kenmerk HDJZ/SCH/2008-412 Doorkiesnummer - Bijlage(n) 1 Uw kenmerk

Nadere informatie

Reglement Examencommissie SVPB

Reglement Examencommissie SVPB Reglement Examencommissie SVPB Nederland kent een scala aan waardevolle branchediploma s en certificaten die kwalificeren voor de uitoefening van beroepen, functies en taken in particuliere beveiligingsorganisaties.

Nadere informatie

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR' DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR' Uitgave 1 januari 2013 Artikel 1 Inleiding Dit reglement is van toepassing op het deelexamen ter verkrijging van het deelcertificaat Betontechnologisch

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs Instituut Fysieke Veiligheid Bureau Toezicht Examinering en Certificering Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl

Nadere informatie

Goedkeuring Examenreglement en -programma

Goedkeuring Examenreglement en -programma VW Goedkeuring Examenreglement en -programma Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende goedkeuring van het Examenreglement en van het Examenprogramma (Goedkeuring Examenreglement en -

Nadere informatie

Uitnodiging voor de Admiraliteitsraad

Uitnodiging voor de Admiraliteitsraad Datum: 21-10-15 Ref: UVAR1511 Opgesteld: 24-10-2015 Aan: T.k.a.: Alle (team) leid(st)ers waterwerk Leden admiraliteit 6 van de Maze Regiobestuur Ronde de Rotte Cirkel coördinatoren Admiraliteit 1,4,8,9

Nadere informatie

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht. Veilig varen Welkom KBC Utrecht Jasper Jansen 43 jaar Al ruim 35 jaar op het water: ouders, scouting, diverse zeilscholen, eigen schip CWO kielboot- en kajuitjachtinstructeur Ruim 20 jaar wonen en varen

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN

UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN UITVOERINGSREGELS KYNOLOGISCHE OPLEIDINGEN Uitvoeringsregels voor: de organisatie en uitvoering van kynologische opleidingen en examens georganiseerd door de Raad van Beheer al dan niet in samenwerking

Nadere informatie

Reglement Examencommissie ExTH

Reglement Examencommissie ExTH Reglement Examencommissie ExTH 1. Benoeming en samenstelling Examencommissie 1. De Examencommissie bestaat uit natuurlijke personen ten getale van ten minste vijf (5) en ten hoogste negen (9) leden. 2.

Nadere informatie

Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers

Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers In je rol van praktijkbegeleider of praktijkcoach speel je een belangrijke rol in het proces van kwalificaties

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO Binnen de mbo-scholen van de Lentiz onderwijsgroep ontstaan vaak vragen over de voorwaarden waaraan vrijstellingen voor AVO-vakken

Nadere informatie

Scouting Nederland Jeugd enthousiast voor zeilen

Scouting Nederland Jeugd enthousiast voor zeilen Scouting Nederland Jeugd enthousiast voor zeilen VSRP Brainstorm 11 Januari 2014 Lelystad Marc Elvery & Ferry van Yperen Wat doen we bij Waterscouting en hoe bereiken we potentiële leden: Waterscouting

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM

EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM EXAMENREGLEMENT CURSUSSEN NATIONAAL DUIKCENTRUM 1. HET REGLEMENT 1.1. Dit examenreglement geldt voor alle cursussen die onder auspiciën van het NDC worden gegeven. 1.2. Dit reglement wordt vastgesteld,

Nadere informatie

Reglement van Toelating

Reglement van Toelating Reglement van Toelating Begripsbepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: de Orde: de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors; het Bestuur: het bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

Handleiding Praktijkbegeleider. Praktijkexamen Schipper

Handleiding Praktijkbegeleider. Praktijkexamen Schipper Handleiding Praktijkbegeleider Praktijkexamen Schipper Inhoudsopgave Algemene informatie... 3 Online portfolio omgeving... 5 Het portfolio... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2 Algemene informatie Beste

Nadere informatie

Reglementen. Ivar ONRUST

Reglementen. Ivar ONRUST Reglementen Ivar ONRUST 2 Toepassingsgebied Diverse reglementen S.R.K.G.T. B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST Begrippen en Definities Ivar ONRUST Toepassingsgebied Diverse reglementen B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie

Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Strand, brevetten en lagere diploma's. Examenreglement Varend Redden, brevetten en lagere diploma's

Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Strand, brevetten en lagere diploma's. Examenreglement Varend Redden, brevetten en lagere diploma's Hoofdstukindeling Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Examenprocedure, examenreglement Zwemmend Redden Binnenwater, brevetten, lagere diploma's en certificaten Examenprocedure, examenreglement

Nadere informatie

Examencommissie: dhr. P. Peters mevr. C. Kleinendorst dhr. M. de Bruyn mevr. J. Geelen mevr. Vijfvinkel

Examencommissie: dhr. P. Peters mevr. C. Kleinendorst dhr. M. de Bruyn mevr. J. Geelen mevr. Vijfvinkel Limbra Cat Club wil graag de opleidingen tot keurmeesters ondersteunen. Op onze shows kunnen 2 leerlingkeurmeesters leerlingen en eventueel 1 keurmeester of aspriantkeurmeester examen doen. Keurmeesters

Nadere informatie

Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst

Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst Herijking TKN exameneisen en -opzet Aanleiding. Geleidelijke afname aantal examenkandidaten Aanpassing aan de tijd nodig Verzoeken uit het veld

Nadere informatie

Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal

Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal Examens Iedere intensieve en semi-intensieve cursus wordt afgesloten met een examen. Ieder examen bestaat uit maximaal vijf onderdelen. Deelnemers

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT 'BETONLABORANT BV'

EXAMENREGLEMENT 'BETONLABORANT BV' EXAMENREGLEMENT 'BETONLABORANT BV' Uitgave september 2013 Artikel 1 Inleiding Dit reglement is van toepassing op het examen ter verkrijging van het diploma Betonlaborant BV, uitgeschreven door de Betonvereniging.

Nadere informatie

Goedgekeurd in de BV van 26 februari 2007

Goedgekeurd in de BV van 26 februari 2007 ! Onderstaande tekst vervangt de gehele tekst over zeilen in Aan de boorden. Alle afspraken in het huishoudelijk reglement over zeilen blijven onveranderd geldig. 1. INSTRUCTIE De zeilcommissie werkt volgens

Nadere informatie

Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers

Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers Scouts Online Handleiding voor praktijkbegeleiders, praktijkcoaches en steunpuntmedewerkers In je rol van praktijkbegeleider of praktijkcoach speel je een belangrijke rol in het proces van kwalificaties

Nadere informatie

Nieuw vaarbewijssysteem in de maak

Nieuw vaarbewijssysteem in de maak Nieuw vaarbewijsssteem in de maak Onder impuls van het Federaal Overlegplatform voor de Pleziervaart wordt momenteel een grondige hervorming van de bestaande brevetten voor de pleziervaart (beperkt en

Nadere informatie

Versie CWO-CGO kader opleidingslocaties december 2008 1

Versie CWO-CGO kader opleidingslocaties december 2008 1 Versie CWO-CGO kader opleidingslocaties december 2008 1 CWO besluiten en de consequenties voor verenigingen 1. Competentie Gericht Opleiden 2. CWO-kader: gediplomeerd 2 Programma Inleiding CWO Nieuwe richtlijnen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29889 14 juni 2016 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 13 juni 2016, nr. IENM/BSK-2016/110681,

Nadere informatie

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Inleiding Dit toetsreglement is vastgesteld door het bestuur van het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) op 1 maart 2017. Dit toetsreglement

Nadere informatie

E-learning module 3: Scouting Academy

E-learning module 3: Scouting Academy E-learning module 3: Scouting Academy Waarom een nieuw opleidingssysteem? Het trainen en opleiden van mensen binnen Scouting Nederland (deskundigheidsbevordering) heeft sinds de jaren 70 een vrijwillig

Nadere informatie

1 Inleiding... 2 2 Examencommissie... 3 3 Toelating... 4. 3.1 Toelatingseisen... 4 3.2 Vrijstellingen... 4. 4 De inrichting van toetsen...

1 Inleiding... 2 2 Examencommissie... 3 3 Toelating... 4. 3.1 Toelatingseisen... 4 3.2 Vrijstellingen... 4. 4 De inrichting van toetsen... Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Examencommissie... 3 3 Toelating... 4 3.1 Toelatingseisen... 4 3.2 Vrijstellingen... 4 4 De inrichting van toetsen... 5 4.1 Toelating tot de toetsing... 5 4.2 Schriftelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene en begripsbepalingen 03

Hoofdstuk 1 Algemene en begripsbepalingen 03 Hoofdstuk 1 Algemene en begripsbepalingen 03 Hoofdstuk 2 Examens 03 Paragraaf 1: Theorie-examen Paragraaf 2: Praktijkexamen Paragraaf 3: Benoemingen en herbenoemingen Hoofdstuk 3 Nascholing 06 Hoofdstuk

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT LEERGANG COMPLIANCE OFFICER LEERGANG COMPLIANCE PROFESSIONAL LEERGANG COMPLIANCE OFFICER IN DE ZORG

EXAMENREGLEMENT LEERGANG COMPLIANCE OFFICER LEERGANG COMPLIANCE PROFESSIONAL LEERGANG COMPLIANCE OFFICER IN DE ZORG EXAMENREGLEMENT LEERGANG COMPLIANCE OFFICER LEERGANG COMPLIANCE PROFESSIONAL LEERGANG COMPLIANCE OFFICER IN DE ZORG Dit examenreglement heeft betrekking op de examinering van de opleidingen: Leergang Compliance

Nadere informatie

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector Reglement Examen opleiding klachtenfunctionaris zorgsector D.d. 30 september 2013 Artikel 1. Begripsbepalingen Instelling : Quasir BV Bevoegd

Nadere informatie

Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal

Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal Examenreglement Taalcursussen Nederlands als Tweede Taal Examens Iedere cursus wordt afgesloten met een examen. Ieder examen bestaat uit twee tot vijf onderdelen. Deelnemers aan een taalcursus worden geacht

Nadere informatie

Reglement Permanente Educatie NRVT

Reglement Permanente Educatie NRVT Reglement Permanente Educatie NRVT Vastgesteld 15 december 2016 Postbus 42530 3006 DA Rotterdam 010-212 46 85 info@nrvt.nl www.nrvt.nl 2/6 Gelet op het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid, zoals neergelegd

Nadere informatie

19-11-2013. Versimpeling CWO

19-11-2013. Versimpeling CWO Versimpeling CWO 1 2 3 Onderzoek KC-leden gevraagd om input achterban: Vaarscholen Watersportverenigingen Opleiders Controleurs Secretariaat Reacties Vaarscholen 13 reacties, waarvan één combinatie meerdere

Nadere informatie

CWO ZEILINSTRUCTIE 2015

CWO ZEILINSTRUCTIE 2015 CWO ZEILINSTRUCTIE 2015 KIELBOOT / ZWAARDBOOT / JEUGDZEILEN INSTRUCTIEBEPALINGEN INHOUDSOPGAVE HET INSTRUCTIECOMITÉ... 3 INSTRUCTIEBEPALINGEN... 4 Deel I... 4 1. Regels... 4 2. Inschrijvingen... 4 3. Kosten...

Nadere informatie

Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties)

Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties) Regeling EVC-EVK (Eerder Verworven Competenties c.q. Eerder Verworven Kwalificaties) INLEIDING De KNSA kent sporttechnische opleidingen Basistrainer, Trainer-A en Trainer-B voor Pistool-, Geweer- en Kleiduivenschieten.

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET EXAMEN KEURMEESTER KNPV POLITIEHOND 1 en 2 en OBJECTBEWAKING

REGLEMENT VOOR HET EXAMEN KEURMEESTER KNPV POLITIEHOND 1 en 2 en OBJECTBEWAKING KNPV Examenreglement Keurmeester PH1, PH2 en Objectbewakingshond REGLEMENT VOOR HET EXAMEN KEURMEESTER KNPV POLITIEHOND 1 en 2 en OBJECTBEWAKING Als lid van de KNPV heeft men de mogelijkheid om keurmeester

Nadere informatie

Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010

Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010 Programma Opleidingen en Cursussen 2009-2010 Opleiding/Cursus Aantal dagen Kosten Klein vaarbewijs 1 (Start 09-02-10) 8 90 euro * Klein vaarbewijs 2 (Start 11-03-10) 8 90 euro * Marifoon Basis ** 4 50

Nadere informatie

Examenreglement parkeercontroleur VEXPAN

Examenreglement parkeercontroleur VEXPAN Examenreglement parkeercontroleur VEXPAN Bladzijde 1 van 7 A. Begripsbepalingenn Bestuur Commissie van Beroep Diploma Examen Examencommissie Examenlocatie Examenonderdeel Examenreglement Examenleider Kandidaat

Nadere informatie

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd?

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd? Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd? MijnID.nu en QRM helpen je op weg naar geregistreerd directeur onderwijs. MijnID.nu en QRM bieden gezamenlijk een traject aan tot een erkend

Nadere informatie

Missie, Visie en beleid. Scouting St. Michiel & Lioba Harlingen

Missie, Visie en beleid. Scouting St. Michiel & Lioba Harlingen Missie, Visie en beleid Scouting St. Michiel & Lioba Harlingen Inleiding en aanleiding Scouting St. Michiel & Lioba werkt niet met een beleid. Het bestuur is van mening dat een beleid, op basis van een

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer (SEB) hem voor het ondernemersexamen taxivervoer

Nadere informatie

Vraag en antwoord T-rijwijs

Vraag en antwoord T-rijwijs Vraag en antwoord T-rijwijs Deze vragen en antwoorden geven de nodige uitleg over de invoering van het T-rijbewijs. De afkorting LBT staat voor land- en bosbouwtrekker en MMBS is een afkorting voor motorrijtuig

Nadere informatie

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van

Nadere informatie

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart. REGELING van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende regels met betrekking tot de vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (Regeling vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart) De Minister

Nadere informatie

LANDELIJK EXAMENBUREAU BEROEPSZEILVAART EXAMENREGELING VOOR DE ZEILVAART

LANDELIJK EXAMENBUREAU BEROEPSZEILVAART EXAMENREGELING VOOR DE ZEILVAART EXAMENREGELING VOOR DE ZEILVAART 1 Artikel 1 a). Deze regeling verstaat onder: Minister: ILenT: De kandidaat: LEB: de Minister van Infrastructuur en milieu Inspectie Leefomgeving en Transport degene die

Nadere informatie

KNVvL Afdeling Parachutespringen Regeling scheidsrechters SC

KNVvL Afdeling Parachutespringen Regeling scheidsrechters SC KNVvL Afdeling Parachutespringen Regeling scheidsrechters SC - 2019 Copyright 2018 KNVvL. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de afdeling

Nadere informatie

In het beleid staat beschreven waar Scouting Made voor staat. Het beleid dient als basis voor het huishoudelijk reglement en het meerjarenplan.

In het beleid staat beschreven waar Scouting Made voor staat. Het beleid dient als basis voor het huishoudelijk reglement en het meerjarenplan. 1. Inleiding In het beleid staat beschreven waar Scouting Made voor staat. Het beleid dient als basis voor het huishoudelijk reglement en het meerjarenplan. In het huishoudelijk reglement wordt het beleid

Nadere informatie

Certificatieprocedure Voor

Certificatieprocedure Voor Certificatieprocedure Voor DNV-Gecertificeerd Register-Makelaar/Taxateur o.z, DNV-Gecertificeerd Register-Makelaar/Taxateur Agrarisch Vastgoed DNV-Gecertificeerd Register-Makelaar/Taxateur Bedrijfsmatig

Nadere informatie

zoals bedoeld In de Branchetoetsdocumenten Specialist Keuring en onderhoud, vastgesteld door FOCWA en BOVAG.

zoals bedoeld In de Branchetoetsdocumenten Specialist Keuring en onderhoud, vastgesteld door FOCWA en BOVAG. REGLEMENT voor het afnemen van het examen SPECIALIST KEURING EN ONDERHOUD ONDERSTEL CARAVAN EN AANHANGWAGENS SPECIALIST KEURING EN ONDERHOUD ELEKTRO CARAVAN SPECIALIST KEURING EN ONDERHOUD OPBOUW CARAVAN

Nadere informatie

In de zomer zijn we te vinden in de haven van Hank. Dit betekent dat we het water op gaan. We draaien dan groep van 13:00 tot 17:00.

In de zomer zijn we te vinden in de haven van Hank. Dit betekent dat we het water op gaan. We draaien dan groep van 13:00 tot 17:00. Inhoud Wat is Scouting?... 3 De Orka s... 4 Kom langs... 5 Tijden en locaties... 5 Inschrijven... 5 Activiteiten... 6 Leren varen... 6 Op kamp... 6 Insignes... 7 Veiligheid... 8 Reddingvest... 9 Outfit...10

Nadere informatie

Stichting Regionaal Opleidingencentrum Arnhem Handelsnaam: Rijn IJssel Postbus 5162

Stichting Regionaal Opleidingencentrum Arnhem Handelsnaam: Rijn IJssel Postbus 5162 Regeling Vrijstelling van Examinering Schooljaar 2018-2019 Stichting Regionaal Opleidingencentrum Arnhem Handelsnaam: Rijn IJssel Postbus 5162 6802 ED Arnhem 0263129000 info@rijnijssel.nl KvK nr.: 41053084

Nadere informatie

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. EVC Reacties kunt u geven via het feedbackformulier. Datum gegenereerd: 24-6-2016 11:40:16 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie vrijstelling en/of toelating... 4 Informatie ervaringscertificaat...6

Nadere informatie

R REGLEMENT VOOR CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID VAN PERSONEN

R REGLEMENT VOOR CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID VAN PERSONEN Pagina 1 van 7 R501.00 R501.00 REGLEMENT VOOR CERTIFICATIE VAN VAKBEKWAAMHEID VAN PERSONEN 1. ALGEMEEN Het NIL kan, onder door het NIL vastgestelde voorwaarden, aan personen een certificaat van Vakbekwaamheid

Nadere informatie

punt nadrukkelijke aandacht.

punt nadrukkelijke aandacht. punt nadrukkelijke aandacht. De zorgaanbieder heeft aangegeven de klachtenregeling over twee jaar te evalueren. De LCV beveelt in dit kader aan dat de zorgaanbieder bij de evaluatie van zijn klachtenregeling

Nadere informatie

De chiropractor is zelf verantwoordelijk voor het op peil houden en waar nodig verbeteren van zijn vakbekwaamheid.

De chiropractor is zelf verantwoordelijk voor het op peil houden en waar nodig verbeteren van zijn vakbekwaamheid. Reglement bij- en nascholing SNRC per 1 januari 2020 Algemeen In het belang van een goede beroepsuitoefening heeft de Stichting het Nationaal Register van Chiropractoren (SNRC) bepaald, dat een chiropractor

Nadere informatie

REGLEMENT PERMANENTE EDUCATIE REGISTER OPERATIONAL AUDITORS

REGLEMENT PERMANENTE EDUCATIE REGISTER OPERATIONAL AUDITORS REGLEMENT PERMANENTE EDUCATIE REGISTER OPERATIONAL AUDITORS Artikel 1 Auditor Bestuur Begrippen en afkortingen Een persoon die een objectief onderzoek uitvoert met als doel een onafhankelijk oordeel te

Nadere informatie

Examenreglement. Inservice. Opleiding. Radiologisch. Laborant

Examenreglement. Inservice. Opleiding. Radiologisch. Laborant Examenreglement Inservice Opleiding Radiologisch Laborant Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Begripsbepalingen 3 Artikel 1 Wettelijk kader 5 Artikel 2 Algemene bepalingen 5 Artikel 3 Het examen 6 Artikel 4

Nadere informatie

Overstaptraining. Scouting Academy. Scouting Academy

Overstaptraining. Scouting Academy. Scouting Academy Overstaptraining Scouting Academy Scouting Academy Programma Presentatie Scouting Academy Uitleg kwalificatiekaarten / competentieroos Pauze Stellingen spel Toets Spelvisie met de progressiematrix Pauze

Nadere informatie

Stralingshygiëne op deskundigheidsniveau 4A HET EXAMENREGLEMENT. Bij- en. Nascholingscursus. Radiologisch. Laborant

Stralingshygiëne op deskundigheidsniveau 4A HET EXAMENREGLEMENT. Bij- en. Nascholingscursus. Radiologisch. Laborant HET EXAMENREGLEMENT Stralingshygiëne op deskundigheidsniveau 4A Bij- en Nascholingscursus Radiologisch Laborant Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Begripsbepalingen 3 Artikel 1 Wettelijk kader 5 Artikel 2 Algemene

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Vastgesteld conform artikel 12 Statuten door het bestuur op 5 juli 2017 2017 Stichting Perspectiefverklaring Wissenraet Van Spaendonck Tilburg B.V. versie 17.02 / 23 juni 2017 /

Nadere informatie

Statuten Stichting Actuarieel Instituut

Statuten Stichting Actuarieel Instituut Statuten Stichting Actuarieel Instituut Hoofdindeling: Beroepsreglementering Categorie: Gedragsregels Opgesteld door: Bureau AG Vastgesteld door: Algemene Ledenvergadering Datum (laatste wijziging): 10

Nadere informatie

SIGMA Vorderingsboek

SIGMA Vorderingsboek VORDERINGSBOEK Automatisch Externe Defibrillator Pagina 1 van 10 Inhoud Inleiding... 3 Persoonlijke gegevens... 4 Deelnemingsvoorwaarden... 5 Homologatievoorwaarden... 5 Organisatie specialty Hulpverlening

Nadere informatie

Aanvragen Vrijstelling Vakbekwaamheid

Aanvragen Vrijstelling Vakbekwaamheid Aanvragen Vrijstelling Vakbekwaamheid Versie: 1.0 (definitief) Datum: 5 december 2012 Inhoud 1. Proces tot 19 januari 2013... 3 2. Proces na 19 januari 2013... 3 3. Omvang doelgroep / aantallen aanvragen...

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT DE REGELING VAN DE EXAMENS. Procedures rond het examen. Beoordeling

EXAMENREGLEMENT DE REGELING VAN DE EXAMENS. Procedures rond het examen. Beoordeling EXAMENREGLEMENT DE REGELING VAN DE EXAMENS Procedures rond het examen Artikel 1 1.1 De examens voor de diverse opleidingen bestaan uit een deelexamen per module. 1.2 Aan de cursisten wordt na afloop van

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT 'METSELMORTELLABORANT BV'

EXAMENREGLEMENT 'METSELMORTELLABORANT BV' EXAMENREGLEMENT 'METSELMORTELLABORANT BV' Uitgave 1 januari 2010 Artikel 1 Inleiding Dit reglement is van toepassing op het examen ter verkrijging van het diploma Metselmortellaborant BV, uitgeschreven

Nadere informatie

Opleiding waterhulpverlening. Werkgroep Opl. Waterhulpverl. Werkgroep Opl. Waterhulpverl. Even terug: oude diplomalijn. Even terug: oude diplomalijn

Opleiding waterhulpverlening. Werkgroep Opl. Waterhulpverl. Werkgroep Opl. Waterhulpverl. Even terug: oude diplomalijn. Even terug: oude diplomalijn Opleiding waterhulpverlening Implementatie Opleiding Waterhulpverlening 22 febrauri 2012 Presentatie werkgroep Harry Vrielink Gerlof Wijnja Agenda Werkgroep "Implementatie opleiding waterhulpverlening

Nadere informatie

Reglement Certificaten en Diploma Groene Hart Praktijkschool, Alphen aan den Rijn

Reglement Certificaten en Diploma Groene Hart Praktijkschool, Alphen aan den Rijn Inhoudsopgave reglement Reglement Certificaten en Diploma Groene Hart Praktijkschool, Alphen aan den Rijn Art. 1. Algemeen Art. 2. Doel Art. 3. Begrippen Art. 4. Totstandkoming en wijziging Art. 5. Publicatie

Nadere informatie

Scouting staat voor uitdaging! Bij Scouting besteden kinderen en jongeren hun vrije tijd op een actieve en uitdagende manier. Scouts hebben veel

Scouting staat voor uitdaging! Bij Scouting besteden kinderen en jongeren hun vrije tijd op een actieve en uitdagende manier. Scouts hebben veel Scouting staat voor uitdaging! Bij Scouting besteden kinderen en jongeren hun vrije tijd op een actieve en uitdagende manier. Scouts hebben veel plezier met elkaar en leren samen te werken en respect te

Nadere informatie

Scouting Academy. 18 februari 2016

Scouting Academy. 18 februari 2016 Scouting Academy 18 februari 2016 Scouting Academy Scouting Academy is de naam voor het opleidingssysteem voor leidinggevenden en andere vrijwilligers van Scouting Nederland. Hieronder vallen niet alleen

Nadere informatie

Examen 2018 Reglement

Examen 2018 Reglement de actieve school Examen 2018 Reglement 1 2 Basis voor dit reglement is het bepaalde in het Eindexamenbesluit VO, inclusief wijzigingen. Zie wetten.overheid.nl. Afnemen eindexamen De directeur en de examinatoren

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT TER VERKRIJGING VAN HET DIPLOMA VAN DE CURSUS DECLARANT

EXAMENREGLEMENT TER VERKRIJGING VAN HET DIPLOMA VAN DE CURSUS DECLARANT Nederlandse Organisatie voor Expeditie en Logistiek EXAMENREGLEMENT TER VERKRIJGING VAN HET DIPLOMA VAN DE CURSUS DECLARANT In dit reglement wordt verstaan onder: Artikel 1 Definities FENEX : FENEX (Nederlandse

Nadere informatie

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Binnenvaartpolitieregelement (BPR) REGELEMENT TER VOORKOMING VAN AANVARING OF AANDRIJVING OP DE OPENBARE WATEREN Net als op straat zijn er ook op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 176 Besluit van 16 maart 1995, houdende wijziging van het Besluit zeevaartdiploma s en van het Bemanningseisenbesluit Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland

Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Licentieregeling Reddingsbrigade Nederland Voorwoord Reddingsbrigade Nederland introduceert per 1 september 2015 de Licentieregeling. Door middel van de licentieregeling wil Reddingsbrigade Nederland een

Nadere informatie

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan 1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Regeling van de examens Het examen Herkansen van examens

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2.

ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2. Pagina 1 van 8 ALGEMEEN REGLEMENT VAN TOEZICHT EN EXAMENS VOOR DE NIVEAUS 1 EN 2. Algemeen reglement van toezicht en examens voor de niveaus 1 en 2. Lasprocessen volgens NEN-EN-ISO 4063 BMBE-lassen (111)

Nadere informatie

Deze opleidingen worden door Groei Direct verzorgt!

Deze opleidingen worden door Groei Direct verzorgt! Informatiebrochure Kader opleidingen CWO Deze opleidingen worden door Groei Direct verzorgt! 1 Woord vooraf CWO opleidingslocaties (watersportverenigingen en vaarscholen) willen goede en enthousiaste instructeurs

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING HOOFDSTUK 1.16 PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING 1.16.1 Certificaat van Goedkeuring 1.16.1.1 Algemeen 1.16.1.1.1 Droge lading schepen die gevaarlijke goederen in grotere hoeveelheden

Nadere informatie

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon:

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon: VRAGENLIJST HBO Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon: E-mail: Vooraf: bij de beantwoording van de onderstaande vragen wordt verwacht dat u aangeeft of die situatie

Nadere informatie

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie

Nadere informatie

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN In dit examenreglement wordt verstaan onder: NIVE: Cash management Examencommissie: Voorzitter: Dagvoorzitter: Corrector: Examinator: Kandidaat:

Nadere informatie

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR

HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR HANDLEIDING PORTFOLIO GROEPSLESINSTRUCTEUR INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Groepslesinstructeur A Verwerven competenties Theorieexamen Portfolio

Nadere informatie

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden. Samenwerking van Quasir en De Bureaus Reglement Examen Opleiding Herstelcoach d.d. 13 december 2016 Artikel 1. Begripsbepalingen Instelling : samenwerking van Quasir en De Bureaus Bevoegd gezag : directie

Nadere informatie