SCHOOL GIDS HET POORTJE / VIJVERHOFSCHOOL SO ELK TALENT TELT!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SCHOOL GIDS HET POORTJE / VIJVERHOFSCHOOL SO 2013-2014 ELK TALENT TELT!"

Transcriptie

1 SCHOOL GIDS HET POORTJE / VIJVERHOFSCHOOL SO ELK TALENT TELT! 1

2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 1. De school 2. Cluster 3 3. Cluster 4 4. De algemene dagelijkse onderwijspraktijk 5. Leerlingbegeleiding 6. Diversen 7. Samenwerking ouders/verzorgers 8. Enkele praktische regelzaken 9. Namen Voorwoord Beste Ouders, Verzorgers en Onderwijsrelaties, Met genoegen presenteren wij hierbij de schoolgids voor 2013/2014 van het Poortje en Vijverhofschool SO aan u. Met deze gids willen we u informeren over tal van zaken waarmee u en wij in de loop van het schooljaar van doen hebben. De opsomming van de onderwerpen treft u in de inhoudsopgave aan. Maar meer nog dan de informatie die in de gids is opgenomen klinkt de cultuur door waarin wij ons werk uitvoeren. Het Poortje en Vijverhofschool SO en zijn onderdelen van Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSO NML). De maatschappelijke opdracht van SSO NML is helder: Wij zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen. Binnen de Vijverhofschool hebben de specifieke vragen met de verstandelijke ontwikkeling te maken. Binnen het Poortje is dit de sociaal-emotionele ontwikkeling. De inrichting en de uitvoering van de processen zijn vanuit die invalshoeken gericht op ontwikkeling en leren van onze leerlingen. We doen dat met de kennis en kunde van onze groepsleraren en onderwijsassistenten. Zij worden ondersteund door een team van specialisten die in nauwe samenwerking met hen zorgen voor de beste ontwikkelvoorwaarden voor de leerlingen. Maar zelfs het beste schoolproces is pas echt succesvol als er een goede samenwerking plaatsvindt. Op de eerste plaats met u, ouders en verzorgers en met collega s die werkzaam zijn binnen andere vormen van Speciaal Onderwijs, maar ook met collega s uit het reguliere basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Daarnaast zoeken we de samenwerking op met Jeugdzorg in al zijn verscheidenheid, met de jeugdgezondheidszorg en met maatschappelijke instanties als gemeenten en politie. In de voorbije maanden is SSO NML actief geweest om vanaf augustus 2014 ook in Venray Speciaal Onderwijs aan te bieden. Om dit voor elkaar te krijgen was het nodig om de krachten te bundelen. Wat in dat proces behalve de eendrachtige samenwerking opviel, was de kracht van de argumenten die door ouders van onze leerlingen werden gehanteerd om het nagestreefde resultaat te bereiken. Met toestemming van de betreffende ouder neem ik enkele inspirerende passages over uit de toespraak die deze ouder tijdens de gemeenteraadsvergadering in juni 2013 heeft uitgesproken. Elke ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Ik neem aan herkenbaar voor diegene die kinderen heeft. Elke ouder vindt dat zijn of haar kind toegang dient te krijgen tot die vorm van onderwijs waarmee onze kinderen in staat worden gesteld zich te ontwikkelen tot een volwaardig lid van de maatschappij, hieraan op zo zelfstandig mogelijk wijze kan deelnemen en kan bijdragen naar vermogen. Iedereen heeft een talent. Laten we kinderen helpen dit talent te ontdekken en verder te ontwikkelen. Dit geldt voor alle kinderen maar in het bijzonder voor onze kinderen. Ook onze kinderen willen en kunnen bijdragen aan de samenleving. Dit hoort bij de hedendaagse samenleving waar aan iedereen gevraagd wordt om deel te nemen en bij te dragen naar vermogen. Niet participeren is geen optie. Elke stap naar meer zelfstandig bestaan en volwaardige bijdrage is een stap op jullie participatieladder. In deze geest willen wij als team van het Poortje en Vijverhofschool SO onze professionele bijdrage leveren aan de ontwikkeling van uw kind. In goede afstemming en samenwerking met u. Toine van Helvoirt, directeur 2 3

3 1 1. De school het Poortje (cluster 4) / Vijverhofschool SO (cluster 3) De leerlingen die in de volgende plaatsen wonen gaan naar het Poortje / Vijverhofschool SO: Gemeente Horst aan de Maas: Horst, America, Meterik, Hegelsom, Melderslo, Broekhuizen, Broekhuizenvorst, Swolgen,Griendtsveen, Tienray en Meerlo Gemeente Venray: Venray, Leunen,Veulen, Vredepeel, IJselsteijn, Blitterswijck, Castenray, Geijsteren, Heide, Oostrum, Smakt, Wanssum, Oirlo en Merselo Gemeente Bergen (alleen cluster 4 leerlingen): Afferden, Well, Wellerlooi, Bergen, Nieuw-Bergen en Siebengewald De school wordt bezocht door leerlingen uit verschillende culturen en geloofsovertuigingen. Hoewel de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg een katholieke signatuur heeft, tracht de school de waarden en normen van alle leerlingen te respecteren. Alle leerlingen hebben een positieve beschikking van de Commissie voor de Indicatiestelling (CvI) Cluster 3 of 4. Met Cluster 3 wordt bedoeld onderwijs aan zeer moeilijk leren kinderen en/of kinderen die anders begaafd zijn. Met Cluster 4 wordt bedoeld dat het om leerlingen gaat met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek onder andere leerlingen met internaliserende problematiek, moeilijk lerende leerlingen en leerlingen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). De school is uitgegroeid tot een expertisespectrum, waarin aan ruim 70 leerlingen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar verdeeld in 5 groepen onderwijs op maat wordt geleverd. Missie het Poortje/Vijverhofschool SO Het aanbieden van passend SO-onderwijs voor kinderen (4 13 jaar) met een beperking. Dat gebeurt door alle kinderen in een specialistische, pedagogisch veilige situatie die vaardigheden te laten verwerven op het gebied van leren en leven die hen optimaal in staat stellen om samen met anderen in onze samenleving te kunnen functioneren. Voor elk kind worden, op basis van individuele talenten (inclusief hoog- en andersbegaafdheid) en mogelijkheden (ieders unieke ontwikkelingsperspectief), de best mogelijke resultaten en opbrengsten (prestaties) nagestreefd, voortvloeiend uit activiteiten die elke kwaliteitstoets doorstaan. Dat doen we met een team van professionals, in een onderwijsexpertise die haar taak uitvoert als communicatieve, eigentijdse, samenwerkende, op dienstverlening gerichte organisatie; op basis van goede relaties met leerlingen, ouders en externe partners in en om school. Ontwikkelde expertise zal ingezet worden ten behoeve van ontwikkelingen Passend Onderwijs van de omringende partnerscholen. Wij zijn ketenpartner in het werkveld Onderwijs(expertise) Welzijn Zorg, zodat een dekkend netwerk in de subregio mogelijk wordt dat zorg draagt voor een ononderbroken ontwikkeling van kinderen van 0-23 jaar. Visie het Poortje/Vijverhofschool SO Het Poortje/Vijverhofschool SO maken levendig en zichtbaar deel uit van een maatschappelijkcollegiale omgeving die zich volop beweegt richting professionele dienstverlening. Onze school ontwikkelt zich als nauw met anderen samenwerkende, autonome SO-onderwijsexpertise die individueel als ook samen met (SO-) onderwijspartners c.q. jeugdhulpverlening, kiest voor het ontwikkelen van de best passende onderwijs-arrangementen. Het maken van inhoudelijke keuzes geschiedt in overleg met collega s, ouders, leerlingen en professioneel-collegiale omgeving. Onderwijs en vorming gaan binnen het Poortje/ Vijverhofschool SO hand in hand. Er is sprake van maximale deskundigheid ten aanzien van leren leren en leren (leven) met beperkingen en er is aandacht voor talenten van kinderen, het creëren van een krachtige leer- en leefomgeving, van goede opbrengsten, van passend onderwijs en zorg op maat. Het Poortje/Vijverhofschool SO, als actieve partners binnen de ontwikkeling van het gezamenlijke SSO NML Clusteronderwijs, stemmen af met, ontwikkelt, verbreedt en verdiept zich inhoudelijk met partners uit het werkveld Onderwijs(expertise)-Welzijn-Zorg. Taakstelling van het Poortje/Vijverhofschool SO het geven van speciaal onderwijs aan kinderen die zeer moeilijk lerend zijn. het geven van speciaal onderwijs aan kinderen die zeer moeilijk opvoedbaar zijn, door ons liever -en beter- kinderen met omgangsproblemen genoemd. 4 5

4 1 Maatschappelijk Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg Het Poortje/Vijverhofschool SO maakt samen met vijf andere scholen, het Interdisciplinaire Team, de Ambulante Dienst en het Transfer en Expertise Centrum Arbeidsintegratie (TECA), deel uit van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden- Limburg (SSONML). Het reguliere onderwijs kan kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen niet altijd voldoende gespecialiseerde begeleiding bieden. Deze leerlingen hebben extra ondersteuning nodig en een aan hun mogelijkheden aangepast onderwijsprogramma. SSONML biedt dat passende onderwijsprogramma aan in de vorm van (Voortgezet) Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs of ambulante begeleiding van leerlingen in het reguliere onderwijs. Missie Wij zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvraagstukken. Visie Wij gaan uit van eigen kracht, samen dus nooit alleen, maatschappelijk verantwoord en we doen dat knap eenvoudig Eigen kracht SSONML gaat uit van het talent en de eigen kracht van onze leerlingen. We nemen de zorg niet over maar zorgen ervoor dat de leerling zich, nu en later, op eigen kracht kan ontwikkelen. Het versterken van eigen kracht en autonomie en het stimuleren van voortdurende ontwikkeling is ook van toepassing op onszelf en op de leerkrachten, teams, scholen en partners waar we mee samen werken. Alleen samen dus nooit alleen Onze leerlingen staan niet op zichzelf. Zij maken deel uit van een gezin of ander samenlevingsverband, wonen in een wijk en hebben ambities. Ouders zijn belangrijke partners. Ons partnerschap is er niet alleen tijdens de schoolperiode; ook daarvoor en daarna zijn we er samen met onze ketenpartners. We laten niemand alleen. Maar we kúnnen het ook niet alleen. Ieder kind is uniek en verdient een eigen plan. Dat betekent dat we samen met ouders en partners uit ons netwerk voor iedere leerling een uniek plan maken en uitvoeren; 1 kind 1 plan. Onze ketenpartners zijn de (jeugd)zorg, de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en scholen in het regulier onderwijs, organisaties in vervolgonderwijs/ arbeid/dagbesteding, gemeenten en het bedrijfsleven. We doen het samen en werken op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen. verantwoord ontwikkelen Onze leerlingen ontwikkelen zich zodanig dat zij naar maximaal eigen vermogen een zo zelfstandig mogelijke positie in de maatschappij kunnen innemen. Dit is niet alleen van belang voor de leerling zelf, maar ook voor zijn/haar omgeving en de maatschappij. Wij willen maximaal rendement halen uit de ons toevertrouwde leerlingen, ons menselijk kapitaal en uit de daartoe ter beschikking gestelde maatschappelijke middelen. Knap eenvoudig We bieden een samenhangend geheel van specialistisch onderwijs, begeleiding, training en onderzoek. En we zijn goed in wat we doen. Resultaatgericht, flexibel en toegankelijk. We zorgen ervoor dat ouders en onze leerlingen geen last hebben van ingewikkelde regels en schotten tussen organisaties. Onze leerlingen, ouders en partners weten ons snel en gemakkelijk te vinden en vertrouwen ons. Eigenlijk is het knap en eenvoudig tegelijk. Knap eenvoudig dus. Kernwaarden 1. We werken met passie aan ontwikkeling 2. We vertrouwen elkaar en zijn betrouwbaar 3. We gaan uit van eigen kracht en zijn onszelf 4. We handelen vanuit vakmanschap en ondernemerschap 5. We hebben plezier in onze dienstbaarheid 6. We zijn transparant en leggen verantwoording af College van Bestuur Het College van Bestuur bestuurt de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen en (staf-)diensten met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. Het College van Bestuur wordt benoemd door de Raad van Toezicht en sinds juni 2011 gevormd door Peter Freij. De Raad van Toezicht: De Raad van Toezicht benoemt en houdt toezicht op het College van Bestuur en bestaat per 1 juni 2013 uit de volgende leden: - dhr. mr. R.M.V. (Roel) Wienen Voorzitter - dhr. J.G.M. (Jan) Rutten Vicevoorzitter - mevr. J.M. (Mieke) de Leeuw-Steur MEM Lid - dhr. drs. A.J.M.L. (Bert) Kaumo Lid - dhr. drs. J.B.M. (Bart) Titulaer Lid - dhr. drs. J. (Jo) Kunnen Lid - dhr. A.L.H.J. (Ton) Bongers Lid U kunt de Raad van Toezicht en het College van Bestuur bereiken op het volgende adres: Postbus 809, 5900 AV Venlo, Tel.: Bezoekadres: Wylrehofweg 11, 5912 PM Venlo info@ssonml.nl Website: Facebook: 6 7

5 KOERS De KOERSprojecten Meer dan 70 medewerkers van SSONML zijn in elf projectteams vanaf januari 2013 actief om de beloften van KOERS te realiseren. Vijf projecten zullen binnenkort starten. Samenwerken aan het realiseren van onze missie: We zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen. De centrale visie achter de veranderaanpak KOERS is dat wij via projectmatig werken, KOERSbeloften willen realiseren op basis van commitment en opbrengstgericht samenwerken. KOERS is een praktisch document dat wij gebruiken om richting te geven aan ons werk. Ook laten we hiermee aan ouders, leerlingen, scholen en partners in de regio zien waar we voor staan en waar we voor gaan. Ons uitgangspunt blijft onveranderlijk dat anders voor ons gewoon is. En gewoon is wat kinderen en jongeren kúnnen. Niet wat hun beperkingen zijn. KOERS is geen statisch document. Periodiek zal worden bezien of we op koers liggen of dat eventuele bijstellingen noodzakelijk zijn. De beloften in de drie programma s Onderwijs, Omgeving en Organisatie werken we uit in de vorm van concrete projecten. Programma onderwijs We bieden specialistisch onderwijs voor elke leerling met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen op basis van zijn/haar talenten en mogelijkheden. We behalen hierbij de best mogelijke resultaten en onze activiteiten doorstaan ieder kwaliteitstoets. Programma omgeving We nemen onze rol in de regionale verantwoordelijkheid voor passend onderwijs aan alle leerlingen. Wij doen dit in niet-vrijblijvende samenwerking met samenwerkingsverbanden PO en VO, onderwijsinstellingen, (jeugd)zorg, arbeidsmarkt en gemeenten, en in voortdurende dialoog met leerlingen en ouders. Programma organisatie We faciliteren het primaire proces door een adequaat en transparant bestuurs- en organisatiemodel, dat efficiënt en effectief opereert. Wij werken in een open aanspreekcultuur waarbij gezamenlijkheid, samenwerking en synergie uitgangspunten zijn. De Kernwaarden geven inhoud aan onze missie: We zijn er om het maximum te halen uit de talenten van kinderen en jongeren met specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen. We werken met passie aan ontwikkeling We vertrouwen elkaar en zijn betrouwbaar We gaan uit van eigen kracht en zijn onszelf We handelen vanuit vakmanschap en ondernemerschap We hebben plezier in onze dienstbaarheid We zijn transparant en leggen verantwoording af Aanpak KOERS De centrale visie achter de veranderaanpak KOERS is dat we via projectmatig werken, koersbeloften willen realiseren op basis van commitment en opbrengstgericht samenwerken. Dit vraagt om een actieve inzet en een kritische houding van alle medewerkers van SSONML. Daarom gebeurt de uitvoering van KOERS zo veel als mogelijk door eigen medewerkers en management. Wij hebben samen de verantwoordelijkheid een omgeving te creëren die ertoe uitnodigt doelgericht samen te werken, te leren, te ontwerpen en beoogde doelen te realiseren. Koers SSONML Met KOERS wil de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg aangeven waar de stichting voor staat en gaat in de periode Voor meer informatie over KOERS zie de website 8 9

6 2Cluster 3 (Vijverhofschool SO) Uitgangspunten en doelstelling van het onderwijs Cluster 3 verzorgt onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen en/of kinderen die anders begaafd zijn, in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. De school wil het onderwijs zo inrichten, dat zij een bijdrage levert aan de vorming van een positief zelfbeeld van de leerling. Bij de keuze van de inhoud wordt een evenwicht gezocht tussen aandacht voor (sociale) redzaamheid, praktische vaardigheden en cognitieve vaardigheden. Taal, lezen en rekenen spelen daarbinnen een functionele rol. De leerlingen hebben behoefte aan duidelijkheid en veiligheid. Dit is nodig om te kunnen komen tot leren. Duidelijkheid ontstaat door het geven van structuur. Deze structuur is terug te vinden in bijvoorbeeld het weekprogramma. Ook de methode waarmee de leerlingen zich vaardigheden leren eigen maken kent een eigen structuur. Beetje bij beetje wordt vervolgens deze structuur losgelaten. Doel is dat de leerling het geleerde zo zelfstandig mogelijk kan toepassen in de maatschappij, c.q. zijn leefomgeving. De relaties, de wijze van in de wereld staan, spelen hierbij een grote rol. Het leef- en werkklimaat in de school ken-merkt zich door een veilige en positieve omgeving. Het personeel heeft oog voor de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen (hoe klein dan ook) en zorgen voor succeservaringen van leerlingen. Doelstelling Cluster 3 stimuleert en draagt bij tot de ontwikkeling van een voor de leerling zo groot mogelijke zelfredzaamheid en zelfstandigheid (autonomie) en de ontwikkeling van een positief zelfbeeld (competentie). Geleerde vaardigheden, waaronder de sociale, moeten kunnen worden toegepast in de maatschappij, c.q. leefomgeving van de leerling (relatie Onderwijsinhoud De onderwijsinhoud wordt gepland vanuit een passend ontwikkelingsperspectief bij de individuele leerling. Uitgaande van wat de leerling al zelf kan (actuele ontwikkeling) gaat de school planmatig aan de slag om stappen te zetten in de zone van de naaste ontwikkeling, zodat de leerling zich op de diverse gebieden ontwikkeld. Eenmaal geleerde kennis en vaardigheden zullen voldoende herhaald en gegeneraliseerd moeten worden, zodat de leerling deze ook in andere situaties kan toepassen. De onderwijsinhoud dient daarom op verschillende manieren en vanuit verschillende invalshoeken aangeboden te worden. Bovendien moet het tot de verbeelding van de leerling blijven spreken. In het onderwijsprogramma zijn de volgende hoofdaccenten te onderscheiden: - Stimulering en ontwikkeling van communicatievaardigheden Hieronder verstaan we het begrijpen van taal, het spreken, het luisteren en vaardigheden die het mogelijk maken om met een ander te communiceren. Bij dit laatste kan gedacht worden aan het maken van oogcontact, het kunnen afwachten van de beurt in een gesprek, etc. Stimulering van de communicatie gebeurt ook aan de hand van NMG (Nederlands met Gebaren). De taal wordt dan ondersteund door middel van gebaren. - Stimulering en ontwikkeling van de motorische vaardigheden Er wordt aandacht besteed aan de grove motoriek tijdens onder meer de lessen bewegingsonderwijs, de zwemlessen en het buiten spelen. De fijne motoriek krijgt aandacht in onder meer de creatieve vakken en het werken met ontwikkelingsmateriaal. - Stimulering en ontwikkeling van de sociale redzaamheid Hierbij kan gedacht worden aan training van de zelfredzaamheid (lichaamsverzorging, aan- en uitkleden), ontwikkeling van de sociale competentie (opkomen voor jezelf zonder anderen te kwetsen), sociale vaardigheidstraining, stimulering van (samen) spel en aandacht voor verkeersvaardigheden. - Stimulering en ontwikkeling van de denkontwikkeling In het onderwijsprogramma ligt de nadruk op de manier waarop kinderen tot het uitvoeren van een opdracht kunnen komen. Als een kind laat zien dat het de stappen goed kan uitvoeren, stimuleren we hem of haar om deze manier van denken ook in andere situaties toe te passen. - Stimulering en ontwikkeling van de creativiteit Onder creativiteit verstaan we: schilderen, tekenen, handvaardigheid, spel, muziek en toneel. Naast het aanleren van de benodigde technieken en vaardigheden ligt het accent op de eigen invulling die de leerling aan het product kan geven. Combinatie onderwijs en zorg Sinds oktober 2012 heeft Cluster 3 een onderwijsplusgroep (op dit moment gesitueerd op de locatie Simon Stevinstraat). Het doel van deze nieuwe onderwijsplusgroep behelst het bieden van passend onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar die op meerdere ontwikkelingsgebieden op zeer laag niveau functioneren waardoor hun ontwikkelingskansen beperkt zijn. Er is sprake van een laag ontwikkelingsniveau. Dit kan zich manifesteren op diverse gebieden. Daarnaast is er vaak sprake van bijkomende psychiatrische problematiek, zoals een Autisme Spectrum Stoornis, ADHD of hechtingsproblematiek. Het Speciaal Onderwijs kon onvoldoende tegemoet komen aan de individuele begeleidingsbehoefte en grote zorgvraag van bovenstaande kinderen. Kleur Kinder- en Jeugdzorg kon onvoldoende tegemoet komen aan de onderwijsbehoefte en specifieke ontwikkelingsstimulering van bovenstaande kinderen. De combinatie van beide maakt het mogelijk om de noodzakelijke zorg en individuele begeleiding aan te bieden, en daarnaast tegemoet te komen aan de onderwijsvraag van deze kinderen. Dit alles vindt plaats in een omgeving die voor deze kinderen qua voorwaarden aansluit bij hun behoeften

7 2Schoolplan In 2012 heeft de school het schoolplan gemaakt. Het schoolbestuur heeft de definitieve versie van het schoolplan vastgesteld en deze heeft instemming gekregen van de MR. In het schoolplan staan beleidsvoornemens voor de periode Dit beleid vormt het uitgangspunt voor de planning per schooljaar. Een exemplaar van het schoolplan is via het secretariaat van de school te verkrijgen. Leerlingvolgsysteem Cluster 3 maakt ten behoeve van het weergeven van resultaten en basisvaardigheden gebruik van een LeerlingVolgSysteem (LVS). Dit LVS maakt het mogelijk de vorderingen te volgen op het niveau van de leerling, op het niveau van de groep en op het niveau van de school. De leerstof In de visie van het Campusonderwijs is het streven, dat de kinderen die dit aankunnen na verloop van tijd de mogelijkheid krijgen om hun onderwijsaanbod ook buiten hun eigen basisgroep te halen, waarbij de verantwoordelijkheid berust bij een medewerker van de clusterschool waar de leerling is ingeschreven. De roosters van de verschillende basisgroepen worden zo op elkaar afgestemd, dat uitwisseling van kinderen binnen de unit mogelijk is. Voor de kinderen die (nog) moeite hebben met het wisselen van groepsleerkracht, ruimte en/of kinderen is de vaste plek bij de eigen groepsleerkracht gewaarborgd. In het pedagogisch klimaat spelen veiligheid, voorspelbaarheid en gedoseerde nabijheid een belangrijke rol. De aanpak is sterk gericht op uitnodigingen, stimuleren, gedoseerd uitdagen in belang van de verdere ontwikkeling van het kind en te komen tot gewenst gedrag en het versterken van positief gedrag. De meeste leerlingen kunnen onder begeleiding van de eigen leerkracht deelnemen aan groepsoverstijgende activiteiten. In de aanvangsgroepen wordt veel aandacht besteed aan gewenning van het schoolklimaat en aan de werkhouding. Het programma bevat in ieder geval activiteiten op het gebied van zintuiglijke ontwikkeling, lichamelijke ontwikkeling, bevordering van de sociale redzaamheid, (o.a. gedrag in het verkeer), bevordering van het gezond gedrag, expressieactiviteiten en een of meer kennisgebieden. Waar mogelijk wordt de leerstof in projectvorm, dus rondom een bepaald thema aangeboden. In de keuze van de thema s wordt aangesloten bij de belevingswereld van de leerlingen en volgen we de thema s zoals beschreven door de Stichting Leerplanontwikkeling. De leerkracht probeert binnen het thema zoveel mogelijk leerstofonderdelen aan te bieden. De wereldoriënterende vakken worden geheel en al kerndoelendekkend aangeboden binnen de Kernconcepten, die ingedeeld zijn in twee categorieën: 1. Natuur en techniek: energie, materie, groei en leven, tijd en ruimte. 2. Mens en maatschappij: macht, binding, evenwicht en kringloop, communicatie Daarnaast is er in het aanbod aandacht voor kunstzinnige oriëntatie (handvaardigheid, tekenen, muziek en drama) en gymnastiek. Binnen alle vakken op school wordt er veel aandacht besteed aan het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Specifiek gebeurt dit ook nog tijdens de lessen: Sociale redzaamheid Sociale vaardigheid Een aantal keren per week zijn er keuzeactiviteiten. Bij deze activiteiten geldt ook weer, dat de leerlingen alleen dan deelnemen als zij de wisseling aankunnen. Rapportage naar ouders Tweemaal per jaar wordt er een rapport gemaakt van de vorderingen van de leerlingen. Dit rapport wordt mondeling toegelicht tijdens een gesprek met de ouders/verzorgers op school. Het rapport bestaat uit twee delen: 1. algemeen beeld en bijzonderheden 2. handelingsplan met hierin de behaalde en te behalen doelen. Uitstroom leerlingen TCV SO cluster 3/ Vijverhofschool SO In schooljaar hebben 12 leerlingen TCV SO cl. 3 / Vijverhofschool so verlaten: 5 leerlingen maakten de overstap naar VSO zml stroom 3; 5 leerlingen maakten de overstap naar VSO zml stroom2; 1 leerling maakte de overstap naar VSO zml stroom 1; 1 leerling heeft de overstap gemaakt naar het SBO

8 3(Het Poortje) Cluster 4 de inrichting en dagelijkse praktijk van het onderwijs Het Poortje heeft de opdracht om onderwijs en zorg te bieden aan leerlingen, die zodanig structureel in conflict leven met hun omgeving, dat de deskundigheid en de mogelijkheden in het overige onderwijs ontoereikend zijn om de onderwijsdoelen voor hen te kunnen realiseren. Dit heeft bij onze leerlingen onder meer geleid tot weinig zelfvertrouwen, een gering vertrouwen of zelfs wantrouwen in de ander en tot weinig effectieve manieren om relaties aan te gaan. Uitgangspunten en doelstelling van het onderwijs wordt het onderwijs afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling; wordt het onderwijs zodanig ingericht, dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen, waarbij ernaar wordt gestreefd, om de leerling zo mogelijk te brengen tot het volgen van regulier onderwijs in een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs; richt het onderwijs zich op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van de creativiteit, het verwerven van kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden; wordt ervan uitgegaan, dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving; alle leerlingen ontvangen tenminste 940 uren onderwijs per schooljaar; krijgen de leerlingen ten hoogste 5 uur en 40 minuten onderwijs per dag, behalve als een onderwijsachterstand kan worden voorkomen of kan worden bestreden. Didactisch leerlingvolgsysteem In het afgelopen jaar is het cluster-4 onderwijs gestart in het systeem LVS 2000 van Datacare. Dit hebben we gedaan terwijl er op stichtingsniveau een projectgroep bezig is om te bezien welk leerling plan- en volg systeem het best past bij deze tijd en aansluit bij de ontwikkelingen rondom het in beeld brengen van het ontwikkelingsperspectief. Twee keer per jaar nemen we onderstaande toetsen af om het didactische ontwikkelingsniveau van de leerlingen te kunnen vaststellen. Afhankelijk van de start van het schooljaar vinden deze toetsen plaats in de periode november / december en mei / juni. Technisch lezen van woorden: DMT (Drie Minuten Toets) /Brus Technisch lezen van teksten: AVI Begrijpend lezen: Cito Begrijpend lezen Spelling: Cito Spelling Rekenen: TTR (Tempo Toets Rekenen) Cito Rekenen & Wiskunde De resultaten worden verwerkt in het individuele leerlingvolgsysteem. Pedagogisch leerlingvolgsysteem Het pedagogisch leerlingvolgsysteem is gebaseerd op de Interactiewijzer van Lodewijks en Verstegen. Het uitgangspunt van de Interactiewijzer is, om opvoedingsproblemen te benaderen als interactieproblematiek. Hiermee wordt bedoeld, dat een kind door zijn gedrag in problemen raakt met mensen uit zijn omgeving. Dit komt, doordat zijn gedrag bij anderen altijd weer juist die reacties uitlokt, die de moeilijkheden laten voortduren of zelfs verergeren. Problematisch vastgeroeste interactiepatronen worden doorbroken door specifieke sociale vaardigheden gericht te beïnvloeden, door een tweeledige aanpak: er worden groepssituaties gecreëerd die bij het kind het vanzelfsprekende gebruik van ontbrekende sociale vaardigheden uitlokken; de groepsmedewerker krijgt aanwijzingen om zijn pedagogische stijl voor dat kind kritisch te beoordelen en zo nodig bij te stellen. De adviezen zijn toegesneden op de dagelijkse praktijk in de groep. Tweemaal per schooljaar maakt de groepsleerkracht een grafiek van de interactie tussen de groepsleerkracht en de leerling en van de interactie tussen de leerling en de andere leerlingen. Verder heeft er afgelopen jaar een proef gelopen met een leerlingvolgsysteem voor sociale competenties (SCOL). Het ligt in de bedoeling om dit systeem versneld in te voeren binnen alle groepen van cluster 4. De leerstof De leerstof die aangeboden wordt, komt overeen met de leerstof van het reguliere basisonderwijs, zowel qua vakken als leerstofinhoud. Rekenen en wiskunde Taal Schrijven Lezen Begrijpend lezen Engels in de eindgroep(en) Kennisgebieden - Algemene wereldoriëntatie in de laagste groepen - Aardrijkskunde - Verkeer - Geschiedenis - Biologie - Maatschappelijk verhoudingen, waaronder de staatsinrichting en geestelijke stromingen (in de hoogste groepen). De wereldoriënterende vakken worden geheel en al kerndoelendekkend aangeboden binnen de Kernconcepten, die ingedeeld zijn in drie categorieën: 1. Natuur en techniek: energie, materie, groei en leven, kracht en golven, tijd en ruimte. 2. Mens en maatschappij: macht, binding, evenwicht en kringloop, communicatie 3. Getalbegrip / communicatie Kunstzinnige oriëntatie (handvaardigheid, tekenen, muziek en drama) Gymnastiek Binnen alle vakken op school wordt er veel aandacht besteed aan het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Specifiek gebeurt dit ook nog tijdens de lessen: Creatieve therapie Sociale redzaamheid Sociale vaardigheid Een aantal keren per week zijn er keuzeactiviteiten. De kinderen kunnen kiezen voor knutselen, gym, voetballen of een gezelschapsspel. Bij deze activiteiten geldt ook weer, dat de leerlingen alleen dan deelnemen als zij de wisseling aankunnen. De laatste 5 schooljaren is er samen met de schoolverlaters een film gemaakt met als thema: Wat ik later worden wil

9 3Rapportage naar ouders Tweemaal per jaar wordt er een rapport gemaakt van de vorderingen van de leerlingen. Dit rapport wordt mondeling toegelicht tijdens een gesprek met de ouders/verzorgers op school. Het rapport bestaat uit twee delen: 1. Het verslag van de leerontwikkeling: hierin staat vermeld welke resultaten er zijn behaald bij de verschillende vakken en hoe de inzet en werkhouding is geweest. Bij de vakken lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen worden de vorderingen van de leerlingen vergeleken met die van de vorige toetsen. Deze resultaten worden ook vergeleken met het gemiddelde niveau van de leerlingen in Nederland. 2. Het pedagogische verslag geeft de stand van zaken weer rondom het omgaan met emoties en het sociaal functioneren. Dit is onderverdeeld in: de houding t.o.v. de groepsmedewerker de houding t.o.v. medeleerlingen de rol in de groep de beschrijving van het gedrag (omgaan met regels, nerveuze gewoonten, incasseringsvermogen, behulpzaamheid etc.) Instroom leerlingen TCV SO cluster 4 / het Poortje 60 Uitstroom leerlingen TCV SO cluster 4 / het Poortje: Leerlingaantallen reg. Leerlingaantallen ASS Leerlingaantallen totaal teldatum vertrokken naar: totaal bao sbo so-cl. vso cl. cl. 3 lwoo lwoo+ pro vmbo havo onbekend

10 4 4. De algemene dagelijkse onderwijspraktijk Veiligheid Stichting Speciaal Onderwijs Noord en Midden Limburg (SSONML) heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. Dat moet ook wel, want leren, ontwikkelen, groeien en werken kan niet zonder een veilige schoolomgeving. Er zijn daarom gedragsregels opgesteld om ervoor te zorgen dat iedereen zich veilig voelt. Uitgangspunt hierbij is dat leerlingen, medewerkers, ouders en bezoekers van alle scholen en diensten binnen de stichting elkaar respectvol tegemoet treden. Ze maken bewust deel uit van een professionele leef- en leeromgeving. Positief gedrag draagt bij aan de (beleving van) veiligheid op school. SSONML bevordert, versterkt en beloont positief gedrag om zo de veiligheid in en rond de school te vergroten. Daarbij heeft iedere school een schoolveiligheidsplan waarin is vastgelegd, hoe wordt gehandeld bij grensverkennend en grensoverschrijdend gedrag. Daarbinnen zijn o.a. protocollen vastgesteld en wordt actief beleid gevoerd om seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie te voorkomen en te bestrijden. Bedrijfshulpverlening is aanwezig en op orde. Ook worden er elk jaar ontruimingsoefeningen gehouden. Het schoolveiligheidsplan is op iedere locatie verwerkt in het reglement. Het totale plan is in te zien bij de schoolleiding. Gedragscode voor kleding en/of (mode)accessoires Kleding en bijbehorende (mode) accessoires zijn belangrijke onderdelen van iemands persoonlijkheid. Door het dragen van kleding laten mensen zien wie ze zijn. Dat geldt uiteraard ook voor onze leerlingen. Wel vindt de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSONML) het belangrijk dat kleding en/of (mode)accessoires niet discriminerend van aard zijn en ook niet de vrijheid van meningsuiting aantasten. Dat is niet wenselijk en bovendien wettelijk niet toegestaan. Verder vraagt SSONML van haar leerlingen en hun ouders kleding en (mode) accessoires te dragen die de communicatie met andere leerlingen en met schoolmedewerkers niet in de weg staan. Ook kleding die aanstootgevend is en de sfeer op school of in de klas negatief kan beïnvloeden, is niet welkom op onze scholen. Datzelfde geldt voor kleding en/of (mode)accessoires die een gevaar zijn voor dragers of omgeving. Daarom is het dragen van kleding die het hoofd en het gezicht deels of volledig bedekken niet toegestaan. Hierbij gaat het om kleding waarbij de ogen, neus én mond niet zichtbaar zijn. Als een leerling zich om welke reden dan ook niet aan deze kledingvoorschriften houdt, spreekt de school hem of haar hierop aan. Als dat geen effect heeft, spreekt de school de ouders/verzorgers van de leerling hierop aan. De volledige gedragscode voor kleding en/of (mode)accessoires kunt u opv- Ontwikkeling volgen We besteden veel aandacht aan de vormgeving van het pedagogisch klimaat om zo onze doelstellingen en uitgangspunten waar te kunnen maken. De indeling in groepen vindt plaats aan de hand van de hulpvragen van de leerlingen. De school kent een leerlingvolgsysteem, waardoor een duidelijk beeld kan worden gegeven van de ontwikkeling van de leerling. De gegevens uit het indicatiedossier van het Cvl, aangevuld met recente gegevens vanuit het dossier van de laatst bezochte school, vormen de basis van het volgsysteem. Pedagogisch klimaat Het is onze taak als opvoeder om kinderen zoveel mogelijk kansen te bieden, die het kind laten groeien naar een harmonieuze verhouding met zijn omgeving. We hebben als team daarom de volgende keuzes gemaakt: Opvoedkundige aspecten staan op de eerste plaats. Dit gebeurt, door aandacht te besteden aan de gestagneerde sociaal emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling van het kind. Elk kind krijgt de kans in zijn eigen tempo, niveau, aanleg en interesse te leren en te leven. Negatieve ervaringen uit het verleden krijgen de kans om verwerkt te worden. Kind en ouders/verzorgers zijn echt welkom op school. Kind en ouders/verzorgers krijgen tijd en vertrouwen om het verstoorde evenwicht te herstellen. De school nodigt het kind uit en stimuleert, om te leren in brede zin. De school biedt daartoe extra mogelijkheden, die het aantrekkelijk maken voor het kind. Om samen te kunnen leren en leven op school is het belangrijk dat de kaders, waarbinnen leerlingen zich kunnen ontwikkelen, worden aangegeven, met als hoofddoel het bieden van uitdaging, veiligheid en duidelijkheid aan de leerlingen. Wanneer terugplaatsing in het basisonderwijs of instroom in het reguliere vervolgonderwijs mogelijk is, worden kind en ouders/verzorgers daarop voorbereid. Er worden met de ontvangende school goede afspraken gemaakt. Nazorg vanuit het cluster-3 onderwijs speelt hierin een wezenlijke rol. Individuele begeleiding Elk kind krijgt de kans om in zijn eigen tempo, afgestemd op zijn niveau, naar aanleg en mogelijkheden te leven en te leren. Er wordt voor ieder kind een individueel handelingsplan (IHP) opgesteld. Hierin staat o.a. beschreven het individueel ontwikkelingsperspectief, wat de oorzaak van de problematiek van het kind is en hoe aan gedrag en leerontwikkeling gewerkt gaat worden binnen het cluster-3 en cluster-4 onderwijs. In het plan is ook een individuele prognose opgenomen van de geplande didactische en sociaal emotionele ontwikkelingen door middel van het ontwikkelingsperspectief. Dit perspectief is leidend voor de doelen die gesteld worden voor de korte en lange termijndoelen van zowel de didactische als de sociaal emotionele ontwikkeling. Ieder jaar worden in de jaarlijkse leerlingbespreking de vervolgstappen aangegeven en besproken. In iedere bespreking wordt het verwachte instroomniveau in het VO aangegeven op basis van de dan aanwezige informatie

11 4De mogelijke richtingen cluster 3 zijn: VSO zml, een andere vorm van VSO of Praktijkonderwijs. De mogelijke richtingen cluster 4 zijn: Praktijkonderwijs, VMBO (LWOO), HAVO / VWO (LWOO). Daarnaast wordt er ook bekeken of de school deze uitstroom mogelijk acht in het VO of in het VSO. We leggen op dit moment de laatste hand aan het ontwikkelingsperspectief in aansluiting met landelijke ontwikkelingen. Tijdens de jaarlijkse leerlingbespreking zal het ontwikkelingsperspectief en het instroomniveau op het VO bekeken, besproken en waar nodig bijgesteld worden. De uitvoering van het individuele handelingsplan kan alleen binnen een groep gestalte krijgen. Het ontbreekt ons aan middelen en mogelijkheden om hand-op-hand begeleiding aan te bieden. Sleutelwoorden in de begeleiding op elk niveau zijn hartelijkheid, structuur, respect, acceptatie en begrip. Centrale Commissie Leerlingenzorg / CCL In de CCL zijn vertegenwoordigd de adjunctdirecteuren, de intern begeleiders, de gedragswetenschappers, de leden van de unit. Het doel van de CCL is: elkaar informeren over diverse zorgen en specifieke omstandigheden rondom leerlingen; zaken bespreken m.b.t. vervolgonderwijs leerlingen; coördineren en regelen van de aanpak; formats van het leerlingvolgsysteem bespreken. Indeling in groepen en units De gemiddelde groepsgrootte is 12. Afhankelijk van de ontwikkelingsvragen van de leerlingen van de groep kan hiervan naar beneden of naar boven worden afgeweken. We streven naar een groepsgrootte van maximaal 14 leerlingen. Soms wordt dit aantal overschreden vanwege een crisisplaatsing of een verhuizing van een leerling met cluster-3 of -4 indicatie. De kinderen worden zoveel mogelijk volgens gelijke leeftijd bij elkaar geplaatst, rekeninghoudend met het ontwikkelingsniveau en uitstroomperspectief van de leerling. Verder houden we bij de plaatsing natuurlijk ook rekening met de persoonlijke stijl van de groepsleerkracht, de didactische behoeften van de leerling en de sociale wisselwerking tussen de kinderen in een groep. De leerlingen zijn verdeeld over 2 basisgroepen cluster 3 en 3 basisgroepen cluster 4. We bieden in de groepen onderwijs aan op basis van TEACCHprincipes. Speciale aandacht wordt besteed aan: het duidelijk maken van verwachtingen; het visualiseren van de zin en betekenis, van dingen en situaties; het scheppen van orde; het voorspelbaar maken van gebeurtenissen; het overzichtelijk maken van de situatie. De basisgroepen werken samen in een unit. Een unit bestaat in principe uit 4 of 5 basisgroepen. Elke basisgroep heeft een eigen groepsleerkracht. De onderwijsassistenten worden voor de gehele unit ingezet. Iedere unit heeft een regisseur. Unit SSS groep cluster unit 1 Kameleon 3 Pandabos 3 Leeuwenbos 4 Tijgerbos 4 Panterbos 4 School Video Interactie Begeleiding (SVIB) School Video Interactie Begeleiding is een praktische methode waarmee groepsmedewerkers kunnen worden ondersteund in hun werk. De methode biedt een kader om systematisch naar de wederzijdse beïnvloeding te kijken. Videobeelden geven niet alleen zicht op interactie tussen groepsmedewerker en leerlingen onderling, maar ook in klassenmanagement en didactiek. Deze werkwijze is concreet, leerkrachtvriendelijk en effectief en geschikt voor alle situaties waarin groepsmedewerker, kind of groep een steuntje in de rug nodig hebben. Voor de inzet van SVIB kan worden gekozen op aanvraag van: een groepsmedewerker, een lid van het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP), de Commissie voor de Begeleiding, de regisseur, de intern begeleider of de directie. Begeleidingen vinden plaats aan de hand van een duidelijk geformuleerde hulpvraag. Hierbij kan een leerlingprobleem de hulpvraag bepalen maar ook de behoefte aan reflectie van een groepsmedewerker. De keuze voor individuele SVIB kan gemaakt worden bij de evaluatie van het Handelingsplan tijdens de jaarlijkse leerlingbespreking of naar aanleiding van actuele ontwikkelingen gedurende het jaar. Altijd in overleg met de ouders/ verzorgers. Bij het intakegesprek en in de schoolgids worden ouders/verzorgers geïnformeerd over de toepassing van SVIB. De ouders/verzorgers die er bezwaar tegen hebben dat er opnames gemaakt worden van hun kind, kunnen dat kenbaar maken bij inschrijving. Verkeerseducatie: Het Poortje/Vijverhofschool SO cluster 3 en 4 staan sinds 2011 ingeschreven om het verkeerslabel te halen. Het ROVL reikt het verkeerslabel uit aan scholen met een verkeerseducatieplan. Het label laat zien dat de verkeersveiligheid deel uitmaakt van het schoolbeleid. Leerlingen krijgen verkeerslessen en er zijn verkeersprojecten en praktische oefeningen. Ook de schoolomgeving is verkeersveilig ingericht. Daarnaast zijn ouders of verzorgers betrokken bij de verkeerseducatie. De Gemeente Venlo streeft ernaar om met alle basisscholen ( dus ook de scholen voor speciaal basisonderwijs) een convenant verkeerseducatie af te sluiten en zo ernaar te streven dat op al deze scholen zowel prak tische als theoretische verkeerseducatie structureel wordt opgenomen binnen het lesprogramma. Inspanningsverplichtingen zijn: - aanstellen van verkeerscoördinator op school niveau - bijwonen van netwerkbijeenkomsten verkeerseducatie ( deze vinden in Venlo twee maal per jaar plaats) - binnen twee jaar na afsluiten van het convenant ernaar streven het Limburgs Verkeersveiligheid slabel te behalen - opstellen jaarlijks activiteitenoverzicht. Er wordt heel veel aandacht besteedt aan een zo goed mogelijke afhandeling van het taxi vervoer. Hierbij wordt veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de taxi- bedrijven en de school. Een persoon is intensief bezig met herorganiseren en op orde houden van dit taxi vervoer. Daarnaast streven we er naar een verkeersouder te hebben, die samen met het team kijkt naar een zo veilig mogelijke verkeerssituatie en zo goed mogelijk op de leerlingen afgestemde verkeerseducatie. Tijdens de basisvorming komt het vak verkeersonderwijs ook aan bod. Dit programma heeft uiteraard te maken met de doelgroep voetgangers en fietsers. Foto s uit de omgeving, verkeersborden, speurtocht etc worden hierbij ingezet. De leerlingen van onze school mogen na toestemming verzorgers/ouders al dan niet te voet of per fiets boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt. Hier worden de leerlingen in getraind. Wij hebben de beschikking over een fietskist waarmee je een parcours kunt uitzetten om de fietsbehendigheid te oefenen

12 5 5. Leerlingbegeleiding Rapportage naar ouders Tweemaal per jaar wordt er een rapport gemaakt van de vorderingen van de leerlingen. Dit rapport wordt mondeling toegelicht tijdens een gesprek met de ouders/verzorgers op school. De school stelt na inschrijving van de leerling een individueel handelingsplan op. Dit handelingsplan (IHP A) wordt, na goedkeuring door ouders/ verzorgers en school ondertekend. Het handelingsplan is de blauwdruk en de wegwijzer voor de speciale begeleiding van de leerling. Het handelingsplan wordt vier keer per jaar geëvalueerd door de groepsleerkracht. Tijdens de jaarlijkse leerlingbespreking (IHPB) nemen we het handelingsplan door met de ouders/verzorgers. Bij deze jaarlijkse bespreking zijn aanwezig: de groepsverantwoordelijke medewerker, de intern begeleider, de LC-leerkracht / gedragswetenschapper en mogelijk een lid van de Commissie voor de Begeleiding. Waar nodig worden ook andere interne en/of externe deskundigen uitgenodigd. Rapportage naar derden Rapportage over een kind wordt alleen verzonden als er schriftelijke toestemming van de ouders/ verzorgers is. Het kan dan gaan om rapportage aan: een andere school in verband met terug- of doorplaatsing; begeleidingsinstellingen zoals bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg. Afhankelijk van de informatievraag wordt bepaald welke gegevens worden doorgestuurd. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als de veiligheid van het kind in het geding is, kan de directie zonder toestemming van de ouders/verzorgers informatie verstrekken. Het gaat dan om verzoeken van het AMK, de Raad voor de Kinderbescherming of de politie. De directie zal op verzoek van de ouders/verzorgers verklaren, waarom de informatie is verstrekt. Onderwijskundig rapport bij het verlaten van de school Het onderwijskundig rapport is een verslag waarin met onderzoeken onderbouwd wordt hoe de ontwikkeling is verlopen op het gebied van: De lichamelijke ontwikkeling; De persoonlijke ontwikkeling; De functionele ontwikkeling; De ontwikkeling binnen de sociale omgeving (waaronder het gezin en de vrijetijdsbesteding) De actuele stand van zaken wordt vergeleken met de problematiek, zoals die bij de start door de Commissie voor de Begeleiding werd geformuleerd. Er wordt met andere woorden gekeken hoe de situatie was toen de leerling binnenkwam en hoe hij nu op school, in de vrije tijd en thuis functioneert. Op deze manier wordt duidelijk, hoe de leerling zich gedurende het verblijf op het cluster-3 of cluster -4 onderwijs heeft ontwikkeld. Het rapport bevat naast een schooladvies meestal een aantal handreikingen voor de ontvangende school. Hiermee kan de begeleiding van de leerling vorm gegeven worden. Het rapport wordt in zijn geheel met de ouders/ verzorgers besproken. De ouders/verzorgers beslissen of het onderwijskundig rapport, al dan niet, in de gepresenteerde vorm en inhoud aan het vervolgonderwijs kan worden aangeboden. De ouders/verzorgers ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport (IHP C). Zeer speciale zorg Het Poortje/Vijverhofschool SO neemt als school voor speciaal onderwijs een speciale plek in, in onderwijsland. U mag van ons verwachten, dat wij in staat zijn om kinderen, binnen de groep, de speciale aandacht te geven, die aansluit bij wat uw kind nodig heeft. Binnen de organisatie is deskundigheidsbevordering van medewerkers een belangrijk aandachtsgebied. Er wordt door veel personeelsleden aan scholingstrajecten deelgenomen. Desondanks doen er zich soms problemen voor, waarop de groepsmedewerker geen pasklaar antwoord heeft. In dat geval is er de mogelijkheid om bij collega s te rade te gaan. Het unitoverleg of de intervisie is hiervoor de goede gelegenheid. Wordt hier geen oplossing gevonden, dan kan de groepsmedewerker het probleem bespreken met de interne begeleiding en / of aan de orde stellen tijdens een CCL-bespreking (Centrale Commissie Leerlingenzorg). In de CCL zitten: de leden van de unit, een directielid, een gedragswetenschapper, een intern begeleider en op afroep een maatschappelijk deskundige en/of een jeugdarts. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gesteld, wanneer daartoe aanleiding is. De visie van de ouders/verzorgers wordt in het algemeen zeer op prijs gesteld. Zeker in het geval van complexe problematiek. Naast de standaardhulp in de groep zijn er nog andere voorzieningen voor extra ondersteuning: Kinderen met een hardnekkig leerprobleem krijgen speciale begeleiding. De manier waarop de begeleiding plaatsvindt, wordt uitgebreid beschreven in het handelingsplan. Afhankelijk van het leerprobleem worden deze kinderen gedurende een specifiek vastgestelde periode extra begeleid en geholpen. Kinderen met problemen op het gebied van taal en/of communicatieve vaardigheden kunnen in aanmerking komen voor logopedie. Deze extra taalondersteuning wordt zowel individueel als in groepsverband aangeboden. Kinderen die in de omgang meer dan gemiddelde problemen hebben, kunnen afhankelijk van de aard en de problematiek, in aanmerking komen voor creatieve therapie. Dit kan, net als in het geval van logopedie, zowel individueel als in een groep aangeboden worden. Onderwijs aan zieke leerlingen Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met ouders/ verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de mogelijkheden en voorzieningen die wij op school getroffen hebben. Eventueel kunnen wij de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen inschakelen bij het opstellen van een zorgplan. Leerlingen die opgenomen zijn in een academisch ziekenhuis, worden door de consulenten van de educatieve voorziening van dat ziekenhuis ondersteund, echter onder verantwoordelijkheid van de school. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling van onze school, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs aangepast aan de mogelijkheden van de leerling en de school. Ook als de leerling in een ziekenhuis ligt. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de groepsmedewerker. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook meetelt en erbij hoort. Onze school heeft protocollen opgesteld voor leerlingen die kort dan wel lang ziek zijn. Er staat in aangegeven wat u en wat de school doet

13 5Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw zoon/dochter. Ook kunt u informatie vinden op de website van BCO onderwijsadvies te Venlo ( en op de website van Ziezon, het landelijk netwerk Ziek Zijn en Onderwijs. De consulent onderwijs zieke leerlingen De heer Joop van Zeeland (joopvanzeeland@bco-onderwijsadvies.nl) BCO Onderwijsadvies is telefonisch te bereiken onder nummer Plaatsing in regulier of speciaal basisonderwijs Als de begeleidingscommissie van mening is dat een leerling zich zodanig ontwikkeld heeft dat hij ook zou kunnen functioneren binnen het gewone of het speciale basisonderwijs, dan verloopt de procedure in grote lijnen als volgt: Met de ouders/verzorgers wordt besproken welke de mogelijkheden zijn, welke (speciale) basisschool de voorkeur van de ouders/verzorgers heeft. De directie neemt contact op met de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze gaat vervolgens aan de slag, om een geschikte school te vinden. Bij voorkeur natuurlijk de school die het hoogst op het lijstje van de ouders/verzorgers staat. Als de PCL erin is geslaagd om een school te vinden, dan vindt er een gesprek plaats waarbij aanwezig zijn: een vertegenwoordiging van de begeleidingscommissie, de ambulante begeleider van de Ambulante Dienst, de ouders/verzorgers, en de directie van de (speciale) basisschool. Indien er overeenstemming is, krijgt de leerling de gelegenheid stapsgewijs kennis te maken met de nieuwe school. Nadat tot plaatsing is overgegaan, zal de ambulante begeleider van de Ambulante Dienst starten met de begeleiding zodat de plaatsing een zo groot mogelijke kans van slagen heeft. Regelingen leerlingenvervoer (gemeentelijke regelingen) Het gemeentebestuur van de woonplaats van de kinderen is verantwoordelijk voor het schoolvervoer. Elk jaar opnieuw moet dat vervoer bij de gemeente worden aangevraagd door de ouders/ verzorgers. Uiteraard heeft de school veel contact met gemeente, vervoersbedrijven en vooral met de chauffeurs. De leerlingen ontvangen van de school een taxikaart en dienen deze aan de ouders, de chauffeur en de groepsmedewerker te tonen. De groepsmedewerker bepaalt wanneer een taxikaart al dan niet nodig is. Tijdens het vervoer ontstaan soms problemen: leerlingen die zich niet aan de regels houden, schelden of ruziën. Dit komt onder andere, omdat er geen begeleiding in de taxi s aanwezig is. Van de chauffeur kan en mag niet worden verwacht, dat hij naast zijn taak, het veilig vervoeren van de leerlingen, ook nog eens als opvoeder optreedt. De kinderen zijn verplicht zich goed te gedragen en te luisteren naar de chauffeur. Als er moeilijkheden zijn, worden deze op school besproken en zonodig aangepakt. Benutting van de verplichte onderwijstijd Schooltijden Maandag, dinsdag en donderdag van tot uur Woensdag en vrijdag van tot uur. Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval Het behoort tot de taak van de adjunct-directeur om in geval van afwezigheid van een groepsleerkracht een oplossing voor dit probleem te realiseren. Hierbij is de volgorde: het regelen van een vervanger; het inzetten van een lesvrije collega; het verdelen van de leerlingen over de resterende groepen. Indien tijdig geen oplossing kan worden gerealiseerd, blijft de leerling in het uiterste geval thuis. Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim Ons beleid ten aanzien van schoolverzuim omvat twee aspecten: 1. Preventief Gericht op ouders en verzorgers. Wij proberen de ouders/verzorgers te overtuigen van het belang van onderwijs voor de ontwikkeling van hun kinderen. In gesprekken met ouders/ verzorgers tijdens huisbezoeken en op school, bespreken wij met hen het belang van structuur en regelmaat voor de persoonlijkheidsontwikkeling, voor leervorderingen en schoolprestatie. Gericht op de leerlingen. Voor de kinderen trachten wij een sfeer te scheppen die door hen als positief wordt ervaren. Dit is omschreven in hoofdstuk 3 in het artikel over het Pedagogisch klimaat. 2. Correctief Groepsmedewerkers noteren elke dag s ochtends eventuele afwezigheid van leerlingen en de reden daarvan in een geautomatiseerd systeem. Bij onduidelijkheid over de reden van afwezigheid doet de groepsmedewerker zo snel mogelijk navraag bij ouders/verzorgers. Als het vermoeden bestaat dat het verzuim onterecht is, neemt de school contact op met de ouders/verzorgers om dit na te gaan. Bij signalering van ongeoorloofd schoolverzuim en/of vermoeden van ongeoorloofd verzuim, wordt direct de leerplichtconsulent van de betreffende gemeente op de hoogte gesteld. Na constatering van ongeoorloofd verzuim, neemt de school (directie, groepsmedewerker, maatschappelijk werk) contact op met ouders/ verzorgers ten einde herhaling te voorkomen. Van veelvuldig verzuim wordt onderzocht of en zo ja welke regelmaat daarin zit om de afwezigheid effectiever te bestrijden

14 5Betrokken bij de school Het personeel Bij Het Poortje/Vijverhofschool SO zijn personeelsleden werkzaam die als team, dus in gezamenlijkheid, medeverantwoordelijk willen zijn voor het hele reilen en zeilen op school. Naast de hen toebedeelde lestaken neemt elk personeelslid een aantal extra taken op zich. We kunnen daarbij denken aan het participeren in de redactie van de schoolkrant, het coördineren van het schoolvervoer e.d. De directie heeft een stimulerende, adviserende, en controlerende taak ten aanzien van de uitvoering van de betreffende taken. Directie De directie bestaat uit de directeur (de heer Toine van Helvoirt) en twee adjunct-directeuren (de heer Joris Verhoeckx en de heer Lou Bouten). Het personeel De streefformatie van de school kent de volgende functies: directeur adjunct-directeuren groepsleerkrachten onderwijsassistenten gedragswetenschapper maatschappelijk deskundige logopediste muziektherapeut creatief- dramatherapeut facilitair medewerker conciërge office manager / medewerkers secretariaat schoolarts onderwijskundig ICT-innovator coördinator facilitaire dienst vakleraar gymnastiek Daarnaast zijn er leerkrachten die zich op een bepaald gebied hebben gespecialiseerd, zoals intern begeleider. Gestreefd wordt naar zo veel mogelijk fulltimers, daar waar dit ten behoeve van een duidelijke structuur voor de leerlingen wenselijk is. Binnen de werkorganisatie is deskundigheidsbevordering van medewerkers een belangrijk aandachtsgebied. Door veel personeelsleden wordt aan scholingstrajecten deelgenomen. Niet behorende tot het personeel maar wel erg belangrijk voor een soepel lopende organisatie van het werk in de klas is de groep stagiaires die jaarlijks op school in het kader van hun opleiding een korte of lange periode doorbrengt. Het betreft stagiaires van de ROC s, richting onderwijsassistent, pedagogisch werker Jeugdzorg, Helpende Zorg & Welzijn, studenten van de Universitaire studie Orthopedagogiek (via IDT), aankomende leraren van de Pabo en studenten van de opleiding tot Creatief Therapeut. TECA Binnen het Transfer & Expertise Centrum Arbeidsintegratie werken professionals het gebied van onderwijs, zorg en arbeid samen om jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt gericht naar werk te begeleiden. TECA wil een gewaardeerd partner zijn voor scholen en andere partners als het gaat om die transfer van schoolloop- baan naar een duurzame loopbaan op de arbeidsmarkt of in de arbeidsmatige dag- besteding voor jongeren en jongvolwassenen met specifieke ontwikkelingsvragen. Het gaat hier om jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Daarmee zijn de twee speerpunten benoemd: transfer van schoolloopbaan naar een duurzame loopbaan op de arbeidsmarkt transfer van schoolloopbaan naar arbeidsmatige dagbesteding Contact:

15 5Ambulante Dienst De Ambulante Dienst is een onderdeel van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg (SSO NML). De dienst bestaat uit een team van specialisten met een brede ervaring en deskundigheid met betrekking tot leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en langdurig zieken (zgn. cluster 3 leerlingen) en leerlingen met psychiatrische of ernstige gedragsproblemen (zgn. cluster 4 leerlingen). We zien het ondersteunen en ontwikkelen van passend onderwijs daarbij als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokkenen in dit proces. Wat we doen: Onze kerntaak is het verzorgen van ambulante begeleiding voor bovengenoemde leerlingen die met een LGF-indicatie ( de Rugzak ) reguliere scholen bezoeken in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. Het doel is om in samenwerking met school en ouders passende expertise te bieden, zodat de leerlingen met speciale behoeften zich er optimaal kunnen ontwikkelen. Hoe we dat doen: Na toekenning van de Rugzak neemt een ambulant begeleider van de Ambulante Dienst contact met u op en worden heldere begeleidingsafspraken met elkaar gemaakt. Onze begeleiding bestaat vooral uit het delen van onze kennis en ervaring als vertrekpunt voor de praktische vertaling naar de leerling, zodat onderwijs op maat vorm gegeven wordt. Onze aanpak is oplossingsgericht: de mogelijkheden van de leerling en zijn leeromgeving vormen naar ons idee de basis voor een kansrijke deelname aan het regulier onderwijs. Wat we ook doen: Preventieve Ambulante Begeleiding: bij leerlingen met specifieke hulpvragen worden, met kortdurende trajecten of consultaties, probleemoplossende adviezen gegeven. Activiteiten op maat: Workshops en cursussen (bijvoorbeeld Werkhouding, Rekenen, Motoriek, Leren Mediëren) Kindertrainingen (bijvoorbeeld weerbaarheidstraining) Voorlichting Advies Overige wensen? Vraag gerust naar andere mogelijkheden! Tel.: info@ambulantedienst.nl Website: InterDisciplinair Team Het InterDisciplinair Team (IDT) is de Expertisedienst van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden Limburg. Het IDT is er voor iedereen in Noord- en Midden-Limburg die te maken heeft met een kind of jongere voor wie de schoolcarrière niet vanzelfsprekend verloopt. Ouders, professionals in het onderwijs en de zorg en andere betrokkenen kunnen met vragen terecht bij het IDT. Het IDT verbindt onderwijs in al zijn facetten aan het leren & ontwikkelen van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een specifieke onderwijsvraag uitgaande van hun levensbrede ontwikkelingsperspectief. Dit doen we proactief en op een systeemgerichte manier. Het IDT bundelt, verbindt en deelt aanwezige kennis en ervaring, ontwikkelt nieuwe kennis en ondersteunt de ontwikkeling daarvan. Zo wordt expertise zichtbaar, bereikbaar en beschikbaar en kan een grote diversiteit aan vragen beantwoord worden. De dienstverlening van het IDT is veelzijdig en beschikbaar binnen de stichting SSO NML en daarbuiten. InterDisciplinair Team Postbus AV Venlo dagelijks van 9.00 tot uur idt@ssonml.nl Samenwerking met andere instanties Het Poortje/Vijverhofschool SO heeft regelmatig contact met de volgende personen of instellingen: collega s van scholen voor (speciaal) basis- en voortgezet onderwijs; Bureau Jeugdzorg, William Schrikker groep, instellingen voor jeugdhulpverlening; de Mutsaersstichting; de Raad voor de Kinderbescherming; de GGD ( de Gezondheidsdienst); MEE Noord- en Midden-Limburg; Gastenhof; Daelzicht; instanties voor Kinderopvang, zoals Spring, Kleur huisartsen en specialisten, met name kinderartsen; ambtenaren leerplicht van de verschillende gemeenten; directeuren Cluster 4 en Cluster 3, op provinciaal en landelijk niveau; Politie Venlo, mede in het kader van schoolagent

16 5Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg van de GGD Limburg-Noord richt zich op alle kinderen van 4-19 jaar en hun ouders en/of verzorgers. Er is een nauwe samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar van de Zorggroep. Samen bewaken, bevorderen en beschermen we de gezonde groei en ontwikkeling van kinderen zowel lichamelijk als psycho-sociaal. De kinderen in het speciaal onderwijs krijgen een toelatingsonderzoek en elke twee/drie jaar een gezondheidsonderzoek. Op negen jarige leeftijd krijgt elk kind een uitnodiging voor een DTP en BMR vaccinatie en alle meisjes vanaf hun twaalfde verjaardag een uitnodiging voor drie HPV vaccinaties. Het team van de Jeugdgezondheidszorg zal zorg dragen voor het plannen van de gezondheidsonderzoeken waarvoor de kinderen in het schooljaar in aanmerking komen. Het team kan bestaan uit een arts, verpleegkundige, en assistente. Iedereen kan bij het team Jeugdgezondheidszorg terecht met vragen over gezondheidsonderwerpen. Voor uitgebreide informatie kunt u terecht op de website of bij het team Jeugdgezondheidszorg, tel (kies optie 2 en vervolgens nogmaals optie 2) adressen: Algemeen: Info.ggd@vrln.nl dhr. S. Ewalds, schoolarts TCV SO cluster 4: s.ewalds@vrln.nl mevr. W. Schoofs, schoolarts TCV SO cluster 3: w.schoofs@vrln.nl MEE Noord- en Midden-Limburg MEE is een organisatie die mensen met een beperking helpt om mee te kunnen doen in de samenleving. Dat doen we voor jong en oud, gratis, onafhankelijk en zonder verwijsbrief of indicatie. Voor wie is MEE? MEE is er voor iedereen met een beperking. Dat kan een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking zijn, een chronische ziekte, Niet Aangeboren Hersenletsel of een vorm van autisme. Ook familie, verzorgers, hulpverleners en andere betrokkenen kunnen bij MEE terecht. Waarvoor kunt u bijvoorbeeld bij MEE terecht? Heeft u vragen over de opvoeding van uw kind en wilt u hierbij ondersteuning? Heeft uw gezin moeite met het omgaan met de beperking van uw kind? Wilt u meer weten over vrijetijdsmogelijkheden voor uw kind? Vind u het lastig om met uw kind te praten over puberonderwerpen zoals seks? Is uw kind thuis erg opstandig en wilt u weten hoe u hiermee kunt omgaan? MEE geeft ook trainingen en cursussen, zoals: leren omgaan met je beperking brussengroep voor broers en zussen oudercursus autisme balans in mijn gezin U vindt alle cursussen op Heeft u een vraag of wilt u meer informatie? Bijvoorbeeld over onderwijs, wonen, werken, vrije tijd, opvoeding of financiële regelingen in relatie tot een beperking? Kijk dan eens op onze website U kunt ook bellen naar MEE Noord en Midden- Limburg, telefoon of stuur een naar info@mee-nml.nl. Ondersteunende begeleiding vanuit AWBZ-middelen Voor leerlingen, waarvan de school vaststelt dat de zorgvraag van het kind de mogelijkheden van de school overstijgt, bestaat de mogelijkheid om in overleg met ouders/verzorgers een indicatie voor ondersteunende begeleiding aan te vragen. Met deze indicatie kan extra hulp van buiten de school (b.v. een gespecialiseerde thuiszorgmedewerker) worden ingezet om een kind onder schooltijd te begeleiden gedurende bepaalde activiteiten (b.v. het kunnen stoppen van de ene activiteit en het weer oppakken van de volgende activiteit). Omdat alleen de ouders/ verzorgers een dergelijke aanvraag kunnen doen zal de school met de betreffende ouders/verzorgers contact opnemen en het proces ter verkrijging van AWBZmiddelen (in de vorm van PGB) samen met de ouder/ verzorger doorlopen. Omdat het voor de school organisatorisch ondoenlijk is om met allerlei verschillende zorgaanbieders af te stemmen over begeleiding, inzet en besteding van de middelen, is er een samenwerkingsverband met Stichting Dichterbij. De ondersteunende begeleiding wordt grotendeels vanuit deze zorgaanbieder betrokken Centrum voor Jeugd en Gezin Ouders en jongeren weten vaak niet waar ze terecht kunnen met een vraag over opvoeden en opgroeien. Er zijn zoveel mogelijkheden, zoals de leerkracht, arts of jeugdzorg. Veel ouders en jongeren zoeken eerst informatie op internet. Waar moet je beginnen om een betrouwbaar antwoord te vinden op een vraag? De consulenten van het Centrum voor Jeugd en Gezin staan klaar om vragen van ouders en jongeren te beantwoorden. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) biedt informatie, tips en ondersteuning. Een brede blik en kortdurende hulp zijn de kracht van het CJG. Het CJG gaat vertrouwelijk om met hetgeen je vertelt en de hulp is gratis. Bij gezinsproblemen werken we samen met andere organisaties of mensen in je netwerk om tot een goed antwoord te komen. Op korte vragen kan meestal direct een antwoord worden gegeven. Het Centrum voor Jeugd en Gezin organiseert themabijeenkomsten en trainingen als daar behoefte aan is. Een vraag over een activiteit is daarom van harte welkom. De website is een bron van betrouwbare informatie en tips. Deze website is een aanrader als je informatie zoekt over opvoeden of opgroeien. CJG Horst aan de Maas Venray, CJG Bergen,

17 5Financiële aspecten Kwaliteitszorg Vakantietijden en jaarplanning Geldelijke steun van de ouders/ verzorgers en sponsoring Vrijwillige ouderbijdrage Aan de ouders/verzorgers wordt een vrijwillige bijdrage van 60,- per schooljaar gevraagd. Deze wordt besteed aan zaken, waarvoor de school op geen andere manier geld ontvangt. Het geld wordt gebruikt voor het houden van vieringen, bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerstontbijt, het maken van een schoolreisje. Aan ouders/verzorgers wordt ieder jaar opnieuw gevraagd om een overeenkomst te ondertekenen, waarin staat, dat ze bereid zijn om het bedrag te betalen. Niemand is verplicht om dit contract te ondertekenen. Ondertekening houdt in, dat u aan de betalingsverplichting zult voldoen voor de duur van het lopende schooljaar. Sponsoring De school heeft geen sponsoren, en zal deze niet op korte termijn krijgen. De school heeft kennis genomen van de opvattingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over dit onderwerp. Op het ogenblik dat er aanleiding toe bestaat zal, op Stichtingsniveau, over dit onderwerp beleid worden geformuleerd. Het Poortje/Vijverhofschool SO is doelbewust aan het investeren in het op systematische, planmatige wijze werken aan de kwaliteitsverbetering van de school. Er is aandacht voor methodiek (INK-ontwikkelingsmodel) en proces (ontwikkelen van een meer professionele cultuur) binnen de organisatie. Kwaliteitsverbetering door onderwijsvernieuwing Op dit gebied is een aantal ontwikkelingen gaande: Talentencampus Venlo is met ingang van 09 januari 2012 geopend. De doorontwikkeling en de implementatie van het onderwijsconcept zijn in volle gang. Met ingang van het volgend schooljaar start ons speciaal onderwijs in Venray met als toekomst perspectief de Talentencampus Venray. Binnen het samenwerkingsproject Campusonderwijs Noord-Limburg worden inhoud en organisatie van het onderwijsconcept in nauwe samenwerking doorontwikkeld. Dit schooljaar besteden we als team veel aandacht aan het ontwikkelen van leerarrangementen en leerroutes gekoppeld aan de individuele ontwikkelingsperspectieven van kinderen. Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Nog belangrijker dan het onderwijsprogramma zijn de mensen die op school werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat alle plannen op een zinvolle manier worden toegepast. Het personeel van het Poortje/Vijverhofschool SO besteedt veel tijd aan samenwerking en overleg. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet. Daarom zijn er ieder schooljaar studiemiddagen en wordt er iedere week vergaderd. Daarnaast vinden regelmatig studiedagen en vergaderingen plaats, tezamen met de deelnemende scholen aan de Talentencampus Venlo/Talentencampus Venray, met betrekking tot het professionaliseren van campusonderwijs. Alle medewerkers participeren in de IPB-gesprekkencyclus; er is zicht op professionele ontwikkelingsbehoeften; er vindt doelgerichte, opbrengstgerichte scholing plaats. Alle medewerkers dragen in het kader van de Wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) en het Convenant Actieplan Leerkracht zelf verantwoordelijkheid voor hun ontwikkelingsportfolio. Er is bewust aandacht voor Levensfasebewust personeelsbeleid. Personele ontwikkeling = kwaliteitsontwikkeling. Kwaliteitsverbetering door planmatig naar onze organisatie te kijken Om een hogere fase van professioneel acteren te bereiken is het van belang om (intern / extern) de goede vragen te stellen, waarbij het eerlijk beantwoorden van en actief inspelen op de volgende kwaliteitsvragen centraal staat: Doen we de goede dingen? Doen we de goede dingen goed? Wat beloven wij? Doen wij wat we beloven? Van wie weten wij dat? Wat doen we met de uitkomsten hiervan: functioneel, op het vlak van taakinvulling, hoe wijzigt de koers van het proces door de uitkomsten? Het beantwoorden van deze vragen doen we volgens een bepaalde systematiek, dat het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) wordt genoemd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de Plan-Do-Study-Act-cyclus om te verbeteren en te vernieuwen. Aan de hand van het schooljaarplan worden er tussentijdse evaluaties gepland. De uitkomsten van deze evaluaties worden gebruikt om concrete verbeterplannen op te stellen. Vakantierooster en vrije dagen * Schoolbegin maandag 12 augustus 2013 Herfstvakantie maandag 14 oktober t/m vrijdag 18 oktober 2013 Studiedag dinsdag 26 november 2013 Sinterklaas vrijdag 6 december 2013 Kerstvakantie maandag 23 december t/m vrijdag 3 januari 2014 Carnavalsvakantie maandag 3 maart t/m vrijdag 7 maart 2014 Pasen maandag 21 april 2014 Meivakantie maandag 28 april t/m vrijdag 9 mei 2014 Hemelvaart donderdag 29 mei t/m vrijdag 30 mei 2014 Pinksteren maandag 9 juni 2014 Studiedag dinsdag 10 juni 2014 Zomervakantie maandag 14 juli t/m vrijdag 22 augustus 2014 drie studiemomenten worden nader vastgesteld in overleg met collega-scholen 32 33

18 6. Diversen 6Klachtenregeling SSONML streeft ernaar het onderwijs voor alle leerlingen goed en naar tevredenheid van alle betrokkenen te laten verlopen. Als leerlingen, ouders/verzorgers of medewerkers daarover toch vragen hebben, kunnen zij altijd terecht bij de mentor of de directie van de school. SSONML streeft ernaar eventuele problemen zo snel mogelijk en in goed overleg met alle betrokkenen op te lossen. Vertrouwenspersonen Voor alle gevallen waarin dat niet (naar tevredenheid) lukt, is er de Vertrouwenscommissie. Deze commissie bestaat uit vier onafhankelijke personen. De voorzitter van het College van Bestuur zorgt ervoor dat één van de vertrouwenspersonen contact opneemt met de betrokkene. De vertrouwenspersonen zijn: mevr. E. Caris, - bij afwezigheid mevr. E. Schippers dhr. H. Engels, - bij afwezigheid dhr. P. Nagelmaeker De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk en hebben geen dienstverband met het schoolbestuur. De vertrouwenspersonen dragen door bemiddeling bij aan oplossing van eventuele problemen. Mocht deze klachtenprocedure om welke reden dan ook niet leiden tot een oplossing, kan een ouder een klacht indienen bij de externe klachtencommissie. Daarbij kan een ouder eventueel de hulp van een externe vertrouwenspersoon van SSONML inschakelen. De vertrouwenspersoon kan bemiddelen bij het vinden van een oplossing voor het probleem of helpen bij het indienen van de klacht bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon gaat uiteraard vertrouwelijk om met de informatie. SSONML is aangesloten bij de externe klachtencommissie van het VKO, Centrum voor Katholiek Onderwijs. De contactgegevens van de externe klachtencommissie zijn als volgt: Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus EH Den Haag (van uur) SSONML hanteert een klachtenregeling opgesteld conform modelklachtenregeling primair en voortgezet onderwijs. Vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders/verzorgers, leerlingen, docenten, schooldirecties en schoolbesturen kunnen de vertrouwensinspecteur benaderen als zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van: seksuele intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen; extremisme en radicalisering. Uiteraard gaat de vertrouwensinspecteur ervan uit dat de gemelde klacht in eerste instantie is voorgelegd aan de directie, eventueel het bestuur van de school en de vertrouwenspersonen. Als in dat traject geen oplossing gevonden is, komt de vertrouwensinspecteur pas in beeld. Deze zal adviseren en informeren. De vertrouwensinspecteur is tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer (lokaal tarief). Meer informatie over de inspectie en de vertrouwensinspecteur is te vinden op de website van de inspectie: (zoekwoord: vertrouwensinspecteur) Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten De leerlingen nemen deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Het bevoegd gezag kan op verzoek van de ouders/verzorgers een leerling vrijstellen van bepaalde onderwijsactiviteiten. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Het bevoegd gezag bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van die waarvan vrijstelling is verleend. Regels voor toelating, schorsing en verwijdering Toelating De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Dit is het bestuur van de Stichting Speciaal Onderwijs Noord- en Midden-Limburg. Wat de toelating betreft, moet door de Commissie voor de Indicatiestelling/CvI een positieve beschikking voor cluster-iv-onderwijs zijn afgegeven. Een bijzondere situatie betreft leerlingen waarbij een positieve beschikking van een CvI heeft geleid tot een plaatsing in het reguliere onderwijs met rugzak-ambulante begeleiding. Indien een dergelijk onderwijszorgtraject onverhoopt strandt, biedt het bestuur aan de leerling een passende plaats in een van haar scholen. Een leerling kan niet op een school worden geweigerd, omdat de ouders/verzorgers de vrijwillige ouderbijdrage niet willen betalen

19 6Herindicatie zittende leerlingen De wet leerlinggebonden financiering bepaalt dat alle leerlingen die Cluster 3 en cluster 4 onderwijs volgen een positieve beschikking dienen te hebben van de Commissie voor de Indicatiestelling. Deze beschikking is 3 jaar geldig, dat betekent dat een herindicatie moet worden aangevraagd voordat deze termijn is verstreken. Gedurende het schooljaar moet een herindicatie worden aangevraagd voor alle leerlingen met een beschikking geldig tot 1 augustus Schorsing Als door een gerichte actie van een leerling de veiligheid van een medeleerling en/of een volwassene binnen de schoolsituatie in het geding is wordt tot schorsing van de leerling overgegaan. De duur van de schorsing varieert van een tot maximaal drie dagen. Tijdens de dagen dat een leerling is geschorst dient deze een door de groepsmedewerker aan te leveren hoeveelheid schoolwerk te maken. De directie stelt de ouders/verzorgers telefonisch van de schorsing op de hoogte onder vermelding van de redenen. De mededeling wordt schriftelijk bevestigd. Van de brief wordt een afschrift verzonden aan de in de schoolgids vermelde instanties. Tot schorsing wordt overgegaan: als sprake is van een uiting van fysieke agressie van een leerling t.a.v. een volwassene binnen de organisatie, anders dan voortvloeiend uit paniek t.g.v. een fysieke afgrenzing door het personeelslid c.q. personeelsleden; bij uitoefening van fysieke agressie t.a.v. een medeleerling, waarbij de reactie niet in verhouding staat tot de actie; bij uitoefening van excessief fysiek geweld, ook in het geval dat het een reactie betreft op een ernstige kwetsing; in geval van ernstige bedreiging van een medeleerling en/of een personeelslid. De duur van de schorsing hangt samen met de zwaarte van de door de leerling uitgevoerde actie, al dan niet in combinatie met het ervaren psychische leed door het slachtoffer. In uitzonderlijke gevallen kan het psychologisch effect de duur van de schorsing mede bepalen. Bij terugkomst na schorsing vindt in principe een onderhoud van de geschorste leerling met de directie plaats. In geval van herhaling vindt dit gesprek plaats in aanwezigheid van de ouders/ verzorgers. Tijdens het gesprek wordt aandacht besteed aan: het incident sec; reflectie op het gedrag door de dader; laten ontdekken van binnen de schoolorganisatie passende gedragsalternatieven ter vermijding van herhaling; in geval van herhaling: schetsen van de sancties bij een zich herhalend gedragspatroon, w.o. aangifte van mishandeling c.q. bedreiging bij politie. Verwijdering Verwijdering van een leerling is een ernstige zaak. Voordat een leerling van school wordt verwijderd, bekijkt eerst het bevoegd gezag de zaak. Een leerling kan pas van school worden verwijderd als een andere school bereid is om de leerling toe te laten. Hierop geldt de volgende uitzondering: als de school kan aantonen dat men zonder succes gedurende acht weken heeft gezocht naar een school of een instelling die de leerling zou kunnen opnemen, dan kan de leerling definitief worden verwijderd. De ouders/ verzorgers kunnen een bezwaarschrift bij het bevoegd gezag indienen, waarna binnen vier weken na ontvangst een beslissing wordt genomen. De ouders/verzorgers kunnen zich voor advies richten tot de inspecteur. Communicatie rondom leerlingen Bij problemen rondom een leerling is de school te allen tijde bereid met de ouders in gesprek te gaan. Wanneer dit niet functioneert, wordt een oplossing gezocht door de school tezamen met de voorzitter van het College van Bestuur van de SSO NML en de ouders. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de regels van fatsoen in acht worden genomen, anders zal de communicatie worden gestaakt. In gezamenlijk overleg zal worden bekeken welke andere maatregelen genomen kunnen worden en hoe verdere communicatie mogelijk is. Regels m.b.t. leerlingendossiers Ten behoeve van de administratie van de school en voor het pedagogisch en didactisch handelen, worden een aantal gegevens vastgelegd in dossiers. Hierin worden een aantal zaken onderscheiden: de algemene gegevens over de leerling: deze bevinden zich in de leerlingenadministratie. Deze blijven daarvan deel uitmaken gedurende vijf jaar, nadat de desbetreffende leerling van school is uitgeschreven. de beschikking van de CvI betreffende de toelaatbaarheid tot het (V)SO; het volledige dossier waarop de CvI haar oordeel voor het afgeven van de beschikking heeft gebaseerd. Hiertoe behoren ook de rapporten van de leden van die commissie. Het dossier wordt in de school bewaard tot vijf jaar na het tijdstip dat de leerling de school heeft verlaten. Het gemeenschappelijk rapport wordt gebruikt ten behoeve van het verblijf van de betrokken leerling op de school. Na schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers kan van het voorgaande worden afgeweken. als een leerling de school verlaat, stelt de directie een onderwijskundig rapport op ten behoeve van de ontvangende school. De ouders/verzorgers ontvangen van dit rapport een afschrift

20 Samenwerking 8. Enkele praktische ouders/verzorgers regelzaken U hebt inmiddels ruim dertig bladzijden lang gelezen over leerlingen, hun problemen, de school, haar doelen en werkwijzen. Op veel bladzijden bent u tegengekomen, dat wij het belangrijk vinden om zaken met u, ouders/verzorgers, door te spreken. Met elkaar overleggen. Elkaar op de hoogte houden. Wij vinden een goede samenwerking met ouders/ verzorgers een eerste vereiste om met succes te kunnen werken aan het aanbieden van ontwikkelingskansen aan uw kind. Andersom geredeneerd: zonder uw medewerking lukt het ons niet. Allebei hebben wij onze verantwoordelijkheid voor een en dezelfde zaak: het scheppen van ontplooiingskansen voor uw kind. Vanuit die verantwoordelijkheid zullen wij u soms aanspreken. Vanuit diezelfde verantwoordelijkheid spreekt u óns aan, als u daar een aanleiding toe ziet. De medezeggenschapsraad De MR cluster 4 bestaat uit 8 personen: 4 ouders en 4 personeelsleden, de MR cluster 3 uit 6 personenl 3 ouders en 3 personeelsleden. De MR vergadert zes keer per jaar. De vergaderingen zijn openbaar. De MR heeft het recht om alle aangelegenheden die de school betreffen te bespreken. Ten aanzien van een aantal zaken heeft de MR instemmingsbevoegdheden. Voor een aantal andere zaken adviesrecht. De leden worden in principe voor een periode van vier jaren gekozen. Voor de mensen op school is een goed contact met de ouders/verzorgers van groot belang. Een goede oudervertegenwoordiging in de MR maakt daarvan deel uit. Sinds vergaderen de MR-en van het TCV SO cl.4/het Poortje en TCV SO cl. 3/Vijverhofschool so gezamenlijk. Namens het personeel cluster 4: Trudie Saris, Susan Nellen, Chantal Billekens en Kim Verstraelen Namens het personeel cluster 3: Natascha Flos, Anja Vlasveld, Karlien Hendrix Namens de ouders cluster 4: Roel Creemers, Niels van Haperen, René Rambags, Kim Westheim Namens de ouders cluster 3: Harm Platzbeecker, twee vacatures Overige ouderactiviteiten Er zijn natuurlijk nog meer activiteiten op school waarbij we de hulp van ouders goed kunnen gebruiken, denk bijvoorbeeld aan het vervoer bij excursies en schoolreisjes of bij extra klussen. In voorkomende gevallen neemt meestal de betreffende groepsmedewerker hierover contact op met de ouders. Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren/wa-verzekering Wij willen iedereen verzoeken om een dergelijke verzekering af te sluiten. Ongevallen- en Eigendommenverzekering Alle leerlingen zijn door de school al verzekerd voor ongevallen die onder schooltijd gebeuren en op weg van huis naar school en terug. Als u dit niet voldoende vinden, kunt u eventueel deze extra verzekering afsluiten, die een dekking geeft voor 24 uur het hele jaar door. Ook is het mogelijk voor een klein bedrag per jaar een eigendommenverzekering af te sluiten. Deze verzekering is aan te bevelen als uw zoon/dochter bijvoorbeeld een eigen laptop op school gebruikt. De school kan namelijk niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal of materiële schade aan eigendommen van leerlingen onder schooltijd. In het begin van het nieuwe schooljaar ontvangen de ouders/ verzorgers via de school een vrijblijvend aanbod voor deze twee verzekeringen. Bereikbaarheid groepsmedewerkers In principe kan men de groepsmedewerkers een kwartier na beëindiging van de schooldag telefonisch via het telefoonnummer van de school bereiken. De bibliotheek Iedere oneven week komt op donderdag (van uur) de bibliobus naar de locatie aan de Simon Stevinstraat te Venlo. De leerlingen zoeken dan onder begeleiding van de groepsmedewerker enkele boeken uit om op school te gebruiken (leesboeken en informatieboeken). Vanaf unit 1 krijgt elk kind een leespas. De kosten hiervan worden door de school betaald (inschrijfgeld). De pas en de boeken die geleend worden blijven op school. Het team houdt hier toezicht op. Communicatieschriftjes Om de communicatie tussen school en ouders optimaal te houden werkt het SO met communicatieschriftjes. Hierin worden belangrijke zaken van de schooldag opgeschreven zodat de ouders weten wat er die dag gebeurd is op school. Omgekeerd werkt het ook: ouders kunnen belangrijke zaken in de thuissituatie opschrijven die mogelijk van invloed zijn op het gedrag en de concentratie van de leerling. Het is belangrijk dat er elke dag aan wordt gedacht het communicatieschriftje mee te nemen naar school. Gymnastieklessen Bij aanvang van het nieuwe schooljaar zal het gymnastiekrooster worden toegezonden c.q. aan de leerlingen worden meegegeven. Benodigdheden: sportbroek, shirt, gymschoenen met witte zolen 38 39