Liet Arendt zich inpakken door Eichmann?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Liet Arendt zich inpakken door Eichmann?"

Transcriptie

1 venster sluiten Denk aan het milieu. Denk na voor je print! Liet Arendt zich inpakken door Eichmann? GER GROOT :00 Top-nazi Adolf Eichmann was een grijze muis, meende de Joodse filosofe Hannah Arendt. Ger Groot prijst de vrouw die durfde te denken - ook al vergiste ze zich. Stel dat Hannah Arendt toch ongelijk heeft gehad. Dat Adolf Eichmann, die tijdens de Tweede Wereldoorlog het transport van de Joden naar de concentratiekampen had georganiseerd, niet de grijze bureaucraat was geweest waar zij hem tijdens zijn berechting voor hield. De Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt was in 1961 naar Jeruzalem gegaan om voor The New Yorker verslag uit brengen van het Eichmann-proces. Dat zou eindigen in een doodvonnis en daar had zij geen moeite mee. Eichmann had zijn executie ten volle verdiend. Maar niet als het antisemitische monster dat uit rabiate haat miljoenen Joden de dood in had gejaagd, zo meende zij. Hij had in zijn eigen ogen eenvoudigweg zijn werk gedaan. Plichtsgetrouw had hij daarbij zijn gevoel, geweten en zelfs zijn denken uitgeschakeld. Eichmann belichaamde ongetwijfeld het kwaad, maar dan wel in een ongehoorde gestalte, zo ontdekte Arendt. Het was het kwaad dat zich verschool in de soepele machinerie van een bestel waarvan de SS-Obersturmbannführer zich een onderdeel maakte. Daarom noemde zij het 'banaal'. Dit kwaad was niet spectaculair, niet bloeddorstig, niet gepassioneerd en zelfs niet wreed, maar onaangedaan, onnadenkend en daarom des te vervaarlijker. De film 'Hannah Arendt' van Margaretha von Trotta, die afgelopen herfst elders uitkwam en volgende week in Nederlandse première gaat, concentreert zich geheel op Arendts verslag van het Eichmann-proces en het boek dat daarvan het uitvloeisel vormde: 'Eichmann in Jeruzalem. De banaliteit van het kwaad'. Arendt, die ook bij andere gelegenheden het openbare debat niet schuwde, werd er wereldwijd een publieke figuur door. Ten goede, maar ook ten kwade. Arendts karakterisering van Eichmann als grijze muis riep een golf van woede en verontwaardiging op. Zij zou er haar eigen Joodse volk mee verraden hebben. Vanuit de ivoren toren van de filosoof en intellectueel zou zij het leed van talloze kleine mensen hebben veracht. En ze had het alleen nog maar erger gemaakt door zich af te vragen of de door de nazi's ingestelde 'Joodse Raden', bestaande uit vooraanstaande figuren uit de Joodse wereld, de deportaties niet gemakkelijker hadden gemaakt.

2 Kregen de slachtoffers daarmee niet de schuld in de schoenen geschoven van een van de grootste misdaden uit de historie?, zo vroeg menige overlevende zich woedend af. In de film zie je Hannah Arendt het vooral moeilijk hebben met de vrienden die zich van haar afkeren, en het wantrouwen van de mensen om haar heen. Koestert zij geen liefde voor haar eigen volk?, vraagt een van haar intimi haar verwijtend. Nee, antwoordt zij. Liefde voelt ze niet voor zoiets algemeens. Die is voorbehouden aan wie haar nastaan. "Zoals jij", lijkt ze erbij te denken. Maar het helpt niet. Ook die vriendschap is voorgoed kapot. Dat antwoord heeft Hannah Arendt zelf ooit letterlijk gegeven. Margaretha von Trotta heeft alles in de film zo levensecht mogelijk trachten te tonen. Wanneer het proces in Jeruzalem in beeld komt, zien we historische filmbeelden en horen we Eichmann zelf praten. En ook wij kunnen ons dan moeilijk aan de indruk onttrekken dat daar een verknipte stationschef of wisselwachter terechtstaat: een man die alleen maar de seinen bediende en handels overhaalde, om het even naar welke eindbestemming hij daarmee zijn treinen dirigeerde. Vijftig jaar later is de controverse over de vraag wie Eichmann werkelijk was niet geluwd. In haar uitvoerig gedocumenteerde studie 'Eichmann in Argentinië' maakte de Duitse filosofe Bettina Stangneth onlangs aannemelijk dat de SS-Obersturmbannführer tijdens zijn proces een meesterlijk toneelstuk had opgevoerd ('Gehoorzame ambtenaar? Welnee', Letter&Geest, 2 juni 2012). Hij was wel degelijk een overtuigd antisemiet geweest en altijd gebleven. Bandopnamen van gesprekken die hij in 1957 in zijn ballingsoord Argentinië met een Nederlandse journalist en oud-ss'er had gevoerd, maakten dat overduidelijk. Eichmann als 'gehoorzame misdadiger' zonder kwade intenties was volgens Stangneth een mythe. Wat dus, als Hannah Arendt het karakter van Eichmann verkeerd begrepen had, en ook Harry Mulisch zich in zijn boek 'De zaak 40/61' over hetzelfde proces eveneens in de luren had laten leggen? Was dan de hele controverse voor niets geweest? Zou Arendt, erger nog, hebben laten zien dat de werkelijkheid haar als intellectueel ontsnapte, zodra ze met de concrete bedrieglijkheid daarvan werd geconfronteerd? Dan zou de geschiedenis haar een wrange loer gedraaid hebben. Want op een veel ernstiger manier had haar leermeester Martin Heidegger zich dertig jaar eerder ook al laten misleiden. Hij had het triomferende nationaal-socialisme in zijn beruchte 'rectoraatsrede' uit 1933 verwelkomd als 'een grote beweging' die de mens weer zou verzoenen met 'het Zijn', zoals zijn eigen filosofie wilde. Voor de Joodse Hannah Arendt was dat een slag in het gezicht geweest, temeer omdat zij als studente met Heidegger een gepassioneerde verhouding had gehad. In het begin van de film wordt daaraan herinnerd, wanneer tijdens een feestje in Arendts appartement in New York Heidegger ter sprake komt en de verzamelde Joodse ex-vluchtelingen hun afschuw over hem uitspreken. Margaretha van Trotta laat de verhouding tussen de gevierde filosoof en zijn studente, een van de beroemdste romances uit de geschiedenis van de filosofie, alleen vluchtig in een flashback voorbij komen.

3 Veel belangrijker is het denken van Heidegger, dat op Arendt een grote invloed zou blijven hebben. Indringend wordt Heidegger in beeld gebracht tijdens een college waarin hij uitlegt wat dat eigenlijk is: denken. De studente Hannah luistert aandachtig toe. Denken is volstrekt belangeloos, legt Heidegger uit. Het wíl niets, het leidt nergens toe, het lost geen vraagstukken op en verandert de wereld niet. Écht filosofisch denken doet alleen de wereld verschijnen aan de mens die zich daarin voor haar ontvankelijk toont. Hij leert erin (zo zal Heidegger later zeggen) te luisteren naar en gehoorzaam te zijn aan 'het Zijn'. Zo betoverend als die woorden geklonken moeten hebben, zo kritisch zal Hannah Arendt er later op terugkijken. Want terwijl zij in 1961 naar Eichmann luistert, meent zij plotseling een man voor zich te zien die niet denkt. Hij deed wat hem was opgedragen, handelde met grote exactheid en zelfs intelligentie de logistiek af die hem was toevertrouwd, maar als een radertje in de machine, de toegewijde wisselwachter op het emplacement. Wanneer ze probeert te begrijpen hoe dat niet-denken in zijn werk gaat, komt ze in eerste instantie met Heidegger een heel eind. Want ook hij had al in de jaren twintig beschreven hoe de wereld kon veranderen in een anonieme machinerie waarvan mensen volmaakt functionerende onderdelen kunnen worden. In dit 'bestel', zoals Heidegger het noemde, werkt alles soepel en probleemloos. Voor alles is er een procedure en ieder wordt beoordeeld op zijn 'functie'. Voor zo'n bestaan had Heidegger de term 'oneigenlijkheid' bedacht. Zijn filosofie vormde een aanklacht tegen dit 'bestel', waarin mensen geen 'ik' zijn maar allen tezamen een 'men'. Toch werd ook hijzelf door de 'grote beweging' van dit 'men' in verzoeking gebracht. Filosofisch denken alléén was kennelijk niet voldoende om voor dat gevaar te worden behoed. De filosofie, zo ontdekte Hannah Arendt, moest zich niet alleen om het denken maar ook om de wereld bekommeren. En dat betekende: zich inlaten met de politiek, die die wereld actief vormgeeft. Ze moest niet alleen denken, maar dat denken ook consequenties laten hebben voor de maatschappij. Jaren later, tegen het eind van haar leven, zal Hannah Arendt daarom een diepgravende studie schrijven die kortweg 'Denken' heet. Net als voor Martin Heidegger was dat voor haar het belangrijkste thema van de filosofie geworden. Maar anders dan bij hem maakte dat denken zich voor haar niet los van de wereld, in een toewending naar metafysische bespiegelingen over het Zijn. Het bereikte juist zijn hoogtepunt wanneer het actief en daadkrachtig werd. Wat wij 'denken' noemen, mag alleen maar die naam dragen wanneer het wordt gedreven door meegevoel met de ander, zo klinkt het in de film. Dat zou Hannah Arendt waarschijnlijk te soft geweest zijn. Elk denken heeft een ethische dimensie: daar hield zij het zelf liever op. Als denker was zij een harde tante, die zich niet op sleeptouw liet nemen door mooi klinkende formuleringen. Zij stelde aan het denken de hoogste eisen, uit naam van de filosofie. Dat betekende dat zij soms onaangename dingen moest zeggen. Haar roeping als intellectueel liet haar geen keuze. Want als zíj al zou zwichten voor de verleiding van omfloerste waarheden,

4 wie zou dán nog zeggen waar het op staat? Het is de opdracht van de filosofie te willen begrijpen, zo legt ze in een hartstochtelijke en indrukwekkende pleitrede aan het eind van de film uit. Onvervaard en onverbiddelijk zoekt zij naar inzicht. En niets kan vermijden dat dit soms hard aankomt en bittere gevolgen heeft - niet in de laatste plaats voor haarzelf. Want één ding leek Hannah Arendt te zijn vergeten. Filosofie die werkelijk radicaal wil doordenken komt gemakkelijk in conflict met de aanvaarde opinies. Dat is niet altijd erg, maar riskant is het wel. Wat in de filosofie scherpzinnig heet, kan voor de gangbare opinie schokkend zijn, tot aan het onaanvaardbare toe. Tussen die twee raakten de artikelen van Hannah Arendt al snel vermangeld - en zijzelf daarbij. En dan legt zij, op het hoogtepunt van de hetze die ook haar eigen academische milieu heeft aangetast, haar magnifieke filosofische principeverklaring af. Uit naam van het denken, dat zich nooit van de wereld mag afwenden, zoals Heidegger deed, en zich nooit mag verschuilen in gedachteloosheid, zoals zij Eichmann had menen zien doen. Vergiste zij zich in dat laatste? Wellicht. Maar zoals ook Bettina Stangneth beklemtoont, werd haar filosofische passie daardoor niet ontkracht. Ze had alleen het verkeerde voorbeeld gekozen. Daar werd het gevaar van de gedachteloosheid niet kleiner door, net zo min als dat van de misvatting dat denken geen ethische en politieke betekenis zou hebben. Om dat denken ging het Hannah Arendt. Tegen haar leermeester in, trachtte zij de eer te redden van een filosofische traditie die haar neus had opgehaald voor de banale politiek en zich zo, al dan niet onwillekeurig, medeplichtig had gemaakt aan de banaliteit van het kwaad. Dat Arendt zelf in haar oordeel eveneens feilbaar was, heeft Stangneth overtuigend laten zien. Niettemin: ze bleef denken, tot het uiterste toe - uit plicht, uit roeping, en uit bekommernis met de wereld. Bekijk de première van 'Hannah Arendt' met Ger Groot Aanstaande maandag (29 april, 20u) is de film te zien in De Balie, Kleine- Gartmanplantsoen 10, Amsterdam. Voorafgaand aan de filmvoorstelling vindt een debat plaats met onder anderen Ger Groot. Trouw-lezers kunnen deze avond voor de speciale prijs van euro 6,- bijwonen. Reserveren verplicht. De korting geldt ook voor de vertoningen in Den Haag (1/5), Maastricht, Leeuwarden en Eindhoven (2/5), Breda (6/5) en Hilversum (9/5). Informatie en reservering van kaarten: Wie was Hannah Arendt? Tijdens haar studies filosofie en theologie in Berlijn ontving Hannah Arendt (geboren in 1906) een brief van haar leermeester Martin Heidegger; dat werd de start van een romance.

5 Om haar activiteiten in de zionistische politiek werd de Joodse Arendt door de Gestapo gearresteerd; ze moest in 1933 Duitsland verlaten en vluchtte naar Parijs. Toen de Duitsers in mei 1940 Frankrijk binnenvielen, werd de statenloze Arendt om haar Duitse afkomst geïnterneerd. In 1941 week ze uit naar de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog keerde ze naar Europa terug, met de bedoeling mee te helpen met de wederopbouw van de Joodse cultuur; ze werd trouwens Amerikaans staatsburger. Haar roem vestigde ze met haar driedelige studie 'The Origins of Totalitarianism' (1950). Daarin schonk ze onder meer aandacht aan de concentratiekampen, waar - terwijl Joden strategisch gezien beter ingezet hadden kunnen worden voor de oorlogsindustrie - massavernietiging had plaatsgevonden, het Kwaad zelf. Voor The New Yorker volgde ze het proces tegen Adolf Eichmann; de topnazi was door Israëls geheime dienst in Argentinië opgespoord en naar Jeruzalem getransporteerd. Daar kreeg hij in december 1961 de doodstraf. Met haar verslag van het proces ('Eichmann in Jeruzalem') ontketende ze een internationale rel: hoe kon ze het hier belichaamde kwaad nu 'banaal' noemen? Critici verweten haar dat ze zich had laten inpakken door Eichmanns verweer als zou hij niet meer dan een anonieme bureaucraat geweest zijn. Zij had de nazi, oordeelden zij, in de artikelenserie in The New Yorker onschuldiger voorgesteld dan hij was geweest. Arendt werd in 1968 hoogleraar, eerst in Chicago, daarna, tot haar dood in 1975, in New York. In Nederland geldt Denker des Vaderlands Hans Achterhuis als een groot pleitbezorger van Hannah Arendt. Verder was zij hier uit de gratie geraakt. Doordat ze in haar totalitarisme-studie stalinisme en nationaal-socialisme vergeleek, had ze onder linkse intellectuelen afgedaan, zegt regisseuse Margarethe von Trotta. Op dit moment maakt de Joodse filosofe een voorzichtige come-back, met dank aan haar onafhankelijke, individualistische denken én de film die Von Trotta in 2012 over haar maakte en die maandag in ons land in premiére gaat. De Persgroep Digital. Alle rechten voorbehouden.