OPKOMENDE DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR VEEHOUDERS. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPKOMENDE DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR VEEHOUDERS. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen"

Transcriptie

1 OPKOMENDE DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR VEEHOUDERS Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

2 Verantwoordelijke uitgever Gil Houins Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin, Food Safety Center Kruidtuinlaan Brussel Eindredactie Dr. Sabine Cardoen, Dr. Xavier Van Huffel, Dr. Renaud Poizat, Dr. Caroline De Lathouwers Opmaak en vormgeving Jan Germonpré Vertaling Vertaaldienst van het FAVV Drukwerk Drukkerij IPM, Brussel Wettelijk depot: D/2009/10.413/4 FAVV februari 2009 Overname artikelen toegestaan mits bronvermelding Copyrights beeldmateriaal: P 8 (a en d), p 37, p 49 (a): Saegerman C., Reviriego-Gordejo F., Pastoret P.-P. (2008). Bluetongue in northern Europe. - World Organization for Animal Health and University of Liege (ed.), Paris, France, 88 pp. - ISBN P 15 (blauwtongvirus) en 49 (b): CODA-CERVA P 8 (b) en p 41 (paarden): Sylvie Lecollinet, AFSSA, Maisons-Alfort, France P 8 (c) en p 49 (c, d en e): Lonnie King, Centers for Disease Control and Prevention, Atlanta, USA Alle andere foto s zijn ofwel eigendom van het FAVV of behoren tot het public domain. Voor overname van beeldmateriaal: contacteer ons. Deze brochure is eveneens beschikbaar in het Frans Gedrukt op papier dat voldoet aan het FSC-label

3 OPKOMENDE DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR VEEHOUDERS

4 Voorwoord Op 17 oktober 2008 organiseerde het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en haar Wetenschappelijk Comité een internationaal colloquium over opkomende dierenziekten. De bedoeling van het colloquium was de risicobeheerders, wetenschappers, overheden en lokale professionelen, d.w.z. veehouders en dierenartsen, van deze actuele problematiek bewust te maken en hen hierover te informeren. Deze brochure heeft tot doel de veehouders informatie te verstrekken over de huidige toestand en de toekomstige verwachtingen in verband met opkomende dierenziekten en om hen duidelijk te maken welke rol zij kunnen spelen om het optreden van deze ziekten te voorkomen, de verspreiding ervan te beperken en/of de bestrijding te kunnen uitvoeren. Binnenkort volgt een gelijkaardig initiatief dat meer zal gericht zijn op de dierenartsen. 4

5 Inhoud Voorwoord 4 Inhoud 5 Inleiding 6 Quiz: wat weet u over opkomende dierenziekten? 8 Wat is een opkomende dierenziekte? 10 Welke elementen werken het opkomen van dierenziekten in de hand? 14 Enkele voorbeelden van opkomende dierenziekten of ziekten met een risico op opkomen 16 Welke zijn de gevolgen van opkomende dierenziekten voor de veehouders? 20 Wat is het nieuwe beleid van de Europese Commissie op het vlak van opkomende dierenziekten? 22 Welke rol kunnen veehouders spelen in de bestrijding van opkomende dierenziekten? 24 Bioveiligheidsmaatregelen 29 Vroegtijdige opsporing 33 Enkele concrete voorbeelden van opkomende dierenziekten 36 Conclusies en kernboodschappen 42 Quiz: wat heeft u onthouden over opkomende dierenziekten? 46 Meer informatie? 50 5

6 Inleiding De Europese Unie kreeg de jongste tijd te maken met een aantal grote epidemieën van opkomende dierenziekten zoals vogelgriep en blauwtong. Deze ziekten kunnen grote gevolgen hebben voor zowel de volksgezondheid en de dierengezondheid als op economisch en sociaal vlak. Wegens hun sociaal-economische impact hebben deze ziekten vooral betrekking op de primaire dierlijke productiesector, in het bijzonder op de veehouders. Gezien de complexiteit van deze problematiek betekenen de opkomende dierenziekten een echte uitdaging zowel vandaag als morgen. Het is immers zeker dat wij in de toekomst nog zullen geconfronteerd worden met het opkomen van nieuwe dierenziekten. Alle operatoren betrokken bij de dierengezondheid hebben een rol te spelen, enerzijds om het optreden van deze ziekten te voorkomen en anderzijds om ze te bestrijden wanneer zij zich toch voordoen in een gebied of een land. In dit verband is het van het allergrootste belang dat de professionelen en in het bijzonder de veehouders worden betrokken. Zij zijn immers goed geplaatst om het optreden van deze ziekten te voorkomen, door op hun bedrijf passende bioveiligheidsmaatregelen 1 te nemen en dit op advies van hun dierenarts. Inderdaad, Voorkomen is beter dan genezen en dat omwille van een aantal redenen waarop in deze brochure nader zal worden ingegaan. 1 Bioveiligheidsmaatregelen zijn preventieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld reinigen en ontsmetten, die in een bedrijf kunnen worden toegepast om het optreden van dierenziekten te voorkomen of het risico ervan te beperken. Verder in de brochure worden hiervan enkele voorbeelden gegeven. 6

7 Bovendien zijn de veehouders, omdat zij dagelijks met de dieren op hun bedrijf omgaan, de eerste personen die ongewone symptomen kunnen vaststellen en die hun dierenarts tijdig kunnen verwittigen, voordat de opkomende dierenziekte zich verspreidt en er een epidemie uitbreekt. De vroegtijdige opsporing van opkomende dierenziekten is van zeer groot belang zodat snel kan worden gereageerd, efficiënt kan worden opgetreden en de schade van een eventuele epidemie zoveel mogelijk kan worden beperkt. Opkomende dierenziekten zijn nieuwe (of oude) ziekten die (opnieuw) voorkomen in een bepaald gebied. Veehouders vormen de eerste schakel in de preventie en de vroegtijdige opsporing van opkomende dierenziekten. 7

8 Quiz Wat weet u over opkomende Voor elke vraag zijn één of meerdere antwoorden juist. 1. Een opkomende dierenziekte is : a. een ziekte die voorkomt bij zoogdieren in ontwikkelingslanden b. een ziekte die voorkomt bij in het water levende dieren met een plots toenemend aantal zieke dieren c. een ziekte waarvan het aantal gevallen toeneemt bij dieren in een bepaald gebied 2. Welk van de volgende dieren op de foto s is waarschijnlijk getroffen door een opkomende dierenziekte? a b c d 3. Opkomende dierenziekten zijn zoönosen : a. soms : ongeveer 20 % van de opkomende dierenziekten kunnen op de mens worden overgedragen b. vaak : ongeveer 50 % van de opkomende dierenziekten kunnen op de mens worden overgedragen c. zeer vaak : ongeveer 75 % van de opkomende dierenziekten kunnen op de mens worden overgedragen 8

9 dierenziekten? 4. Bioveiligheid: a. ik ben in mijn bedrijf de eerste verantwoordelijke. Goede hygiënemaatregelen zijn het uitgangspunt voor de preventie van opkomende dierenziekten b. in de eerste plaats zijn de instellingen verantwoordelijk : de onderzoekslaboratoria moeten voldoende beveiligd worden c. is niet belangrijk bij de bestrijding van opkomende ziekten. 5. Voor welke van de hierna vermelde opkomende dierenziekten is mijn rundveebeslag gevoelig? a. blauwtong b. klassieke varkenspest c. Riftdalkoorts d. West-Nijlkoorts Antwoorden: 11a : fout, 1b : fout, 1c : goed; 2a : goed (Bluetongue), 2b : goed (West-Nijl), 2c : fout, 2d :goed (Bluetongue); 3a : fout, 3b : fout, 3c : goed; 4a : goed, 4b : fout, 4c : fout; 5a : goed, 5b :fout, 5c : goed, 5d : fout. 9

10 Wat is een opkomende diere Er zijn verschillende omschrijvingen van opkomende dierenziekte. Het kan gaan om een nieuwe ziekte die wordt veroorzaakt door een vroeger onbekende ziektekiem. Dollekoeienziekte (BSE): het prion was vóór de jaren 1990 onbekend. Het kan ook gaan om een ziekte die wordt veroorzaakt door een ziektekiem die evolueert, bijvoorbeeld als gevolg van mutaties. Hoog pathogene vogelgriep: de genetische eigenschappen van het H5N1-virus veranderen voortdurend. Het virus is altijd aanwezig en vormt een dreiging voor epidemie, ook bij de mens. Het kan ook gaan om een ziekte die al bestaat in een exotisch land en die zich verspreidt naar een nieuw gebied waar ze vroeger niet voorkwam. Blauwtong (Bluetongue): het virus verspreidde zich in 2006 naar Noord-Europa terwijl dat gebied er vroeger vrij van was. 10

11 nziekte? Het kan gewoon gaan om een ziekte die in een bepaald gebied voorkomt maar waarvan het aantal nieuwe gevallen bij dieren binnen een bepaalde periode stijgt. Q-koorts: het aantal gevallen neemt toe bij runderen, schapen en geiten. In 2008 deed zich in Nederland een epidemie voor van deze op de mens overdraagbare ziekte. Er bestaan ook dierenziekten met een risico op opkomen. Het gaat om ziekten die nog niet in een bepaald gebied aanwezig zijn maar die wel optreden in andere landen of gebieden en waarbij het risico op opkomen op het grondgebied reëel is. West-Nijlkoorts (West Nile fever): het virus komt voor in het zuiden van Frankrijk en in Italië en is recent opgedoken in Oostenrijk. 11

12 Tot slot bestaan er ook heropkomende dierenziekten en dierenziekten met een risico op heropkomen. Het gaat om ziekten die in een bepaald gebied voorkwamen en werden uitgeroeid of zijn verdwenen, maar die opnieuw in dit gebied kunnen optreden (of er dreigen terug op te treden). Klassieke varkenspest: de ziekte is op dit ogenblik uitgeroeid in België maar blijft aan onze grenzen in de everzwijnpopulaties aanwezig. Ze houdt op elk moment een dreiging in varkenshouderijen te besmetten. Er is niettemin een gemeenschappelijke definitie: Een opkomende dierenziekte is een dierenziekte waarvan de incidentie (dit wil zeggen het aantal nieuwe gevallen van zieke dieren) significant stijgt in een bepaald gebied, in een bepaalde populatie (van dieren of mensen) en gedurende een bepaalde periode, en dat los van de gewone seizoensgebonden variaties in het voorkomen van de ziekte. Dergelijke opkomende dierenziekten kunnen een grote weerslag hebben op de dierengezondheid, bijvoorbeeld als zij zich snel van beslag tot beslag verspreiden en op die manier een epidemie veroorzaken of als zij leiden tot grote sterfte en/of zware economische verliezen. Zij kunnen ook een weerslag hebben op de volksgezondheid als het gaat om zoönosen, d.w.z. op de mens overdraagbare dierenziekten. Voorbeelden van zoönotische dierenziekten zijn : West-Nijlkoorts, Riftdalkoorts, vogelgriep en Q-koorts. 12

13 Meer dan 75 % van de opkomende dierenziekten zijn zoönosen, dit betekent: op de mens overdraagbare ziekten zorgen voor de dierengezondheid komt dus ook neer op zorgen voor de volksgezondheid. Op wereldniveau: Wij leven in een wereld waar het risico op het opkomen van nieuwe ziekten steeds groter wordt. Opkomende dierenziekten vertonen trouwens een opwaartse trend. Zij gaan immers in stijgende lijn sinds 1940 en bereikten een piek in de jaren Sinds 1980 zijn er 85 nieuwe opkomende dierenziekten waarvan 58 worden veroorzaakt door een virus en waarvan de meeste op de mens kunnen worden overgedragen. Een groot aantal van die opkomende dierenziekten worden overgebracht door insecten (vectoren). Men mag verwachten dat per jaar wereldwijd 3 tot 4 nieuwe opkomende ziekten optreden. Wij zijn niet gevrijwaard van nieuwe opkomende dierenziekten en wij moeten ons hierop voorbereiden. 13

14 Welke elementen werken het opkomen van dierenziek Dat zijn er heel wat. Hierna volgen een aantal van de meest relevante en meest frequent aangehaalde risicofactoren voor het opkomen van nieuwe dierenziekten : De globalisering. Toerisme, internationale handel, het transport van dieren, dierlijke producten, mensen, goederen enz., en dus van ziektevectoren worden steeds intensiever en sneller. Daarbij kunnen zieke dieren of producten afkomstig van dieren worden binnengebracht in gebieden die voorheen vrij waren van deze ziekten. De opwarming van de aarde. Doordat de temperatuur, ook in de winter, gemiddeld stijgt kunnen insecten die dierenziekten overbrengen (vectoren) in ongewone streken overleven. De klimaatopwarming laat bijvoorbeeld toe dat het blauwtongvirus bij Culicoides gemakkelijker overwintert in Noord-Europa. Vrijetijdsbesteding en contacten tussen mensen en dieren, ook wilde dieren, vergroten het risico op overdracht van ziekten van dieren op mensen ((bijvoorbeeld in kinderboerderijen, in dierenparken en bij privaat gehouden dieren). 14

15 ten in de hand? Intensivering van dierlijke productie waardoor streken ontstaan met een grote veedensiteit, wat de overdracht van besmettelijke dierenziekten in de hand werkt. In het wild levende dieren vormen ook een risicofactor. Ze zijn dragers van ziektekiemen die rechtstreeks of onrechtstreeks naar nutsdieren kunnen worden overgedragen. Ze vormen dus een permanent reservoir. De evolutie van de ziektekiemen zoals genetische mutaties waardoor ziekten besmettelijker of virulenter worden of waardoor ze in staat worden om nieuwe diersoorten te gaan besmetten. Veel risicofactoren hangen samen met de menselijke activiteit terwijl andere te wijten zijn aan het milieu, aan dieren of aan de ziektekiemen zelf. 15

16 Enkele voorbeelden van op dierenziekten of ziekten me Dierenziekten die de jongste decennia of de jongste jaren in de Europese Unie zijn opgekomen, zijn : Afrikaanse varkenspest Klassieke varkenspest Paardenpest Besmettelijke boviene pleuropneumonie Dollekoeienziekte (BSE) Mond- en klauwzeer Vogelgriep West-Nijlkoorts Blauwtong (serotype 8) Voorbeelden van dierenziekten die in onze streken zouden kunnen opkomen, onder andere als gevolg van de opwarming van de aarde of van handelsverkeer vanuit besmette landen: verschillende serotypes van Blauwtong 2. In 2006 was er een introductie van serotype 8 in Noord-Europa en in België. De epidemie werd beheerst dank zij de recente vaccinatiecampagne maar wij zijn niet beschermd tegen de insleep van andere serotypes zoals bijvoorbeeld het serotype 6 vanuit Nederland of het serotype 1 vanuit Frankrijk, enz. Onlangs (in 2009) werd serotype 11 geïdentificeerd in België. Verspreid over de hele wereld bestaan er 24 verschillende blauwtongvirustypes ; 2 Dit komt verder in de brochure uitgebreid aan bod. 16

17 komende t een risico op opkomen West-Nijlkoorts 3 : deze ziekte komt nu al voor in Zuid-Frankrijk en in Italië en rukt op naar onze streken. Ze is onlangs opgekomen in Oostenrijk. Ze komt voor bij meerdere zoogdieren zoals paarden en mensen, en ook bij vogels; Riftdalkoorts: deze ziekte wordt overgebracht op runderen, schapen en geiten waarbij abortussen worden veroorzaakt of pasgeboren jongen sterven, en kan ook op mensen worden overgedragen. Ze komt nu thans episodisch voor in Oost-, West- en Zuid-Afrika en tot in Egypte. De belangrijkste risicofactor vormt de invoer van levende dieren vanuit risicolanden tijdens de periode van activiteit van vector insecten. Deze ziekte kan beschouwd worden als ziekte met risico op opkomen in Europa; Paardenpest: deze ziekte wordt overgedragen op paarden waarbij ze tot een mortaliteit van 90% leidt. De ziekte komt thans alleen in Noord-Afrika voor maar kwam net voor 1990 ook al op in Spanje en Portugal. De belangrijkste risicofactor is dezelfde als voor Riftdalkoorts. Deze ziekte kan beschouwd worden als ziekte met risico op opkomen in Europa; 3 Dit punt komt verder in de brochure uitgebreid aan bod. 17

18 Al de vermelde dierenziekten worden door insecten overgebracht. Eén van de gevolgen van de opwarming van de aarde is dat de vectorinsecten voor die ziekten (muggen, Culicoïdes, teken, enz.) zich duurzaam in onze streken kunnen vestigen en er zelfs kunnen overwinteren. Ook de toename van neerslag en vochtigheid stellen deze insecten in staat zich te ontwikkelen. Daardoor neemt het aantal insecten toe en worden zij ook actiever, waardoor zij de ziekte gemakkelijker van één dier op een ander dier kunnen overbrengen. Er wordt voorspeld dat in België de temperatuur tegen het einde van deze eeuw zal stijgen met 1,7 tot 4,9 graden in de winter en met 2,4 tot 6,6 graden in de zomer. Koude winters zullen verdwijnen en er zullen zich vaker hittegolven voordoen. Er wordt ook verwacht dat de neerslag in de winter met 6 tot 23 % zal stijgen en in de zomer met 0 tot 50 % zal dalen. 18

19 19

20 Welke zijn de gevolgen van opkomende dierenziekten v Epidemieën van besmettelijke dierenziekten hebben belangrijke gevolgen voor de veehouders. Op bedrijfsniveau leidt een goede dierengezondheid tot dierenwelzijn en tot een efficiënte dierlijke productie (fokkerij, vlees, melk, enz.), beide belangrijk voor het inkomen van In de ontwikkelde landen gaat 17 % van de dierlijke productie verloren als gevolg van dierenziekten en in de de veehouder. Dierenziekten ontwikkelingslanden is dat hebben daarentegen negatieve nog veel meer. gevolgen die afhangen van de ernst en het type van de ziekte : extra kosten, productiedaling van vlees en melk, vruchtbaarheidsproblemen en verwerpen, sterfte enz. Dat veroorzaakt een direct economisch verlies dat op zijn beurt zware sociale gevolgen kan hebben. Recentste voorbeelden hiervan zijn vogelgriep en blauwtong. In geval van dierenziekte brengen de bestrijdings- en uitroeiingsmaatregelen, zoals bijv. vaccinatiecampagnes, op collectief vlak grote kosten met zich mee. De economische weerslag kan in de honderden miljoenen euro s lopen. Concrete voorbeelden zijn dollekoeienziekte, blauwtong, mond- en klauwzeer, vogelgriep, enz. 20

21 oor de veehouders? Besmettelijke dierenziekten kunnen ook tot gevolg hebben dat bedrijven worden geblokkeerd, d.w.z. dat een verbod op vervoer en handel van dieren wordt ingesteld, of zelfs dat de dieren moeten worden opgeruimd. Zij hebben ook gevolgen voor de handel en de export, op nationaal en internationaal niveau. Dat alles heeft directe en indirecte economische gevolgen voor de veehouders. De consument verlies snel het vertrouwen als het gaat om ziekten die via de voeding op de mens kunnen worden overgedragen. Dit kan de markt doen ineenstorten, wat economische gevolgen heeft voor de veehouders. De veehouder en zijn gezin zijn ook consumenten. Zij hebben ook belang bij een goede dierlijke gezondheid, namelijk voor wat betreft de voedselveiligheid (bijvoorbeeld de consumptie van ongepasteuriseerde melk die kiemen kan bevatten van bijvoorbeeld brucellose, Q-koorts, enz.). De veehouder en zijn gezin zijn ook gevoelig aan zoönosen. Laten we niet vergeten dat 75 % van de opkomende dierenziekten op mensen kunnen worden overgedragen. De beste oplossing bestaat erin het optreden van opkomende dierenziekten te voorkomen of de verspreiding ervan zo vlug mogelijk te beperken als zij zich toch voordoen. 21

22 Wat is het nieuwe beleid van Commissie op het vlak van o De Europese Commissie (EC) werkt een nieuwe strategie betreffende dierengezondheid uit ( ), geharmoniseerd voor alle landen van de Europese Unie, en die steunt op het principe : Voorkomen is beter dan genezen. Deze strategie is gericht op het identificeren van problemen vóórdat zij opkomen door een betere preventie en een beter toezicht op de dierengezondheid. Tegelijk moet men voorbereid blijven om epidemieën en crisissen aan te pakken. De EC meent dus dat men opkomende dierenziekten beter proactief dan reactief moet aanpakken. Het is immers niet alleen zo dat crisismanagement duurder is dan crisispreventie, maar zoals gezegd, kunnen crisissen daarnaast ook het consumentenvertrouwen aantasten en ook de volksgezondheid treffen. Bovendien doen bestrijdingsmaatregelen tegen dierenziekten deze niet altijd volledig verdwijnen 4. Epidemieën hebben gevolgen voor de veehouders, voor de maatschappij en voor de economie. De bedoeling bestaat er dus in het opkomen van deze dierenziekten te beletten of de weerslag ervan te beperken. Alle bij de dierengezondheid betrokken actoren zullen samen aan deze nieuwe strategie deelnemen en zullen verantwoordelijkheid dragen voor haar welslagen. Er zijn financiële middelen voorzien om dit initiatief te promoten. 4 De vaccinatie tegen blauwtong zal bijvoorbeeld helpen om de ziekte te beheersen en de weerslag ervan minimaal te houden maar zal er, zeker in het begin, niet toe leiden dat de het virus wordt uitgeroeid. 22

23 de Europese pkomende dierenziekten? De nieuwe Europese strategie voorziet o.m. in: een unieke en moderne wetgeving inzake dierengezondheid tegen 2010 een verbetering van de bioveiligheid 5 in de bedrijven een verbetering van de identificatie- en traceerbaarheid van dieren (ontwikkeling van elektronische identificatie van runderen over enkele jaren) de versterking van de bewaking op de invoer aan de grenzen van de Europese Unie en op de illegale handel de oprichting van vaccinbanken een betere bewaking op dierenziekten een betere voorbereiding op crisissen en epidemieën waarop de lidstaten snel zullen moeten reageren het toespitsen van de inspanning op de belangrijkste en/of de meest risicovolle dierenziekten betere websites (relevante informatie, toegankelijk en begrijpelijk voor alle betrokken actoren, rubriek vragen & antwoorden), enz. Meer informatie over de nieuwe strategie is beschikbaar op de website van de Europese Commissie: 5 Meer informatie over bioveiligheid vindt u verder in deze brochure. 23

24 Welke rol kunnen veehoude in de bestrijding van opkom Een aantal risicofactoren, zoals de opwarming van de aarde of de globalisering van de handel, zijn moeilijk te beïnvloeden. Er zijn evenwel een aantal punten waar wel op ingegrepen kan worden. De rol die veehouders daarin kunnen spelen is van het allergrootste belang. 1. Veehouders zijn een centrale schakel bij de preventie en de bestrijding van opkomende dierenziekten Opdat een besmettelijke dierenziekte in een streek opkomt en een epidemie veroorzaakt moet zij voldoen aan drie voorwaarden : 1. zij moet binnengebracht worden in een bedrijf met gevoelige dieren (bijvoorbeeld door aankoop van een ziek dier vanuit een besmet bedrijf of land) en deze dieren besmetten; 2. zij moet zich in het bedrijf en in de streek ontwikkelen en handhaven (bijvoorbeeld door het overleven van vectorinsecten als gevolg van de opwarming van de aarde) ; 3. zij moet zich uitbreiden naar de naburige bedrijven, bijvoorbeeld als gevolg van verplaatsingen van de vectorinsecten, en eventueel in de hele streek, bijvoorbeeld als gevolg van vervoer van besmette dieren. De periode waarin dat gebeurt is langer of korter al naargelang de mate waarin de ziekten besmettelijk zijn. 24

25 rs spelen ende dierenziekten? Binnenbrengen ziekte Ontwikkeling ziekte Uitbreiding ziekte Tijd Preventie Bioveiligheid Veehouder Observeren Vroegtijdige opsporing Contact dierenarts Laboratoriumonderzoeken Melding aan FAVV Bestrijdingsmaatregelen FAVV + veehouders + dierenartsen Veehouder Dierenarts = informatie doorgeven De veehouders vormen de eerste schakel in de preventie en de bestrijding van opkomende dierenziekten. Hun rol is van het allergrootste belang. Waarom? Zij kunnen op meerdere niveaus tussenkomen. Op welke? 25

26 2. Veehouders kunnen op meerdere niveaus tussenkomen a. Op het vlak van bioveiligheid. De veehouders zijn de eerste actoren die het risico voor het binnenbrengen van dierenziekten in hun bedrijf kunnen vermijden of beperken. Zij kunnen ook de verspreiding ervan naar andere bedrijven vermijden. Hoe? Door op grond van adviezen van hun dierenarts bioveiligheidsmaatregelen toe te passen. De bioveiligheidsmaatregelen kunnen op verschillende niveaus worden toegepast : in de bedrijven zelf, bij het dierenvervoer en in de dierenhandel. b. Op het vlak van het toezicht op de dieren en de vroegtijdige opsporing van dierenziekten in hun bedrijf. De veehouders zijn de enigen die de dieren van hun bedrijf elke dag kunnen observeren, ongewone tekenen of gedragingen kunnen opmerken bij hun dieren en snel hun dierenarts kunnen contacteren 6. Deze laatste zal de situatie beoordelen, het nodige gevolg eraan geven (laboratoriumanalyses, melding aan het FAVV, enz.) en, in samenwerking met de veehouders, eventuele bestrijdingsmaatregelen toepassen. Het begrip aangifteplicht 7 is zeer belangrijk. Het is via de aangifteplicht dat wij een kans hebben om een epidemie van een besmettelijke ziekte snel te kunnen inperken, d.w.z. voordat zij oncontroleerbaar is geworden. 6 Ofwel de privé-dierenarts, ofwel de bedrijfsdierenarts die verantwoordelijk is voor de epidemiologische bewaking als die verplicht is (bij runderen, varkens en pluimvee). 7 Voor sommige dierenziekten geldt een aangifteplicht die tot doel heeft de risico s voor verspreiding ervan te beperken. Deze ziekten zijn weergegeven in de Belgische wetgeving (dierengezondheidswet van 24 maart 1987). Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van het FAVV. Dat betekent dat wanneer de veehouder en de dierenarts de aanwezigheid van één van die ziekten vermoeden, het FAVV meteen op de hoogte moet gebracht worden. Als de laboratoriumanalyses de verdenking bevestigen, zal het FAVV de uitbraak melden aan de EU (Europese Unie) en aan de OIE (Wereldorganisatie voor diergezondheid). De EU en de OIE zullen de informatie naar andere landen verspreiden. Er moeten zo snel mogelijk maatregelen worden getroffen om de ziekte in te dijken. 26

27 c. Op het vlak van waakzaamheid en permanente bijscholing. Om aandachtig en waakzaam te kunnen blijven, ongewone tekenen die op opkomende dierenziekten wijzen gemakkelijk te kunnen herkennen en die snel te kunnen opsporen, kunnen de veehouders zich informeren en opleidingen volgen en zo op de hoogte blijven van de evolutie van opkomende dierenziekten in België en/of in de buurlanden. Hoe? Door geregeld de website van het FAVV te consulteren of aan de hand van brochures van het FAVV, via opleidingen die worden gegeven door beroepsverenigingen, via de media, enz. d. Op het vlak van traceerbaarheid. In geval van een uitbraak van een opkomende dierenziekte is het zeer belangrijk, om de uitbreiding ervan maximaal te beperken, dat de bron ervan snel wordt geïdentificeerd, m.a.w. dat men snel weet welk dier of beslag aan de oorsprong ligt van de ziekte (stroomopwaartse traceerbaarheid). Het is immers op deze manier dat men aan de hand van documenten en certificaten zal kunnen achterhalen naar welke beslagen die dieren de ziekte hebben kunnen overbrengen (stroomafwaartse traceerbaarheid). Dat is vooral belangrijk in de beginfase van een epidemie, wanneer nog maar weinig beslagen getroffen zijn en men nog kans heeft om de epidemie in te dijken. Een dergelijke tracering kan alleen worden uitgevoerd als de documenten over het verkeer van dieren en de identificatie van dieren nauwgezet worden bijgehouden. 27

28 5. Op het vlak van samenwerking. Als toch bestrijdingsmaatregelen moeten worden genomen omdat de ziekte zich heeft kunnen ontwikkelen en uitbreiden, zijn samenwerking en communicatie tussen alle betrokkenen van essentieel belang om die maatregelen te doen slagen. De samenwerking van veehouders is ook van groot belang in verband met de bestrijdingsprogramma s voor dierenziekten om te vermijden dat ziekten die waren uitgeroeid opnieuw opkomen (bijv. tuberculose en brucellose), alsook wat betreft de bezoeken van de bedrijfsdierenarts die verantwoordelijk is voor de epidemiologische bewaking van dierenziekten. 28

29 Bioveiligheidsmaatregelen Hierna volgen enkele concrete voorbeelden van bioveiligheidsmaatregelen om het risico voor binnenbrengen van ziekten in uw bedrijf of het risico voor verspreiding ervan vanuit uw bedrijf te beperken: Aankoopbeleid : - koop enkel dieren aan van hetzelfde of van een hoger gezondheidsniveau dan dit van uw bedrijf; dieren die via een markt of een verzamelcentrum zijn doorgevoerd, zijn in contact geweest met andere dieren en houden meer risico in voor het binnenbrengen van ziektekiemen ; - breng geen zieke dieren binnen uw bedrijf; - isoleer nieuwe dieren (quarantaine) zolang het bezoek van de bedrijfsdierenarts niet is gebeurd en/of de resultaten van de aankooponderzoeken niet bekend zijn ; - beperk zo veel mogelijk de introductie van dieren in uw bedrijf afkomstig van meerdere herkomsten, om het risico voor het binnenbrengen van een ziek dier te beperken; - respecteer de wetgeving op het vervoer van en de handel in dieren (gezondheidscertifcaten, hygiëne, quarantaine, enz.) en wees in alle geval waakzaam. Behandeling van dieren : - isoleer zieke dieren om ze beter in het oog te houden en om te vermijden dat de ziekte wordt overgedragen op andere dieren op uw bedrijf ; - waak over een voldoende dierenwelzijn. Dieren die verblijven in een slecht verluchte stal of gestresseerde dieren zijn meer gevoelig aan ziekten ; 29

30 - geef uw dieren aangepaste voeding van goede kwaliteit. Geef geen keukenafval, gebruik voeder dat voor die categorie dieren bestemd is en reinig voederbakken; - verzorg en behandel de dieren op een passende wijze, zelfs voor relatief goedaardige infecties zoals wormen, schurft, mijten, enz. omdat die de dieren meer gevoelig maken aan andere ziekten ; - laat de dieren vaccineren als vaccins beschikbaar zijn en volgens de wet zijn toegestaan. Hygiëne: - bezoekers die beroepshalve in contact komen met dieren van andere bedrijven houden een groter risico in voor het binnenbrengen van ziektekiemen in een bedrijf. Om dat risico te vermijden of te verminderen: gebruik bedrijfseigen kledij; plaats voetbaden met een ontsmettingsmiddel bij de ingang van stallen ; respecteer handhygiëne ; verbied toegang tot de stallen voor onbevoegde personen door deze slotvast af te sluiten, indien mogelijk ; hou een register bij waarin alle personen worden vermeld die het bedrijf bezoeken (naam, datum, reden bezoek). Dit is belangrijk wanneer bij een epidemie een onderzoek moet worden gedaan ; 30

31 - reinig en ontsmet geregeld (na elk gebruik) materieel, voertuigen en lokalen met erkende ontsmettingsmiddelen; - bestrijd ongedierte zoals knaagdieren, insecten, die ziekten kunnen overbrengen en laat geen gezelschapsdieren zoals honden en katten, enz. toe in de stallen; - vermijd contact tussen huisdieren en in het wild levende dieren; - beperk contact tussen dieren van verschillende soorten tot het minimum ; - behandel kadavers correct door ervoor te zorgen dat de andere dieren van het bedrijf er niet bij kunnen, dat ze opgeslagen worden op een makkelijk te ontsmetten plaats, dat ze vaak worden afgevoerd, enz ; - pas in de mate van het mogelijke het all in all out systeem en de sanitaire leegstand toe; - 31

32 Vergeet niet de goede hygiëne- en de goede veehouderijpraktijken toe te passen in uw bedrijf. Sommigen zijn weergegeven in de hierboven vermelde voorbeelden. Een vollediger beschrijving vindt u in de hierna vermelde documenten : - de brochure van het FAVV Goede landbouwpraktijken voor veilig voedsel 8. - de sectorgids autocontrole voor de primaire dierlijke productie. Deze gids geeft in praktische bewoordingen weer wat de verschillende voorschriften op het gebied van autocontrole in de bedrijven inhouden (traceerbaarheid, registreren, meldingsplicht, hygiënevoorschriften), en dat voor alle diersoorten. Meer informatie over de autocontrolegidsen vindt u op de website van het FAVV 9. Op deze website is ook een lijst beschikbaar met adressen waar de gids verkrijgbaar is praktische informatie over bioveiligheid is ook beschikbaar in de checklists van het FAVV via Startpagina > Publicaties > Thematische publicaties 9 via Startpagina > Beroepssectoren > Autocontrole > Autocontrolegidsen 10 via Startpagina > Beroepssectoren > Autocontrole > Autocontrolegidsen > Waar zijn de door het FAVV goedgekeurde gidsen verkrijgbaar? 11 via Startpagina > Beroepssectoren > Checklists Inspecties > Dierlijke sector 32

33 Vroegtijdige opsporing De vroegtijdige opsporing is het sleutelelement voor een snelle diagnose, een snelle reactie op en een efficiënte aanpak van opkomende dierenziekten. Een aantal opkomende dierenziekten zijn besmettelijk en verspreiden zich snel over de grenzen heen. Een snelle reactie en een doortastende aanpak van de dierenziekte in een vroeg stadium zijn van essentieel belang om: - de uitbreiding naar andere bedrijven te beperken en een epidemie te voorkomen, of de gevolgen daarvan te beperken; - passende bestrijdingsmaatregelen te kunnen opstellen en hierover goed te kunnen communiceren; - de kostprijs, de moeilijkheidsgraad en de omvang van de bestrijding te verminderen en betere resultaten te behalen. De gevolgen van de ziekte of van de epidemie kunnen worden verkleind als de gevaren tijdig worden herkend en als informatie snel wordt uitgewisseld tussen de betrokken partners. Het is bij de bestrijding van opkomende dierenziekten van het allergrootste belang dat het netwerk 12 veehouder dierenarts overheid (FAVV) goed werkt in de praktijk en dat de informatieoverdracht optimaal verloopt. Hierna volgen enkele voorbeelden van ongewone tekenen of gedragingen die u aan uw dierenarts kunt melden: - ongewone ziektetekenen of gedragingen, d.w.z. die u vroeger nooit hebt gezien (bijvoorbeeld bloedingen, beven, verlamming, enz.) of die bij meerdere dieren van uw bedrijf voorkomen; 12 Dit netwerk wordt beschreven op pagina

34 - alle sterfte boven het gewone percentage; - abortus of vruchtbaarheidsproblemen; - abnormale daling van de voederopname, van de dagelijkse gewichtsaanzet of van de melkproductie. Sommige ziektetekenen kunnen bij het begin van de ziekte en/of de epidemie nauwelijks merkbaar en van zeer uiteenlopende aard zijn. Daarin zit net de moeilijkheid en de uitdaging. Zonder verdachte dieren af tot uw dierenarts een diagnose stelt. 34

35 Observeer uw dieren dagelijks met voldoende aandacht en aarzel niet om uw dierenarts te verwittigen bij ongewone symptomen of gedragingen. Opsporing begint op het bedrijf. Volg bijscholing en zoek informatie Pas de verschillende bioveiligheidsmaatregelen correct toe Voorkomen is beter dan genezen Samenwerking Communicatie Wij moeten voorbereid zijn op het onverwachte en snel kunnen reageren (OIE) 35

36 Enkele concrete voorbeeld opkomende dierenziekten Blauwtong Deze virale ziekte treft vooral gedomesticeerde herkauwers zoals runderen, schapen en geiten, alsook in in het wild levende herkauwers (bijvoorbeeld herten). Ze kan niet op mensen worden overgedragen. Ze wordt door insecten, Culicoïdes, overgebracht van het ene op het andere dier. In 2006 kregen België en zijn buurlanden te maken met een blauwtongepidemie die werd veroorzaakt door serotype 8- virus. Dankzij de vaccinatiecampagne van 2008 is de ziekte nu onder controle. Er bestaan echter nog andere virustypes dan serotype 8 waartegen onze beslagen niet zijn gevaccineerd, zoals bijvoorbeeld serotype 6, dat op dit moment in Nederland en in Duitsland voorkomt en serotype 1 dat men in Frankrijk aantreft. Recent (februari 2009) werd het virus van serotype 11 aangetoond bij een rund in België. Derhalve, zelfs als runderen en schapen nu beschermd zijn tegen het vaccinserotype, zijn ze niet beschermd tegen een nieuwe infectie door andere serotypes van het Bluetongue virus. De dieren dagelijks bekijken, vroegtijdig verdachte tekenen opsporen en snel uw dierenarts op de hoogte brengen zijn van het allergrootste belang om aan een nieuwe epidemie te ontkomen. De belangrijkste tekenen van blauwtong zijn : koorts, gezwollen kop en ledematen, zweren en bloedingen in de mond, aan de klauwen en de uier, neus- en speekselvloei, een blauwe tong (echter niet altijd). Neem meteen contact op met uw dierenarts als u deze tekenen waarneemt, ook als uw dieren geen blauwverkleuring van de tong vertonen. Op het vlak van de bioveiligheid op het bedrijf, is de beste maatregel insecten te bestrijden. 36

37 en van Er wordt verder aanbevolen om de situatie op het gebied van blauwtong goed op te volgen via de pers, de website van het FAVV, enz. en nauwgezet de door het FAVV aanbevolen maatregelen in acht nemen die in geval van epidemie beperkingen kunnen inhouden voor het verkeer van dieren (handel en vervoer). 37

38 Klassieke varkenspest Deze virale ziekte treft alleen varkens en everzwijnen en is erg besmettelijk. Ze kan niet worden overgedragen op mensen. De ziekte is bij ons al tientallen jaren bekend maar is op dit moment uitgeroeid in België. Op dit ogenblik mag in België niet worden gevaccineerd tegen klassieke varkenspest. De ziekte komt echter nog steeds voor bij everzwijnen in de buurt van de grens met Duitsland, met Frankrijk en in het Groothertogdom Luxemburg, en vormt een aanhoudende bedreiging voor het heropkomen ervan in onze varkenshouderijen. Een epidemie van klassieke varkenspest heeft belangrijke socio-economische gevolgen voor de veehouders omdat de bestrijding onder andere gepaard gaat met een massale opruiming. 38

39 Een vroegtijdige opsporing is hier dan ook zeer belangrijk om een kans te hebben een eventuele epidemie zo snel mogelijk te kunnen indijken en de schade te beperken. 75% van de epidemieën van klassieke varkenspest werden in de eerste plaats ontdekt door veehouders en dierenartsen die ziektetekenen vaststelden op bedrijven. Omdat de symptomen echter moeilijk te identificeren zijn omdat ze niet typisch zijn (koorts, gebrek aan eetlust, lighouding, diarree, hoest, sterfte) gaat men ervan uit dat het gemiddeld 3 tot 10 weken duurt vooraleer een epidemie ontdekt wordt. In de praktijk is het dan ook beter zich te baseren op eenvoudige ziektetekenen zoals temperatuur, daling van voederopname of van gewichtsaanzet, hogere sterfte, etc. om uw dierenarts te verwittigen. Ook in dit geval zijn bioveiligheidsmaatregelen op het bedrijf van groot nut om het risico voor het binnenbrengen of de verspreiding van klassieke varkenspest in de varkenshouderijen te verkleinen: contact tussen gedomesticeerde varkens en everzwijnen vermijden; transport met niet-gereinigde en niet-ontsmette voertuigen vermijden; toegang van bezoekers en betreden van lokalen zonder specifieke kledij beletten; geen zieke varkens in het bedrijf binnenbrengen (quarantaine); ongedierte bestrijden (in dit geval spelen knaagdieren een rol) ; de dieren niet buiten voederen of keukenafval verstrekken. 39

40 West-Nijlkoorts Deze virale ziekte komt vooral voor bij gedomesticeerde en in het wild levende vogels. Het virus kan door muggen worden overgebracht op zoogdieren, vooral op paarden en op mensen. Het gaat dus om een zoönose. Deze ziekte werd nooit in België geconstateerd maar komt wel voor in het Middellandse- Zeegebied, in Zuid-Frankrijk (Camargue) en in Italië en sinds kort ook in Oostenrijk. Trekvogels spelen een belangrijke rol in de verspreiding van de ziekte. Deze ziekte komt ook voor in de Verenigde Staten en in Oost-Europa en Rusland. Men kan moeilijk voorspellen wat het verspreidingsgebied van de ziekte in de toekomst zal zijn omdat dit van een groot aantal factoren afhangt (trekvogels, muggenpopulaties, klimaat, enz.). Noord-Europa kan hoe dan ook worden bedreigd en wij moeten waakzaam zijn. Bij vogels komt de ziekte meestal niet tot uiting. Soms stelt men toch zenuwstoornissen vast, zoals verlamming en sterfte. Bij paarden is de ziekte vaak zonder symptomen (70 %) maar als ze toch tot uiting komt, kan ze zeer uiteenlopende ziektetekenen veroorzaken : koorts (30 %), verlamming en/ of sterfte (1-10 %). Bij de mens zijn de symptomen ook zeer verschillend, gaande van een gewone grieptoestand tot een eventueel dodelijke hersenontsteking (minder dan 1 % van de gevallen). Er bestaat geen behandeling. In Frankrijk werden reeds gevallen bij mensen gemeld. Vroegtijdige opsporing en uw dierenarts informatie verschaffen zijn ook hier van cruciaal belang als u dergelijke symptomen vaststelt bij paarden (verlamming, ) of bij vogels (sterfte, ). De beste preventie bestaat erin muggen te bestrijden en de dieren te vaccineren. 40

41 Deze drie voorbeelden van dierenziekten zijn onderworpen aan de aangifteplicht. Dit wil zeggen dat wanneer een veehouder bij zijn dieren symptomen vaststelt die op de aanwezigheid van de ziekte kunnen wijzen, hij onmiddellijk zijn dierenarts moet verwittigen. Bij verdenking is de melding aan de Provinciale Controle-eenheid (PCE) van het FAVV verplicht. Van zodra de ziekte wordt bevestigd, kan meteen worden opgetreden om de verspreiding ervan te voorkomen. Meer informatie over deze en andere dierenziekten kunt u vinden op de website van het FAVV ( rubriek Beroepssectoren > Dierlijke productie > Dierengezondheid). 41

42 Conclusies en kernboodsch (Her-)opkomende dierenziekten zijn nieuwe ziekten die in een bepaalde streek voorkomen, of opnieuw voorkomen, of die dreigen (her) op te komen. Wij zijn niet gevrijwaard van nieuwe opkomende dierenziekten en moeten ons erop voorbereiden. Veehouders zijn als eersten betrokken bij opkomende dierenziekten. Zij ondervinden immers de economische en de sociale gevolgen van die ziekten. Meer dan 75% van de opkomende dierenziekten zijn zoönosen: ziekten die op mensen kunnen worden overgedragen. Zorgen voor de dierengezondheid is dus ook zorgen voor de menselijke gezondheid. 42

43 appen Voorkomen is beter dan genezen De beste oplossing bestaat erin het optreden van nieuwe dierenziekten te voorkomen of de verspreiding ervan te beperken Veehouders hebben een sleutelpositie in het voorkomen van het optreden van opkomende dierenziekten omdat zij de bioveiligheid op hun bedrijf kunnen toepassen. Hun dierenarts heeft een uiterst belangrijke rol als raadgever. Veehouders zijn de eerste schakel bij de vroegtijdige opsporing van opkomende dierenziekten omdat zij dagelijks hun dieren observeren en zo de eerste ongewone tekenen kunnen opmerken. Het is belangrijk dat zij snel hun dierenarts contacteren als zij een ziekte vermoeden. 43

44 Het is zeer belangrijk zich goed te informeren en bijscholing te volgen. Een goed middel is regelmatig de website van het FAVV te consulteren ( Een vroegtijdige opsporing is het sleutelelement voor een snelle reactie op en een efficiënte aanpak van een opkomende dierenziekte. De Europese Commissie werkt aan een nieuwe strategie op het gebied van dierenziekten Er is nood aan een multidisciplinaire aanpak en aan algemene samenwerking om opkomende dierenziekten te bestrijden 44

45 45

46 Quiz Wat heeft u onthouden over opkomende dierenziek Voor elke vraag zijn één of meerdere antwoorden juist. 1. Opkomende dierenziekten hebben gevolgen : a. voor de volksgezondheid b. op sociaal en economisch vlak c. op de handel d. op het consumentenvertrouwen 2. Welke van de hierna vermelde acties zijn bioveiligheidsmaatregelen? a. het bezoek van personen beheren b. het juiste type diervoeder gebruiken c. het materieel reinigen en ontsmetten 3. Welke van de volgende opkomende ziekten (of ziekten met risico op opkomen) worden overgebracht door een vector (muggen of andere stekende insecten)? a. West-Nijlkoorts b. paardenpest c. Q-koorts d. klassieke varkenspest 46

47 ten? 4. Welke van de volgende dierenziekten met risico op opkomen zijn besmettelijk voor de mens? a. paardenpest b. West-Nijlkoorts c. klassieke varkenspest d. Riftdalkoorts 5. Welke ziekte zou kunnen opkomen of zich naar andere gebieden verspreiden als gevolg van de klimaatverandering (opwarming van de aarde): a. blauwtong b. West-Nijlkoorts c. paardenpest d. mond- en klauwzeer 6. Welke factoren werken het opkomen van dierenziekten in de hand? a. globalisering van de handel van dieren en dierlijke producten b. de opwarming van de aarde c. vaccinatie van de dieren 47

48 7. Welke van de volgende acties zijn bioveiligheidsmaatregelen die in bedrijven kunnen worden toegepast? a. vermijden dat dieren de stal verlaten b. pas aangekomen dieren in quarantaine zetten (afzonderen) c. zieke dieren afzonderen 8. Klassieke varkenspest zou opnieuw kunnen opkomen. Welke van de volgende maatregelen zijn goede bioveiligheidsmaatregelen om die ziekte te voorkomen? a. vermijden dat bezoekers die geen specifieke kledij dragen mijn bedrijf betreden b. vervoermiddelen efficiënt reinigen en ontsmetten c. ongedierte bestrijden (ratten, vleermuizen, insecten, enz.) d. contact tussen mijn dieren en everzwijnen vermijden e. contact tussen mijn dieren en steekinsecten vermijden 9. Een opkomende dierenziekte kan in mijn bedrijf optreden. a. neen, dat kan alleen in ontwikkelingslanden b. ja, mijn dierenarts moet attent zijn c. ja, en ik speel een belangrijke rol bij de vroegtijdige opsporing van dergelijke ziekten 48

49 10. Welke van de volgende dierenziekten zijn opkomende dierenziekten waarvoor mijn runderen gevoelig zijn? a. Q-koorts b. klassieke varkenspest c. West-Nijlkoorts 11. Ik stel vast dat mijn dieren ongewoon veel verwerpen a. ik bel mijn dierenarts b. ik wacht nog even c. ik zonder de zieke dieren meteen af d. ik reinig en ontsmet mijn materieel 12. Ik stel in mijn bedrijf het volgende vast. Ik besluit mijn dierenarts te bellen (ja/neen) a b c d e Antwoorden : 1a : goed, 1b : goed, 1c : goed, 1d : goed; 2a : goed, 2b : goed, 2c : goed; 3a : goed, 3b : goed,3c : fout, 3d : fout; 4a : fout, 4b : goed, 4c : fout, 4d : goed; 5a: goed, 5b: goed, 5c: goed, 5d:fout ; 6a : goed, 6b : goed, 6c : fout ; 7a : fout, 7b : goed, 7c : goed ; 8a : goed : 8b : goed, 8c : goed, 8d : goed, 8e : fout ; 9a : fout, 9b : goed, 9c : goed ;10a : goed, 10b : fout, 10c : fout ; 11a : goed, 11b : fout, 11c : goed, 11d : goed ; 12a : ja, 12b :ja, 12c : neen, 12d : neen, 12e : ja (het is niet te laat, de ziekte is wellicht bezig een naburig beslag te besmetten). 49

50 Meer informatie? FAVV Hoofdbestuur AC-Kruidtuin - Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, B-1000 Brussel T F De brochure van het colloquium staat op de website van het FAVV > Wetenschappelijk Comité > publicaties > brochures > Emerging animal diseases: from Science to Policy (international Colloquium) De voordrachten van het colloquium staan op de website van het FAVV > Wetenschappelijk Comité > Workshops > Emerging animal diseases : from Science to Policy (international Colloquium) Provinciale controle-eenheden (PCE) van het FAVV PCE Antwerpen Italiëlei 124 Bus 92 B-2000 Antwerpen. Tel PCE Vlaams-Brabant Greenhill campus Interleuvenlaan 15 blok E Researchpark Haasrode 1515 B-3001 Leuven. Tel PCE Waals-Brabant Espace Coeur de ville 1, 2 ème étage B-1340 Ottignies. Tel

51 PCE Brussel AC Kruidtuin - Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, B-1000 Brussel Tel PCE West-Vlaanderen Koning Albert I laan 122 B-8200 Brugge. Tel PCE Oost-Vlaanderen Zuiderpoort - Blok B 10 de verd. Gaston Crommenlaan 6 / 1000 B-9050 Gent. Tel PCE Henegouwen Avenue Thomas Edison 3 B-7000 Mons. Tel PCE Luik Boulevard Frère Orban 25 B-4000 Liège. Tel PCE Limburg Kempische Steenweg 297 bus 4 B-3500 Hasselt. Tel PCE Luxemburg Rue du Vicinal 1-2 ème étage B-6800 Libramont. Tel PCE Namen Chaussée de Hannut 40 B-5004 Bouge. Tel

52 OPKOMENDE DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR VEEHOUDERS Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55, 1000 Brussel - info@favv.be