OECOSUN DU 750 OECOSUN DU 750 CL

Transcriptie

1 OERTLISOL Zonnebereider OECOSUN DU 750 OECOSUN DU 750 CL NL Installatie- en servicehandleiding E

2 Inhoud 1 Inleiding Toegepaste symbolen Algemeen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Technische beschrijving Algemene beschrijving Technische gegevens Voornaamste componenten Werkingsprincipe Installatie Installatievoorschriften Leveringsomvang Installatie Belangrijkste afmetingen Montage Installatieschema's Aansluiting van de verwarmingskringen Aansluiting van de boiler op de sanitaire waterkring (secundaire kring) Aansluiting van het expansievat Aansluiting van het expansievat (CV) Zonne-expansievat Aansluiting van het expansievat en de veiligheidsklep (Zonne-energie) Hydraulische aansluiting primaire zonnekring Elektrische aansluiting Inbedrijfstelling van de zonnekring Vullen van de installatie Inbedrijfstelling van de zonnekring Ledigen van de zonneinstallatie Controle en onderhoud Onderhoud van de zonneinstallatie Voorschrift voor inwerkstelling Beschrijving van de installatie Controle van de zonne-aanvoer en -retour Controle van de werking van de regelaar Controle van de installatie Aanpassingen Opmerkingen Onderhoudsvoorschrift Nr. onderhoud: Beschrijving van de installatie Controle Installatie in haar geheel gecontroleerd Reserveonderdelen OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

3 1 Inleiding 1.1 Toegepaste symbolen Opgelet gevaar Kans op lichamelijk letsel en materiële schade. Neem altijd de instructies in acht voor de veiligheid van personen en goederen. Bijzondere informatie Hou rekening met de informatie om het comfort te behouden. Verwijzing Verwijzing naar andere handleidingen of andere pagina's van de handleiding. SWW: Sanitar warm water 1.2 Algemeen Wij wensen u te feliciteren met de aankoop van een kwaliteitsproduct. Wij raden u sterk aan de volgende instructies te lezen teneinde de optimale werking van uw apparaat te garanderen. Wij zijn ervan overtuigd dat hij u geheel tevreden stelt en aan al uw verwachtingen zal voldoen Aansprakelijkheid fabrikant Oertli Thermique vervaardigt producten die beantwoorden aan de norm. De producten worden geleverd met de markering en alle benodigde documenten. Vanwege de permanente zorg voor de kwaliteit van haar producten, zoekt Oertli Thermique voortdurend naar manieren om deze te verbeteren. Zij behoudt zich daarom op ieder moment het recht voor de in dit document genoemde kenmerken te wijzigen. In de navolgende gevallen kan de aansprakelijkheid van Oertli Thermique als fabrikant niet in het geding zijn: Verkeerd gebruik van het apparaat, Achterstallig of onvoldoende onderhoud aan het apparaat, Verkeerde installatie van het apparaat Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de instructies van uw apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Installeer overeenkomstig de geldende wetgeving en normen. Voer de eerste indienststelling uit en voer alle benodigde controlepunten uit. Leg de installatie uit aan de gebruiker. Waarschuw de gebruiker over de controle- en onderhoudsverplichting betreffende het apparaat. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker Aansprakelijkheid gebruiker Om een optimale van uw apparaat te garanderen, raden wij u aan de volgende instructies in acht te nemen: Lees de instructies van uw apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbedrijfstelling. Vraag aan de installateur uitleg van uw installatie. Laat de benodigde controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 3

4 2 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen 2.1 Veiligheidsvoorschriften Brandgevaar Bewaar geen producten van brandbaar materiaal in de buurt van het apparaat Vergiftigingsgevaar Als u rookgassen ruikt 1. Schakel het apparaat uit 2. Open de ramen 3. Ontruim de plaats 4. Neem contact op met een vakman De luchtinlaten in het lokaal niet verstoppen (ook niet gedeeltelijk) Gevaar voor brandwonden Afhankelijk van de instellingen van het apparaat: - De temperatuur van de radiatoren kan 95 C worden - De temperatuur van het sanitair warm water kan 65 C worden Gevaar voor beschadiging Bewaar geen chloor- of fluorhoudende verbindingen in de buurt van het apparaat. Installeer het apparaat in een vorstvrije ruimte. Onderhoud het apparaat: Neem contact op met een vakman of sluit een onderhoudscontract af voor de jaarlijkse servicebeurt van het apparaat. De zonne-installaties moeten worden geaard tegen de bliksem Verwarmingswater en drinkwater mogen nooit met elkaar in contact komen 2.2 Aanbevelingen Alleen een bevoegd vakman mag werkzaamheden aan het apparaat en de installatie verrichten. Voor alle werkzaamheden eerst de stroom van het apparaat halen. Controleer regelmatig of er water in de installatie staat en of de installatie onder druk staat. Zorg dat het apparaat op ieder moment te bereiken is. Vermijd het aftappen van de installatie. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Nimmer de op de apparaten geplakte etiketten en kenplaatjes verwijderen of bedekken. De etiketten en kenplaatjes moeten tijdens de volledige levensduur van het apparaat leesbaar blijven. Geef de voorkeur aan de zomer- of de antivriesfunctie boven het uitschakelen van de stroom om de volgende functies te garanderen: - Gangbaar maken van de pompen, - vorstbeveiliging, Isoleer de leidingen. 4 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

5 3 Technische beschrijving 3.1 Algemene beschrijving Oertlisol Oecosun DU 750 en Oertlisol Oecosun DU 750 CL zijn gemengde bereiders met zones die aangesloten dienen te worden op een centrale verwarmingsboiler Oertli en een zonne-installatie Oertlisol. Het warmwatertoestel op zonne-energie Oertlisol Oecosun DU 750 CL met zijn SWW-wisselaar met een grotere inhoud is bedoeld voor collectieve installaties op zonne-energie. Isolatie De warmwaterbereider Oertlisol Oecosun heeft een zeer goede warmte-isolatie. Hij is voorzien van een isolatie in polyester (120 mm), wat toelaat de warmteverliezen maximaal te beperken. Dit ontwerp heeft tot doel de recyclering van de bereider mogelijk te maken door simpele demontage van de isolatie. boiler Om aan corrosie te weerstaan, zijn de bakken uit hoogwaardig staal van binnen voorzien van een zwarte corrosiewerende deklaag. Wisselaar De in de tank gelaste warmtewisselaar voor sanitair water is uit roestvrij staal Mantel Wit glanzend polystyreen. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 5

6 3.2 Technische gegevens Bak Oecosun DU 750 Oecosun DU 750 CL Waterinhoud liters Maximale werkdruk bar 3 3 Maximale werktemperatuur C Serpentijn sanitair water Waterinhoud liters Maximale werkdruk bar 7 7 Maximale werktemperatuur C Oppervlakte warmtewisselaar sanitair water m Materiaal warmtewisselaar sanitair water Flexibel: roestvrij staal Flexibel: roestvrij staal Plaatwarmtewisselaar Inhoud van de zonnewarmtewisselaar liters Oppervlakte van de zonnepanelen EC m 2 EC m 2 Maximale werkdruk bar 6 6 Maximale werktemperatuur C EC m 2 Vermogen Oecosun DU 750 Aanvoertemperatuur C Ingestelde temperatuur SWW C Opgenomen vermogen voor de verwarming van water (in de zomer) (1) kw Debiet continu bij t = 35 K (in de zomer) (1) l/h Debiet gedurende 10 minuten met t = 30 K (1) (2) l/10 min Prestatie N L 2.7 Onderhoudsverbruik bij t = 45 K, Vtotaal kwh/24h 3.0 Koelingsconstante Cr Wh/24u L K 0.14 (1) Temperatuur ingang koud water: 10 C Debiet: 2 m 3 /h (2) Minimumvermogen in zomermodus met boiler, zonder zonneenergie-aanvoer (temperatuurbereik : 10 ºC) Vermogen Oecosun DU 750 CL Overgedragen vermogen* kw 120 Continu debiet * l/h 3000 Debiet in 10 minuten** l/10 min. 640 Prestatie N L 16 Stilstandsverlies kwh/24h 3 Koelingsconstante Cr Wh/24u L K 0.14 *Primaire ingangstemperatuur: 80 ºC - Temperatuur koud water: 10 ºC - Uitgang sanitair warm water: 45 ºC - Debiet : 2 m 3 /h **Primaire ingangstemperatuur: 80 ºC - Temperatuur koud water: 10 ºC - Uitgang sanitair warm water: 40 ºC - Debiet: 2 m 3 /h 6 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

7 Continu debiet Vermogen (kw) t Primair ( C) * Primaire ingangstemperatuur / Temperatuur koud water: 10 ºC 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 7

8 3.3 Voornaamste componenten Aansluitbuizen aan zonnekring Verwarmingskring (Optie) Buizenstelsel vertrek verwarmingskring Buizenstelsel terugloop verwarmingskring Verticale montagerail Buizenstelsel voor laden van het reservoir, boven Horizontale montagedwarsstang Montageconsole van de zonneregeling Zonneregelaar Oetrosol Ci Drieweg-omkeerklep Bekleed isoleerprofiel, met kabeldoorgang Functie- en isolatiemodules Zonnestation Warmtewisselaar van het zonnestation 8 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

9 3.4 Werkingsprincipe Belasting van de buffer- of SWW-boiler met de verwarmingsketel Zonnelading (bovenaan) Zonnelading (onderaan) 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 9

10 Ontlading door huisverwarming Ontlading door sanitair warm water Ontlasten door middel van circulatie 10 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

11 4 Installatie 4.1 Installatievoorschriften De installatie dient op alle punten te beantwoorden aan de regelgeving (DTU-regelgeving en overige...) die van toepassing zijn op installaties en werkzaamheden hieraan in individuele en collectieve woningen en andere gebouwen. - DIN : Zonne-installaties - DIN 1988: technische regels betreffende drinkwaterinstallaties (TRW) - DIN 4708: Installatie verwarmingscentrale sanitair water - DIN 4807: Onderhoud van het expansievat - DIN 4753: Boiler en verwarmingssystemen voor sanitair water - DIN 4757: Installatie met zonnesysteem - VDE-0100: Elektrische installaties - DVGW Blad W551 : Bepaling betreffende legionella - Richtlijn ZVH 11.01: Inbouw van zonne-installaties in de huisverwarmingsinstallatie. Onvolledige lijst, alle voorschriften in hun laatste geldende versie in het reglement betreffende de aanbesteding van bouwwerken (VOB), deel C, contractuele clausules algemene technieken. De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke voorschriften, de regels van de kunst en de aanwijzingen in deze handleiding. De zonne-installaties moeten worden geaard tegen de bliksem. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 11

12 4.2 Leveringsomvang Oecosun DU Colli Samenstelling van de colli Benaming EC 550 boiler 25 kw + Mantel DU/DUC 750 EC 708 boiler 25 kw DU/DUC 750 EC 82 Mantel DU/DUC 750 EC 559 Colli componenten DU EC 83 Mantelkappen DU 750 EC 560 Buizen DU 750 ER 04 Zonneregelaar Oetrosol Ci EC 90 Zonnestation DU Oecosun DU Colli Samenstelling van de colli Benaming EC 550 boiler 25 kw + Mantel DU/DUC 750 EC 708 boiler 25 kw DU/DUC 750 EC 82 Mantel DU/DUC 750 EC 562 Colli componenten DU EC 83 Mantelkappen DU 750 EC 560 Buizen DU 750 ER 04 Zonneregelaar Oetrosol Ci EC 91 Zonnestation DU Oecosun DU CL Colli Samenstelling van de colli Benaming EC 545 boiler 55 kw + Mantel DU 750 CL EC 709 boiler 55 kw DU 750 CL EC 82 Mantel DU/DUC 750 EC 562 Colli componenten DU EC 83 Mantelkappen DU 750 EC 560 Buizen DU 750 ER 04 Zonneregelaar Oetrosol Ci EC 91 Zonnestation DU Zie voor de andere opties het geldende tarief. 12 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

13 4.3 Installatie De boiler moet worden opgesteld: - in een vorstvrije ruimte - op een voetstuk om de ruimte gemakkelijker te kunnen schoonmaken - zo dicht mogelijk bij het watertappunt, om warmteverlies in de leidingen zoveel mogelijk te beperken. 4.4 Belangrijkste afmetingen Uitgang sanitair warm water Rp1 Ingang sanitair koud water Rp1 Vertrek directe verwarmingskring R 3/4 Aanvoer ketel R 3/4 Terugloop boiler / verwarmingskring R 3/4 Voeler (SWW) Voeler (Buffervat) Voeler (Zonne-energie) R: Schroefdraad Rp: Schroefdraad tot Vertrek zonnekring - Cu Ø 18 mm Terugloop zonnekring - Cu Ø 18 mm Koppelstukken voor montage van de hydraulische modules (als optie) - dubbelkegelvormig Ø 22 mm Vertrek directe verwarmingskring Retour verwarmingscircuit Vertrek directe verwarmingskring Retour verwarmingscircuit 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 13

14 4.5 Montage Montage van de bak De blindmoeren met moerplaatjes zullen later noodzakelijk zijn voor het plaatsen van de bekleding. Zet voor de montage het apparaat waterpas. Gebruik, indien nodig, stevige blokken (staalplaat). De verticale rail zal nadien opnieuw gemonteerd worden.. 14 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

15 4.5.2 Montage van de isolatiemodules - Colli EC 557 De bovenste installatiemodule heeft twee holten die toelaten de modules van de verwarmingskring te integreren. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 15

16 4.5.3 Plaatsing van de montagerail - Colli EC Montage van de kleppen met kogelafsluiter - Colli EC 561 De bolkranen vastschroeven met een geschikt waterdicht materiaal. De bolkranen bevinden zich in de colli EC 561. Voor de onderste kraan dient de vierkante bedieningshandel naar rechts gezet te zijn. 16 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

17 4.5.5 Montage van de verwarmingskringen - Opties - Colli EC 92 / EC 93 / EC 94 Zie hiervoor de korte handleiding geleverd met de colli. De motor van de mengklep dient later gemonteerd te worden, na de aansluiting van alle interne leidingen. Montage links Montage rechts Alvorens de verwarmingskringen te monteren, de bypass aan de achterkant van de verwarmingskringen regelen. Zie hiervoor de korte handleiding geleverd met de colli. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17

18 4.5.6 Montage en aansluiting van het zonnestation DUS - Colli EC 90 / EC 91 Alle aansluitingen vóór de ingebruikname controleren. De luchtdichtheid controleren. De positie van de schakelaar op de omlooppompen controleren. - Primaire zonnekring P1: Positie 3 - Maximaal vermogen - Secondaire kring P2: Positie 2 - Gemiddeld vermogen 18 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

19 4.5.7 Montage van de buisleidingen vertrek en terugloop van de zonnekring met isolatieprofiel - Colli EC 560 Indien nodig, de buisleiding op het niveau van de zwanehalsaansluiting lichtjes buigen. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 19

20 4.5.8 Montage van de aanvoer- en retourleidingen van het verwarmingscircuit - Colli EC 560 A B C Met 2 verwarmingskringen Met 1 verwarmingskring Zonder verwarmingskring Om de montage te vergemakkelijken, het onderste deel van de verwarmingskringen lichtjes naar voor trekken. Indien slechts één verwarmingskring geïnstalleerd is, of geen enkele, de vrije uiteinden van de buizen afsluiten met sluitpennen en de overeenkomstige afsluitkranen sluiten Aansluiting vertrek bovendeel van de bereider - Colli EC OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

21 Plaatsing van de montageconsole van de zonneregeling - (bevestigd op de pallet) Montage van de zonneregeling Oetrosol Ci - Colli ER 02 Voor inlichtingen over het gebruik en de werking van de regeling, zie de korte handleiding betreffende de regeling. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 21

22 Plaatsing van de temperatuurvoelers en de aansluitkabels Steek de voelers volledig in de dompelbuis. Niet de veer in het zakje met de handleiding vergeten. De elektrische aansluitingen van P1 - P2 - V1 (connectoren) uitvoeren. 22 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

23 Montage van de bekleding - Colli EC 82 Alle aansluitingen en drukcontroles uitvoeren ALVORENS de bekleding te plaatsen. De correcte orientatie (boven/beneden) van de bekleding is herkenbaar door de uitsnijdingen voorzien voor de aansluitingen van de bereider Montage van de aftapkraan *niet geleverd 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 23

24 Aansluiting van de pomp(en) van de verwarmingskring en van de motor van de 3-wegklep op het bedieningspaneel van de verwarmingsketel Zie: Installatiehandleiding van de verwarmingsketel Vullen (of ledigen) van de bereider De flexibele buis van de onderste bolkraan van de bereider losmaken. De kraan sluiten en de vulslang aan de onderste kraan van de bereider aansluiten. De bereider vullen (of ledigen) Aansluiting aan het 230 V net van de zonneregeling Oetrosol Ci De aansluitingen dienen door een vakman uitgevoerd te worden. Zie: Handleiding regelaar. 24 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

25 Montage van de kappen Beginnen met de centrale kap te monteren (met een uitsnijding voor de regeling Oetrosol Ci). Voor onderhoudswerkzaamheden de kappen in omgekeerde volgorde demonteren. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 25

26 4.6 Installatieschema's Zorg bij meer dan 10 m 2 aan zonnecollectoren voor een extra middel voor energieopslag om de overtollige zonne-energie op te kunnen slaan (bijv.: zwembad, bufferboiler, enz...) OECOSUN met GS140 en 2 verwarmingskringen Legende: Zie pagina OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

27 4.6.2 OECOSUN met HK / PUR150 en 2 verwarmingskringen Legende: Zie pagina /04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 27

28 4.6.3 OECOSUN avec chaudière sans tableau de commande OE-tronic3 Legende: Zie pagina OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

29 Legende 1. Vertrek verwarming 2. Retour verwarming 3. Overdrukventiel 3 bar 4. Manometer 7. Automatische ontluchter 8. Manuele ontluchter 9. Afsluiter weg mengkraan 11. Electronische pomp 21. Buitentemperatuurvoeler 23. Vertrektemperatuurvoeler na mengkraan 26. Laadpomp 27. Antithermosifonklep 28. Ingang sanitair koud water 29. Drukverminderaar - Drukverminderaar indien voedingsdruk hoger dan 80 % van de afstelwaarde van de veiligheidsklep (Zwitserland : conform DIN 1988 deel 2) 30. Frankrijk: Beveiligingsgroep a. Aanvoer koud water met ingebouwde terugslagklep b. Aansluiting op de ingang sanitair koud water van de boiler c. Stopkraan d. Veiligheidsaggregaat 7 bar e. Aftapopening Duitsland: Overdrukventiel 6 bar 44. Veiligheidsthermostaat 65 C, handmatig herschakelbaar voor vloerverwarming (Frankrijk : DTU 65.8, NF P ) 46. Omkeerklep richting met 2 standen 51. Thermostatische kraan 61. Thermometer 64. Kring A: directe verwarmingskring (voorbeeld: radiatoren) 65. Kring B: verwarmingskring met mengkraan, verwarmingskring voor lage temperatuur (vloerverwarming of radiatoren) 84. Stopkraan met ontgrendelbare antiretourklep 85. Pomp primaire zonnekring 87. Veiligheidsklep, geijkt en verzegeld op 6 bar (primaire zonnekring) 88. Zonne-expansievat bar 89. Opvangbak voor wamteoverdrachtvloeistof 109. Thermostatische menger 112a. Zonnecollector voeler 112b. Zonneboiler warm water voeler 115. Thermostatische verdeelkraan per zone 126. Zonneregeling 129. Duo-Tube 130. Manuele ontluchter - (Airstop) 131. Batterij vlakke of buisvormige collectoren 133. Interactieve afstandsbediening 134. Regelbare by-pass 145. Bedieningsklep van de veiligheidsaccu 146. Ventilator convector 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 29

30 4.7 Aansluiting van de verwarmingskringen Aansluiting van de verwarmingskringen op de hydraulische modules EC 93 en EC 94 De hydraulische module colli EC 92 kan ook gebruikt worden. A: CV B: Vloerverwarming Aansluiting op de instalaltie met reeds bestaande hydraulische modules Aansluiting zwembad Met verwarming op zonne-energie en verwarmingsketel Aansluiting van een extra ketel Zie: Legende pagina 31 A : Ketel 30 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

31 Legende Uitgang sanitair warm water Rp1 Ingang sanitair koud water Rp1 Vertrek directe verwarmingskring R 3/4 Aanvoer ketel R 3/4 Terugloop boiler / verwarmingskring R 3/4 Vertrek zonnekring - Cu Ø 18 mm Terugloop zonnekring - Cu Ø 18 mm tot Koppelstukken voor montage van de hydraulische modules (als optie) Biconische wartel - Ø 22 mm Vertrek directe verwarmingskring - dubbelkegelvormig Ø 22 mm Retour verwarmingscircuit - dubbelkegelvormig Ø 22 mm Vertrek directe verwarmingskring - dubbelkegelvormig Ø 22 mm Retour verwarmingscircuit - dubbelkegelvormig Ø 22 mm 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 31

32 4.8 Aansluiting van de boiler op de sanitaire waterkring (secundaire kring) Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen DIN 1988, artikel 2 en DIN 4753, artikel 1 in acht te nemen. De wisselaar van de sanitair-warmwatertoestellen kunnen werken onder een maximale bedrijfsdruk van 7 bar. Voordat de aansluiting tot stand wordt gebracht, moeten de aanvoerleidingen van het sanitaire water beslist worden doorgespoeld om te voorkomen dat metalen of andere deeltjes in de boiler terechtkomen. Zijn de waterleidingen in de woning van koper, dan moet een mof van staal, gietijzer of van een andere isolerende stof tussen de warmwateruitgang van de warmwaterboiler en deze leidingen worden gemonteerd om het risico op corrosie ter hoogte van de koppeling te vermijden. Let erop de primaire en secundaire kringen hydraulisch te isoleren met afsluitkleppen die de onderhoudswerkzaamheden aan de bereider vergemakkelijken. Zij laten toe het onderhoud van het reservoir en zijn apparatuur uit te voeren zonder de complete installatie te ledigen. Deze kleppen laten ook toe de bereider te isoleren bij de controle onder druk van de waterdichtheid van de installatie, indien de de testdruk hoger is dan de toegelaten werkdruk voor de bereider. Voorschrift voor Zwitserland De aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens de voorschriften van de Zwitserse maatschappij voor de gas- en waterindustrie. Hoofdstuk : de installatie moet periodiek worden onderhouden en gereinigd. Houd u ook aan de eventuele voorschriften van de lokale waterdistributiebedrijven. Veiligheidsklep Elke bereider dient minstens uitgerust te zijn met een veiligheidsklep. De capaciteit van de veiligheidsklep dient gedefiniëerd te worden overeenkomstig de norm DIN 1988, artikel 2, paragraaf zie tabel hieronder. Capaciteit liters Afmeting van de klep Minimumafmeting van de ingang aansluiting Verwarmingsvermoge n kw maxim 200 R of Rp ½ 75 > R of Rp ¾ De diameter van de aansluiting van de veiligheidsklep hangt af van de nominale inhoud van het waterreservoir en van het maximum warmtevermogen van de warmteopwekker en kan bepaald worden overeenkomstig de volgende tabel: Ijking Maximaal warmtevermogen van de warmteopwekker 1.5 bar 36 kw 72 kw 2.0 bar 43 kw 86 kw 2.5 bar 50 kw 100 kw 3.0 bar 56 kw 112 kw Aansluiting R 1/2 R 3/4 Voor installaties volgens DIN 4751 Delen 2-4, is het maximaal warmtevermogen hetzelfde voor de regelings 3.0 en 2.5 bar. Aftapkring - Einde van de ontlastleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de afvoertrechter. - De lengte van de kring dient minstens gelijk te zijn aan de dwarslengte van de kring van de veligheidsklep, maximum 2 m en 2 bochten, of een nominaal bereik hebben groter dan de veiligheidsklep met maximum 4 bochten en een lengte van 4 m. - De afrvoerkring achter de siphon dient minstens een diameter te hebben die het dubbele is van de van de aftapkring. - Dichtbij de aftapkring van de veiligheidsklep dient zich een etiket te bevinden met de volgende vermelding: Tijdens het opwarmproces van het water kan er water weglopen door de aftapkring om de veiligheid van de installatie te garanderen. Niet afsluiten! Drukverminderaar Drukverminderaar indien voedingsdruk hoger dan 80 % van de afstelwaarde van de veiligheidsklep (Zwitserland : conform DIN 1988 deel 2). Geadviseerd wordt de drukverminderaar achter de watermeter te monteren, zodat de druk in alle leidingen van de installatie gelijk is. Karakteristieken van de veiligheidsklep: - De veiligheidsklep dient geïntegreerd te zijn in de koude waterkring. - De verbinding tussen de veiligheidsklep of -groep en de boiler mag geen afsluitorganen bevatten. - De veiligheidsklep dient makkelijk toegankelijk te zijn en dicht bij de bereider : de toevoerleidingen moeten minstens overeenkomen met de nominale doorsnede van de klep.. - De klep op een voldoende hoog punt plaatsen zodat de aftapkring hellend geplaatst is. Tip : de veiligheidsklep boven de bereider plaatsen om bij werkzaamheden de bereider niet te hoeven te ledigen. 32 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

33 Antithermosifon lier Wij raden aan een thermostatische mengkraan voor sanitair water te monteren aan de uitgang van de bereider. Omloop sanitair warm water Om warm water beschikbaar te hebben bij het opendraaien van de kranen, kan een omloop worden gemonteerd tussen de tappunten en de recirculatiebuis van de boiler. De terugloop van de lus vindt plaats ter hoogte van de koudwateringang om voor recirculatie te zorgen: - ofwel via het warmwatertoestel - ofwel rechtstreeks door de SWW-mengkraan, indien de temperatuur van de SWW-kring de afsteltemperatuur van de mengkraan bereikt heeft. In alle gevallen moet de uitgangstemperatuur van de mengkraan afgesteld worden op 10 K onder de richttemperatuur van de extra SWW (ketel of weerstand) zodat niet het hele warmwatertoestel door de sanitaire lus verwarmd wordt. Wij raden u aan een uurregeling op de circulatielus te installeren. (1) Ingestelde temperatuur - (2) Temperatuur uitgang mengkraan: 10 K onder de richttemperatuur Aansluiting sanitair warm water Voor Frankrijk: Overeenkomstig het besluit van 30 november 2005, teneinde het risico van brandwonden te voorkomen, is de plaatsing van een thermostaatkraan op de vertrekleiding van het sanitair warm water verplicht. Te nemen maatregelen om de terugloop van warm water te verhinderen Plaats een terugslagklep in de sanitair-koudwaterkring. Om het vervangen van de terugslagklep te vereenvoudigen, zijn aan beide zijden hiervan afsluiters nodig. 28. Ingang sanitair koud water 57. Uitgang sanitair warm water 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 33

34 4.9 Aansluiting van het expansievat De waterinhoud van de bereider is 710 liter. Er moet een expansievat aangesloten worden. De installatie dient volgens de geldende technische regelgeving uitgevoerd te worden. In geval van installaties met thermostatische bescherming, mogen enkel veiligheidskleppen met de vermelding "H" aangesloten worden en dit enkel aan de veiligheidsnaad aan de vertrekzijde van de boiler: hun afvoercapaciteit dient overeen te komen met het maximaal nominaal nuttig vermogen van de boiler (Duitsland: DIN 4751 fiche 2). De boiler is steeds aangesloten aan de bufferzone van de bereider Oertlisol Oecosun DU 750. Alle verwarmingskringen zijn aangesloten aan de bereider.. Voordeel: Als de boiler aangesloten is aan de bufferzone van de bereider Oertlisol Oecosun DU 750, is het watervolume in omloop hoger. Meteen bij de eerste start verwarmt de verwarmingsketel een grotere hoeveelheid water en blijft deze langer werken. Als de brander in ruststand staat, zal de boiler langer buiten werking zijn, wat het aantal aanlopen van de brander vermindert (minder dan in plaats van per jaar). Vermits de boiler meer vervuilende stoffen produceert tijdens de aanloopfase dan tijdens de werking, heeft deze hydraulische configuratie positieve effecten voor het milieu. De hoveelheid vervuilende stoffen uitgestoten in de lucht door de boiler is beperkt. 4.10Aansluiting van het expansievat (CV) 34 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

35 4.11Zonne-expansievat Het expansievat dient om volumevariaties van de vloeistof op te vangen die optreden door temperatuurveranderingen. Bovendien moet de volledige hoeveelheid vloeistof opgenomen kunnen worden indien de veiligheid van de installatie in het geding komt (stroomonderbreking bij volle zon) en wanneer de installatie de uitschakeltemperatuur bereikt. In een dergelijke situatie zal een deel van de vloeistof verdampen bij een temperatuur van ongeveer 145 C en verplaatst de vloeistof zich naar het expansievat. De paneel bevat dan geen vloeistof meer en de installatie loopt geen enkel risico meer. Indien bijvoorbeeld aan het einde van de namiddag de temperatuur weer beneden de 135 C zakt, ondergaat het gas een condensatieproces en wordt weer omgezet in vloeistof. De druk in het expansievat stuwt de vloeistof naar de panelen. Bij de volgende start van de installatie zal een 3 minuten durend ontluchtingsproces gestart worden: de eventueel aanwezige luchtbellen worden naar het lager gelegen Airstop systeem geleid en afgelaten. De installatie is opnieuw volledig operationeel. De gebruikte expansievaten dienen bestand te zijn tegen de vloeistof en in overeenstemming te zijn met de werkdruk van de installatie. Het volume van het expansievat hangt vooral af van het volume dat mogelijk verdampt wanneer de installatie wordt stilgelegd. Om deze reden dient het expansievat gekozen te worden afhankelijk van het aantal zonnepanelen. Wanneer het aantal zonnepanelen groot is, kunnen er expansievaten parallel gemonteerd worden. Oppervlakte vlakke zonnepanelen (in m 2 ) Totale buislengte (in m) Capaciteit van het expansievat (in liter) Over 20 m 2 < 30 m Bovenstaande tabel geldt voor de installaties met: - Maximale buislengte: 60 m - Maximale buisdiameter: 22 mm - Maximale statische hoogte: 20 m - Overdrukventiel 6 bar Bijzondere informatie: Het vooraf onder druk zetten en de werkdruk van de installatie dienen aangepast te zijn aan de configuratie van de installatie. Werkdruk van de installatie: - Minimum: 2.0 bar - Maximum: 3.0 bar. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 35

36 4.12Aansluiting van het expansievat en de veiligheidsklep (Zonne-energie) De veligheidsklep en het expansievat dienen te worden aangesloten door de vakman aan het terugloop-buizenstelsel van de zonneinstallatie. Het expansievat dient regelmatig te worden gecontroleerd overeenkomstig de norm DIN De voeler Ta geleverd met de zonneregeling Oetrosol Ci dient geplaatst te worden. Sluit de aansluitingskabel TC aan op de regulatie op zonne-energie. Zie pagina 22. Veiligheidsklep met T (geleverd in colli EC560) Aansluitkit voor expansievat - Colli EC 118 (afzonderlijk te bestellen) 36 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

37 4.13Hydraulische aansluiting primaire zonnekring Bij stilstand kan de temperatuur in de collectoren oplopen tot boven 150 C. Om bevriezing tegen te gaan, gebruikt men als warmtegeleidende vloeistof een mengsel van water en propyleenglycol. De druk in de zonnekring kan oplopen tot maximaal 6 bar. Vanwege de hoge temperaturen, het gebruik van propyleenglycol en de druk in het primaire circuit dient de primaire hydraulische verbinding met zorg uitgevoerd te worden, vooral voor wat betreft de isolatie en de afdichting. De technische voorschriften van deze handleiding dienen absoluut gevolgd te worden. Aanbevolen debiet: Vlakke zonnepanelen Oertlisol: l/h.m 2 Ontlastleiding van de veiligheidsklep - leidinglengte maximaal 2 m - verstopping onmogelijk - DN 20 - plaatsing onder een constante afvoerhoek. Bescherming van het milieu Plaats een voldoende groot opvangreservoir onder de aftap- en ontlastleiding van de klep Aanvoer- en retourleidingen Dimensionering Om gebruik te kunnen maken van de voordelen van een leidingsysteem zonder ontluchting of ontlasting op het hoogste punt mag het debiet van de vloeistof niet lager zijn dan 0.4 m/s tijdens het ontluchtingsproces. Hiervoor dienen de volgende criteria in acht te worden genomen: Aantal zonnepanelen Max. debiet per m 2 (tijdens de ontluchting fase) Ø in mm en maximaal leidinglengte in m l/min l/h Ø15 Ø18 Ø22 Vlakke Zonnepanelen: Oertlisol 3 in serie in serie = 2 x Vlakke Zonnepanelen: Oertlisol 4 in serie = 2 x = 2 x De leidingen dienen zo kort mogelijk te zijn uitgevoerd en steeds onder een dalende hoek tussen de collectoren en de aansluiting met de bereider. Indien de plaatsingscriteria voor een optimale ontluchting niet gerespecteerd kunnen worden, dient men over te gaan tot het plaatsen van een ontluchter met manuele bediening op de hoogste plaats(en) van de zonneinstallatie. Aansluiting Het gebruik van een ijzerzaag is verboden! Aansluiting van de leidingen door middel van een dubbelkegel aan de kant van de collectoren en door middel van een dubbelkegel of door lassen aan de kant van het warmwatertoestel op zonne-energie Oertlisol Oecosun. Hardsolderen: toegevoegd soldeermetaal zonder vloeimiddel volgens DIN EN 1044, bijvoorbeeld LAg2P of L-CuP6. Zachtsolderen is niet toegestaan. Het gebruik van een vloeimiddel werkt corrosievorming in de hand in installaties die werken op basis van propyleenglycol als warmtegeleidende vloeistof. In alle gevallen is het doorspoelen van de buizen noodzakelijk. Zie "Doorspoelen". Schroefkoppelingen: enkel te gebruiken indien zij bestand zijn tegen glycol, tegen druk (6 bar naargelang de uitvoering) en tegen uiteenlopende temperaturen (-30 C, +180 C) (aanduiding van de fabrikant). Afdichtmateriaal: hennep of teflon. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 37

38 Aansluiting van de zonnepanelen Voorbeeld: Vlakke zonnepanelen Oertlisol De aanvoer en retour kunnen direct aangesloten worden op de stijgleidingen met behulp van de verbindingsset. De verbindingen van de aanvoer en retour bevinden zich aan één enkele zijde van de zonnepaneel. Verwissel in geen geval de aanvoer- en retouraansluiting. De voeler dient altijd aan de aansluitzijde geplaatst te worden. Zie voor de installatie en hydraulische aansluiting van de zonnepanelen de handleiding hiervan. De zonnepanelen moeten in alle gevallen aangesloten worden aan de zijde waar zich de dompelbuis van de voeler bevindt. Isolatie van de leidingen Reeds bestaand voor "Duo-Tube" (Optioneel). In het geval dat andere koperen leidingen worden gebruikt, moet de isolatie voldoen aan de volgende eisen: - Bestand zijn tegen permanente temperaturen tot 150 C in de zone van de paneel en ter hoogte van het vertrekpunt, alsook tegen temperaturen tot -30 C. - Bestand zijn tegen UV-licht en tegen invloeden van buitenaf die kunnen optreden ter hoogte van het dak - Isolatie bij voorkeur waterdicht en ononderbroken - met een dikte gelijk aan de diameter van de buis en met een K-coëfficiënt van 0.04 W/mK. reductie van de isolatie is toegestaan tot 50 % ter hoogte van de doorgangen door muren en dak. Aanbevolen materialen voor maximum temperaturen van 150 C - Duo-Tube van Oertli - Armaflex HT - minerale vezels - glaswol Om de isolatie tegen mechanische invloeden te beschermen, tegen vogels en tegen UV-licht, dient een versterking te worden aangebracht bovenop de thermische isolatie ter hoogte van het dak, bestaande uit een aluminium mof of uit zelfklevende aluminium tape. Deze bijkomende versterking dient afgedicht te zijn met behulp van siliconen. 4.14Elektrische aansluiting Zonneregeling De aansluitingen dienen door een vakman uitgevoerd te worden. De zonne-installaties moeten worden geaard tegen de bliksem Voelers Er mogen alleen voelers (zonnepaneel en bereider) geïnstalleerd worden van het merk Oertli, en dit alleen op de hiervoor voorziene plaatsen op de zonnepanelen en bereiders en met de bijbehorende dompelbuizen. Voelerkabel: - Minimale doorsnede: 2 x 0.75 mm 2 - Verbindingen: Soldeer / Isolatie met thermokrimpkabelmantel De metalen schakeldoos, de leidingen, de bereider en de verbindingen van onder andere de bereider, dienen verbonden te zijn met de equipotentiaalgeleider van het gebouw in overeenstemming met de geldende elektrische en technische normen. Wisselstroom: 230 V, 50 Hz Opgenomen vermogen: < 0.5 kw Zie: Handleiding van de zonneregelaar. Plaats nooit in eenzelfde buis de draden van een voeler (zeer lage spanning) samen met de draden met een voeding van 230 V. De afstand tussen beide stroomdraden moet minimaal 10 cm bedragen. 38 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

39 5 Inbedrijfstelling van de zonnekring 5.1 Vullen van de installatie Voor de vulling van de installatie, de voordruk van het expantievat meten en deze aan de plaatselijke omstandigheden aanpassen (Voordruk = statische hoogte / bar). Controleer de aansluiting op de zonnepanelen en de wartel van de voeler van de paneel Warmteoverdrachtvloeistof Vlakke zonnepanelen Oertlisol: Mengsel water/propyleenglycol of kant en klaar mengsel LS Dosering van het mengsel: 57/43 (57 delen water - 43 delen propyleenglycol) Het vriespunt van dit mengsel ligt bij -28 C. Lager (tot -33 C) vormen er zich vrieskorrels, zonder gevaar op stukvriezen. Vuldruk: 3 bar De vuldruk dient 0,5 bar hoger te zijn dan de voordruk van het expansievat. Het kant en klare mengsel dient rechtstreeks uit de verpakking gepompt te worden. Gebruik geen handvulpomp. De antithermosiphonkleppen openen. Een langdurige werking van de vulpomp veroorzaakt reeds een voorafgaande ontluchting van de zonnekring. Om de installatie onder druk te brengen, sluit de aftapkraan (2) van de aanvoer. Propyleenglycol lekt veel gemakkelijker weg dan water en er dient dan ook na enkele werkingsuren bij de normale werkdruk een visuele controle van de dichtheid aan alle verbindingen en afdichtingen, uit te voeren. Voor een correcte regeling van de werking binnen het veilige gebied (boven 130 C), dient de installatiedruk zodanig berekend te worden dat het verdampingspunt van de vloeistof hoger ligt dan 130 C. Dit komt overeen met een minimum druk van 2 bar voor een glycolmengsel 40/60. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 39

40 5.1.2 Spoelen en vullen van de zonnekring de zonne-installatie is zo ontworpen dat het onmogelijk is om de collectoren volledig leeg te maken. Antivriesmiddel is geïntegreerd in het mengsel. De zonne-installatie dient dan ook absoluut gevuld en gespoeld te worden met warmteoverdrachtvloeistof. Controleer de aansluiting op de zonnepanelen en de wartel van de voeler van de paneel. Aanzicht van het zonnestation - 2, 3, 7, 10: Vul-/Afvoerkraan - 5: Automatische ontluchter Antithermosifonklep De anti-thermosifonkleppen zijn geïntegreerd in de schuifkranen met sferische afsluiters van de thermometers en worden gekarakteriseerd door een openingsdruk van 200 mm waterdruk. - 1, 4, 6, 8, 9: Kraan met sferische afsluiter Spoelen van de zonnecollectorenkring 1. Voor het vullen, ontgassen en doorspoelen van de installatie moeten de kleppen met ronde schuifklep 1 en 4 op 45 geplaatst worden (zie illustratie). De kogelafsluiters van de kranen heffen de antithermosiphonkleppen op.. 2. Tijdens de werking van de installatie dienen de kranen met sferische afsluiters volledig geopend te zijn. Airstop/ontluchter Het zonnestation is uitgerust met een handmatige ontluchtinstallatie (Airstop) en een metalen automatische ontluchter op de vertrekbuisleidingen. De in de warmtegeleidende vloeistof aanwezige lucht wordt verzameld ter hoogte van de ontluchter. De ontluchter is voorzien van een automatische metalen ontluchter die de in de ontluchter verzamelde lucht automatisch laat ontsnappen. Vanwege dit automatisch ontluchtingsproces dient de druk van de installatie regelmatig gecontroleerd te worden. Indien de druk van de installatie te laag is, de werkdruk van 3 bar opnieuw herstellen door zonnevloeistof in de kring toe te voegen. 1. Sluit de spoelleidingen aan op de vul- en aftapkranen (2) en (10). 2. Sluit de kraan (9). 3. Open de kraan (4). 4. Open de kraan (1). 5. De spoelvloeistof loopt uit de kring via de vul- en afvoerkraan (2). 40 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

41 5.1.4 Spoelen van de plaatwarmtewisselaar (zonnekant) 1. De spoelleiding aan de vul- en afvoerkraan aansluiten (10). 2. Sluit de kraan (1). 3. Open de kraan (9). 4. Sluit de kraan (4). 5. De spoelvloeistof loopt uit de kring via de vul- en afvoerkraan (2) Spoelen van de plaatwarmtewisselaar (naar de boiler toe) De secundaire kant enkel met WATER spoelen. 1. De spoelleiding aan de vul- en afvoerkraan aansluiten (3). 2. Sluit de kraan (8). 3. Sluit de kraan (6). 4. De spoelvloeistof loopt uit de kring via de vul- en afvoerkraan (7) Controle op dichtheid De controle van de dichtheid van de installatie gebeurt met warmteoverdrachtvloeistof na afloop van het doorspoelen. - Testdruk: 3 tot 4 bar - Testduur: minimaal *1 uur Bij afwezigheid van lucht in het zonnecircuit mag de testdruk niet dalen. Zodra de test is afgelopen: Voer de installatiedruk op tot aan de werkdruk van de veiligheidsklep (controle op de werking van deze klep). Propyleenglycol lekt gemakkelijk weg. Test onder druk is geen zekerheid op het voorkomen van lekken wanneer de installatie daarna gevuld wordt met propyleenglycol onder druk. Om deze reden raden wij aan een bijkomende dichtheidscontrole uit te voeren zodra de installatie is gevuld en in dienst is genomen. U mag de dichtheid niet controleren wanneer de installatie rechtstreeks is blootgesteld aan zonnestraling (risico op stoom vorming) of bij temperaturen onder het vriespunt (risico op aantastingen). Na de controle van de dichtheid, stelt u de zonnekring af op een druk van 3 bar Vullen van de zonne-installatie met het vulstation 1. De pomp van het vulstation aansluiten op de vul- en afvoerkraan (10). 2. Sluit de kraan (9). 3. Open de kraan (4). 4. Open de kraan (1). 5. De zonnevloeistof verlaat de kring via de vul- en afvoerkraan (2). 6. De installatie spoelen totdat er geen lucht meer komt uit de vulen afvoerkraan (2). 7. De vul- en afvoerkraan sluiten (2). 8. Open de kraan (9). De plaatwarmtewisselaar vult zich. de lucht ontsnapt door de automatische ontluchter (5). 9. De installatie vullen om een maximale werkdruk van 3 bar te bereiken. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 41

42 5.2 Inbedrijfstelling van de zonnekring 1. De vul- en afvoerkranen (2) en (10) sluiten. 2. Checken of de bolkranen (4) en (1) en de kraan (9) geopend zijn. 3. De installatie in werking stellen, handmatige modus. Raadpleeg de handleiding van de regeling. 4. De druk van de installatie op 3 bar brengen door een vulpomp verbonden met de vulkraan te gebruiken (10). 5. Controleer visueel de dichtheid van alle aansluitingen van de installatie. 6. Laat de vloeistof gedurende enige tijd in de installatie rondstromen en controleer opnieuw de dichtheid. (Regeling op handbediend). 7. Breng de druk van de installatie op de werkdruk van 3 bar. Het is onnodig om het installatiedebiet te parametreren. De regelaar detecteert automatisch de kenmerken van de installatie. 8. Na enkele uren in werking geweest te zijn, dient de installatie opnieuw ontlucht te worden (ter hoogte van de handbediende ontluchter). Na de ontluchting dient u de druk van de installatie te controleren, en indien nodig vloeistof bij te voegen. 5.3 Ledigen van de zonneinstallatie Ledigen zonder pomp Aanzicht van het zonnestation 1. De antithermosiphonklepjes in de bolkranen (4) en (1) openen, door de kraan half te openen. 2. De kraan (9) dient geopend te zijn.. 3. Een slangleiding op de vul- en afvoerkraan aansluiten (10). 4. Open de kraan (10). Dit proces laat niet toe de collectoren volledig leeg te maken. Het gebruik van een pomp is absoluut noodzakelijk voor het volledig ledigen van de collectoren. Leegmaken door pompen 1. De antithermosiphonklepjes in de bolkranen (4) en (1) openen, door de kraan half te openen. 2. De kraan (9) dient geopend te zijn.. 3. Een slangleiding op de vul- en afvoerkraan aansluiten (10). 4. Open de kraan (10). 5. De afvoerpomp in werking zetten. 6. Via de automatische ontluchter komt er lucht binnen in de installatie. Opdat een groter luchtvolume zou kunnen binnenkomen in de installatie en zo het leegmaken versnellen, de afvoerkraan openen (2). - 1, 4, 6, 8, 9: Kraan met sferische afsluiter - 2, 3, 7, 10: Vul-/Afvoerkraan - 5: Automatische ontluchter 42 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E

43 6 Controle en onderhoud 6.1 Onderhoud van de zonneinstallatie Wij raden u aan om een onderhoudscontract af te sluiten dat elk jaar, of elke twee jaar, voorziet in een controle van het peil van de vloeistof, de antivriesbescherming, de correcte installatiedruk, de dichtheid en het correct functioneren van het systeem in het algemeen Zomerstop Zie: Handleiding regelaar. De installatie is zodanig ontworpen dat deze geen enkele bijzondere voorzorgsmaatregelen vereist gedurende de soms lange periodes van afwezigheid tijdens de zomerperiode. De regeling mag niet worden onderbroken, noch de warmteoverdrachtvloeistof afgetapt. 17/04/ E OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 43

44 7 Voorschrift voor inwerkstelling Plaats van de installatie... Eigenaar... Straat... Postcode/plaats... Tel.... Fax... GSM Bedrijfsnaam... Straat... Postcode/plaats... Tel... Fax... GSM Installateur Beschrijving van de installatie Zonne-installatie voor: Bereiding van warm water Hulpverwarming Verwarming van zwembad Zonnevoelers: Type:... Aantal:... Installatietype: Op het dak Geïntegreerd in het dak Op plat dak Leidingen: Duo-Tube Cu 15 Cu 18 Andere leidingen ø...mm Lengte...m Isolatie:...mm Type/merk... Boiler: Type:... Zonnestation: In het warmwatertoestel ingebouwd zonnestation Andere:... Zonnepaneelvloeistof: LS HTL Volume in liters:... Werkdruk van de installatie:...bar Voordruk zonne-expantievat:...bar 7.2 Controle van de zonne-aanvoer en -retour In het geval van verticale, naast elkaar of horizontale, boven elkaar geplaatste zonnepanelen: - De terugvoer (koud) aansluiten - Het vertrek (warm) naar de warmtewisselaar - Plaats de sensor aan de warme uitgang van de warmtewisselaar van de paneel (vertrek) In het geval van horizontale zonnepanelen: - Controle volgens het montageschema Retour OK Vertrek OK Positie van de voeler OK 7.3 Controle van de werking van de regelaar Spoelcyclus 10 min. OK Vervolg in de "matched flow" modus OK Temperatuur van de panelen TC =... C Regelparameter CX =... C Temperatuur van de boiler TS =... C Regelparameter tu =... min. Hoeveelheid warmte AH =... KW Regelparameter PN =... % Regelparameter DT =... K Regelparameter FX =... l/min Regelparameter SZ =... C Regelparameter UU =... Regelparameter SX =... C De parameter SZ dient absoluut 5 K hoger te zijn dan de Ingestelde temperatuur van de hulpverwarmingen: ingestelde aanvullende referentietemperatuur. - ketelkring... C - elektrische weerstand... C 44 OECOSUN DU OECOSUN DU 750 CL 17/04/ E