De waarde van grondbeleggingen voor een institutionele belegger

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De waarde van grondbeleggingen voor een institutionele belegger"

Transcriptie

1 De waarde van grondbeleggingen voor een institutionele belegger Daan Schrama Master of Real Estate Jaargang Amsterdam School of Real Estate Universiteit van Amsterdam 1e corrector: drs. N. Kok, Maastricht University 2e corrector: drs. W.J. van der Post, Interne begeleider: A. van Spaandonk, Syntrus Achmea Vastgoed

2 Voorwoord De afgelopen maanden zijn de financiële markten ernstig onder druk komen te staan. Deze ontwikkeling heeft benadrukt dat risicobeheersing binnen de beleggingswereld een belangrijk item is. De zoektocht naar risicoreducering binnen de beleggingsportefeuille vindt continu plaats. In dit kader heb ik onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van grondbeleggingen binnen een beleggingsportefeulle. Deze beleggingscategorie is binnen Nederland relatief onbekend en met veel plezier ben ik de afgelopen periode bezig geweest met het onderzoek. Tijdens de uitvoering van mijn onderzoek heb ik ondervonden dat er veel specialistische kennis nodig is om de grondmarkt echt te leren kennen. Desondanks is het gelukt om betrouwbare data te verzamelen waarmee ik het onderzoek vorm heb kunnen geven. Hiervoor wil ik de leveranciers van de data hartelijk danken. Tijdens deze opdracht zijn er veel mensen geweest die mij hebben geholpen. Enkele daarvan wil ik graag met nadruk bedanken. Allereerst wil ik mijn externe begeleider van de ASRE, Nils Kok, bedanken voor de constructieve feedback en nuttige informatie die ik gedurende onze contactmomenten hebben gekregen. Daarnaast wil ik mijn interne begeleider, Allard van Spaandonk, bedanken voor zijn inhoudelijke feedback en het meedenken over de uitvoering en vorm van dit onderzoek. Uiteraard wil ik de heer Bong en en Ten Brinke bedanken voor de aangeleverde onderzoeksdata. Vervolgens wil ik mijn collega Sander Veltman bedanken voor het meedenken en meehelpen bij de uitvoering van dit onderzoek. Tevens wil ik mijn broer Mattijs bedanken voor de hulp bij het verwerken van de data en mijn famillie voor het kritische nakijkwerk. Ten slotte wil ik Judith bedanken voor haar begrip en geduld gedurende de afgelopen twee jaren. Ik wens u veel leesplezier. Haarlem, oktober 2008.

3 Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding Aanleiding Onderzoeksdoelstelling Onderzoeksopzet Leeswijzer Theoretisch kader Inleiding De algemene beleggingstheorie Moderne Portefeuille Theorie Efficiënt frontier Sharpe Ratio Onroerend goed in de beleggingsportefeuille Alternatieve vastgoedcategorieën als beleggingsproduct Inleiding Alternatieve beleggingscategorieën Strategisch kader van Syntrus Achmea Vastgoed Inleiding De portefeuille Grondfonds Strategie De markt doorgrond Inleiding Grondmarktsegmenten Prijsvorming Grondmobiliteit Pacht Performance grondbeleggingen Inleiding Performance grondbeleggingen Verenigd Koninkrijk 40

4 5. Onderzoeksmethodiek en data Inleiding Onderzoeksmethodiek Mean-variance theorie Data Index grondbeleggingen Gewogen index voor grondbeleggingen Repeat measure regressie index Onderzoeksresulaten Inleiding Grondbeleggingen nader toegelicht Performance grondbeleggingen Gewogen index grondbeleggingen op basis van verkopen Gewogen index grondbeleggingen op basis van verkopen en marktwaarden Repeat sales index Samenhang indices Optimal risky beleggingsportefeuille Optimal risky beleggingsportefeuille zonder allocatie restricties Optimal risky beleggingsportefeuille met allocatie restricties Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies en aanbevelingen voor grondbeleggingen Conclusies en aanbevelingen onderzoeksmethodiek Limitatie en tekortkomingen onderzoeksmethodiek Strategische aanbevelingen Syntrus Achmea Vastgoed 70 Bijlage 1 Bronnen 72 Bijlage 2 Websites 76 Bijlage 3 Index grondbeleggingen op basis van verkopen en marktwaarden 77 Bijlage 4 Lijst met afkortingen 78

5 Samenvatting Door de toenemende interesse in alternatieve beleggingscategorieën vanuit de kant van beleggers zijn deze alternatieve categorieën onderdeel gaan uitmaken van ALM studies. Alternatieve beleggingen kennen (vaak) een korte historie en representatieve benchmarks ontbreken veelal. Als gevolg van het ontbreken van representatieve historische rendementsreeksen is het analyseren van alternatieve beleggingen minder eenvoudig dan bij de traditionele beleggingscategorieën. De toegevoegde waarde van vastgoedbeleggingen is zowel in de praktijk als middels onderzoek aangetoond. De vastgoedportefeuille van een institutionele belegger bestaat over het algemeen uit de reguliere vastgoedcategorieën kantoren, winkels, woningen en bedrijfsruimten. Binnen de vastgoedportefeuille vindt soms echter verdere diversificatie plaats. Grond is zo n alternatieve beleggingscategorie binnen de categorie vastgoed. Grond is in een aantal landen dan wel regio s een schaars product. Deze schaarste is ook van toepassing op Nederland, want Nederland kent immers een beperkt grondoppervlak en is onderhevig aan een sterke verstedelijking. Intuïtief zou men kunnen zeggen dat deze ontwikkeling interessant kan zijn voor beleggers. Tot nu toe worden grondposities door beleggers voornamelijk aangehouden met als doel het realiseren van woningen voor de eigen beleggingsportefeuille. Hiermee is het voor een institutionele belegger mogelijk continuïteit te verkrijgen in de acquisitie van woningen. Vanuit rendements-risicoverhouding zouden grondbeleggingen binnen de assetmix van institutionele beleggers mogelijk een andere functie kunnen krijgen, namelijk een zelfstandige beleggingscategorie gericht op autonome waardeontwikkeling. In deze Masterproof is onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van grondbeleggingen binnen de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger. Doel van dit onderzoek is om het rendement en risicoprofiel van grondbeleggingen inzichtelijk te maken. De centrale vraagstelling van de Masterproof luidt als volgt: Op welke wijze draagt de beleggingscategorie grondbeleggingen bij aan het rendement- en risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger als Syntrus Achmea Vastgoed? In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de mean-variance methodiek volgens de Moderne Portefeuille Theorie (MPT) van Markowitz. De voor grondbeleggingen geconstrueerde indices zijn samengesteld op basis van kwartaalgegevens van investeringen, exploitatielasten, inkomsten en verkopen van grond. Om de performance van grondbeleggingen te vergelijken met andere beleggingscategorieën is in dit onderzoek gebruik gemaakt van bestaande

6 rendementsindices voor de beleggingscategorieën aandelen, obligaties, direct vastgoed en indirect vastgoed. Ten slotte is op basis van kwartaalrendementen aangetoond of de beleggingsportefeuille efficiënter is gediversificeerd door toevoeging van grondbeleggingen. Het construeren van een index voor grondbeleggingen is voor dit onderzoek op een tweetal manieren uitgevoerd, namelijk: Een gewogen index; Een repeat measure regressie index. Voor beide methoden is een index geconstrueerd op basis van uitsluitend verkoopresultaten van gronden en op basis van verkopen plus marktwaarden van niet verkochte gronden. De analyse heeft betrekking op de Nederlandse grondmarkt. In totaal zijn er voor dit onderzoek 109 grondprojecten met een totaal metrage van circa hectares gebruikt. Punt van aandacht is de waardering van grondprojecten waarvan nog geen verkoopwaarde bekend is. Dit zijn in totaal 38 grondprojecten. Van deze projecten is wel een marktwaarde bekend en aan de hand van deze marktwaarde is een periodieke waardeverandering uitgerekend. In figuur 1 is de gewogen index voor grondbeleggingen weergegeven. Deze index is de eerste representatieve index voor grondbeleggingen in Nederland. De uitkomst van deze index is een goede indicatie van de performance van een tot nu toe relatief onbekende beleggingscategorie. Door het gebruik van marktwaarden is het rendementsverloop relatief stabiel terwijl in de praktijk individuele grondprojecten een minder stabiele waardeontwikkeling kennen. Dit onderzoek heeft op basis van deze gewogen totaal index voor grondbeleggingen plaatsgevonden. Figuur 1. Index grondbeleggingen (incl. marktwaarde) Performance grondbeleggingen t/m Rendement Index grondbeleggingen jul-95 jul-96 jul-97 jul-98 jul-99 jul-00 jul-01 jul-02 jul-03 jul-04 jul-05 jul-06 jul-07 Perioden

7 Het feit dat de bandbreedte van de kasstromen van grond in figuur 1 relatief smal is en er weinig grote uitslagen zijn, is een eerste indicatie dat grondbeleggingen een laag risico kennen. Dit wordt bevestigd door het rendement en risico per beleggingscategorie in tabel 1. Tabel 1. Risico en rendement indices Aandelen Obligaties Direct vastgoed Indirect vastgoed Grondbeleggingen Gemiddeld rendement 3,0% 1,5% 2,8% 3,3% 1,3% St. deviatie (risico) 9,5% 1,8% 0,7% 6,8% 1,5% In vergelijking met de andere beleggingscategorieën blijkt uit tabel 1 dat de beleggingscategorie grond over de periode t/m op kwartaalbasis het laagste rendement heeft gescoord. Daarentegen is het risico van deze beleggingscategorie laag. Alleen de beleggingscategorie direct vastgoed kent een lager risico 1. Echter, tabel 2 geeft een overzicht van de sharpe ratio s per beleggingscategorie en toont aan dat grondbeleggingen een gunstige rendements-risicoverhouding kent. Tabel 2. Sharpe ratio s Rendementsrisicoverhouding Direct Aandelen Obligaties vastgoed Indirect vastgoed Grondbeleggingen Sharpe ratio 0,3 0,8 4,3 0,5 0,9 Op basis van bovenstaande parameters is het effect van het toevoegen van grondbeleggingen aan de beleggingsportefeuille berekend. Hiervoor is middels de Solver functie in het computerprogramma Excel een optimal risky portefeuille met en zonder grondbeleggingen berekend. De Solver functie is gevraagd om een optimale rendements-risicoverhouding voor de beleggingportefeuille te berekenen rekening houdend met en zonder allocatierestricties. In tabel 3 is de optimal risky portefeuille rekening houdend met allocatierestricties opgenomen. Uit tabel 3 blijkt dat door toevoeging van grondbeleggingen de rendementsrisicoverhouding van de totale beleggingsportefeuille met 4,8% verbetert. Tabel 3. Efficiënte beleggingsportefeuille met restricties Gemiddeld Rendement St. Deviatie (risico) Sharpe ratio Excl. grondbeleggingen Incl. grondbeleggingen 2,2% 2,1% 3,1% 2,9% 0,70 0,73 1 Het rendement en risico voor direct vastgoed is enigszins vertekend, omdat in dit onderzoek een vrij korte observatieperiode van toepassing is en hierdoor niet de gehele vastgoedcyclus is meegenomen

8 De optimal risky portefeuille bestaat na toevoeging van grondbeleggingen voor 30% uit aandelen, voor 55% uit obligaties, voor 4% uit direct vastgoed, voor 6% uit indirect vastgoed en voor 5% uit grondbeleggingen. De grafische weergave van de optimal risky portefeuilles exclusief grondbeleggingen en inclusief grondbeleggingen treft men respectievelijk aan in figuur 2. Figuur 2. Efficiënte grenslijn Efficiënte grenslijn 2,4% 2,3% Verwacht rendement 2,3% 2,2% 2,2% 2,1% 2,1% 2,8% 3,0% 3,2% 3,4% 3,6% 3,8% 4,0% 4,2% 4,4% Risico (volatiliteit) Excl. grondbeleggingen Incl. grondbeleggingen Het diversificatievoordeel van grondbeleggingen wordt geïllustreerd door de verschuiving van de beleggingsportefeuille inclusief grondbeleggingen naar linksonder. De functie van grond kan op basis van deze resultaten vooral worden vertaald als een risico reducer. In vergelijking met de andere beleggingscategorieën is het rendement van grondbeleggingen met 1,3% per kwartaal laag, maar is het risicoprofiel veel gunstiger. De verhouding rendement/risico is voor grondbeleggingen, op vastgoed na, de meest gunstige. De functie van grondbeleggingen is dan ook vooral reducering van het risico en dit komt ook tot uiting in de optimal risky portefeuille. Nadeel van grondbeleggingen is het ontbreken van het direct rendement terwijl, vanwege de vergrijzing van de samenleving de behoefte van pensioenfondsen aan direct rendement steeds groter wordt vanwege de uitbetaling van pensioenen. De allocatie van gelden in grondbeleggingen is afhankelijk van de risk apetite van de belegger en kan hierdoor behoorlijk variëren. De resultaten van de gewogen index geven een indicatie van de het rendement gedurende een grondexploitatieperiode en zijn goed toepasbaar voor het meten van het rendement en risico van grondbeleggingen. Kanttekening is wel dat voor het berekenen van een realistisch rendement het hanteren van een marktwaarde noodzakelijk is. De robuustheid van de resultaten kan verbeterd worden door data over een langere observatieperiode te gebruiken en een grotere hoeveelheid projecten in het onderzoek te betrekken.

9 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De financiële markten staan het laatste halfjaar onder druk en het beursklimaat kan als grillig worden beschreven. Door de miljarden verliezen op de beurs komen de financiële buffers van pensioenfondsen onder druk te staan. Deze ontwikkelingen bevestigen wederom dat risicobeheersing binnen de institutionele beleggingswereld een belangrijk item is. Binnen de institutionele beleggerswereld wordt op basis van Asset Liability Management (ALM) de afstemming tussen de rechten en verplichtingen van een organisatie c.q. een fonds bepaald. Het doel van een ALM studie is om tot een integraal premie-, indexatie- en beleggingsbeleid te komen. Binnen deze ALM studie wordt de dekkingsgraad van pensioenfondsen steeds belangrijker. De dekkingsgraad geeft aan in welke mate een pensioenfonds kan voldoen aan zijn toekomstige verplichtingen. Als deze beneden het niveau van 105 procent komt, dan moet dit worden gemeld aan De Nederlands Bank en dient een herstelplan te worden gepresenteerd. De beleggingscategorie vastgoed heeft met haar karakteristieken een gunstig effect op het op peil houden van deze dekkingsgraad. Om deze reden is er vanuit de pensioenfondsen een aanhoudende vraag naar onroerend goed. Traditioneel bestaat de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen uit de hoofdcategorieën aandelen, vastrentende waarden en eventueel vastgoed. Vanuit rendementsoverwegingen en het behalen van diversificatievoordelen 2 zijn er sinds enkele jaren steeds meer institutionele beleggers die behoefte hebben aan alternatieve beleggingscategorieën in de beleggingsportefeuille. Een eenduidige definitie van alternatieve beleggingen bestaat er niet. Eigenlijk zijn alternatieve beleggingen alle beleggingen buiten het reguliere universum van de liquide marktportefeuilles. Voorbeelden van alternatieve beleggingen zijn o.a. hedge funds en commodities. Binnen de beleggingscategorie vastgoed bestaat ook een vraag naar alternatieve beleggingen zoals zorgvastgoed en grond. Voornaamste redenen voor de vraag naar alternatieve vastgoedproducten zijn de schaarste van goede reguliere vastgoedproducten, het behalen van diversificatie binnen de vastgoedportefeuille en optimalisatie van het rendement. Hebben alternatieve beleggingen een meerwaarde in de beleggingsportefeuille van institutionele beleggers? Vanuit de beleggingstheorie heeft het toevoegen van alternatieve beleggingen een meerwaarde. Voornaamste redenen voor het toevoegen van alternatieve beleggingscategorieën zijn optimalisatie van het rendement en het reduceren van het 2 Hoek (2007) 9

10 beleggingsrisico middels diversificatie. Kortom, alternatieve beleggingen maken de beleggingsportefeuille efficiënter. Door de toenemende interesse in alternatieve beleggingscategorieën vanuit de institutionele beleggers zijn deze onderdeel gaan uitmaken van ALM studies. Alternatives kennen (vaak) een korte historie en representatieve benchmarkmogelijkheden ontbreken veelal. Als gevolg van het ontbreken van representatieve historische rendementsreeksen is het analyseren van alternatieve beleggingen minder eenvoudig dan bij de traditionele beleggingscategorieën. Verschillende onderzoeken hebben de toegevoegde waarde van vastgoed binnen de beleggingsportefeuille al aangetoond. Door toevoeging van de beleggingscategorie vastgoed aan de totale assetmix aandelen, obligaties en overige assets verbetert de rendementsrisicoverhouding. In een dergelijk geval is er sprake van een efficiëntere asset mix. Een voorbeeld van een dergelijk Nederlands onderzoek is uitgevoerd door Van der Geer en Berkhout (2005). Internationaal onderzoek dat het diversificatiepotentieel van vastgoed aantoont is bijvoorbeeld het onderzoek van Eichholtz (1997). In dit onderzoek wordt het diversificatiepotentieel van internationaal (direct en indirect) vastgoed in een internationale beleggingsportefeuille, bestaande uit aandelen en vastrentende waarden aangetoond. De vastgoedportefeuille van een institutionele belegger bestaat over het algemeen uit de reguliere vastgoedcategorieën kantoren, winkels, woningen en bedrijfsruimten. Binnen de vastgoedportefeuille vindt verdere diversificatie plaats vanuit de eerder genoemde motieven. Grond is voorbeeld van een alternatieve beleggingscategorie binnen de categorie vastgoed. In een aantal landen dan wel regio s is grond een schaars product. Deze schaarste is ook van toepassing op Nederland, want Nederland kent immers een beperkt grondoppervlak en is onderhevig aan een sterke verstedelijking die effect heeft op de grondwaarde. Intuïtief zou men kunnen zeggen dat deze ontwikkeling interessant kan zijn voor beleggers. Tot nu toe werden grondposities door beleggers voornamelijk aangehouden met als doel het realiseren van woningen voor de eigen beleggingsportefeuille. Hiermee is het voor een institutionele belegger mogelijk continuïteit te verkrijgen in de acquisitie van woningen. De oprichting van het grondfonds door mijn werkgever, Syntrus Achmea Vastgoed, is met een zelfde oogmerk opgericht; beoogd wordt de productie van huurwoningen op langere termijn veilig te stellen zonder daarbij afhankelijk te zijn van externe projectontwikkelaars. Binnen het grondfonds is het beleggen in grond primair geen doel, maar wordt grond als een middel gebruikt. Vanuit rendements-risicoverhouding zouden grondbeleggingen binnen de assetmix van institutionele beleggers mogelijk een andere functie kunnen krijgen, namelijk een zelfstandige 10

11 beleggingscategorie gericht op waardeontwikkeling. In deze Masterproof wordt onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van grondbeleggingen binnen de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger. In tegenstelling tot regulier vastgoed is er veel minder onderzoek gedaan naar de beleggingscategorie grond in Nederland. Dit blijkt ook uit artikelen in de Property NL Research (2004) over het thema grondbeleid. Hierin geeft de heer Needham aan dat er nauwelijks onderzoek wordt gedaan naar de werking van de grondmarkten in Nederland. Voornaamste reden voor het uitblijven van systematisch onderzoek naar de werking van de grondmarkt is de geringe hoeveelheid beschikbare gegevens. Eén van de weinige onderzoeken naar grondbeleggingen is het onderzoek van Van de Ven en Verhoeven (2006). Hierbij dient wel een kanttekening te worden geplaatst dat de uitkomsten van dit onderzoek zijn gebaseerd op één case studie rondom de luchthaven Schiphol. Een internationaal onderzoek dat aantoont dat beleggingen in agrarische gronden bijdraagt aan de optimale beleggingsportefeuille is dat van Hardin en Cheng (2005). Op basis van Amerikaanse data tonen zij aan de hand van de mean-variance methodiek aan dat een geringe allocatie in grondbeleggingen bijdraagt aan de portefeuille efficiency, mits reguliere vastgoedbeleggingen geen onderdeel uitmaken van de beleggingsportefeuille. Voornaamste reden van dit voorbehoud is, dat een geringe allocatie in grondbeleggingen weliswaar de portefeuille efficiency verbetert, maar grondbeleggingen arbeidsintensief zijn en veel specialistische kennis voor dergelijke beleggingen noodzakelijk is. De additionele kosten hierdoor kunnen een drukkend effect hebben op de potentiële winst van grondbeleggingen (in ieder geval meer dan bij regulier vastgoed). Dit is opmerkelijk aangezien eerder onderzoek (o.a. David e.a., 1992 en Geltner e.a., 1997) indicaties heeft gegeven dat agrarische grondbeleggingen wel degelijk een diversificatiemiddel zijn en bijdragen aan een efficiëntere beleggingsportefeuille inclusief onroerend goed beleggingen. Mogelijk dat David en Geltner minder zwaar tillen aan het specialistische karakter van gronbeleggingen dan Hardin en Cheng. Aangezien deze onderzoeken ook aantonen dat grondbeleggingen een positieve correlatie hebben met inflatie en een negatieve correlatie met de beleggingscategorieën aandelen en vastrentende waarden, zou je verwachten dat grondbeleggingen wel degelijk bijdragen aan een efficiënter gediversificeerde beleggingsportefeuille. Volgens de Moderne Portefeuille Theorie van Markowitz (1959) zou het toevoegen van beleggingscategorieën leiden tot een efficiëntere beleggingsportefeuille. Op basis hiervan zou men zich gevoelsmatig kunnen voorstellen dat grondbeleggingen ook bijdragen aan de optimalisatie van de efficiency van de beleggingsportefeuille. In deze Masterproof wordt 11

12 onderzocht of het toevoegen van grondbeleggingen daadwerkelijk bijdraagt aan een efficiëntere beleggingsportefeuille. Dergelijk onderzoek is mede relevant voor mijn werkgever, Syntrus Achmea Vastgoed. Als vermogensbeheerorganisatie belegt Syntrus Achmea Vastgoed namens institutionele beleggers in vastgoedbeleggingen en -financieringen. De organisatie heeft een marktleidende positie binnen de Nederlandse vastgoedmarkt. Eerder onderzoek 3 heeft indicaties gegeven dat alternatieve producten en beleggingen, zoals projectontwikkeling en grondbeleggingen, een toegevoegde waarde zouden kunnen bieden aan de beleggingsmix van Syntrus Achmea Vastgoed. Een aantal institutionele klanten (pensioenfondsen) van Syntrus Achmea Vastgoed beschikt reeds over een grote hoeveelheid grondposities in Nederland. Deze grondposities zijn vooralsnog een middel om nieuwbouwwoningen te realiseren zonder daarbij afhankelijk te zijn van externe projectontwikkelaars. Dit onderzoek heeft als doel om na te gaan of het interessant is om grond als beleggingscategorie binnen de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen op te nemen. Hiertoe is inzicht in het rendement en risicoprofiel van grondbeleggingen noodzakelijk. 1.2 Onderzoeksdoelstelling Doel van dit onderzoek is om het rendement en risicoprofiel van grondbeleggingen inzichtelijk te maken. Middels kwartaalrendementen zal worden nagegaan of de beleggingsportefeuille efficiënter is gediversificeerd door toevoeging van grondbeleggingen. De centrale vraagstelling van de Masterproof luidt als volgt: Op welke wijze draagt de beleggingscategorie grondbeleggingen bij aan het rendement- en risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger als Syntrus Achmea Vastgoed? Om bovengenoemde vraag te kunnen beantwoorden dient er gebruik te worden gemaakt van de volgende subvragen: Wat is de functie van de beleggingscategorie vastgoed binnen een (efficient gediversificeerde) beleggingsportefeuille? Wat is de samenstelling, segmentatie en omvang van de markt voor grondbeleggingen in Nederland? Op welke wijze kan het rendement en risico van grondbeleggingen worden berekend? 3 Tiemstra (2006) 12

13 Wat is het rendement en risico van het beleggen in grond? Welke effecten heeft de toevoeging van grondbeleggingen aan de portefeuille in termen van efficiënte diversificatie? Heeft de beleggingscategorie grond een toegevoegde waarde voor een institutionele belegger als Syntrus Achmea Vastgoed? 1.3 Onderzoeksopzet Het onderzoek is opgebouwd uit een literatuurstudie en een empirisch onderzoek. Middels literatuuronderzoek is een theoretisch kader geschapen waarbinnen het onderzoek plaatsvindt. Hierbij wordt aandacht besteed aan de algemene beleggings- en portefeuille theorie en de rol van vastgoed in een beleggingsportefeuille. Daarnaast zal aan de hand van marktonderzoek en interviews met o.a. beleggers en in grond gespecialiseerde adviesbureau s de markt voor grondbeleggingen in beeld worden gebracht. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de samenstelling, de segmentatie en de ontwikkelingen van deze markt. Daarnaast is middels empirisch onderzoek het effect van de toevoeging van grondbeleggingen in beeld gebracht. Hiervoor is op basis van de initiële investering, de cashflow gedurende de exploitatieperiode en de (uiteindelijke) waarde van de grondbelegging voor 109 grondprojecten over de periode medio 1995 t/m 2007 op kwartaalbasis het rendementrisicoprofiel berekend. Voor dit onderzoek loopt de exploitatieperiode van de gronden van het moment van aankoop tot het moment dat de gronden worden ingebracht in een nieuwbouwontwikkeling dan wel worden verkocht. Door vervolgens een index voor grondbeleggingen te modelleren is het mogelijk om de resultaten van het kwantitatief onderzoek te vergelijken met het rendements- risicoprofiel en de eventuele correlatie met de andere beleggingscategorieën. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangegeven hoe en in welke mate de beleggingscategorie grond bijdraagt aan een efficiënte beleggingsportefeuille. De opbouw van het onderzoek wordt schematisch als volgt weergegeven: 13

14 H1. Aanleiding en probleemstelling Literatuuronderzoek en strategisch kader H2. Theoretisch Kader H3. Strategisch kader Syntrus Achmea Vastgoed H4. De markt doorgrond Onderzoeksmethodiek en data H5. Onderzoeksmethodiek en data Empirisch onderzoek H6. Onderzoeksresultaten H7. Conclusies en aanbevelingen 1.4 Leeswijzer Het onderzoek is op de navolgende wijze uitgewerkt. In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader van dit onderzoek bepaald. Hierbij zal nader worden ingegaan op de beleggingstheorie en de Moderne Portefeuille Theorie van Markowitz. Tevens zal de bijdrage van vastgoed in de beleggingsportefeuille en alternatieve vastgoedbeleggingen worden toegelicht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het strategisch kader van Syntrus Achmea Vastgoed en de oprichting van het grondfonds besproken. In hoofdstuk 4 wordt de markt voor grondbeleggingen in beeld gebracht. Hierbij zal nader worden ingegaan op de samenstelling, de omvang en de ontwikkeling van de markt voor agrarische gronden. Tevens zal de performance van grondbeleggingen in het buitenland aan de orde komen. Alvorens de resultaten van het onderzoek te presenteren zal in hoofdstuk 5 worden beschreven hoe en met welke dataset de toegevoegde waarde van grondbeleggingen in de beleggingsportefeuille wordt onderzocht. In hoofdstuk 6 zullen de resultaten van het onderzoek in termen van rendement, risico en correlatie met andere beleggingscategorieën worden gepresenteerd. Hierbij wordt aangegeven 14

15 in welke mate grondbeleggingen bijdragen aan de optimalisatie van de efficiency van de beleggingsportefeuille. Op basis van het onderzoek zullen afsluitend in hoofdstuk 7 de bevindingen in conclusies worden omgezet en strategische aanbevelingen voor institutionele beleggers, zoals Syntrus Achmea Vastgoed, worden gedaan. 15

16 2. Theoretisch kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aan de hand van literatuurstudie het theoretisch kader waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt bepaald. Hierbij wordt ingegaan op de algemene beleggingstheorie, de Moderne Portefeuille Theorie en de verschillende technieken om het rendement- risicoprofiel van een beleggingsportefeuille te bepalen. 2.2 De algemene beleggingstheorie 4 Een belegging is een geldelijke commitment in het heden met de verwachting om hiermee in de toekomst voordeel te behalen. Financiële markten bieden de mogelijkheid om het geld risicovrij op een bankrekening te zetten of om het geld in verschillende beleggingscategorieën te beleggen. Daarbij bieden financiële markten een belegger de mogelijkheid om een belegging te kiezen die past bij haar risicoprofiel. Het risicoprofiel hangt af van de risk apetite van de belegger. Bij beleggen geldt een bepaalde mate van onzekerheid of de uitkomst van een belegging rond het verwachte rendement ligt. Dit is het risico oftewel de volatiliteit van de belegging. Statistisch wordt deze volatiliteit aangegeven in de vorm van de standaard deviatie. Over het algemeen kan worden gesteld dat een belegger van nature risico avers is. Dit betekent dat een belegger compensatie wil voor het risico van de belegging. Deze compensatie uit zich in een risicopremie 5. Hoe hoger het risico van een belegging is des te hoger de door de belegger vereiste risicopremie zal zijn. Uiteraard geldt ook het omgekeerde. In ieder geval kan er worden gesteld dat er een positief verband is tussen het risico en het rendement. Afhankelijk van de risk apetite van de belegger zal er een afweging worden gemaakt tussen de verhouding risicovrije en risicovolle beleggingen. De belegger kan een risicovolle beleggingsportefeuille combineren met een risicovrije belegging. Het proces om een beleggingsportefeuille samen te stellen wordt asset allocatie genoemd. Het vinden van de mogelijke rendements- risicoverhoudingen is het technische gedeelte van de asset allocatie. Een instrument bij de asset allocatie is de Capital Allocation Line (CAL). De CAL geeft de verschillende combinaties van rendement en risico weer tussen een risico vrije belegging en een risicovolle beleggingsportefeuille. Een grafische uitwerking van de CAL treft men aan in figuur 1. 4 Paragraaf 2.2 en 2.3 zijn deels gebaseerd op Bodie e.a. (2003) en Geltner e.a. (2001) 5 Risicopremie is het verschil tussen het rendement van een risicovrije belegging en een risicovolle belegging. 16

17 Figuur 1. Capital Allocation Line E(r) E(rp)= 15% P CAL= Capital Allocation Line S= 8/22 E (rp)- rf = 8% rf= 7% σ σp = 22% Het startpunt van de CAL is het risicovrije rendement (rf) op de y-as. In deze grafische uitwerking bestaat de y-as uit het verwacht rendement (E(r)) en is ervan uitgegaan dat de optimal risky portefeuille 6 (P) al is bepaald. De hellingshoek van de CAL wordt de reward-tovariablity ratio 7 (S) genoemd en geeft het extra rendement per extra hoeveelheid risico (σp) aan. Ondanks de verschillende rendment- risicocombinaties hebben de portefeuille samenstellingen op de CAL een reward-to-variability ratio die gelijk blijft. Om deze reden loopt de CAL schuin omhoog. 2.3 Moderne Portefeuille Theorie In paragraaf 2.2. is ingegaan op risicovrije en risicovolle beleggingen en de relatie tussen rendement en risico van beleggingen. Een belegger zal streven naar een beleggingsportefeuille met optimaal rendement bij een gegeven risico. Het belangrijkste theoretisch concept daarbij is efficiënte diversificatie welke een belangrijk onderdeel is van de in de jaren 50 bedachte Moderne Portefeuille Theorie (MPT) van Harry Markowitz. De MPT toont aan dat naarmate middelen gespreid worden geïnvesteerd over verschillende beleggingscategorieën het risico van beleggingportefeuille afneemt 8. Dit op basis van de veel gehoorde uitdrukking Don t put all your eggs in one basket. De achterliggende gedachte van deze uitdrukking is, dat door het aanbrengen van spreiding van de eieren over de verschillende mandjes, het risico dat alle eieren sneuvelen wordt gereduceerd tot de kans dat alle mandjes vallen. Dit is de basisgedachte van de MPT. 6 De optimal risky portefeuille heeft de meest optimale rendements- risicoverhouding. 7 Formule reward-ro-variablity ratio: S = E( rp) rf / σ p 8 Geltner e.a. (2007) 17

18 Door het doorvoeren van diversificatie 9 neemt het risico van de beleggingsportefeuille af. Het risico dat kan worden weggediversificeerd is specifiek voor een bepaalde belegging en wordt diversificeerbaar risico of uniek risico genoemd. Het volledig elimineren van risico uit de beleggingsportefeuille door diversificatie is niet mogelijk. Een bepaalde mate van risico zal na diversificatie in de beleggingsportefeuille blijven bestaan. Dit risico wordt marktrisico of systematisch risico genoemd. Het diversificatie principe wordt in figuur 2 weergegeven. Figuur 2. Uniek en markt risico S Uniek risico Totaal risico Markt risico N Het behalen van diversificatievoordelen doet zich vooral voor als beleggingscategorieën niet volledig met elkaar correleren. Met correlatie wordt de mate van samenhang tussen de rendementen van verschillende beleggingscategorieën weergegeven. De statistische maatstaven van correlatie zijn de covariantie en de correlatiecoëfficiënt. De uitkomst van de correlatiecoëfficiënt ligt tussen de -1 en 1. Als er sprake is van een correlatiecoëfficiënt van -1 dan betekent dit dat er sprake is van een perfect negatieve correlatie oftewel de beleggingen reageren precies omgekeerd op elkaar. Bij een correlatiecoëfficiënt van 1 reageren beide beleggingen op precies dezelfde wijze. Diversificatie wordt bereikt als een belegging een correlatie lager dan 1 heeft met een andere beleggingscategorie. Algemeen wordt aangenomen dat bij een beleggingsportefeuille van 20 aandelen het unieke risico is weggediversificeerd. 2.4 Efficiënt frontier In voorgaande paragraaf is aangegeven dat door diversificatie het unieke risico binnen de beleggingsportefeuille kan worden weggediversificeerd. Dit geeft echter nog geen duidelijkheid over de gewenste portefeuillesamenstelling. Immers, elke portefeuillesamenstelling heeft een eigen rendements- risicoverhouding. Een belegger zal de voorkeur geven aan een 9 Diversificatie is het voordeel kwantificeren in risico en rendement door spreiding aan te brengen in de beleggingsportefeuille middels verschillende beleggingscategorieën. 18

19 beleggingsportefeuille met een optimaal rendement bij een gegeven risico. Een dergelijke portefeuille wordt de meest efficiënte beleggingsportefeuille genoemd. Om te bepalen of een beleggingsportefeuille efficiënter is gediversificeerd kan gebruik worden gemaakt van het zogenaamde mean variance criteria. Volgens deze criteria domineert portefeuille A portefeuille B als het rendement van portefeuille A groter of gelijk is aan dat van portefeuille B en het risico van portefeuille A gelijk of kleiner is aan die van portefeuille B 10. Alle mogelijke combinaties van efficiënte beleggingsportefeuilles worden grafisch weergegeven middels de efficiënte grenslijn. In figuur 3 wordt een tweetal efficiënte grenslijnen voor een beleggingsportefeuille weergegeven. De ene efficiënte grenslijn betreft een beleggingsportefeuille bestaande uit aandelen en vastrentende waarden. De andere efficiënte grenslijn bestaat uit bullets en heeft betrekking op een beleggingsportefeuille met aandelen, vastrentende waarden en indirect vastgoed over dezelfde periode. Figuur 3. Efficiënt frontier Efficient frontier E(r) 9% 8% 7% 6% 5% 4% M Aandelen en vastrentende waarden Aandelen, vastrentende waarden en indirect vastgoed 3% 10% 12% 14% 16% 18% σp De efficiënte grenslijn is een kromme lijn een geeft dus alle mogelijke combinaties van portefeuilles met een optimaal rendement bij een gegeven risico weer. Elke portefeuille die noordwestelijk ligt ten opzichte van een andere portefeuille op deze kromme lijn is efficiënter gediversificeerd. De portefeuille met het minimale risico en het meest optimale rendement wordt de minimum variance portefeuille 11 genoemd. Alle portefeuilles vanaf de minimum variance portefeuille zijn efficiënt. Voor alle duidelijkheid; dit betekent niet dat de ene portefeuille beter is dan de andere. De keuze voor een bepaalde portefeuille is gebaseerd op de risico-aversiteit van de belegger. 10 Formule mean-variance criteria: E(rA ) E(rB ) en σ A σb 11 De minimum variance portefeuille wordt in figuur 3 met een M aangeduid. 19

20 Uit figuur 3 blijkt dat door toevoeging van de beleggingscategorie indirect vastgoed de beleggingsportefeuille efficiënter wordt. De efficiënte grenslijn van de portefeuille inclusief indirecte vastgoedbeleggingen bestaande uit de bullets verschuift namelijk naar linksboven. 2.5 Sharpe Ratio Als een beleggingsportefeuille niet alleen uit risicovolle beleggingen bestaat is risico-aversiteit niet langer bepalend voor de keuze voor een beleggingsportefeuille. Zodra risicovrije beleggingen onderdeel uitmaken van de beleggingsportefeuille zal er gebruik worden gemaakt van de CAL. Het meest optimale punt op de efficiënte grenslijn wordt gesneden door de CAL als de hellingshoek van de CAL maximaal is. Dit betekent dat de reward-to-variability maximaal is. Deze ratio wordt meestal de sharpe ratio 12 genoemd en is in feite de risicopremie van een risicovolle belegging gedeeld door de volatiliteit van deze risicovolle belegging. De beleggingsportefeuille met de hoogste sharpe ratio wordt de optimal risky portefeuille genoemd. Een belegger kan het rendement-risicoprofiel van de beleggingsportefeuille aanpassen door te variëren in de verdeling tussen risicovrije en risicovolle beleggingen. Dit betekent dat naarmate het aandeel risicovrije beleggingen toeneemt het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille afneemt en andersom. Een grafische weergave van het bepalen van de optimal risky portefeuille (P) treft men aan in figuur 4. Figuur 4. Optimal risky portefeuille E(r) CAL= Capital Allocation Line E(rp)= 15% P Efficient Frontier rf= 7% σ σp = 22% In dit onderzoek zal aan de hand van de Moderne Portefeuille Theorie worden aangetoond dat de toevoeging van grondbeleggingen aan de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger leidt tot een efficiënter gediversificeerde beleggingsportefeuille. Hiervoor zal allereerst de meest efficiënte rendements-risicoverhouding worden bepaald en vervolgens de S = E( r p ) r f / σ 12 Formule Sharpe ratio: p 20

21 meest optimale risicovolle beleggingsportefeuille worden bepaald. De uitwerking hiervan is te vinden in hoofdstuk 6 van deze Masterproof. 2.6 Onroerend goed in de beleggingsportefeuille Het allocatiebeleid van institutionele beleggers heeft een substantiële invloed op het uiteindelijke rendement van een beleggingsportefeuille. Traditioneel bestaat de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen uit de hoofdcategorieën aandelen, vastrentende waarden en eventueel vastgoed. De toegevoegde waarde van vastgoed binnen de beleggingsportefeuille is in de theorie en de praktijk al aangetoond. Door toevoeging van de beleggingscategorie vastgoed aan de totale assetmix aandelen, obligaties en overige assets verbetert de rendements- risicoverhouding van de beleggingsportefeuille. In een dergelijk geval is er sprake van een efficiëntere asset mix. Een voorbeeld van een Nederlands onderzoek is uitgevoerd door Van der Geer en Berkhout (2005). Internationaal onderzoek dat het diversificatiepotentieel van vastgoed aantoont is bijvoorbeeld het onderzoek van Eichholtz (1997). In dit onderzoek wordt het diversificatiepotentieel van internationaal (direct en indirect) vastgoed in een internationale beleggingsporterfeuille bestaande uit aandelen en vastrentende waarden aangetoond Voornaamste reden om onroerend goed toe te voegen aan de assetmix van een institutionele belegger is het diversificatiepotentieel. Dit diversificatiepotentieel is aanwezig vanwege de correlatie van onroerend goed met de beleggingscategorieën aandelen en obligaties. Daarnaast kent onroerend goed een aantal karakteristieken die aantrekkelijk zijn, vooral voor beleggers met een lange beleggingshorizon, zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen. Op basis van historische data blijkt namelijk dat onroerend goed een hoog totaal rendement genereert, een stabiel cashrendement heeft met een relatief beperkt risico, een groot diversificatiepotentieel heeft en een betere bescherming tegen inflatie biedt dan aandelen en vastrentende waarden (o.a. van Gool, 2001 en IVBN, 2005). Ondanks dat deze karakteristieken goed passen bij institutionele beleggers, is de allocatie naar vastgoed binnen de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen gering. In 2007 maakte de beleggingscategorie vastgoed slechts voor 11,3% 13 onderdeel uit van de totale beleggingsportefeuille van pensioenfondsen in Nederland. De oorzaak voor deze geringe allocatie naar vastgoed kan wellicht gedeeltelijk worden verklaard door de nadelen die met vastgoedbeleggingen gepaard gaan. Deze nadelen zijn het geringe aanbod van kwalitatieve vastgoedbeleggingen, de hoge transactiekosten, de illiquiditeit, het hoge investeringsvolume en het gebrek aan transparantie. 13 Statistisch Bulletin DNB (maart 2008) 21

22 De voor- en nadelen van vastgoedbeleggingen zijn in de literatuur (o.a. van Gool, 2001) uitvoerig beschreven. Om deze reden zal hieraan in deze Masterproof geen verdere aandacht worden besteed. Als gevolg van de grote vraag naar onroerend goed beleggingen is de mogelijkheid om indirect te beleggen in onroerend goed ontstaan. Voor indirect onroerend goed kan onderscheid worden gemaakt tussen: Beursgenoteerd onroerend goed Niet-beursgenoteerd onroerend goed Een groot verschil tussen beursgenoteerd en niet beursgenoteerd onroerend goed is, dat de waardebepaling van beursgenoteerd onroerend goed onder invloed staat van het beurssentiment. Daarnaast is het behaalde rendement bij beursgenoteerd onroerend goed afhankelijk van de prijs van het aandeel en het dividendbeleid van het fonds. Door het gebruik van vreemd vermogen ligt het rendement bij indirect onroerend goed vaker hoger dan bij directe onroerend goed beleggingen (leverage effect). Bij vastgoed beleggingen is een goede kennis van de lokale markt zeer belangrijk. Bij het beleggen in indirect onroerend goed is deze expertise bij de belegger niet benodigd. De kwaliteit van de managementorganisatie van het onroerend goed fonds plus een goede track record van een fonds zijn dan ook van belang. In vergelijking met direct onroerend goed beleggingen is de liquiditeit van indirect onroerend goed bij niet-beursgenoteerd onroerend goed groter en bij beursgenoteerd onroerend goed het grootst. Het investeren in indirect onroerend goed is minder kapitaalintensief dan bij directe onroerend goed beleggingen. Hierdoor is het voor een belegger mogelijk om middels kleinere bedragen risicospreiding in de beleggingsportefeuille aan te brengen. In deze paragraaf is zeer beknopt beschreven waarom beleggers onroerend goed toevoegen aan de beleggingsportefeuille. Gelet op de karakteristieken van vastgoed heeft deze beleggingscategorie een toegevoegde waarde in de optimalisatie van een beleggingsportefeuille. Wat wordt er eigenlijk onder de noemer vastgoed verstaan en is diversificatie binnen deze beleggingscategorie mogelijk? Traditioneel vallen onder vastgoedbeleggingen de categorieën kantoren, winkels, woningen en bedrijfsruimten, maar mede vanwege de schaarste van beleggingsvastgoed zijn er de laatste jaren steeds meer vastgoed gerelateerde beleggingsproducten ook wel bekend als alternatieve vastgoedcategorieën ontwikkeld. In de volgende paragraaf wordt beschreven welke alternatieve vastgoedcategorieën zoal onder de beleggingscategorie vastgoed vallen en wat die zouden kunnen toevoegen aan een efficiënter gediversificeerde beleggingsportefeuille. 22

23 2.7 Alternatieve vastgoedcategorieën als beleggingsproduct Inleiding In de afgelopen jaren hebben institutionele beleggers wereldwijd significant geïnvesteerd in vastgoedbeleggingen. Alleen in Europa al is er in 2007 voor circa miljard 14 in vastgoed geïnvesteerd door beleggers. Mede door het geringe aanbod van kwalitatief goede vastgoedbeleggingen verbreedt de institutionele belegger haar gezichtsveld en is op zoek naar alternatieve vastgoedbeleggingen Alternatieve vastgoedcategorieën In deze paragraaf worden een aantal alternatieve vastgoedbeleggingen met haar specifieke karakteristieken beschreven. Voor alle duidelijkheid deze voorbeelden zijn niet limitatief. Zorgvastgoed De toenemende vergrijzing en de alsmaar stijgende gezondheidskosten hebben tot gevolg dat het zorgsysteem in Nederland verandert van een aanbod- naar een vraaggestuurd zorgstelsel. Door deze omslag kan worden ingespeeld op de behoefte van patiënten/klanten. Deze toenemende vergrijzing met bijbehorende vraag naar faciliteiten en de omslagfase van het zorgstelsel in Nederland heeft de interesse van de institutionele belegger voor vastgoed dat deze categorie faciliteert, het zorgvastgoed, opgewekt. Zorgvastgoed is een kapitaalintensieve markt en het benodigde kapitaal zal in toenemende mate worden opgehaald bij institutionele beleggers. Deze verwachting wordt ook bevestigd door onderzoek van Mueller en Laposa (1997) dat heeft aangetoond dat de benodigde investeringen in senioren huisvesting steeds meer worden verzorgd door institutionele beleggers. Uit recent onderzoek van Newell en Peng (2008) over beleggingen in Amerikaanse infrastructuur, blijkt dat zorgvastgoed onder de beleggingscategorie infrastructuur valt. Dit betekent dat de karakteristieken van beleggingen in infrastructuur op pagina 25 tevens gelden voor beleggingen in zorgvastgoed. Daarnaast toont dit onderzoek aan dat beleggingen in Amerikaanse infrastructuur leidt tot een verbeterde efficiënte beleggingsportefeuille. Dit is één van de weinige onderzoeken die de toegevoegde waarde van zorgvastgoed binnen de beleggingsportefeuille aantoont. De markt voor zorgvastgoed kan worden getypeerd als een kapitaalintensieve markt 15. De vraag waar het eigendom van zorgvastgoed, zoals seniorenhuisvesting, dient te worden ondergebracht is volgens Eichholtz e.a. (2007) in feite een corporate real estate aangelegenheid. In dit onderzoek wordt gerefereerd naar een ander onderzoek van Eichholtz en Brounen (2005), die de impact van corporate real estate en de aandelenprestaties van de 14 Jones Lang LaSalle (2007) 15 Newell en Peng (2008) 23

24 bedrijven hebben onderzocht. Dit onderzoek heeft aangetoond dat bedrijven die actief zijn in een kapitaalintensieve markt vergeleken met bedrijven in een minder kapitaalintensieve markt meer voordeel hebben bij vastgoed in eigen beheer (corporate real estate). Voornaamste reden voor dit voordeel is de negatieve correlatie tussen vastgoed en het marktrisico van deze bedrijven. De vraag of het zorgvastgoed op efficiëntere manier kan worden beheerd speelt een steeds grotere rol bij de keuze voor zorginstellingen om het vastgoed zelf in eigendom te houden of te huren van een belegger. Binnen de zorgsector kan onderscheid worden gemaakt tussen de sectoren care en cure. Binnen de sector care kan de volgende onderverdeling worden gemaakt: Zelfstandige senioren woningen Verzorgingswoningen voor senioren Verpleeghuizen Onderzoek van Eichholtz e.a. (2007) toont aan dat voor senioren huisvesting in Amerika healthcare beleggingsinstellingen voor zelfstandige senioren woningen een hoger rendement genereren dan wanneer de zorginstelling het onroerend goed zelf in eigendom heeft en beheert. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat er geen relatie is tussen de inkomsten van het onroerend goed en de zorgservices. Daarentegen genereren zorginstellingen een hoger rendement dan healthcare beleggingsinstellingen voor verzorgingswoningen en verpleeghuizen. Bij deze twee laatste categorieën neemt de mate van zelfstandig wonen af. Dit betekent dat naarmate de zorgcomponent toeneemt de toegevoegde waarde van het onroerend goed afneemt. Vastgoedderivaten Derivaten zijn vermogenstitels waarvan de waarde is afgeleid van het prijsverloop van de onderliggende reële of financiële waarden 16. Met behulp van derivaten kan het risicoprofiel van beleggingsportefeuilles of bedrijven beheerst worden. Een derivaat is dan ook meer een financieel instrument met een prijs die nauw verbonden is met de koersontwikkeling van een ander instrument. Voorbeelden van derivaten binnen de financiële wereld zijn opties en termijncontracten. Tot kort geleden was de vastgoedmarkt de grootste financiële markt zonder een derivatenmarkt. In 2005 kwam hier verandering in toen in Groot Britannië swaps 17 gebaseerd op de Investment Property Databank (IPD) index werden verhandeld. De voornaamste reden voor het uitblijven van een derivatenmarkt voor vastgoed was het ontbreken van een 16 De Jong e.a. (2000) 17 Een swap is een derivaat waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico wisselt tegen dat van een andere partij. 24

25 relevante index met een lange track record voor deze beleggingscategorie. Daarnaast was er binnen de sector vastgoed weinig kennis aanwezig over de derivatenmarkt en andersom net zo 18. Onderzoek van Buijs (2006) toont aan dat vastgoedderivaten gebruikt kunnen worden om volgens de MPT het systematische risico van een gediversificeerde beleggingsportefeuille veilig te stellen of om meer marktrisico ( β ) van vastgoedbeleggingen toe te voegen aan de beleggingsportefeuille. Dit betekent dat het voor een belegger mogelijk is om het marktrisico van de vastgoedmarkt te verkopen en hierdoor alleen het objectrisico 19 te behouden. Het is daarnaast voor een belegger ook mogelijk om middels vastgoedderivaten het marktrisico te kopen en te profiteren van de bewegingen van de vastgoedmarkt zonder het risico van een specifiek object. Kanttekening in het onderzoek van Buijs is wel dat de literatuur en andere onderzoeken over vastgoedderivaten de indruk geeft dat beleggers een positieve attributie van het objectcomponent geniet, maar het is twijfelachtig of een structurele outperformance van de markt daadwerkelijk haalbaar is. Infrastructuur 20 Onder infrastructuur wordt verstaan de fysieke structuren en netwerken die noodzakelijk zijn voor de economische levensvatbaarheid en de sociale behoefte van een gemeenschap. Deze categorie kan worden onderverdeeld in economische infrastructuur (tolwegen, luchthavens en havens), energie en openbare nutsvoorzieningen (elektriciteit, water en gas), communicatie (telecommunicatie netwerken, mobiele telefoon netwerk) en sociale infrastructuur (zorg, onderwijs en gevangenissen). Infrastructuur beleggingsproducten brengen een aantal specifieke investeringskarakteristieken met zich mee (Rreef, 2007). De markt voor infrastructuur beleggingen heeft een hoog monopolistische karakter. De entree barrières voor toetreders zijn hoog en er zijn grote investeringsvolumes met deze beleggingscategorie gemoeid. Daarnaast is deze markt sterk door de overheid gereguleerd. De vraag in deze markt is inelastisch wat betekent dat het aanbod niet overeenkomst met de vraag op dat moment. Infrastructuur beleggingen hebben een lange looptijd en genereren hierdoor een stabiele cashflow waarbij de volatiliteit van de cashflows laag is. Een ander positief punt is dat infrastructuur een lage correlatie heeft met andere beleggingscategorieën. Karakteristieken als een stabiele cashflow en ontwikkeling van het indirect rendement met een relatief lage volatiliteit zijn aantrekkelijk voor pensioenfondsen met hun verplichtingen op de lange termijn. Recent onderzoek van Newell en Peng (2008) heeft aangetoond dat beleggingen in Amerikaanse infrastructuur leidt tot een verbeterde 18 Geltner e.a. (2007) 19 Het objectrisico is het risico dat een specifiek vastgoed object of vastgoedportefeuille met zich meebrengt en wordt gemeten middels de alpha. 20 Deze sub paragraaf is grotendeels gebaseerd op o.a. Newell en Peng (2008) 25

26 efficiënte beleggingsportefeuille. De negatieve correlatie van infrastructuur met andere beleggingscategorieën brengt deze diversificatiemogelijkheid met zich mee. Hiervoor is een aantal vastgoedcategorieën met de bijbehorende specifieke karakteristieken beschreven en is waar mogelijk het diversificatiepotentieel aan de hand van eerder uitgevoerde onderzoeken aangetoond. Hierna zal nader worden ingegaan in op de karakteristieken van de beleggingscategorie grond waar dit onderzoek verder over gaat. Grondbeleggingen 21 Primair is grond een productiemiddel. Agrarische gronden zijn van oudsher voor agrariërs een belangrijke bron van inkomen en rurale gronden zijn voor ontwikkelaars/speculatieve beleggers een middel om in de toekomst bebouwing te realiseren. Hoeveel grond er in Nederland echt als beleggingsproduct wordt aangehouden is niet duidelijk. Zelfs als grond als een belegging wordt aangehouden, is de toegevoegde waarde van grondbeleggingen voor de gemiddelde belegger niet duidelijk. Ondanks dat grond(waarde) het meest essentiële onderdeel van vastgoed betreft is er weinig analyse uitgevoerd over de rendementsrisicoverhouding van grond. Voornaamste reden voor het ontbreken van analyses is het ontbreken van data. Belangrijk punt van aandacht bij grondbeleggingen is dat het totaal rendement van grondbeleggingen voornamelijk uit indirect rendement bestaat. Dit indirect rendement ontstaat door de waardevermeerdering van het perceel grond. Uiteraard kan er bij grond ook sprake zijn van direct rendement. Dit is veelal van toepassing op agrarische gronden waarbij sprake is van pachtinkomsten verminderd met de exploitatielasten 22. Bij rurale gronden zal het direct rendement veelal negatief zijn aangezien er vrijwel geen inkomsten worden gegenereerd. Onderzoek van Hardin en Peng (2005) heeft aangetoond dat beleggen in agrarische gronden bijdraagt aan de optimale beleggingsportefeuille mits vastgoedbeleggingen geen onderdeel uitmaken van de beleggingsportefeuille. Dit is opmerkelijk aangezien eerder onderzoek (o.a. David e.a., 1992 en Geltner e.a. 1997) indicaties heeft gegeven dat agrarische grondbeleggingen wel degelijk een diversificatiemiddel zijn en bijdragen aan een efficiëntere beleggingsportefeuille inclusief onroerend goed beleggingen. Voornaamste redenen voor het diversificatiepotentieel zijn de negatieve correlatie met aandelen en de lage correlatie met vastrentende waarden. Daarnaast kent grond een relatief hoge positieve correlatie met onroerend goed, voornamelijk omdat de waarde van de grond wordt beïnvloed door de waarde van de toekomstige bebouwing. 21 Deze sub paragraaf is deels gebaseerd op David e.a. (1992) en Geltner (1997) 22 Voorbeelden van exploitatielasten zijn belastingen, kosten voor het bouw- en woonrijp en rentelasten bij gebruik van vreemd vermogen. 26

27 Het aandeel van alternatieve onroerend goed beleggingen in de beleggingsportefeuille van institutionele beleggers is naar alle waarschijnlijkheid nog gering. Voornaamste redenen hiervoor zijn de geringe hoeveelheid onderzoek naar de karakteristieken van alternatieve onroerend beleggingen en het rendements- risicoprofiel van deze categorie beleggingen. Een belangrijk punt is dat, in tegenstelling tot reguliere onroerend goedbeleggingen, historische datareeksen voor alternatieve onroerend goed beleggingen veelal niet beschikbaar zijn. Alvorens grondbeleggingen als een beleggingscategorie kan worden aangemerkt is onderzoek naar de rendementsontwikkeling ten opzichte van reguliere vastgoedbeleggingen noodzakelijk. In dit hoofdstuk is het theoretisch kader van het onderzoek geschetst. Hierbij is ingegaan op de algemene beleggingstheorie en de Moderne Portefeuilletheorie. Daarnaast is de toegevoegde waarde van vastgoedbeleggingen aan de hand van een aantal nationale en internationale studies aangetoond. Tevens zijn de karakteristieken van (reguliere) vastgoedbeleggingen en een aantal alternatieve vastgoedbeleggingen beschreven. In het volgende hoofdstuk van dit onderzoek zal het strategisch kader van Syntrus Achmea Vastgoed en het in juni 2008 opgerichte grondfonds worden uitgewerkt. In het vervolg van dit strategisch kader zal de praktische uitwerking van het onderzoek plaatsvinden. 27

28 3. Strategisch kader Syntrus Achmea Vastgoed 3.1 Inleiding Syntrus Achmea Vastgoed is onderdeel van de Achmea groep en opereert als vermogensbeheerorganisatie (binnen de divisie pensioenen) voor ongeveer 50 institutionele beleggers. Deze institutionele beleggers zijn voornamelijk pensioenfondsen en verzekeraars. Namens deze klanten wordt belegd in direct Nederlands onroerend goed, indirect internationaal (niet beursgenoteerd) onroerend goed alsmede in zakelijke- en woninghypotheken. Onder beleggingen in direct onroerend goed wordt verstaan het beleggingen in woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten. In 2007 zijn Achmea Vastgoed en Interpolis Vastgoed gefuseerd. Als gevolg van het samengaan van deze twee organisaties is het productassortiment uitgebreid met projectontwikkeling. De samenvoeging van de twee organisaties is een stimulans voor verdere productinnovatie en het aanboren van nieuwe markten. Een voorbeeld van productinnovatie is de oprichting van het grondfonds van Syntrus Achmea Vastgoed. Als gevolg van de oprichting van het grondfonds is het sinds medio 2008 mogelijk om grondposities aan te kopen met als hoofddoel de ontwikkeling van woningen. Hiermee wordt beoogd de productie van huurwoningen op de langere termijn veilig te stellen zonder daarbij afhankelijk te zijn van projectontwikkelaars. Bijkomend voordeel is dat het fonds zelf de zeggenschap heeft over de kwaliteitscriteria die worden gesteld aan de op te leveren woningen. De oprichting van het grondfonds, maar ook bijvoorbeeld het zorgfonds door Syntrus Achmea Vastgoed, onderschrijft de aanname dat er in de toekomst steeds meer vraag zal zijn naar alternatieve beleggingen binnen de beleggingscategorie vastgoed. Het beleggen in alternatieve beleggingscategorieën vereist de nodige expertise en goede kennis van de lokale markt(en). Belangrijk aandachtspunt is dat naast expertise ook de bedrijfscultuur en organisatiestructuur bij een organisatie die werkzaam is met alternatieve beleggingen wezenlijk anders is, dan de cultuur en organisatie van een traditionele institutionele belegger. 28

29 3.2 De portefeuille De totale beleggingsportefeuille van de klanten van Syntrus Achmea Vastgoed heeft ultimo 2008 een totale beleggingswaarde van 13,3 miljard. Hiermee is Syntrus Achmea Vastgoed de grootste vastgoedbelegger in Nederland (excl. buitenlandse beleggingen). De beleggingen zijn als volgt verdeeld. Figuur 5. Verdeling belegd vermogen Syntrus Achmea Vastgoed Verdeling belegd vermogen Syntrus Achmea Vastgoed 26% Hypot heken Vast goed 74% Figuur 6. Verdeling Vastgoed Figuur 7. Verdeling Hypotheken Verdeling Hypotheken Verdeling Vastgoed 60% 40% Woninghypotheken Zakelijke hypotheken 19% 2% 22% 1% 8% 48% Direct woningen Direct winkels Direct bedrijfsruimten Direct kantoren Direct overig Indirect Bij de allocatie van de middelen heeft Syntrus Achmea Vastgoed een adviserende rol. In dit kader wordt voor elke klant jaarlijks een beleggingsplan geschreven waarin een voorstel wordt gedaan voor de toekomstige samenstelling van de vastgoedbeleggingsportefeuille. De omvang van de allocatie van de totale middelen van de klant naar vastgoed wordt door de klant zelf bepaald. Hierin heeft Syntrus Achmea Vastgoed uiteraard wel een adviserende rol. 3.3 Grondfonds Beleggen in vastgoed is de afgelopen jaren vanwege de specifieke karakteristieken populair ten opzichte van andere beleggingscategorieën. Aan de grote vraag naar kwalitatief hoogwaardig en goed renderend vastgoed kan niet altijd worden voldaan, omdat als gevolg van de populariteit de prijzen voor vastgoed zijn gestegen. Deze prijsstijging wordt mede veroorzaakt door de schaarste op gebied van hoogwaardig onroerend goed met als gevolg het ontbreken van de bereidheid bij institutionele beleggers om op grote schaal vastgoed te 29

30 verkopen en het feit dat er slechts in beperkte mate nieuw vastgoed op de markt beschikbaar is gekomen. Voor de woningmarkt in het bijzonder geldt dat er slechts in beperkte mate hoogwaardige beleggingsmogelijkheden op de markt zijn gekomen. Projectontwikkelaars konden in de afgelopen jaren in toenemende mate de woningen direct afzetten op de koopmarkt, daar waar in het verleden de belegger op voorhand nodig was om de afzet zeker te stellen. De oprichting van het grondfonds door mijn werkgever, Syntrus Achmea Vastgoed, speelt hier op in, door grondposities aan te kopen met als hoofddoel de ontwikkeling van woningen. Hiermee wordt beoogd de productie van huurwoningen op de langere termijn veilig te stellen zonder daarbij volledig afhankelijk te zijn van projectontwikkelaars. Om dit hoofddoel te realiseren zal het grondfonds in aanvang beleggen in grondposities met een wisselende temperatuur. Hiermee wordt bedoeld koude gronden (gronden die niet op de korte termijn een woningbestemming zullen krijgen) en warme gronden (gronden die binnen enkele jaren een woningbestemming zullen krijgen). Nadat de bestemming van een bepaalde grondpositie is gewijzigd blijft het in het fonds en zal onder begeleiding van het interne ontwikkelingsbedrijf het project worden gerealiseerd. Naast het voordeel van een constante stroom van woningacquisities is een bijkomend voordeel dat het fonds zelf de zeggenschap heeft over de kwaliteitscriteria die worden gesteld aan de op te leveren woningen. 3.4 Strategie De klanten van Syntrus Achmea Vastgoed hebben diverse mogelijkheden om te beleggen in vastgoedproducten dan wel producten met een indirecte exposure naar vastgoed zoals hypotheken. Daarnaast is het sinds 2004 voor klanten ook mogelijk om indirect te beleggen in internationaal niet-beursgenoteerd vastgoed middels een drietal fund of funds (de Area Funds). Met dit brede aanbod van vastgoedproducten is Syntrus Achmea Vastgoed in staat haar klanten een gediversificeerde beleggingsportefeuille te laten opbouwen. Het portefeuillebeleid richt zich thans dan ook vooral op diversificatie. Enerzijds door middel van een verdergaande internationalisatie en anderzijds door de toevoeging van nieuwe Nederlands beleggingscategorieën. De Nederlandse vastgoedmarkt blijft ondanks de krapte, of misschien wel dankzij de krapte, nieuwe kansen bieden. Aan de grote vraag naar hoogwaardig vastgoed kan niet altijd worden voldaan, omdat de grote populariteit van vastgoed heeft geresulteerd in stijgende prijzen en daarmee in dalende rendementen. Wel is het mogelijk om alternatieve vastgoedbeleggingen te ontwikkelen zoals bijvoorbeeld beleggingen in de zorgsector en in grondposities middels het 30

31 grondfonds. De strategie van het grondfonds is duidelijk gericht op continuïteit van de woningproductie ten behoeve van de beleggingsportefeuille. Dit betekent dat door de fondsdoelstelling grond nog steeds een middel is en geen product. Wellicht dat grond in de toekomst nog een andere functie kan krijgen binnen de organisatie van Syntrus Achmea Vastgoed, namelijk als pure beleggingscategorie. Het is echter de vraag of het huidige aanbod van vastgoedproducten van Syntrus Achmea Vastgoed al voldoende is, of dat uitbreiding naar de alternatieve vastgoedsectoren verder te rechtvaardigen is. Hiervoor is het van belang de toegevoegde waarde van grond als beleggingscategorie te onderzoeken. Vandaar ook de centrale vraagstelling van dit onderzoek. Op welke wijze draagt de beleggingscategorie grondbeleggingen bij aan het rendement- en risicoprofiel van de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger als Syntrus Achmea Vastgoed? Indien dit onderzoek uitwijst dat de beleggingsportefeuille van een institutionele belegger efficiënter gediversifceerd is door de toevoeging van grond als alternatieve beleggingscategorie, dan dient de functie van grondbeleggingen binnen Syntrus Achmea Vastgoed voor de toekomst nader te worden overwogen. In hoofdstuk 7 zal op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een advies op de huidige strategie voor grondbeleggingen worden geformuleerd. 31

32 4. De markt doorgrond 4.1 Inleiding 23 Het landelijk gebied in Nederland staat in toenemende mate onder druk doordat tal van activiteiten een groeiende ruimtebehoefte hebben. Stedelijke gebieden breiden uit met nieuwe woonwijken, bedrijfsterreinen en grote infrastructurele projecten. Deze ontwikkeling neemt steeds meer van de beschikbare ruimte op. De ruimteclaims van deze verschillende activiteiten veroorzaken spanningen op de grondmarkt en in het landelijk gebied van ons kleine land. Een belangrijke rol op de grondmarkt is toebedeeld aan de overheid. De overheid is allereerst een grote koper op de grondmarkt en stelt daarnaast veel beleidsmaatregelen op die gevolgen hebben voor de grondmarkt. Door ruimtelijke planning in de vorm van structuur- en bestemmingsplannen wordt de grondmarkt gesegmenteerd. Een verandering van functie van een perceel grond gaat vaak gepaard met een verandering van waarde. Hierdoor kunnen er prijsverschillen tussen de segmenten ontstaan en speculatie in de hand werken. De rurale grondmarkt is een complexe markt waar veel interacties plaatsvinden tussen landgebruiktypen, actoren met verschillende preferenties en verschillende beleidsdoelstellingen. Een groot aantal factoren heeft invloed op de prijs van een perceel en als gevolg daarvan is het soms moeilijk de prijs te bepalen c.q. te verklaren. Elke transactie van grond is uniek en elk perceel heeft een unieke eigenschap: de locatie. De ruimtelijke dimensie speelt een belangrijke rol op de grondmarkt en de hoogte van de grondprijs kan sterk afhangen van de locatie of van kenmerken die daarmee samenhangen. In dit hoofdstuk wordt de samenstelling van de Nederlandse grondmarkt in beeld gebracht. Vervolgens wordt nader ingegaan op de prijsontwikkeling voor agrarische gronden en de hoeveelheid grond die gedurende een bepaalde periode van eigenaar is verwisseld. Tenslotte wordt de performance grondbeleggingen in het buitenland beschreven. 4.2 Grondmarktsegmenten 24 Nederland bestaat uit 3,4 miljoen hectare land. Ongeveer 69% van het land wordt voor agrarische doeleinden gebruikt, 16% van het land heeft een groen bestemming 25 - bos, natuur en recreatie- en 15% heeft een rode bestemming 26 en gebruikt voor woon- en werkgebied en infrastructuur. Een overzicht van het landbouwgebruik treft men aan in tabel De inleidende paragraaf is grotendeels gebaseerd op Buurman (2003) 24 Paragraaf 4.2 en 4.3 zijn deels gebaseerd op Dienst Landelijk Gebied (2007), Luijt (2002) en Segeren e.a. (2005) 25 Groene bestemmingen: land- en tuinbouw, bos en natuurterreinen, delfstofwinning en recreatie. 26 Rode bestemmingen: bouwnijverheid, industrie, nutsbedrijven, handel, horeca, private dienstverlening en vervoer. 32

33 Tabel 1. Bodemgebruik in Nederland in vierkante kilometers Landbouwgrond a) Bossen Bebouwde grond Verkeer Recreatie Natuurlijk terrein Overige gronden w.o. bouwterreinen Water b) Totaal a) Omvat de oppervlakte cultuurgrond uit de Landbouwtelling, tuinen voor eigen gebruik, cultuurgrond van niettelplichtigen, verspreide bebouwing, wat smaller dan 6 meter enz. b) In verband met gemeentelijke indeling van Waddenzee, Noordzee en Ijsselmeer is de oppervlakte water vanaf 1989 aanzienlijke groter dan voorheen. Bron: LEI (bewerkt) Het grootste deel van de landbouwgronden wordt verhandeld bij bedrijfsoverdrachten, uitbreiding hervestiging etc. in de landbouw. De oppervlakte landbouwgrond die voor rode functies wordt verworven is op het totale verhandelde areaal beperkt. De verhandelde hoeveelheid landbouwgrond heeft voor een belangrijk deel wel bijgedragen in de prijsstijging van landbouwgrond eind jaren 90 (zie paragraaf 4.3). Wat opvalt in tabel 2 is dat zowel de overheid als beleggers agrarische gronden met zowel een groene als een rode bestemming verwerven. Tabel 2. Verworven landbouwgrond naar bestemming (hectare) Bedrijfscategorie Groene bestemmingen Rode bestemmingen Beleggingen en handel in onroerend goed Overheid Onbekend Totaal Bron: LEI (bewerkt) Over de grondaankopen door projectontwikkelaars en beleggers is weinig informatie voorhanden. In de periode 1998 en 2000 wordt jaarlijks tussen en hectare landbouwgrond aangekocht door beleggers, handelaren en projectontwikkelaars. Naar 33

34 schatting van het RIVM wordt zo n 15-25% van de landbouwgrond die door niet-groene 27 partijen wordt aangekocht gekocht door beleggers en ontwikkelaars 28. In tabel 3 is de grondprijs per bestemming per hectare weergegeven. Het relatief hoge gemiddelde prijsniveau per hectare duidt erop dat het waarschijnlijk overwegend gaat over landbouwgronden die mogelijk een rode bestemming krijgen. Tabel 3. Grondprijs per bestemming (in euro s per hectare) Bedrijfscategorie Groene bestemmingen Rode bestemmingen Beleggingen en handel ontroerend goed Overheid Onbekend Totaal Bron: LEI (bewerkt) 4.3 Prijsvorming De waarde van grond wordt bepaald door het opbrengend vermogen. De basis voor een verklaring van de grondprijs is gemaakt door Ricardo (1817) en Von Thünen (1826). Volgens Ricardo wordt de grondprijs verklaard door verschillen van kwaliteit in grond en volgens Von Thünen is de ruimtelijke dimensie in de vorm van transportkosten een verklaring van de grondprijs 29. Bovenstaande theorieën zijn de basis voor prijsvorming van grond, maar door de toenemende interesse van projectontwikkelaars voor het innemen van grondposities, wordt het opbrengende vermogen van landbouwgrond niet langer alleen bepaald door de agrarische opbrengst. De mogelijkheid om woningbouw te realiseren draagt bij in de prijsbepaling van grond en de potentiële opbrengsten van woningbouw zijn vele malen hoger dan de opbrengsten van agrarische gebruik. Dit betekent dat een investeerder het risico loopt dat de waarde van de grond uiteindelijk lager is dan hetgeen waar op gerekend was. Zoals hierboven aangegeven zijn grondprijzen immers deels gebaseerd op de huidige functie van de grond, maar gedeeltelijk ook op een mogelijke toekomstige functie van de grond. Een risico dat de investeerder loopt is dat de gecalculeerde waarde te hoog is of dat de beoogde functieverandering in het geheel uitblijft. Dit risico is de grote faalfactor die van toepassing is bij grondbeleggingen. 27 Niet-groene partijen zijn partijen die gronden kopen ter ontwikkeling van landbouw of natuur. 28 RIVM (2003) 29 Atzema e.a. (2002) 34

35 De afgelopen jaren kennen de agrarische gronden een redelijke stabiele prijsontwikkeling De landelijke gemiddelde grondprijs ligt rond het niveau van , - per hectare. In figuur 8 is te zien dat voor 2002 sprake was van een stijging van de grondprijs. Figuur 8. Landelijke gemiddelde grondprijzen Bron: Dienst Landelijk Gebied Op provinciaal niveau, met uitzondering van Noord-Brabant, vertonen de grondprijzen, zoals blijkt uit figuur 9 dezelfde ontwikkeling als het landelijk prijsniveau. De provinciaal gemiddelde grondprijs in de drie noordelijke provincies ligt met , - per hectare in 2006 op het laagste niveau. Voor de provincies Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Brabant ligt de prijs met , - per hectare op het hoogste niveau. De overige provincies kennen een prijsniveau tussen , - en , - per hectare. Figuur 9. Gemiddelde grondprijzen per provincie Bron: Dienst Landelijk Gebied Voor gronden waarop mogelijk woningen kunnen worden gerealiseerd is de prijs in het algemeen afhankelijk van de mate van zekerheid van een bestemmingswijziging die het realiseren van woningbouw mogelijk maakt en het tijdsbestek waarbinnen deze 35

36 bestemmingswijziging gerealiseerd kan worden. In het algemeen geldt, dat naarmate de bestemmingswijziging zekerder wordt en het betreffende tijdsbestek korter wordt, de prijs voor gronden van woningbouwlocaties toeneemt. Door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een indeling van landbouwgebieden in Nederland gemaakt op basis van bodemsoort en regionale agrarische structuur. Dit heeft geresulteerd in groene, roze en rode gebieden. De groene en roze gebieden zijn landbouwgebieden waarbij de roze gebieden gelegen zijn rondom Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam en rond het knooppunt Arnhem Nijmegen. Deze gebieden hebben een agrarische bestemming, maar de druk van de stad is voelbaar op de grondmarkt. 30 De rode gebieden zijn gronden waar een bestemmingsplanwijziging wordt verwacht of is gerealiseerd. Deze gebieden kennen totaal andere prijzen dan groene en roze gebieden. In tabel 4 en 5 zijn per provincie de prijsvergelijkingen voor de groen en roze gebieden weergegeven. Tabel 4. prijsvergelijking groene gebieden Prijsvergelijkingen gebieden buiten de stedelijke invloed (groene gebieden) Aantal Prijs Aantal Opp Prijs Aantal Opp Prijs trans. Opp (ha.) (EUR) trans. (ha.) (EUR) trans. (ha.) (EUR) Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord- Holland Zuid- Holland Zeeland Brabant Limburg Nederland Bron: Dienst Landelijk Gebied 30 LEI (2007) 36

37 Tabel 5. Prijsvergelijking roze gebieden Prijsvergelijkingen gebieden binnen de stedelijke invloed (roze gebieden) Aantal Opp Prijs Aantal Opp Prijs Aantal Opp Prijs trans. (ha.) (EUR) trans. (ha.) (EUR) trans. (ha.) (EUR) Gelderland Nederland Bron: Dienst Landelijk Gebied De roze gebieden bevinden zich in vier provincies en de prijzen van de roze gebieden liggen ongeveer een factor anderhalf hoger dan de prijzen in de groene gebieden. Het verhandeld aantal hectares voor roze grond geeft een wisselend beeld. Tabel 6. Vergelijking gerealiseerde grondprijzen rode gebieden Gerealiseerde grondprijzen in rode gebieden (wijzigingen in bestemmingsplan) Aantal trans. Opp (ha.) Prijs (EUR) Aantal trans. Opp (ha.) Prijs (EUR) Aantal trans. Opp (ha.) Prijs (EUR) Utrecht Noord- Holland Zuid- Holland Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord- Holland Zuid- Holland Zeeland Brabant Limburg Nederland Bron: Dienst Landelijk Gebied 37

38 Uit bovenstaande cijfers in tabel 6 blijkt, dat het landelijk gemiddelde prijsniveau voor grond in rode gebieden in geheel Nederland op ruim ,- per hectare ligt. De regionale prijsverschillen zijn groot en op de relatief korte termijn volatiel. Op de lange termijn vertoont de grondprijs door technologische ontwikkeling en toenemende ruimtedruk vrijwel altijd een stijgende lijn. 4.4 Grondmobiliteit Naast de grondprijzen geeft ook de grondmobiliteit 31 een beeld van de markt. Uit figuur 10 blijkt dat het aantal hectaren dat jaarlijks van eigenaar wisselt tot het jaar 2000 gestaag is gestegen. Na een daling van de grondprijs in de jaren 2001 en 2002 vindt er in 2004 een forse stijging plaats. Deze stijging heeft zich over geheel Nederland voorgedaan. Figuur 10. Grondmobiliteit Bron: Dienst Landelijk Gebied Tot de jaren 90 van de vorige eeuw vonden transacties in gronden voornamelijk plaats tussen agrarische partijen. Het opbrengende vermogen van grond bestaat in geval van agrarische toepassing uit het saldo van de agrarische opbrengsten en kosten per hectare. Omdat de factoren die de grondprijs bepaalden duidelijk waren, was de grondmarkt destijds vrij overzichtelijk. Tussen de jaren 90 en 95 werden door projectontwikkelaars op grote schaal grondposities ingenomen. Hieraan lag een aantal redenen ten grondslag. Ten eerste waren de prijzen van woningen sterk gestegen en was een stijging van het aandeel van de vrije sector in bouwproductie te zien. Ten tweede werd ten tijde van de Vierde Ruimte Nota Extra (VINEX) de aankoop van gronden noodzakelijk geacht om de productie veilig te stellen. Ten derde waren sommige gemeenten financieel niet bij machte om voor eigen rekening grond aan te kopen die was aangewezen om te dienen als Vinex-locatie. Door de grondposities van projectontwikkelaars werd het opbrengende vermogen van landbouwgrond niet langer bepaald door alleen de agrarische opbrengst, maar ook door de 31 Grondmobiliteit geeft weer de hoeveelheid grond die in een bepaalde periode van eigenaar is gewisseld. 38

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Investment beliefs 2017 Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Mei 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Investment beliefs 2014...4 3. Investment beliefs 2017...6 2 1. Inleiding Tijdens de strategiedag

Nadere informatie

Vastgoed in ALM context

Vastgoed in ALM context Vastgoed in ALM context april 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Nieuw uitgevoerde ALM analyses... 4 2.1 Huidige economische basisset... 4 2.2 Direct OG in goed gespreide portefeuille... 5 2.3 Beursgenoteerd

Nadere informatie

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

Vastgoed en vastgoedfinancieringen Vastgoed en vastgoedfinancieringen Dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen Syntrus Achmea Real Estate & Finance is dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen. Dankzij onze unieke

Nadere informatie

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

Vastgoed en vastgoedfinancieringen Vastgoed en vastgoedfinancieringen Dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen is dé strategisch vastgoedpartner voor pensioenfondsen. Dankzij onze unieke combinatie van pensioenexpertise en vastgoedexpertise

Nadere informatie

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking Heeft u vragen? Neemt u dan telefonisch contact op met Triodos Bank Private Banking via 030 693 65 05. Of stuur een e-mail naar private.banking@triodos.nl.

Nadere informatie

Masterproof. De toegevoegde waarde van alternatief vastgoed in de beleggingsportefeuille. Bas Tiemstra. september 2006

Masterproof. De toegevoegde waarde van alternatief vastgoed in de beleggingsportefeuille. Bas Tiemstra. september 2006 Masterproof De toegevoegde waarde van alternatief vastgoed in de beleggingsportefeuille Bas Tiemstra september 2006 1 e corrector: D. Brounen, RSM Erasmus University 2 e corrector en interne begeleider:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Risico pariteit -1- 1 Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Risico pariteit -1- 1 Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd Risico pariteit Risico pariteit is een techniek die wordt ingezet om de risico s in een beleggingsportefeuille te reduceren. Sinds 2008 heeft risico pariteit om drie redenen veel aandacht gekregen: 1.

Nadere informatie

De toekomstbestendigheid van de vastgoedallocatie in de portefeuille IVBN / VBA / IPD vastgoedcongres, 1 oktober 2013, Nyenrode

De toekomstbestendigheid van de vastgoedallocatie in de portefeuille IVBN / VBA / IPD vastgoedcongres, 1 oktober 2013, Nyenrode De toekomstbestendigheid van de vastgoedallocatie in de portefeuille IVBN / VBA / IPD vastgoedcongres, 1 oktober 2013, Nyenrode Drs. ing. Norbert Bol Drs. Tjeerd Tromp Agenda 2 Introductie onderzoek Norbert

Nadere informatie

Portefeuilleprofielen

Portefeuilleprofielen Portefeuilleprofielen Rood BANDBREEDTE van de portefeuille Laatste update: 1 oktober 2015 ROOD Minimum Maximum Tactisch Aandelen 80,00% 100,00% 95,00% Obligaties 0,00% 15,00% 0,00% Onroerend Goed 0,00%

Nadere informatie

Advies Commissie Parameters

Advies Commissie Parameters Advies Commissie Parameters Voorstel tot herziening van verwachte rendementen Sprenkels&Verschuren Maart 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel

Nadere informatie

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011 VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011 VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 1.1 Het beleggingsproces Het beleggingsproces vormt de randvoorwaarden

Nadere informatie

Tekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1

Tekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1 ijlage Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2 Nummer Termen T* toetsterm 1 Eindterm 5a: De personen zijn in staat met betrekking tot financiële instrumenten uit te leggen aan de consument waarom

Nadere informatie

Pensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen

Pensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen 14 De lijsten van pensioenfondsen met de hoogste en de laagste vermogensbeheerkosten die onder andere door Pensioen Pro en De Nederlandsche Bank (hierna:

Nadere informatie

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer Consumentenbrief beleggingen van Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer Introductie Een groot aantal brancheorganisaties waaronder DSI, DUFAS, NVB, VBA en VV&A hebben het initiatief genomen om Consumentenbrief

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN 22 september 2016 Beleggingsbeginselen De beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de uitgangspunten ten aanzien van beleid en uitvoering,

Nadere informatie

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt. 1. Inleiding Investment beliefs zijn de overtuigingen waarop Bpf MITT het beleggingsbeleid wil baseren. De investment beliefs zijn voor het pensioenfonds belangrijke uitgangspunten en dienen als kader

Nadere informatie

Alternatives vanuit een ALM perspectief

Alternatives vanuit een ALM perspectief Alternatives vanuit een ALM perspectief Inleiding Het doel van een ALM studie is om tot een integraal premie-, indexatie- en beleggingsbeleid te komen. Onder beleggingsbeleid werd, tot een aantal jaren

Nadere informatie

De internationale vastgoedmarkt

De internationale vastgoedmarkt De internationale vastgoedmarkt Auteur(s): Eichholtz, P.M.A. (auteur) Graaf, N. de (auteur) De auteurs zijn werkzaam bij Global Property Research te Maastricht. Eichholtz is daarnaast verbonden aan de

Nadere informatie

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2013 Portfolio Management Ostrica BV Februari 2013 Rendementsverwachtingen Ostrica 2013 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen

Nadere informatie

Risk Control Strategy

Risk Control Strategy Structured products January 2016 Kempen & Co N.V. (Kempen & Co) is een Nederlandse merchant bank met activiteiten op het gebied van vermogensbeheer, effectenbemiddeling en corporate finance. Kempen & Co

Nadere informatie

Beleggen met LG Partners

Beleggen met LG Partners Beleggen met LG Partners Voordat u met ons gaat beleggen wilt u weten waar u aan toe bent. Bij LG Partners begrijpen we dat. Daarom zetten wij in deze brochure op een rijtje hoe wij tegen beleggen aankijken.

Nadere informatie

Verder gaan is elke stap zorgvuldig zetten.

Verder gaan is elke stap zorgvuldig zetten. Integrale aanpak Verder gaan is elke stap zorgvuldig zetten. Integrale aanpak Risicobeheersing staat aan de basis van elk beleggingsbeleid. Omdat het renterisico het belangrijkste risico voor pensioenfondsen

Nadere informatie

Woningen in de pensioenportefeuille

Woningen in de pensioenportefeuille Woningen in de pensioenportefeuille Auteur(s): Eichholtz, P.M.A. (auteur) Hilverink, H. (auteur) Theebe, M.A.J. (auteur) Respectievelijk verbonden aan de Universiteit Maastricht en de Universiteit van

Nadere informatie

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op vrijdag 12 juli 2013 het lang verwachte consultatiedocument over de uitwerking

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten UW MENSEN, UW KAPITAAL Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling

Nadere informatie

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014

Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014 Onderbouwing van de rendementsverwachtingen 2014 Portfolio Management Ostrica BV Januari 2014 Rendementsverwachtingen Ostrica 2014 In dit document wordt een onderbouwing gegeven van de rendementsverwachtingen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering Arthur van der Wal Nieuwegein, 28 september 2006 Agenda < Huidig Mandaat bij ING IM < Performance, Beleid en Vooruitzichten < Financieel Toetsingskader

Nadere informatie

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor Waarschijnlijk baseert u uw keuze voor een vermogensbeheerder op diverse gronden. Mogelijk heeft u binnen uw netwerk al goede berichten over ons vernomen.

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico. Beleggingsbeginselen Spoorwegpensioenfonds 1. Rendement wordt behaald door het nemen van risico. Om de ambitie van SPF waar te maken is rendement op het belegd vermogen nodig. Sparen levert onvoldoende

Nadere informatie

Beleggen met LG Partners

Beleggen met LG Partners Beleggen met LG Partners Voordat u met ons gaat beleggen wilt u weten waar u aan toe bent. Bij LG Partners begrijpen we dat. Daarom zetten wij in deze brochure op een rijtje hoe wij tegen beleggen aankijken.

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

De opmars van zorgvastgoed

De opmars van zorgvastgoed De opmars van zorgvastgoed september 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De opmars van zorgvastgoed Met een gemiddeld aandeel van 56% van het totale investeringsvolume, lag de nadruk op de beleggingsmarkt

Nadere informatie

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Beleggingsprincipes. Juli 2013 Beleggingsprincipes Juli 2013 1 Inleiding en achtergrond Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart (hierna: ons pensioenfonds) belegt met een lange termijn horizon. Om het beleggingsbeleid

Nadere informatie

Populair beleggingsplan

Populair beleggingsplan Populair beleggingsplan versie 22 november 2013 1 Inhoudsopgave Wat belegt het pensioenfonds? 4 Wat is het doel van beleggen? 4 Wat levert beleggen op? 4 Er gaan toch ook risico s gepaard met beleggen?

Nadere informatie

Sequoia Vermogensbeheer zal daarom een goed beeld moeten hebben van:

Sequoia Vermogensbeheer zal daarom een goed beeld moeten hebben van: Risicoprofielen Inleiding Bij het nemen van financiële beslissingen is het van belang een optimale afstemming te vinden tussen uw huidige en gewenste situatie én uw mogelijkheden. Uw persoonlijke doelen

Nadere informatie

Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Syntrus Achmea Real Estate & Finance Syntrus Achmea Real Estate & Finance Syntrus Achmea Real Estate & Finance biedt transparant vastgoedvermogensbeheer met Reaturn AM Syntrus Achmea Real Estate & Finance is een vermogensbeheerder gespecialiseerd

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 April 2011 ING Investment Management / ICS Inleiding Jaarlijks stelt het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg (Huntsman)

Nadere informatie

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten NnL Wat is uw beleggersprofiel? Wat voor belegger bent u? Accepteert u risico's? Of speelt u liever op zeker? Door de onderstaande vragen te beantwoorden, brengt u uw risicoprofiel en uw beleggingshorizon

Nadere informatie

Strategisch Pensioenmanagement

Strategisch Pensioenmanagement Strategisch Pensioenmanagement Strategisch Pensioenmanagement is samenbrengen. Strategisch Pensioenmanagement De belangrijkste taak van Strategisch Pensioenmanagement is ervoor te zorgen dat u in control

Nadere informatie

Bijlage 1: Berekening van de risicowijzer

Bijlage 1: Berekening van de risicowijzer Bijlage 1: Berekening van de risicowijzer De risicomaatstaf die voor de berekening van de risicowijzer wordt gebruikt is de standaarddeviatie van de rendementen. Deze risicomaat kent beperkingen, maar

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Residential Agency Property & Facility Management Quares Real Estate Investment Management. Finance Avenue 23/10/2010

Residential Agency Property & Facility Management Quares Real Estate Investment Management. Finance Avenue 23/10/2010 New Deal in Vastgoedbeleggingen Quares Finance Avenue 23/10/2010 Quares Group Residential Agency Quares Group Quality in Real Estate Services Opgericht in 2006, uit 2 reeds bestaande bedrijven 3 divisies

Nadere informatie

Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later

Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later Vermogensbeheer Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later Een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later. Dat is de belofte van uw pensioenfonds aan uw deelnemers. Verder gaan is nu zorgen voor

Nadere informatie

Vastgoed. Sectorcommentaar. ING Investment Office. Publicatiedatum: 5 juni. Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office

Vastgoed. Sectorcommentaar. ING Investment Office. Publicatiedatum: 5 juni. Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office ING Investment Office Publicatiedatum: 5 juni Sectorcommentaar Vastgoed Door Jan Kleipool, analist van het ING Investment Office De vooruitzichten voor beursgenoteerd vastgoed zijn volgens ons voor zowel

Nadere informatie

Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers

Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers Vastgoed in de portefeuilles van Nederlandse institutionele beleggers ASRE Talent Seminar Marco Mosselman Juni 2014 Institutioneel vastgoed (31-12-2011) Totaal belegd vermogen Waarvan vastgoed Pensioenfondsen

Nadere informatie

Duurzaam Vermogensbeheer

Duurzaam Vermogensbeheer Duurzaam Vermogensbeheer Een keuzeafweging Keuze maken, afwegingscriteria Wat zijn de mogelijke afwegingscriteria bij het maken van een keuze uit de mogelijke oplossingen binnen het beleggingsbeleid. Versie:2001-11-02

Nadere informatie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015 De wereld verandert. SPH Jaarbericht Highlights van 2015 Veranderingen vragen om wendbaarheid Vooraf De wereld om ons heen verandert, dat hebben we ook in 2015 ondervonden. De financiële markten bleven

Nadere informatie

De 17 beleggingsprofielen voor Basis Beheerd Beleggen van Nationale-Nederlanden

De 17 beleggingsprofielen voor Basis Beheerd Beleggen van Nationale-Nederlanden De 17 beleggingsprofielen voor Basis Beheerd Beleggen van Nationale-Nederlanden Nationale-Nederlanden heeft 17 beleggingsprofielen voor het samenstellen van de beleggingsportefeuilles. Onze beleggingsprofielen

Nadere informatie

UW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

UW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten UW MENSEN, UW kapitaal Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling

Nadere informatie

VERVANGENDE FONDSEN VOOR DE BLACKROCK FUNDS OF ISHARES

VERVANGENDE FONDSEN VOOR DE BLACKROCK FUNDS OF ISHARES ONDERZOEK NAAR VERVANGENDE FONDSEN VOOR DE BLACKROCK FUNDS OF ISHARES NOVEMBER 2014 Met dank aan: Naar aanleiding van het besluit van BlackRock om per 31 december 2014 de Funds of ishares op te heffen

Nadere informatie

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP De Dynamische Strategie Portefeuille DSP Onderdeel van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV 1 Inhoudsopgave Waarom beleggen? 4 Beleggen is niet zonder risico s 4 Strategische beleggingsportefeuille

Nadere informatie

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Informatiewijzer Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Beleggen op een manier die bij u past! Aangenomen mag worden dat beleggen een voor u een hoger rendement

Nadere informatie

Een gemengd woningfonds

Een gemengd woningfonds Een gemengd woningfonds Cathelijne van den Berg 1/43 Inhoudsopgave Introductie Opzet onderzoek Literatuurstudie Onderzoeksresultaten Conclusie & aanbevelingen 2/43 Introductie Housing Woningcorporaties

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

Risicoprofielen voor Vermogensbeheer A la Carte

Risicoprofielen voor Vermogensbeheer A la Carte Risicoprofielen voor Vermogensbeheer A la Carte Inleiding Onze risicoprofielen 1. Wat is een risicoprofiel? 2. Wat zijn vermogenscategorieën? 3. Welke risicoprofielen gebruiken wij? Uw risicoprofiel 4.

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 I Inleiding De Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds (het Fonds ) heeft ten doel: (i) de financiele ondersteuning

Nadere informatie

Beleggingsprofielen Axento vermogensbeheer

Beleggingsprofielen Axento vermogensbeheer Beleggingsprofielen Axento vermogensbeheer Wanneer u besluit uw geld te beleggen bij Axento vermogensbeheer doet u dit om bepaalde financiële doelstellingen te behalen. U wilt bijvoorbeeld uw pensioen

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 7

Oefenopgaven Hoofdstuk 7 Oefenopgaven Hoofdstuk 7 Opgave 1 Rendement Een beleggingsadviseur heeft de keuze uit de volgende twee beleggingsportefeuilles: Portefeuille a Portefeuille b Verwacht rendement 12% 12% Variantie 8% 10%

Nadere informatie

De Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies

De Vries Investment Services, Voor objectief en onafhankelijk beleggingsadvies De Vries Investment Services is een onafhankelijk en objectief beleggingsadvieskantoor. Wij begeleiden beleggers bij het realiseren van hun financiële doelstellingen en bieden een service die banken niet

Nadere informatie

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1 Risicoprofielen Het belang van een passend risicoprofiel HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1 Hof Hoorneman Bankiers is een onafhankelijke vermogensbeheerder met een bankvergunning. Wij hebben als

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Vastgoeddata woningcorporaties beperkt

Vastgoeddata woningcorporaties beperkt IV WONINGCORPORATIES Vastgoeddata woningcorporaties beperkt Geen inzicht in effectiviteit maatschappelijke doelen Jan Veuger Minister Blok van Wonen heeft de woningcorporaties gevraagd met een plan van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening? Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening? Welke principes vormen de basis voor het beleggingsbeleid en

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Outlook Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 27 oktober 2015

Outlook Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 27 oktober 2015 Outlook 2015 2018 Henk Jagersma Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance Profiel > 15 miljard beheerd vermogen Grootste beheerder van vastgoed en hypotheken in Nederland op de markt van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Vastgoed in de portefeuille van een pensioenfonds. Rob Courtens, vastgoedstrateeg - Blue Sky Group 10 oktober 2017

Vastgoed in de portefeuille van een pensioenfonds. Rob Courtens, vastgoedstrateeg - Blue Sky Group 10 oktober 2017 Vastgoed in de portefeuille van een pensioenfonds Rob Courtens, vastgoedstrateeg - Blue Sky Group 10 oktober 2017 Inhoudsopgave 1. Strategische Asset Allocatie bij BSG 2. Diversificatie binnen de vastgoedportefeuille

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29303 29 oktober 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/239467,

Nadere informatie

Rapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor

Rapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor Rapport Triple A - Risk Finance B.V. terzake Vergelijking pensioenproduct met de markt voor Zwitserleven N.V. Inhoudsopgave 1. Management samenvatting...1 2. Zwitserleven DC Product...2 3. Beschrijving

Nadere informatie

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds Worksheet A Factsheets Fondsen Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds Datum: ultimo juni 2009 In het kader van het Flexibel Spaarpensioen zijn door uw pensioenfonds 8 fondsen geselecteerd, waarin

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Infrastructuur 2017 en verder! 30 januari 2018 Harry van den Heuvel Zeist

Infrastructuur 2017 en verder! 30 januari 2018 Harry van den Heuvel Zeist Verwijder deze afbeelding en voeg een nieuwe in. Verwijder deze afbeelding en voeg een nieuwe in. Infrastructuur 2017 en verder! 30 januari 2018 Harry van den Heuvel Zeist Inhoudsopgave Ontwikkelingen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Asset & Liability Management

Asset & Liability Management Asset & Liability Management Verder gaan is de juiste balans vinden. ALM: inzicht in risico s Zorgen voor balans tussen pensioenverplichtingen en de opbouw van het pensioenvermogen. Het is een kerntaak

Nadere informatie

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. Addendum Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. 1 augustus 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 11, Supplementen, paragraaf 11.2.1 Beleggingsbeleid RZL Azië Aandelenfonds' 2 Wijziging

Nadere informatie

Waarom, wanneer en hoe te beleggen in Europese smallcaps? Daniel Haesen

Waarom, wanneer en hoe te beleggen in Europese smallcaps? Daniel Haesen Waarom, wanneer en hoe te beleggen in Europese smallcaps? Daniel Haesen De meeste institutionele beleggers volgen een top-downbenadering 1 voor hun assetallocatie, waarbij ze kiezen tussen obligaties,

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Grontmij Capital Consultants B.V. Onze klanten in control bij hun beleggingen in vastgoed en infrastructuur.

Grontmij Capital Consultants B.V. Onze klanten in control bij hun beleggingen in vastgoed en infrastructuur. Grontmij Capital Consultants B.V. Onze klanten in control bij hun beleggingen in vastgoed en infrastructuur. Grontmij N.V. 2 Opgericht in 1915 Missie: Leading Europa 350 kantoren 4 business lines Planning

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58700 25 oktober 2017 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 oktober 2017, nr. IENM/BSK-2017/216399,

Nadere informatie

Brochure. Beleggingsbeleid

Brochure. Beleggingsbeleid Brochure Beleggingsbeleid van SPF Beleggingsbeleid van SPF Waarom belegt SPF? Werkgever en werknemers betalen iedere maand pensioenbijdrage. Met dat geld wordt later het pensioen van de werknemer betaald.

Nadere informatie

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN !"# $ %&'()()*+$ %&'()(,-. /,-- ) EXTRA RENDEMENTSEIS BIJ DE WAARDERING VAN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN Over het algemeen worden kleinere ondernemingen relatief lager gewaardeerd dan grotere ondernemingen

Nadere informatie

Achmea life cycle beleggingen

Achmea life cycle beleggingen Achmea life cycle beleggingen Scheiden. Uw pensioengeld in vertrouwde handen Wat betekent dat voor uw ouderdomspensioen? Interpolis. Glashelder Achmea life cycle beleggingen Als pensioenverzekeraar beleggen

Nadere informatie

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid Beleggingsstatuut 1. Algemene Richtlijnen 1. Statutaire doelstelling De Hartstichting strijdt tegen hart- en vaatziekten. Zij investeert in onderzoek naar harten vaatziekten in Nederland. Zij geeft hoogwaardige

Nadere informatie

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Beleggen in het Werknemers Pensioen Kwartaalbericht Beleggen in het Werknemers Pensioen Het Werknemers Pensioen van a.s.r. is een moderne DC-regeling. Het kent drie lifecycles: defensief, neutraal en offensief. Alle lifecycles van het Werknemers

Nadere informatie