Brussel, 30 juni 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brussel, 30 juni 2006"

Transcriptie

1 Brussel, 30 juni 2006 Advies Vlaams Klimaatbeleidsplan

2 Advies SERV en MiNa-Raad Inhoud 1. Krachtlijnen van het advies Inleiding Algemene bemerkingen bij het planproces Situering Bemerkingen Aanbevelingen Zorg voor goede randvoorwaarden voor het overleg Zorg voor een ruime overlegagenda Laat ook ruimte voor debat over bestaande maatregelen Herstel de dynamiek Zorg voor een grotere erkenning van de resultaten van de Klimaatconferentie Gebruik rapportagemomenten ook als evaluatiemomenten Algemene bemerkingen bij de inhoud van het ontwerpplan Situering Bemerkingen Aanbevelingen Zorg voor meer en betere informatie Werk met beleidscenario s Versterk het ambitieniveau voor maatregelen in eigen regio Zorg voor een flexmex-strategie Neem nu al maatregelen ter voorbereiding van het Vlaams beleid na Blijf werken aan nieuwe vormen van beleid (good governance) Bijlage: inzet flexmex door België...15 Referentielijst...15 Pagina 2 van 27

3 Klimaatbeleidsplan Krachtlijnen van het advies De SERV en de Minaraad werden om advies gevraagd over het ontwerp Vlaams Klimaatbeleidsplan Gezien de samenwerking tussen de raden bij de organisatie van de Vlaamse Klimaatconferentie, werd ervoor geopteerd om over het ontwerpplan een gezamenlijk advies uit te brengen. Volgens de raden is op meerdere punten vooruitgang geboekt ten opzichte van eerdere klimaatplannen, maar bevat het ontwerpplan ook belangrijke tekortkomingen. Positief is bijvoorbeeld dat het ontwerpplan nieuwe of meer uitgewerkte horizontale hoofdstukken bevat, met name over innovatie, adaptatie, sensibilisering, flexibiliteitsmechanismen en de voorbeeldrol van overheden. Het introduceert meer maatregelen uit andere bevoegdheidsdomeinen dan leefmilieu en energie. Positief is tevens dat het ontwerpplan ingaat op de voorbereiding van het Vlaamse standpunt over het klimaatbeleid na Het ontwerpplan getuigt verder dat het Vlaams klimaatbeleid ook op het terrein stilaan vooruitgang boekt en meer vorm krijgt. Zo wordt werk gemaakt van de uitvoering van de Europese richtlijn inzake energieprestaties van gebouwen, werd het Milieu-innovatieplatform (MIP) operationeel, werden via een piloottender de eerste stappen gezet inzake het gebruik van flexmex. De drie belangrijkste tekortkomingen zijn volgens de raden: (1) het gebrek aan transparantie waardoor de selectie van maatregelen, de verdeling van de inspanningen en zelfs de vraag of Vlaanderen haar klimaatdoelstelling zal halen, niet goed kunnen worden beoordeeld; (2) het nog beperkte ambitieniveau, gelet op de vaststelling dat er in eigen regio meer wenselijk én mogelijk is aan maatregelen en beleid dan wat er in het ontwerp klimaatplan is opgenomen; (3) de afwezigheid van aandacht voor de inspanningen die ook in Vlaanderen nodig zullen zijn na De belangrijkste aanbevelingen van de raden situeren zich dan ook op die drie vlakken. Daarnaast bevat het advies aanbevelingen voor het verdere overleg over het Vlaamse klimaatbeleid in de schoot van de Vlaamse Klimaatconferentie. Gelet op de krappe adviestermijn gaat het om een advies op hoofdlijnen. De organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad zullen hun specifieke bemerkingen op het ontwerpplan formuleren via consultatiepagina van de website van de Vlaamse Klimaatconferentie en/of op de bijeenkomsten van werkgroepen van de Klimaatconferentie die de Minister in de periode tussen 22 juni en 5 juli laat plaatsvinden, en waar de bespreking van het ontwerpplan op de agenda staat. De raden verwachten uiteraard dat ook die specifieke opmerkingen nog worden meegenomen bij de opmaak van het definitieve plan. Transparantie vergroten Het ontwerpplan is volgens de raden onvoldoende transparant. Op basis van de beperkte informatie in het ontwerpplan is het niet mogelijk om de verdeling van de inspanningen tussen en binnen de maatschappelijke sectoren te beoordelen, noch om binnen een sector in te schatten of de doelstellingen en potentiëlen die worden vooropgesteld voldoende ambitieus en haalbaar zijn. Het is evenmin mogelijk om een uitspraak te doen over de verdeling tussen inspanningen in eigen land ten opzichte van de inspanningen gerealiseerd via flexibiliteitsmechanismen. Pagina 3 van 27

4 Advies SERV en MiNa-Raad Het gebrek aan transparantie heeft ook gevolgen voor de vraag of Vlaanderen wel effectief zijn klimaatdoelstelling zal kunnen halen. Volgens het ontwerpplan zou dat het geval zijn, maar de raden hebben vragen bij de gebruikte inschattingen van het BAU-scenario en van de reductiepotentiëlen van de maatregelen. De raden vragen dan ook dat de transparantie wordt vergroot door het cijfermateriaal waarnaar het ontwerpplan verwijst (inschatting van de reductiepotentiëlen en de kosteneffectiviteit van de maatregelen, inzet van flexibiliteitsmechanismen ) publiek te maken en aan te vullen met informatie over de sociaal-economische effecten. Dat geldt zowel voor de geplande als voor de lopende beleidsmaatregelen. Enkel zo kan het noodzakelijke vertrouwen worden gecreëerd dat Vlaanderen ook effectief zijn klimaatdoelstelling voor zal halen. Transparantie over de herkomst van de cijfers is ook noodzakelijk voor het debat over de selectie van maatregelen en de verdeling van de inspanningen. Een billijke verdeling is immers een essentiële randvoorwaarde voor het behoud van het draagvlak van de diverse maatschappelijke sectoren die elk een inspanning moeten leveren. Naast meer transparantie, vragen de raden dat er werk wordt gemaakt van beleidsscenario s die aangeven hoe Vlaanderen zijn klimaatdoelstelling zal realiseren in diverse omstandigheden en hypothesen. Aangezien het gaat om de per definitie onzekere toekomst, is het immers nodig om rekening te houden met meerdere mogelijke scenario s. Op realistische wijze het ambitieniveau versterken Nog los van de discussie over de cijfers en de vraag of het plan wel in staat is om de Vlaamse klimaatdoelstelling te halen, is het ontwerpplan volgens de raden niet ambitieus genoeg. Het draagt om te beginnen niet de sense of urgency uit die de Vlaamse Klimaatconferentie kenmerkte. Verder is het ontwerpplan te veel een status questionis van het Vlaamse klimaatbeleid anno Het gaat om een opsomming van de klimaatgerelateerde initiatieven die reeds lopen of op stapel staan. Het ontwerpplan bevat weinig nieuwe maatregelen of nieuwe keuzes. Nochtans had de Vlaamse Klimaatconferentie heel wat nieuwe voorstellen opgeleverd en hadden de organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad op basis van die voorstellen een groot aantal aanbevelingen geformuleerd. Onder meer door opname van de maatregelen uit de Klimaatconferentie kan op realistische wijze het ambitieniveau van het ontwerpplan worden verhoogd. Van die aanbevelingen is te weinig terug te vinden in het ontwerpplan. Belangrijke voorbeelden betreffen het beleid inzake energiegebruik in gebouwen - waarvan weinig of geen aanbevelingen uit de Klimaatconferentie werden overgenomen - en mobiliteit - waar de acties veelal beperkt zijn tot nader onderzoek. Net op die terreinen had de Klimaatconferentie een zeer groot aantal rijpe maatregelen opgeleverd waarover een brede consensus bestaat en die op vrij korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Gebouwen en huishoudens zijn bovendien maatschappelijke sectoren waar er een groot potentieel is aan emissiereducties en dat nog te weinig is aangeboord. Ook in andere delen zijn er meestal meerdere voorbeelden van aanbevelingen die niet zijn overgenomen, en waar de motivering daarvoor ontbreekt. De raden menen verder dat er kansen worden gemist door een nog te beperkte afstemming met of medewerking van andere beleidsdomeinen. Volgens de raden is er dus méér nodig dan wat er in het ontwerp klimaatplan is opgenomen. De organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV wensen terzake alvast te onderstrepen dat zij achter die consensusaanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie blijven staan. Zij verwachten dat het definitieve plan die voorstellen overneemt, of dat minstens duidelijk wordt gemotiveerd waarom bepaalde voorstellen (nog) niet worden opgenomen. Meer aandacht voor het potentieel aan binnenlandse maatregelen is ook in overeenstemming met het algemeen principe van de Vlaamse Klimaatconferentie dat alle in Vlaanderen beschikbare reductiemaatregelen die goedkoper zijn dan het gebruik van flexibiliteitsmechanismen gerealiseerd worden, zodat de inzet van flexibiliteitsmechanismen tot het noodzakelijke kan worden beperkt. Bijkomende inspanningen in de eigen regio zullen bovendien de verhouding tussen flexibiliteitsme- Pagina 4 van 27

5 Klimaatbeleidsplan chanismen en binnenlandse inspanningen verbeteren. Ruwe inschattingen van de raden zelf op basis van beschikbare data geven immers aan dat met het geplande beleid België wellicht een zeer aanzienlijk deel van zijn inspanningen zou realiseren met flexibiliteitsmechanismen. De raden vragen verder dat het definitieve klimaatplan de informatie en visie over de inzet van flexibiliteitsmechanismen in het klimaatbeleid vervolledigt en een antwoord geeft op de strategische vragen die in het ontwerpplan onbeantwoord blijven: hoeveel emissiereducties zullen door België met flexmex gerealiseerd worden in verhouding tot binnenlandse maatregelen?; welke types flexibiliteitsmechanismen zullen concreet in welke hoeveelheden worden aangewend?; hoe zal de Vlaamse overheid de aankoop van flexmex-kredieten realiseren?; hoe zal de aankoop van flexmex-kredieten gefinancierd worden? Beleid na 2012 nu al voorbereiden Het is duidelijk dat er na 2012 nieuwe en meer verregaande emissiereducties nodig zullen zijn in het licht van de doelstellingen van het klimaatverdrag (voorkomen van schadelijke effecten, 2 Cdoelstelling...), ook in Vlaanderen. De maatregelen die daarvoor nodig zijn, moeten nù al worden opgestart of voorbereid. Sommige van die maatregelen leveren wellicht geen emissiereducties op tegen 2012, maar zijn niettemin cruciaal om een ambitieus en daadkrachtig Vlaams emissiereductiebeleid na 2012 te kunnen voeren. Zij moeten dus mee onderdeel uitmaken van het klimaatbeleidsplan Dat is nu niet het geval. Het deel over het klimaatbeleid na 2012 handelt enkel over het internationale klimaatbeleid en de voorbereiding van de standpunten die Vlaanderen zal innemen ten aanzien van de vragen die zich op dat internationale niveau stellen. De raden vragen dan ook dat in het klimaatbeleidsplan in alle hoofdstukken wordt uitgegaan van verdergaande emissiereducties die nodig zullen zijn na Een effectief klimaatbeleid op langere termijn impliceert daarnaast ook echte visie op langere termijn en strategische beleidskeuzes die daaruit voortvloeien. Die kunnen uiteraard nu nog niet definitief vastgelegd worden. Maar het plan moet wel maatregelen bevatten om die keuzes zo snel mogelijk en op een onderbouwde en overlegde manier te kunnen maken. In dat verband herhalen de organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad hun vraag naar een transitiebeleid duurzame energiesystemen 2050 en een beleidsdomeinoverschrijdend plan Energiezuinige gebouwen 2025, en naar een aangepast instrumentarium om op fundamentele wijze de huidige productie- en consumptiepatronen aan te pakken, met onder andere economische instrumenten en een beleidsontwikkeling waarin er een belangrijke plaats is voor toekomstverkenning, scenarioanalyse, visievorming, draagvlakontwikkeling enzovoort. Dynamiek van de Klimaatconferentie herstellen SERV en Minaraad waarderen uiteraard dat de Minister bevoegd voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur met de Vlaamse Klimaatconferentie het initiatief heeft genomen voor een breed overlegproces rond het Vlaamse klimaatbeleid, en dat ook de Vlaamse administratie daarin een actieve bijdrage heeft geleverd. In die context waarderen SERV en Minaraad dat het ontwerpplan het engagement van de Vlaamse overheid herbevestigt om het overleg binnen verschillende werkgroepen onder de Klimaatconferentie voort te zetten en om ook daarnaast via de adviesraden en andere fora (bv. het MIP) overleg met de doelgroepen te organiseren. Zij waarderen tevens dat de communicatie daarover zal worden vergroot via de vernieuwde webstek van de Vlaamse Klimaatconferentie. Niettemin wensen de raden hun bezorgdheden te onderstrepen. De Klimaatconferentie heeft bij de talrijke deelnemers hoge verwachtingen gecreëerd over het nieuwe klimaatbeleidsplan. Die worden nog onvoldoende ingelost door het ontwerpplan. Bovendien heeft de Klimaatconferentie door de vertraging in de goedkeuring van het ontwerpplan te lang stil gelegen. Volgens de raden zijn dan ook bijzondere inspanningen nodig om de dynamiek te herstellen. In dat verband is het alvast Pagina 5 van 27

6 Advies SERV en MiNa-Raad een goede zaak dat de Minister besliste om einde juni/begin juli enkele werkgroepen van de Klimaatconferentie bijeen te roepen om te reflecteren op het ontwerpplan, suggesties te formuleren en de eventuele verdere werkzaamheden te bespreken. Een belangrijke voorwaarde voor succes is uiteraard dat de opmerkingen terdege in overweging worden genomen en dat het verdere overlegtraject in de beste omstandigheden kan plaatsvinden. In die context formuleren de raden in het advies tevens aanbevelingen om de kwaliteit van het verdere overlegproces te verzekeren. Zij verwijzen onder meer naar de aanbevelingen van de Klimaatconferentie, waarin een reeks aandachtspunten en principes voor het verdere traject werden aangeven. De raden menen ook dat het van bijzonder groot belang is dat de aangegeven verbeterpunten daadwerkelijk ter harte worden genomen. Dé succesfactor om een constructieve dialoog te verzekeren, blijft de erkenning van de overheid van de noodzaak van die dialoog en de bereidheid om met open vizier over belangrijke beleidskeuzes in debat te gaan. In het verlengde daarvan moet het verdere traject er beter in slagen om de samenwerking op ambtelijk niveau tussen overheidsdiensten ook te vertalen in een breed politiek draagvlak en engagement. Pagina 6 van 27

7 Klimaatbeleidsplan Inleiding De SERV en de Minaraad werden op 17 mei 2006 door de Vlaamse Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur om advies gevraagd over het ontwerp Vlaams Klimaatbeleidsplan De adviestermijn bedroeg 30 dagen. Gezien de samenwerking tussen de raden bij de organisatie van de Vlaamse Klimaatconferentie, werd ervoor geopteerd om over het ontwerpplan een gezamenlijk advies uit te brengen. Mede gelet op de vele andere adviesvragen inzake leefmilieu en energie die de raden op het zelfde moment moesten behandelen, hebben zij een verlenging van de adviestermijn gevraagd tot 12 juli Op 14 juni 2006 liet de Minister aan de raden weten dat hij een verlenging tot 12 juli 2006 niet wenselijk vond. Om het klimaatbeleidsplan nog voor het zomerreces definitief te kunnen laten goedkeuren door de Vlaamse Regering en de opmerkingen van SERV en Minaraad volwaardig mee te kunnen nemen in het definitieve plan, werd een verlenging van de adviestermijn met een halve maand verleend. Op 27 juni 2006 bezorgde het kabinet van de minister alsnog twee rapporten over de inschatting van de toekomstige energiegerelateerde broeikasgasemissies 1, maar de timing liet de raden niet meer toe om die ten gronde te bekijken. In dit advies geven de raden hun bemerkingen en aanbevelingen bij achtereenvolgens het planproces en de inhoud van het ontwerpplan. Het gaat om een advies op hoofdlijnen dat zich beperkt tot algemene bemerkingen en aanbevelingen. Gelet op de krappe adviestermijn zullen de organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad hun specifieke bemerkingen op het ontwerpplan formuleren via consultatiepagina van de website van de Vlaamse Klimaatconferentie en/of op de bijeenkomsten van werkgroepen van de Klimaatconferentie die de Minister in de periode tussen 22 juni en 5 juli laat plaatsvinden, en waar de bespreking van het ontwerpplan op de agenda staat. De raden verwachten uiteraard dat ook die specifieke opmerkingen nog worden meegenomen bij de opmaak van het definitieve plan. 3. Algemene bemerkingen bij het planproces 3.1 Situering Voor de voorbereiding van het klimaatbeleidsplan werd een bijzonder traject afgelegd. Anders dan bij de opmaak van veel andere beleidsplannen, werd er voorafgaand aan de redactie van het ontwerpplan ruim en breed overlegd tussen overheid, middenveldorganisaties en andere actoren. Dat gebeurde in het kader van de Vlaamse Klimaatconferentie. Die ging van start op 6 juni In de weken nadien hebben een groot aantal werkgroepen gewerkt aan voorstellen. Elke werkgroep maakte tegen 15 september 2006 een verslag van de werkzaamheden. Op 18 oktober 2005 werd de eerste fase van de Klimaatconferentie afgesloten met de presentatie van een tussentijdse balans van de resultaten en van een reeks aanbevelingen (zie Kader 1). Die krappe timing was nodig omdat de Vlaamse Regering de resultaten wilde meenemen bij de opmaak van het Vlaams klimaatbeleidsplan Op 21 oktober 2005 legde Minister Peeters vervolgens zowel de aanbevelingennota als de werkgroepverslagen voor aan de Vlaamse Regering. Op 25 november 2005 besliste de Vlaamse Regering over een aanpak om de resultaten van de Klimaatconferentie mee te nemen als bouwstenen voor het Vlaams klimaatbeleidsplan Zij engageerde zich tevens om in het nieuwe kli- 1 Duerick e.a. (2006a) en (2006b). Pagina 7 van 27

8 Advies SERV en MiNa-Raad maatbeleidsplan een kader te scheppen voor het voortzetten van de werkzaamheden onder de Klimaatconferentie. Nadien heeft de opmaak en goedkeuring van het ontwerp klimaatplan evenwel vertraging opgelopen. De oorspronkelijke timing (najaar 2005) werd niet gehaald. De Vlaamse Regering keurde pas op 15 mei 2006 een ontwerpversie goed. Intussen lagen ook de activiteiten van de Vlaamse Klimaatconferentie stil, met uitzondering van een toelichtingssessie over post-2012 op 10 januari 2006 en een vergadering op 22 februari 2006 met de organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV, waarop toelichting werd gegeven bij de vooropgestelde timing van het ontwerpplan. Na de goedkeuring van het ontwerpplan door de Vlaamse Regering op 15 mei 2006, volgden de publicatie ervan op de website van de Klimaatconferentie en de adviesvragen aan SERV en Minaraad. Mede op vraag van Minaraad en SERV worden er einde juni/begin juli ook enkele werkgroepen van de Klimaatconferentie bijeen geroepen om te reflecteren op het ontwerpplan, suggesties voor verbetering te formuleren en de eventuele verdere werkzaamheden te bespreken. Conform de beslissing van de Vlaamse Regering van 25 november 2005, is in het ontwerpplan expliciet de voortzetting opgenomen van het overleg over het klimaatbeleid binnen het kader van de Vlaamse Klimaatconferentie: verschillende werkgroepen onder de Klimaatconferentie kunnen blijven verder werken om de voorgestelde maatregelen concreter vorm te geven alsook om de Vlaamse visie en strategie op klimaatbeleid verder uit te werken. De communicatie over deze werkzaamheden zal vergroot worden via een verdere kwaliteitsbewaking van de webstek van de Klimaatconferentie. Op andere plaatsen in het ontwerpplan wordt specifiek verwezen naar de werkgroepen post 2012, goederenvervoer (vervoersefficiëntie) en innovatie van de Klimaatconferentie. Daarnaast wordt gesproken over overleg binnen het bio-energieplatform, binnen het MIP en met de kunststoffenindustrie. Tot slot stelt de Vlaamse Regering ook een verandering van de planprocedures in het vooruitzicht. De looptijd van het klimaatbeleidsplan is langer dan vroeger (nu tot 2012). Het voortgangsrapport wordt voortaan slechts tweejaarlijks in plaats van jaarlijks opgemaakt. In aanvulling daarop wordt tweemaal per jaar een korte klimaatmededeling aan de Vlaamse Regering met de stand van zaken opgesteld, zodat sneller kan worden gereageerd met noodzakelijke aanscherpingen of bijsturingen. De opvolging van de voortgang van de maatregelen en van de realisatie van de doelstellingen zal mee op basis van de indicatoren gebeuren die in het ontwerpplan zijn opgenomen. De nota aan de Vlaamse Regering vermeldt dat er daarnaast projectfiches per maatregel beschikbaar zullen worden gesteld via een publiek toegankelijke databank. Achtergrond Kader 1: De Vlaamse Klimaatconferentie 2 De Vlaamse Klimaatconferentie werd opgezet als een breed overlegproces dat de weg wil effenen voor het Vlaamse klimaatbeleidsplan en op langere termijn voor een koolstofarme, duurzame Vlaamse samenleving. In een intentieverklaring werden de doelstellingen van de Klimaatconferentie vastgelegd: enerzijds samen zoeken naar nieuwe maatregelen en naar oplossingen voor knelpunten in het bestaande klimaatbeleid, anderzijds ruimte vrijmaken voor de ontwikkeling van een langetermijnbeleidsstrategie. Resultaten van de Vlaamse Klimaatconferentie Tussen 6 juni en 15 september 2005 is een groot aantal personen en organisaties in werkgroepen samengekomen om te discussiëren over de thema s die op het startmoment van de Klimaatconferentie waren afgesproken. Elk van die werkgroepen heeft een verslag opgesteld. 2 Alle informatie en documentatie over de Klimaatconferentie is terug te vinden op de website van de Klimaatconferentie via Pagina 8 van 27

9 Klimaatbeleidsplan Ondanks de kort tijdsspanne, leverden die verslagen een grote rijkdom aan voorstellen op. Daarbij waren er ook nieuwe, creatieve ideeën. De Klimaatconferentie maakte tevens ruimte voor visievorming en debat over meer strategische vraagstukken. Zij creëerde een dynamiek om zaken bespreekbaar te maken. Er werden nieuwe beleidsnetwerken en partnerschappen gesmeed. De Klimaatconferentie heeft tot slot ook bijgedragen tot de opbouw van capaciteit en draagvlak. Aanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie Uitgaande van de werkgroepverslagen, formuleerden de organisaties die de intentieverklaring ondertekenden zowel strategische aanbevelingen als aanbevelingen voor de thema s energie, gebouwen, mobiliteit, landbouw en bedrijven. De organisaties vroegen tevens om het overlegproces binnen de context van de Klimaatconferentie voort te zetten. In de eerste plaats vanwege de resultaten die de conferentie heeft opgeleverd, maar ook omdat nog niet alle thema s aan bod konden komen en er meer tijd nodig is om sommige thema s grondiger uit te werken. Het was immers duidelijk dat het volledige potentieel van de Klimaatconferentie nog niet volledig kon worden benut. 3.2 Bemerkingen SERV en Minaraad waarderen uiteraard dat de Minister bevoegd voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur met de Vlaamse Klimaatconferentie het initiatief heeft genomen voor een breed overlegproces rond het Vlaamse klimaatbeleid, en dat ook de Vlaamse administratie daarin een actieve bijdrage heeft geleverd. De raden hebben vroeger al herhaaldelijk aangegeven waarom dat ook noodzakelijk is. We staan immers mondiaal voor enorme uitdagingen. Als we de effecten van de klimaatverandering willen beperken en de risico s verbonden met extreme klimaatverschijnselen willen inperken, moet de temperatuurstijging beperkt blijven tot ongeveer 2 C boven de temperatuur van vóór de industrialisering. Dat vergt verregaande reducties van de emissies van broeikasgassen. Om die uitstoot drastisch te verminderen, moeten we nadenken over een fundamentele wijziging van onze energievoorziening en het energiegebruik, en dus van onze huidige manier van wonen, werken, ondernemen, consumeren, ontspannen en ons verplaatsen. Met een traditionele top-down beleidsaanpak blijkt het moeilijk om voldoende vooruitgang te boeken. De overschakeling naar een koolstofarme economie is een maatschappelijk transitieproces dat de actieve inzet van alle maatschappelijke actoren vereist. Alleen door overleg en dialoog kunnen de gewenste resultaten worden bereikt. Voor zulke ingrijpende langetermijnveranderingen zijn nieuwe vormen van beleid nodig, waarin leiderschap, creativiteit, interactie, samenwerking en draagvlakontwikkeling centraal staan. In die context waarderen SERV en Minaraad dat het ontwerpplan het engagement van de Vlaamse overheid herbevestigt om het overleg binnen verschillende werkgroepen onder de Klimaatconferentie voort te zetten en om ook daarnaast via de adviesraden en andere fora (bv. het MIP) overleg met de doelgroepen te organiseren. Zij waarderen tevens dat de communicatie daarover zal worden vergroot via de vernieuwde webstek van de Vlaamse Klimaatconferentie. Niettemin wensen de raden hun bezorgdheden te onderstrepen. De Klimaatconferentie heeft bij de talrijke deelnemers hoge verwachtingen gecreëerd over het nieuwe klimaatbeleidsplan. Die worden onvoldoende ingelost door het ontwerpplan. Bovendien heeft de Klimaatconferentie mede door de vertraging in de goedkeuring van het ontwerpplan te lang stil gelegen. Volgens de raden zijn dan ook bijzondere inspanningen nodig om de dynamiek te herstellen. In dat verband is het alvast een goede zaak dat de Minister besliste om einde juni/begin juli enkele werkgroepen van de Klimaatconferentie bijeen te roepen om te reflecteren op het ontwerpplan, suggesties te formuleren en de eventuele verdere werkzaamheden te bespreken. Een belangrijke voorwaarde voor succes is uiteraard dat de opmerkingen terdege in overweging worden genomen en dat het verdere overlegtraject in de beste omstandigheden kan plaatsvinden. Pagina 9 van 27

10 Advies SERV en MiNa-Raad Daarom formuleren de raden hierna hun aanbevelingen om de kwaliteit van het verdere planproces te verzekeren. 3.3 Aanbevelingen Zorg voor goede randvoorwaarden voor het overleg In hun aanbevelingen op basis van de werkgroepverslagen van de Vlaamse Klimaatconferentie, hebben de organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV gesteld dat het om meerdere redenen belangrijk is dat het in gang gezette overlegproces voortgezet wordt. Zij stelden evenwel ook dat het van groot belang is om te leren uit de voorbije ervaringen en bij te sturen. Zij gaven aan welke aandachtspunten en principes voor het verdere traject beter moesten worden bewaakt. De raden menen dan ook dat het van bijzonder groot belang is dat de aangegeven verbeterpunten daadwerkelijk ter harte worden genomen. Dé succesfactor om een constructieve dialoog te verzekeren, blijft de erkenning van de overheid van de noodzaak van die dialoog en de bereidheid om met open vizier over belangrijke beleidskeuzes in debat te gaan. In het verlengde daarvan moet het verdere traject er beter in slagen om de samenwerking op ambtelijk niveau tussen overheidsdiensten ook te vertalen in een breed politiek draagvlak en engagement Zorg voor een ruime overlegagenda In de voornoemde aanbevelingen werd gesteld dat het voortzetten van de dynamiek van de Klimaatconferentie niet betekent dat de conferentie of de werkgroepen moeten uitgroeien tot permanente nieuwe overlegfora. Onder de noemer van de Klimaatconferentie kunnen er volgens de raden specifieke activiteiten worden georganiseerd, afhankelijk van de vraag of behoefte. Op die manier wordt de noodzakelijke ruimte gelaten voor de netwerkfunctie die de Klimaatconferentie heeft. De raden hopen dan ook dat de (zeer beperkte) opsomming in het ontwerpplan van werkgroepen waarbinnen en thema s waarrond overleg met doelgroepen en actoren zal worden georganiseerd, niet limitatief is. De raden vragen alvast dat die onduidelijkheid wordt weggenomen. De meeste werkgroepen van de Klimaatconferentie hadden immers zelf aangegeven dat door de krappe timing niet alle thema s aan bod konden komen en dat er meer tijd nodig was om sommige thema s grondiger uit te werken. Verder hadden de organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV in hun aanbevelingen een lijst opgenomen van prioriteiten voor het vervolgtraject van de Klimaatconferentie. De raden vragen dat die prioriteiten in het definitieve plan mee worden opgenomen Laat ook ruimte voor debat over bestaande maatregelen In het voorbije overleg in het kader van de Vlaamse Klimaatconferentie lag de focus op het vinden van nieuwe maatregelen. Evaluatie van bestaande maatregelen kwam minder aan bod en werd in sommige werkgroepen zelfs expliciet niet geagendeerd. Daar tegenover staat dat zoals in eerdere adviezen al vastgesteld, de reeds ingezette maatregelen hun vooropgestelde emissiereductiepotentieel dikwijls niet halen door problemen met de bekendmaking, begeleiding, uitvoering en opvolging van de klimaatmaatregelen bij de doelgroepen. Zonder voldoende aandacht voor de implementatie van de reeds goedgekeurde maatregelen, riskeert die implementatiekloof steeds groter te worden naarmate het klimaatbeleid vordert en steeds meer, steeds ambitieuzere en steeds complexere maatregelen plant. Pagina 10 van 27

11 Klimaatbeleidsplan In het verdere overleg moet daarom expliciet ruimte worden vrijgemaakt voor debat over bestaande maatregelen, zodat ook uitvoeringsproblemen beter op de politieke agenda kunnen worden geplaatst Herstel de dynamiek De nota aan de Vlaamse Regering bij het ontwerpplan stelt dat de Klimaatconferentie voor een belangrijke bijkomende stimulans en dynamiek heeft gezorgd. Ook de organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV hebben dat gesteld in hun aanbevelingen van 18 oktober Zij benadrukten dat de overheid meer zou moeten investeren in netwerken gericht op kennisopbouw, kennisverspreiding en dialoog. In die context menen de raden dat er tussen 18 oktober 2005 en 15 mei 2006 te weinig tussentijdse informatie en overleg is geweest over de nadere invulling van het ontwerp klimaatplan. Daardoor heeft de Klimaatconferentie lang stil gelegen. De overheid heeft zich wellicht te veel en te lang op zichzelf teruggeplooid, en is uiteindelijk wellicht gedeeltelijk hervallen in een meer traditionele, gesloten manier van besluitvorming. Dat heeft risico s voor de betrokkenheid en de dynamiek die aanwezig was. Bovendien werd er in dezelfde periode ongelukkig gecommuniceerd en werden er verschillende belangrijke deeldossiers goedgekeurd, waarover een ruimer voorafgaandelijk overleg wenselijk was geweest (bv. EPB-decreet en EPR-regelgeving) of waarover de organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV een betere informatieoverdracht en consultatie hadden gevraagd (tweede allocatieplan). De beslissing om einde juni/begin juli ook enkele werkgroepen van de Klimaatconferentie bijeen te roepen om te reflecteren op het ontwerpplan, suggesties te formuleren en de eventuele verdere werkzaamheden te bespreken, was dan ook een goede zaak. De raden vragen in elk geval bijkomende inspanningen om de dynamiek te herstellen. Dat begint bij het daadwerkelijk in overweging nemen van de opmerkingen en suggesties op het voorliggende ontwerpplan geformuleerd in dit advies, via de internetconsultatie of via de geplande werkgroepen van de Klimaatconferentie en bij het afdoende motiveren waarom op bepaalde opmerkingen en suggesties eventueel (nog) niet wordt ingegaan Zorg voor een grotere erkenning van de resultaten van de Klimaatconferentie In haar beslissing van 25 november 2005, stelde de Vlaamse Regering dat ze er zich van bewust is dat het engagement van het middenveld om in het overlegproces verder te investeren, sterk afhankelijk is van de verwerking van de resultaten van de Klimaatconferentie door de Vlaamse Regering. Daarom engageerde de Vlaamse Regering zich om in het nieuwe klimaatbeleidsplan de aanbevelingen van de Klimaatconferentie in acht te nemen. Volgens de raden is dat echter onvoldoende gebeurd in het voorgelegde ontwerpplan. De resultaten van de Klimaatconferentie zijn te weinig herkenbaar (zie ook deel 4.2 van dit advies over de consensusaanbevelingen). Er wordt niet gemotiveerd waarom sommige aanbevelingen wel, en veel andere niet zijn opgenomen. Er wordt in het ontwerpplan enkel in het algemeen vermeld dat de criteria die de Vlaamse Regering goedkeurde op 25 november werden gerespecteerd. Het beslissingsschema dat de Vlaamse Regering goedkeurde wordt m.a.w. wel aangegeven, maar noch in de nota aan de Vlaamse Regering noch in enig ander bij de raden bekend document gebruikt om de beslissingen in concreto toe te lichten. Dat heeft volgens de raden gevolgen voor het draagvlak voor het voorgestelde beleid en voor het brede eigenaarschap van het klimaatplan. De raden vragen dan ook een grotere erkenning van de resultaten van de Klimaatconferentie in het definitieve plan. Minimaal zou moeten worden gemotiveerd waarom op bepaalde consensusaanbevelingen van de Klimaatconferentie (nog) niet wordt ingegaan. Pagina 11 van 27

12 Advies SERV en MiNa-Raad Gebruik rapportagemomenten ook als evaluatiemomenten De raden vinden tot slot de aanpassing van de planningscyclus een goede zaak. De verlenging van de looptijd van het klimaatplan, de opmaak van een voortgangsrapport om de twee jaar en de opmaak van een kortere klimaatmededeling twee maal per jaar komen tegemoet aan eerdere adviezen van SERV en Minaraad in dat verband. De raden pleiten ervoor dat de voorziene rapportagemomenten (klimaatmededelingen en voortgangsrapporten) daadwerkelijk worden gebruikt om niet enkel te rapporteren, maar ook als evaluatie- en overlegmomenten. Daardoor kan niet alleen de dynamiek van het overleg een duidelijke finaliteit krijgen en het beleid steeds verder worden verbeterd. Het moet er tevens voor zorgen dat uitvoeringsproblemen een vaste plaats krijgen in de voortgangsrapportage en op de politieke agenda (cf. supra, deel 3.3.3). De raden verwelkomen tevens dat, zoals vroeger gevraagd, de verslaggeving over de voortgang van het klimaatbeleid zal worden ontdubbeld in enerzijds een website met projectfiches en anderzijds een boordtabel met beleidsindicatoren. De raden vragen dat die informatie volledig is, publiek toegankelijk, up-to-date, gebruiksvriendelijk en goed doorzoekbaar, en waar relevant linken bevat naar andere belangrijke websites, studierapporten, etc (cf. de te actualiseren klimaatbibliotheek van de Klimaatconferentie). Er zullen ook bijkomende inspanningen nodig zijn om de kwantitatieve informatie voor de indicatoren te verzamelen en de relevantie van de gekozen indicatorenset verder uit te bouwen (zie daarover deel 4.3 van dit advies). 4. Algemene bemerkingen bij de inhoud van het ontwerpplan 4.1 Situering Volgens de Vlaamse Regering is het ontwerp klimaatplan een bondig strategisch beleidsplan. Het is voor de periode de gids voor het realiseren van de Vlaamse klimaatdoelstelling. Die bestaat erin om de broeikasgasemissies te reduceren met gemiddeld 5,2% in de periode ten opzichte van de uitstoot in De maatregelen zijn gebundeld in tien thema s. Vijf sectorale thema s (mobiliteit, energiegebruik, energievoorziening, industrie, landbouw en bossen) geven het streefdoel weer voor die sectoren. Vijf meer horizontale thema s behandelen onderzoek en innovatie, sensibilisering, flexibiliteitsmechanismen, de voorbeeldrol van de overheid en adaptatie. Voor elk thema worden specifieke doelstellingen, indicatoren en maatregelen aangegeven. De inhoud, uitvoering en impact van die maatregelen worden beknopt beschreven. Overzichtstabellen geven per maatregel(pakket) het reductiepotentieel, de financiële implicaties, de uitvoeringstermijn en de taakverdeling weer. Meer informatie per maatregel is opgenomen in projectfiches als bijlage bij het plan. Het ontwerpplan omvat tot slot hoofdstukken over de voorbereiding van het klimaatbeleid na 2012 en over de financiering van het plan. Volgens de Vlaamse Regering zijn belangrijke pijlers van het ontwerpplan de opvolging en afstemming met andere beleidsniveaus, de financieringsmechanismen van het voorgestelde beleid en de afstemming van het ontwerpplan op andere direct relevante beleidsplannen zoals het Vlaams Toewijzingsplan verhandelbare emissierechten Bemerkingen Volgens de raden is op meerdere punten vooruitgang geboekt ten opzichte van eerdere klimaatplannen, maar bevat het ontwerpplan ook belangrijke tekortkomingen. Pagina 12 van 27

13 Klimaatbeleidsplan Positief is ten eerste dat het ontwerpplan beter leesbaar is. Het is een korter plan, met een duidelijke en logische structuur en goede inleidende beschrijvende hoofdstukken. Ten tweede bevat het ontwerpplan terecht een reeks nieuwe of meer uitgewerkte horizontale hoofdstukken, met name over innovatie, adaptatie, sensibilisering, flexibiliteitsmechanismen en de voorbeeldrol van overheden. Andere positieve punten zijn dat het ontwerpplan ingaat op de voorbereiding van het Vlaamse standpunt over het klimaatbeleid na 2012 en meer maatregelen introduceert uit andere bevoegdheidsdomeinen. Het ontwerpplan getuigt tot slot dat het Vlaams klimaatbeleid ook op het terrein stilaan vooruitgang boekt en meer vorm krijgt. Zo wordt werk gemaakt van de uitvoering van de Europese richtlijn inzake energieprestaties van gebouwen, werd het Milieu-innovatieplatform (MIP) operationeel, werden via een piloottender de eerste stappen gezet inzake het gebruik van flexmex, enz. De drie belangrijkste tekortkomingen zijn volgens de raden: (1) het gebrek aan transparantie en informatie waardoor de selectie van maatregelen, de verdeling van de inspanningen en zelfs de vraag of Vlaanderen haar klimaatdoelstelling zal halen, niet goed kunnen worden beoordeeld; (2) het nog beperkte ambitieniveau, gelet op de vaststelling dat er in eigen regio meer wenselijk én mogelijk is aan maatregelen en beleid dan wat er in het ontwerp klimaatplan is opgenomen; (3) de afwezigheid van aandacht voor de inspanningen die ook in Vlaanderen nodig zullen zijn na Deze kritiek wordt hierna toegelicht. Transparantie Het ontwerpplan is volgens de raden onvoldoende transparant. Op verschillende belangrijke plaatsen worden uitspraken gedaan zonder dat de onderbouwing ervan beschikbaar is. Eerder in dit advies werd er bijvoorbeeld al op gewezen dat het ontwerpplan enkel stelt dat de criteria die de Vlaamse Regering goedkeurde op 25 november werden gerespecteerd bij de selectie van maatregelen uit de Vlaamse Klimaatconferentie. Maar de gemaakte afwegingen worden nergens in het plan of in enig ander document in concreto toegelicht. Dat heeft volgens de raden gevolgen voor het draagvlak voor het voorgestelde beleid en voor het brede eigenaarschap van het klimaatplan. Een ander voorbeeld is het gebrek aan informatie om de verdeling van de inspanningen tussen en binnen de maatschappelijke sectoren te beoordelen. Het ontwerpplan stelt dat die lastenverdeling is gebeurd op basis van onder andere kosteneffectiviteit, maar geeft hierover geen concrete informatie of cijfers. Nochtans is informatie over kosteneffectiviteit en over andere criteria die daarbij een rol moeten spelen essentieel als startpunt voor de discussie over de verdeling van de inspanningen 3. Informatie over de kosteneffectiviteit is daarnaast ook nodig voor de boordeling van de verdeling tussen inspanningen in eigen land ten opzichte van de inspanningen gerealiseerd via flexibiliteitsmechanismen (zie Kader 2). De raden stellen tevens vast dat de inschatting van de reductiepotentiëlen niet wordt toegelicht, dat de inschattingen van de budgettaire kosten soms ondoorzichtig zijn en dat de fiches gevoegd als bijlage bij het ontwerpplan dikwijls zeer onvolledig zijn ingevuld. 3 Vergelijk met het debat in Vlaanderen over de reductie van verzurende emissies in uitvoering van de Europese Richtlijn Nationale Emissieplafonds en de Europese Strategie Luchtverontreiniging. Voor dat debat is dergelijke informatie wel voorhanden en wordt de kennis steeds verder uitgebouwd, in nauw overleg met de doelgroepen en maatschappelijke actoren. Pagina 13 van 27

14 Advies SERV en MiNa-Raad Het gebrek aan transparantie heeft ook gevolgen voor de vraag of Vlaanderen wel effectief zijn klimaatdoelstelling zal kunnen halen. Volgens het ontwerpplan zou dat het geval zijn, maar de raden hebben vragen bij de gebruikte inschattingen van het BAU-scenario en van de reductiepotentiëlen van de maatregelen (zie Kader 3). Kader 2: Informatie ter onderbouwing van de lastenverdeling en de inzet van flexmex ontbreekt Het ontwerpplan laat niet toe om de verdeling van de inspanningen over de maatschappelijke sectoren te beoordelen. Het voorontwerp van plan vermeldt wel dat kostenefficiëntie een rol speelde bij de evaluatie van de voorstellen van de Klimaatconferentie (blz. 24), maar het plan bevat hierover geen concrete cijfergegevens. Het plan bevat ook geen informatie over de andere criteria en de afwegingen die bij de keuze van de individuele maatregelen een rol speelden. Er wordt enkel vermeld dat er een methode voor de bepaling van de kosteneffectiviteit van interne reductiemaatregelen opgesteld werd. De methode is toepasbaar op de projecten met een direct meetbaar reductiepotentieel. Een belangrijk element hiervan is de inschatting van de kostenefficiëntie op basis van een gedetailleerde inschatting van de kosten. Vervolgens wordt via een multi-criteria analyse een evenwichtig evaluatiekader ontwikkeld op basis van bijkomende sociale, economische en milieutechnische beslissingscriteria. Nochtans is transparantie over kosteneffectiviteit, de gebruikte andere criteria en de gemaakte afwegingen essentieel voor de beoordeling van de verdeling van de inspanningen. De verdeling van de klimaatinspanningen tussen de maatschappelijke sectoren leek overigens voor een groot deel al vastgelegd door het voorontwerp van Vlaams Toewijzingsplan De organisaties die deel uitmaken van de raden verwijzen terzake naar de standpunten die ze naar aanleiding van de adviesvraag over dit toewijzingsplan aan de minister overmaakten. Informatie over de kosteneffectiviteit is ook noodzakelijk om een uitspraak te kunnen doen over de verdeling tussen inspanningen in eigen land ten opzichte van de inzet van flexibiliteitsmechanismen, gelet op het algemeen principe, zoals vastgesteld in de aanbevelingen van de Klimaatconferentie, dat het Vlaamse klimaatbeleid alvast moet nastreven dat alle in Vlaanderen beschikbare reductiemaatregelen die goedkoper zijn dan het gebruik van flexibiliteitsmechanismen gerealiseerd worden. Het ontwerpplan laat door gebrek aan informatie niet toe om te beoordelen in welke mate het daaraan tegemoet komt. Kader 3: Haalt Vlaanderen zijn klimaatdoelstelling? Volgens het ontwerp Vlaams klimaatbeleidsplan zal Vlaanderen zijn klimaatdoelstelling halen en de broeikasgasemissies reduceren met gemiddeld 5,2% in de periode ten opzichte van de uitstoot in Omdat het emissiereductiepotentieel van de binnenlandse maatregelen niet volstaat, zou wel de aankoop van 3,2 Mton flexmex-kredieten per jaar nodig zijn. Volgens de raden blijft het echter onzeker of Vlaanderen ook effectief zijn klimaatdoelstelling zal halen. Zij hebben namelijk vragen bij de gebruikte inschattingen van het BAU-scenario en van de reductiepotentiëlen van de maatregelen. In elk geval biedt het ontwerpplan geen inzicht in de onzekerheidsmarges van het BAU-scenario en van inschattingen van de reductiepotentiëlen van de maatregelen. De laat overgemaakte rapporten bevatten blijkbaar informatie over het referentiescenario t.e.m en het Business as usual scenario voor de energiegerelateerde broeikasgasemissies, maar ze bevatten geen informatie over de onzekerheidsmarges van het BAU-scenario en van de inschattingen van de reductiepotentiëlen van maatregelen. Het is dus onduidelijk hoe de cijfers zouden veranderen als bijvoorbeeld de olieprijs hoger of lager is dan verwacht, als de economische ontwikkeling aantrekt, etc. De potentiëlen zijn verder globaal aangegeven en bij heel wat maatregelen niet concreet ingevuld. Waar de potentiëlen wel zijn ingevuld, wordt soms aangegeven dat ze nog niet definitief zijn en bij de definitieve goedkeuring van het klimaatplan nog worden bijgesteld (bv. sociale woningbouw). Tot slot stellen de raden vast dat het ontwerpplan niet aangeeft of en hoe de aankoop van 3,2 Mton per jaar effectief gerealiseerd en gefinancierd zal worden. Nochtans hangt het realiseren van de Vlaamse klimaatdoelstelling daar sterk van af. Pagina 14 van 27

15 Klimaatbeleidsplan Ambitieniveau Nog los van de discussie over de cijfers en de vraag of het plan wel in staat is om de Vlaamse klimaatdoelstelling te halen, is het ontwerpplan volgens de raden niet ambitieus genoeg. Het draagt om te beginnen niet de sense of urgency uit die de Vlaamse Klimaatconferentie kenmerkte 4. In het ontwerpplan ontbreekt de boodschap dat de aanpak van de klimaatverandering dringend is en dat een effectieve aanpak veronderstelt dat in het klimaatbeleid sprongen worden gemaakt. Het plan geeft integendeel nog de indruk dat de stap voor stap aanpak van het verleden ook in de toekomst volstaat. Een ambitieuzer en moediger klimaatplan is niet alleen noodzakelijk, maar volgens de raden ook mogelijk. Het ontwerpplan is voor veel onderdelen immers vooral een status questionis van het Vlaamse klimaatbeleid anno Het gaat om een opsomming van de klimaatgerelateerde initiatieven die reeds lopen of op stapel staan. Het ontwerpplan bevat weinig nieuwe maatregelen of nieuwe keuzes. Nochtans had de Vlaamse Klimaatconferentie heel wat nieuwe voorstellen opgeleverd en hadden de organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad op basis van die voorstellen in consensus een groot aantal aanbevelingen geformuleerd. Van die aanbevelingen is te weinig terug te vinden in het ontwerpplan (zie ook deel van dit advies). Onder meer door opname van de maatregelen uit de Klimaatconferentie kan op realistische wijze het ambitieniveau van het ontwerpplan worden verhoogd. De boodschap van de raden is met andere woorden dat er in eigen regio méér mogelijk is dan wat er in het ontwerp klimaatplan is opgenomen. De combinatie van de voorstellen geformuleerd in de Klimaatconferentie samen met de door de raden gevraagde beleidsscenario s (zie 4.3.2) moet meer duidelijkheid brengen over het in Vlaanderen aanwezige potentieel aan reductiemaatregelen. Vlaams emissiereductiebeleid na 2012 Het ontwerpplan bevat terecht een deel over het klimaatbeleid na Maar dat deel handelt enkel over het internationale klimaatbeleid en de voorbereiding van de standpunten die Vlaanderen zal innemen ten aanzien van de vragen die zich op dat internationale niveau stellen. Het is evenwel duidelijk dat er na 2012 nieuwe en meer verregaande emissiereducties nodig zullen zijn in het licht van de doelstellingen van het klimaatverdrag (voorkomen van schadelijke effecten, 2 C-doelstelling...), ook in Vlaanderen. De raden onderstrepen in navolging van de aanbevelingen van de Klimaatconferentie dat de maatregelen die daarvoor nodig zijn nù al moeten worden opgestart of voorbereid. Sommige van die maatregelen (zie deel 4.3.5) leveren wellicht geen emissiereducties op tegen 2012, maar zijn niettemin cruciaal om een ambitieus en daadkrachtig Vlaams emissiereductiebeleid na 2012 te kunnen voeren. Zij moeten dus mee onderdeel uitmaken van het klimaatbeleidsplan De raden menen bijgevolg dat ook in dit opzicht het ontwerpplan tekort schiet. 4.3 Aanbevelingen Zorg voor meer en betere informatie De raden vragen dat de transparantie wordt vergroot door het cijfermateriaal waarnaar het ontwerpplan verwijst (inschatting van de reductiepotentiëlen en de kosteneffectiviteit van de maatre- 4 Zie terzake het SERV-advies van 6 oktober 2004 dat aan de basis lag van de Klimaatconferentie. Zie tevens het voorwoord van Minister Peeters bij de aanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie waarin hij in dat verband stelde: vijf voor twaalf is daarbij nog een eufemisme. Pagina 15 van 27

16 Advies SERV en MiNa-Raad gelen, inzet flexibiliteitsmechanismen ) publiek te maken en aan te vullen met informatie over de sociaal-economische effecten. Dat geldt zowel voor de geplande als voor de lopende beleidsmaatregelen. Enkel zo kan het noodzakelijke vertrouwen worden gecreëerd dat Vlaanderen ook effectief zijn klimaatdoelstelling voor zal halen. Transparantie over de herkomst van de cijfers is ook noodzakelijk om de selectie van maatregelen en de verdeling van de inspanningen tussen en binnen de maatschappelijke sectoren te kunnen beoordelen. Ook dat is een belangrijk debat. Een billijke verdeling, onder meer rekening houdend met de nog te leveren en de reeds geleverde inspanningen, het nog aanwezige reductiepotentieel en de draagkracht van de sectoren, is immers een essentiële randvoorwaarde voor het behoud van het draagvlak van de diverse maatschappelijke sectoren die elk een inspanning moeten leveren. Meer transparantie is tot slot nodig om binnen een sector te kunnen beoordelen of de doelstellingen en potentiëlen die worden vooropgesteld voldoende ambitieus en haalbaar zijn. Sommige andere informatie in het ontwerpplan kan ook beter en vollediger. Voor heel wat cijfers, figuren en grafieken in het ontwerpplan is de bron niet aangegeven. Verder zijn, zoals reeds vermeld, de inschattingen van de budgettaire kosten soms ondoorzichtig en is het niet altijd duidelijk of het gaat om extra middelen, waarvoor de middelen precies bestemd zijn, enzovoort (bv. de 148,4 mio voor innovatie). Daarnaast merken de raden op dat de fiches gevoegd als bijlage bij het ontwerpplan dikwijls zeer onvolledig zijn ingevuld waardoor de fiches soms weinig houvast bieden, en dat informatie over de uitvoering van bepaalde maatregelen ontbreekt (bv. benchmarking convenant). Voor sommige maatregelen is het niet duidelijk of ze worden verrekend als federale maatregelen of als gewestelijke. De raden vragen dan ook dat die tekortkomingen worden verholpen. Dat kan deels in het plan zelf, deels door in het plan te verwijzen naar achtergrondinformatie die op de website van de Klimaatconferentie beschikbaar wordt gesteld Werk met beleidscenario s Naast meer transparantie, vragen de raden dat er werk wordt gemaakt van beleidsscenario s die aangeven hoe Vlaanderen zijn klimaatdoelstelling zal realiseren in diverse omstandigheden en hypothesen. Aangezien het gaat om de per definitie onzekere toekomst, is het immers nodig om in het ontwerpplan te vertrekken van meerdere scenario s in plaats van slechts één scenario met en zonder klimaatbeleid. Zo kan de evolutie van de internationale energieprijzen een grote impact hebben op het BAU-scenario. Ook is het mogelijk dat de voorziene reductiemaatregelen niet (tijdig) het verhoopte resultaat opleveren, dat de kostprijs van niet weerhouden binnenlandse maatregelen in de tijd daalt door schaalvoordelen en leereffecten waardoor ze wel kosteneffectief worden, dat de uiteindelijke prijzen van flexmex-kredieten sterk verschillen van de prijzen die in de prognoses werden gebruikt. Er moeten volgens de raden dan ook met meerdere relevante, alternatieve beleidsscenario s worden gewerkt. Een achtergronddocument bij het plan moet dan voor elk scenario de hypothesen en onzekerheidsmarges aangeven. De finaliteit van de scenario s is uiteraard niet academisch, maar om beter voorbereid te zijn op de toekomst en de komende jaren overhaaste en ad hoc beslissingen te vermijden. De scenario s moeten vooral dienen om met meer kennis en inzicht het maatschappelijk en politiek debat te voeren over kernvragen in het Vlaamse klimaatbeleid waarop het ontwerpplan vandaag nog geen antwoord geeft, zoals: wat gebeurt er als interne reductiemaatregelen niet voldoende (snel) worden uitgevoerd? Worden er dan bijkomende interne maatregelen en/of bijkomende flexmex ingezet? Welke nieuwe instrumenten zal Vlaanderen bijkomend inzetten? Hoe zal Vlaanderen gebruik maken van flexibiliteitsmechanismen? Hoeveel rechten zullen wanneer en waar aangekocht worden? Hoe zal de inzet van flexibiliteitsmechanismen zich verhouden tot de inzet van binnenlandse maatregelen? Enzovoort. Pagina 16 van 27

17 Klimaatbeleidsplan Ter illustratie verwijzen de raden naar de aanpak via scenario s die in Nederland maar ook in andere landen wordt gebruikt voor het debat over dergelijke strategische beleidskeuzes Versterk het ambitieniveau voor maatregelen in eigen regio Volgens de raden is er in eigen regio méér mogelijk dan wat er in het ontwerp klimaatplan is opgenomen. Uit de toetsing van de voorgestelde indicatoren en maatregelen aan de aanbevelingen van de Klimaatconferentie, blijkt dat het ontwerpplan inderdaad voorstellen van de Klimaatconferentie heeft overgenomen. Toch is er beduidend meer nodig (zie Tabel 1). Vooral voor het deel energiebesparing in gebouwen en in mindere mate voor mobiliteit is het ontwerpplan in vergelijking met de aanbevelingen van de Klimaatconferentie veel te beperkt. Voor gebouwen werden weinig of geen aanbevelingen uit de Klimaatconferentie overgenomen en voor mobiliteit zijn de acties veelal beperkt tot nader onderzoek. Volgens die aanbevelingen had de Klimaatconferentie nochtans net op die terreinen een zeer groot aantal rijpe maatregelen opgeleverd waarover een brede consensus bestaat en die op vrij korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Gebouwen en huishoudens zijn bovendien maatschappelijke sectoren waar er een groot potentieel is aan emissiereducties en dat nog te weinig is aangeboord. Daarom vroegen de organisaties vertegenwoordigd in SERV en Minaraad dat aan maatregelen inzake gebouwen en mobiliteit een grote prioriteit zou worden toegekend. Ook in andere delen van het ontwerpplan zijn er meestal meerdere voorbeelden van aanbevelingen die niet zijn overgenomen, en waar de motivering daarvoor ontbreekt. De aanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie bevatten met andere woorden meer voorstellen voor de verschillende maatschappelijke sectoren dan wat er in het ontwerpplan te vinden is. Bovendien zijn er nog andere maatregelen denkbaar die nu niet in het ontwerpplan zijn opgenomen, zoals het stimuleren van het duurzaam gebruik van hout en andere klimaatvriendelijke materialen in de bouw. De organisaties vertegenwoordigd in Minaraad en SERV wensen te onderstrepen dat zij achter de consensusaanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie blijven staan. Zij verwachten dat het definitieve plan die voorstellen overneemt, of dat minstens duidelijk wordt gemotiveerd waarom bepaalde voorstellen (nog) niet worden opgenomen (zie hierover ook deel van dit advies). Tabel 1: Toetsing van het ontwerpplan aan de aanbevelingen van de Vlaamse Klimaatconferentie. 1. Strategisch Aanbeveling Klimaatconferentie Prioriteit voor maatregelen inzake gebouwen en mobiliteit Meer en betere informatie, communicatie en sensibilisering, ook op maat Horizontale en verticale samenwerking overheden Opgevolgd in het ontwerpplan? Toelichting Het ontwerpplan bevat voor beide hoofdzakelijk lopend beleid. Is voorzien in het ontwerpplan De nood aan samenwerking wordt aangehaald maar wordt onvoldoende uitgewerkt. Inzet prijsmaatregelen en slimme financiering / Veel subsidies, weinig fiscaliteit. Geen nieuwe instrumenten (bv. niets over het wegenvignet). Geïntegreerd beleid voor hernieuwbare energie Hoofdzakelijk verderzetting bestaande beleidslijnen Sterkere wisselwerking met het innovatiebeleid Er staat een hoofdstuk over innovatie in het ontwerpplan, maar de wisselwerking gaat niet ver genoeg. Voorbeeldrol overheid Kreeg een apart hoofdstuk in het ontwerpplan, maar lopend beleid geeft aan dat voorbeeldrol ver- 5 Zie hierover algemeen zie tevens de referentielijst bij het advies. Pagina 17 van 27

18 Advies SERV en MiNa-Raad Aanbeveling Klimaatconferentie Opgevolgd in het ontwerpplan? Toelichting der kan gaan.. Actief beleid lokale besturen / Engagement om via de nieuwe samenwerkingsovereenkomst de lokale overheden zo goed mogelijk in te schakelen. Bestuurlijke maatregelen / De lessen en uitdagingen worden geschetst maar er worden geen concrete bestuurlijke maatregelen aan gekoppeld. Investeren in netwerken Verwijzingen naar Klimaatconferentie, samenwerkingsverbanden, maar geen visie of concrete planning. Beleidsplan flexmex Er werd enige vooruitgang geboekt, maar het ontwerpplan bevat geen plan noch verdere toelichting bij inzet flexmex. Geen (efficiëntie)criteria voor inzet Alle in Vlaanderen beschikbare reductiemaatregelen goedkoper dan flexmex moeten alvast gerealiseerd worden. / flexmex. Geen duidelijkheid over financiering. In het ontwerpplan wordt niet aangetoond dat aan dit principe tegemoet wordt gekomen. Strategie post 2012 met transitiebeleid Apart hoofdstuk in ontwerpplan, maar geen post strategie bij de voorgestelde maatregelen. 2. Energie Stabielere en minder versnipperde subsidieregelingen / Geen bijkomende initiatieven aangekondigd, behalve voor glastuinbouw Actievere rol gemeenten Doorverwezen naar toekomstige samenwerkingsovereenkomst, maar geen duidelijkheid over specifieke rol voor gemeenten in het beleid inzake hernieuwbare energie (bv. gemeentelijk energieloket) Meer aandacht voor groene warmte Het ontwerpplan spreekt van premies terzake, maar Geïntegreerde programma s voor hernieuwbare energie Verhogen kostenefficiëntie actieplan groene stroom 3. Gebouwen / nog te weinig aandacht voor groene warmte Niet vermeld in het ontwerpplan betere differentiatie van de gegarandeerde minimumwaarde groenestroomcertificaten, maar geen nieuwe initiatieven ter verbetering van de kostenefficiëntie van het actieplan; geen verwijzing naar onderzoek onrendabele top Plan energiezuinige gebouwen 2025 / Er wordt enkel vermeld dat er een haalbaarheidsonderzoek wordt opgestart om tegen 2020 de energieprestaties van bestaande woningen substantieel te verbeteren: dit is te beperkt in vergelijking met wat in de aanbevelingen van de Klimaatconferentie met zo n plan werd bedoeld Doorzetting en verbreding EPB-beleid De voorgestelde maatregelen (wooncode uitbreiden met E-peil, verbod verhuren zonder respect E-peil efficiënt toezichtsysteem, EPB integreren in opleidingen, armoedebeleid, woonkwaliteitbeleid ) komen onvoldoende aan bod in het ontwerpplan: Focus op sociaal zwakkeren en renovatie Pilootprojecten rond REG bij kansarmen in Oost- Vlaanderen en Leuven Niet vermeld in het ontwerpplan Beter geïntegreerde en significante energiepremies Nieuwe financiële instrumenten / Enkel vermeld als mogelijkheid; maar intussen wel lopende initiatieven rond derdepartijfinanciering voor scholen. Betere vormgeving openbare dienstverplichtingen inhoud ervan is onduidelijk Er wordt een nieuw besluit aangekondigd, maar de Andere communicatiecultuur / Samenwerkingsverbanden: bv. verstandhoudingsnetwerken en onderzoek naar convenanten, maar ontwerpplan kan verder gaan (bv. stimuleren dat consumenten hun energiegebruik kunnen vergelij- Pagina 18 van 27

19 Klimaatbeleidsplan Aanbeveling Klimaatconferentie Opgevolgd in het ontwerpplan? Toelichting ken ten opzichte van referentiewaarden voor eenzelfde situatie) Ontwikkelen en steunen netwerken in sector Slechts beperkt vermeld 4. Mobiliteit Globale visie op hiërarchie mobiliteitsbepalende Werd opgenomen in het ontwerpplan keuzes Locatiekeuze en rationeel verplaatsingsgedrag Analyse wordt opgestart Betere bediening bedrijventerreinen met openbaar Pendelplan vervoer Elektrificatie openbaar vervoer (vertramming) Niet vermeld in het ontwerpplan Afspraken tussen actoren woon-werkverkeer Niet vermeld in het ontwerpplan Verbeteren concurrentiepositie openbaar vervoer Vermeld, maar niet uitgewerkt (bv. geen pushmaatregelen tov privé-auto in prijsbeleid). Stimuleren fietsgebruik Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk Rijgedrag in examen, opleiding en onderwijs Integreren in opleiding en examen (niet onderwijs) Automatisering voertuigen en gebruik telematica Onderzoek (telematica, uitbreiden laad- en lostijden) Modale verschuiving naar spoor en water Missing links spoor + water, promotieorgaan Verminderen voertuigemissies Ecoscore via sensibilisering en verkeersbelasting 5. Landbouw Promotie energiebesparende steunmaatregelen: Wordt vermeld REG, schone energiebronnen, WKK Kenniscentrum energietechnologie Wordt vermeld Clustering bedrijven Wordt vermeld Onderzoek naar koolstofopslag in bodem Buiten de reeds afgewerkte Stedula-studie vermeldt het ontwerpplan geen nader onderzoek 6. Bedrijven Vragen bij benchmarkingconvenant (transparantie, reductiepotentieel) (niet unanieme aanbeve- Geen nadere info in het ontwerpplan ling) Betere info en consultatie omtrent toewijzingsplan emissierechten laattijdig beschikbaar. / Geen nadere info in het ontwerpplan, informatie Informatieverspreiding en communicatie KMO s Ecologiepremie, consulenten, PRESTI, maar weinig coördinatie of integratie Levenscyclusdenken meenemen bij productontwikkeling vermeld in het ontwerpplan, wel lopende initiatieven Niet vermeld; ook geen nader onderzoek ernaar Opvolging en communicatie over innovatieprogramma s Wordt vermeld 7. Klimaatconferentie Verder zetten proces Verder werken, beperkt aantal werkgroepen vermeld, maar geen planning Legende: = aanbeveling werd naar het oordeel van de raden voldoende opgevolgd; = aanbeveling werd naar het oordeel van de raden gedeeltelijk opgevolgd; aanbeveling werd naar het oordeel van de raden onvoldoende of niet opgevolgd. Volgens de raden worden er verder kansen gemist door een nog te beperkte afstemming met of medewerking van andere beleidsdomeinen: de regelgeving inzake de bevordering van energieprestaties van gebouwen bijvoorbeeld staat nog te los van andere gebouwengerelateerde regelgeving; er wordt te weinig werk gemaakt van minder versnipperde subsidieregelingen; de linken tussen het klimaatbeleid, het mobiliteitsbeleid en het beleid inzake ruimtelijke ordening en infrastructuur zijn niet uitgewerkt; in het hoofdstuk over adaptatie wordt geen relatie gelegd met het sigmaplan noch met het hitteplan, enzovoort. Ook hier lijkt er mits een meer doorgedreven integratie veel meer mogelijk. Pagina 19 van 27

20 Advies SERV en MiNa-Raad Het is om verschillende redenen zeer belangrijk om ook effectief werk te maken van een verhoogd ambitieniveau voor maatregelen in de eigen regio. Dat belang ligt niet alleen in het feit dat het mogelijk is. Het is ook wenselijk omdat pas door het daadwerkelijk nemen van maatregelen in de praktijk ervaring wordt opgedaan, kennis kan worden opgedaan en schaalvoordelen en leereffecten kunnen ontstaan. Er kan immers worden vastgesteld dat naarmate de verspreiding en het gebruik van een nieuwe technologie toeneemt, ook de kostprijs van de technologie daalt en de milieuprestaties ervan verbeteren ( learning by doing, learning by learning ) 6. Een soortgelijk positief en cumulatief sneeuwbaleffect kan ook gedragsveranderingen bij bedrijven en gezinnen teweegbrengen. Naarmate in de praktijk wordt gedemonstreerd dat alternatieven voor de huidige manier van wonen, werken en verplaatsen beschikbaar en haalbaar zijn, groeit in toenemende mate ook de groep mensen die deze alternatieven daadwerkelijk gebruiken. Op die manier komen de benodigde structurele veranderingen op langere termijn sneller binnen bereik. Relatief duurdere emissiereductiemaatregelen in eigen land kunnen dus ook verantwoord zijn, omwille van de positieve neveneffecten zoals de creatie of het behoud van werkgelegenheid, secundaire milieubaten, positieve economische impact door innovatie, etc. Een brede maatschappelijke kosten-baten benadering vormt dus het aangewezen afwegingskader. Meer aandacht voor het potentieel aan binnenlandse maatregelen is ook in overeenstemming met het algemeen principe van de Vlaamse Klimaatconferentie dat alle in Vlaanderen beschikbare reductiemaatregelen die goedkoper zijn dan het gebruik van flexibiliteitsmechanismen gerealiseerd worden, zodat de inzet van flexibiliteitsmechanismen tot het noodzakelijke kan worden beperkt Zorg voor een flexmex-strategie Die inzet van flexibiliteitsmechanismen betreft een reeks strategische keuzes die samenhangen met onder meer de kostprijs van de realisatie van de Vlaamse klimaatdoelstelling, de internationale engagementen, de opportuniteiten en risico s voor de Vlaamse economie op langere termijn en de budgettaire implicaties 7. Het gaat dan ook om een belangrijk debat. Op de Klimaatconferentie werd de consensus bereikt dat de discussie zich in Vlaanderen moet focussen op de vraag hoe Vlaanderen flexmex moet inzetten, omdat het niet mogelijk zal zijn om met binnenlandse maatregelen alléén de beleidskloof helemaal op te vullen tegen Concreet moeten de volgende vragen beantwoord worden: hoeveel emissiereducties zullen met flexmex gerealiseerd worden in verhouding tot binnenlandse maatregelen; welke flexibiliteitsmechanismen zullen worden aangewend; hoe zal de Vlaamse overheid de aankoop van flexmexkredieten realiseren; hoe zal de aankoop van flexmex-kredieten gefinancierd worden? Het ontwerpplan bevat weinig antwoorden op die vragen. Het ontwerpplan bevat geen expliciete cijfers over het aandeel flexibiliteitsmechanismen dat Vlaanderen/België uiteindelijk zal of kan inzetten om aan zijn klimaatdoelstelling te voldoen (zie ook deel 4.2 van dit advies). De raden vragen dan ook dat het definitieve klimaatplan de informatie en visie in het ontwerpplan over de inzet van flexibiliteitsmechanismen in het klimaatbeleid vervolledigt en een antwoord geeft op de voormelde strategische vragen. De raden formuleren in Kader 4 alvast enkele principes die bij de vervollediging van de flexmex strategie meegenomen moeten worden. Analoog moet de indicatorenlijst van het ontwerpplan inzake flexmex worden uitgebreid zodat die indicatoren ook een inzicht geven in de inzet van flexibiliteitsmechanismen ten opzichte van binnenlandse maatregelen. 6 Leercurves tonen aan dat de kosten van technologieën sterk kunnen dalen in de tijd, bij een toename van het geïnstalleerd volume, in het bijzonder tijdens de eerste levensfases van een nieuwe technologie. 7 Het eindverslag van de werkgroep flexmex van de Vlaamse Klimaatconferentie bevat een goed overzicht van de redenen waarom in Vlaanderen de inzet van flexmex nodig is, en van de redenen waarom dat enkel kan in aanvulling op binnenlandse maatregelen. Pagina 20 van 27

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad Advies Proefproject LZV s Brussel, 24 juni 2011 Mobiliteitsraad Wetstraat 34-36 1040 Brussel T +32 2 209 01 25 F +32 2 217 70 08 info@mobiliteitsraad.be www.mobiliteitsraad.be Adviesvraag: Proefproject

Nadere informatie

Advies. Actieplan droogte en overstromingen. Brussel, 18 februari 2019

Advies. Actieplan droogte en overstromingen. Brussel, 18 februari 2019 Advies Brussel, 18 februari 2019 SERV_20190218_actieplan_droogte_overstromingen_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018 Advies Voorontwerp van Brusseldecreet Brussel, 17 september 2018 SERV_20180917_Brusseldecreet_ADV_.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be

Nadere informatie

Advies. Besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energiesystemen

Advies. Besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energiesystemen Brussel, 12 september 2007 091207 Advies besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energie Advies Besluit haalbaarheidsstudie alternatieve energiesystemen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en krachtlijnen...

Nadere informatie

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017 Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017 Een proces met 8 raden Federaal: FRDO Brussel: RLBHG, ESRBHG Vlaanderen: MiNaRaad, SERV Wallonië: CWEDD, CESW Duitstalige gemeenschap:

Nadere informatie

De beleidsnota Omgeving

De beleidsnota Omgeving Briefadvies De beleidsnota Omgeving 2014-2019 Briefadvies over de beleidsnota Omgeving 2014-2019 Datum van goedkeuring 9 december 2014 Volgnummer 2014 039 Coördinator + e-mailadres Sandra Sliwa, sandra.sliwa@minaraad.be

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2015-2020 Vlaamse Ouderenraad vzw 5 november 2014 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel Advies 2014/3 naar aanleiding

Nadere informatie

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen

De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen De 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling in Vlaanderen Duurzame ontwikkeling in België Grondwet art. 7bis Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale Staat, de gemeenschappen

Nadere informatie

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden Gezamenlijk advies Gezamenlijk advies Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden Voorontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststellingen van de instandhoudingsdoelstellingen

Nadere informatie

Adviesverlening vertraagt wetgevingsprocedure! Of toch niet? De advisering door de SERV in de voorbije legislatuur in cijfers

Adviesverlening vertraagt wetgevingsprocedure! Of toch niet? De advisering door de SERV in de voorbije legislatuur in cijfers Brussel, juni 2009 Adviesverlening vertraagt wetgevingsprocedure! Of toch niet? De advisering door de SERV in de voorbije legislatuur in cijfers Het begin van een nieuwe legislatuur is voor veel organisaties

Nadere informatie

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport Brussel, 15 december 2009 20091215_Aanbeveling Brussels Airport Aanbeveling ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport Inhoud 1. Situering... 3 2. Strategische overwegingen...

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie

Briefadvies. Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen. Brussel, 24 juli 2018

Briefadvies. Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen. Brussel, 24 juli 2018 Briefadvies Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen Brussel, 24 juli 2018 Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@salv.be

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerpbesluit tot regeling van steun aan projecten van collectief O&O en collectieve kennisverspreiding

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 20 oktober over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan

BRIEFADVIES. van 20 oktober over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan BRIEFADVIES van 20 oktober 2011 over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan 11 62 Mevrouw Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Koolstraat 35 bus 5 1000

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

20/06/2014. Kwaliteit in overleg. Draaiboek overlegproces IHD. Afgelegde traject. Vlaamse overleggroep. BOLOV s. Projecten(Life +3water)

20/06/2014. Kwaliteit in overleg. Draaiboek overlegproces IHD. Afgelegde traject. Vlaamse overleggroep. BOLOV s. Projecten(Life +3water) Kwaliteit in overleg Draaiboek overlegproces IHD 1 Afgelegde traject Vlaamse overleggroep BOLOV s Projecten(Life +3water) 2 1 Samenwerking op alle niveaus Uitgewerkt overlegproces Algemene principes: Transparantie

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren

Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren Advies Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren Brussel, 25 mei 2018 Mobiliteitsraad Wetstraat 34-36

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW CONCEPTNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW CONCEPTNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW CONCEPTNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030 1 Internationale verbintenissen Met het Klimaatakkoord

Nadere informatie

nr. 203 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 17 februari 2016 aan GEERT BOURGEOIS Conceptnota Visie Stand van zaken

nr. 203 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 17 februari 2016 aan GEERT BOURGEOIS Conceptnota Visie Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 203 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 17 februari 2016 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Conceptnota

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Inleiding. Doelstelling

Inleiding. Doelstelling 25 Inleiding Marleen Van Steertegem, MIRA-team, VMM Myriam Dumortier, NARA, INBO Doelstelling De samenleving wordt complexer, en verandert steeds sneller. Het beleid kan zich niet uitsluitend baseren op

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Eindrapport van het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Eindrapport van het Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring Eindrapport van het Vlaams jeugd-

Nadere informatie

Bijlage 5. Werkgroep Governance. Titel: Stroomversnelling werkgroep Governance. Werkgroepvoorzitter(s): Luc Peeters (VEA) Deelnemers: Eandis.

Bijlage 5. Werkgroep Governance. Titel: Stroomversnelling werkgroep Governance. Werkgroepvoorzitter(s): Luc Peeters (VEA) Deelnemers: Eandis. Bijlage 5 Werkgroep Governance Titel: Stroomversnelling werkgroep Governance Werkgroepvoorzitter(s): Luc Peeters (VEA) Deelnemers: Eandis Infrax Mina-raad REScoop VVP VVSG 1 STROOMVERSNELLING WERKGROEP

Nadere informatie

Advies. Brussel, 20 september MORA_ADV_ _LZVs Mobiliteitsraad

Advies. Brussel, 20 september MORA_ADV_ _LZVs Mobiliteitsraad Advies Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject Brussel,

Nadere informatie

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Advies Beroepsmogelijkheden milieuvergunningsdecreet Codex Ruimtelijke Ordening Brussel, Minaraad, 5 juli 2011 Brussel, SERV, 6 juli 20111 SERV_ADV_20110706_decreetberoepen Sociaal-Economische raad van

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter Brussel, 24 april 2009 042409_Advies provinciale mobiliteitscharter Advies Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter Situering en inhoud voorontwerp

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement van de Stuurgroep. Green Deal. <001> <Gedeelde Mobiliteit>

Huishoudelijk Reglement van de Stuurgroep. Green Deal. <001> <Gedeelde Mobiliteit> Huishoudelijk Reglement van de Stuurgroep Green Deal Doelstelling van de Stuurgroep De Stuurgroep fungeert als klankbord voor de initiatiefnemende partijen en stuurt de werking

Nadere informatie

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011 Advies Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011 11-10 advies hernieuwbare EU-richtlijn Sociaal-Economische raad van Vlaanderen Wetstraat

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019. Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken

Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019. Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken Toelichting bij de nota Opvolging van doelstellingen in de regeerperiode 2014-2019 Dieter Vanhee Departement Bestuurszaken Infosessie ondernemingsplan 12 januari 2015 Regeerakkoord 2014-2019 We verminderen

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

Brussel, 19 september Advies Ondernemerschapsportefeuille. Advies

Brussel, 19 september Advies Ondernemerschapsportefeuille. Advies Brussel, 19 september 2008 190908 Advies Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten Inhoud

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de kwaliteitsstandaard voor het organiseren

Nadere informatie

ADVIES VIZIER 2030 DOELSTELLINGENKADER VLAANDEREN

ADVIES VIZIER 2030 DOELSTELLINGENKADER VLAANDEREN ADVIES VIZIER 2030 DOELSTELLINGENKADER VLAANDEREN Advies 2018-09 / 26.03.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 4 3.1 Algemeen 4 3.2 Langetermijnbeleidsplannen

Nadere informatie

Verloop beoordeling opmaak overeenkomst

Verloop beoordeling opmaak overeenkomst Verloop beoordeling opmaak overeenkomst De Ambrassade 13 september 2016 Wat komt er aan bod in deze sessie? Beoordelingsfase + timing Verloop beoordeling, criteria en resultaat Subsidieovereenkomst: elementen

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

VR DOC.0996/1BIS

VR DOC.0996/1BIS VR 2018 0709 DOC.0996/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het jeugd- en kinderrechtenbeleid

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER EEN 2030-DOELSTELLINGENKADER VOOR VLAANDEREN

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER EEN 2030-DOELSTELLINGENKADER VOOR VLAANDEREN ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER EEN 2030-DOELSTELLINGENKADER VOOR VLAANDEREN SARO HAVENLAAN 88 BUS 23 1000 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. STRATEGISCHE AANDACHTSPUNTEN...

Nadere informatie

Advies Nationaal Klimaatplan van België : stand van zaken

Advies Nationaal Klimaatplan van België : stand van zaken Brussel, februari 2009 Gezamenlijk advies Minaraad en SERV Advies Nationaal Klimaatplan van België 2009-2012: stand van zaken SERV, 18 februari 2009 Minaraad, 19 februari 2009 Inhoud Krachtlijnen van het

Nadere informatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Seminarie ondernemingsplan 13 november 2015 Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Presentatie is opgebouwd rond een aantal vragen die ons werden voorgelegd door de initiatiefnemers

Nadere informatie

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015 Advies Brussel, 6 juli 2015 SERV_Raad_20150706_aanvraagprocedures_ervaringsfonds_adv Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag:

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting

Voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting Advies Voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2017 Brussel, 28 april 2017 Mobiliteitsraad Wetstraat 34-36 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@mobiliteitsraad.be

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a Wat is het doel/de bestaansreden van de functie? : Het leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en ervoor zorgen dat strategische projecten geïmplementeerd

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Woonbeleidsplan Vlaanderen (uitvoering van artikel 4bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Woonbeleidsplan Vlaanderen (uitvoering van artikel 4bis van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode) DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Woonbeleidsplan Vlaanderen (uitvoering van artikel 4bis van het

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid Griffie Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : 1521160 Behandelend ambtenaar : Hans Zwepink Directie/bureau : Griffie / PE Nummer commissiestuk

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Opdracht en algemene werkingsregels 1 - Het remuneratiecomité heeft aandacht voor het strategische beleid en neemt hierin een adviserende

Nadere informatie

Vlaamse klimaatconferentie. Werkgroep FLEXIBILITEITSMECHANISMEN

Vlaamse klimaatconferentie. Werkgroep FLEXIBILITEITSMECHANISMEN Vlaamse klimaatconferentie Werkgroep FLEXIBILITEITSMECHANISMEN Markiesgebouw, 18/10/2005 Het klimaat verandert! En U? 28/06/2005: Toelichting over het internationale en Vlaamse flexmex-beleid 12/09/2005:

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli A D V I E S Nr. 1.954 ------------------------------- Zitting van dinsdag 14 juli 2015 ---------------------------------------- Risicogroepen Wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 tot

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

VR DOC.0130/1

VR DOC.0130/1 VR 2019 0802 DOC.0130/1 DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp VIZIER2030 Een 2030-doelstellingenkader

Nadere informatie

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Pascal De Decker Sint-Lucas Architectuurschool & Hogeschool Gent Ruimte-conferentie Rotterdam 19 april 2010 1 Inhoud Korte geschiedenis RSV

Nadere informatie

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE Nationaal Actie Plan d A ction N ational - NAPAN Task Force HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE VERSIE 2.0 GOED GEKEURD DOOR DE NTF OP 02/04/2015 Artikel 1. Definities Er wordt verstaan onder

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september 2016 Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Goedkeuring Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989).

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

VR DOC.0085/1

VR DOC.0085/1 VR 2017 0302 DOC.0085/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest,

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Ongeveer 17 jaar geleden startte een eerste pilootproject van de. bosgroepen in de Kempense Heuvelrug in de provincie Antwerpen,

Ongeveer 17 jaar geleden startte een eerste pilootproject van de. bosgroepen in de Kempense Heuvelrug in de provincie Antwerpen, Zaterdag 17 september 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Toespraak Bosgroepen Oost-Vlaanderen - Wachtebeke Dames en heren, Beste gedeputeerde(n), Beste

Nadere informatie

Advies. Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid. Brussel, 20 juli VHC_ADV_ _Vlaamse_spoorstrategie

Advies. Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid. Brussel, 20 juli VHC_ADV_ _Vlaamse_spoorstrategie Advies Over de conceptnota Vlaams strategisch spoorbeleid Brussel, 20 juli 2012 VHC_ADV_20120720_Vlaamse_spoorstrategie Vlaamse Havencommissie Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 F +32 2 217

Nadere informatie

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? INLEIDING Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd in 1999

Nadere informatie

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV)

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DE BELASTING OP DE INVERKEERSTELLING (BIV) Brussel, 13 maart 2002 BIV-advies_150202 NHOUDSTAFEL 1. TER INLEIDING 1 2. ALGEMENE BESCHOUWINGEN NAAR

Nadere informatie

BBC EN PLANNING IN GEEL

BBC EN PLANNING IN GEEL BBC EN PLANNING IN GEEL Geel? GEEL? Geel? 38.000 inwoners Antwerpse Kempen Gezinsverpleging - Barmhartige Stede Uitgestrekt grondgebied: ca 11.000 ha Stedelijke kern versus landelijk buitengebied Aanwezigheid

Nadere informatie

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN Advies 2018-18 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Modaliteiten

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID,

DE VLAAMSE MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID, Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen

Advies. JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Advies DATUM 11 juni 2018 VOLGNUMMER 2017-2018/9 COMMISSIE Commissie voor Jeugd JKP krijgt meer reliëf maar mag integraal karakter niet verliezen Bij de recente bespreking van het tussentijds rapport van

Nadere informatie

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies

Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies Milieubeleidsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en het Verbond van de Glasindustrie vzw betreffende de reductie van de NOx emissies Jaarrapport over het jaar 2012 Verbond van de Glasindustrie Pleinlaan

Nadere informatie

Advies. betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid

Advies. betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid Brussel, 13 maart 2006 130306 Advies inwerkingsbeleid Advies betreffende het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid Inhoud Inhoud... 2 1.

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1769 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2009/36222] 7 DECEMBER 2009. Ministerieel besluit houdende vastlegging van de sjablonen en toelichtingen voor het melden van een ingrijpende abnormale

Nadere informatie

Brussel, 4 juli 2008 080704 Advies interregionale mobiliteit. Advies. fysieke interregionale mobiliteit

Brussel, 4 juli 2008 080704 Advies interregionale mobiliteit. Advies. fysieke interregionale mobiliteit Brussel, 4 juli 2008 080704 Advies interregionale mobiliteit Advies fysieke interregionale mobiliteit Inhoud Advies... 3 1. Situering... 3 2. Nota werkgroep mobiliteit... 3 3. Rol sociale partners... 5

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Fiscale regularisatie niet uitsplitsbare bedragen. Goedkeuring

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Cultuur, Media, Jeugd en Brussel NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het decreet houdende

Nadere informatie

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE & DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase)

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase) Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase) Ondersteuning lokale projecten klimaat: Waarom? In het klimaatbeleidsplan is ingeschreven dat we ook eigen uitstoot van broeikasgassen willen compenseren.

Nadere informatie

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vergadering C150 CUL20 zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 14 maart 2013 2 Commissievergadering nr. C150 CUL20 (2012-2013) 14 maart

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs - Tweede

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 3 juni 2016 betreffende de tegemoetkoming

Nadere informatie

Advies. Wijziging energieheffing. Brussel, 5 september 2016

Advies. Wijziging energieheffing. Brussel, 5 september 2016 Advies Wijziging energieheffing Brussel, 5 september 2016 SERV_20160905_wijziging_energieheffing_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be

Nadere informatie

ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur

ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur Op 26 oktober 2009 diende minister Joke Schauvliege haar beleidsnota s Cultuur en Leefmilieu/Natuur in bij het Vlaams Parlement. In deze beleidsdocumenten

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling Samenstelling De heer Patrick Janssens, burgemeester

Nadere informatie

Brussel, 10 september _Advies_GEN_overeenkomst. Advies. Over voorontwerpdecreet ter instemming met de overeenkomst over het GEN Brussel

Brussel, 10 september _Advies_GEN_overeenkomst. Advies. Over voorontwerpdecreet ter instemming met de overeenkomst over het GEN Brussel Brussel, 10 september 2003 091003_Advies_GEN_overeenkomst Advies Over voorontwerpdecreet ter instemming met de overeenkomst over het GEN Brussel Inhoud Inhoud... 2 1. Toelichting bij de adviesvraag...

Nadere informatie

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015 Advies Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Brussel, 26 mei 2015 SERV_20150526_conceptnota_overlegmodel_WVG_ADV Sociaal-Economische Raad van

Nadere informatie