- dhr. Hekstra, broer initiatiefnemer - dhr. A. Feenstra, adviseur van Hekstra. Dantumadiel

Transcriptie

1 ADVIES NIJE PLEATS Casus Verplaatsing melkveehouderijbedrijf Hekstra, Wâlterswâld Algemene gegevens Bijeenkomst Nije Pleats Terugkoppelmoment 15 april 2010, gemeentehuis Damwoude Aanwezig: - dhr. G. Klont, gemeente - dhr. P. Hekstra, initiatiefnemer - dhr. A. Visser, adviseur van Hekstra - dhr. P. Visser, projectbureau Centrale As - dhr. J. van Sinderen, Dienst Landelijk Gebied - dhr. A. Timmermans, Hûs&Hiem - mevr. H. Kloosterziel, provincie - dhr. B. van der Veen, Nije Pleats - mevr. A. Hoogwoud, Nije Pleats 23 juni 2010, gemeentehuis Damwoude Aanwezig: - mevr. L. Sijtsma, gemeente - dhr. P. Hekstra, initiatiefnemer - dhr. Hekstra, broer initiatiefnemer - dhr. A. Feenstra, adviseur van Hekstra - dhr. B. van der Veen, Nije Pleats Gemeente Dantumadiel Contactpersoon gemeente Dhr. G. Klont (tot 1 mei 2010) Mevr. L. Sijtsma (na 1 mei 2010) Initiatiefnemer Nije Pleats Hûs & Hiem Kwaliteitsteam provincie Landschap Stedenbouw/architectuur De heer P. Hekstra, Boppewei 12, De Westereen Annemarie Hoogwoud, Barend van der Veen Dhr. Ap Timmermans Mevr. Hilde Kloosterziel x x

2 Achtergrondinformatie Vraagstelling/Opgave Analyse De heer Hekstra heeft een melkveehouderij aan de Boppewei te De Westereen. De heer Hekstra moet dit bedrijf verplaatsen in verband met de aanleg van de Centrale As. Op de huidige locatie melkt de heer Hekstra zo n 120 melkkoeien en heeft hij 85 hectare cultuurgrond in gebruik. Voor de verplaatsing van het bedrijf is een locatie aan de Tsjerkeloane te Wâlterswâld in beeld. De heer Hekstra wil op deze locatie doorgroeien naar zo n 150 melkkoeien. Geef in het licht van de uitbreidingswensen de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de melkveehouderij en ga in op: - de ordening en plaatsing van gebouwen en bouwwerken - de landschappelijke inpassing van het erf De locatie voor de beoogde nieuwbouw van het agrarisch bedrijf is gelegen aan de Tsjerkeloane tussen Wâlterswâld-Noard en Walterswâld-Súd. De locatie is gelegen in het besloten coulissenlandschap van de friese wouden en ligt binnen de begrenzing van het Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden. Kenmerkend voor dit gebied is de elzensingelstructuur en de opstrekkende verkavelingstructuur in een karakteristieke lengte/breedte-verhouding. Belangrijk voor het inpassen van een nieuw erf ter plaatse is: - behoud van de richting van de landschappelijke structuur (noord-zuid gericht) met elzensingels; - versterken van de landschappelijke structuur; - behoud van doorzichten vanuit de dorpslinten. Belangrijk voor de vormgeving van het erf is: - vormgeving in de lengterichting (noord-zuid); - nieuwe erf door maat en schaal zoveel mogelijk losleggen van dorpslinten; - ruimte zoeken voor eventuele latere uitbreidingen. Antwoord op de vraagstelling/opgave In de pilotsessie zijn twee varianten uitgewerkt. Beide varianten hebben te maken met verwerfbaarheid van gronden. De ene variant (variant 2) sluit aan bij de grondeigendommen die bij het nieuwe bedrijf van de heer Hekstra kunnen worden betrokken. Deze variant sluit tevens aan op de bebouwing van Wâlterswâld-Súd langs de Tsjerkeloane. Probleem hierbij is de tegenover gelegen

3 burgerwoning en de aan te houden milieuafstanden tussen het nieuwe bedrijf en de bestaande woning. Door die milieuafstanden (50 meter) lijkt de beschikbare kamer in het landschap niet toereikend voor de nieuwbouwplannen van de heer Hekstra, zeker gelet op eventuele toekomstige ontwikkelingen. Vanwege dat, maar ook vanuit ruimtelijk/landschappelijk oogpunt is er een voorkeur voor het ontwikkelen van het nieuwe bedrijf in de kamer direct ten noorden van de vorige locatie (variant 1). Die grond is echter niet in eigendom van de heer Hekstra en/of het projectbureau van de Centrale As. Wel worden mogelijkheden gezien om die gronden (van de kerk) te ruilen met andere gronden. Dit zal nader worden onderzocht. Vandaar dat voor deze locatie een ontwikkelingsvariant is uitgewerkt die ruimtelijk gezien de voorkeur geniet. De in de bijlage opgenomen schets en notitie geeft het antwoord op de vraagstelling/opgave. Hieronder worden de belangrijkste aspecten per variant voor de ordening en plaatsing van gebouwen en bouwwerken en voor de landschappelijke inpassing toegelicht. Variant 1 Uitgangspunten voor de ordening en plaatsing van gebouwen en bouwwerken: - benut de hele landschappelijke kamer met het oog op toekomstige uitbreidingen; - plaats het woonhuis en de nieuwe stal langs de Tsjerkeloane; - plaats de wagenberging achter de nieuwe stal; - zorg voor een nokrichting van alle gebouwen die parallel aan de Tsjerkeloane is; - breid de stal in de toekomst in zuidelijke richting uit: de begrenzing van de bestaande landschappelijke kamer vormt daarbij de maximale ruimte; - plaats de sleuflsilo s in dezelfde kamer, maar vanwege toekomstige uitbreidingsmogelijkheden van de stal, bij voorkeur in de kamer ernaast: in ieder geval zuidelijker dan de noordelijke gevel van de stal en liefst zuidelijker. Uitgangspunten voor de landschappelijke inpassing van het erf: - behoud de bestaande singelstructuur; - versterk de elzensingels rondom het perceel en van de naastgelegen kamer waarin de sleufsilo s

4 worden geprojecteerd; - voeg een singelelement toe ten westen van het nieuwe woonhuis, ter afscherming van de nieuwe stal en wagenberging - enkele doorbraken in de elzensingels moeten worden gecreëerd om een effectief bedrijfserf te kunnen realiseren. Naar aanleiding van het terugkoppelmoment is gediscussieerd over de mogelijkheid om de bebouwing in deze variant 1 te spiegelen. Dat wil zeggen: het woonhuis aan de zuidzijde van het perceel en de stal aan de noordzijde van het perceel. Deze optie is afzonderlijk met het kwaliteitsteam van de provincie besproken en akkoord bevonden, mits aan de hierboven staande uitgangspunten (gespiegeld) wordt voldaan. Variant 1a laat een mogelijke invulling van deze spiegeling zien. Variant 2 Uitgangspunten voor de ordening en plaatsing van gebouwen en bouwwerken: - zorg voor voldoende afstand tussen de nieuwe stal en de bestaande woningen (50 meter). - plaats het woonhuis en de nieuwe stal langs de Tsjerkeloane; - zorg voor een nokrichting van alle gebouwen die parallel aan de Tsjerkeloane is; - breid de stal in de toekomst in westeljke richting uit: de begrenzing van de bestaande landschappelijke kamer vormt daarbij de maximale ruimte; - plaats de wagenberging niet in dezelfde kamer, maar in de kamer ernaast: de zuidgevel mag de rooilijn van de zuidgevel van de woning niet overschreiden; - plaats de sleuflsilo s in dezelfde kamer, maar vanwege toekomstige uitbreidingsmogelijkheden van de stal, bij voorkeur in de kamer ernaast: in ieder geval niet noordelijker dan de noordgevel van de nieuwe stal. Uitgangspunten voor de landschappelijke inpassing van het erf: - behoud de bestaande singelstructuur; - versterk de elzensingels rondom het perceel en van de naastgelegen kamer waarin de sleufsilo s en de wagenberging worden geprojecteerd; - voeg een singelelement + sloot toe ten zuiden van

5 de wagenberging en sleufsilo s, ter afscherming daarvan. - enkele doorbraken in de elzensingels moeten worden gecreëerd om een effectief bedrijfserf te kunnen realiseren. Bijlagen / Uitwerking Tot slot Achtergrond informatie bedrijf Toelichting op de oplossing Het resultaat van een werksessie van de Nije Pleats is een concept op basis waarvan de agrariër zijn bedrijf de komende jaren kan uitbreiden; zodanig dat alle betrokken partijen zich in dat concept kunnen vinden. Dat resultaat is niet vrijblijvend. Immers, van alle partijen mag verwacht worden dat zij ook over enkele jaren nog achter het resultaat van de pilotsessie staan. Alleen dan heeft de pilotsessie een duurzaam effect en levert het duurzaam voordeel op voor de agrariër én voor de ruimtelijke kwaliteit. Daarom wordt het resultaat van een werksessie vastgelegd in een Advies Nije Pleats. Een Advies Nije Pleats is géén bouwvergunning. Het is dus ook niet zo, dat een agrariër na een werksessie met een bouwvergunning de zaal verlaat. Het Advies Nije Pleats heeft echter wel een belangrijke betekenis voor het vervolgtraject van initiatief tot uitvoering. Met name in de formele procedure zal het een belangrijke rol spelen. In die procedure moeten de partijen die bij de werksessie aanwezig waren hun formele toetsingstaak gemakkelijk kunnen uitvoeren aan de hand van het Advies Nije Pleats. Wanneer het ingediende bouwplan past binnen de voorwaarden uit het Advies Nije Pleats dan moet het bouwplan haalbaar zijn. Het Advies Nije Pleats is daarmee een communicatief product met betekenis voor alle deelnemende partijen en geeft dus richting aan voor de verlening van de uiteindelijke bouwvergunning. Dit vergt derhalve bij alle deelnemende partijen een goed systeem van archivering, registrering en attendering. In de formele procedure komen nadere onderzoeken aan de orde, zoals ecologisch onderzoek, archeologisch onderzoek, onderzoek naar luchtkwaliteit en de watertoets. Deze aspecten worden niet tijdens een werksessie van de Nije Pleats uitgewerkt. Er wordt globaal gekeken naar de haalbaarheid van het bouwplan op die plek. In de daarop volgende planologische procedure worden deze aspecten nader onderzocht. Dit

6 nader onderzoek zal vrijwel nooit leiden tot een drastische aanpassing van het bouwplan op die plek, maar kan daarin wel een nuancering aanbrengen. Tot slot kunnen andere bijzondere omstandigheden in de formele procedure leiden tot vertraging en aanpassing. Te denken valt aan zienswijzen en bezwaren van omwonenden, verzoeken om planschade, beleidswijzigingen, nieuwe wetgeving en dergelijke. De Nije Pleats kan hierop niet anticiperen. De Nije Pleats biedt een richtgevend advies voor de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf, waarvan mag worden aangenomen dat dit advies onder normale omstandigheden uitvoerbaar is. Wij wensen u tot slot veel succes bij de verdere uitvoering van uw plannen. Bovenkant formulier Onderkant formulier

7 Bijlagen

8 Achtergrondinformatie

9

10 Toelichting op de oplossing

11 Variant 1

12 Variant 1a

13 Variant 2