Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814."

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr juni 2018 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet, houdende wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld Nader Rapport s-gravenhage, 1 juni 2018 WJZ / Aan de Koning Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 30 april 2018, nr , machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 23 mei 2018, nr. W , bied ik U hierbij aan. Hieronder zijn opgenomen het voornoemde advies, in cursief weergegeven, en de reactie van het kabinet daarop. Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe juridische procedure om de gaswinning uit het Groningenveld te minimaliseren. Gelet op de nadelige gevolgen van de gaswinning uit het Groningenveld voor de bewoners van het aardbevingsgebied, acht de Afdeling advisering van de Raad van State het van belang dat de voorgestelde juridische procedure ook daadwerkelijk verzekert dat de gaswinning daar wordt geminimaliseerd, en dat daarmee zo spoedig als mogelijk duidelijkheid wordt gegeven aan de Groningse regio en haar inwoners. Zowel het belang van veiligheid voor de inwoners en het belang van veiligheid van leveringszekerheid, als het maatschappelijk belang van leveringszekerheid (lees: werkgelegenheid) moet in de procedure worden afgewogen. Een afweging tussen deze belangen van geheel verschillende aard blijft onvermijdelijk lastig. Gelet op de onzekerheid waarin de Groningse regio verkeert en gegeven het doel van het wetsvoorstel adviseert de Afdeling evenwel om het wetsvoorstel in ieder geval zo aan te passen dat de veiligheid voor de omwonenden boven die van het maatschappelijk belang van leveringszekerheid gaat. 1. Achtergrond en inhoud wetsvoorstel De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft bij brief van 29 maart 2018 aan de Tweede Kamer aangekondigd dat de gaswinning (van zogeheten laagcalorisch gas) uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn volledig wordt beëindigd. 1 Directe aanleiding hiervoor is de aardbeving in Zeerijp van januari De minister heeft in dezelfde brief ook bekendgemaakt dat een aantal maatregelen wordt genomen om de vraag naar laagcalorisch gas zo snel mogelijk terug te brengen. Die maatregelen betreffen het verwerven van extra stikstofcapaciteit, de omschakeling van grootverbruikers, de versnelde afbouw van de export van laagcalorisch gas en de verduurzaming van de gebouwde omgeving en glastuinbouw. Totdat die maatregelen zijn gerealiseerd, wordt echter nog gas uit het Groningveld gewonnen. Volgens de toelichting bij het wetsvoorstel brengt het onmiddellijk verminderen van de winning uit het Groningenveld naar een lager niveau veiligheidsrisico s met zich mee voor huishoudens, instellingen en bedrijven in Nederland en omringende buurlanden. En wanneer niet wordt voldaan aan de behoefte aan gas komt de leveringszekerheid in gevaar en zouden huishoudens bijvoorbeeld zonder verwarming komen te zitten en niet meer kunnen koken. 2 Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe gaswinningsprocedure die ertoe moet leiden dat zodra als gevolg van de genoemde maatregelen minder gas uit het Groningenveld nodig is, er ook minder gas wordt gewonnen ( nooit meer dan nodig ). Tegelijkertijd geeft dit wetsvoorstel, anders dan thans, de 1 Kamerstukken II 2017/18, , nr Toelichting, paragraaf Staatscourant 2018 nr juni 2018

2 minister de bevoegdheid om de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) ook daadwerkelijk te verplichten het minimaal noodzakelijke gas te winnen. De nieuwe procedure voor gaswinning uit het Groningenveld houdt in dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet (GasUnie Transport Services, GTS) allereerst een raming maakt van de behoefte aan gas uit het Groningenveld. 3 Vervolgens verzoekt de minister aan de houder van de winningsvergunning (de NAM) om met inachtneming van de raming en gelet op het belang van het minimaliseren van de inzet van het Groningenveld en op het minimaliseren van de verwachte bodembeweging een of meerdere operationele strategieën voor te stellen. 4 In deze operationele strategie moet tenminste een verdeling van de winning over de verschillende clusters van het Groningenveld in volume en tijd worden beschreven. 5 Hierna vraagt de minister het Staatstoezicht op de mijnen (SodM) en TNO om advies over de voorgestelde operationele strategie. 6 Het advies van het SodM gaat over de ondergrondse (bodembeweging) en bovengrondse gevolgen (gevolgen voor omwonenden, gebouwen of infrastructuur) van de operationele strategie. Het advies van TNO gaat alleen over de bovengrondse gevolgen. Ook wordt de Mijnraad 7 om advies gevraagd en worden de regionale overheden 8 in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Ten slotte stelt de minister de operationele strategie vast Belangenafweging De mensen in het aardbevingsgebied in Groningen ondervinden bijzonder nadelige gevolgen van de Gaswinning. Daarbij gaat het niet alleen om schade aan en waardevermindering van gebouwen of gronden en de daaraan verbonden sociale gevolgen zoals angst en onzekerheid maar ook om risico s voor de veiligheid. De mensen in het aardbevingsgebied ondervinden deze nadelige gevolgen al geruime tijd. De Afdeling meent dan ook dat de voorgestelde procedure overeenkomstig het doel van het wetsvoorstel moet verzekeren dat de gaswinning uit het Groningenveld wordt geminimaliseerd en dat zo spoedig als mogelijk duidelijkheid aan de regio en haar inwoners wordt verschaft. Het wetsvoorstel voorziet echter in een belangenafweging voor de minister die het lastig maakt om dit te verzekeren. Daarover gaat deze paragraaf in dit advies. De voorgestelde nieuwe procedure voorziet erin dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie uiteindelijk drie belangen betrekt. De door de minister te betrekken belangen zijn verschillend van aard en van gewicht. Hieronder worden de door de minister te betrekken verschillende belangen eerst beschreven. Vervolgens wordt, na een opmerking over de toelichting waarin het belang van leveringszekerheid wordt verbonden aan grondrechten, in het bijzonder ingegaan op de wijze waarop de minister de verschillende belangen tegen elkaar moet afwegen. Twee kanten veiligheid Het wetsvoorstel bepaalt dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie het veiligheidsbelang betrekt. 10 Onder veiligheidsbelang wordt in het wetsvoorstel begrepen de veiligheidsrisico s voor omwonenden als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld. 11 In het wetsvoorstel worden eveneens de risico s als gevolg van het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveel laagcalorisch gas (leveringszekerheid) onder het veiligheidsbelang geschaard. 12 De toelichting spreekt in dit verband over risico s voor de volksgezondheid en over gebieden die mogelijk onleefbaar worden als geen gas wordt geleverd. 13 Ook spreekt de toelichting over verschillende grondrechten voor afnemers van gas die aan de leveringszekerheid zouden zijn verbonden. 14 Veiligheid versus maatschappelijk belang Het wetsvoorstel bepaalt daarnaast dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie niet alleen de twee bovengenoemde betekenissen van het veiligheidsbelang betrekt, maar ook meer in 3 Artikel I, onderdeel B, voorgestelde wijziging van artikel 10a van de Gaswet. 4 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52c, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 5 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52c, derde lid, van de Mijnbouwwet. 6 Artikel II, onderdeel E, voorgesteld artikel 122a en voorgestelde wijziging van artikel 127 van de Mijnbouwwet. 7 Artikel II, onderdeel D, voorgestelde wijziging van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet. 8 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, vierde lid, van de Mijnbouwwet. 9 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, eerste lid, van de Mijnbouwwet. 10 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 11 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52a. 12 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52a. 13 Toelichting, onder andere paragraaf Toelichting, paragraaf Staatscourant 2018 nr juni 2018

3 het algemeen het maatschappelijk belang om de eindafnemers van het benodigde gas te voorzien. 15 Dit maatschappelijk belang wordt in het wetsvoorstel niet gedefinieerd. Blijkens de toelichting moet daaronder worden verstaan de economische consequenties van het langdurig afsluiten van bedrijven van gas, zoals het ontslaan van medewerkers en faillissementen. 16 Duidelijk is dat het maatschappelijk belang van leveringszekerheid dus een nogal ruime betekenis kan hebben. a. Leveringszekerheid als grondrecht In de toelichting wordt leveringszekerheid aan grondrechten verbonden. 17 De Afdeling merkt op dat dit een wat geforceerde indruk maakt. De Afdeling onderschrijft het belang van leveringszekerheid, maar acht het aanmerken van leveringszekerheid als grondrecht in de zin van de artikelen 2 en 8 van het EVRM nodig noch wenselijk. Zoals de toelichting ook onderkent bestaat er geen rechtspraak over de grondrechtelijke aspecten van de leveringszekerheid van gas uit het Groningenveld. Het verbinden van grondrechten aan leveringszekerheid is niet nodig, mede gelet op de aan het Unierecht te ontlenen aanspraken op gaslevering door met name beschermde afnemers. 18 Bovendien leidt het bestempelen van leveringszekerheid als grondrecht in de zin van de artikelen 2 en 8 van het EVRM tot een zekere inflatie van dit begrip. De Afdeling adviseert in de toelichting de paragraaf waar leveringszekerheid wordt verbonden aan grondrechten te schrappen. Het advies van de Afdeling om in de toelichting de paragraaf waar leveringszekerheid wordt verbonden aan grondrechten te schrappen is overgenomen. b. Afweging De Afdeling wijst erop dat veiligheid in verband met de leveringszekerheid, veiligheid voor de omwonenden en het maatschappelijk belang van leveringszekerheid belangen van geheel verschillende aard zijn die moeilijk met elkaar zijn te vergelijken. Dit is met name een probleem, omdat het voorstel beoogt de gaswinning en daarmee de directe risico s voor de omwonenden van de gaswinning te minimaliseren. De toelichting op het wetsvoorstel suggereert dat uit de procedure op grond waarvan de zogenoemde operationele strategie (lees: de maximaal en tevens minimaal te winnen gashoeveelheid) voor het Groningenveld tot stand komt, een evenwichtige en zo geobjectiveerd mogelijke afweging van belangen als vanzelf tot stand komt. Het wetsvoorstel geeft in het cruciale voorgestelde artikel 52d de minister echter een ongebonden bevoegdheid de operationele strategie vast te stellen en te wijzigen, waarbij hij het veiligheidsbelang en het maatschappelijk belang betrekt. De Afdeling onderschrijft dat de bevoegdheid voor de vaststelling van de operationele strategie uiteindelijk alleen bij de minister kan liggen. De minister behoort daarbij feiten en omstandigheden te kunnen wegen en de manier waarop hij die weging uitvoert te motiveren; hij is geen stempelmachine. Het geschetste dilemma zowel de noodzaak om de Groningse regio en haar inwoners zo spoedig als mogelijk duidelijkheid te geven, als de moeilijk vergelijkbare belangen van verschillende aard daarbij, als de onvermijdelijkheid dat de minister een knoop doorhakt zal niet geheel oplosbaar zijn. Gelet op de onzekerheid waarin de Groningse regio verkeert en gegeven het doel van het wetsvoorstel acht de Afdeling het evenwel aangewezen om de bevoegdheid van de minister om de verschillende belangen tegen elkaar af te wegen in ieder geval in zoverre te begrenzen dat veiligheid voor de omwonenden voorrang heeft boven het in artikel 52d genoemde maatschappelijk belang van leveringszekerheid. De afweging die de minister moet maken spitst zich alsdan toe op de verschillende kanten van veiligheid. De Afdeling adviseert het voorgestelde artikel 52d aldus aan te passen. De Afdeling schetst het dilemma waar het kabinet zich voor geplaatst ziet. Zolang er meer gas noodzakelijk is om de leveringszekerheid te borgen dan Staatstoezicht op de Mijnen wenselijk acht, moet ik hier een knoop over doorhakken. Deze situatie duurt tot medio Vanaf dat jaar zal de winning uit het Groningenveld substantieel lager zijn door de ingebruikname van de stikstoffabriek. 15 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 16 Toelichting, paragraaf Toelichting, paragraaf Zie Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid, PB 2017, L 280, blz Staatscourant 2018 nr juni 2018

4 Het advies om de veiligheid voor de omwonenden boven het maatschappelijk belang van leveringszekerheid te plaatsen wordt door het kabinet als volgt geoperationaliseerd. Veiligheid voor de omwonenden en het maatschappelijk belang van leveringszekerheid zijn beide risico s en zijn vanuit dat perspectief beide onbegrensd: het kan altijd veiliger en leveringszekerheid kan altijd hoger. De belangen zijn echter ook verschillend van aard en hebben derhalve geen gelijke weegfactor. Er is geen schaal waarop beide belangen kunnen worden geplaatst en waar een eenduidige uitkomst uit volgt. De weging tussen deze belangen is daarmee geen mathematische maar een bestuurlijke afweging, waarbij ik een zwaarwegende betekenis hecht aan veiligheid. De winning van gas uit het Groningenveld veroorzaakt schade en vormt een risico voor de veiligheid van omwonenden (en andere personen die zich in het gebied bevinden), maar dit risico valt binnen de door de commissie Meijdam geadviseerde veiligheidsnorm, onder de voorwaarde dat huizen tijdig worden versterkt. Daarmee is het in het aardbevingsgebied niet acuut onveilig. Daarnaast heb ik de verantwoordelijkheid voor de versterking met dit wetsvoorstel aan mij getrokken. Ik heb in de brief van 29 maart jl. (Kamerstukken II, 2017/18, , nr. 457) aan de Tweede Kamer reeds aangegeven dat het kabinet voor de zomer helderheid wil hebben over de veiligheidsvooruitzichten als gevolg van de verminderde gaswinning en de betekenis daarvan voor de versterkingsopgave. De norm van 10-5 blijft daarbij leidend. Tot slot wijs ik op de ontwrichtende gevolgen van het langdurig afsluiten van eindafnemers. Om de winning substantieel te verlagen zullen eindafnemers moeten worden afgesloten. Omdat kwetsbare eindafnemers (zoals huishoudens, zorginstellingen en de sector openbare orde veiligheid) als laatste afgesloten mogen worden, betekent dit dat het gewone bedrijfsleven als eerste afgesloten zal moeten worden. Tot 2022 betekent het plaatsen van de veiligheid van omwonenden boven het maatschappelijk belang van leveringszekerheid dat Nederland stil wordt gelegd. De winning uit het Groningenveld kan gedurende deze jaren alleen tot 12 bcm per jaar worden beperkt als niet alleen alle grootverbruikers die laagcalorisch gas verbruiken worden afgesloten, maar ook andere bedrijven (kleinere industrie en MKB). Deze drie jaar kunnen weliswaar worden benut voor de ombouw van grootverbruikers naar hoogcalorisch gas, maar in de tussentijd zullen deze bedrijven geheel of gedeeltelijk worden stilgelegd. De directe gevolgen hiervan zijn dat een deel van de bedrijven failliet zal gaan en personeel ontslagen zal worden. De indirecte gevolgen zijn nog veel groter om dat ook toeleveranciers worden getroffen. Om daadwerkelijk voorrang te kunnen geven aan de veiligheid van omwonenden neemt het kabinet maatregelen om de behoefte aan Groningengas in hoog tempo te verminderen. Het wetsvoorstel heeft hierin een belangrijk aandeel omdat de winning van gas uit Groningenveld het sluitstuk wordt van de behoefte aan laagcalorisch gas. De maatregelen en het wetsvoorstel maken een snelle verlaging van de winning mogelijk, die noodzakelijk is voor de veiligheid in het gaswinningsgebied én de veiligheid bij afnemers. Bij de bestuurlijke afweging gaat het om het combineren van veiligheid in de ondergrond met een stabiele en veilige gasvoorziening bij de mensen thuis. Het kabinet geeft dit vorm door de voorgestelde artikelen 52d en 52e aan te passen zodat de afweging die de minister moet maken nader wordt ingevuld. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de opmerking van de Afdeling dat de afweging ongebonden is. In artikel 52d, tweede lid, is toegevoegd wat de minister in ieder geval bij zijn afweging betrekt. Het gaat dan om een verdere invulling van het veiligheidsbelang en het maatschappelijk belang. Bij veiligheid toetst de minister in ieder geval in hoeverre wordt voldaan aan de veiligheidsnorm van 10-5 en in hoeverre de verschillende categorieën eindafnemers kunnen worden voorzien van laagcalorisch gas. Bij de afweging van het veiligheidsbelang is het voorts belangrijk om te kijken naar het tempo van het afbouw van de vraag en het tempo van versterken. Indien zicht is op een verbetering van de situatie in Groningen, kan dit reden zijn om dit mee te nemen in de afweging. Voorts neemt de minister in zijn afweging de maatschappelijke ontwrichting mee als gevolg van enerzijds de gevolgen van bodembeweging en anderzijds van het afsluiten van een groot aantal bedrijven. Daarnaast zijn aan artikel 52e als extra gronden voor het opleggen van een maatregel toegevoegd een onverwachte gebeurtenis en een aardbeving die een slachtoffer of ernstig gewonden tot gevolg heeft. Indien tijdens een gasjaar op grond van deze redenen een maatregel wordt opgelegd, zal de minister dit bij zijn afweging bij het vaststellen van de operationele strategie voor het volgende gasjaar betrekken. In de toelichting is verduidelijkt dat het uitgangspunt is dat het winningsniveau wordt vastgesteld op de hoeveelheid gas die nodig is voor de leveringszekerheid. 3. Aansprakelijkheid schade en versterking Op grond van het burgerlijk recht is de exploitant van een mijnbouwwerk aansprakelijk voor de schade die ontstaat door bodembeweging. 19 Dit is anders als de schade is veroorzaakt uitsluitend door 19 Artikel 6:177, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. 4 Staatscourant 2018 nr juni 2018

5 voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid. 20 Het wetsvoorstel schrijft voor dat de vergunninghouder de NAM verplicht is de winning van het Groningenveld uit te voeren overeenkomstig de door de minister vastgestelde operationeel strategie. 21 In de toelichting wordt dit de winningsplicht genoemd. Deze winningsplicht moet ervoor zorgen dat de vergunninghouder mede in verband met de aan de leveringszekerheid verbonden veiligheidsrisico s blijft winnen, ook als dat economisch niet meer rendabel is. 22 De Afdeling merkt op dat door de introductie van de winningsplicht de vraag rijst of de vergunninghouder na inwerkingtreding van het wetsvoorstel nog aansprakelijk blijft voor de toekomstige schade die ontstaat door bodembeweging op grond van artikel 6:177 BW, of dat de uitzondering van artikel 6:178 BW zich dan voordoet. Deze vraag is ook in verschillende consultatiereacties gesteld. De toelichting vermeldt dat met de winningsplicht niet is beoogd wijzigingen aan te brengen in de risicoaansprakelijkheid van de vergunninghouder. Om te verduidelijken dat de vergunninghouder aansprakelijk blijft, is in het wetsvoorstel artikel 6:178 BW niet van toepassing verklaard, aldus de toelichting. 23 Wat betreft de versterkingsopgave die met het wetsvoorstel de verantwoordelijkheid van de minister wordt (zorgplicht) 24, vermeldt de toelichting 25 dat die bepaling onverlet laat dat de kosten van die versterkingsopgave voor rekening van de vergunninghouder blijven. De Afdeling onderschrijft dat het door de minister aan zich trekken van de raming van de benodigde hoeveelheid gas op zichzelf een verbetering is. De Afdeling begrijpt ook dat de oorzaak van eventuele toekomstige schade (in ieder geval deels) is gelegen in de gaswinning van de afgelopen zestig jaar en dat de risicoaansprakelijkheid van de vergunninghouder in ieder geval in zoverre blijft bestaan. Het doorgronden van de precieze gevolgen van de nieuwe procedure en met name van de introductie van de winningsplicht voor de aansprakelijkheid van schade is echter niet eenvoudig. Voorts is in het wetsvoorstel niet geregeld dat de kosten van de versterkingsopgave voor rekening van de vergunninghouder blijven. De Afdeling begrijpt uit de toelichting dat deze losse eindjes op een later moment in een meer definitieve voorziening voor de publieke schade-afhandeling zullen worden geregeld. De Afdeling acht het evenwel wenselijk dat in de toelichting nu alvast meer op die aangekondigde definitieve voorziening en de financiële bijdrage van de vergunninghouder aan die afhandeling wordt ingegaan. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen. Ik onderschrijf de opmerking van de Afdeling dat het wenselijk zou zijn dat met dit wetsvoorstel duidelijkheid zou worden verschaft over de aansprakelijkheid. Het is echter niet mogelijk gebleken om in dit wetsvoorstel ook een regeling voor de publieke schade-afhandeling op te nemen. Aan de opmerking van de Afdeling om in de toelichting specifieker in te gaan op de aangekondigde meer definitieve voorziening voor de publieke schade-afhandeling en de financiële bijdrage van de vergunninghouder aan die afhandeling is gehoor gegeven met een aanvulling van de paragraaf van de toelichting. 4. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage. Naar aanleiding van de opmerking in de redactionele bijlage is in paragraaf 5.2 van de toelichting opgenomen dat het wetsvoorstel aan de Europese Commissie zal worden gemeld op grond van artikel 3, elfde lid, van de derde gasrichtlijn. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, 5. Overig Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de toelichting op een aantal punten aan te vullen of te verduidelijken en is omwille van de leesbaarheid een aantal paragrafen verplaatst. Daarnaast is het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast. Artikel 34, vierde lid, is aangevuld met 20 Artikel 6:178, aanhef en onder c, van het Burgerlijk Wetboek. 21 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52f, eerste lid, van de Mijnbouwwet. 22 Toelichting op voorgesteld artikel 52b van de Mijnbouwwet. 23 Toelichting, paragraaf 6.1. Zie artikel II, voorgesteld artikel 52f, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 24 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet. 25 Toelichting, paragraaf Staatscourant 2018 nr juni 2018

6 een categorie winningsplannen (geactualiseerde winningsplannen) die net als sommige wijzigingen van winningsplannen ondergeschikte wijzigingen ten opzichte van het geldende winningsplan bevatten die naar verwachting geen effecten voor de omgeving zullen hebben. Ook voor deze categorie kan het niet doelmatig zijn de uniforme openbare voorbereidingsprocedure toe te passen. In het voorgestelde artikel 52d, vierde lid, van de Mijnbouwwet is aangesloten bij de wijze waarop in artikel 34, vijfde lid, wordt verwezen naar de betrokken regionale overheden. In het voorgestelde artikel 52g, eerste lid, is de redactie van artikel 52f, eerste lid, overgenomen. Tot slot is aan artikel V de verwijzing naar artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum opgenomen omdat op het moment van indienen van dit wetsvoorstel de Intrekkingswet Wet raadgevend referendum nog in behandeling was bij de Eerste Kamer. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes. 6 Staatscourant 2018 nr juni 2018

7 Advies Raad van State No. W /IV s-gravenhage, 23 mei 2018 Aan de Koning Bij Kabinetsmissive van 30 april 2018, no , heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld, met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe juridische procedure om de gaswinning uit het Groningenveld te minimaliseren. Gelet op de nadelige gevolgen van de gaswinning uit het Groningenveld voor de bewoners van het aardbevingsgebied, acht de Afdeling advisering van de Raad van State het van belang dat de voorgestelde juridische procedure ook daadwerkelijk verzekert dat de gaswinning daar wordt geminimaliseerd, en dat daarmee zo spoedig als mogelijk duidelijkheid wordt gegeven aan de Groningse regio en haar inwoners. Zowel het belang van veiligheid voor de inwoners en het belang van veiligheid van leveringszekerheid, als het maatschappelijk belang van leveringszekerheid (lees: werkgelegenheid) moet in de procedure worden afgewogen. Een afweging tussen deze belangen van geheel verschillende aard blijft onvermijdelijk lastig. Gelet op de onzekerheid waarin de Groningse regio verkeert en gegeven het doel van het wetsvoorstel adviseert de Afdeling evenwel om het wetsvoorstel in ieder geval zo aan te passen dat de veiligheid voor de omwonenden boven die van het maatschappelijk belang van leveringszekerheid gaat. 1. Achtergrond en inhoud wetsvoorstel De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft bij brief van 29 maart 2018 aan de Tweede Kamer aangekondigd dat de gaswinning (van zogeheten laagcalorisch gas) uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn volledig wordt beëindigd. 1 Directe aanleiding hiervoor is de aardbeving in Zeerijp van januari De minister heeft in dezelfde brief ook bekendgemaakt dat een aantal maatregelen wordt genomen om de vraag naar laagcalorisch gas zo snel mogelijk terug te brengen. Die maatregelen betreffen het verwerven van extra stikstofcapaciteit, de omschakeling van grootverbruikers, de versnelde afbouw van de export van laagcalorisch gas en de verduurzaming van de gebouwde omgeving en glastuinbouw. Totdat die maatregelen zijn gerealiseerd, wordt echter nog gas uit het Groningveld gewonnen. Volgens de toelichting bij het wetsvoorstel brengt het onmiddellijk verminderen van de winning uit het Groningenveld naar een lager niveau veiligheidsrisico s met zich mee voor huishoudens, instellingen en bedrijven in Nederland en omringende buurlanden. En wanneer niet wordt voldaan aan de behoefte aan gas komt de leveringszekerheid in gevaar en zouden huishoudens bijvoorbeeld zonder verwarming komen te zitten en niet meer kunnen koken. 2 Het wetsvoorstel voorziet in een nieuwe gaswinningsprocedure die ertoe moet leiden dat zodra als gevolg van de genoemde maatregelen minder gas uit het Groningenveld nodig is, er ook minder gas wordt gewonnen ( nooit meer dan nodig ). Tegelijkertijd geeft dit wetsvoorstel, anders dan thans, de minister de bevoegdheid om de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) ook daadwerkelijk te verplichten het minimaal noodzakelijke gas te winnen. De nieuwe procedure voor gaswinning uit het Groningenveld houdt in dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet (GasUnie Transport Services, GTS) allereerst een raming maakt van de behoefte aan gas uit het Groningenveld. 3 Vervolgens verzoekt de minister aan de houder van de winningsvergunning (de NAM) om met inachtneming van de raming en gelet op het belang van het minimaliseren van de inzet van het Groningenveld en op het minimaliseren van de verwachte bodembeweging een of meerdere operationele strategieën voor te stellen. 4 In deze operationele strategie moet tenminste een verdeling van de winning over de verschillende clusters van het Groningenveld in volume en tijd worden beschreven. 5 Hierna vraagt de minister het Staatstoezicht op 1 Kamerstukken II 2017/18, , nr Toelichting, paragraaf Artikel I, onderdeel B, voorgestelde wijziging van artikel 10a van de Gaswet. 4 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52c, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 5 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52c, derde lid, van de Mijnbouwwet. 7 Staatscourant 2018 nr juni 2018

8 de mijnen (SodM) en TNO om advies over de voorgestelde operationele strategie. 6 Het advies van het SodM gaat over de ondergrondse (bodembeweging) en bovengrondse gevolgen (gevolgen voor omwonenden, gebouwen of infrastructuur) van de operationele strategie. Het advies van TNO gaat alleen over de bovengrondse gevolgen. Ook wordt de Mijnraad 7 om advies gevraagd en worden de regionale overheden 8 in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Ten slotte stelt de minister de operationele strategie vast Belangenafweging De mensen in het aardbevingsgebied in Groningen ondervinden bijzonder nadelige gevolgen van de Gaswinning. Daarbij gaat het niet alleen om schade aan en waardevermindering van gebouwen of gronden en de daaraan verbonden sociale gevolgen zoals angst en onzekerheid maar ook om risico s voor de veiligheid. De mensen in het aardbevingsgebied ondervinden deze nadelige gevolgen al geruime tijd. De Afdeling meent dan ook dat de voorgestelde procedure overeenkomstig het doel van het wetsvoorstel moet verzekeren dat de gaswinning uit het Groningenveld wordt geminimaliseerd en dat zo spoedig als mogelijk duidelijkheid aan de regio en haar inwoners wordt verschaft. Het wetsvoorstel voorziet echter in een belangenafweging voor de minister die het lastig maakt om dit te verzekeren. Daarover gaat deze paragraaf in dit advies. De voorgestelde nieuwe procedure voorziet erin dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie uiteindelijk drie belangen betrekt. De door de minister te betrekken belangen zijn verschillend van aard en van gewicht. Hieronder worden de door de minister te betrekken verschillende belangen eerst beschreven. Vervolgens wordt, na een opmerking over de toelichting waarin het belang van leveringszekerheid wordt verbonden aan grondrechten, in het bijzonder ingegaan op de wijze waarop de minister de verschillende belangen tegen elkaar moet afwegen. Twee kanten veiligheid Het wetsvoorstel bepaalt dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie het veiligheidsbelang betrekt. 10 Onder veiligheidsbelang wordt in het wetsvoorstel begrepen de veiligheidsrisico s voor omwonenden als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld. 11 In het wetsvoorstel worden eveneens de risico s als gevolg van het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveel laagcalorisch gas (leveringszekerheid) onder het veiligheidsbelang geschaard. 12 De toelichting spreekt in dit verband over risico s voor de volksgezondheid en over gebieden die mogelijk onleefbaar worden als geen gas wordt geleverd. 13 Ook spreekt de toelichting over verschillende grondrechten voor afnemers van gas die aan de leveringszekerheid zouden zijn verbonden. 14 Veiligheid versus maatschappelijk belang Het wetsvoorstel bepaalt daarnaast dat de minister bij de vaststelling van de operationele strategie niet alleen de twee bovengenoemde betekenissen van het veiligheidsbelang betrekt, maar ook meer in het algemeen het maatschappelijk belang om de eindafnemers van het benodigde gas te voorzien. 15 Dit maatschappelijk belang wordt in het wetsvoorstel niet gedefinieerd. Blijkens de toelichting moet daaronder worden verstaan de economische consequenties van het langdurig afsluiten van bedrijven van gas, zoals het ontslaan van medewerkers en faillissementen. 16 Duidelijk is dat het maatschappelijk belang van leveringszekerheid dus een nogal ruime betekenis kan hebben. a. Leveringszekerheid als grondrecht In de toelichting wordt leveringszekerheid aan grondrechten verbonden. 17 De Afdeling merkt op dat dit een wat geforceerde indruk maakt. De Afdeling onderschrijft het belang van leveringszekerheid, maar acht het aanmerken van leveringszekerheid als grondrecht in de zin van de artikelen 2 en 8 van het EVRM nodig noch wenselijk. 6 Artikel II, onderdeel E, voorgesteld artikel 122a en voorgestelde wijziging van artikel 127 van de Mijnbouwwet. 7 Artikel II, onderdeel D, voorgestelde wijziging van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet. 8 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, vierde lid, van de Mijnbouwwet. 9 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, eerste lid, van de Mijnbouwwet. 10 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 11 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52a. 12 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52a. 13 Toelichting, onder andere paragraaf Toelichting, paragraaf Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52d, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 16 Toelichting, paragraaf Toelichting, paragraaf Staatscourant 2018 nr juni 2018

9 Zoals de toelichting ook onderkent bestaat er geen rechtspraak over de grondrechtelijke aspecten van de leveringszekerheid van gas uit het Groningenveld. Het verbinden van grondrechten aan leveringszekerheid is niet nodig, mede gelet op de aan het Unierecht te ontlenen aanspraken op gaslevering door met name beschermde afnemers. 18 Bovendien leidt het bestempelen van leveringszekerheid als grondrecht in de zin van de artikelen 2 en 8 van het EVRM tot een zekere inflatie van dit begrip. De Afdeling adviseert in de toelichting de paragraaf waar leveringszekerheid wordt verbonden aan grondrechten te schrappen. b. Afweging De Afdeling wijst erop dat veiligheid in verband met de leveringszekerheid, veiligheid voor de omwonenden en het maatschappelijk belang van leveringszekerheid belangen van geheel verschillende aard zijn die moeilijk met elkaar zijn te vergelijken. Dit is met name een probleem, omdat het voorstel beoogt de gaswinning en daarmee de directe risico s voor de omwonenden van de gaswinning te minimaliseren. De toelichting op het wetsvoorstel suggereert dat uit de procedure op grond waarvan de zogenoemde operationele strategie (lees: de maximaal en tevens minimaal te winnen gashoeveelheid) voor het Groningenveld tot stand komt, een evenwichtige en zo geobjectiveerd mogelijke afweging van belangen als vanzelf tot stand komt. Het wetsvoorstel geeft in het cruciale voorgestelde artikel 52d de minister echter een ongebonden bevoegdheid de operationele strategie vast te stellen en te wijzigen, waarbij hij het veiligheidsbelang en het maatschappelijk belang betrekt. De Afdeling onderschrijft dat de bevoegdheid voor de vaststelling van de operationele strategie uiteindelijk alleen bij de minister kan liggen. De minister behoort daarbij feiten en omstandigheden te kunnen wegen en de manier waarop hij die weging uitvoert te motiveren; hij is geen stempelmachine. Het geschetste dilemma zowel de noodzaak om de Groningse regio en haar inwoners zo spoedig als mogelijk duidelijkheid te geven, als de moeilijk vergelijkbare belangen van verschillende aard daarbij, als de onvermijdelijkheid dat de minister een knoop doorhakt zal niet geheel oplosbaar zijn. Gelet op de onzekerheid waarin de Groningse regio verkeert en gegeven het doel van het wetsvoorstel acht de Afdeling het evenwel aangewezen om de bevoegdheid van de minister om de verschillende belangen tegen elkaar af te wegen in ieder geval in zoverre te begrenzen dat veiligheid voor de omwonenden voorrang heeft boven het in artikel 52d genoemde maatschappelijk belang van leveringszekerheid. De afweging die de minister moet maken spitst zich alsdan toe op de verschillende kanten van veiligheid. De Afdeling adviseert het voorgestelde artikel 52d aldus aan te passen. 3. Aansprakelijkheid schade en versterking Op grond van het burgerlijk recht is de exploitant van een mijnbouwwerk aansprakelijk voor de schade die ontstaat door bodembeweging. 19 Dit is anders als de schade is veroorzaakt uitsluitend door voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid. 20 Het wetsvoorstel schrijft voor dat de vergunninghouder de NAM verplicht is de winning van het Groningenveld uit te voeren overeenkomstig de door de minister vastgestelde operationeel strategie. 21 In de toelichting wordt dit de winningsplicht genoemd. Deze winningsplicht moet ervoor zorgen dat de vergunninghouder mede in verband met de aan de leveringszekerheid verbonden veiligheidsrisico s blijft winnen, ook als dat economisch niet meer rendabel is. 22 De Afdeling merkt op dat door de introductie van de winningsplicht de vraag rijst of de vergunninghouder na inwerkingtreding van het wetsvoorstel nog aansprakelijk blijft voor de toekomstige schade die ontstaat door bodembeweging op grond van artikel 6:177 BW, of dat de uitzondering van artikel 6:178 BW zich dan voordoet. Deze vraag is ook in verschillende consultatiereacties gesteld. De toelichting vermeldt dat met de winningsplicht niet is beoogd wijzigingen aan te brengen in de risicoaansprakelijkheid van de vergunninghouder. Om te verduidelijken dat de vergunninghouder 18 Zie Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid, PB 2017, L 280, blz Artikel 6:177, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek. 20 Artikel 6:178, aanhef en onder c, van het Burgerlijk Wetboek. 21 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52f, eerste lid, van de Mijnbouwwet. 22 Toelichting op voorgesteld artikel 52b van de Mijnbouwwet. 9 Staatscourant 2018 nr juni 2018

10 aansprakelijk blijft, is in het wetsvoorstel artikel 6:178 BW niet van toepassing verklaard, aldus de toelichting. 23 Wat betreft de versterkingsopgave die met het wetsvoorstel de verantwoordelijkheid van de minister wordt (zorgplicht) 24, vermeldt de toelichting 25 dat die bepaling onverlet laat dat de kosten van die versterkingsopgave voor rekening van de vergunninghouder blijven. De Afdeling onderschrijft dat het door de minister aan zich trekken van de raming van de benodigde hoeveelheid gas op zichzelf een verbetering is. De Afdeling begrijpt ook dat de oorzaak van eventuele toekomstige schade (in ieder geval deels) is gelegen in de gaswinning van de afgelopen zestig jaar en dat de risicoaansprakelijkheid van de vergunninghouder in ieder geval in zoverre blijft bestaan. Het doorgronden van de precieze gevolgen van de nieuwe procedure en met name van de introductie van de winningsplicht voor de aansprakelijkheid van schade is echter niet eenvoudig. Voorts is in het wetsvoorstel niet geregeld dat de kosten van de versterkingsopgave voor rekening van de vergunninghouder blijven. De Afdeling begrijpt uit de toelichting dat deze losse eindjes op een later moment in een meer definitieve voorziening voor de publieke schade-afhandeling zullen worden geregeld. De Afdeling acht het evenwel wenselijk dat in de toelichting nu alvast meer op die aangekondigde definitieve voorziening en de financiële bijdrage van de vergunninghouder aan die afhandeling wordt ingegaan. De Afdeling adviseert de toelichting aan te vullen. 4. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, J.P.H. Donner. 23 Toelichting, paragraaf 6.1. Zie artikel II, voorgesteld artikel 52f, tweede lid, van de Mijnbouwwet. 24 Artikel II, onderdeel C, voorgesteld artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet. 25 Toelichting, paragraaf Staatscourant 2018 nr juni 2018

11 Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.w /iv In de toelichting motiveren of de winningsplicht van art. 52f kan worden gezien als een openbaredienstverplichting die als zodanig aan de Commissie moet worden medegedeeld ingevolge art. 3, lid 11 van de Gasrichtlijn (Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG, PB. 2009, L 211/94). De toelichting maakt enkel melding van een notificatie ingevolge de Dienstenrichtlijn. 11 Staatscourant 2018 nr juni 2018

12 Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Wijziging van de Gaswet en van de Mijnbouwwet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is niet meer aardgas uit het Groningenveld te winnen dan noodzakelijk is om de leveringszekerheid te borgen en de winning zo snel mogelijk terug te brengen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Gaswet wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 1, eerste lid, onderdeel bb, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: B bc. gasjaar: periode vanaf 1 oktober in enig jaar tot en met 30 september van het daaropvolgende kalenderjaar. Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanhef van het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: ten behoeve van gebruikers van het door hem beheerde gastransportnet en gelet op het minimaliseren van de winning van gas uit het gebied, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel a, voor zover het gas uit het Groningenveld betreft: 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel p, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: q. jaarlijks voor een bij ministeriële regeling te bepalen datum, na raadpleging van de representatieve organisaties van netgebruikers een raming aan Onze Minister aan te bieden van: 1. de in een gasjaar benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas en de daarvoor benodigde capaciteit die ten hoogste uit het gebied, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel a, benodigd is om eindafnemers van de geraamde hoeveelheid laagcalorisch gas te voorzien, waarbij alle beschikbare middelen en methoden die deze hoeveelheid minimaliseren worden betrokken, en 2. de vraagontwikkeling voor de komende tien jaar naar laagcalorisch gas. 3. Na het achtste lid worden vijf leden toegevoegd, luidende: 9. De raming, bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, onder 1, bevat tenminste een beschrijving van: a. de verwachte behoefte aan laagcalorisch gas op basis van mogelijke temperatuurscenario s; b. de optimale inzet van andere middelen en methoden, waaronder: 1. een minimaal percentage van de beschikbare conversiecapaciteit per gasjaar om gas met een hogere energie-inhoud om te zetten naar gas met een lagere energie-inhoud, 2. het mengen van gas met een hogere energie-inhoud bij gas met een lagere energieinhoud, 3. gasopslaginstallaties en LNG-installaties, en 4. de verwachte productie van gas uit hernieuwbare energiebronnen; c. de verwachte vraag naar gas van verschillende categorieën eindafnemers. 10. De raming, bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, onder 2, bevat tenminste een beschrijving van: a. de verwachte vraag naar laagcalorisch gas waarbij een onderscheid in vraag tussen verschillende categorieën eindafnemers wordt aangegeven; 12 Staatscourant 2018 nr juni 2018

13 b. de verwachte inzet van de middelen en methoden. 11. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet meldt een langdurige en substantiële afwijking van de inzet van de middelen en methoden of de vraag naar laagcalorisch gas ten opzichte van de raming aan Onze Minister. 12. Bij ministeriële regeling wordt de datum, bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, en het percentage, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, vastgesteld en kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de raming, bedoeld in het eerste lid, onderdeel q. 13. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zendt binnen een maand na afloop van een gasjaar een rapportage aan Onze Minister over de wijze waarop de middelen en methoden, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, zijn ingezet. C In artikel 60ad, eerste lid, onderdeel b, wordt 10a, eerste, tweede en derde lid, vervangen door 10a, eerste, tweede, derde, elfde lid, en dertiende lid,. D Aan artikel 82, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De Autoriteit Consument en Markt kan een beleidsregel vaststellen betreffende de beoordeling van de doelmatigheid van de kosten van de taak, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel c. ARTIKEL II De Mijnbouwwet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het vierde lid, onderdeel b, aanhef, komt te luiden: b. de voorbereiding van een besluit omtrent wijziging van een instemming met een winningsplan en de voorbereiding van een besluit tot instemming met een gewijzigd winningsplan, tenzij de wijziging van ondergeschikte aard is omdat deze naar het oordeel van Onze Minister niet leidt tot een andere beoordeling van:. 2. In het vijfde lid, aanhef, wordt na een besluit omtrent wijziging van een instemming met een winningsplan ingevoegd of een besluit tot instemming met een gewijzigd winningsplan. 3. In het zevende lid, wordt besluit omtrent instemming met een winningsplan vervangen door besluit tot instemming met een winningsplan of een gewijzigd winningsplan. B Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid vervalt of, voor zover het belang van de veiligheid voor omwonenden of het voorkomen van schade aan gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan daardoor niet op onaanvaardbare wijze wordt aangetast, door het belang van leveringszekerheid. 2. De tweede volzin van het derde lid vervalt. C Na hoofdstuk 4 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende: Hoofdstuk 4a Bijzondere regels voor het Groningenveld Artikel 52a In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: 13 Staatscourant 2018 nr juni 2018

14 gasopslag Norg: de ondergrondse gasopslag bij Norg waarvoor op basis van artikel 25 op 1 april 2003 vergunning is verleend; netbeheerder: de vennootschap die op grond van artikel 2, eerste lid, van de Gaswet is aangewezen als beheerder van het landelijk gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel n, van de Gaswet; veiligheidsbelang: de veiligheidsrisico s voor omwonenden als gevolg van bodembeweging veroorzaakt door de winning van gas uit het Groningenveld en de veiligheidsrisico s als gevolg van het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas; winningsvergunning Groningenveld: de op basis van het koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning voor zover het het Groningenveld betreft. Artikel 52b De artikelen 21, derde lid, tweede volzin, 33, 34, 35 en 36 zijn niet van toepassing op de houder van de winningsvergunning Groningenveld voor zover het betreft de winning van gas uit het Groningenveld. Artikel 52c 1. Onze Minister zendt de raming, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel q, van de Gaswet, aan de houder van de winningsvergunning Groningenveld. 2. De houder van de winningsvergunning Groningenveld stelt op verzoek van Onze Minister, met inachtneming van de raming en gelet op het belang van het minimaliseren van de inzet van het Groningenveld en op het minimaliseren van de verwachte bodembeweging, één of meerdere operationele strategieën voor over de inzet van het Groningenveld. 3. Een operationele strategie bevat tenminste een voorstel voor de verdeling van de winning over de clusters in volume en tijd. 4. De houder van de winningsvergunning verstrekt ter onderbouwing van een operationele strategie: a. de optimale inzet van de gasopslag Norg; b. een analyse van de verwachte bodembeweging op regioniveau; c. een analyse van de risico s van de verwachte bodembeweging voor omwonenden, gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan. 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het voorstel voor de operationele strategie en de onderbouwing daarvan. Artikel 52d 1. Onze Minister stelt de operationele strategie voor het Groningenveld vast. 2. Onze Minister betrekt bij de vaststelling het veiligheidsbelang en het maatschappelijk belang dat verbonden is aan het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas. 3. Onze Minister kan de operationele strategie wijzigen indien dat gerechtvaardigd wordt door het veiligheidsbelang of het maatschappelijk belang dat verbonden is aan het niet kunnen voorzien van eindafnemers van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas. 4. Onze Minister stelt in de gelegenheid binnen zes weken advies uit te brengen over de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid: a. gedeputeerde staten van een betrokken provincie; b. burgemeesters en wethouders van een betrokken gemeente; c. het dagelijks bestuur van een betrokken waterschap. 5. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat zienswijzen naar voren kunnen worden gebracht door een ieder. Artikel 52e 1. De houder van de winningsvergunning Groningenveld meldt een te verwachten langdurige en substantiële afwijking van de operationele strategie aan Onze Minister. 14 Staatscourant 2018 nr juni 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32622 24 juni 2016 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet opslag duurzame energie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 527 Regels omtrent de basisregistratie grootschalige topografie (Wet basisregistratie grootschalige topografie) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van, houdende nadere regels voor het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet op onder meer het gebied van hernieuwbare energie, reductie van CO2 uitstoot of

Nadere informatie

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Ministerie van Economische Zaken en Klimaat > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag De Minister van Economische Zaken en Klimaat Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG staatstoezicht op de Mijnen Bezoekadres

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 263 (R2055) Regeling voor Nederland en Sint Maarten tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. tot wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek mijnbouw op zee) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Markt. Consument. Den Haag, 19 APR Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten ACM1U1T

Markt. Consument. Den Haag, 19 APR Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten ACM1U1T Consument Markt De Minister van Economische Zaken en Klimaat ir. Eric D. Wiebes MBA Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC s-gravenhage Den Haag, 19 APR 2018 Aantal bijlagen : 1 Uw kenmerk : DGETM-EO/18057728 Ons

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48280 30 december 2015 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende vaststelling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 010 011 3 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen)

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings- en winningsvergunningen) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 591 Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 766 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2018) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) VOORSTEL VAN WET 8-6-2010 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 190 Wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69084 22 december 2016 Advies Raad van State inzake het ontwerp van het besluit tot wijziging van het Besluit bestrijding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Wetgeving en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 024 Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 57 Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 975 Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal tot te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008-2009 31479 Wijziging van de Mijnbouwwet in verband met het stimuleren van een actief gebruik van vergunningen voor opsporing, winning en opslag A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017)

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017) Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2015-2016 34 462 Uitvoering van Verordening (EU) nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20023 3 april 2017 Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit Nader Rapport 3 april 2017

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 66402 8 december 206 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur Nader rapport verhoging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 870 Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 375 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 282 Wijziging van de Wet toelating en uitzetting BES Nr. 6 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27392 31 mei 2016 Advies Raad van State betreffende het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende regels

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 745 Wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (evaluatie WION en regeling bevoegde rechter) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 798 Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 263 Besluit van 22 juni 2015 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de Wet windenergie op zee 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 948 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant en doelmatig opleidingenaanbod

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67886 28 november 2017 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende verhoging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 781 Voorstel van wet van het lid Van Tongeren tot wijziging van de Gaswet in verband met het schrappen van de plicht tot nieuwe gasaansluitingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 945 (R 1737) Goedkeuring van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 190 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken en het terrein van het Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Bijstand en Gemeentelijke Activeringsbeleid Nr. B&GA/GAB/02/8727 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 815 Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 454 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghouders Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 934 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 375 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 855 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940 1945 in verband met een technische aanpassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8219 2 april 2013 Advies Raad van State, betreffende het besluit van... tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz..

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.. Besluit van.houdende wijziging van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998, het Besluit leveringszekerheid Gaswet, het Besluit vergunning levering elektriciteit aan kleinverbruikers en het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 249 Wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium 0 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL

T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2007-2008 31 249 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 111 Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van, houdende nadere regels voor het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet (Besluit experimenten Elektriciteitswet 1998 en Gaswet) Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2-prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 036 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 965 Wijziging van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 050 Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 069 Regels ten aanzien van de bestrijding van maritieme ongevallen, met inbegrip van wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en enige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 7 Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 0/7/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 62784 10 november 2017 Advies Raad van State inzake Besluit houdende regeling van de wijze van tenuitvoerlegging van beslissingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 529 Gaswinning Groningen-veld Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 268 Wet van 8 juni 2016 tot wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt

Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt Wijziging van de Wet houdende wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 366 Wet van 11 september 2013 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 022 Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen) A GEWIJZIGD

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 39 Goedkeuring van een zestal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 575 Wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) 0

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 106 Wet van 1 maart 2014 tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg en andere wetten in verband met de verplichting tot het gebruik van het burgerservicenummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 606 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 673 Wijziging van de Wet afbreking zwangerschap houdende het mogelijk maken van de medicamenteuze zwangerschapsafbreking bij de huisarts Nr.

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 18 Wet van 19 november 2009 tot wijziging van de Kernenergiewet in verband met vereenvoudiging van het bevoegd gezag, invoering van een verplichting

Nadere informatie