ALGEMENE BEVOEGDHEDEN VAN HET COMITE PBW OP GROND VAN ART. 65 VAN DE WELZIJNSWET ( 1 )
|
|
- Johannes Brabander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 JB/AS/541/70.7.1/ Bijlage 1 27 mei 2008 ALGEMENE BEVOEGDHEDEN VAN HET COMITE PBW OP GROND VAN ART. 65 VAN DE WELZIJNSWET ( 1 ) 1. Voorafgaand akkoord 1.1. Welzijnswetgeving Welzijnswet van 4 augustus 1996 Art. 32quater. 1. De WG bepaalt in toepassing van de algemene preventiebeginselen bedoeld in art. 5 welke maatregelen moeten getroffen worden om geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk te voorkomen. Hij stelt deze preventiemaatregelen vast op grond van een risicoanalyse en rekening houdend met de aard van de activiteiten en de grootte van de onderneming. De procedures van toepassing wanneer er een melding gebeurt van feiten dienen vastgesteld na akkoord van het Comité, en meer bepaald deze die betrekking hebben op : a) het onthaal en de adviesverlening aan de personen die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk; b) de nadere regels volgens welke deze personen een beroep kunnen doen op de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon, aangewezen voor de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; c) de snelle en volledig onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur; d) de wedertewerkstelling van de werknemers die verklaard hebben het voorwerp te zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en de begeleiding van deze personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling. Indien geen akkoord wordt bereikt, vraagt de WG het advies van de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het werk. Overeenkomstig art. 14 van het KB van 17 mei 2007 hoort deze met toezicht belaste ambtenaar de betrokken partijen en poogt de standpunten met elkaar te verzoenen. Indien geen verzoening wordt bereikt, verstrekt deze ambtenaar een advies waarvan per aangetekend schrijven kennis wordt gegeven aan de WG. De WG stelt het Comité in kennis van dit advies binnen een termijn van 30 dagen vanaf de kennisgeving ervan. Indien deze interventie van de toezichthoudende ambtenaar niet tot een akkoord leidt, neemt de WG een beslissing, op voorwaarde dat ten minste twee derde van de leden die de werknemers (1) Gebruikte afkortingen: WG: werkgever WN: werknemer(s) PA-AV : preventieadviseur-arbeidsveiligheid PA-AG: preventieadviseur-arbeidsgeneeskunde PA-PB : preventieadviseur-psychosociale aspecten op het werk PBW: preventie en bescherming op het werk. IDPBW : interne dienst PBW EDPBW : externe dienst PBW
2 2 vertegenwoordigen in het Comité hun akkoord hebben gegeven. Art. 32sexies, 1. De WG beslist overeenkomstig de bepalingen vastgesteld in de preventie- en beschermingsdiensten, d.w.z. na advies van het comité (zie rubrieken en hierna), of de opdrachten die krachtens de reglementering inzake geweld, pesterijen en ongewild seksueel gedrag op het werk, aan de PA-BW worden toegewezen, zullen worden uitgevoerd door de IDPBW of door een EDPBW. Indien hij de opdrachten toevertrouwt aan de IDPBW (alleen in instellingen met meer dan 50 WN), wijst hij, na voorafgaand akkoord van alle leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité een PA-BW aan, die gespecialiseerd is in de psychosociale aspecten van het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Indien geen akkoord wordt bereikt, vraagt de WG het advies van de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. De met toezichtbelaste ambtenaar hoort de betrokken partijen en poogt de standpunten met elkaar te verzoeken. Indien geen verzoening wordt bereikt, verstrekt deze ambtenaar een advies waarvan per aangetekend schrijven kennis wordt gegeven aan de WG. De WG stelt het Comité in kennis van dit advies binnen een termijn van 30 dagen vanaf de kennisgeving ervan. Indien ingevolge dit advies, nog steeds geen akkoord wordt bereikt, of indien de WG minder dan 50 WN tewerkstelt, doet de WG een beroep op een PA-PB die gespecialiseerd is inzake de psychosociale aspecten van het werk, waaronder geweld, pesterijen en bescherming op het werk die behoort tot een EDPBW. De keuze van deze PA-PB gebeurt door de bestuursorganen van deze EDPBW, maar het geheel van de werknemersvertegenwoordigers in het Comité kunnen vragen om deze persoon te doen vervangen, wanneer ze er geen vertrouwen in hebben. Art. 32sexies, 2. De WG wijst, in voorkomend geval, één of meerdere vertrouwenspersonen aan, na voorafgaand akkoord van alle leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité. Hij verwijdert hen uit hun functie na voorafgaand akkoord van de leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité. Indien geen akkoord wordt bereikt over de aanwijzing van een vertrouwenspersoon of de verwijdering uit zijn functie, vraagt de WG het advies van de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. De met toezicht belaste ambtenaar hoort de betrokken partijen en poogt de standpunten met elkaar te verzoenen. Indien geen verzoening wordt bereikt, verstrekt deze ambtenaar een advies waarvan per aangetekend schrijven kennis wordt gegeven aan de WG. De WG stelt het Comité in kennis van dit advies binnen een termijn van 30 dagen vanaf de kennisgeving ervan. Indien de WG het advies van deze ambtenaar niet volgt, deelt hij eveneens de redenen hiervoor mee aan het Comité. De WG kan dus een vertrouwenspersoon aanduiden tegen het advies in van het Toezicht op het Welzijn op het Werk, voor zover hij de redenen waarom hij dit advies niet volgt, mededeelt aan het Comité KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers Art. 7, 2.- De WG mag geen enkele WN schrappen die is ingeschreven op de nominatieve naamlijst van de WN die verplicht aan het gezondheidstoezicht onderworpen zijn, noch enige wijziging aan deze lijst aanbrengen, behalve als hij het akkoord bekomen heeft van de PA-AG en van het Comité. Ingeval van onenigheid vraagt de WG de tussenkomst van de geneesheer-inspecteur van de Medische Arbeidsinspectie die beslist om de lijst al dan niet te wijzigen.
3 KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst PBW Art. 17, 2.- De WG bepaalt, na akkoord van het Comité, de minimumduur van de prestaties van de PA('s) van de interne dienst PBW, dermate dat de aan de interne dienst PBW toegewezen opdrachten te allen tijde volledig en doeltreffend worden vervuld. Op verzoek van elke belanghebbende partij in het Comité kan na voorafgaand akkoord de minimumduur van de prestaties van de PA's worden gewijzigd. Elke belanghebbende partij in deze context is de WG, de WN-vertegenwoordigers in het Comité of de PA's. Door de duur van de prestaties moet worden begrepen de tijd die minimaal moet besteed worden om de opdrachten en activiteiten toegekend aan de PA s te kunnen vervullen. Art. 20, 1.- Voorafgaand akkoord over de aanduiding van de PA's van de interne dienst PBW of hun tijdelijke plaatsvervangers en deze hun vervanging of verwijdering uit hun functie op basis van het voorstel van de WG. Opmerkingen i.v.m. art. 20, 1. 1 Voor de PA, belast met de leiding van een interne dienst PBW die ook verschillende afdelingen bevat, en de PA's die hem bijstaan: voorafgaand akkoord van alle Comités van de verschillende technische bedrijfseenheden. 2 Voor de PA's, werkzaam in de afdeling van een interne dienst PBW: voorafgaand akkoord van het Comité dat bevoegd is voor de technische bedrijfseenheid waarvoor de afdeling werd opgericht. 3 Indien geen akkoord wordt bereikt binnen één Comité of binnen meerdere Comités, dient de WG de procedure te volgen zoals uiteengezet in art. 20, 2 van dit besluit KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités Art. 4.- Het Comité geeft zijn voorafgaand akkoord in de gevallen bepaald door de verschillende wetten en uitvoeringsbesluiten KB van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest Art. 26. Na overleg met de PA-AV, en na akkoord van het Comité wijst de PA-AG, de werkposten aan waar metingen van de concentratie van asbestvezels zullen plaatshebben en bepaalt hij de duur ervan. Dit akkoord is verplicht wanneer de werken tot sloop of verwijdering van asbest worden uitgevoerd door een daartoe erkende onderneming in de omgeving van een plaats waar er WN werken van de WG in wiens inrichting de asbestverwijderingswerken worden uitgevoerd KB van 6 juli 2004 betreffende de werkkledij Art. 3. De WN zijn ertoe gehouden tijdens hun normale activiteit werkkledij te dragen behalve indien de daartoe uit te voeren risicoanalyse heeft aangetoond dat de aard van de activiteit niet
4 bevuilend was en indien het Comité zijn akkoord heeft gegeven over de resultaten van deze risicoanalyse Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseur Art. 5.- De WG die het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst met een PA te beëindigen (ontslag) is verplicht tegelijkertijd: 1 aan de betrokken PA bij een aangetekende brief de redenen waarom hij de overeenkomst wil beëindigen en het bewijs van die redenen mee te delen; 2 aan de leden van het Comité of de Comités aan wie ook het voorafgaand akkoord over de aanduiding moet gevraagd worden bij een aangetekende brief een voorafgaand akkoord over de beëindiging van de overeenkomst te vragen en hen een afschrift mee te delen van de brief die werd verzonden aan de betrokken PA. Art De WG die het voornemen heeft de PA te verwijderen uit zijn functie, zonder dat dit een beëindiging van de overeenkomst tot gevolg heeft, past de bepalingen van art. 5 toe. Opmerkingen 1. Aan welke Comités PBW dient het akkoord gevraagd? Het betreft het akkoord van de Comités PBW aan wie het voorafgaand akkoord over de aanduiding van de betrokken PA dient gevraagd overeenkomstig het KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst PBW, d.w.z.: - als de juridische entiteit samenvalt met de technische bedrijfseenheid: het Comité PBW van de juridische entiteit; - als de juridische entiteit bestaat uit verschillende technische bedrijfseenheden waarbij in deze laatste ook Comités PBW zijn: - voor een PA van de centrale interne dienst PBW: akkoord van alle Comités PBW; - voor een PA van een afdeling van deze dienst: akkoord van het Comité PBW van deze technische bedrijfseenheid waar de PA werkzaam is. Het akkoord dient gegeven overeenkomstig de regels bepaald in het huishoudelijk reglement van het Comité PBW. 2. Deze bepaling van art. 5 van het besluit is niet van toepassing bij: - aanpassing van de minimumduur van de prestaties van de PA; - de vervanging van een PA, waarbij een ander persoon (tijdelijk) zijn plaats inneemt, zonder dat dit impliceert dat hij zijn functie in het geheel niet meer kan uitoefenen (bv. bij ziekte of afwezigheid) Indien het Comité niet akkoord gaat met de beëindiging van de overeenkomst of met de verwijdering uit zijn functie van de PA, of niet binnen een redelijke termijn advies verleent, dient de WG de procedure van art. 7 van het besluit toe te passen alvorens een beslissing te nemen. Wij verwijzen hier verder naar Caritas-ISBI nr. 618 d.d. 25 maart 2003.
5 ARAB Art. 64, 2.- Na akkoord van de WN-vertegenwoordigers in het Comité of bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging, mag worden afgeweken van de minimum- en maximumtemperatuur in de werkplaatsen die slechts met pozen door personeel zijn bezet. Art De ligging, de toegangsmodaliteiten en de toegangsuren van sanitaire voorzieningen ter beschikking van de werknemers (kleedkamers, wasplaatsen, refter, verpozingslokaal) dienen te worden vastgesteld in akkoord met het Comité of bij ontstentenis ervan, met de vakbondsafvaardiging. Art Mits akkoord van het Comité, of bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging, vermindering van het aantal kranen om zich te wassen van één per drie WN die gelijktijdig hun werktijd veranderen tot één per vijf, indien de aard van het werk en de omstandigheden deze vermindering rechtvaardigen. Art. 101, 1.- Mits akkoord van het Comité of bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging, afwijkingen t.a.v. de ARAB-bepalingen m.b.t. de inrichting van kleedkamers, wasplaatsen en refter. Art. 101, 2.- Mits akkoord van het Comité of bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging, het ontbreken van een refter Betekenis van een (voorafgaand) akkoord in het Comité Een akkoord van het Comité veronderstelt een beslissing van het Comité en dient dus door de WG onverkort uitgevoerd. In het huishoudelijk reglement, op te stellen op grond van art. 31 van het KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités, dient de wijze bepaald waarop wordt vastgesteld dat er een akkoord is, d.w.z. met welke meerderheid. Men neemt aan dat bij afwezigheid van deze bepaling het Comité beslissingen neemt bij unanimiteit. Indien er sprake is van een voorafgaand akkoord, mag men stellen dat voorafgaand betekent vooraleer een definitieve beslissing getroffen wordt over de materie waarover het voorafgaand akkoord moet gevraagd worden. Indien geen akkoord wordt bereikt, wordt in de welzijnswetgeving in een aantal gevallen (zie hiervoor) een specifieke, strafrechtelijk gesanctioneerde, te volgen procedure voorzien alvorens een beslissing te nemen. Het betreft meestal het inwinnen van een advies van de toezichthoudende ambtenaar. Op te merken is dat het advies van deze ambtenaar in dit geval niet moet worden gevolgd door de WG.
6 6 2. Voorafgaand advies 2.1. Welzijnswetgeving Welzijnswet van 4 augustus 1996 Art. 32quater, 1. De WG bepaalt in toepassing van de algemene preventiebeginselen bedoeld in art. 5, welke maatregelen moeten getroffen worden om geweld, pesterijen en ongewild seksueel gedrag op het werk te voorkomen. Hij stelt deze preventiemaatregelen vast op grond van een risicoanalyse en rekening houdend met de aard van de activiteiten en de grootte van de onderneming. Meer specifiek volgende maatregelen dienen getroffen na advies van het Comité : 1. materiële en organisatorische maatregelen waardoor geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk kunnen worden vermeden; 2. de specifieke maatregelen ter bescherming van de WN die bij de uitvoering van hun werk in contact komen met derden (patiënten, residenten, ondernemingen van buitenaf, leveranciers, dienstverleners, e.a.); 3. de verplichtingen van de hiërarchische lijn en de voorkoming van feiten van geweld, pesterijen en ongewild seksueel gedrag op het werk; 4. de voorlichting en de opleiding van de WH; 5. de voorlichting van het Comité KB van 27 maart 1998 betreffende het welzijnsbeleid Art De WG legt het schriftelijk vastgelegde globaal preventieplan bij elke wijziging of aanpassing vooraf ter advies voor aan het Comité. De WG legt het ontwerp van jaarlijks actieplan voor advies voor aan het Comité, uiterlijk de eerste dag van de tweede maand voorafgaand aan het begin van het dienstjaar waarop het betrekking heeft. Het jaarlijks actieplan mag niet in uitvoering worden gebracht voordat het Comité zijn advies heeft verstrekt of, zo niet, vóór het begin van het dienstjaar waarop het slaat. Art. 14. De WG evalueert regelmatig, in overleg met de leden van de hiërarchische lijn en de diensten PBW, het dynamisch risicobeheerssysteem. Hij houdt hierbij inzonderheid rekening met de adviezen van het Comité. Art. 26. Adviesverlening bij de opstelling van het omstandig verslag van een ernstig arbeidsongeval zoals gedefinieerd in art. 26, 4 van dit KB. Het comité verstrekt advies over volgende onderdelen van het omstandig verslag : - de beslissingen van de WG in verband met de maatregelen die elkeen zal treffen om herhaling van het ernstig ongeval te voorkomen; - de oorzaken die aan de basis liggen van het ernstig ongeval. Indien meerdere partijen betrokken zijn bij een ernstig ongeval (bv. werken met contractanten, tijdelijke of mobiele bouwplaatsen) dient dit advies verleend door al de comités van al de betrokken partijen.
7 KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers Art. 4, 2. en 3. - Het gezondheidstoezicht van WN die een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met welbepaald risico, of een activiteit verbonden met voedingswaren uitoefenen is niet verplicht wanneer uit de resultaten van de risicoanalyse, die uitgevoerd werd in samenwerking met de PA-AG en die aan het voorafgaand advies van het Comité werd voorgelegd, blijkt dat dit niet nodig is. Indien hierover betwistingen ontstaan, zal beslist worden door de geneesheer-arbeidsinspecteur van de medische arbeidsinspectie. Art. 8, 1.- Na eensluidend advies van het Comité, bezorgt de WG de betrokken PA-AG minstens éénmaal per jaar een afschrift van de eventueel aangepaste lijsten bedoeld in art. 6, 1 van dit besluit, d.w.z. van functies en WN onderworpen aan het gezondheidstoezicht, bedoeld in art. 6, 1 van dit besluit. Art. 33, 4.- Voorstellen vanwege de PA-AG om de tussentijd tussen periodieke gezondheidsbeoordelingen (normaal 1 jaar) in te korten of te verlengen, en de resultaten van het gepaste systeem voor toezicht bedoeld in 3 van dit artikel, worden voor voorafgaandelijk advies voorgelegd aan het Comité KB van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Art De WG deelt aan het Comité de resultaten mee van de risicoanalyse a priori : - van de situaties die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van psychosociale belasting; - van de vormen van psychosociale belasting van het eigen personeel door de aanwezigheid van derden op de arbeidsplaatsen. De WG vraagt hierbij het advies van het Comité voor de preventiemaatregelen vastgelegd op basis van deze a priorie uitgevoerde risicoanalyse vóór de implementatie ervan. 2. De WG deelt aan het Comité uitsluitend anonieme en collectieve gegevens mee van de resultaten van de a posteriori uitgevoerde risicoanalyse van incidenten die zich bij herhaling voordoen. Het comité heeft immers geen toegang tot de identiteit van de betrokken personen. De WG vraagt hierbij het advies van het Comité over de preventiemaatregelen vastgesteld op basis van deze a posteriori uitgevoerde risicoanalyse voorafgaand aan de implementatie ervan. 3. Wanneer de PA-PB een advies heeft gegeven over een individueel geval na uitvoering van een a posteriori uitgevoerde risicoanalyse deelt de WG aan het Comité uitsluitend anonieme en collectieve gegevens mee van de resultaten van deze risicoanalyse; De WG vraagt hierbij, voorafgaand advies aan het Comité, over de maatregelen die moeten genomen worden om dergelijke belasting in de toekomst te voorkomen. Opmerking 1. In een uitgebreide brochure van de overheid m.b.t. deze wetgeving wordt gesteld dat deze adviezen over het algmeen worden gegeven op het ogenblik dat de PA-PB verslag doet over de activiteiten inzake psychosociale belasting van het afgelopen jaar.
8 2. KB van 21 juni 1999 waarbij algemeen bindend wordt verklaard de CAO nr. 72 van 30 maart 1999, gesloten in de NAR, betreffende het beleid ter voorkoming van stress door het werk (B.S. 9 juli 1999) blijft van toepassing Art. 5. Het Comité en de Ondernemingsraad moeten, elk binnen de perken van hun eigen bevoegdheid, informatie krijgen en voorafgaand advies verstrekken over de verschillende fasen van het stressvoorkomingsbeleid. Deze informatiebevoegdheid houdt in dat ook de resultaten van de algemene analyse van de werksituatie en van de evaluatie van de risico s worden medegedeeld KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst PBW Art. 14, 4 en 5 al.- De WG bepaalt, rekening houdend met het globaal preventieplan en, na voorafgaand advies van het Comité, welke vaardigheden (onderdelen van het begrip welzijn) in zijn instelling aanwezig moeten zijn en voor welke vaardigheden hij een beroep doet op een externe dienst PBW. De WG geeft gevolg aan dit advies overeenkomstig art. 19 van het KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités PBW. Art. 15, 1 al.- Wanneer een interne dienst PBW bestaat uit meerdere afdelingen in de zin van art. 35 en 36 van de Welzijnswet, bepaalt de WG, na voorafgaand advies van het Comité: - de verhouding tussen de afdelingen en de centrale dienst; - door wie en op welke wijze de leiding van de interne dienst PBW en van elke afdeling ervan wordt verzekerd. Art. 17, 1.- De WG bepaalt, na voorafgaand advies van het Comité: 1 de wijze van samenstelling van de interne dienst PBW; 2 de technische en wetenschappelijke middelen, de lokalen en de financiële middelen, evenals het administratief personeel dat ter beschikking van de interne dienst PBW wordt gesteld. De WG geeft gevolg aan dit advies overeenkomstig art. 19 van het KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités PBW (zie rubriek 2.4. hierna) KB van 27 maart 1998 betreffende de externe dienst PBW Art. 3.- Het advies van het Comité dient vooraf ingewonnen als de WG op eigen initiatief of op vraag van het Comité beslist om: - opdrachten van de interne dienst PBW aan de externe dienst PBW toe te vertrouwen; of - beslist om een beroep te doen op meer dan één externe dienst PBW, of - opdrachten die aan de externe dienst PBW werden toevertrouwd, te doen uitoefenen door de interne dienst PBW; of - van externe dienst PBW te veranderen. Indien ter zake geen overeenstemming wordt bereikt, dient de WG de procedure te volgen zoals in dit artikel bepaald KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en werking van de Comités PBW 8
9 9 Art. 2.- Het Comité heeft inzonderheid als opdracht adviezen uit te brengen omtrent: - het welzijnsbeleid; en - het globaal preventieplan; en - het jaarlijks actieplan; opgesteld door de WG, de wijzigingen, de uitvoering en de resultaten ervan. Art. 3.- Het Comité brengt een voorafgaand advies uit over: 1 alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen, die rechtstreeks of onrechtstreeks, meteen of na verloop van tijd, gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de WN bij de uitvoering van hun werk; 2 de planning en invoering van nieuwe technologieën, wat betreft de gevolgen voor de veiligheid en de gezondheid van de WN, verbonden aan de keuzen inzake uitrusting, de arbeidsomstandigheden en de invloed op de omgevingsfactoren op het werk, met uitzondering van die gevolgen, waarop een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, die in gelijkaardige waarborgen voorziet; 3 de keuze of de vervanging van een externe dienst voor technische controles op de werkplaats en andere instellingen en deskundigen; 4 de keuze of de verandering van de diensten waarop een beroep wordt gedaan in toepassing van de arbeidsongevallenwetten; 5 elke maatregel die overwogen wordt om de technieken en de arbeidsvoorwaarden aan de mens aan te passen en om de beroepsvermoeidheid te voorkomen; 6 de specifieke maatregelen voor de inrichting van de arbeidsplaats teneinde, in voorkomend geval, rekening te houden met de tewerkgestelde mindervalide WN; 7 de keuze, de aankoop, het onderhoud en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen KB van 19 januari 2005 betreffende de bescherming van de WN tegen tabaksrook Art. 5, 2. Indien de WG voorziet in een rookkamer binnen de onderneming, kan dit alleen na voorafgaand advies van het Comité. De regeling van de toegang tot deze rookkamer tijdens de werkuren wordt vastgelegd na voorafgaand advies van het Comité KB van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de WN tegen de risico s van lawaai op het werk Art. 32. Indien de WG een afwijking wenst te verkrijgen op de verplichting individuele gehoorbeschermers te gebruiken, omdat dit wegens de aard van het werk tot grotere risico s voor de gezondheid en de veiligheid zou kunnen leiden dan het niet gebruiken ervan, dan dient bij de schriftelijke aanvraag tot afwijking o.a. het proces-verbaal gevoegd van de vergadering van het Comité, waarin het advies van de leden van het Comité omtrent deze aanvraag tot afwijking werd ingewonnen.
10 KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de WN tegen de risico's van chemische agentia op het werk Art Na hieromtrent het voorafgaand advies van het Comité te hebben ingewonnen, stelt de WG noodplannen op die procedures vaststellen die in werking treden wanneer zich ongevallen, incidenten of noodsituaties voordoen, die verband houden met de aanwezigheid van gevaarlijke chemische agentia op de werkplaats, zodat er passende maatregelen worden getroffen. Art Wanneer WN worden blootgesteld aan chemische agentia volgens een patroon dat duidelijk afwijkt van het normale (zoals een werkdag > 8 uur, werkweek > 40 uur of een arbeidsweek > 5 dagen), formuleert de PA-AG een gemotiveerd voorstel voor de in dat geval te hanteren grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan het betrokken agens. Dit voorstel van de PA-AG wordt om advies voorgelegd aan het Comité KB van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk Art Het Comité brengt advies uit over: 1 de beoordeling van het risico als resultaat van de uit te voeren risicoanalyse voor alle werkzaamheden waarbij zich een blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene agentia kan voordoen; 2 iedere maatregel die wordt overwogen om de blootstellingsduur voor de werknemers zoveel mogelijk te beperken en hen te beschermen gedurende de werkzaamheden waar blootstelling te voorzien is, zoals die zijn gedefinieerd in artikel 4 van dit KB; 3 de opleidings- en voorlichtingsprogramma's voor de werknemers overeenkomstig art. 13, 1 van dit KB; 4 de etikettering van de recipiënten, de verpakkingen en de installaties, overeenkomstig art. 13, 2 van dit KB; 5 de afbakening van de risicozones, overeenkomstig art. 6, 10 van dit KB KB van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia Art. 9.- De inhoud van het risicodossier, zoals in dit artikel bepaald, wordt voorgelegd aan het advies van het Comité. Art. 37, 1 e al., 2 - Na advies van het Comité bepaalt de PA-AG de frequentie van de gezondheidsbeoordeling voor de gevallen met risico voor blootstelling, zoals bedoeld in dit artikel. Art. 61, 2.- Op voorstel van de PA-AG en na advies van het Comité, worden de voorwaarden bepaald waaronder de WN, onderworpen aan tuberculinetests, aan het werk kunnen blijven, zoals bedoeld in dit artikel. Art De herinentingsstrategie tegen hepatitis B door de PA-AG op te stellen wordt ter advies voorgelegd aan het Comité. 10
11 KB van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico s van blootstelling aan asbest Art. 13. Na advies van de PA-AV en de PA-AG wordt het beheersprogramma voor advies voorgelegd aan het Comité. Bij aanpassing aan de evolutie van de toestand wordt deze aanpassing ook voor advies voorgelegd aan het Comité. Art. 17. Het Comité wordt om advies gevraagd over de risicobeoordeling die haar wordt voorgelegd onder geschreven vorm, die overeenkomstig art. 16 van dit besluit dient opgesteld bij alle werkzaamheden waarbij het gevaar van blootstelling aan asbest door de WN kan bestaan. Art. 22. Als afhankelijk van de resultaten van een risicobeoordeling metingen van de concentratie aan asbestvezels nodig zijn, worden deze uitgevoerd na advies van het Comité. Art. 38. Indien de WG eigen WN bepaalde kleine werkzaamheden zoals bedoeld in de afdelingen VIII of IX van het KB wil laten uitvoeren, moeten de betrokken WN daartoe opgeleid worden. De PA-AG en het Comité dienen vooraf hun advies te geven over dit opleidingsprogramma waarvan de inhoud nader wordt bepaald in dit art. Art. 40. Indien bij de uitvoering van werkzaamheden metingen aantonen dat de grenswaarden zoals bepaald in art. 3, 4 e van het besluit, worden overschreden : - worden de werkzaamheden stopgezet; - worden de oorzaken van de overschrijding opgespoord; - worden zo snel mogelijk maatregelen genomen om deze situatie te verhelpen. De WG vraagt voorafgaand advies over deze maatregelen aan de PA-AG en aan het Comité. In spoedeisende gevallen informeert de WG het Comité over de getroffen maatregelen KB van 23 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur Art. 4, 2.- Na voorafgaand advies van de PA-AG en na advies van het Comité, stelt de WG de maatregelen vast die nodig zijn om de activiteit van de WN zodanig te organiseren dat de dagelijkse werktijd met een beeldscherm op gezette tijden wordt onderbroken door rustpauzen of anderssoortige activiteiten, waardoor de belasting van het werken met een beeldscherm wordt verlicht KB van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming Art. 5.- Het risicodossier opgesteld aan de hand van de uitgevoerde risicoanalyse op grond van artikel 4 van dit besluit wordt voorgelegd aan het advies van het Comité en, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging KB van 3 mei betreffende de bescherming van de jongeren op het werk Art. 6.- Overeenkomstig artikelen 3 t.e.m. 4 van dit besluit dient een aan de jongeren aangepaste risicoanalyse uitgevoerd te worden met bijbehorende specifieke beschermingsmaatregelen die dienen te worden opgenomen in het globaal preventieplan, bedoeld in artikel 10 van het KB van 27 maart 1998 betreffende het welzijnsbeleid. Aldus brengt het Comité advies uit bij de opstelling, de wijziging, de uitvoering en de resultaten ervan. Art. 7. Vooraleer jongeren op het werk tewerk te stellen, neemt de WG de nodige maatregelen 11
12 inzake onthaal en begeleiding van deze jongeren, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassing en integratie in de werkomgeving en om er voor te zorgen dat zij in staat zijn hun arbeid naar behoren uit te oefenen : - na advies van de PA belast met de leiding van de IDPBW of van de afdeling ervan; en - na advies van het Comité. Art. 11, 1, 3 - De WG vraagt het advies van het Comité voor afwijkingen op de verbodsbepalingen van artikel 8 van dit KB voor studenten-werknemers die 18 jaar zijn of ouder KB van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs Art. 3. Art. 6 en 7 van het KB jongeren zijn van toepassing (zie rubriek hiervoor). Art. 8. Vooraleer de stagiairs tewerk te stellen, neemt de WG de nodige maatregelen inzake onthaal en begeleiding van de stagiairs, zulks met het oog op de bevordering van hun aanpassing en integratie in de werkomgeving en om ervoor te zorgen dat zij in staat zijn hun werk naar behoren uit te oefenen en dit : - na advies van de PA belast met de leiding van de IDPBW of van de afdeling ervan; en - na advies van het Comité KB van 19 februari 1997 tot vaststelling van maatregelen betreffende de veiligheid en de gezondheid op het werk van uitzendkrachten Art. 2, 4.- Het Comité wordt om advies gevraagd aangaande de inhoud van de werkpostfiche, zoals beschreven in 2 en 3 van dit artikel, die aan het uitzendbureau te verstrekken is vóór de tewerkstelling van de uitzendkracht, indien deze wordt tewerkgesteld op een aan het gezondheidstoezicht onderworpen werkpost KB van 12 augustus 1993 betreffende het manueel hanteren van lasten Art. 7.- Wanneer WN lasten manueel moeten hanteren, stelt de WG het resultaat van de risicoanalyse en de voorziene maatregelen, zoals bedoeld in de artikelen 5 en 6 van dit KB vast, na het advies van het Comité te hebben ingewonnen KB van 16 juli 2004 betreffende bepaalde aspecten van nacht- en ploegenarbeid Art. 4, 2.- Voorafgaand advies over de door de WG te nemen maatregelen, zoals beschreven in art. 4, 1 van dit besluit, als uit de resultaten van de in art. 3 bedoelde risicoanalyse blijkt dat een bepaalde nachtprestatie bijzondere risico's of lichamelijke of geestelijke spanningen met zich meebrengt ARAB Art Op advies van het Comité mag de nodige verlichting worden bepaald: - als de werkplek of het werkvlak niet precies te omschrijven is; - voor de gevallen niet in dit artikel bepaald. 12 Art. 78, 1 e al.- De keuze tussen hetzij kleerhangers bevestigd aan een horizontale staaf, hetzij gewone kapstokken met kleerhaken, hetzij individuele kleerkasten, wordt voor advies voorgelegd aan het
13 13 Comité of, bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging. Art. 78, 7 e al.- Mits gunstig advies van het Comité of, bij ontstentenis ervan, van de syndicale afvaardiging, mag de breedte van de kleerkasten, in de gevallen in dit artikel beschreven, teruggebracht worden tot 25 cm Betekenis van het advies door het Comité Voor een advies is de vraag naar de vereiste meerderheid naast de kwestie. Een advies kan immers verdeeld zijn of unaniem. Artikel 19 van het KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités regelt deze materie en verwoordt deze als volgt: "De werkgever geeft zo vlug mogelijk een conform gevolg aan de met algemene stemmen uitgebrachte adviezen van het Comité met betrekking tot ernstige risico's voor het welzijn van de werknemers waarbij de schade dreigend is en geeft er een passend gevolg aan in geval van uiteenlopende adviezen. Hij geeft gevolg aan al de andere adviezen binnen de door het Comité gestelde termijn of, indien geen termijn is bepaald, uiterlijk binnen de zes maanden. De werkgever die niet overeenkomstig de adviezen heeft gehandeld, er geen gevolg heeft aan gegeven of gekozen heeft onder de uiteenlopende adviezen, deelt de redenen hiervan mede aan het Comité. Hij verklaart tevens de maatregelen die in gewettigd dringend geval werden genomen zonder het Comité vooraf te raadplegen of te informeren". Een WG is dus niet strikt gebonden door een advies van het Comité. Een advies is immers niet bindend, anders is het een beslissing. Dit is zonder meer duidelijk voor een verdeeld advies. Dit is ook zo voor een unaniem advies, al dient door de WG meer aandacht gehecht te worden aan zo'n advies. Men neemt aan dat het afwijken van een unaniem advies door de WG uitdrukkelijk gemotiveerd moet worden. Een unaniem advies betekent immers een overeenstemming tussen WG- en WN-vertegenwoordigers in het Comité. 3. Documenten te ontvangen, ter beschikking of ter inzage te houden 3.1. Welzijnswetgeving KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers Art. 9.- De lijsten van functies en WN onderworpen aan het gezondheidstoezicht, zoals bedoeld in artikel 6, 1 van dit besluit, kunnen te allen tijde ter plaatse bij de interne dienst PBW geraadpleegd worden door het Comité.
14 KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités Art. 14, 2 e al.- De WG stelt een documentatie samen betreffende de vraagstukken inzake het welzijn van de WN bij de uitvoering van hun werk, het intern en extern milieu, waarvan de inhoud is bepaald in bijlage 1 van het KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst PBW en houdt deze ter beschikking van het Comité. Art. 14, 7 e al.- De WG houdt ter inzage van het Comité de bestelbon, de leveringsdocumenten en het indienststellingsverslag die betrekking hebben op de keuze, de aankoop en het gebruik van arbeidsmiddelen en persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen. Art Met betrekking tot de vergaderingen van het Comité, ontvangt elk gewoon lid: 1 een schriftelijke uitnodiging, ten minste 8 dagen vóór de vergadering; 2 het jaarverslag van de interne dienst PBW, ten minste 15 dagen vóór de vergadering van de maand februari, dit onverminderd de verplichting om binnen de 30 dagen na het opstellen ervan een afschrift van dit jaarverslag toe te zenden aan de gewone en plaatsvervangende leden van het Comité; 3 het verslag van de PA-AG, ten minste één maand vóór de vergadering waar het op de dagorde staat; 4 de notulen van de vergaderingen van het Comité, ten minste 8 dagen vóór de volgende vergadering. Deze notulen dienen ook bezorgd aan de plaatsvervangende leden van het Comité. De gewone en plaatsvervangende leden van het Comité ontvangen binnen 30 dagen vanaf het tijdstip opgelegd voor het opstellen ervan, een afschrift van de maandverslagen van de interne dienst PBW. Zo deze bestaan, ontvangen de gewone en plaatsvervangende leden van de ondernemingsraad en de syndicale afvaardiging, binnen de 30 dagen vanaf het tijdstip opgelegd voor het opstellen ervan, een afschrift van de maand- en jaarverslagen van de interne dienst PBW. Opmerking Deze bepalingen van art. 24 betreffen alleen het Comité zelf KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk Art De WG zorgt ervoor dat het Comité en de betrokken WN worden voorzien van: 4 toegang tot elk veiligheidsinformatieblad verkregen van de leveranciers. Op eenvoudig verzoek van de vertegenwoordigers van de WN in het Comité wordt hun hiervan een afschrift bezorgd. 5 het verslag van de metingen die tot doel hebben de blootstelling aan een agens te vergelijken met de grenswaarde ervan, overeenkomstig art. 59 van het besluit.
15 KB van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's bij blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk Art. 13, 3.- Het Comité krijgt inzagezicht in de anonieme en collectieve gegevens die de WG moet inschrijven in de naamlijst van de WN die belast zijn met werkzaamheden waarbij zich een blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene agentia kan voordoen KB van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk Art Inzagerecht in de anonieme en collectieve informatie m.b.t. de blootstelling van de WN aan biologische agentia. Art De aan de toezichthoudende ambtenaar te verstrekken informatie, zoals bedoeld in art. 74 van het besluit, zo deze bestaat, en de kennisgeving aan de Administratie van de arbeidshygiëne en - geneeskunde, zoals bedoeld in artikel 80 van het besluit, dienen aan het Comité bezorgd te worden KB van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming Art. 5.- Indien de bevoegde arbeidsinspectie daarom verzoekt, dient het risicodossier door de WG op te stellen op grond van artikel 4 van dit besluit, ter beschikking gesteld te worden van de leden van het Comité of, bij ontstentenis ervan, van de vakbondsafvaardiging ARAB Art. 148decies 1, 5.- Ontvangst van een afschrift van het advies van de PA-AG in uitvoering van de bepalingen inzake voorkoming van de hinder (bepalingen van artikel 148decies 1 en artikel 148decies 2) Recht op informatie en/of opleiding 4.1. Welzijnswetgeving KB van 28 mei betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers Art De collectieve maatregelen, zoals in dit art. vermeld, voorgesteld door de PA-AG, op grond van de resultaten van de periodieke gezondheidsbeoordeling, of wanneer de gezondheidstoestand van de WN dit vereist, worden ter kennis gebracht van het Comité KB van 21 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Art. 15, 1 - De WG neemt de nodige maatregelen opdat de leden van het Comité over alle nuttige informatie beschikken betreffende : 1. de resultaten van de risicoanalyses : - van de situaties die aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van psychosociale belasting; - van de vormen van psychosociale belasting van het eigen personeel door de aanwezigheid van andere personen op de arbeidsplaatsen; 2. de collectieve en anonieme gegevens van de risicoanalyses :
16 16 - van incidenten die zich bij herhaling voordoen; - van een individueel geval waarover de PA-PB een advies heeft gegeven; 3. de procedures die van toepassing zijn wanneer een WN meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel geweld op het werk; 4. het recht voor de WN om een verklaring te doen acteren in het register van feiten door andere personen op de arbeidsplaatsen; 5. de diensten of instellingen waarop wordt beroep gedaan om passende psychologische ondersteuning te verlenen aan WN die bij de uitvoering van hun werk het voorwerp zijn geweest van een daad van geweld, gepleegd door andere personen op de arbeidsplaatsen; 6. de verplichting zich te onthouden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Art. 15, 2. Bovendien zorgt de WG er voor dat de leden van het Comité de nodige opleiding ontvangen opdat zij de preventiemaatregelen, de procedures en de rechten en plichten waarover zij informatie ontvangen in toepassing van art. 15, 1, 2 e, 3 e, 4 e en 6 e hiervoor adequaat kunnen toepassen. Opmerking De WG heeft dezelfde verplichtingen naar de WN en de leden van de hiërarchische lijn KB van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst PBW Art. 5, 2 e al. 10 e.- In het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem, heeft de interne dienst PBW de opdracht aan de WG en aan het Comité advies te verstrekken over ieder ontwerp, maatregel of middel waarvan de WG de toepassing overweegt en die rechtstreeks of onrechtstreeks, onmiddellijk of op termijn, gevolgen kan hebben voor het welzijn van de WN KB van 27 maart 1998 betreffende de externe dienst PBW Art De naam van de PA of van de PA's van de externe dienst PBW waarmede een overeenkomst is gesloten, wordt medegedeeld door de WG aan het Comité. Art Het verslag, opgesteld door de externe dienst overeenkomstig art. 29 van dit besluit voor elke interventie uitgevoerd in het kader van de overeenkomst met deze dienst, wordt bijgehouden door de interne dienst PBW en wordt ter informatie voorgelegd aan het Comité KB van 29 april 1999 betreffende de erkenning van de externe diensten van technische controles op de werkplaats Art Indien door omstandigheden een verplichte technische controle niet tijdig kan worden uitgevoerd, dan moet deze externe dienst de WG hiervan verwittigen binnen een termijn van tien dagen die voorafgaat aan de laatste dag waarop de controle had moeten worden uitgevoerd. Dit feit wordt door de WG onverwijld aan het Comité medegedeeld KB van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités
17 Art. 14, 1 al.- De WG is ertoe gehouden het Comité alle nodige informatie te verstrekken opdat het met volkomen kennis van zaken advies zou kunnen uitbrengen. Art. 14, 3 tot 6 al.- De leden van het Comité moeten op de hoogte worden gebracht en kennis kunnen krijgen van alle al dan niet door de arbeids- of milieureglementering opgelegde inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die verband houden met het welzijn van de WN bij de uitvoering van hun werk, het intern of extern milieu. Dit geldt inzonderheid voor de inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die de eigen instelling in toepassing van de milieureglementering aan de overheid dient te verschaffen of ter inzage dient te houden. Dit geldt eveneens voor de inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten die derde ondernemingen ter gelegenheid van hun aanvraag voor een vergunning openbaar dienen te maken, indien en voor zover de werkgever ten opzichte van die documenten een inzagerecht kan doen gelden. Dit geldt bovendien voor de verwijzingen, aangebracht aan de fabricageprocédés, de werkmethodes of de installaties als ze de bestaande risico's voor het welzijn van de werknemers, het intern of het extern milieu kunnen verzwaren of er nieuwe kunnen vormen, evenals bij de aanwending of fabricage van nieuwe producten. Art. 14, 7 al.- De WG legt regelmatig een verslag of een overzicht ter bespreking voor aan het Comité, van de bestelbon, de leveringsdocumenten en het indienstnameverslag die betrekking hebben op de keuze, de aankoop of het gebruik van: - arbeidsmiddelen; - persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen. Art De WG verstrekt aan het Comité alle nodige informatie betreffende de risico's voor de veiligheid en de gezondheid, alsmede de beschermings- en preventiemaatregelen, zowel voor de organisatie in haar geheel als op het niveau van elke groep van werkposten of functies, evenals alle nodige informatie betreffende de maatregelen, genomen met betrekking tot de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van WN (bv. noodplannen). De WG verstrekt bovendien alle nodige informatie betreffende de evaluatie van de risico's en de beschermende maatregelen, in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem en het globaal preventieplan. Art De WG verzorgt jaarlijks op een vergadering van het Comité een omstandige toelichting met betrekking tot het door de onderneming gevoerde milieubeleid. Hij bezorgt aan het Comité tevens de toelichtingen waarnaar een lid van het Comité met betrekking tot externe milieuaangelegenheden zou hebben gevraagd. 17
18 Art De WG deelt zijn standpunt of, in voorkomend geval, dat van de interne of externe dienst PBW, de externe dienst voor technische controles op de werkplaats of andere betrokken instellingen en deskundigen, mede aan het Comité omtrent de adviezen van het Comité inzake de door de WN geuite klachten betreffende het welzijn op het werk en inzake de manier waarop de diensten waarop in toepassing van de arbeidsongevallenwetten een beroep wordt gedaan, hun opdracht vervullen. Art De leden-vertegenwoordigers van de WN in het Comité hebben recht op een passende opleiding. Zij mag niet te hunnen laste komen en wordt gegeven tijdens de werktijd en overeenkomstig de desbetreffende CAO's of wettelijke regelingen. Opmerking Deze bepalingen van art. 30 betreffen alleen de leden van het Comité zelf KB van 13 maart 1998 betreffende de opslag van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare en brandbare vloeistoffen Art De resultaten van de in dit besluit voorgeschreven controles moeten ter kennis gebracht worden van het Comité of, bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging KB van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de WN tegen de risico s van lawaai op het werk Art De WG zorgt ervoor dat het Comité voorlichting en opleiding ontvangt inzake de risico s die voortvloeien uit blootstelling aan lawaai, indien WN op de arbeidsplaats worden blootgesteld aan lawaai dat gelijk is aan of hoger is dan de onderste actiewaarden voor blootstelling, bedoeld in art. 6, 3 e van dit besluit. Dit artikel bepaalt verder in detail de inhoud van deze voorlichting en opleiding KB van 25 april 1997 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's voortkomend uit ioniserende straling Art. 9, 2.- Jaarlijks zendt de afdeling belast met het medisch toezicht van de externe dienst PBW, in samenwerking met de dienst voor fysische controle, aan het Comité, op een globale en anonieme manier, een analyse volgens de in de inrichting uitgevoerde activiteiten, van de gemeten doses die het gevolg zijn van ioniserende straling KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de WN tegen de risico's van chemische agentia op het werk Art De WG zorgt ervoor dat het Comité en de betrokken werknemers worden voorzien van: 1 de resultaten van de risicobeoordeling uit te voeren overeenkomstig art. 8 tot 12 van het besluit; 2 informatie over gevaarlijke chemische agentia op de arbeidsplaats, zoals: - identiteit; - plaats waar ze zich bevinden; - risico's voor veiligheid en gezondheid; - desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling; - andere wettelijke bepalingen; 3 opleiding en informatie over passende voorzorgsmaatregelen en over maatregelen om zichzelf en 18
19 19 andere WN op de arbeidsplaats te beschermen. Art Indien, rekening houdend met het aantal blootgestelde WN, het medisch beroepsgeheim kan worden verzekerd, stelt de PA-AG de anoniem gemaakte blootstellingsgegevens ter beschikking van het Comité. Bijlage IV - Opsporingstechnieken en minimale toepassingsfrequentie voor de in deze bijlage vermelde chemische agentia. De aangegeven opsporingstechniek mag door een andere worden vervangen indien de stand van de wetenschap een gelijkwaardig of beter resultaat waarborgt. In dit geval licht de PA-AG het Comité hiervan in KB van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's van blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene agentia op het werk Art. 5.- Bij onvoorziene voorvallen of ongevallen die tot abnormale blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene agentia van de WN kunnen leiden, worden de WN en de leden van het Comité door de WG zo spoedig mogelijk ingelicht. Art. 13, 1.- De WG neemt de passende maatregelen, zoals in dit art. omschreven, opdat de WN en de leden van het Comité een voldoende en tevens adequate opleiding krijgen m.b.t. de gebruikte kankerverwekkende of mutagene agentia KB van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk Art De WG neemt de passende maatregelen, zoals in dit art. omschreven, opdat de WN en de leden van het Comité een voldoende en tevens adequate opleiding krijgen m.b.t. de gebruikte biologische agentia. Art De WG moet de WN en de leden van het Comité onmiddellijk op de hoogte stellen van ieder ongeval of incident dat mogelijkerwijs heeft geleid tot het vrijkomen van een biologisch agens dat een infectie of ernstige ziekte bij de mens kan veroorzaken. Bovendien moet de WG de WN en de leden van het Comité zo snel mogelijk op de hoogte stellen van ieder ongeval en ernstig incident, de oorzaken ervan en van de genomen of te nemen maatregelen om de situatie te verhelpen KB van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de WN tegen de risico s van blootstelling aan asbest Art. 8. De asbestinventaris en elke latere wijziging die erin wordt aangebracht alsook de adviezen dienaangaande van de PA-AV en PA-AG, worden ter informatie voorgelegd aan het Comité. Art. 23. Als afhankelijk van de resultaten van een risicobeoordeling metingen van de concentratie van asbestvezels nodig zijn, dient het Comité volledig geïnformeerd over de monsternemingen, de analyses en de resultaten. Art. 24. Indien bij de uitvoering van werkzaamheden, metingen aantonen dat de grenswaarden zoals bepaald in art. 3, 4 e van het besluit worden overschreden, wordt het Comité hiervan
20 onmiddellijk op de hoogte gebracht alsook van de oorzaak ervan en van de getroffen maatregelen waarvoor advies dient verstrekt vóór uitvoering ervan. Art. 37. Het Comité krijgt gepaste voorlichting over : 1 de mogelijke risico s voor de gezondheid van blootstelling aan asbest; 2 de grenswaarde en de noodzaak van toezicht op het asbestgehalte in de lucht; 3 de voorschriften betreffende hygiënische maatregelen, met inbegrip van het rookverbod; 4 de te nemen voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van beschermingsmiddelen en kledij; 5 de bijzondere voorzorgsmaatregelen om de blootstelling aan asbest zo laag mogelijk te houden. Ingeval van werkzaamheden uitgevoerd op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, wordt het Comité regelmatig ingelicht. Art. 55. Bij sloop- en verwijderingswerken van asbest en asbesthoudende materialen door een daartoe erkende onderneming wordt het Comité door de WG, samen met de PA-AG en PA-AV geïnformeerd over de gekozen techniek KB van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen Art Mededeling aan het Comité of, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging en, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, aan de WN, van de bestelbon, het attest van de leverancier en het indienstnameverslag van het hoofd van de interne dienst PBW van nieuwe aangekochte arbeidsmiddelen. Opmerking Deze bepaling is ook van toepassing op: - arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten, op grond van art. 3 van het KB van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van deze arbeidsmiddelen; - mobiele arbeidsmiddelen op grond van art. 3 van het KB van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van deze arbeidsmiddelen; - persoonlijke beschermingsmiddelen op grond van art. 9, 3, 2 al. van het KB van 7 augustus 1995 betreffende deze beschermingsmiddelen KB van 27 april 2004 betreffende de werkzitplaatsen en rustzitplaatsen Art. 5. De WN worden ingelicht omtrent de maatregelen die genomen worden in toepassing van dit besluit. Wij nemen aan dat dit ook het geval is voor dit Comité Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseur Art. 7, 2, 5 al.- Indien de WG het voornemen heeft de arbeidsovereenkomst met een PA te beëindigen en het Comité niet akkoord kan gaan met dit voornemen op grond van art. 5 van dit besluit, dan dient hij het advies te vragen van de Toezichthoudende ambtenaar. De WG stelt het Comité in kennis van dit advies, binnen een termijn van 30 dagen na de kennisgeving vooraleer hij een beslissing neemt. Art. 15, 3 al.- Analoge bepaling indien de WG het voornemen heeft de PA te verwijderen uit zijn functie (zonder ontslag). 20
Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg
Codex over het welzijn op het werk Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg Titel 7. Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn
Nadere informatieKoninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 10.7.
Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 10.7.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 10 augustus
Nadere informatieAfdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de voorkoming van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 6.6.2007)
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers
WelzijnWerk.book Page i Tuesday, August 12, 2008 4:36 PM TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering
Nadere informatieCommunicatiekanalen in bedrijven
Communicatiekanalen in bedrijven Valérie Vervliet Federale Overheidsdienst Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg Overleg Comité PBW vakbondsafvaardiging rechtstreekse participatie Advies preventieadviseurs
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen
Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................
Nadere informatie3 MEI Koninklijk besluit betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor
3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de opdrachten en de ing van de Comités voor preventie en bescherming op het. Belgisch Staatsblad 10 juli 1999. Gewijzigd door : KB van 10/04/14 BS van 28/04/14
Nadere informatieWelzijn en opleidingen
Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een
Nadere informatieKoninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S
Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG
Nadere informatieKoninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S
Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende
Nadere informatie24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)
NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen
Nadere informatieDienst belast met medisch Niet noodzakelijk C., T.IV, H.VII, art. 27
Onderwerp Persoonsgebonden documenten Blootstelling- en ontsmettingstabel per individuele blootgesteld aan ioniserende straling Verantwoordelijk voor bewaring Bewaartermijn W* Reglementering (C: Codex
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN
Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................
Nadere informatieStrafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4
Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Sociaal Strafwetboek Toepassing op Wet en Codex Welzijn op het werk Strafbepalingen uit de Wet Welzijn van 1996 De artikelen 81 t.e.m. 94 zijn
Nadere informatie27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK
27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
Nadere informatieWetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht.
9 februari 2016 Mevrouw, Mijnheer, Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. Voorafgaand: Het wetsontwerp tot aanvulling en
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen
Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen
Nadere informatieIPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector
Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing
Nadere informatieDe preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014
De preventie van psychosociale risico s op het werk Wet van 28 april 2014 Maddy Van Temsche Sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving Psychosociale
Nadere informatieBEVOEGDHEDEN VAN HET COMITE PBW OP GROND VAN DIVERSE WETGEVINGEN Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Bijlage 4 BEVOEGDHEDEN VAN HET COMITE PBW OP GROND VAN DIVERSE WETGEVINGEN 1. Leefmilieu wetgeving 1.1. Voorafgaand akkoord 1.1.1. Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Nadere informatieHoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen
Nadere informatieVereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV = 11 erkende EDPB s EDPB s zorgen met ± 3000 medewerkers voor : 3.300.000 werknemers 210.000 bedrijven 2 WERKING CO-PREV
Nadere informatieOpstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias
op basis van verslagen Els Fias GPP: Globaal PreventiePlan JAP: JaarActiePlan Wettelijke instrumenten bij de organisatie van de preventie in elke onderneming of instelling Vereisen een zorgvuldige, methodische
Nadere informatieKoninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk
Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk Afdeling 1 Toepassingsgebied en definities Artikel 1.- Dit besluit is van toepassing op de werkgevers
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING ----------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende
Nadere informatiePsychosociale Risico s en welzijn op het werk. Ing. Christian Halsberghe Sociaal Inspecteur Toezicht Welzijn op het Werk
Psychosociale Risico s en welzijn op het werk Ing. Christian Halsberghe Sociaal Inspecteur Toezicht Welzijn op het Werk 1 Overzicht 1. Wettelijke bepalingen 2. Definities 3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING
Bijlage 2: Cao 104 1 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 104 VAN 27 JUNI 2012 OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING ----------------- Gelet op de wet van 5
Nadere informatieKoninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk (B.S. 28.4.2014)
Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk (B.S. 28.4.2014) Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Artikel 1.- Dit besluit is van toepassing
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK -------------------
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 72 VAN 30 MAART 1999 BETREFFENDE HET BELEID TER VOORKOMING VAN STRESS DOOR HET WERK ------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
Nadere informatieDe rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Wetgeving
De rol van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) Wetgeving najaar 2016 1 Algemeen overzicht 1. Welzijn op het werk? 2. Belgische welzijnswetgeving 3. Rol van het comité PB 4. Praktische
Nadere informatieKoninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005,
Nadere informatievan hun werk. van hun werk;
KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 JULI 2002 BETREFFENDE DE BESCHERMING TEGEN GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK AFDELING I.- TOEPASSINGSGEBIED EN DE- FINITIES. KONINKLIJK BESLUIT VAN 17
Nadere informatieInterimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht
Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017
Nadere informatieBIJLAGE. - PROCEDURE VOOR PSYCHOSOCIALE RISICO S
BIJLAGE. - PROCEDURE VOOR PSYCHOSOCIALE RISICO S 1. DOEL, DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED 1.1. Doel Deze procedures dragen bij tot het welzijn van werknemers en vullen de algemene wijze om psychosociale
Nadere informatieBescherming van stagiairs
21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06
Nadere informatieHet kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996
Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in
Nadere informatieCirculaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en
Nadere informatieAfdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico s van lawaai op het werk (B.S. 15.2.2006) Afdeling I. - Toepassingsgebied
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 3. Preventie van psychosociale risico s op het werk
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 3. Preventie van psychosociale risico s op het werk Hoofdstuk I.- Risicoanalyse en preventiemaatregelen Art. I.3-1. In het kader van
Nadere informatieConcordantietabel boek VI Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia van de codex welzijn op het werk
Concordantietabel boek VI Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid
Nadere informatieSchool aan de waterkant BuSO Sint-Juliaan Stropkaai Gent Tel. 09/ Fax. 09/
Klachtenprocedure voor geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag Wanneer een werknemer meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hij een beroep
Nadere informatieHOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Artikel 1
Wet van 10 januari 2007 tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen
Nadere informatieKB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
BASISTEKST AANGEPASTE TEKST KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Art. 4. Het dynamisch risicobeheersingsysteem is gesteund op
Nadere informatieKB s 24 april 2014 Gezondheidstoezicht
KB s 24 april 2014 Gezondheidstoezicht GDPB 16/10/2014 gdpb@bz.vlaanderen.be www.bestuurszaken.be KB van 24 april 2014 tot wijziging van het KB van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie
Nadere informatieHOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering
Nadere informatie1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5
Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)
Nadere informatieArt. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer
Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving
Nadere informatiePijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector
Pijn aan mijn lijf! Praktische tools ter voorkoming van overbelastingsletsels in de bouwsector Wettelijk kader Musculoskeletale Aandoeningen Yves De Groeve FOD WASO RD TWW Oost-Vlaanderen Kennisdirectie
Nadere informatieCirculaire 2013/14 EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Doel van de oprichting Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en
Nadere informatieTypeprocedure op te nemen in het arbeidsreglement
Typeprocedure op te nemen in het arbeidsreglement Toe te passen procedure voor elke werknemer die meent te lijden op het werk als gevolg van psychosociale risico s, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen
Nadere informatieRisicoanalyse en preventiemaatregelen
Arbeidsongevallen en onbezoldigde stages Met stagiairs bedoelt men personen die gewoon onderwijs volgen en in het kader van die opleiding arbeidsprestaties verrichten bij een werkgever om beroepservaring
Nadere informatieWelzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen
Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende
Nadere informatie1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5
Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)
Nadere informatieJAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk.
JAARVERSLAG VAN DE IDPB DEEL VII Bis : Inlichtingen betreffende de preventie van psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. Doel Toelichting Het jaarverslag heeft enerzijds tot doel een samenvatting
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit
Nadere informatieMEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN
MEDEDELING 2011-02 18/01/2011 MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het
Nadere informatieHet K.B.Asbest toepassing in de praktijk. Asbestcement op containerparken
Het K.B.Asbest toepassing in de praktijk. Asbestcement op containerparken Luc Neyens Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Limburg-Vlaams-Brabant Luc.neyens@werk.belgie.be (stephaan.hoskens@werk.belgie.be
Nadere informatieCirculaire 2015 02 BRANDPREVENTIE
Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen
Nadere informatieBijlage arbeidsreglement
Bijlage arbeidsreglement (voorbeeld) Procedure voor psychosociale risico s 1. Doel, definities en toepassingsgebied 1.1. Doel Deze procedures dragen bij tot het welzijn van werknemers en vullen de algemene
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 54 van 14 juni 2002 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende
Nadere informatieKoninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S. 28.12.
Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S. 28.12.2010) Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Artikel
Nadere informatieVademecum Welzijn op het werk 3
Vademecum Welzijn op het werk 3 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL VOORWOORD.......................................................................................................................................................................................
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER DE UITVOERING VAN EEN WERKGELEGENHEIDSPLAN OUDERE WERKNEMERS IN DE ONDERNEMING
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 104 -------------------------------------------------------------------- Zitting van 27 juni 2012 ------------------------------ COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER
Nadere informatieDe preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs
De preventie van psychosociale risico s op het werk : workshops onderwijs Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be 1 Inhoud 1. Film over
Nadere informatieVademecum Welzijn op het werk
Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk 3 4 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL
Nadere informatieCirculaire BRANDPREVENTIE
OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.
Nadere informatieOrganisatie van het Medisch Toezicht
Organisatie van het Medisch Toezicht Medisch Toezicht.doc Versie: 01/08/2012 Pagina 1 van 6 Inleiding : ORGANISATIE VAN HET MEDISCH TOEZICHT In deze brochure vindt U : - een overzicht van de verschillende
Nadere informatieKoninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003)
Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 4 juli 2004 (B.S. 3.8.2004) (2) koninklijk besluit van
Nadere informatieWat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk
Wat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk luc.neyens@werk.belgie.be Totstandkoming wetgeving asbest ARAB / CODEX 1978 : 1 e KB 1991:
Nadere informatieKoninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003)
Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 4 juli 2004 (B.S. 3.8.2004) (2) koninklijk besluit van
Nadere informatieKoninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003)
Koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (B.S. 16.6.2003) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 4 juli 2004 (B.S. 3.8.2004) (2) koninklijk besluit van
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia. Titel 2. Lawaai
Codex over het welzijn op het werk Boek V.- Omgevingsfactoren en fysische agentia Titel 2. Lawaai Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2003/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 1. Inleidende bepalingen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende
Nadere informatie11 JULI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (1)
11 JULI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
Nadere informatieVAS, afdeling Antwerpen 1
VAS, afdeling Antwerpen 1 BS 09/08/2004 in voege 19/08/2004 16 JULI 2004. - Koninklijk besluit betreffende bepaalde aspecten van nacht- en ploegenarbeid die verband houden met het welzijn van de werknemers
Nadere informatieArtikel 1. Artikel 2. Artikel 3
Wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft,
Nadere informatie15 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van <uitzendkrachten> (1)
einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2010-12-28 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 15 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen betreffende
Nadere informatieBescherming van werknemers tegen blootstelling aan kankerverwekkende agentia.
Bescherming van werknemers tegen blootstelling aan kankerverwekkende agentia. Linda Wouters Afdeling van de normen over het welzijn op het werk Algemene Directie Humanisering van de Arbeid FOD Werkgelegenheid,
Nadere informatieWelzijnsbeleid - Risicoanalyse
Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 2. Uitzendarbeid
Codex over het welzijn op het werk Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Titel 2. Uitzendarbeid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 91/383/EEG van de Raad van de
Nadere informatieOmstandig verslag ernstig arbeidsongeval (KB 24.02.2005)
Oktober 2012 Periodieke informatie van de preventiedienst InfoRisk PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Omstandig verslag ernstig arbeidsongeval (KB 24.02.2005) De werkgever zorgt ervoor dat zijn/haar
Nadere informatieCirculaire 2014 05 PREVENTIE VAN PSYCHOSOCIALE RISICO S OP HET WERK
Preventie van psychosociale risico s op het werk waaronder STRESS, GEWELD, PESTERIJEN, ONGEWENST SEXUEEL GEDRAG PRINCIPE De werkgever heeft de wettelijke verplichting om iedere werknemer te beschermen
Nadere informatie28 MEI Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Belgisch
28 MEI 2003. - Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Belgisch Staatsblad 16 juni 2003 Gewijzigd door : KB van 27 december 2004 BS van 24 januari 2005 KB van 21 september
Nadere informatieCO-PREV. Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
CO-PREV Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming op het werk 1 CO-PREV= 13 erkende EDPB s EDPB s zorgen met +/- 3000 medewerkers voor: 3.200.000 werknemers; +/- 202.000 bedrijven.
Nadere informatieHet Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk
Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk Departement? Om regelmatig overleg, betrokkenheid, advies en informatiedoorstroming rond Welzijn op het Werk mogelijk te maken, is het voor organisaties
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 1. Inleidende bepalingen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende
Nadere informatieWat zegt de regelgeving over geweld, pesten en relationele problemen op het werk?
Wat zegt de regelgeving over geweld, pesten en relationele problemen op het werk? Maddy Van Temsche sociaal inspecteur TWW-OVL Kennisdirectie Psychosociologie maddy.vantemsche@werk.belgie.be Inhoud Wetgeving
Nadere informatieDe nieuwe pestwetgeving
De nieuwe pestwetgeving Wat u er zeker over moet weten! Team Psychosociaal Welzijn Brugge: 050/47.47.35 Herentals: 014/84.94.93 Inhoudstafel 1. Wettelijk kader 2. Definities 3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen
Nadere informatieIn dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.
In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen
Nadere informatieIdentificatiedocument Groep C- / D 1
dentificatiedocument Groep C- / D 1 1. dentificatie van de werkgever Firmanaam :.. Aansluitingsnummer: Adres van de maatschappelijke zetel :... Adres van de bedrijfszetel :... Adres correspondentie :...
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende
Nadere informatieAfdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
Koninklijk besluit van 27 oktober 2009 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 16.11.2009) Afdeling 1. Definities Artikel 1.-
Nadere informatieWELZIJN OP HET WERK - Wijzigingen Nota over de wetgeving
VL/NB Brussel, vrijdag 23 mei 2014 WELZIJN OP HET WERK - Wijzigingen Nota over de wetgeving Op 23 mei is een reeds lang aangekondigd KB verschenen. Het gaat over het KB van 24/04/2014 dat diverse bepalingen
Nadere informatieONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS
ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS Nadine Gilis juriste FOD werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Directie humanisering van de arbeid Afdeling normen Doelstelling De mogelijkheden van
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER 1990 BETREFFENDE DE NA TE LEVEN PROCEDURE EN DE DUUR VAN DE TIJDELIJKE
Nadere informatieHoofdstuk VI. Het re-integratietraject van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen
Hoofdstuk VI. Het re-integratietraject van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen Art. I.4-72 Het re-integratietraject bedoeld in dit hoofdstuk beoogt de
Nadere informatie12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.
12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 27 VAN 27 NOVEMBER 1975 BETREFFENDE DE VERPLICHTING VOOR DE WERKGEVER VERTRAGINGEN IN DE BETALINGEN TE MELDEN
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 27 VAN 27 NOVEMBER 1975 BETREFFENDE DE VERPLICHTING VOOR DE WERKGEVER VERTRAGINGEN IN DE BETALINGEN TE MELDEN ------------------------------- Gelet op de wet van 5 december
Nadere informatieWet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)
Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk
Nadere informatie