Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1630/Dixons Radio Modern I. MELDING 1. Op 25 november 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Dixons B.V., onderdeel van het Vendex KBB-concern, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Radio Modern B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 230 van 29 november Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Dixons B.V. (hierna: Dixons) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochteronderneming van Vendex KBB N.V. (hierna: Vendex KBB), waarvan de aandelen zijn genoteerd aan de Amsterdamse Beurs. 3. Dixons exploiteert als onderdeel van het Vendex KBB-concern de winkelformules Dixons, Valkenberg, Prijstopper en Dixtone die actief zijn op het gebied van multimedia, telecommunicatie, fotoapparatuur, consumentenelektronica en elektrische huishoudelijke apparaten. Vendex KBB exploiteert overigens diverse warenhuizen en speciaalzaakketens die op nagenoeg alle gebieden van de non-fooddetailhandel in consumptieproducten actief zijn. 4. Radio Modern B.V. (hierna: Radio Modern) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft als aandeelhouder Radio Modern Holding B.V. 5. Radio Modern is actief op het gebied van detailhandel op het gebied van audio- en videoproducten, grote en kleine huishoudelijke apparaten alsmede multimedia- en telecommunicatieproducten. III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemelde operatie berust op een intentieverklaring d.d. 15 oktober 1999 en op een koopovereenkomst d.d. 2 december 1999 en behelst de verkoop van alle geplaatste aandelen Radio Modern door de huidige aandeelhouder, Radio Modern Holding B.V., aan Dixons.

2 IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat Dixons uitsluitende zeggenschap verwerft over Radio Modern. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Vendex KBB en Radio Modern. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 10. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van de detailhandel in a) bruin- en witgoed (huishoudelijke apparaten, audio- en videoapparaten, personal care-apparaten); b) beeld- en geluidsdragers (cds, bespeelde en onbespeelde videobanden); c) home office en stationary (personal computers, software, bijbehorende randapparatuur, papierwaren); d) telefonie (huistelefoons, kleine huiscentrales, mobiele telefoons, faxapparaten). 11. Naast de winkelketens van Dixons zijn binnen het Vendex KBB-concern de drie warenhuizen De Bijenkorf, V&D en Hema alsmede Kijkshop en in zeer beperkte mate de bouwmarkten Praxis en Formido aanbieders van de bovengenoemde productassortimenten. 12. Partijen zijn van mening dat de bovengenoemde vier productassortimenten aparte relevante markten vormen. Deze afbakening is wat betreft de eerste drie genoemde assortimentsgroepen gebaseerd op het jaarboek detailhandel 1999/00 van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Volgens partijen vormt inmiddels het productassortiment telefonie een aparte categorie en wordt bijvoorbeeld door het onderzoeksbureau GfK ook sinds kort als afzonderlijke productgroep in de detailhandel onderscheiden. 13. Met partijen kan worden aangenomen dat detailhandel in de bovengenoemde vier productassortimenten aparte markten zijn. Mogelijk kan het productassortiment home office en stationary nader onderscheiden worden in personal computers en randapparatuur enerzijds en papierwaren anderzijds. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de detailhandel in home office en stationary n markt vormt of nader moet worden onderverdeeld, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed

3 (zie de punten 17 en 19). Relevante geografische markten 14. Zoals eerder vastgesteld hebben detailhandelsmarkten bezien vanuit het perspectief van de consument een lokale dimensie die wordt bepaald door het gebied waarbinnen een verkooppunt voor de consument binnen een beperkte tijd bereikbaar is. De precieze grootte van dit gebied is afhankelijk van de grootte van de winkels, de commercile infrastructuur, het netwerk van winkels, de infrastructuur van het vervoer, de kwaliteit daarvan, de bevolkingsdichtheid en de mobiliteit.[1] 15. Partijen zijn van mening dat de geografische dimensie van de relevante productmarkten nationaal is, gelet op de vergaande ketenvorming en het nationale prijs- en assortimentsbeleid. Concurrenten hebben aangegeven dat zij soms de prijzen van enkele producten wel aan lokale concurrentie aanpassen, bijvoorbeeld als een nieuwe aanbieder zoals Media Markt in Rotterdam met aanbiedingen toetreedt tot de markt.[2] In de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de markten voor de detailhandel in bovengenoemde productassortimenten nationaal dan wel lokaal zijn, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie de punten 18 en 19). B. Gevolgen van de concentratie 16. Volgens de inschatting van partijen, die mede is gebaseerd op gegevens uit het jaarboek detailhandel 1997/98 van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en op gegevens van het onderzoeksbureau GfK, bedroeg de omzet op de relevante productmarkten in 1998 voor bruin- en witgoed NLG mln; voor beeld- en geluidsdragers NLG mln; voor home office en stationary NLG mln en voor telefonie NLG 950 mln. Volgens partijen bereiken zij op geen van deze markten een gezamenlijk marktaandeel boven de 15%. Op alle markten zijn andere landelijke ketens actief zoals Megapool en Its Electric (bruin- en witgoed), Free Record Shop en The Music Shop (beeld- en geluidsdragers), Vobis Microcomputer en Memo Systems (home office en stationary) en Primafoon en Belcompany (telefonie) met vergelijkbare marktposities. Kort geleden is een grote Duitse keten, Media Markt, met een eerste grote vestiging in Rotterdam begonnen en voor het komende jaar zijn verdere winkels in Rotterdam Alexandrium, Amsterdam, Den Haag en Leeuwarden aangekondigd. 17. Indien een nader onderscheid wordt gemaakt binnen het assortiment home office en stationary tussen enerzijds personal computers en randapparatuur en anderzijds papierwaren, bedroeg het marktvolume in 1998 volgens de inschatting van partijen NLG mln, respectievelijk NLG 900 mln. Vendex KBB is met een aandeel van circa 30% een belangrijke aanbieder in het productassortiment papierwaren. Er is echter op deze markt nauwelijks sprake van overlap tussen de activiteiten van partijen, omdat Radio Modern slechts een zeer geringe omzet realiseert met papierwaren en daar een marktaandeel bereikt van minder dan 1%. 18. Indien wordt uitgegaan van lokale markten kan worden vastgesteld dat de landelijke spreiding van vestigingen van partijen verschillend is. Radio Modern heeft het veel vestigingen in het westen van Nederland. De winkels van de ketens Valkenburg en Prijstopper zijn geconcentreerd in de regios Midden, Noordoost, Zuid-Nederland en Amsterdam. Dixons en ook andere ketens van Vendex KBB die producten aanbieden uit de bovengenoemde

4 productassortimenten zijn verspreid over heel Nederland. In het westen van Nederland waar beide partijen filialen hebben, zijn de belangrijkste concurrenten van partijen zoals genoemd in punt 16 eveneens gevestigd. Er is geen aanwijzing dat partijen op een lokale markt als gevolg van de concentratie een dominante marktpositie krijgen. 19. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van deze concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 20. Partijen hebben verzocht om een non-concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 10 van de koopovereenkomst, aan te merken als nevenrestrictie. Deze bepaling verbindt Radio Modern Holding B.V. en haar directeur om gedurende drie jaar geen activiteiten te ontplooien waarin de concentrerende partijen thans actief zijn en is geografisch beperkt tot de landen waarin Dixons op het moment van overdracht actief is. 21. De koper van een onderneming zal tot op zekere hoogte beschermd moeten worden tegen concurrerend handelen van de verkoper. De materile draagwijdte van het non-concurrentiebeding kan echter niet verder gaan dan de activiteiten van Radio Modern. De geografische reikwijdte van het nonconcurrentiebeding kan niet verder gaan dan het gebied waar Radio Modern thans actief is, zijnde Nederland. Derhalve kan worden geconcludeerd dat het in punt 20 genoemde beding voorzover het zich in materieel opzicht beperkt tot de activiteiten van Radio Modern en voorzover het zich in geografisch opzicht beperkt tot Nederland, als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie kan worden beschouwd. VII. CONCLUSIE 22. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 23. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 24. Gelet op de overwegingen in de punten 20 tot en met 21 is de directeurgeneraal van oordeel dat, voorzover de in punt 20 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat

5 artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voorzover het zich in materieel opzicht beperkt tot de activiteiten van Radio Modern en voorzover het zich in geografisch opzicht beperkt tot Nederland. Datum: w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam [1] Vergelijk besluit van 17 april 1998 in zaak 188/Vendex Food Erma Steenwijk, punten 17-19, en besluit van 5 oktober 1998 in zaak 166/Vendex - KBB, punten [2] Zie in dit verband ook Algemeen Dagblad van 27 november 1999, Prijzenslag elektronica. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.